Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals toner,
kan het apparaat beschadigen.
Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecyclede
verbruiksartikelen zullen reparatiekosten in rekening worden
gebracht.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen warm
water gebruiken.
Door warm water hecht de toner zich aan de stof. Gebruik altijd
koud water.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij
terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het
verwijderen van vastgelopen papier.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
17
1. Inleiding
Apparaatoverzicht
9
Toebehoren
NetsnoerBeknopte installatiehandleiding
Software-cd
a
a. De software-cd bevat de stuurprogramma's van de printer, de gebruikershandleiding en softwaretoepassingen.
Div. accessoires
b
b. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model.
Apparaatoverzicht
18
1. Inleiding
10
Voorkant
•Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
•Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 7).
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
1Papieruitvoersteun7Ontgrendelknop van de voorklep
2Uitvoerlade8Tonercassettes
3Bedieningspaneel9Handgreep van tonercassette
4Klep moederbord10Transportriem (ITB)
5Lade 111
Papierbreedtegeleiders op een handmatige invoer
6Voorklep12Handmatige invoer
12
3
4
5
6
7
11
8
9
10
12
CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series
1Papieruitvoersteun9Multifunctionele lade
2Uitvoerlade10Voorklep
3
Bedieningspaneel
11Ontgrendelknop van de
voorklep
4Klep moederbord12Tonercassettes
5USB-geheugenpoort13Handgreep van tonercassette
6
Optionele lade
a
a. Dit is een optionele functie. Alleen CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series.
14
Transportriem (ITB)
7
Lade 1
15Papierbreedtegeleiders op de
multifunctionele lade
8Druk-ontgrendeling van
multifunctionele lade
16Multifunctionele
ondersteuningslade
1
2
3
4
6
5
8
10
11
12
13
14
15
16
7
9
Apparaatoverzicht
19
1. Inleiding
11
Achterkant
•Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
•Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7).
CLP-41xN Series/CLP-41xNW SeriesCLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series
1Cassette voor gebruikte toner5Stroomschakelaar
2
Achterklep
6
USB-poort
a
a. De optionele IEEE 1284B-parallelstekker kan worden gebruikt door deze aan te sluiten op zowel de USB-poort als de 5V-uitvoerpoort.
3Handgreep op de achterklep7Netwerkpoort
4
Aansluiting netsnoer
8
5V-uitvoerpoort voor IEEE 1284B-parallelstekker
a
b
b. Dit is een optionele functie. Alleen CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series.
2
3
5
6
7
1
4
2
3
6
7
8
1
4
5
20
1. Inleiding
Overzicht van het bedieningspaneel
•Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen.
•Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 7).
CLP-41xN Series
/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series
/CLP-68xDW Series
2
8
9
10
4
7
6
5
11
3
1
3
4
7
8
9
11
12
10
6
5
2
1
1
Weergavescherm
Toont de huidige status en geeft
meldingen weer tijdens het gebruik.
2Tonerkleuren
Geven de status van elke tonercassette
weer. Als de tonercassette bijna leeg is of
moet worden vervangen, wordt de status-
LED rood en verschijnt er een bericht op
het display. Het pijlteken geeft aan om
welke kleurentoner het gaat of welke
vervangen moet worden door een nieuwe
cassette (zie "Meldingen over de
tonercassette" op pagina 95).
3Menu
Hiermee opent u de menumodus en
bladert u door de beschikbare menu's (zie
"Toegang tot het menu" op pagina 26).
4Pijl
Door beschikbare waarden bladeren door
naar vorige of volgende opties te gaan.
5OK
Hiermee bevestigt u de selectie op het
scherm.
6Terug
Hiermee keert u terug naar het
bovenliggende menu.
7Annuleren
Stopt de huidige bewerking.
Overzicht van het bedieningspaneel
21
1. Inleiding
8aan/uit
Met deze knop kunt u de stroom in- en
uitschakelen. Of het apparaat weer
inschakelen vanuit de
energiebesparingsmodus.
9LED
De functie geeft de status van uw printer
weer (zie "Informatie over de status-LED"
op pagina 92).
a
De functie geeft de draadloze status van
uw printer weer (zie "Informatie over de
status-LED" op pagina 92).
10
WPS
a
Hiermee kunt u de draadloze
netwerkverbinding gemakkelijk
configureren zonder computer (zie "De
knop WPS gebruiken" op pagina 154).
Testpagina
Als u erop drukt, wordt een testpagina
afgedrukt.
11Eco
Gaat naar de eco-modus voor het
besparen van toner en papier (zie "Eco-
afdruk" op pagina 46).
12
Numeriek toetsenblokU kunt cijfers en tekens invoeren met
behulp van het toetsenblok (zie "Letters en
cijfers op het toetsenblok" op pagina 201).
a.Alleen CLP-41xNW Series/CLP-68xDW Series.
22
1. Inleiding
Het apparaat inschakelen
1
Sluit de printer eerst op de netvoeding aan.
Als het apparaat een aan/uit-schakelaar heeft, zet u de schakelaar
aan.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw
apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
2
De stroom wordt automatisch ingeschakeld.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, drukt u op de knop (aan/uit).
1
2
23
1. Inleiding
Lokaal installeren van het stuurprogramma
Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw
computer is aangesloten. Als uw apparaat aan een netwerk is verbonden,
slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie
van het stuurprogramma voor een netwerkapparaat (zie "Installeren van
een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 139).
•Wanneer u gebruik maakt van Mac, Linux of UNIX, raadpleegt u
"Installatie voor Mac" op pagina 130, "Installatie voor Linux" op
pagina 132 of "Het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren"
op pagina 146.
•Het installatievenster in deze Gebruikershandleiding kan verschillen
afhankelijk van het apparaat en de gebruikte interface.
•Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
12
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe hardware
gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren om het venster te sluiten.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd-
rom-station en klik op OK.
3
Selecteer Nu installeren.
4
Volg de instructies in het installatievenster.
U kunt de softwaretoepassingen selecteren in het venster Selecteer de
te installeren software en hulpprogramma's.
24
1. Inleiding
Het stuurprogramma opnieuw installeren
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de
onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren.
13
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma's of Alle
programma's > Samsung Printers > naam van uw
printerstuurprogramma > Deïnstalleren.
3
Volg de instructies in het scherm om de installatie ongedaan te
maken.
4
Plaats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het
stuurprogramma opnieuw (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 23).
2.Menuoverzicht en
basisinstellingen
Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
•Menuoverzicht26
•De standaardinstellingen van het apparaat29
•Afdrukmateriaal en lade31
•Eenvoudige afdruktaken43
•Een USB-geheugenapparaat gebruiken50
26
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Menuoverzicht
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat.
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
•De menu's worden beschreven in de handleiding Geavanceerd (zie "Menu´s met nuttige instellingen" op pagina 182).
1
Toegang tot het menu
1
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
2
Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK.
3
Herhaal stap 2 als het geselecteerde menu-item submenu’s heeft.
4
Druk op OK om de selectie op te slaan.
5
Druk op (Annuleren) om terug te keren naar de stand-bymodus.
Menuoverzicht
27
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
InformatieLay-outPapierGrafischSysteeminst.
Menuoverzicht
Configuratie
Info verb.art.
Demopagina
PCL-lettert.
Lijst met PS-lettert.
Gebruiksteller
Account
a
a. Deze functie is alleen beschikbaar als Taakaccountbeheer is ingeschakeld in het programma SyncThru™ Web Admin Service.
Afdrukstand
Staand
Liggend
Marge
Algemene marge
Handm. invoer
b
MP-lade
c
Lade 1
Lade 2
d
Emulatiemarge
Dubbelzijdig
c
Uit
Lange zijde
Korte zijde
b. Alleen CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series .
c.Alleen CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series.
d. Dit is een optionele functie. Alleen CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series.
Exemplaren
Handm. invoer
b
Papierformaat
Type papier
MP-lade
c
Papierformaat
Type papier
Lade 1
Papierformaat
Type papier
Papierinvoer
Auto
Lade 1
Lade 2
d
MP-lade
c
Handm. invoer
b
Resolutie
Normaal
Beste
Duid. Tekst
Uit
Minimum
Normaal
Maximum
Randverbet.
Uit
Normaal
Maximum
Invanging
Uit
Medium
Maximum
Venster
Normaal
Verbeterd
Gedetailleerd
Datum en tijd
Klokmodus
Taal
Energ.spaarst.
Ontw.gebeurt.
Time-out taak
Inst. import.
c
Inst. export.
c
Luchtdrukcorr.
Normaal
Hoog 1
Hoog 2
Hoog 3
Vochtigheid
Normaal
Hoog 1
Hoog 2
Hoog 3
Aut. doorgaan
Auto CR
Auto lade wis.
c
Verv. papier
Ladebeveilig.
c
Lege pg oversl
Onderhoud
Toner Op wis.
e
Gebr.duur art.
Ws tr bijna op
Papier stapel.
Ramschijf
c
Eco-inst.
Standaardmodus
Temp wijz
Vapor Mode
Autom. uitsch.
e. Deze optie verschijnt alleen als de tonercassette nog een kleine hoeveelheid toner bevat.
Menuoverzicht
28
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
EmulatieBeeldmgr.Netwerk
Direct USB
a
a. Alleen CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series . Deze optie is beschikbaar als er USB-geheugen in de USB-geheugenpoort van uw apparaat wordt geplaatst.
Taakbeheer
b
b. Alleen CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series. Deze optie is beschikbaar als het optionele geheugen is geïnstalleerd of de ramschijf is gecontroleerd.
Type emulatie
Instellingen
Aangep. kleur
Standaard
Afdrukdichth.
Aut. kleurreg.
Geluidsaanp.
Standaard
Aut. gel.aanp.
Cal. ID Sensor
TCP/IP (IPv4)
DHCP
BOOTP
Statisch
TCP/IP (IPv6)
IPv6 activeren
DHCPv6 config
Ethernet-snel.
Onmiddellijk
10 Mbps Half
10 Mbps Full
100 Mbps Half
100 Mbps Full
1Gbps Vol
802.1x
Draadloos
c
Wi-Fi AAN/UIT
c.Alleen CLP-41xNW Series/CLP-68xDW Series .
Wi-Fi Direct
On/Off
Naam
apparaat
IP-adres
Groepseigena
ar
Netwerksleut
el
Status
WPS-inst.
PBC
PIN
WLAN-inst.
d
Wizard
Aangepast
WLAN
Standaard
d. Alleen CLP-68xDW Series .
WLAN-signaal
Uitstekend
Zeer goed
Goed
Laag
Zeer laag
Gn signl.
Instel. wissen
Netwerkconf.
Net. activeren
Http activeren
WINS
SNMP V1/V2
SNTP
UPnP(SSDP)
MDNS
SetIP
SLP
USB-afdruk
Bestandsbeheer
Contr. ruimte
Actieve taak
Beveil. taak
Opgesl. taak
Afdrukken
Verwijderen
Best.beleid
Naam wijz.
Overschr.
29
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
De standaardinstellingen van het apparaat
U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen via
Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer
Manager.
•Als u Windows of Mac gebruikt, kunt u uw instellingen wijzigen via
Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus
activeren) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op
pagina 233).
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het
apparaat opgeven.
Om de standaardinstellingen van het apparaat aan te passen, volgt u de
volgende stappen:
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar
menu's op lagere niveaus te gaan.
1
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
2
Druk op Systeeminst..
3
Kies de gewenste optie en druk op OK.
•Taal: Pas de taal aan die wordt weergegeven op het
bedieningspaneel.
•Datum en tijd: U kunt de datum en tijd instellen. Ze worden
afgedrukt in rapporten. Als ze echter verkeerd zijn, moet u ze
wijzigen.
Voer de juiste tijd en datum in, met behulp van de pijltoetsen of het
numeriek toetsenblok (zie "Letters en cijfers op het toetsenblok" op
pagina 201).
•Maand = 01 t/m 12
•Dag = 01 t/m 31
•Jaar = vier cijfers vereist
•Uur = 01 t/m 12
•Minuut = 00 t/m 59
•Klokmodus: U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt
weergegeven in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
•Energ.spaarst.: Gebruik deze functie om energie te besparen
als u het apparaat niet gebruikt.
De standaardinstellingen van het apparaat
30
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
•Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of begint met afdrukken, zal het
apparaat uit de energiespaarstand ontwaken.
•Als u op een willekeurige knop drukt, uitgezonderd de aan/uitknop,
wordt het apparaat wakker uit sluimerstand. Druk op (Menu) >
Systeeminst. > Ontwaakgebeurtenis > Aan op het
bedieningspaneel.
•Luchtdrukcorr.: De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de
atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven
zeeniveau waarop het apparaat zich bevindt. Ga na op welke
hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in (zie
"Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 200).
4
Kies de gewenste optie en druk op OK.
5
Druk op OK om de selectie op te slaan.
6
Druk op (Annuleren) om terug te keren naar stand-bymodus.
Raadpleeg de onderstaande koppelingen voor het configureren van
andere nuttige instellingen voor het gebruik van het apparaat.
•Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 41.
•Zie "Letters en cijfers op het toetsenblok" op pagina 201.
31
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Afdrukmateriaal en lade
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst.
•Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet aan deze
specificaties, kan dit problemen veroorzaken waarvoor reparatie
vereist is. Zulke reparaties worden niet gedekt door de garantie of
serviceovereenkomst van Samsung.
•Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit
kan uw apparaat beschadigen.
•Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand veroorzaken.
•Gebruik aangegeven afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 103).
•Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit
kan uw apparaat beschadigen.
Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het achterblijven van
vreemde materialen in de printen kan oververhitting veroorzaken en in
zeldzame gevallen brand.
2
Lade overzicht
Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders aanpassen.
1Ladegeleider
2Papierlengtegeleider
3Papierbreedtegeleider
4Papierbreedtegeleiders op een handmatige invoer
CLP-41xN Series
/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series
/CLP-68xDW Series
2
3
1
4
2
3
1
Afdrukmateriaal en lade
32
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Voor Legal-papier:
Druk op de knop en trek de lade uit zoals weergegeven.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw
apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Lade overzicht" op pagina
31).
Als u de geleiders niet aanpast, kan dit tot gevolg hebben dat de afdruk
scheef of op de verkeerde plaats afgedrukt wordt, of dat het papier
vastloopt.
3
Papier in de lade plaatsen
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw
apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
Lade 1/ optionele lade
1
Trek de lade uit.
LGL
Afdrukmateriaal en lade
33
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
2
Houd om het formaat te wijzigen de breedtegeleider en
lengtegeleider ingedrukt om ze in de sleuf te plaatsen met het
papierformaat dat onderaan de lade wordt aangegeven (zie "Lade
overzicht" op pagina 31).
