[19]
GEREED
Identificatie van functies
Definitie cameramodus
U kunt de gewenste werkmodus selecteren met behulp van de keuzeschijf aan de bovenkant van de
camera. Deze digitale camera beschikt over 4 werkmodi. Deze worden hieronder aangegeven.
Modus BEWEGENDE BEELDEN ( )
Deze modus wordt gebruikt voor bewegende beelden.
De flitser wordt uitgeschakeld (FLASH OFF) als deze modus wordt
geselecteerd.
Modus STILSTAAND BEELD ( )
Deze modus wordt gebruikt voor het opnemen van stilstaande beelden
Normaal: 0,8m tot oneindig
Macro : Wide - 0,1m tot 0,8m
Tele - 0,4m tot 0,8m
Modus AFSPELEN ( )
In deze modus kunt u de opgeslagen afbeeldingen bekijken via het LCD-scherm achterop de
camera of op een extern beeldscherm via een video-aansluiting.
Modus INSTELLEN ( )
In deze modus kunt u basisfuncties instellen, zoals BEEP (PIEPTOON), FORMAT
(FORMATTEREN), POWER OFF (UITSCHAKELEN), RESET (HERSTELLEN), DATE/TIME
(DATUM/TIJD), VIDEO OUT (VIDEO UIT) en LANGUAGE (TAAL).
Schijf voor modusselectie
INFORMATIE
PC-modus
Uw computer herkent de camera als verwijderbare schijf wanneer deze is aangesloten via
de USB-kabel. U kunt afbeeldingen uitwisselen tussen de computer en de camera.
U moet het stuurprogramma voor de camera installeren voordat u de USB-kabel aansluit.
De werkmodus van de camera wordt gewijzigd in PC-modus zodra de USB-kabel wordt
aangesloten.
