530425
11
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/28
Next page
In-car safety & Quick Guide
2
De gordels vormen de meest doeltreffende vei-
ligheidsvoorzieningen in de auto. Zorg daarom
dat ALLE inzittenden, ook de achterpassagiers,
hun gordels hebben omgedaan voordat u
wegrijdt.
Stel de gordel zo hoog mogelijk af. Zorg dat het
diagonale gedeelte van de gordel zo dicht
mogelijk tegen de nek ligt.
Een juiste zithouding
is zeer belangrijk voor
de veiligheid. Zit
rechtop en niet te
dicht bij het dash-
board.
Voer geen telefoonge-
sprekken tijdens het
rijden, omdat uw aan-
dacht op het verkeer
daarbij kan ver-
slappen.
Doe ALTIJD uw veiligheidsgordel om, voordat u
wegrijdt. Zorg dat het heupgedeelte strak over
de heupen loopt en trek het diagonale gedeelte
zo dicht mogelijk tegen de nek.
Voor maximale veiligheid en optimaal stuur-
gemak moet u de bestuurdersstoel ALTIJD zo
ver mogelijk naar achteren zetten. De airbag
heeft ruimte nodig om uit te zetten.
Wanneer de airbag wordt geactiveerd, worden
alle portieren ontgrendeld terwijl de binnen- en
buitenverlichting en de alarmknipperlichten
gaan branden.
Stel de hoofdsteun dusdanig af dat deze uw
hoofd voldoende steun biedt.
In-car safety
Voorstoelen Achterbank
3
Breng een kinderzitje NOOIT op een passa-
giersstoel met AIRBAG aan vanwege het
gevaar voor ERNSTIG of DODELIJK letsel.
Vervoer kinderen met een leeftijd tot 13 jaar of
een lengte tot 1,40 m op de achterbank. Plaats
geen voorwerpen tussen de airbag en de
bestuurder/passagier.
Kinderen tot 3 jaar (18 kg) moet u ALTIJD in een
goedgekeurd kinderzitje vervoeren. Zorg dat u
het kinderzitje stevig hebt vastgezet en op de
juiste wijze hebt gemonteerd zoals aangegeven
in de aanwijzingen van de fabrikant. Saab advi-
seert u een kinderzitje achterstevoren te
monteren.
Kinderen van 3 tot 12 jaar (15 tot 36 kg en korter
dan 1,40 m) moet u in/op aparte kinderzitjes/
verhogingskussens vervoeren. Zorg dat het
heupgedeelte van de gordel laag en strak over
de heupen loopt en zo dicht mogelijk tegen de
nek aanligt.
De bevestigingen van het ISOFIX-systeem
zitten tussen het zit- en ruggedeelte. De beves-
tigingen zijn alleen bestemd voor gebruik in
combinatie met ISOFIX-kinderzitjes.
Bij vervoer van bagage op een stoel of achter-
bank moet u de bagage goed vastzetten met de
veiligheidsgordel. Vervoer NOOIT harde voor-
werpen op de hoedenplank en leg NOOIT
bagage op de achterbank zonder de bagage
met een gordel vast te zetten.
(De afbeelding toont de Sport Estate)
Zet zware en grote voorwerpen ALTIJD vast
aan de bevestigingen in de bagageruimte.
Schuif de lading zo ver mogelijk naar voren
tegen de rugleuning van de achterbank aan.
4
1 Verlichting
2 Groot licht-dimlicht/
richtingaanwijzers/
Cruise Control 3
3 Wissers/sproeiers
4 Boordcomputer SID
5 Infotainment Systems
6 Passagiersairbag
7 Klimaatregeling
8 Stoelverwarming
9 Alarmlichten
10 Contactslot.
Afstandsbediening uitnemen:
Automatische versnellingsbak: De keuze-
hendel moet in stand P staan.
NB! Als de afstandsbediening van ON naar
OFF wordt gedraaid
voordat de auto stil-
staat
, kan het draaien naar LOCK onmoge-
lijk zijn. Draai in dat geval de afstandsbedie-
ning naar de stand ON totdat het ABS-lampje
dooft, ongeveer 2 seconden. Draai vervol-
gens terug naar OFF.
11 SPORT-programma 3
12 Stuurwielverstelling
13 Motorkapslot
In deze Quick Guide vindt u informatie over enkele
belangrijke functies van de auto.
Meer informatie vindt u in het Instructieboekje dat bij de
auto hoort of dat van de Infotainment Systems.
© Copyright General Motors Corporation 2007
All Rights Reserved
Printed in Sweden
3 Een sterretje geeft aan dat de uitrusting niet op alle
auto’s is aangebracht (afhankelijk van het model, het
motortype, de marktspecificatie, de gekozen opties en/
of accessoires).
5
Waarschuwingslampje, ABS*
Storing in anti-blokkeerremsysteem.
Oliedruk, motor*
Te lage motoroliedruk.
Storingsmelding, motor*
Storing in brandstof- of ontstekings-
systeem.
Controlelampje, gloeibougie
(dieselmotor)
Koelvloeistoftemperatuur lager dan
+5°C. Start de motor wanneer het
lampje gedoofd is.
Waarschuwing, airbag*
Storing in airbagsysteem.
Laag brandstofpeil
Minder dan 10 liter brandstof in de tank.
Verlichting aan
Hoofdverlichting of parkeerlichten aan.
Cruise Control
Cruise Control ingeschakeld.
Automatische
bandenspanningscontrole
3
De bandenspanning is 0,4 bar of meer
onder de aanbevolen spanning gedaald
of er is een storing opgetreden.
Hoofdverlichting
Groot licht aan.
Voorste mistlichten 3
Voorste mistlichten aan.
Mistachterlicht
Mistachterlicht aan.
Voetrem*
Laag remvloeistofpeil.
Veiligheidsgordels
Bestuurder heeft veiligheidsgordel
niet om.
Handrem
Handremhendel aangehaald.
Schakelstandindicatie,
automatische versnellingsbak
Geselecteerde schakelstand bij hand-
matig schakelen.
