26
De cameraknop gebruiken om de camera in te stellen
U kunt de opnamemodus (AUTO, HANDMATIG, MIJNINST, FILMCLIP, SPRAAKOPNAME,
SCÈNE, NACHTOPNAME, PORTRET) instellen met behulp van de cameraknoppen.
Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de camera.
U kunt de camera inschakelen door 1 seconde lang op de
aan-/uit-knop te drukken.
Als de camera gedurende de ingestelde tijd niet wordt
gebruikt, wordt automatisch de stroom uitgeschakeld om
de batterijen te sparen. Als u de aan/uit-knop langer dan 3
seconden ingedrukt houdt, wordt de functie voor het
begingeluid uitgeschakeld.
AAN/UIT-knop
Gebruikt voor het maken van opnamen (beelden of
spraak) in de OPNAMEMODUS.
In de modus FILMCLIP
: Als de sluiterknop volledig wordt ingedrukt, wordt het
opnemen van bewegende beelden gestart. Als u
éénmaal op de sluiterknop drukt, wordt een filmclip
opgenomen zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat.
Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de sluiterknop.
In de modus STILL IMAGE (STILSTAAND BEELD)
Als u de sluiterknop halverwege indrukt, wordt de automatische scherpte-instelling
geactiveerd en wordt de instelling van de flitser gecontroleerd.
Als u de sluiterknop volledig indrukt, wordt de foto gemaakt en worden de
afbeeldingsgegevens opgeslagen. Als u het opnemen van een spraakmemo selecteert,
wordt begonnen met opnemen zodra het opslaan van de beeldgegevens is voltooid.
SLUITER-knop
Als het menu worden weergegeven in de opnamemodus,
kunt u 5 menutabs tegelijk overslaan door op de knop
ZOOM W/T te drukken.
Als het menu niet wordt weergegeven, werkt de knop als
knop voor OPTISCHE ZOOM of DIGITALE ZOOM.
Zoomknop W/ T