18
Aansluiting
Om een hermetische aansluiting te verzekeren, die aangepast is aan de gewenste installatie, en voor een goede
werking van uw inzethaard, dient u uw installateur te raadplegen die u alle nodige informatie zal verschaffen.
De doorsnede van het kanaal (schoorsteen) moet ten minste gelijksoortig zijn als die van de kachel. Indien de
doorsnede van het kanaal groter is dan die van de uitlaat van de kachel, dan moet men een flexibele buis in de
schoorsteen aanleggen, en ervoor zorgen dat de aansluiting goed geïsoleerd is. Men moet waakzaam zijn op de
staat van de bestaande schoorsteen, maar evenzeer op de aansluiting van de flexibele buis. Een slechte
aansluiting kan brand veroorzaken. Gebruik daartoe uitsluitend geschikte buizen in inox.
Het is verplicht om met minimum 1 meter vast/flexibel rookkanaal te vertrekken op het toestel. Het vertrekstuk
moet in inox of staal uitgevoerd zijn.
Voor de goede werking van de inzethaard, moet de schoorsteen een normale trek hebben. Dit betekent dat het
maximaal vermogen van de kachel tussen 12 en 20 Pa zal liggen.
Montage van de schoorsteenaansluiting
Zorg ervoor dat de aansluiting hermetisch dicht is.
Uw toestel wordt geleverd met een roestvrijstalen aansluitstuk met een bocht van 45° voor de aansluiting aan
de schoorsteen. Dit moet in de daarvoor voorziene opening in het toestel geschoven worden.
Wanneer het aansluitstuk op het toestel is aangebracht, buigt u de 2 borglippen om.