Anti-doorslipregeling (TCS)/
Stabiliteitsprogramma (ESP)
Regeling actief.
Anti-doorslipregeling (TCS)/
Stabiliteitsprogramma (ESP)*
Het systeem is handmatig uitgescha-
keld of er is een storing opgetreden.
* Bezoek zo spoedig mogelijk een werkplaats. U
wordt geadviseerd contact op te nemen met een
erkende Saab-werkplaats.
Waarschuwings- en controlelampjes
6
Verlichting gedoofd
Parkeerlichten
Hoofdverlichting
Voorste mistlichten
Mistachterlicht
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Instrumenten
en bediening.)
1 ON: inschakelen
2 OFF: uitschakelen
3 SET/+: gewenste snelheid instellen of ingestelde
snelheid verhogen
4 SET/-: gewenste snelheid instellen of ingestelde
snelheid verlagen
5 RESUME: ingestelde snelheid hervatten
Verlichting
Cruise Control
Hoe schakel ik Cruise Control in?
Duw de schuifknop naar rechts (1). Het contro-
lelampje op het hoofdinstrument licht op.
Hoe stel ik een snelheid in?
Duw de hendel in stand SET/+ of SET/- (3 of 4),
wanneer de auto op de gewenste snelheid rijdt.
Hoe schakel ik Cruise Control uit?
Het systeem is op meerdere manieren uit te
schakelen:
trap het rem- of het koppelingspedaal in;
duw de schuifknop in stand OFF (2).
Kan ik Cruise Control tijdelijk uitschakelen?
Ja. Duw de schuifknop iets naar links (1) en laat
deze vervolgens terugveren.
Kan ik de snelheid tijdelijk verhogen?
Ja. Geef bijvoorbeeld bij het inhalen gas bij
zonder terug te schakelen (handgeschakelde
versnellingsbak). Als u het gaspedaal vervol-
gens weer loslaat, zal de auto automatisch de
ingestelde snelheid hervatten.
Kan ik de ingestelde snelheid verhogen
zonder het systeem te herstarten?
Ja, u kunt dat op meerdere manieren doen:
geef gas bij totdat u de gewenste snelheid
hebt bereikt en duw de hendel in stand SET/+
of SET/- (3 of 4);
duw de hendel korte tijd in stand SET/+ (3) om
de snelheid in stapjes van 1,6 km/h te
verhogen;
houd de hendel in stand SET/+ (3) vast, totdat
u de gewenste snelheid hebt bereikt.
Kan ik de ingestelde snelheid verlagen
zonder het systeem te herstarten?
Ja, u kunt dat op meerdere manieren doen:
rem af totdat u de gewenste snelheid hebt
bereikt en duw de hendel in stand SET/+
of SET/- (3 of 4);
duw de hendel korte tijd in stand SET/- (4) om
de snelheid in stapjes van 1,6 km/h te
verlagen;
houd de hendel in stand SET/- (4) vast, totdat
u de gewenste snelheid hebt bereikt.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Starten en
rijden.)
7
Ruitenwissers zonder regensensor
0 Ruststand
1 Wissers maken één enkele slag (terugverende
stand)
2 Intervalfunctie, interval instellen met de draaiknop
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Voorruit- en koplampsproeiers
(hendel naar het stuur halen)
Wissers/sproeiers
Voorruitwissers met regensensor
0 Ruststand
1 Wissers maken één enkele slag (terugverende
stand)
2 AUTO - regensensor actief, aangegeven op SID
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Voorruit- en koplampsproeiers
(hendel naar het stuur halen)
Na het afzetten van de motor de hendel in stand
(0) duwen en daarna opnieuw in stand (2) om
de regensensor in te schakelen.
De gevoeligheidsgraad van de regensensor is
in te stellen in Settings (SID).
Achterruitwissers
1Ruststand
2 Intervalfunctie
3 Sproeiers en wissers
Opgelet! Als de voorruitwissers actief zijn, gaan
de achterruitwissers over op de intervalfunctie
zodra u de achteruitversnelling inschakelt terwijl
de motor loopt.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Instrumenten
en bediening.)
8
Linkerzijde
SID-bediening
SET
SID-bediening
CLR
SID-bediening
Stembediening activeren
Stembedieningssessie beëindigen
Rechterzijde
Radiostand:
Andere opgeslagen
zender
CD-stand: Ander nummer/bestand
op cd of MP3-schijf
Volumeregeling
(Zie het Instructieboekje bij het Infotainment
Systems.)
Stuurtoetsen
Met de stuurknoppen kunnen de meeste
gebruikte functies van het Audiosysteem
worden geselecteerd.
Ook de SID-functies worden via deze toetsen
aangestuurd (zie ook blz. 17).
9
Audiosysteem 3
1 Informatie over MP3-schijf of radiotekst
2 Geluidsregeling en luidsprekerinstelling/hand-
matig zenders zoeken/ander nummer/bestand op
cd of MP3-schijf
3 Selectie van pagina met favoriete radiozenders
4 Instellingsmenu
5 Menuselectieknoppen
6 Bewaking van verkeersmelding uit/aan
7 Selectie van programmatype
8 Invoer van cd- of MP3-schijf (alleen bij geïnstal-
leerde cd-wisselaar)
9 Uitvoer van cd- of MP3-schijf
10 Radio activeren
Andere frequentieband
11 Automatisch frequenties zoeken
Ander nummer/bestand op cd of MP3-schijf
12 Automatisch frequenties zoeken
Ander nummer/bestand op cd of MP3-schijf
13 (Drukken) Uit/aan
(Draaien) Volume
14 Handmatig frequenties zoeken
Vooruit- of achteruitspoelen van nummer/bestand
op cd of MP3-schijf
15 Handmatig frequenties zoeken
Vooruit- of achteruitspoelen van nummer/bestand
op cd of MP3-schijf
16 Cd-medium of draagbare speler activeren
(AUX-ingang)
Systeem inschakelen
Druk op de ON/OFF-knop (13).
Geluidsregeling 3
Handmatige geluidsregeling en luidspreker-
instelling
Druk op de geluidsregelknop (2) om het instel-
lingsmenu weer te geven.