3
Buig de papierstapel of waaier het papier uit, om de pagina’s van
elkaar te scheiden voor u het papier in het apparaat plaatst.
4
Houd de breedtegeleider en lengtegeleider ingedrukt nadat u het
papier in de lade heeft geplaatst.
1Papierlengtegeleider
2Papierbreedtegeleider
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series
2
1
2
1
Afdrukmateriaal en lade
34
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
•Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het
papier, omdat het papier daardoor kan buigen.
•Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen.
•Gebruik geen papier waarvan de voorste rand opgekruld is. Hierdoor
kan het papier vastlopen of kreukelen.
5
Plaats de lade terug in het apparaat.
6
Stel het papiertype en -formaat voor de lade in als u een document
wilt afdrukken (zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 41).
De in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen krijgen
voorrang op de instellingen op het bedieningspaneel.
a Om vanuit een toepassing af te drukken, opent u de toepassing en
start u het afdrukmenu.
b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 44).
c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken en selecteer het juiste papiertype.
d Selecteer Automatisch selecteren bij papierbron en druk
vervolgens op OK.
e Start het afdrukken vanuit de toepassing.
Afdrukmateriaal en lade
35
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Handmatige invoer/multifunctionele lade
De multifunctionele lade (of handmatige invoer) kan speciale types en
formaten van afdrukmedia bevatten, zoals postkaarten, notitiekaarten en
enveloppen (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 103).
Tips voor het gebruik van de multifunctionele lade
(of handmatige invoer)
•Plaats slechts één type, formaat en gewicht van afdrukmedia tegelijk in
de multifunctionele lade (of handmatige invoer).
•Voeg geen papier toe als er nog papier in de multifunctionele lade (of
handmatige invoer) ligt. Dit kan papierstoringen veroorzaken. Dit geldt
ook voor andere soorten afdrukmateriaal.
•Plaats alleen afdrukmedia die voldoen aan de specificaties. Zo
voorkomt u papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit (zie
"Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 103).
•Maak gekrulde briefkaarten, enveloppen en etiketten eerst vlak voor u
ze in de multifunctionele lade (of handmatige invoer) plaatst.
1
Trek de lade voor handmatige invoer uit.
OF
Houd de druk-ontgrendeling van de multifunctionele lade vast en
trek hem naar beneden om de lade te openen.
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series
Afdrukmateriaal en lade
36
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
2
Plaats het papier in de lade.
3
Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade (of
handmatige invoer) in en stel ze in op de breedte van het papier.
Oefen niet te veel druk uit. Het papier kan gaan plooien waardoor
een papierstoring ontstaat of het papier scheeftrekt.
•Volg bij het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal de richtlijnen voor
het plaatsen van afdrukmateriaal (zie "Afdrukken op speciale
afdrukmedia" op pagina 37).
•Als vellen overlappen bij het afdrukken via de multifunctionele lade,
opent u lade 1, verwijdert u de overlappende vellen en probeert u
opnieuw af te drukken.
4
Stel het papiertype en -formaat voor de multifunctionele lade (of
handmatige invoer) in als u een document wilt afdrukken (zie
"Papierformaat en -type instellen" op pagina 41).
De in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen krijgen
voorrang op de instellingen op het bedieningspaneel.
a Om vanuit een toepassing af te drukken, opent u de toepassing en
start u het afdrukmenu.
b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 44).
c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken en selecteer het juiste papiertype.
Als u bijvoorbeeld op een etiket wilt afdrukken, stelt u het papiertype
in op Etiketten.
d Selecteer Handmatige invoer (of Multifunctionele lade) bij
papierbron en druk vervolgens op OK.
e Start het afdrukken vanuit de toepassing.
Als uw apparaat een multifunctionele lade heeft, drukt u op OK op
het bedieningspaneel telkens wanneer u een vel papier laadt.
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series
2
1
Afdrukmateriaal en lade
37
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
4
Afdrukken op speciale afdrukmedia
De onderstaande tabel toont de te gebruiken speciale afdrukmedia voor
elke lade.
De media wordt ook weergegeven in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken. Voor de beste afdrukkwaliteit selecteert u het juiste mediatype
in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken > tabblad Papier >
Type papier (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 44).
Als u bijvoorbeeld op etiketten wilt afdrukken, selecteert u Etiketten als
Type papier.
•Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om
telkens een vel per keer in te voeren (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 103).
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van
de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op
pagina 18).
Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 103 voor papiergewicht
per vel.
(●: Ondersteund, leeg: niet ondersteund)
TypesLade 1
Optionele lade
a
a.Alleen CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series.
Handmatige invoer/
multifunctionele lade
Normaal papier●●●
Dik papier ●●●
Dikker●●
Dun papier●●●
Katoen ●●
Kleur●●
Voorbedrukt●●
Kringlooppapier●●●
Envelop●●
Transparanten●●
Etiketten●●
Kartonpapier●●●
Bankpost●●●
Archiefpapier●●●
Birefhoofd●●●
Geperforeerd●●●
Glossy foto●●●
Afdrukmateriaal en lade
38
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Enveloppen
Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit.
Plaats een envelop op de volgende manier om deze te bedrukken.
•Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
-Gewicht: niet zwaarder dan 90 g/m
2
, anders kunnen de
enveloppen vastlopen.
-Samenstelling: plat liggend met minder dan 6 mm opkrullende
rand, zonder lucht.
-Toestand: geen gekrulde, verkreukelde of beschadigde
enveloppen.
-Temperatuur: dienen tegen de warmte en druk van het apparaat in
werking te kunnen.
•Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
•Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
•Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters,
gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere
synthetische materialen.
•Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte
kwaliteit.
•Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal
doorloopt tot in de hoek.
1Aanvaardbaar
2Onaanvaardbaar
•Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien
dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van
het apparaat, ongeveer 170 °C. De extra kleppen en strips kunnen
kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
•Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan
15 mm van de rand van de envelop.
•Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series
Afdrukmateriaal en lade
39
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Transparanten
Bij afdrukken in kleur op transparanten zal de afbeeldingskwaliteit lager
zijn dan bij monochrome afdrukken wanneer de afdrukken op een
overheadprojector worden gebruikt.
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen mag u uitsluitend
transparanten gebruiken die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
•Bestand tegen de fixeertemperatuur in het apparaat.
•Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het apparaat
hebt gehaald.
•Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan zich dan
stof en vuil op afzetten, wat leidt tot vlekken bij het afdrukken.
•Let op dat u geen vingerafdrukken op de transparanten maakt. Dit
veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken.
•Bescherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige
blootstelling aan zonlicht om te voorkomen dat ze gaan vervagen.
•Zorg dat de transparanten niet kreukelen, krullen of gescheurde hoeken
hebben.
•Gebruik geen transparanten die loskomen van de achterzijde.
•Om te vermijden dat afgedrukte transparanten aan elkaar gaan kleven,
mag u ze tijdens het afdrukken niet laten opstapelen in de uitvoerlade.
•Aanbevolen afdrukmedia: transparanten voor een kleurenlaserprinter
van Xerox, zoals 3R 91331 (A4) en 3R 2780 (Letter).
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series
Afdrukmateriaal en lade
40
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Etiketten
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u uitsluitend
etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
•Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de volgende
factoren:
-Kleefstoffen: Bestand tegen de fixeertemperatuur van het
apparaat (circa 170°C).
-Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel
tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen
de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan
ernstige papierstoringen tot gevolg hebben.
-Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer dan 13
mm omkrullen.
-Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes
vertonen of loskomen van het rugvel.
•Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt.
Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het
afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook kunnen
hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken.
•Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende
achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd.
•Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen,
gekreukt of anderszins beschadigd zijn.
Kartonpapier/papier van een aangepast formaat
•Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van
de zijkanten van de afdrukmedia.
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series
Afdrukmateriaal en lade
41
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Voorbedrukt papier
Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde bovenaan
liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u
het papier om. Er zijn geen garanties wat de afdrukkwaliteit betreft.
•Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige inkt die niet
smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als ze gedurende 0,1
seconde worden blootgesteld aan de fixeertemperatuur (ongeveer 170
°C) van het apparaat.
•De inkt op het voorbedrukt papier mag niet ontvlambaar zijn en mag de
printerrollen niet beschadigen.
•Voor u voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op
het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van
het voorbedrukt papier, waardoor de afdrukkwaliteit afneemt.
Glanzende foto
•Aanbevolen afdrukmedia: glanzend papier (Letter) voor dit apparaat:
HP Brochure Paper (product: uitsluitend Q6611A).
•Aanbevolen afdrukmedia: glanzend papier (A4) voor dit apparaat HP
Superior Paper 160 glossy (product: Q6616A).
5
Papierformaat en -type instellen
Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst moet u het papierformaat en -
type instellen met behulp van de knoppen op het bedieningspaneel.
•U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen via
Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer
Manager.
-Als u Windows of Mac gebruikt, kunt u uw instellingen wijzigen via
Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus
mediatype, mediaformaat, complexiteit van de afdruktaak, enz.
12
Beveiligd afdrukken
Alleen CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series.
Als u een printer op kantoor, op school of in een andere openbare ruimte
gebruikt, kunt u uw persoonlijke documenten of vertrouwelijke informatie
beschermen met de beveiligde afdrukfuncties.
Beveiligd afdrukken op het stuurprogramma
Open het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 44), en kies vervolgens het
tabblad Geavanceerd > Afdrukmodus > Vertrouwelijk. Voer de
afdruktaak, gebruikers-id en het wachtwoord in. Ook al hebt u de beveiligde
afdruktaak gestart, het apparaat zal het document niet afdrukken totdat u
uw wachtwoord op de printer invoert.
U kunt van deze functie gebruik maken nadat u het optionele geheugen
heeft geïnstalleerd. Controleer het massaopslagapparaat of de
ramschijfoptie in Apparaatopties. Vervolgens kunt u verschillende
functies in Afdrukmodus selecteren (zie "Apparaatopties instellen" op
pagina 70).
Eenvoudige afdruktaken
49
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Beveiligde documenten afdrukken vanaf het
bedieningspaneel
1
Selecteer (Menu) > Taakbeheer > Opgeslagen taak op het
bedieningspaneel van de printer.
2
Selecteer het document dat u wilt afdrukken.
3
Voer het wachtwoord in dat u in het printerstuurprogramma heeft
ingesteld.
4
Druk het document af of wis het.
50
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
Alleen CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series.
13
Informatie over USB-geheugenapparaat
Er bestaan USB-geheugenapparaten met verschillende
geheugencapaciteiten die meer ruimte bieden voor de opslag van
documenten, presentaties, muziek en video’s, hogeresolutieafbeeldingen
en alle andere bestanden die u wilt opslaan of verplaatsen.
Uw apparaat ondersteunt USB-geheugenapparaten met FAT16/FAT32 en
sectoren van 512 bytes.
Controleer het bestandssysteem van het USB-geheugenapparaat van uw
leverancier.
Gebruik alleen USB-geheugenapparaten met een USB-connector van het
type A.
Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat met een afgeschermde
metalen aansluiting.
Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat dat compatibel is, anders
wordt het mogelijk niet herkend.
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw
apparaat.
•Verwijder het USB-geheugenapparaat niet als het in gebruik is.
Schade veroorzaakt door onjuist gebruik valt niet onder de garantie.
•Als uw USB-geheugenapparaat bepaalde functies heeft, zoals
beveiligings- en wachtwoordinstellingen, kan uw apparaat het
mogelijk niet automatisch detecteren. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van het USB-geheugenapparaat voor meer
informatie over deze functies.
AB
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
51
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
14
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-geheugenapparaat
rechtstreeks afdrukken.
Bestandstypen die worden ondersteund door de optie Direct afdrukken:
•PRN: Alleen bestanden die zijn gemaakt met het bijgeleverde
stuurprogramma zijn compatibel.
Als u PRN-bestanden afdrukt die op een ander apparaat zijn gemaakt,
zal de afdruk verschillen.
•TIFF: TIFF 6.0 Baseline
•JPEG: JPEG Baseline
•PDF: PDF 1.4 en lager
•XPS
Om een document af te drukken vanaf een USB-geheugenapparaat:
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
3
Druk op Direct USB > USB-afdruk.
4
Ga met de pijl naar de gewenste map of het gewenste bestand en
druk op OK.
Als [+] of [D] voor de naam van een map staat, staat er een of meer
bestanden of mappen in de geselecteerde map.
5
Selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken of geef een
getal op.
6
Druk op OK.
15
USB-geheugen beheren
U kunt afbeeldingsbestanden op een USB-geheugenapparaat een voor
een of allemaal tegelijk verwijderen door het apparaat opnieuw te
formatteren.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
3
Druk op Direct USB > Bestandsbeheer.
4
Ga met de pijl naar Verwijderen of het gewenste Indeling en druk
op OK.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
52
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
5
Selecteer de gewenste map of het gewenste bestand en druk op
OK.
Als [+] of [D] voor de naam van een map staat, staat er een of meer
bestanden of mappen in de geselecteerde map.
6
Om te wissen of het formaat te wijzigen, selecteert u Ja > OK.
Bestanden kunnen niet meer worden teruggezet nadat u ze hebt
verwijderd of nadat u het USB-geheugenapparaat opnieuw hebt
geformatteerd. Voordat u ze verwijdert, moet u dan ook nagaan of u ze
niet meer nodig hebt.
16
De USB-geheugenstatus weergeven
U kunt controleren hoeveel geheugenruimte er nog beschikbaar is voor het
opslaan van documenten.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
3
Druk op Direct USB > Contr. ruimte.
Op het display wordt de beschikbare geheugenruimte weergegeven.
17
Back-up van gegevens maken
Gegevens in het geheugen van het apparaat kunnen per ongeluk gewist
worden als gevolg van een stroomonderbreking of een fout tijdens het
opslaan. Met een back-up beveiligt u de systeeminstellingen door ze als
back-upbestanden op een USB-geheugenapparaat op te slaan.
Back-up van gegevens maken
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
3
Druk op Systeeminst..
4
Ga met de pijl naar de gewenste Inst. export. en druk op OK.
5
Druk op Geg. instellen > OK.
De back-up van de gegevens wordt opgeslagen in uw USB-
geheugen.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
53
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Gegevens terugzetten
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
3
Druk op Systeeminst..
4
Ga met de pijl naar de gewenste Inst. import. en druk op OK.
5
Druk op Geg. instellen > OK.
6
Om het backupbestand weer op het apparaat op te slaan, selecteert
u Ja > OK.
3.Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van
uw apparaat kunt aankopen.
•Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen55
•Beschikbare verbruiksartikelen56
•Beschikbare accessoires58
•Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud59
•De tonercassette bewaren60
•Toner herverdelen62
•De tonercassette vervangen64
•De cassette voor gebruikte toner vervangen68
•Accessoires installeren70
•De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren74
•Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"75
•Het apparaat reinigen76
•Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat80
55
3. Onderhoud
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en
onderdelen.
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer
of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de
klantenservice.
56
3. Onderhoud
Beschikbare verbruiksartikelen
Als benodigdheden aan het einde van hun levensduur zijn, kunt u de volgende verbruiksartikelen bestellen voor uw apparaat:
TypeModel
Gemiddeld aantal afdrukken
a
a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19798. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de gebruiksomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en
het type en formaat van het afdrukmateriaal.
Benaming van
onderdeel
Tonercassette •CLP-41xN Series
•CLP-41xNW Series
•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een zwarte tonercassette:
Ong. 2.500 standaardpagina’s (zwart)
•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een kleurentonercassette:
Ong. 1.800 standaardpagina’s (geel/magenta/cyaan)
•CLT-K504S: Zwart
•CLT-Y504S: Geel
•CLT-M504S: Magenta
•CLT-C504S: Cyaan
•CLP-68xND Series
•CLP-68xDW Series
•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een zwarte tonercassette:
Ong. 2.000 standaardpagina’s (zwart)
•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een kleurentonercassette:
Ong. 1.500 standaardpagina’s (geel/magenta/cyaan)
•CLT-K506S: Zwart
•CLT-Y506S: Geel
•CLT-M506S: Magenta
•CLT-C506S: Cyaan
•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een zwarte tonercassette:
Ong. 6.000 standaardpagina’s (zwart)
•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een kleurentonercassette:
Ong. 3.500 standaardpagina’s (geel/magenta/cyaan)
•CLT-K506L: Zwart
•CLT-Y506L: Geel
•CLT-M506L: Magenta
•CLT-C506L: Cyaan
Opvangbak voor
gebruikte toner
•CLP-41xN Series
•CLP-41xNW Series
•Ong. 14.000 pagina’s (zwart)
•Ong. 3.500 pagina’s (geel/magenta/cyaan)
CLT-W504
•CLP-68xND Series
•CLP-68xDW Series
CLT-W506
Beschikbare verbruiksartikelen
57
3. Onderhoud
De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de
opties, het percentage afbeeldingen en de taakmodus.
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, kunt u dit
het beste doen in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe
tonercassettes of andere verbruiksartikelen zijn mogelijk niet
compatibel met het apparaat omdat de configuratie van tonercassettes
en andere verbruiksartikelen per land kunnen verschillen.
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes
(bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de
kwaliteit van niet-originele Samsung-tonercassettes niet garanderen.
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik
van andere tonercassettes dan die van Samsung vallen niet onder de
garantie van het apparaat.
58
3. Onderhoud
Beschikbare accessoires
U kunt accessoires aanschaffen en installeren om de prestaties en capaciteit van uw apparaat te verbeteren.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7).
OptieFunctieBenaming van onderdeel
GeheugenmoduleHiermee breidt u de geheugencapaciteit van uw apparaat uit.ML-MEM370 : 512 MB
IEEE 1284B
parallelstekker
a
a.Alleen CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series.
Maakt het gebruik van verschillende interfaces mogelijk.
•Als het printerstuurprogramma met een IEEE1284B-parallelstekker geïnstalleerd wordt,
kan het apparaat mogelijk niet gevonden worden en zijn na installatie van het
stuurprogramma alleen de basisfuncties voor het afdrukken beschikbaar.
•Als u de status van het apparaat wilt controleren of de instellingen wijzigen, moet u de
machine met een USB-kabel of een netwerk op een computer aansluiten.
•Als u de IEEE1284B-parallelstekker gebruikt, kunt u niet tegelijkertijd een USB-kabel
aansluiten.
ML-PAR100
Optionele lade
a
Als u regelmatig papiertoevoerproblemen ondervindt, kunt u een extra 520
b
.
b. voor normaal papier van 80 g/m
2
(bankpostpapier)
CLP-S680A
59
3. Onderhoud
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om reserveonderdelen te bestellen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door
een erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de
gemiddelde levensduur is verstreken, valt niet onder de garantie.
Onderhoudsonderdelen worden op gezette tijdstippen vervangen om te verhinderen dat de afdrukkwaliteit verslechtert en er papierinvoerstoringen
optreden als gevolg van versleten onderdelen (zie onderstaande tabel). Uw apparaat moet op elk moment perfect functioneren. De te vervangen
onderdelen moeten worden vervangen wanneer de levensduur van het desbetreffende onderdeel is verstreken.
Onderdelen
Gemiddeld aantal afdrukken
a
a. De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem, de snelheid van de computer, de gebruikte toepassing, de verbindingsmethode, de media, het formaat van de
Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht,
temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te
volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de
langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette.
Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt. Idealiter
in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid. Haal de
tonercassette pas uit haar originele, ongeopende verpakking op het
moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking
ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met
papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren.
Door de verpakking van de cassette te openen voor u de cassette in gebruik
neemt, zal de levensduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk
verkorten. Bewaar tonercassetten niet op de grond. Volg de onderstaande
procedures om een tonercassette die u uit de printer hebt verwijderd, te
bewaren.
•Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele verpakking.
•Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde kant boven
als bij de installatie.
•Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende omstandigheden:
-Temperaturen boven 40°C (104°F).
-In een omgeving met een luchtvochtigheid van minder dan 20% of
van meer dan 80%.
-In een omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen.
-In direct zon- of kunstlicht.
-Op stoffige plaatsen.
-In een auto gedurende een lange periode.
-In een omgeving met corrosieve dampen.
-In een omgeving met zilte lucht.
1
Behandelingsinstructies
•Raak het oppervlak van de fotogeleidende drum in de cassette niet aan.
•Stel de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken.
•Roteer de drum niet handmatig, vooral in de tegengestelde richting. Dit
kan interne schade en een tonerlek veroorzaken.
2
Gebruik tonercassette
Samsung Electronics raadt het gebruik van andere tonercassettes dan van
Samsung af, met inbegrip van generische, hervulde of gerecycleerde
tonercassettes of tonercassettes van witte producten.
De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat
die ontstaan is door het gebruik van een bijgevulde cassette,
gerecyclede cassette of een tonercassette van een ander merk dan
Samsung.
De tonercassette bewaren
61
3. Onderhoud
3
Geschatte levensduur van tonercassette
De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de
hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. De eigenlijke capaciteit kan
variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de pagina’s waarop u
afdrukt, de omgeving, percentage afbeeldingen, de tijd tussen de
afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u bijvoorbeeld veel
afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner verbruikt en moet de cassette
waarschijnlijk vaker worden vervangen.
62
3. Onderhoud
Toner herverdelen
Als de tonercassette bijna leeg is:
•Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten.
•De Status-LED knippert rood. Er verschijnt mogelijk een bericht op het display dat aangeeft dat de toner bijna op is.
•Het Samsung-printerstatus-programmavenster verschijnt op het computerscherm om aan te geven welke kleurentonercassette bijna leeg is (zie
"Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 234).
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven die witte strepen
of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner opnieuw is verdeeld. Controleer het type tonercassette van uw apparaat (zie "Beschikbare
verbruiksartikelen" op pagina 56).
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
•Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
•Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Pak de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
•Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals een mes of een schaar om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
•Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
Toner herverdelen
63
3. Onderhoud
64
3. Onderhoud
De tonercassette vervangen
Het apparaat gebruikt vier kleuren en heeft voor elke kleur een andere tonercassette: geel (G), magenta (M), cyaan (C) en zwart (Z).
•Het status-LED en het bericht over de toner op het display geeft voor elke tonercassette aan wanneer ze moet worden vervangen.
•Het Samsung-printerstatus-programmavenster verschijnt op het computerscherm om aan te geven welke kleurentonercassette leeg is (zie "Samsung-
printerstatus gebruiken" op pagina 234).
Controleer het type tonercassette van uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 56).
•Schud de tonercassette grondig. Dit verhoogt de afdrukkwaliteit in het begin.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
•Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
•Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
•Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals een mes of een schaar om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
•Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
De tonercassette vervangen
65
3. Onderhoud
De tonercassette vervangen
66
3. Onderhoud
5~6
De tonercassette vervangen
67
3. Onderhoud
68
3. Onderhoud
De cassette voor gebruikte toner vervangen
Als de cassette voor gebruikte toner versleten is, verschijnt er een bericht op het display van het bedieningspaneel om aan te geven dat de cassette voor
gebruikte toner vervangen moet worden. Controleer de cassette voor gebruikte toner van uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 56).
•Er kunnen tonerdeeltjes loskomen in het apparaat maar dit betekent niet dat het apparaat beschadigd is. Neem contact op met de klantenservice als
er zich problemen met de afdrukkwaliteit voordoen.
•Als u de cassette voor gebruikte toner uit het apparaat haalt, beweegt u deze voorzichtig en laat u deze niet vallen.
•Plaats de cassette voor gebruikte toner op een horizontaal oppervlak, zodat de toner niet uit de cassette kan lekken.
Draai de cassette voor gebruikte toner niet om en houd deze niet schuin.
De cassette voor gebruikte toner vervangen
69
3. Onderhoud
1
2
1
2
1
2
70
3. Onderhoud
Accessoires installeren
4
Voorzorgsmaatregelen
•Koppel het netsnoer los.
Verwijder nooit het toegangspaneel tot het moederbord als de stroom is
ingeschakeld.
Koppel steeds het netsnoer los als u interne of externe accessoires
installeert of verwijdert om het risico op een elektrische schok te
voorkomen.
•Ontlaad statische elektriciteit.
Het moederbord en de interne accessoires (netwerkinterfacekaart of
geheugenmodule) zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Voordat u
interne accessoires installeert of verwijdert, moet u de statische
elektriciteit van uw lichaam ontladen door een metalen voorwerp aan te
raken, zoals de metalen achterplaat van een willekeurig apparaat dat
op een geaarde stroombron is aangesloten. Als u voor het beëindigen
van de installatie rondwandelt, herhaalt u deze procedure om nogmaals
eventuele statische elektriciteit te ontladen.
Let op bij de installatie van accessoires: het vervangen van de batterij
in het apparaat valt onder de service. Vervang ze niet zelf. Er bestaat
een explosierisico als de batterij wordt vervangen door een verkeerd
type. Verwijder gebruikte batterijen conform de aanwijzingen.
5
Apparaatopties instellen
Dit apparaat detecteert en stelt automatisch de optionele apparaten in die
u installeert, zoals een optionele lade, geheugen, enz. Als u de optionele
apparaten die u in dit stuurprogramma hebt geïnstalleerd niet kunt
gebruiken, dient u de optionele apparaten in te stellen in Apparaatopties.
1
Klik op het menu Start van Windows.
2
In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
•In Windows 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
•In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en
geluiden > Apparaten en printers.
•In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
3
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
4
In Windows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Eigenschappen van printer in het snelmenu.
Accessoires installeren
71
3. Onderhoud
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ► staat, kunt u
andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer
selecteren.
5
Apparaatopties selecteren.
Het venster Eigenschappen kan variëren afhankelijk van het
stuurprogramma of besturingssysteem dat u gebruikt.
6
Selecteer de juiste optie.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•Ladeopties: Selecteer de optionele lade die u heeft
geïnstalleerd. U kunt de lade selecteren.
•Opslagopties: Selecteer het optionele geheugen dat u heeft
geïnstalleerd. Als deze functies is aangevinkt, kunt in het
•Printerconfiguratie: Selecteer de printertaal (SPL/PCL 6) voor
de afdruktaak.
•Administratorinstellingen: U kunt de Printerstatus en EMF-
spooling selecteren.
•Taakaccountbeheer: Hiermee kunt u de gebruiker koppelen
aan de accountidentificatie-informatie bij elk document dat u
afdrukt.
-Gebruikersmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen
alleen gebruikers met gebruikermachtiging een afdruktaak
starten.
-Groepsmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen
alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak
starten.
•Als u het wachtwoord voor taakaccountbeheer wilt coderen, vinkt u
Wachtwoordcodering taakaccountbeheer aan.
•Administrators kunnen taakaccountbeheer inschakelen en
toestemmingen configureren op het bedieningspaneel of in
SyncThru™ Web Service.
•Instellingen aangepast papierformaat: U kunt een aangepast
papierformaat opgeven.
7
Klik op OK totdat u het venster Eigenschappen of Eigenschappen
van printer verlaat.
Accessoires installeren
72
3. Onderhoud
6
Een geheugenmodule upgraden
Uw apparaat beschikt over een "dual in-line"-geheugenmodule (DIMM). Gebruik deze geheugenmodule om extra geheugen te installeren. We raden u aan
om alleen DIMM's van Samsung te gebruiken. Uw garantie is niet geldig als blijkt dat het probleem met uw apparaat wordt veroorzaakt door DIMM's van
derden.
Voor het bestellen van optionele accessoires zijn bestelgegevens beschikbaar (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 58).
Als het optionele geheugen is geïnstalleerd, kunt u gebruikmaken van geavanceerde afdrukfuncties, zoals een afdruktaak opslaan of in de wachtrij op de
harde schijf plaatsen, een afdruktaak controleren en een persoonlijke afdruktaak specificeren in het venster Eigenschappen van printer. U kunt de actieve
wachtrij en het bestandsbeleid beheren in het menu Taakbeheer (zie "Optionele apparaatfuncties gebruiken" op pagina 220).
1
2
1
2
Accessoires installeren
73
3. Onderhoud
1
2
1
2
74
3. Onderhoud
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren
Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleert u het aantal pagina’s dat het apparaat heeft afgedrukt of
gescand. Vervang indien nodig de betrokken onderdelen.
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
1
Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Onderhoud > Gebruiksduur op het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
3
Druk op (Annuleren) om terug te keren naar stand-bymodus.
75
3. Onderhoud
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"
Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen
of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet.
U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen via Apparaatinstellingen in het programma Samsung Easy Printer Manager.
•Als u Windows of Mac gebruikt, kunt u uw instellingen wijzigen via Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus activeren) >
Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op pagina 233).
1
Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Onderhoud > Ws tr bijna op op het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie.
3
Druk op OK om de selectie op te slaan.
76
3. Onderhoud
Het apparaat reinigen
Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig
schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen.
•Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de
behuizing verkleuren of vervormen.
•Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner te verwijderen met een zachte, met water
bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn.
