36
• Schade veroorzaakt door transport en/of verplaatsingen
• Alle onderdelen die defecten kunnen vertonen door nalatigheid of verwaarlozing bij het
gebruik, verkeerd onderhoud, installatie die niet voldoet aan de specificaties van de fabrikant
(raadpleeg altijd de installatie- en gebruikshandleiding die bij het apparaat is geleverd).
• Onjuiste maatvoering, ontoereikende installatie of gebrek aan maatregelen, vereist om een
vakkundige installatie te garanderen
• Oververhitting van het apparaat, m.a.w. het gebruik van brandstoffen die niet overeenstemmen
met de soorten en hoeveelheden die in de bijgeleverde handleiding zijn aangegeven
• Verdere schade veroorzaakt door onjuiste interventies van de gebruiker in een poging om de
aanvankelijke storing te verhelpen
• Extra schade veroorzaakt door verder gebruik van het apparaat nadat het defect is ontstaan
• In aanwezigheid van een ketel, elke corrosie, korstvorming of breuk veroorzaakt door
zwerfstromen, condensatie, zuurgraad van het water, onjuiste behandelingen om aanslag te
verwijderen, gebrek aan water, slibophopingen of kalkaanslag
• Inefficiëntie van schouwen, schoorstenen, of delen van het systeem waarvan het apparaat
afhankelijk is
• Schade veroorzaakt door knoeien met het toestel, weersomstandigheden, natuurrampen,
vandalisme, elektrische ontladingen, brand, storingen in het elektrisch en/of hydraulisch
systeem.
• Het verzuim van het jaarlijks onderhoud van de kachel, uit te voeren door een geautoriseerde
technicus of gekwalificeerd personeel, leidt tot het verlies van de garantie.