Selecteer instellingsmogelijkheden met een
van de menuselectieknoppen (5).
Pas de instelling aan met de
geluidsregelknop (2).
Automatische geluidsregeling
Druk op de geluidsregelknop (2) om het instel-
lingsmenu weer te geven.
Druk op de menuselectieknop (5) voor de
menu-optie
Auto EQ.
Selecteer de gewenste geluidsinstelling met
een van de menuselectieknoppen (5).
Geluidsregeling Bose
®
Surround
System 3
Handmatige geluidsregeling en luidspreker-
instelling
Druk op de geluidsregelknop (2) en
vervolgens op
Manual om het instellings-
menu weer te geven.
Druk op de menuselectieknop (5) recht onder
de geluidsregeling/luidsprekerinstelling van
uw keuze.
Pas de gekozen instelling aan door de
geluidsregelknop (2) te draaien of op de
knoppen SEEK, FWD of REV te drukken.
Automatische geluidsregeling
Druk op de geluidsregelknop (2) om het instel-
lingsmenu weer te geven.
Druk op de menuselectieknop (5) recht onder
de menuoptie
Talk.
Het systeem schakelt binnen 5 seconden auto-
matisch over van het menu voor de geluidsrege-
ling op het voorgaande menu.
10
Centerpoint
Het Bose
®
Surround System kent een surround-
functie voor de geluidsbronnen CD, MP3 en
AUX. FM/AM ondersteunen de surround-
functie niet.
De overige geluidsregelingen en luidsprekerin-
stellingen kunnen ook worden aangepast als de
surround-functie actief is, echter niet de Fader-
instelling. De instellingen van de functie worden
voor elke geluidsbron (CD, MP3 en AUX) apart
opgeslagen.
Druk op de geluidsregelknop (2) om het menu
voor de geluidsregeling te openen.
Druk op de menuselectieknop (5) recht onder
de menuoptie
Centerpoint om de surround-
functie voor de gekozen geluidsbron te
activeren.
Radio inschakelen
Druk op de BAND-knop (10).
Selecteer eventueel een favoriete pagina
met de FAV-knop (3). Selecteer een zender
met een van de menuselectieknoppen (5).
Cd-speler inschakelen
Plaats een cd of druk op de CD AUX-knop
(16).
Start de cd-wisselaar.
Druk op de CD AUX-knop (16) als er een of
meer cd’s zijn aangebracht of breng (een)
cd(’s) aan.
Start de MP3-speler
Plaats een cd of druk op de CD AUX-knop
(16).
Radio
Zender opzoeken, automatisch
Druk op een van de SEEK-knoppen (11 of 12).
De radio zoekt op de frequentieband en stopt bij
de eerstvolgende zender met een sterk signaal.
Zender opzoeken, handmatig
Draai aan de geluidsregelknop (2) of druk op
de REV-knop (14) of de FWD-knop (15). Laat
de knop/draaiknop los om op de gewenste fre-
quentie te blijven.
Handmatig een zender opslaan
Druk op de FAV-knop (3) om de gewenste
favoriete pagina te selecteren waar de
zender moet worden opgeslagen.
Houd de menuselectieknop (5) ingedrukt die
overeenkomt met de gewenste opslagplaats.
Als het opslaan voltooid is, hoort u een
geluidssignaal.
Automatisch zenders opslaan
Druk op de MENU-knop (4).
Druk op de menuselectieknop (5) voor de
menu-optie
AS.
Druk op de menuselectieknop (5) voor de
menu-optie
Rese om de automatische
opslag van de 12 krachtigste zenders te
starten. Op het display verschijnt
Searching.
Wanneer de zenders zijn vastgelegd, wordt
de FM-pagina of de AM-pagina toegevoegd
na de pagina’s met voorkeurzenders.
Sneltoetsen
Selecteer een zender door eerst op de FAV-
knop (3) te drukken en vervolgens op een van
de menuselectieknoppen (5) of met de stuur-
knoppen, of .
11
Cd-speler
Van nummer veranderen
Draai aan de geluidsregelknop (2) of druk
op de SEEK-knoppen (11 of 12)/stuur-
knoppen, of .
Het nummer wordt op het display
weergegeven.
Vooruit-/achteruitspoelen
Houd de REV- of de FWD-knop (14 of 15)
ingedrukt voor vooruit-/achteruitspoelen.
Laat de knop los om te stoppen met vooruit-/
achteruitspoelen en door te gaan met het
afspelen van het betreffende nummer.
Cd-wisselaar 3
In de cd-wisselaar kunnen cd’s en MP3-schijven
worden aangebracht.
Cd aanbrengen
Druk op de LOAD-knop (8). Op het display
verschijnt
Please Wait.
Wacht tot op het display verschijnt:
Insert CD.
Breng de cd aan in het invoervak. Op het dis-
play verschijnt
Loading.
Meerdere cd’s aanbrengen
Houd de LOAD-knop (8) 2 seconden lang
ingedrukt. U hoort dan een geluidssignaal en
op het display verschijnt:
Please Wait.
Volg de instructies op het display voor het aan-
brengen van de cd’s.
Als u het aanbrengen wilt annuleren, drukt u
op de LOAD-knop (8).
Eén cd verwijderen
Druk op de EJECT-knop (9). U hoort een
geluidssignaal en op het display verschijnt
Ejecting.
Verwijder de cd als
Remove CD op het dis-
play verschijnt.
Meerdere cd’s verwijderen
Houd de EJECT-knop (9) 2 seconden lang
ingedrukt. U hoort dan een geluidssignaal en
op het display verschijnt:
Ejecting All.
Van cd wisselen
Druk op de linker of rechter menuselectieknop
(5) onder de menu-optie
CD.
Wisselen van MP3-bestand/-map
Zie hoofdstuk MP3-speler.
12
MP3-speler
MP3-map selecteren/wisselen
Druk op de linker menuselectieknop (5) onder
het mapsymbool om het eerste bestand in de
vorige map af te spelen.
