[78]
Geluid
Er klinkt een pieptoon als u op de cameraknop drukt en er een fout optreedt.
Met deze functie kunt u de werking van de camera controleren.
U kunt de helderheid van het LCD-scherm aanpassen.
1. Draai de kiesschijf in de modus SETUP [INSTELLEN].
Het menu [SETUP 1/3] wordt nu weergegeven.
2. Selecteer het menu [SETUP 3/3] door tweemaal op de knop
RECHTS te drukken.
3. Selecteer het menu [SOUND] door op de knop OMHOOG of
OMLAAG te drukken.
4. Druk op de knop RECHTS om de cursor naar het submenu
[SOUND] te verplaatsen.
5. Selecteer het gewenste submenu door op de knop
OMHOOG of OMLAAG te drukken.
Als u [OFF] selecteert : De geluidsfunctie is
uitgeschakeld.
Bij selectie van [LOW] : Er wordt een zacht geluid
weergegeven.
Bij selectie van [NORMAL] : Er wordt een normaal geluid
weergegeven.
Bij selectie van [HIGH] : Er wordt een hard geluid
weergegeven.
6. Druk op de knop OK om de instelling te bevestigen.
1. Draai de kiesschijf in de modus SETUP [INSTELLEN].
Het menu [SETUP 1/3] wordt nu weergegeven.
2. Selecteer het menu [SETUP 3/3] door tweemaal op de knop
RECHTS te drukken.
3. Selecteer het menu [LCD] door op de knop OMHOOG of
OMLAAG te drukken.
4. Druk op de knop RECHTS om de cursor naar het submenu
[LCD] te verplaatsen.
5. Selecteer het gewenste submenu door op de knop
OMHOOG of OMLAAG te drukken.
Helderheidsbereik LCD : -3 ~ NORMAL ~ +3
6. Druk op de knop OK om de instelling te bevestigen.
Helderheid LCD
CHANGE :
SETUP 3/3
SOUND NORMAL
LCD NORMAL
VIDEO OUT NTSC
QUICK VIEW 01 SEC
CHANGE :
SETUP 3/3
SOUND NORMAL
LCD NORMAL
VIDEO OUT NTSC
QUICK VIEW 01 SEC
BACK: SET:OK
SETUP 3/3
SOUND
BACK: SET:OK
SETUP 3/3
LCD
NORMAL
OFF
LOW
NORMAL
HIGH