7
De buitenkant reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar let erop dat er geen
water op of in het apparaat terechtkomt.
Het apparaat reinigen
77
3. Onderhoud
8
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat
te reinigen.
•Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
•Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Pak de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
•Gebruik een droge pluisvrije doek voor het reinigen van de binnenkant van het apparaat. Let op dat u de transportrol of andere onderdelen niet
beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat beschadigen.
•Gebruik een niet-pluizende doek om het apparaat te reinigen.
•Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft,
zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
Het apparaat reinigen
78
3. Onderhoud
Het apparaat reinigen
79
3. Onderhoud
9
Reinigen van de opneemrol
•Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft,
zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
80
3. Onderhoud
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
•U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er
schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
•Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden.
4.Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
•Tips om papierstoringen te voorkomen82
•Papierstoringen verhelpen83
•Informatie over de status-LED92
•Informatie over displaymeldingen94
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem
optreedt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, moet u eerst hierop kijken om
de fout op te lossen. Als u in dit hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem kunt vinden,
kijkt u in het hoofdstuk Problemen oplossen in de handleiding Handleiding Geavanceerd
(zie "Problemen oplossen" op pagina 239). Als u geen oplossing kunt vinden in de
Gebruikershandleiding of als het probleem blijft optreden, kunt u met de klantenservice
bellen.
82
4. Problemen oplossen
Tips om papierstoringen te voorkomen
U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te
voorkomen:
•Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 31).
•Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
•Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
•Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
•Plaats geen verschillende soorten papier in een lade.
•Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 103).
83
4. Problemen oplossen
Papierstoringen verhelpen
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
1
In lade 1
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
Papierstoringen verhelpen
84
4. Problemen oplossen
2
In optionele lade (alleen CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series )
Papierstoringen verhelpen
85
4. Problemen oplossen
3
In de handmatige invoer/multifunctionele lade
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series
Papierstoringen verhelpen
86
4. Problemen oplossen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
1
2
3
Papierstoringen verhelpen
87
4. Problemen oplossen
4
Binnenin het apparaat
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
Papierstoringen verhelpen
88
4. Problemen oplossen
5
In het uitvoergebied
CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
Papierstoringen verhelpen
89
4. Problemen oplossen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
Papierstoringen verhelpen
90
4. Problemen oplossen
CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
Papierstoringen verhelpen
91
4. Problemen oplossen
6
In het gebied van de dubbelzijdige eenheid (alleen CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series )
92
4. Problemen oplossen
Informatie over de status-LED
De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan.
•Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 20).
•Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen (zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 94).
•U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 234).
•Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
LEDStatusOmschrijving
()
Status
UitHet apparaat is offline.
Groen
KnippertAls het lampje knippert, is het apparaat bezig met het ontvangen of afdrukken van gegevens.
Aan•Het apparaat is online en klaar voor gebruik.
Rood
Knippert
•Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Bekijk het bericht op het
display. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken.
•De tonercassette is bijna leeg. Geschatte levensduur van een cassette
a
van de tonercassette is bijna bereikt. Bereid
een nieuwe cassette voor ter vervanging van de oude. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te
herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 62).
b
Aan
•De tonercassette heeft de geschatte levensduur
a
bijna bereikt. Het wordt aanbevolen de tonercassette te vervangen
(zie "De tonercassette vervangen" op pagina 64).
•De klep is geopend. Sluit de klep.
•De papierlade is leeg tijdens het ontvangen of afdrukken van gegevens. Plaats papier in de lade.
•Het apparaat is gestopt als gevolg van een ernstige fout. Bekijk de melding op het display (zie "Informatie over
displaymeldingen" op pagina 94).
•Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 83).
Informatie over de status-LED
93
4. Problemen oplossen
()
WPS
b
()
Draadloos
b
Blauw
KnippertHet apparaat maakt verbinding met een draadloos netwerk.
AanHet apparaat heeft verbinding met een draadloos netwerk (zie "Draadloos netwerk instellen" op pagina 152).
Uit
De verbinding tussen het apparaat en het draadloze netwerk is verbroken.
()aan/uit
Blauw
AanHet apparaat bevindt zich in energiebesparende modus.
UitHet apparaat staat in de gereedmodus of het apparaat is uitgeschakeld.
EcoGroen
AanEco-modus is ingeschakeld (zie "Eco-afdruk" op pagina 46).
UitEco-modus is uitgeschakeld.
a.De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Dit geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden
gemaakt met de cassette conform ISO/IEC 19798. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, het percentage van de afbeelding, de tijd tussen
afdruktaken, media en formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de cassette, ook als de rode LED brandt en de printer stopt met afdrukken.
b. Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 20).
LEDStatusOmschrijving
94
4. Problemen oplossen
Informatie over displaymeldingen
Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de
status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande
tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het
probleem.
•U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster
Printerstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina
234).
•Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het apparaat uit
en weer in en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren. Neem
contact op met een medewerker van de klantenservice als het
probleem zich blijft voordoen.
•Als u contact opneemt met de klantenservice, is het nuttig dat u het
bericht op het display doorgeeft aan een medewerker van de
klantenservice.
•Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige
meldingen mogelijk niet op het display.
•[foutnummer] geeft het foutnummer aan.
•[ladenummer] geeft het ladenummer aan.
•[type media] geeft het type media aan.
•[formaat media] geeft het formaat van de media aan.
•[kleur] geeft de kleur van de toner aan.
7
Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen papier
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Pap.st.
in uitv.gebied
Er is papier
vastgelopen bij de
uitgang.
Verwijder het vastgelopen papier
(zie "In het uitvoergebied" op
pagina 88).
Pap.st.
in app.
Er is papier
vastgelopen in het
apparaat.
Verwijder het vastgelopen papier
(zie "Binnenin het apparaat" op
pagina 87).
Pap.st.
in lade 1
Er is papier
vastgelopen in de
lade.
Verwijder het vastgelopen papier
(zie "In lade 1" op pagina 83).
Pap.st.
in lade 2
Er is papier
vastgelopen in de
optionele lade.
Verwijder het vastgelopen papier
(zie "In optionele lade (alleen
CLP-68xND Series/CLP-68xDW
Series )" op pagina 84).
Pap.st.
in MF-lade
Er is papier
vastgelopen in de
multifunctionele lade.
Verwijder het vastgelopen papier
(zie "CLP-68xND Series/CLP-
68xDW Series" op pagina 85).
Informatie over displaymeldingen
95
4. Problemen oplossen
8
Meldingen over de tonercassette
Papier
vastgelopen of
leeg
•Er is papier
vastgelopen bij de
lade voor
handmatige invoer.
•De lade is leeg.
•Verwijder het vastgelopen
papier (zie "CLP-41xN Series/
CLP-41xNW Series" op
pagina 85).
•Plaats papier in de lade (zie
"Handmatige invoer/
multifunctionele lade" op
pagina 35).
Pap.st.
in DE
Het papier is
vastgelopen bij het
dubbelzijdig
afdrukken. Dit geldt
alleen voor apparaten
die over deze functie
beschikken.
Verwijder het vastgelopen papier
(zie "In het gebied van de
dubbelzijdige eenheid (alleen
CLP-68xND Series/CLP-68xDW
Series )" op pagina 91).
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Installeren
[kleur]
tonercassette
Er is geen
tonercassette
geplaatst.
Installeer de tonercassette opnieuw.
Er is geen
tonercassette
geplaatst.
Installeer de tonercassette twee of
drie keer om er zeker van te zijn dat
deze juist is geplaatst. Neem contact
op met de klantenservice als het
probleem zich blijft voordoen.
Beschermende
laag van de toner
niet verwijderen.
Verwijder de beschermende laag van
de tonercassette. Raadpleeg de
Beknopte installatiehandleiding die
met uw apparaat is meegeleverd.
TC niet
[kleur] toner
cart.
De aangegeven
tonercassette is
niet geschikt voor
uw apparaat.
Vervang de tonercassette door een
tonercassette van Samsung die
speciaal is ontworpen voor uw
apparaat (zie "De tonercassette
vervangen" op pagina 64).
Informatie over displaymeldingen
96
4. Problemen oplossen
Ber. toner voor
▼
De tonercassette
bevat nog een
kleine
hoeveelheid
toner. Geschatte
levensduur van
een cassette
a
van
de tonercassette
is bijna bereikt.
Houd een nieuwe cassette gereed
om de oude cassette te vervangen. U
kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk
verhogen door de toner te
herverdelen (zie "Toner herverdelen"
op pagina 62).
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Vervang toner
▼
De aangegeven
tonercassette is
bijna aan het
einde van de
geschatte
levensduur
a
.
•U kunt kiezen tussen Stop of
Doorgaan, zoals weergegeven op
het bedieningspaneel. Als u Stop
kiest, stopt de printer met
afdrukken. Als u Doorgaan kiest,
gaat de printer door met afdrukken
maar kan de afdrukkwaliteit niet
worden gegarandeerd.
•Als u van een optimale
afdrukkwaliteit wilt blijven
genieten, dient u de tonercassette
te vervangen wanneer dit bericht
verschijnt. Als u de cassette verder
blijft gebruiken kunnen er
problemen optreden met de
afdrukkwaliteit (zie "De
tonercassette vervangen" op
pagina 64).
De aangegeven
tonercassette is
aan het einde van
de geschatte
levensduur
a
.
Vervang de tonercassette (zie "De
tonercassette vervangen" op pagina
64).
a. De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte
gebruiksduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er met de
cassette gemiddeld kunnen worden gemaakt conform ISO/IEC 19798 (zie "Beschikbare
verbruiksartikelen" op pagina 56). Het aantal pagina’s kan afhankelijk zijn van de
omgevingsomstandigheden, het percentage afbeeldingen, de tijd tussen de
afdruktaken, media en het mediaformaat. Het is mogelijk dat de cassette nog wat toner
bevat wanneer de desbetreffende melding verschijnt en de printer stopt met afdrukken.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
97
4. Problemen oplossen
Samsung raadt het gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes
(bijv. hervulde of gerecyclede cassettes) af. Samsung kan de kwaliteit
van niet-originele Samsung-tonercassettes immers niet garanderen.
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik
van andere tonercassettes dan die van Samsung worden niet gedekt
door de garantie van het apparaat.
9
Meldingen over de papierlade
10
Meldingen over het netwerk
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
MF-lade
in [ladenummer]
De aangegeven
papierlade is leeg.
Plaats papier in de lade
(zie "Papier in de lade
plaatsen" op pagina 32).
Pap.st.
of leeg
•Er is papier
vastgelopen bij de
lade voor
handmatige
invoer.
•De lade is leeg.
•Verwijder het
vastgelopen papier (zie
"CLP-41xN Series/
CLP-41xNW Series" op
pagina 85).
•Plaats papier in de lade
(zie "Handmatige
invoer/multifunctionele
lade" op pagina 35).
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Netw.probl.:
IP-conflict
Het IP-adres wordt
elders gebruikt.
Controleer het IP-adres of
vraag een nieuw IP-adres
aan.
Draadloos
netwerk
Draadloze module is
niet geïnstalleerd.
Start het apparaat
opnieuw op en probeer
nogmaals af te drukken.
Als het probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
802.1x
netwerkfout
Verificatie mislukt.Controleer het
netwerkverificatieprotocol.
Neem contact op met uw
netwerkbeheerder als dit
probleem zich blijft
voordoen.
Informatie over displaymeldingen
98
4. Problemen oplossen
11
Div. meldingen
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Aanp.
kleurreg.
Het apparaat is de
kleurregistratie aan het
aanpassen.
Een ogenblik geduld.
Kalibreren
van BDH.
Het apparaat is de
afbeeldingsdichtheid aan
het kalibreren.
Een ogenblik geduld.
Klep open
Sluit klep.
De klep is niet goed
gesloten.
Sluit de klep goed. Deze
moet vastklikken.
Fout
[foutnummer]
Installeren [kleur]
toner
De aangegeven
tonercassette is niet juist
geplaatst of de
aansluiting is vies.
Installeer de tonercassette
van Samsung twee of drie
keer om er zeker van te zijn
dat deze juist is geplaatst.
Als het probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Fout
[foutnummer]
Zet uit en aan
Het apparaat kan niet
bestuurd worden.
Start het apparaat opnieuw
op en probeer nogmaals af
te drukken. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Fout
[foutnummer]
Cont. klantend.
Plts transport
riemeenheid.
De transportriem is niet
geïnstalleerd.
Installeer een originele
transportriem van
Samsung.
Niet compatibele
transportriem
De transportriem van het
apparaat is niet geschikt
voor uw apparaat.
Installeer een origineel
Samsung-onderdeel dat
voor uw apparaat werd
ontwikkeld.
Geen opvangbak
gepl.
De cassette voor
gebruikte toner is niet
geïnstalleerd.
Installeer een originele
Samsung-cassette voor
gebruikte toner.
Nt juiste k.tmp.
Verplaats
apparaat
Het apparaat staat
opgesteld in een vertrek
met een ongeschikte
kamertemperatuur.
Verplaats het apparaat naar
een vetrek met de geschikte
kamertemperatuur.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
99
4. Problemen oplossen
Uitvoervak vol
Verw. pap.
De uitvoerlade is vol.Zodra het papier uit de
uitvoerlade is verwijderd,
gaat de printer door met
afdrukken. Neem contact
op met de klantendienst als
het probleem zich blijft
voordoen.
Bereid nieuwe
transp.riem voor
De transportriem is bijna
versleten.
Vervang de transportriem
door een nieuwe. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Plaats nieuwe
transportriem
De transportriem is
versleten.
Vervangen
vervangen
De fixeereenheid is
versleten.
Vervang de fixeereenheid
door een nieuwe. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Plaats nieuwe
fixeereenheid
De fixeereenheid is
versleten.
•Plaats nieuwe
rol voor lade 1
•Plaats nieuwe
rol voor lade 2
De lade-opneemrol is
versleten.
Vervang de lade-opneemrol
door een nieuwe. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
De lade-opneemrol is
versleten.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Fout van
transp.riem
De transportriem kan niet
worden gecontroleerd.
Start het apparaat opnieuw
op en probeer nogmaals af
te drukken. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Opvangbak vol
Plaats nieuwe
De cassette voor
gebruikte toner is vol.
Vervang de cassette voor
gebruikte toner.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
5.Bijlage
In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving.
•Specificaties101
•Informatie over wettelijke voorschriften114
•Copyright125
101
5. Bijlage
Specificaties
1
Algemene specificaties
De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga naar www.samsung.com voor mogelijk gewijzigde
informatie.