Druk op de rechter menuselectieknop (5)
onder het mapsymbool om het eerste bestand
in de volgende map af te spelen.
MP3-bestand selecteren/wisselen
Draai aan de geluidsregelknop (2) of druk
op de SEEK-knoppen (11 of 12)/stuur-
knoppen, of .
Het nummer van het MP3-bestand wordt op
het display weergegeven.
Vooruit-/achteruitspoelen
Houd de REV- of de FWD-knop (14 of 15) inge-
drukt voor vooruit-/achteruitspoelen. Laat de
knop los om het vooruit-/achteruitspoelen te
stoppen en door te gaan met het afspelen van
het huidige MP3-bestand.
Saab Navigation
System 3
1 Sneltoetspagina’s doorbladeren
2 Laatst gesproken instructie herhalen
3 Bestemming aangeven
4 Terug naar navigatiekaart met actuele positie van
auto
Weergavestand van kaart wijzigen
5 (Drukken) Uit/aan
(Draaien) Volume
6 Cd’s of MP3-schijven uitvoeren
(Lang drukken) Scherm openen om bij invoervak
voor dvd te komen
7 Geluidsregeling en luidsprekerinstelling/hand-
matig frequenties zoeken/ander nummer,
bestand op cd of MP3-schijf
8 Menu voor AM, FM, CD of draagbare speler
activeren
9 Instellingenmenu voor geluid, radio, navigatie,
scherm of klok
10 Automatisch frequenties zoeken omhoog
Ander nummer/bestand vooruit op cd of
MP3-schijf
11 Automatisch frequenties zoeken omlaag
Ander nummer/bestand achteruit op cd of
MP3-schijf
13
Systeem inschakelen
Druk op de ON/OFF-knop (5).
Bedieningselementen
Aanwijsscherm
- Kies de knoppen op het
scherm om een keuze te bevestigen, een
functie te starten of een submenu te openen.
Als een knop op het scherm gekozen is, hoort u
een geluidssignaal. De schermknoppen zijn
gemarkeerd als een functie beschikbaar is.
NAV (4) - Terug naar de navigatiekaart met de
actuele positie van de auto. Bij iedere druk op
de NAV-knop bladert u de tabs
Full Map, TMC
door alsmede de tabs met de actieve
geluidsbron (
AM, FM , CD, etc.).
WAARSCHUWING
De geldende verkeersregels en de heer-
sende verkeerssituatie hebben
altijd
voorrang boven de aanwijzingen van het
Navigation System.
Let op het gevaar
voor ongelukken!
Navigatie
Route bepalen
Om een adres te kunnen aangeven moet u het
juiste land hebben geselecteerd. Om de huidige
landkeuze te bekijken of een ander land te
selecteren, kies:
1 DEST (3).
2 Druk op de schermknop voor weergave van
de landcode.
3 Met de pijlknoppen kunt u door de lijst
scrollen om een land te kiezen.
4Kies
OK om te bevestigen.
Adres aangeven
Geef een adres aan door er een te zoeken in
een adressenregister.
1 DEST (3)
è Address Entry.
2 Controleer of u het juiste land hebt gekozen.
3Kies Town en type de naam van de
gewenste plaats in of kies Last 5 Towns om
een van de vijf laatst ingevoerde plaatsen te
kiezen.
4 Voer in het desbetreffende tekstveld de
straatnaam in door op de letterknoppen te
drukken.
5Kies
House No. en voer het huisnummer in.
Het systeem geeft de beschikbare huisnum-
mers weer voor de aangegeven straat.
6Kies
Map. De aangegeven bestemming ver-
schijnt op de kaart.
7Kies
Go en kies daarna
routecriterium (Fastest, Shortest of Other).
De route wordt berekend en op de kaart
weergegeven.
14
POI (Point of Interest) kiezen
Bestemming uit de interessante reisdoelen
kiezen.
1 DEST (3)
è POI - Point of Interest.
2 Controleer of u het juiste land hebt gekozen.
3Kies
POI-name en voer de naam in van de
POI.
4Kies
Go op de lijst rechts van de gewenste
POI-naam. De aangegeven bestemming
verschijnt op de kaart.
5 Kies routecriterium (
Fastest, Shortest of
Other). De route wordt berekend en op de
kaart weergegeven.
6Kies
Start Guidance om de routebegelei-
dingssessie te starten.
Routevoorkeuren
Geef criteria aan voor de berekening van een
route.
1 Druk op de MENU-knop (9) totdat de
tab Nav is geselecteerd of kies
Nav.
2 Kies voor
Route Preference.
3 Kies bijv.
Avoid major roads om snelwegen te
vermijden bij het berekenen van de route.
Navigation Audio System
Geluidsregeling 3
Handmatige geluidsregeling en luidspre-
kerinstelling
Druk op de geluidsregelknop (7) om het
instellingsmenu weer te geven.
Stel de hoge tonen, midrange en lage tonen
in met de knoppen
+ (plus) of - (min).
Stel ook de balans van de luidsprekers links/
rechts/voor/achter met de bijbehorende
knoppen in.
Automatische geluidsregeling
Druk op de geluidsregelknop (7) om het
instellingsmenu weer te geven.
Kies de geluidsregeling van uw keuze,
bijvoorbeeld
Talk.
Geluidsregeling Bose
®
Surround
System 3
Handmatige geluidsregeling en luidspre-
kerinstelling
Druk op de geluidsregelknop (7) om het
instellingsmenu weer te geven.
Stel de hoge tonen, midrange en lage tonen
in met de knoppen
+ (plus) of - (min).
Stel ook de balans van de luidsprekers links/
rechts/voor/achter met de bijbehorende
knoppen in.
Centerpoint
Het Bose
®
Surround System kent een sur-
round-functie voor de geluidsbronnen CD,
MP3 en AUX. FM/AM ondersteunen de sur-
round-functie niet.
Druk op
Centerpoint om de surround-
functie te activeren. De overige geluidsrege-
lingen en luidsprekerinstellingen kunnen ook
worden aangepast als de surround-functie
actief is, echter niet de Fader-instelling.
