14
Identificatie van functies
Aansluiten op een voedingsbron
De camera kan op twee manieren van stroom worden voorzien. U kunt batterijen of een
wisselstroomadapter (100V ~ 250V) (gelijkstroom 3,3V / 2,0A) gebruiken.
Wij adviseren het gebruik van oplaadbare batterijen voor een digitale camera. (Gebruik alleen
batterijen die minder dan een jaar geleden zijn gefabriceerd en over een vermogen van meer
dan 1600mAh beschikken.) Deze batterijen worden hieronder aangegeven.
Niet-oplaadbare batterijen : Type AA - Alkaline, Ni-Mn, Ni-Zn, Lithium
Type CR-V3 - Lithium
Oplaadbare batterijen : Type AA - Ni-MH, Ni-Cd (meer dan 1000mAh)
Type CR-V3 - Digimax Battery I-Pack (SBP-1303)
Lampje voor zelfontspanner (Op basis van zelfontspanner van 10 seconden. Zie p.33)
Kleur Status Camerastatus
Knipperend
De eerste 7 seconden knippert het lampje éénmaal per seconde.
Gedurende de laatste 3 seconden knippert het lampje éénmaal per 0,5 seconde.
Rood
Kleur Status Camerastatus
Knipperend
Opnamemodus (druk lichtjes op de sluiterknop): Niet scherpgesteld.
PC-modus: Bezig met verzenden van gegevens
Opnamemodus (druk lichtjes op de sluiterknop): Scherpgesteld.
Aan
Groen
Kleur Status Camerastatus
Knipperend
Flitser tijdens het opladen
Flitser gereed
Aan
Rood
Modus
Pictogram
AUTO
DIAFRAGMAPRIORITEIT
SLUITERPRIORITEIT
HANDINSTELLING
FILMCLIP
SPRAAKOPNAME
NACHT
AFSPELEN
Lampje voor automatische scherpte-instelling
Statuslampje voor flitser
Moduspictogrammen
Kleur Status Camerastatus
PC-modus: Als de USB-kabel is aangesloten.
Opnamemodus : HET LCD-scherm wordt uitgeschakeld met de LCD-knop.
Aan
Green
Lampje schijf voor modusselectie