ItemsOmschrijving
AfmetingenBreedte x Lengte x Hoogte•CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series: 420 x 426 x 264 mm
•CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series: 420 x 452,5 x 311,3 mm
GewichtApparaat inclusief verbruiksartikelen•CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series: 16,62 Kg
•CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series: 20,15 Kg
Geluidsniveau
a
Stand-bymodusMinder dan 32 dB(A)
Afdrukmodus•CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series: Minder dan 50 dB(A)
•CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series: Minder dan 52 dB(A)
TemperatuurGebruik15 tot 30 °C
Opslag (in verpakking)-20 tot 50 °C
Relatieve luchtvochtigheidGebruik20 tot 80% RV
Opslag (in verpakking)10 tot 90% RV
Nominaal vermogen
b
Modellen op 110 voltAC 110 – 127 V
Modellen op 220 voltAC 220 – 240 V
Specificaties
102
5. Bijlage
StroomverbruikGemiddeld vermogen•CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series: Minder dan 380 Watt
•CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series : Minder dan 450 Watt
Stand-bymodus•CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series: Minder dan 50 Watt
•CLP-68xND Series/CLP-68xDW Series : Minder dan 14 Watt
Energiebesparende modus•CLP-41xN Series/CLP-68xND Series: Minder dan 1,0 Watt
•CLP-41xNW Series: Minder dan 1,5 Watt
•CLP-68xDW Series: Minder dan 2,0 Watt
Uitgeschakelde toestandMinder dan 0,1 Watt
Draadloos
c
ModuleSPW-B4319U
a. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
b. Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage (V), de frequentie (hertz) en het type stroom (A) voor uw apparaat.
c.Alleen voor draadloze modellen (zie "Functies per model" op pagina 7).
a. De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden.
b. Postkaart 4 x 6 wordt ondersteund voor lade 1, handmatige invoer of multifunctionele lade.
c.Indexkaart (3 x 5) wordt ondersteund door handmatige toevoer en multifunctionele lade.
d. De zachtheid van de voor dit apparaat gebruikte etiketten moet tussen 100 tot 250 (sheffield) bedragen. Deze getallen verwijzen naar het gladheidsniveau.
TypeFormaatAfmetingen
Gewicht/Capaciteit
a
CLP-41xN Series
CLP-41xNW Series
CLP-68xND Series
CLP-68xDW Series
Papierlade 1Handmatige invoer
Lade 1/Optionele ladeMultifunctionele lade
Specificaties
110
5. Bijlage
3
Systeemvereisten
Microsoft
®
Windows
®
•Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen.
•Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
•Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat.
Besturingssysteem
Vereisten (aanbevolen)
ProcessorRAMVrije schijfruimte
Windows
®
XPIntel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (256 MB)1,5 GB
Windows Server
®
2003Intel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (512 MB)1,25 GB tot 2 GB
Windows Server
®
2008Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz)
512 MB (2 GB)10 GB
Windows Vista
®
Intel
®
Pentium
®
IV 3 GHz
512 MB (1 GB)15 GB
Windows
®
7Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
1 GB (2 GB)16 GB
•Ondersteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
•DVD-R/W-station
Windows Server
®
2008 R2Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller)
Marketplace) op uw mobiele apparaat, en zoekt u op 'Samsung
MobilePrint'. U kunt ook naar iTunes voor Apple-apparaten of Marketplace
voor Windows-apparaten op uw computer gaan.
24
Ondersteund mobiel besturingssysteem
•Android OS 2.1 of hoger
•iOS 4.0 of hoger
•Windows Phone 7 of hoger
25
Ondersteunde apparaten
•iOS 4.0 of hoger: iPod Touch, iPhone, iPad
•Android 2.1 of hoger: Galaxy S, Galaxy S2, Galaxy Tab en Android
Mobile Devices
•Windows Phone 7 of hoger: Samsung Focus, Omnia7 en OmniaW,
en mobiele Windows-apparaten
178
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
AirPrint
Alleen CLP-41xN Series/CLP-41xNW Series.
26
AirPrint instellen
Bonjour(mDNS)- enIPP-protocollen zijn vereist om de AirPrint-functie te
kunnen gebruiken op uw apparaat. U kunt de AirPrint-functie inschakelen
volgens een van de volgende methoden.
1
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden.
2
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
3
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die
hieronder worden weergegeven. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
•ID: admin
•Password: sec00000
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Settings > Network Settings.
6
Klik op Raw TCP/IP, LPR, IPP of mDNS .
U kunt het IPP- of mDNS-protocol inschakelen.
27
Afdrukken via AirPrint
De iPad-handleiding geeft bijvoorbeeld de volgende instructies:
1
Open de e-mail, foto, internetpagina of het document dat u wilt
afdrukken.
2
Raak het bewerkingpictogram aan ().
3
Selecteer de naam van uw printerstuurprogramma en het
optiemenu om de gegevens in te stellen.
4
Raak de knop Afdrukken aan. Druk het af.
Afdruktaak annuleren: Klik op pictogram van het afdrukcentrum ()
in het multi-taskinggebied om de afdruktaak te annuleren of het
overzicht van de afdruktaak te bekijken. U kunt in het afdrukcentrum op
annuleren klikken.
Met AirPrint kunt u rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf uw
iPhone, iPad en iPod touch met de nieuwste versie van iOS.
179
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Google Cloud Print™
Google Cloud Print™ is een service waarmee u met uw smartphone, tablet
en alle andere apparaten met webverbinding een document op een printer
kunt afdrukken. U hoeft alleen uw Google-account bij de printer te
registreren om de service Google Cloud Print™ te kunnen gebruiken. U
kunt uw document afdrukken of mailen vanuit Chrome OS, de Chrome-
browser of een Gmail™/ Google Docs™-toepassing op uw mobiele
apparaat. U hoeft het printerstuurprogramma dus niet op uw mobiele
apparaat te installeren. Raadpleeg de Google-website (http://
www.google.com/cloudprint/learn/ of http://support.google.com/cloudprint)
voor meer informatie over Google Cloud Print™.
28
Uw Google-account bij de printer registreren
•Zorg dat de printer is ingeschakeld en is verbonden met een
bekabeld of draadloos netwerk met toegang tot internet.
•Maak eerst uw Google-account.
1
Open de Chrome-browser.
2
Ga naar www.google.com.
3
Meld u aan bij de Google-website met uw Gmail™-adres.
4
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk op de Enter-
toets of klik op Ga naar.
5
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
6
Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web Service,
moet u zich als beheerder aanmelden. Typ het onderstaande
standaard-ID en het standaard-Password. We raden u om
veiligheidsredenen aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
•ID: admin
•Password: sec00000
Als uw netwerkomgeving met een proxyserver werkt, moet u het IP-
adres en het poortnummer van de proxyserver instellen in Settings >
Network Settings > Google Cloud Print > Proxy Setting. Neem
contact op met uw netwerkprovider of netwerkbeheerder voor meer
informatie.
7
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
klikt u op Settings > Network Settings > Google Cloud Print.
8
Voer de naam en een beschrijving van uw printer in.
9
Klik op Register.
Er wordt een bevestigingspop-up weergegeven.
Google Cloud Print™
180
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Als u de browser hebt ingesteld op het blokkeren van pop-upvensters,
wordt het bevestigingsvenster niet weergegeven. Sta toe dat er pop-
ups op de website worden weergegeven.
10
Klik op Finish printer registration.
11
Klik op Manage your printers.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™.
In de lijst worden apparaten weergegeven die gereed zijn voor
Google Cloud Print™.
29
Afdrukken met Google Cloud Print™
De afdrukprocedure verschilt per toepassing of apparaat. U kunt de lijst
bekijken met toepassingen die de service Google Cloud Print™
ondersteunen.
Zorg dat de printer is ingeschakeld en is verbonden met een bekabeld
of draadloos netwerk met toegang tot internet.
Afdrukken vanuit een toepassing op een mobiel
apparaat
De volgende stappen zijn een voorbeeld van het gebruik van Google
Docs™ op een mobiele telefoon met Android.
1
Installeer de toepassing Cloud Print op uw mobiele apparaat.
Als u de toepassing niet hebt, downloadt u deze van een appwinkel,
bijvoorbeeld Android Market of App Store.
2
Open de toepassing Google Docs™ vanaf uw mobiele apparaat.
3
Tik op de knop Opties van het document dat u wilt afdrukken.
4
Tik op de knop Verzenden .
5
Tik op de knop Cloud Print .
6
Stel de gewenste afdrukopties in.
7
Tik op Click here to Print.
Google Cloud Print™
181
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Afdrukken vanuit de Chrome-browser
De volgende stappen zijn een voorbeeld van het gebruik van de Chrome-
browser.
1
Voer Chrome uit.
2
Open het document of de e-mail die u wilt afdrukken.
3
Klik op het moersleutelpictogram in de rechterbovenhoek van
de browser.
4
Klik op Afdrukken. Er verschijnt een nieuw tabblad voor afdrukken.
5
Selecteer Print with Google Cloud Print.
6
Klik op de knop Afdrukken.
3.Menu´s met nuttige
instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde
apparaatinstellingen instelt.
•Voordat u een hoofdstuk gaat lezen183
•Informatie184
•Lay-out185
•Papier187
•Grafisch188
•Systeeminst.189
•Emulatie193
•Beeldmgr.194
•Netwerk195
•Direct USB197
•Taakbeheer198
183
3. Menu´s met nuttige instellingen
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U kunt controleren welke
functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding (zie "Menuoverzicht" op pagina 26). Hier volgen een aantal tips voor het gebruiken van
dit hoofdstuk
•Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s om het apparaat in te stellen en te gebruiken. Druk op (Menu) om toegang te krijgen
tot deze menu’s.
•Afhankelijk van de opties of het model verschijnen bepaalde menu’s mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing
op uw apparaat.
•Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder (Menu) op het configuratiescherm (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 20).
•Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
184
3. Menu´s met nuttige instellingen
Informatie
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Informatie op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Menuoverzicht
Drukt het menuoverzicht met de lay-out en de
huidige instellingen van dit apparaat af.
Configuratie
Drukt een overzicht van de globale instellingen van
het apparaat af.
Info verb.art.
Een pagina met gegevens over verbruiksartikelen
afdrukken.
Demopagina
Druk de demopagina af om te controleren of uw
apparaat goed werkt.
PCL-lettert.De lijst met PCL-lettertypen afdrukken.
Lijst met PS-lettert.De lijst met PS-lettertypen afdrukken.
Gebruiksteller
Drukt een gebruikspagina af. De pagina met
gebruiksinformatie bevat het totaal aantal
afgedrukte pagina’s.
Account
Deze functie is alleen beschikbaar als
Taakaccountbeheer is ingeschakeld in het
programma SyncThru™ Web Admin Service. Voor
elke gebruiker kunt u een rapport met aantal
afdrukken printen.
ItemOmschrijving
185
3. Menu´s met nuttige instellingen
Lay-out
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Lay-out op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Afdrukstand
Selecteert de richting waarin informatie wordt afgedrukt
op een pagina.
•Staand
•Liggend
Algemene marge
•Enkelzijdig: Stelt de marge voor enkelzijdig
afdrukken in.
•Dubbelzijdig: Stelt de marge voor dubbelzijdig
afdrukken in.
•Binding: Bij het afdrukken op beide zijden van het
papier is de marge op kant A het dichtst bij de
bindrand evengroot als de smalste marge op zijde B.
De marges aan de andere kant van de bindrind zijn in
beide gevallen ook hetzelfde.
MP-lade
Stelt de papiermarge in de multifunctionele lade in.
•Enkelzijdig: Stelt de marge voor enkelzijdig
afdrukken in.
•Dubbelzijdig: Stelt de marges voor dubbelzijdig
afdrukken in.
Handmatige
invoer
Stelt de papiermarge van de handmatige invoer in.
<Lade X>
Stelt de papiermarges in de laden in.
•Enkelzijdig: Stelt de marge voor enkelzijdig
afdrukken in.
•Dubbelzijdig: Stelt de marges voor dubbelzijdig
afdrukken in.
Emulatiemarge
Stelt de papiermarge voor de emulatie-afdrukpagina in.
•Bovenmarge: Stelt de bovenmarge in.
•Linkermarge: Stelt de linkermarge in.
ItemOmschrijving
Lay-out
186
3. Menu´s met nuttige instellingen
Dubbelzijdig
Als u op beide zijden van het papier wilt afdrukken kiest
u de bindrand.
•Uit: Hiermee schakelt u deze optie uit.
•Lange zijde
•Korte zijde
ItemOmschrijving
187
3. Menu´s met nuttige instellingen
Papier
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Papier op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Exempl.Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren.
MP-lade/ [Lade
<x>]
•Papierformaat: Selecteert het standaard
papierformaat.
•Papiertype: Selecteert het type papier dat zich
momenteel in de lade bevindt.
Papierinvoer
Bepaalt welke papierlade standaard wordt gebruikt.
Auto: U kunt instellen dat als de gebruikte lade
leeg is, automatisch een lade met hetzelfde
papierformaat wordt gebruikt.
188
3. Menu´s met nuttige instellingen
Grafisch
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Grafisch op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Resolutie
Specificeert het aantal afgedrukte punten per inch (dpi
- dots per inch). Hoe hoger de instelling, hoe scherper
de tekens en afbeeldingen worden afgedrukt.
Duid. Tekst
Drukt de tekst donkerder af dan op een normaal
document.
Randverbet.
Hiermee kunnen gebruikers de scherpte van tekst en
afbeeldingen aanpassen om de leesbaarheid te
verbeteren.
Invanging
Hiermee wordt de witte ruimte verminderd die wordt
veroorzaakt door het verkeerd uitlijnen van
kleurkanalen in de kleurenafdrukmodus. Zwarte tekst
wordt ook overschreven op andere kleuren.
Venster
Hiermee kunt u opties selecteren om een continuous
tone-afbeelding om te zetten in een afdrukbare binaire
afbeelding.
189
3. Menu´s met nuttige instellingen
Systeeminst.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Systeeminst. op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Datum en tijdHiermee stelt u de datum en tijd in.
Klokmodus
Stelt de indeling voor het weergeven van de tijd in,
12-uur of 24-uur.
Taal
Stelt de taal van de tekst op het bedieningspaneel
in.
Energ.spaarst.
Stel in na welke wachttijd de printer overschakelt
naar de energiebesparende modus.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd geen
gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik
automatisch verlaagd.
Ontw.gebeurt.
Als deze optie Aan is, voert u de volgende
handelingen uit om het apparaat uit de
energiespaarstand te laten ontwaken:
•Op een willekeurige knop op het
bedieningspaneel drukken.