De instellingen van de surrond-functies
worden voor elke geluidsbron (CD, MP3 en
AUX) apart opgeslagen.
15
Automatische geluidsregeling
U hebt de mogelijk de geluidsregeling automa-
tisch af te stemmen op het programma dat u
beluistert of op de schijf die u afspeelt.
Druk op de geluidsregelknop (7) om het
menu voor geluidsregeling en luidspreker-
instellingen te openen.
Kies voor
Talk.
Radio inschakelen
Druk op de AUDIO-knop (8).
Kies de tab FM of AM.
Cd-speler inschakelen
Breng een cd aan of druk op de AUDIO-knop
(8) en kies de cd-tab als er al een schijf is
geladen.
Start de MP3-speler
Breng een schijf (of meerdere schijven) aan
of druk op de AUDIO-knop (8) en kies de cd-
tab als er al een schijf is geladen.
Radio
Radiozender kiezen
Er zijn drie schermweergavestanden voor het
kiezen/opzoeken van radiozenders:
Volledige kaart - Alleen de stuurknoppen,
of , kunnen worden gebruikt om
een andere opgeslagen zender te kiezen/op
te zoeken.
Gedeelde kaart - In de schermstand met vol-
ledige kaart kiest u een geluidstab om het
scherm te delen en zowel het kaartbeeld als
het menu voor de actieve geluidsbron weer te
geven. In deze stand zijn alle functies voor het
kiezen/opzoeken van radiozenders
beschikbaar.
Actieve geluidsbron - Druk op de AUDIO-
knop (8) om alleen het menu met de actieve
geluidsbron weer te geven.
Zender opzoeken, automatisch
Druk op een van de SEEK-knoppen (10 of 11).
De radio zoekt op de frequentieband en stopt bij
de eerstvolgende zender met een sterk signaal.
Zender opzoeken, handmatig
Draai aan de geluidsregelknop (7). Laat de knop
los om bij de gewenste frequentie te stoppen.
Handmatig een zender opslaan
Druk op de FAV-knop (1) om de gewenste
sneltoetspagina (1-3) te selecteren waar de
zender moet worden opgeslagen.
Maak een keuze en houd de sneltoets op het
scherm (1-5) die overeenkomt met de
gewenste opslagplaats ingedrukt. Als het
opslaan voltooid is, hoort u een geluidssig-
naal.
Sneltoetsen
Blader naar de sneltoetspagina van uw keuze
door op de FAV-knop (1) te drukken.
Een andere opgeslagen zender kan ook met
de stuurknoppen, of , worden
opgezocht.
16
Cd-speler
Cd afspelen
In de schermstand met een volledige kaart
kiest u
CD om het scherm te delen en zowel
het kaartbeeld als het cd-menu weer te
geven.
Om alleen het cd-menu weer te geven, drukt
u op de AUDIO-knop (8) of kiest u
CD.
Van nummer veranderen
Draai aan de geluidsregelknop (7) of druk
op de SEEK-knoppen (10 of 11)/stuur-
knoppen, of .
Het nummer wordt op het scherm
weergegeven.
Vooruit-/achteruitspoelen
Houd de knop of op het scherm
ingedrukt voor vooruit-/achteruitspoelen.
Laat de knop los om te stoppen met vooruit-/
achteruitspoelen en door te gaan met het
afspelen van het betreffende nummer.
MP3-speler
Mp3-schijf aanbrengen
In de schermstand met een volledige kaart
kiest u
CD om het scherm te delen en zowel
het kaartbeeld als het cd-menu weer te
geven.
Om alleen het cd-menu weer te geven, drukt
u op de AUDIO-knop (8) of kiest u
CD.
Mp3-map, artiest of album kiezen/wisselen
Kies de pijl-links of pijl-rechts op het scherm
om naar de/het voorgaande of de/het vol-
gende mp3-map, artiest of album te gaan.
MP3-bestand selecteren/wisselen
Draai aan de geluidsregelknop (7) of druk
op de SEEK-knoppen (10 of 11)/stuur-
knoppen, of .
Het nummer van het MP3-bestand wordt op
het scherm weergegeven.
Vooruit-/achteruitspoelen
Houd de knop of op het scherm
ingedrukt voor vooruit-/achteruitspoelen.
Laat de knop los om te stoppen met vooruit-/
achteruitspoelen en door te gaan met het
afspelen van het actuele MP3-bestand.
17
Boordcomputerfuncties op het SID
Afhankelijk van het uitrustingsniveau zijn de
volgende functies te selecteren:
Buitentemperatuur,
Temp
Actieradius met de resterende hoeveelheid
brandstof,
D.T.E
Gemiddeld brandstofverbruik, Fuel Ø
Afstand tot punt van bestemming, Dist
Gemiddelde snelheid, Speed Ø
Snelheidswaarschuwing, SPD W
Instelling van bijvoorbeeld alarmtijd, taal,
regensensor
3, Settings
Bewerking van bijvoorbeeld nummerlijsten,
Phone 3
De functies worden geselecteerd met de stuur-
knoppen, of .
Instellen
De functies
Afstand tot punt van bestemming,
Dist
Gemiddelde snelheid, Speed Ø
Snelheidswaarschuwing, SPD W
zijn als volgt in te stellen:
1 Selecteer een functie met de stuurknoppen,
of .
2 Houd de stuurknop
SET ingedrukt totdat u
een geluidssignaal hoort.
3 Druk op of om de gewenste waarde
in te stellen.
4 Sluit de instelling af door de
SET-knop in te
drukken.
SID (Saab Information
Display)
Resetten
1 Kies de functie die op nul moet worden
gesteld met de stuurknoppen, of .
Fuel Ø
Speed Ø
DTE
Trip (Als Dist als dagteller wordt gebruikt)
2 Houd de stuurknop
CLR ca. 1 seconde lang
ingedrukt.
U hebt de door u geselecteerde functie daarmee
gereset.
Waarschuwingen
Door de stuurknop CLR in te drukken, bevestigt
u dat u de tekstmelding hebt gezien.
