8
In een huishouden van 4 personen verkrijgt men dan bv. bij een warmwaterverbruik van
70 l per persoon en een temperatuurverhoging van 45 K, wanneer het water binnen 4 uur
op temperatuur moet zijn, volgende berekening:
4 x 70 L x 45 K Wh
Opwarmingsvermogen = -------------------------- x 1,15 --------- = 3.622,5 W = 3,62 kW
4 u Kg x K
De factor c
p
= 1,15 Wh/kgK is daarbij de specifieke warmtecapaciteit van water, een
constante.
Indien er een warmwaterbuffer of combibuffer aanwezig of gepland is, dan kan het
benodigd vermogen ook via de inhoud daarvan worden bepaald. Daarbij wordt dan niet
het aantal personen in rekening gebracht, maar enkel de bufferinhoud.
Indien er bv. een gebruikswatervolume van 150 l moet worden ingepland, dan bekomt
men het benodigde vermogensaandeel als volgt:
150 L x 45 K Wh
Opwarmingsvermogen = -------------------------- x 1,15 --------- = 2.587,5 W = 2,59 kW
3 u Kg x K
Voor bv 150 l bufferinhoud, 45 K temperatuurverhoging en een gewenste opwarming
binnen 3 uur:
Komt dit overeen met een benodigd vermogen van 2,6 kW, alleen voor de verwarming van
het sanitair water. Voor kortere tijden moet men overeenkomstig redeneren. Wanneer de
opwarming sneller, bv. met een doorstroom brander, moet gebeuren, dan wordt het
benodigd vermogen groter. Gewenste opwarmingstijden en de andere beschreven
randvoorwaarden moeten met de opdrachtgever worden overeengekomen en vastgelegd.
Indien niet anders wordt overeengekomen, moet het sanitair water vermogen absoluut bij
het benodigde verwarmingsvermogen worden gerekend.
Ook belangrijk …
Let er ook op dat bij een warmteverbruik (verwarmingslast) van bv. 6 kW een
verwarmingstoestel met een watersysteem met watervermogen theoretisch bijna
ononderbroken moet werken om bij lage buitentemperaturen alleen al de gevraagde
warmte in de ruimtes te kunnen behouden. Hier is werderom het toegevoegde vermogen
voor het opwarmen, dus voor een temperatuurverhoging, niet meegerekend, evenmin als
het vermogen voor het verwarmen van het sanitair water. Dit wil zeggen dat de geplande
boilerhaard de klok rond op nominaal vermogen moet branden. Dit moet duidelijk zijn voor
zowel de vakman als de gebruiker.
Grove schatting van het brandstofverbruik
Om een overzicht en een correct gevoel te krijgen over het brandstofverbruik, kan men
voor een typisch gebouw een overeenkomstige schatting maken: