INSTELLING
[71]
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum
Controleer het volgende
Symptoom
Oorzaak Oplossing
Plaats nieuwe batterijen.
Sluit een wisselstroomadapter
aan.
De batterijen zijn bijna leeg.
Er is geen wisselstroomadapter
aangesloten
De batterijen zijn zwak.
De camera wordt automatisch
uitgeschakeld door de functie
voor automatisch uitschakelen.
De adapter is niet goed
aangesloten.
De camera wordt gebruikt bij
lage temperaturen.
U gebruikt zowel nieuwe als
oude batterijen of batterijen van
verschillende typen.
Het interne geheugen is vol.
De KAART is niet geformatteerd.
Het geheugen is vol.
De camera is uitgeschakeld.
De batterijen zijn zwak.
De schijf voor modusselectie
staat niet in de juiste stand.
De SD-kaart is vergrendeld.
De camera kan
niet worden
ingeschakeld.
De camera wordt
tijdens het
gebruik
uitgeschakeld.
De batterijen
raken snel leeg.
De camera maakt
geen foto's
wanneer u op de
sluiterknop drukt.
Plaats nieuwe batterijen.
Zet de camera opnieuw aan met
de aan/uit-schakelaar.
Verwijder de adapter en sluit
deze opnieuw aan
Zorg ervoor dat de camera warm
blijft (bijvoorbeeld in uw
binnenzak) en haal deze alleen te
voorschijn om opnames te maken.
Plaats nieuwe batterijen (die
allemaal van hetzelfde type
moeten zijn).
Schakel de camera uit en plaats
een nieuwe kaart of verwijder
een opgeslagen opname.
Formatteer het geheugen.
Plaats een nieuwe kaart.
Zet de camera aan.
Plaats nieuwe batterijen.
Zet de camera in de
opnamemodus.
Schuif de schakelaar voor
schrijfbeveiliging naar de bovenkant
van de SD-geheugenkaart.
Er is een onjuiste modus voor
scherpte-instelling
geselecteerd.
De foto's zijn wazig.
Selecteer een juiste modus voor
scherpte-instelling (houd hierbij
rekening met de afstand)(p.34)
De modus FLASH OFF
(FLITSER UIT) is geselecteerd.
De flitser gaat niet af.
Schakel de modus FLASH OFF
uit.
De datum en de tijd zijn onjuist
ingesteld.
De weergegeven datum
en tijd zijn onjuist.
Stel de datum en tijd correct in
(p. 62)