Settings
In bepaalde systemen van de auto, bijvoorbeeld
alarm of taal, kunt u eigen instellingen ver-
richten. Dit noemen we “Settings”.
1 Selecteer
Settings met de stuurknoppen,
of .
2 Houd de stuurknop
SET ingedrukt totdat u
een geluidssignaal hoort.
3 Selecteer het gewenste menu met of .
4 Druk de stuurknop
SET in en voer de
gewenste aanpassingen uit met of .
5 Sluit af met een druk op de
SET-knop.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Instrumenten
en bediening.)
Settings
Block Heater 3
MANUAL START
TIMER A, B or C
Park Heater 3
MANUAL START
TIMER A, B or C
Rain Sensor 3
HIGH
MEDIUM
LOW
18
Theft Alarm 3
FULL ALARM
DOOR ONLY
Park Assistance 3
ON
OFF
Alarm Clock
ON
OFF
Language
ENGLISH
DEUTSCH
SVENSKA
FRANÇAIS
ITALIANO
ESPAÑOL
Speed Scale Illumin.
0-260 km/h
0-140 km/h
Units
METRIC
US
IMPERIAL
Climate System
Next Service: xx %
INTERMEDIATE
MAIN
Time for Service
INTERMEDIATE
MAIN
MAIN & INTERMED.
Reset Service Check?
YES NO
TCS
ON
OFF
Uitschakelen
De functies SPD W en Alarm worden uitge-
schakeld met de stuurknop
CLR. U kunt ze
weer inschakelen met de stuurknop
SET.
ESP
ON
OFF
19
Handbediende klimaatregeling
1 Temperatuur
2 Ventilatorsnelheid
3 Luchtverdeling
4 Elektrische verwarming, rechter voorstoel
5 Recirculatie
6 Achterruitverwarming/zijspiegelverwarming
7 Alarmlichten
8 A/C uit/aan
9 Elektrische verwarming, linker voorstoel
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Instrumenten en
bediening.)
Automatische regeling
1 Temperatuurinstelling, linkerzijde
2 AUTO (automatische klimaatregeling)
3 Handmatige instelling van de luchtstroom
4 Handmatige instelling van de ventilatorsnelheid
5 Ontwaseming
6 Handmatige instelling van de luchtstroom
7 Temperatuurinstelling, rechterzijde
8 Recirculatie
9 Elektrische verwarming, rechter voorstoel
10 Achterruitverwarming/zijspiegelverwarming
11 Alarmlichten
12 A/C uit/aan
13 Elektrische verwarming, linker voorstoel
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Instrumenten en
bediening.)
Klimaatregeling Binnenverlichting
1Uit
2 Aan/uit door portierschakelaar
3Aan
(Zie instructieboekje, Interieur).
Binnenverlichting,
Cabriolet
1 Linker leeslampje
2 Binnenverlichting
3 Rechter leeslampje
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk 9-3 Cabriolet.)
20
Bekerhouder
Bekerhouder in dashboard
Bekerhouder in opbergvak tussen voorstoelen
Bekerhouder onder zitgedeelte achterbank
Bediening kap
Openen
1 De motor starten en stationair laten lopen.
2 De schakelaar omlaagduwen en in deze
stand vasthouden totdat de kap is geopend,
de kapafdekking is gesloten en er een kort
geluidssignaal klinkt. De schakelaar iets
langer vasthouden in deze stand om de zij-
ruiten te openen.
3 Controleren of er geen storingsmelding op
het SID verschijnt.
Sluiten
1 De motor starten en stationair laten lopen.
2 De schakelaar omhoogduwen en in deze
stand vasthouden totdat de kap gesloten is,
de kapafdekking is gesloten en er een kort
geluidssignaal klinkt.
Let erop dat alle zijruiten automatisch iets
worden geopend om te voorkomen dat de
afdichtrubbers beschadigd raken bij het
sluiten van de kap. De schakelaar iets
langer in deze stand vasthouden om de zij-
ruiten te sluiten.
3 Controleren of de bevestigingshaken van de
kap goed vastzitten.
4 Controleren of er geen storingsmelding op
het SID verschijnt.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk 9-3 Cabriolet.)
22
Sloten
Sleutel uit afstandsbediening halen door op
het embleem te drukken.
Het portier handmatig ontgrendelen.
Als de auto uitgerust is met een alarmsysteem
gaat dat vervolgens af. Het alarm valt stil, wan-
neer u de afstandsbediening in het contactslot
steekt en naar stand ON draait.
1 Alle portieren, de tankvulklep en de bagage-
klep vergrendelen/alarm activeren.
2 Alle portieren, de tankvulklep en de bagage-
klep ontgrendelen/alarm uitschakelen.
3 Bagageklep openen/achterklep ontgren-
delen (Sport Estate)
4 Buiten- en binnenverlichting inschakelen/
uitschakelen (brandt 30 seconden).
Paniekalarm (auto’s met diefstalalarm):
Houd de knop langer dan 2 seconden inge-
drukt om het alarm gedwongen te starten.
Op afstand openen/sluiten 3
Door de toets 1 of 2 langer dan 2 seconden
ingedrukt te houden kunt u:
(toets 1) de zijruiten en het zonnedak
sluiten, de elektrisch bediende zijspiegels
inklappen en tegelijkertijd de auto vergren-
delen en het alarm activeren;
(toets 2) de zijruiten en het zonnedak
openen en tegelijkertijd de auto ontgren-
delen en het alarm uitschakelen.
Vergrendelen/ontgrendelen met de traditio-
nele sleutel
1 Vergrendelen
2 Ontgrendelen
Kinderslot activeren met een schroevendraaier
of de traditionele sleutel in de afstandsbedie-
ning door de cilinder 45° te verdraaien.
Bij activering van het kinderslot is het achterpor-
tier alleen vanaf de buitenzijde te openen.
23
Ontgrendel het ruggedeelte van uw keuze
door aan de bijbehorende handgreep in de
bagageruimte (Sport Sedan)/bovenkant van
het ruggedeelte (Sport Estate) te trekken.
Klap het ruggedeelte voorover.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Interieur.)