•Papier in een lade plaatsen.
•De voorklep openen of sluiten.
•Een lade verwijderen of een lade in de printer
plaatsen.
Als het apparaat geen aanraakscherm heeft,
kunt u het apparaat uit de energiespaarstand
laten ontwaken door op een willekeurige
knop op het bedieningspaneel te drukken,
ongeacht de instelling van deze optie.
Time-out taak
Als er gedurende een bepaalde periode geen
gegevens worden ontvangen, wordt een taak
afgesloten. U kunt instellen hoe lang het apparaat
moet wachten voordat de taak wordt afgesloten.
Inst. import.
Importeert gegevens die op een USB-
geheugenstick zijn opgeslagen naar het apparaat
("Back-up van gegevens maken" op pagina 52).
ItemOmschrijving
Systeeminst.
190
3. Menu´s met nuttige instellingen
Inst. export.
Exporteert instellingen die op het apparaat zijn
opgeslagen naar een USB-geheugenstick
("Gegevens terugzetten" op pagina 53).
Luchtdrukcorr.
Afdrukkwaliteit optimaliseren naargelang de hoogte
boven zeeniveau ("Aanpassing aan luchtdruk of
hoogte" op pagina 200).
VochtigheidOptimaliseert de afdrukkwaliteit afhankelijk van de
luchtvochtigheid in de omgeving.
Aut. doorgaan
Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken
als waargenomen wordt dat het gebruikte papier
niet overeenkomt met de instellingen.
•Uit: Als het type of formaat papier niet
overeenkomt, wacht het apparaat tot u de juiste
papiersoort invoert.
•Aan: Als er een papierstoring optreedt, wordt er
een foutbericht getoond. De printer zal ongeveer
30 seconden wachten, het bericht automatisch
wissen en doorgaan met afdrukken.
Auto CR
Met deze optie kunt u een harde return plaatsen aan
het einde van een regel, zeer handig voor Unix- of
DOS-gebruikers.
ItemOmschrijving
Auto lade wis.
Hiermee bepaalt u of het apparaat moet doorgaan
met afdrukken als wordt vastgesteld dat het
gebruikte papier niet overeenkomt met de
instellingen. Als bijvoorbeeld lade 1 en lade 2 zijn
gevuld met hetzelfde papierformaat, drukt het
apparaat automatisch af vanuit lade 2 als het papier
op is in lade 1.
Deze optie wordt niet weergegeven als u
Automatisch hebt geselecteerd bij
Invoerlade in het printerstuurprogramma.
Verv. papier
Hiermee wordt het ingestelde papierformaat in het
printerstuurprogramma automatisch vervangen om
inconsistenties tussen A4- en Letter-papier te
voorkomen. Als u bijvoorbeeld A4-papier in de lade
hebt geplaatst, maar u het papierformaat in het
printerstuurprogramma op Letter hebt ingesteld, zal
het apparaat afdrukken op A4-papier en
omgekeerd.
Ladebeveilig.
Bepaalt of de functie Auto lade wis. wel of niet
wordt gebruikt. Als u deze functie bijvoorbeeld
inschakelt voor lade 1, wordt lade 1 bij de
ladewisseling uitgesloten.
ItemOmschrijving
Systeeminst.
191
3. Menu´s met nuttige instellingen
Lege pg. afdr.
De printer detecteert de afdrukgegevens van de
computer ongeacht of de pagina leeg is of gegevens
bevat. U kunt instellen dat de pagina moet worden
afgedrukt of overgeslagen.
Onderhoud
•Toner Op wis.: Deze optie verschijnt alleen als
de tonercassette leeg is.
•Gebruiksduur: Via dit menu-item kunt u zien
hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel
toner er nog in de cassette zit.
•Ws tr bijna op: Als er geen toner meer in de
tonercassette zit, verschijnt een bericht waarin de
gebruiker wordt gevraagd om de tonercassette te
vervangen. U kunt de weergave van dit bericht in-
en uitschakelen.
•Papier stapel.: Als u het apparaat in een
vochtige omgeving gebruikt of afdrukmaterialen
gebruikt die vochtig zijn als gevolg van een hoge
luchtvochtigheid, kunnen de afgedrukte vellen
krullen vertonen en worden ze mogelijk niet goed
gestapeld. In dit geval kunt u het apparaat
instellen om de functie te gebruiken waarmee de
afdrukken goed gestapeld worden. Deze functie
zal de afdruksnelheid echter verlagen.
•Ramschijf: Schakelt de ramschijf in of uit voor
het beheren van afdruktaken.
ItemOmschrijving
Eco-inst.
Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en
milieuvriendelijke afdrukken maken (zie "Eco-
afdruk" op pagina 46).
•Standaardmodus: Selecteer of de Eco-modus
in- of uitgeschakeld wordt.
Gedwongen: Schakelt de Eco-modus in. Als
een gebruiker de Eco-modus wil
uitschakelen, moet deze het wachtwoord
invoeren.
•Temp wijz: Kiest het ingestelde eco-sjabloon via
de SyncThru™ Web Service.
Vapor ModeU kunt de hoeveelheid waterdamp die tijdens het
afdrukken wordt geproduceerd, beperken.
•Aan: Schakelt de dampmodus in.
•Uit: Schakelt de dampmodus uit.
•Auto: Schakelt automatisch over op de
dampmodus na een bepaalde tijd in een zeer
vochtige omgeving.
Als u de Vapor Mode inschakelt, kan de
afdruksnelheid verminderen.
ItemOmschrijving
Systeeminst.
192
3. Menu´s met nuttige instellingen
Autom. uitsch.Schakelt het apparaat automatisch uit als het een
bepaalde tijd in de sluimerstand staat. Deze
tijdsduur is ingesteld in Autom. uitsch. > Aan >
Time-out.
•Druk op de knop (aan/uit) op het
bedieningspaneel (zorg dat de hoofd-aan/
uit-knop aan is).
•Als u het printerstuurprogramma of
Samsung Easy Printer Manager uitvoert,
wordt de tijdsduur automatisch verlengd.
•Als het apparaat aan het netwerk is
verbonden of een afdruktaak uitvoert,
werkt de functie Autom. uitsch. niet.
ItemOmschrijving
193
3. Menu´s met nuttige instellingen
Emulatie
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Emulatie op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Type emulatie
De apparaattaal definieert hoe de computer met het
apparaat communiceert.
Instellingen
Stelt de gedetailleerde instellingen voor het
geselecteerde emulatietype in.
194
3. Menu´s met nuttige instellingen
Beeldmgr.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Beeldmgr. op het bedieningspaneel.
OptieOmschrijving
Aangep. kleurIn dit menu kunt u het contrast kleur per kleur
aanpassen.
•Standaard: Hiermee worden de kleuren
automatisch geoptimaliseerd.
•Afdrukdichth.: Hiermee kunt u handmatig de
kleurdichtheid van de afdruk aanpassen. Wijzig de
afdrukdichtheid.
Er wordt aanbevolen om de instelling Standaard te
gebruiken voor de beste kleurkwaliteit.
Autom. kleurreg.Het apparaat drukt virtueel bepaalde afbeeldingen met
patronen af om de kleurafdrukpositie te calibreren.
Door deze functie worden gekleurde afbeeldingen
scherper en helderder, wat betekent dat het apparaat
de gekleurde afbeelding op het papier bijna afdrukt
zoals op het scherm.
Als u het apparaat hebt verplaatst, wordt ten
zeerste aangeraden om dit menu handmatig te
bedienen.
Geluidsaanp.•Standaard: Het apparaat calibreert automatisch de
tonerdichtheid van het apparaat om de beste
kleurafdrukkwaliteit te verkrijgen. Als u Uit selecteert
wordt het apparaat gekalibreerd volgens de in de
fabriek ingestelde tonerdichtheid.
•Aut. gel.aanp.: Hiermee kunt u de toon automatisch
aanpassen om de beste afdrukkwaliteit te
verkrijgen.
•Cal. ID Sensor: Hiermee wordt het verbruik en de
slijtage van verbruiksartikelen als toner of
apparaatonderdelen berekend. Deze informatie
wordt gebruikt om de kleurdichtheid aan te passen.
Als de gele toner bijvoorbeeld bijna op is, wordt
automatisch de hoeveelheid resterende gele toner
berekend en wordt de keurdichtheid aangepast om
goede afdrukken te krijgen.
OptieOmschrijving
195
3. Menu´s met nuttige instellingen
Netwerk
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Netwerk op het bedieningspaneel.
U kunt deze functie ook gebruiken via de SyncThru™ Web Service.
Open de webbrowser vanaf uw netwerkcomputer en typ het IP-adres
van uw apparaat. Als de SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt
u op Settings > Network Settings (zie "SyncThru™ Web Service
Hiermee zet u de standaard netwerkinstellingen terug.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Netwerkconf.
Deze lijst toont informatie over de netwerkverbinding
en -configuratie van uw apparaat (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina
136).
OptieOmschrijving
Netwerk
196
3. Menu´s met nuttige instellingen
Netwerk activeren
U kunt instellen of u Ethernet aan of uit wilt zetten.
Schakel het apparaat uit en weer in nadat u
deze optie hebt gewijzigd.
Http activeren
U kunt selecteren of u al dan niet gebruik wilt maken
van de functie SyncThru™ Web Service.
Schakel het apparaat uit en weer in nadat u
deze optie hebt gewijzigd.
WINS
Hiermee kunt u de WINS-server configureren. WINS
(Windows Internet Name Service) wordt gebruikt in
het Windows-besturingssysteem.
Schakel het apparaat uit en weer in nadat u
deze optie hebt gewijzigd.
SNMP V1/V2
Hiermee kunt u SNMP (Simple Network Management
Protocol) instellen. Beheerders kunnen SNMP
gebruiken om apparaten op het netwerk te
controleren en te beheren.
OptieOmschrijving
SNTP
Hiermee kunt u SNTP (Simple Network Time
Protocol) instellen. SNTP synchroniseert de klokken
van de computersystemen via internet (NTP), zodat er
geen tijdverschil ontstaat bij het uitwisselen van
gegevens.
UPnP(SSDP)
Hiermee kunt u het UPnP-protocol (SSDP)
inschakelen.
Schakel het apparaat uit en weer in nadat u
deze optie hebt gewijzigd.
MDNS
Hiermee kunt u mDNS (Multicast Domain Name
System) instellen.
SetIPHiermee kunt u SetIP instellen.
SLP
Hiermee kunt u SLP (Service Location Protocol)
instellen. Met dit protocol kunnen hosttoepassingen
services in een LAN-netwerk vinden zonder
instellingen vooraf.
Schakel het apparaat uit en weer in nadat u
deze optie hebt gewijzigd.
OptieOmschrijving
197
3. Menu´s met nuttige instellingen
Direct USB
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een USB-geheugenapparaat op
de USB-geheugenpoort van uw apparaat aansluiten.
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Direct USB op het bedieningspaneel (zie "Een
USB-geheugenapparaat gebruiken" op pagina 50).
ItemOmschrijving
USB-afdruk
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-
geheugenapparaat rechtstreeks afdrukken.
Bestandsbeheer
U kunt afbeeldingsbestanden op een USB-
geheugenapparaat een voor een of allemaal tegelijk
verwijderen door het apparaat opnieuw te formatteren.
Contr. ruimte
U kunt controleren hoeveel geheugenruimte er nog
beschikbaar is voor het opslaan van documenten.
198
3. Menu´s met nuttige instellingen
Taakbeheer
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 26).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Taakbeheer op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Actieve taak
Hiermee worden de afdruktaken weergegeven die nog
moeten worden afgedrukt.
Beveil. taak
Hiermee worden de beveiligde afdruktaken op de schijf
weergegeven.
Opgesl. taak
Hiermee worden de afdruktaken weergegeven die zijn
opgeslagen op de schijf.
Best.beleid
Als een bestandsnaam die u invoert al aanwezig is in
het geheugen, kunt u de naam wijzigen of het bestand
overschrijven.
4.Speciale functies
In dit hoofdstuk worden speciale afdrukfuncties verklaard.
•Aanpassing aan luchtdruk of hoogte200
•Verschillende tekens invoeren201
•Afdrukfuncties202
•Optionele apparaatfuncties gebruiken220
•De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7.
•Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere
niveaus te gaan.
200
4. Speciale functies
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt
bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De
volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de
beste afdrukkwaliteit.
Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in.
1Hoog 3
2Hoog 2
3Hoog 1
4Normaal
U kunt de hoogtewaarde instellen via Apparaatinstellingen in het
programma Samsung Easy Printer Manager.
•Gebruikers van Windows en Mac, u kunt de waarde instellen via
Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus
activeren) > Apparaatinstellingen (zie "Apparaatinstellingen" op
pagina 233).
•Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de hoogte
instellen via SyncThru™ Web Service (zie "SyncThru™ Web
Service gebruiken" op pagina 227).
•U kunt de hoogte ook instellen via de optie Systeeminst. op het
display van het apparaat (zie "De standaardinstellingen van het
apparaat" op pagina 29).
0
4,000 m
(13,123 ft)
3,000 m
(9,842 ft)
2,000 m
(6,561 ft)
1,000 m
(3,280 ft)
4
3
2
1
201
4. Speciale functies
Verschillende tekens invoeren
Alleen CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series.
U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren.
1
Alfanumerieke tekens invoeren
Druk een aantal keren op deze toets tot de gewenste letter op het display
verschijnt. Om de letter O in te voeren drukt u bijvoorbeeld op cijfertoets 6
met opschrift MNO. Telkens wanneer u op cijfertoets 6 drukt, verschijnt er
een andere letter op het display, M, N, O, m, n, o en ten slotte 6. Zie "Letters
en cijfers op het toetsenblok" op pagina 201 om de letter te vinden die u wilt
invoeren.
•U kunt een spatie invoeren door twee keer op 1 te drukken.
•U kunt het laatste cijfer of teken verwijderen door op de pijlknop te
drukken.
2
Letters en cijfers op het toetsenblok
•Afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties kan uw
apparaat andere speciale tekensets bevatten.
•Enkele van de volgende sleutelwaarden verschijnen mogelijk niet
afhankelijk van de taak die u uitvoert.
ToetsToegewezen cijfers, letters of tekens
1@ / . ’ 1
2A B C a b c 2
3D E F d e f 3
4G H I g h i 4
5J K L j k l 5
6M N O m n o 6
7P Q R S p q r s 7
8T U V t u v 8
9W X Y Z w x y z 9
0& + - , 0
** % _ ~ ! # $ ( ) [ ]
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
## = | ? " : { } < > ;
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
202
4. Speciale functies
Afdrukfuncties
•Voor basisfuncties voor het afdrukken, raadpleeg de
Basishandleiding (zie "Eenvoudige afdruktaken" op pagina 43).
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7).
3
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
1
Klik op het menu Start van Windows.
2
Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers.
3
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
4
Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken ►
staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
5
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
6
Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
4
Uw apparaat instellen als standaardprinter
1
Klik op het menu Start van Windows.
2
Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers.
3
Selecteer uw apparaat.
4
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaard instellen.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken ►
staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
Afdrukfuncties
203
4. Speciale functies
5
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
•zie "Functies per model" op pagina 7.
•XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in
een XPS-bestandsindeling
-Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden
op Windows Vista OS of een recentere versie.
-Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet wordt
afgedrukt omdat de printer onvoldoende geheugen heeft.
-U kunt het XPS-stuurprogramma installeren wanneer u de
software-cd in het cd-rom-station plaatst. Voor Windows
selecteert u het XPS-printerstuurprogramma in het venster
Selecteer de te installeren software en hulpprogramma's.
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een
bestand.
1
Kruis het selectievak Naar bestand in het venster Afdrukken aan.
2
Klik op Afdrukken.
3
Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch
opgeslagen in Mijn documenten, Documents and Settings of
Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw
besturingssysteem of het gebruikte programma.
Afdrukfuncties
204
4. Speciale functies
Speciale afdrukfuncties verklaard
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing
om de afdrukinstellingen te wijzigen. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte
apparaat.
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•Selecteer het menu Help, of klik op de knop uit het venster, of druk op F1 op uw toetsenbord, en klik op de optie waar u meer over wilt weten (zie
"Help gebruiken" op pagina 45).
ItemOmschrijving
Meerdere pagina's per zijdeU kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de
pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken.
Poster afdrukken
U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier
drukken om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken.
Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan
rechts op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
Afdrukfuncties
205
4. Speciale functies
Boekje afdrukken
a
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u
het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
•Als u een boekje wilt maken, moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of
Oficio.
•De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Kies de Formaat-optie onder het tabblad
Papier om te kijken welke papierformaten beschikbaar zijn.
•Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer
alleen beschikbaar papier (papier waarbij geen of staat).
•Dubbelzijdig afdrukken
•Dubbelzijdig afdrukken
(handmatig)
a
U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het
document opgeven.
•U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
•Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke
andere pagina van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw computer.
•De functie Blanco pagina's overslaan werkt niet als u de optie Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) hebt
ingeschakeld.
ItemOmschrijving
8
9
Afdrukfuncties
206
4. Speciale functies
•Dubbelzijdig afdrukken
•Dubbelzijdig afdrukken
(handmatig)
a
•Standaardinstelling printer: Als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u hebt
opgegeven op het bedieningspaneel van de printer. Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/XPS-
printerstuurprogramma.
•Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit.
•Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt.
•Korte zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die voor kalenders wordt gebruikt.
•Omgekeerd dubbelzijdig afdrukken: Schakel deze optie in om de afdrukvolgorde om te keren bij het dubbelzijdig
afdrukken. Deze optie is niet beschikbaar wanneer u Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) gebruikt.
PapieroptiesWijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te
voeren waarmee het document vergroot of verkleind wordt.
WatermerkMet de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, U gebruikt de optie bijvoorbeeld om in grote
grijze letters "DRAFT" of "CONFIDENTIAL" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s van een document af te drukken.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
207
4. Speciale functies
Watermerk
(Een watermerk maken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken
bewerken wordt geopend.
c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in.
U kunt maximaal 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
Watermerk
(Een watermerk bewerken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken
bewerken wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de
opties.
d Klik op Wijzigen als u de wijzigingen wilt opslaan.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdruk wordt afgesloten.
Watermerk
(Een watermerk verwijderen)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken
bewerken wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen.
d Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdruk wordt afgesloten.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
208
4. Speciale functies
Overlay
a
Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-printerstuurprogramma (zie "Software" op pagina 7).
Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale
bestandsindeling en die in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van
voorgedrukte formulieren en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd kunt u een overlay
samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u
geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt het briefhoofd gewoon als overlay op uw document af.
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding.
•Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van de documenten die u met de overlay afdrukt.
Maak geen overlay met een watermerk.
•De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt
afdrukken.
Overlay
a
(Een nieuwe paginaoverlay
maken)
a Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken
verschijnt.
c Klik in het venster Overlay bewerken op Maken.
d Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Opslaan als in het venster Bestandsnaam. Selecteer indien nodig de
map waarin u het overlaybestand wilt opslaan. Standaard is dit de map C:\Formover.
e Klik op opslaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdruk wordt afgesloten.
Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de harde schijf van uw computer.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
209
4. Speciale functies
Overlay
a
(Een paginaoverlay
gebruiken)
a Klik op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst.
c Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijst Tekst voorkomt, selecteert u Bewerken... in de lijst en klikt
u op Laden. Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster
Openen.
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden
afgedrukt. Selecteer de overlay in de vervolgkeuzelijst Overzicht overlays.
d Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld,
verschijnt telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te
bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch op uw document
afgedrukt.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Overlay
a
(Een paginaoverlay
verwijderen)
a Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst.
c Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen.
d Klik op Wissen.
e Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdruk wordt afgesloten. Paginaoverlays die u niet meer gebruikt, kunt u
verwijderen.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
210
4. Speciale functies
Afdrukmodus
(alleen CLP-68xND Series/
CLP-68xDW Series)
•Deze functie is alleen beschikbaar als u het optionele geheugen of optionele massaopslagapparaat (HDD) hebt
geïnstalleerd (zie "Verschillende functies" op pagina 8).
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
•U kunt deze functie inschakelen door de optie Opslagopties in te schakelen (zie "Apparaatopties instellen" op
pagina 70).
•Als u het massaopslagapparaat (HDD) niet op het apparaat installeert, biedt de functie Ramschijf slechts 3 opties:
Normaal, Proefafdruk en Vertrouwelijk.
•Afdrukmodus: de standaard Afdrukmodus is Normaal, en is bedoeld om af te drukken zonder het afdrukbestand op te
slaan in het geheugen.
-Normaal: in deze modus wordt uw document afgedrukt zonder het op te slaan in het optioneel geheugen.
-Proefafdruk: deze modus is handig als u meer dan een exemplaar wilt afdrukken. U kunt eerst een exemplaar afdrukken
om te controleren en daarna de andere exemplaren afdrukken.
-Vertrouwelijk: deze modus wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet een wachtwoord
invoeren om af te drukken.
-Opslaan: Selecteer deze instelling om een document op het massaopslagapparaat (HDD) op te slaan zonder het af te
drukken.
-Opslaan en afdrukken: Deze modus wordt gebruikt wanneer een document tegelijkertijd wordt opgeslagen en
afgedrukt.
-Wachtrij: deze optie is handig om een grote hoeveelheid gegevens te verwerken. Als u deze instelling selecteert, wordt
het document op het massaopslagapparaat (HDD) in een afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens van daaruit afgedrukt.
Op die manier wordt de belasting van de computer lager.
-Afdrukschema: selecteer deze instelling om het document op een opgegeven tijdstip af te drukken.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
211
4. Speciale functies
Afdrukmodus
(alleen CLP-68xND Series/
CLP-68xDW Series)
•Taaknaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel.
•Gebruikersnaam: Deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand zoekt via het bedieningspaneel.
Automatisch wordt de gebruikersnaam weergegeven waarmee u zich bij Windows aanmeldt.
•Voer het wachtwoord in: Als de Eigenschap van het geselecteerde document beveiligd is, moet u het wachtwoord
voor het document invoeren. Deze optie wordt gebruikt om een opgeslagen bestand te laden via het
bedieningspaneel.
•Wachtwoord bevestigen: Voer het wachtwoord ter bevestiging opnieuw in.
Taakaccountbeheer
Met deze opties kunt u afdrukken met de toegekende machtigingen.
•Gebruikersmachtiging: Als u deze optie inschakelt, kunnen alleen gebruikers met gebruikersmachtiging een afdruktaak
starten.
•Groepsmachtiging: Als u deze optie inschakelt, kunnen alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak starten.
•Klik op het vraagteken in de rechterbovenhoek van het venster en klik vervolgens de optie waarover u meer wilt
weten.
•Beheerders kunnen Taakaccountbeheer inschakelen en machtigingen instellen op het bedieningspaneel of via
SyncThru™ Web Admin Service.
a. Deze optie is alleen beschikbaar als u het XPS-stuurprogramma gebruikt.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
212
4. Speciale functies
6
Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken
•Hulpprogramma direct afdrukken is mogelijk niet beschikbaar
afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op
pagina 7).
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-
besturingssystemen.
Wat is Hulpprogramma Direct afdrukken?
Hulpprogramma Direct afdrukken is een programma dat PDF-bestanden
rechtstreeks naar uw printer stuurt om ze af te drukken zonder dat u deze
bestanden hoeft te openen.
Om dit programma te installeren:
Dowload de software van de website van Samsung. Pak de software
vervolgens uit en installeer deze op uw computer. (http://
www.samsung.com > selecteer uw product > Ondersteuning of
Downloads).
•Optioneel geheugen of een massaopslagapparaat (HDD) moet
geïnstalleerd zijn op uw apparaat om met dit programma (zie
"Verschillende functies" op pagina 8) bestanden af te drukken.
•U kunt geen PDF-bestanden afdrukken waarvoor een
afdrukbeperking geldt. Schakel de functie voor de afdrukbeperking
uit en probeer opnieuw af te drukken.
•U kunt geen PDF-bestanden afdrukken die met een wachtwoord
worden beschermd. Schakel de wachtwoordfunctie uit en probeer
opnieuw af te drukken.
•Of een PDF-bestand al dan niet afgedrukt kan worden met het
Hulpprogramma Direct afdrukken is afhankelijk van de manier
waarop het PDF-bestand is gemaakt.
•Het programma Hulpprogramma Direct afdrukken ondersteunt PDF
versie 1.7 en lager. Bestanden van latere versies moet u openen om
te kunnen afdrukken.
Afdrukfuncties
213
4. Speciale functies
Afdrukken
Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken met het
Hulpprogramma Direct afdrukken.
1
Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma’s >
Samsung Printers > Hulpprogramma Direct afdrukken >
Hulpprogramma Direct afdrukken.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend.
2
Selecteer uw printer uit de vervolgkeuzelijst Printer selecteren en
klik op Bladeren.
3
Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en klik op Openen.
Het bestand wordt nu toegevoegd aan de sectie Bestanden
selecteren.
4
Pas de printerinstellingen naar wens aan.
5
Klik op Afdruk. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
Via het contextmenu
1
Klik met de rechtermuisknop op het PDF-bestand dat u wilt
afdrukken en kies Direct afdrukken.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend. Het
PDF-bestand is hierin al toegevoegd.
2
Kies het te gebruiken apparaat.
3
De apparaatinstellingen aanpassen.
4
Klik op Afdruk. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
Afdrukfuncties
214
4. Speciale functies
7
Afdrukken in Mac
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Een document afdrukken
Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u
gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg
de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:
1
Open het af te drukken document.
2
Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in enkele toepassingen).
3
Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere opties, en
zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
4
Open het menu Bestand en klik op Druk af.
5
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
6
Klik op Druk af.
Printerinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Open een toepassing en selecteer Druk af in het menu Bestand. De
printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is
afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande venster.
Meerdere pagina's per vel afdrukken
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een
goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
1
Open een toepassing en selecteer Druk af uit het menu Bestand.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand. Selecteer in
de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina’s dat u op
één vel papier wilt afdrukken.
3
Kies de andere te gebruiken opties.
4
Klik op Druk af.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af.
Afdrukfuncties
215
4. Speciale functies
Dubbelzijdig afdrukken
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie
"Verschillende functies" op pagina 8).
Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de
pagina’s wilt inbinden. De bindopties zijn:
•Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden
wordt gebruikt.
•Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor kalenders.
1
Selecteer Druk af in het menu Bestand van uw Macintosh-
toepassing.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand.
3
Selecteer een bindrichting in de optie Dubblezijdig.
4
Kies de andere te gebruiken opties.
5
Als u op Druk af klikt, drukt de printer op beide zijden van het papier
af.
Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie
op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van
het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt.
Help gebruiken
Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het
onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster
met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma
beschikt.
Afdrukfuncties
216
4. Speciale functies
8
Afdrukken in Linux
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Afdrukken vanuit een toepassing
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common
UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw
printer afdrukken.
1
Open een toepassing en selecteer Print in het menu File.
2
Selecteer rechtstreeks Print via lpr.
3
Selecteer uw model uit de lijst met printers in het venster LPR GUI
en klik op Properties.
4
Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp van de
volgende vier tabbladen die bovenaan in het venster worden
weergegeven.
•General: Wijzigt het papierformaat, papiertype en de
afdrukstand van de documenten. Hiermee kunt u de functie
dubbelzijdig afdrukken inschakelen, start- en eindvaandels
toevoegen en het aantal pagina’s per vel wijzigen.
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet
beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het
lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het
afdrukken van even en oneven pagina's.
•Text: Stelt de paginamarges en tekstopties, zoals regelafstand
en kolommen in.
•Graphics: Op dit tabblad kunt u afbeeldingsopties instellen voor
het afdrukken van afbeeldingsbestanden, zoals kleuropties en
grootte of positie van de afbeelding.
•Advanced: Afdrukresolutie, papierbron en bestemming
instellen.
5
Klik op Apply om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster
Properties.
6
Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te beginnen.
Afdrukfuncties
217
4. Speciale functies
7
Het venster Printing verschijnt. Hierin kunt u de status van de
afdruktaak controleren.
Klik op Cancel als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
Bestanden afdrukken
U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de
standaard-CUPS-methode direct vanaf de opdrachtregel toe te passen.
Met het CUPS-lpr-hulpgramma kunt u dat doen, maar het programma uit
het besturingsbestand vervang het standaard lpr-hulpprogramma door een
veel gebruiksvriendelijker LPR GUI-programma.
Zo drukt u elk bestand af:
1
Typ lpr <bestandsnaam> op de commandoregel van de Linux-shell
en druk op Enter. Het venster LPR GUI wordt geopend.
Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt eerst het
venster Select file(s) to print. Selecteer de bestanden die u wilt
afdrukken en klik op Open.
2
In het venster LPR GUI selecteert u uw apparaat uit de lijst en wijzigt
u de eigenschappen van de afdruktaak.
3
Klik op OK om met afdrukken te beginnen.
