NL-17
Kamer luchten
Als de lucht in de kamer bedompt is, kunt u de ventilator van de
airconditioner inschakelen en desgewenst de minder frisse lucht naar
buiten afvoeren.
Druk zo nodig op de (Aan/Uit) toets.
Gevolg: ◆ Het Aan/Uit lampje op de vaste afstandsbediening gaat aan.
◆
De airconditioner wordt gestart in dezelfde stand waarin hij
stond toen hij de laatste keer werd uitgeschakeld.
1
Kies de gewenste ventilatorsnelheid door de ventilatortoets één of enkele
keren in te drukken totdat de gewenste snelheid wordt getoond:
3
Laag
Middel
Hoog
Om de stand VENTILEREN te kiezen, drukt u één of enkele keren op de
Mode toets, tot het symbool bovenin de afstandsbediening verschijnt.
Ge
volg:
◆
De airconditioner start op in de bedrijfsstand VENTILEREN.
2
Afhankelijk van de plaats waar de airconditioner is gemonteerd, kunt u
de stand van de binnenste luchtroosters aanpassen voor een efficiëntere
werking.
Druk op de Swing toets.
Ge
v
olg: De roosters bewegen automatisch op en neer.
1
Om de beweging van het rooster te stoppen,
drukt u nogmaals op de Swing
toets.
Om het rooster in een bepaalde stand vast te zetten, drukt u weer op
de Swing toets
op het moment dat het rooster in de gewenste stand staat.
2
Wanneer u de airconditioner voor de eerste keer aanzet,
bewegen de roosters op en neer.
BELANGRIJK
Roosters die u niet met de Swing toets kunt instellen, kunt u
met de hand in de gewenste stand zetten.
NN
NN
..
..
BB
BB
..
..
Voor het regelen van de luchtstroom, zie hieronder.
4
Regelen luchtstroom