Ruggedeelte
neerklappen
Trap het rempedaal volledig in en voer zo nodig
een uitwijkmanoeuvre uit.
Laat het rempedaal nooit los, voordat de auto
helemaal stilstaat of het gevaar geweken is!
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Starten en
rijden.)
Doorsteekluik
Klap de armleuning omlaag en open het door-
steekluik door de handgreep omhoog te
trekken. Achter op het doorsteekluik vindt u
een vergrendeling die u moet verdraaien om
het luik te ontgrendelen.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Interieur.)
Sport Sedan
Anti-blokkeerremsysteem
(ABS)
Sport Estate
24
Traction Control System
(TCS)
Het Traction Control System (aandrijfregelsys-
teem) zorgt dat de wielen niet gaan door-
slippen, waardoor een optimale trekkracht
wordt verkregen en de grip en de wegligging
worden verbeterd.
Wanneer het systeem actief is, licht het contro-
lelampje op. Dit betekent dat één of meer
wielen de grip op het wegdek hebben verloren.
Als het systeem actief is, hebben de banden
minder grip op het wegdek en moet u extra
voorzichtig zijn.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Starten en
rijden.)
Stabiliteitsprogramma
(ESP)
3
Het stabiliteitsprogramma helpt de bestuurder
om het voertuig te stabiliseren in verrassende
rijsituaties die anders moeilijker te hanteren
zouden zijn.
Als het systeem actief is, gaat het controle-
lampje branden.
Wanneer het systeem actief is, hebben de
banden minder grip op het wegdek en dient u
verder extra voorzichtig te zijn.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Starten en
rijden.)
Sentronic maakt het mogelijk om handmatig te
schakelen op een auto met een automatische
versnellingsbak. U schakelt met de keuze-
hendel of (zoals het geval is op bepaalde
varianten) met de stuurtoetsen.
Bediening
1 Duw de keuzehendel in stand M.
2 Kies een hogere versnelling door de keuze-
hendel naar voren te duwen of op de rechter
stuurtoets te drukken.
3 Kies een lagere versnelling door de keuze-
hendel naar achteren te duwen of op de
linker stuurtoets te drukken.
Bij handmatig schakelen verschijnt de gekozen
versnelling op het display van het hoofdinstru-
ment. De gekozen versnelling wordt voorafge-
gaan door de letter M.
Overschakelen van de 3de naar de 4de ver-
snelling of van de 4de naar de 5de versnelling
is alleen mogelijk bij een motortoerental hoger
dan 2000 omw/min.
Bij gladheid is het raadzaam om in de 2de of
3de versnelling weg te rijden zodat de wielen
niet doorslippen.
Op steile, aflopende hellingen moet u een
lagere versnelling kiezen om krachtiger op de
motor af te remmen en zo de remmen te ont-
zien.
Bij een motortoerental lager dan 2000 omw/min
in de 4de en 5de versnelling is kickdown
mogelijk.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Starten en
rijden.)
Sentronic 3
25
Achteruitkijkspiegel en
zijspiegels
Zijspiegels
1 Zijspiegel kiezen
2 Drukplaatje voor het instellen
3 Elektrisch inklappen 3
4 Zijspiegel aan passagierszijde inklappen tijdens
het achteruitrijden 3
Achteruitkijkspiegel, handbediend
1 Normale stand
2 Anti-verblindingsstand
Achteruitkijkspiegel, automatische
anti-verblindingsregeling
3
1 Automatische anti-verblindingsregeling aan/uit
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Interieur.)
Akoestisch
parkeerhulpsysteem
3
Het parkeerhulpsysteem helpt u bij het achter-
uitrijden en parkeren. Het systeem wordt auto-
matisch geactiveerd, wanneer u de achteruit-
versnelling inschakelt. Het systeem registreert
obstakels tot op ca. 1,8 m achter de auto. Wan-
neer er zich een obstakel binnen het meetge-
bied bevindt, geeft het systeem geluidssig-
nalen af. Wanneer de auto het obstakel tot op
ca. 90 cm genaderd is volgen de geluidssig-
nalen elkaar merkbaar sneller op. Bij een
afstand van minder dan ca. 30 cm vloeien de
signalen over in één lange toon.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Starten en
rijden.)
Automatische
versnellingsbak
Trap op het rempedaal en houd de vergrende-
lingsknop op de keuzehendel ingedrukt, wan-
neer u de keuzehendel uit stand P of N wilt
halen.
SPORT-programma 3
Het programma wordt ingeschakeld met de
knop SPORT (pos. 11, blz. 4). De schakel-
punten worden dusdanig gewijzigd dat er bij
dezelfde gaspedaalstand later wordt opge-
schakeld en eerder wordt teruggeschakeld.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Starten en
rijden.)
Gevarendriehoek 3
De gevarendriehoek zit met klittenband op de
bekleding van de bagageruimte vast.
Plaats een gevarendriehoek op 50–100 meter
achter de auto, zodat achteropkomend verkeer
tijdig wordt gewaarschuwd. Als heuvels e.d.
het zicht belemmeren, moet u een grotere
afstand aanhouden.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Instrumenten
en bediening.)
26
Finesses
“Follow-Me-Home”-verlichting
Wanneer u de functie “Follow-Me-Home” acti-
veert, blijven de dimlichten
nog ca. 30 seconden lang branden nadat u de
motor hebt afgezet en het bestuurdersportier
hebt gesloten.
1 Neem de afstandsbediening uit.
2 Open het bestuurdersportier.
3 Haal de hendel voor het wisselen van groot
licht/dimlicht tot in de eindstand naar het
stuurwiel toe.
4 Sluit het portier, waarna het dimlicht
nog ca. 30 seconden lang blijft branden.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Instrumenten
en bediening.)
“Lead-Me-to-the-Car”-verlichting
De functie “Lead-Me-to-the-Car” maakt het u
makkelijker om uw auto terug te vinden op een
parkeerplaats. U kunt de functie ook gebruiken
om iemand af te schrikken die tracht in te
breken in de auto.