Printereigenschappen configureren
In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers
configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer
wijzigen.
1
Open Unified Driver Configurator.
Schakel indien nodig over naar Printers configuration.
2
Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op
Properties.
3
Het venster Printer Properties wordt geopend.
Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
•General: locatie en naam van de printer wijzigen. De naam die
u op dit tabblad invoert, wordt weergegeven in de printerlijst in
Printers configuration.
•Connection: een andere poort bekijken of selecteren. Als u de
poort van het apparaat van USB wijzigt in parallel of omgekeerd
terwijl de printer in gebruik is, moet u de poort van het apparaat
op dit tabblad opnieuw configureren.
•Driver: Hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma
bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties
van het apparaat wilt instellen.
Afdrukfuncties
218
4. Speciale functies
•Jobs: de lijst met afdruktaken weergeven. Klik op Cancel job
om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het
selectievakje Show completed jobs in om een lijst met vorige
afdruktaken weer te geven.
•Classes: Hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort.
Klik op Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een
bepaalde klasse of klik op Remove from Class als u het
apparaat wilt verwijderen uit een geselecteerde klasse.
4
Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster
Printer Properties.
9
Afdrukken in Unix
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie
"Functies per model" op pagina 7).
Doorgaan met de afdruktaak
Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst of PS-bestand om
af te drukken.
1
Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit.
U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken.
printui document1
Hiermee wordt Print Job Manager van het UNIX-
printerstuurprogramma geopend waarin de gebruiker verschillende
afdrukopties kan instellen.
2
Selecteer een printer die reeds is toegevoegd.
3
Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page Selection.
4
Selecteer in Number of Copies hoeveel exemplaren u nodig hebt.
Druk op Properties om gebruik te maken van de printerfuncties die uw
printerstuurprogramma biedt.
5
Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak.
Printerinstellingen wijzigen
Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan selecteren in printer Properties.
De volgende sneltoetsen kunnen worden gebruikt: "H" voor Help, "O" voor
OK, "A" voor Apply en "C" voor Cancel.
Afdrukfuncties
219
4. Speciale functies
Het tabblad General
•Paper Size: Hiermee kunt u naar eigen keuze het papierformaat
instellen op A4, Letter of andere papierformaten.
•Paper Type: hiermee kiest u het type papier. Beschikbare opties uit de
keuzelijst zijn: Printer Default, Plain en Thick.
•Paper Source: Kiest uit welke lade het papier gehaald moet worden.
De standaardinstelling is Auto Selection.
•Orientation: hiermee selecteert u de richting waarin informatie wordt
afgedrukt op een pagina.
•Duplex: hiermee worden beide zijden van het papier bedrukt om papier
te besparen.
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet
beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het
lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het
afdrukken van even en oneven pagina's.
•Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina’s afgedrukt op één
vel papier.
•Page Border: Hiermee kunt een van de randstijlen kiezen (bv.: Single-
line hairline, Double-line hairline).
Het tabblad Image
Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van een
afbeelding op uw document wijzigen.
Het tabblad Text
Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk in.
Het tabblad Margins
•Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document in. De
marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan de marges
instellen door de waarde in de respectieve velden aan te passen.
Standaard worden deze waarden bepaald door het geselecteerde
papierformaat.
•Unit: Hiermee kunt u de eenheden wijzigen in points, inches of
centimeters.
Het tabblad Printer-Specific Settings
Selecteer verschillende opties in de JCL en General frames om
verschillende instellingen aan te passen. Deze opties zijn specifiek voor de
printer en afhankelijk van het PPD-bestand.
220
4. Speciale functies
Optionele apparaatfuncties gebruiken
•Alleen CLP-68xND Series/ CLP-68xDW Series.
•Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van
model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op
pagina 8).
10
vanuit het stuurprogramma van de printer
Als het optionele apparaat installeert, kunt u in het venster Afdrukken
gebruikmaken van geavanceerde afdrukfuncties, zoals een proefafdruk
maken of een persoonlijke taak afdrukken. Als u het selectievakje
massaopslag (HDD) of Ramschijf inschakelt in Apparaatopties kunt u
verschillende functies selecteren in Afdrukmodus (zie "Apparaatopties
instellen" op pagina 70).
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster Afdrukken
wordt weergegeven.
3
Selecteer uw printerstuurprogramma in de lijst Printer selecteren.
4
Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
5
Klik op het tabblad en selecteer Afdrukmodus.
6
Selecteer de gewenste optie (zie "Speciale afdrukfuncties verklaard"
op pagina 204).
Optionele apparaatfuncties gebruiken
221
4. Speciale functies
11
Via het bedieningspaneel
Als uw apparaat beschikt over een optioneel massaopslagapparaat (HDD)
of ramschijf, dan kunt u deze functies gebruiken via de knop (Menu) >
Systeeminst. > Taakbeheer.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat.
•Actieve taak: Alle afdruktaken die nog niet zijn afgedrukt bevinden zich
in de actieve wachtrij in de volgorde waarin u ze naar de printer hebt
gestuurd. U kunt een afdruktaak verwijderen uit de wachtrij voordat
deze wordt afgedrukt of een afdruktaak sneller laten afdrukken.
•Beveil. taak: Hiermee kunt u een beveiligde afdruktaak afdrukken of
verwijderen. Hiermee verschijnt de lijst met beveiligde taken die de
gebruiker in het printerstuurprogramma heeft ingesteld. U moet de
gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren die in het
printerstuurprogramma zijn ingesteld.
•Opgesl. taak: Hiermee kunt u een opgeslagen afdruktaak afdrukken of
verwijderen.
•Best.beleid: U kunt het bestandsbeleid kiezen voor het genereren van
een bestandsnaam voor u doorgaat met een afdruktaak vanaf het
optioneel geheugen. Als de naam reeds in het optioneel geheugen is
opgeslagen, wijzigt u de naam of overschrijft u de bestaande naam.
5.Nuttige
beheerprogramma's
Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt
benutten.
•Easy Capture Manager223
•Samsung AnyWeb Print224
•Samsung Easy Color Manager225
•Easy Eco Driver226
•SyncThru™ Web Service gebruiken227
•Samsung Easy Printer Manager gebruiken231
•Samsung-printerstatus gebruiken234
•De Linux Unified Driver Configurator gebruiken236
223
5. Nuttige beheerprogramma's
Easy Capture Manager
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7).
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 7).
Maak een schermafbeelding en start Easy Capture Manager door op de toets Scherm afdrukken te drukken. U kunt nu gemakkelijk uw schermafbeelding
onbewerkt of bewerkt afdrukken.
224
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung AnyWeb Print
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7).
•Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op pagina 7).
Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel
eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma.
Download de softwaren van de website van Samsung. Pak de software vervolgens uit en installeer deze op uw computer. (http://www.samsung.com >
selecteer uw product > Ondersteuning of Downloads).
225
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung Easy Color Manager
Samsung Easy Color Manager helpt gebruikers om subtiele wijzigingen aan te brengen met behulp van 6 kleurtonen en andere eigenschappen, zoals
helderheid, contrast en verzadiging. Wijzigingen van kleurtoon kunnen worden opgeslagen als profiel en worden gebruikt vanaf het stuurprogramma of het
apparaat zelf.
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7).
•Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op pagina 7).
Hiermee kunnen gebruikers van kleurenlaserprinters van Samsung kleuren naar wens aanpassen.
Download de software van de website van Samsung. Pak de software vervolgens uit en installeer deze op uw computer. (http://www.samsung.com >
selecteer uw product > Ondersteuning of Downloads).
226
5. Nuttige beheerprogramma's
Easy Eco Driver
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7).
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 7).
Met Easy Eco Driver kunt u ecofuncties toepassen om papier en toner te besparen voordat u afdrukt. Als u deze toepassing wilt gebruiken, moet u het
selectievakje Easy Eco Driver starten voordat taak wordt afgedrukt in de printereigenschappen inschakelen.
Met Easy Eco Driver kunt u ook eenvoudige bewerkingen uitvoeren, zoals het verwijderen van afbeeldingen en tekst, het wijzigen van lettertypen, en meer.
U kunt instellingen die u vaak gebruikt, opslaan als voorinstelling.
Gebruiken:
1 Open een document dat u wilt afdrukken.
2 Druk het document af.
Er verschijnt een voorbeeldvenster.
3 Selecteer de opties die u wilt toepassen op het document.
U kunt een voorbeeld van de toegepaste functies bekijken.
4 Klik op Afdrukken.
227
5. Nuttige beheerprogramma's
SyncThru™ Web Service gebruiken
•Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet Explorer 6.0 of
hoger vereist.
•De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze
gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de opties en het
model, en komt mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
•Alleen voor draadloos model (zie "Software" op pagina 7).
1
SyncThru™ Web Service weergeven
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Aanmelden bij SyncThru™ Web Service
Voor u de opties in SyncThru™ Web Service kunt instellen, moet u zich
aanmelden als beheerder. U kunt SyncThru™ Web Service nog altijd
gebruiken zonder u aan te melden, maar u zult geen toegang hebben tot
het tabblad Settings en het tabblad Security.
1
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
2
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die
hieronder worden weergegeven. We raden u om veiligheidsredenen
aan het standaardwachtwoord te wijzigen.
•ID: admin
•Password: sec00000
2
SyncThru™ Web Service overzicht
Afhankelijk van uw model zullen sommige menu's mogelijk niet
verschijnen.
SyncThru™ Web Service gebruiken
228
5. Nuttige beheerprogramma's
Het tabblad Information
Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat weergegeven.
U kunt diverse gegevens controleren, waaronder de resterende
hoeveelheid toner. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals een
foutenrapport.
•Active Alerts: Toont de waarschuwingen die in het apparaat zijn
gegenereerd en hun ernst.
•Supplies: Toont hoeveel pagina´s zijn afgedrukt en hoeveel toner er
nog in de cassette zit.
•Usage Counters: Toont het tellers van het aantal vellen per type
afdruk: enkelzijdig en dubbelzijdig.
•Current Settings: Toont informatie of het apparaat en het netwerk.
•Print information: Drukt rapporten af zoals systeemgerelateerde
rapporten, e-mailadressen en lettertyperapporten.
Het tabblad Settings
Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk instellen.
U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven.
•Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine geleverde
opties in.
•Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de netwerkomgeving.
Stelt opties in zoals TCP/IP en netwerkprotocollen.
Het tabblad Security
Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem en van het
netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad
weer te geven.
•System Security: Stelt de gegevens van de systeembeheerder in en
schakelt tevens de apparaatfuncties in- of uit.
•Network Security: Stelt instellingen voor HTTPs, IPSec, IPv4/IPv6
filtering, 802.1x en verificatieservers in.
•User Access Control: Hiermee worden gebruikers ingedeeld in
verschillende groepen op basis van de rol van de afzonderlijke
gebruikers. De machtigings-, verificatie- en accountinstellingen van
elke gebruiker worden bepaald door de rol die aan de groep is
toegewezen.
Het tabblad Maintenance
Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te
upgraden en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te stellen.
U kunt ook verbinding maken met de website van Samsung of
stuurprogramma's downloaden door het menu Link te selecteren.
•Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw apparaat.
•Contact Information: Contactgegevens tonen.
•Link: Toont koppelingen naar nuttige sites waar u informatie kunt
downloaden of lezen.
SyncThru™ Web Service gebruiken
229
5. Nuttige beheerprogramma's
•License Management: License management biedt instellingen voor
geïnstalleerde toepassingen en de licentie van de toepassing.
•Cloning: U kunt verschillende instellingen, bijvoorbeeld
apparaatinstellingen, netwerkinformatie en uw adresboek, importeren
van of exporteren naar apparaten die beschikken over de functie
Cloning in SyncThru™ Web Service.
3
E-mailmelding instellen
U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door deze optie
in te stellen. Door gegevens, zoals IP-adressen, hostnaam, e-mailadressen
en SMTP-servergegevens in te stellen zal de apparaatstatus (tonercassette
leeg of machinefout) automatisch naar het e-mailadres van een bepaald
persoon worden verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker gebruikt door
een apparaatbeheerder.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
3
Selecteer Machine Settings > E-mail Notification op het tabblad
Settings.
Als u de server voor uitgaande e-mail nog niet hebt geconfigureerd,
gaat u naar Settings > Network Settings > Outgoing Mail
Server(SMTP) om de netwerkomgeving te configureren voor u e-
mailmelding instelt.
4
Schakel het selectievakje voor Enable in om E-mail Notification te
gebruiken.
5
Klik op de knop Add om een gebruiker van e-mailmelding in te
stellen.
Stel de naam van de ontvanger in en het (de) e-mailadres(sen) met
meldingsitems waarvoor u een waarschuwing wilt ontvangen.
6
Klik op Apply.
Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden
kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de
netwerkbeheerder.
SyncThru™ Web Service gebruiken
230
5. Nuttige beheerprogramma's
4
Informatie over de systeembeheerder instellen
Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de optie e-
mailmelding.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
3
Selecteer op het tabblad SecuritySystem Security > System
Administrator.
4
Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en e-mailadres van de
beheerder in.
5
Klik op Apply.
231
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 7).
•Deze functie is alleen beschikbaar voor gebruikers met een
Windows- of Macintosh-besturingssysteem (zie "Software" op
pagina 7).
•Voor Samsung Easy Printer Manager met Windows is minimaal
Internet Explorer 6.0 of hoger vereist.
Samsung Easy Printer Manager is een programma waarbinnen alle
printerinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn.
Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze
functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-
printer. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende interfaces
waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een interface voor
gevorderde gebruikers. Overschakelen tussen de twee interfaces is
eenvoudig: klik gewoon op een knop.
5
Informatie over Samsung Easy Printer Manager
Openen van het programma:
Voor Windows:
Kies Start > Programma's of Alle programma's > Samsung Printers >
Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.
Product:
Forumrules
To achieve meaningful questions, we apply the following rules:
First, read the manual;
Check if your question has been asked previously;
Try to ask your question as clearly as possible;
Did you already try to solve the problem? Please mention this;
Is your problem solved by a visitor then let him/her know in this forum;
To give a response to a question or answer, do not use this form but click on the button 'reply to this question';
Your question will be posted here and emailed to our subscribers. Therefore, avoid filling in personal details.
Register
Register getting emails for Samsung CLP-680ND at:
new questions and answers
new manuals
You will receive an email to register for one or both of the options.
Get your user manual by e-mail
Enter your email address to receive the manual of Samsung CLP-680ND in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.
The manual is 27 mb in size.
You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.
If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.
The email address you have provided is not correct.
Please check the email address and correct it.
Your question is posted on this page
Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.