U schakelt de buiten- en binnenverlichting in
met de toets op het afstandsbediening.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Sloten en dief-
stalalarm.)
Op afstand openen/sluiten 3
Bij het op afstand openen/sluiten opent of sluit
u alle zijruiten en een eventueel zonnedak
vanaf de afstandsbediening.
Openen door toets op de
afstandsbediening 2 seconden lang inge-
drukt te houden.
Sluiten door toets op de
afstandsbediening 2 seconden lang inge-
drukt te houden.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Interieur.)
Gekoeld dashboardkastje 3
Er zit een schuifluikje in het dashboardkastje
dat kan worden geopend om koude lucht aan te
voeren (alleen auto’s met ACC). Dit maakt het
mogelijk om bijv. chocolade ook bij warm weer
koel te bewaren.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Interieur.)
Remlichten buiten werking
Als de gloeilamp van een van de remlichten
kapotgaat, zal het achterlicht naast de kapotte
gloeilamp dienst doen als remlicht. Er ver-
schijnt dan een storingsmelding op het SID om
aan te geven dat het remlicht kapot is.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Onderhoud
van de auto.)
Koplamphoogteverstelling 3
Op auto’s met halogeenlampen stelt u de kop-
lamphoogte af door de bijbehorende draaiknop
linksom te draaien. Stand 1 - lichte belading,
stand 3 - maximale belading.
Auto’s met xenonlampen zijn voorzien van
automatische koplamphoogteverstelling.
Afhankelijk van de belading van de auto wordt
de koplamphoogte telkens dusdanig bijgesteld
dat tegenliggers niet worden verblind.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Instrumenten
en bediening.)
Night Panel
Om bij donker een behaaglijker verlichting in de
auto te creëren kunt u de functie Night Panel
activeren. Deze functie beperkt de hoeveelheid
visuele informatie, zodat u alleen de belang-
rijkste informatie krijgt.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Instrumenten
en bediening.)
Hulpverwarming 3
Auto’s met dieselmotor: Op sommige
markten zijn auto’s met een dieselmotor uitge-
rust met hulpverwarming. Deze hulpverwar-
ming werkt op dieselolie en start automatisch
bij het aanslaan van de motor, als de koelvloei-
stoftemperatuur lager is dan 75°C en het buiten
kouder is dan +8°C.
Het symbool op het hoofdinstrument
brandt altijd wanneer de koelvloeistoftempera-
tuur lager is dan +75°C en de buitentempera-
tuur lager is dan +C.
De hulpverwarming zorgt ervoor dat de motor
sneller op bedrijfstemperatuur komt.
(Zie Instructieboekje, hoofdstuk Technische
gegevens.)
27
Motorruimte
Turbobenzinemotor, 4-cilinder
1 Oliebijvulopening, motor
2 Koelvloeistof
3 Rem- en koppelingsvloeistof
4 Accu
5 Relais- en zekeringhouder
6 Sproeiervloeistof
7 Stuurbekrachtigingsvloeistof
8 Oliepeilstok, motorolie
Turbobenzinemotor, V6
1 Stuurbekrachtigingsvloeistof
2 Koelvloeistof
3 Rem- en koppelingsvloeistof
4 Accu
5 Relais- en zekeringhouder
6 Sproeiervloeistof
7 Oliebijvulopening, motor
8 Oliepeilstok, motorolie
Dieselmotor 1.9TiD
1 Oliebijvulopening, motor
2 Koelvloeistof
3 Rem- en koppelingsvloeistof
4 Accu
5 Relais- en zekeringhouder
6 Sproeiervloeistof
7 Stuurbekrachtigingsvloeistof
8 Oliepeilstok, motorolie
Dieselmotor 1.9TTiD
1 Oliebijvulopening, motor
2 Koelvloeistof
3 Rem- en koppelingsvloeistof
4 Accu
5 Relais- en zekeringhouder
6 Sproeiervloeistof
7 Stuurbekrachtigingsvloeistof
8 Oliepeilstok, motorolie
Draai de dop los door deze voorzichtig linksom
te draaien.
Sluiten: Draai de tankdop dusdanig ver
rechtsom dat u
drie klikken hoort.
Brandstofkwaliteit
Benzinemotor: Ongelood 95 (RON)
Benzinemotor
aangepast voor
ethanol
3
E85 (ook brandstof met
een lager gehalte aan
ethanol)
N.B.
Het gebruik van brandstof met een lager
octaangetal dan aanbevolen kan ernstige
motorschade veroorzaken.
Dieselmotor: Dieselmotoren moeten
op dieselolie lopen die
voldoet aan de Euro-
pese norm NEN-EN 590.
Dieselolie, cetaangetal
minstens 45.
Inhoud brandstoftank
Benzinemotor en
dieselmotor:
58 liter
Benzinemotor aan-
gepast voor ethanol
61 liter
Bandenspanning
Bandenmaat
Belading/
snelh.
km/h
Voor/
achter
bar (psi)
195/65 R15 H
1–3 inz.
0–160
2,3/2,3
(33/33)
215/60 R15 V
1–3 inz.
0–160
2,4/2,2
(35/32)
215/55 R16 V
1–3 inz.
0–160
2,2/2,2
(32/32)
225/45 R17 W
RF/XL
1–3 inz.
0–190
2,4/2,4
(35/35)
235/45 R17 W
1–3 inz.
0–190
2,4/2,4
(35/35)
225/45 R18 W
RF/XL
1–3 inz.
0–190
2,4/2,4
(35/35)
195/65 R15 Q
winterbanden
1–3 inz.
0–160
2,4/2,4
(35/35)
205/65 R15 Q
winterbanden
1–3 inz.
0–160
2,4/2,4
(35/35)
215/55 R16 Q
winterbanden
1–3 inz.
0–160
2,4/2,4
(35/35)
225/45 R17 Q
RF/XL
winterbanden
1–3 inz.
0–160
2,5/2,5
(36/36)
235/45 R17 Q
winterbanden
1–3 inz.
0–160
2,4/2,4
(35/35)
125/85 R16 M
reservewiel
max. 80
4,2/4,2
(60/60)
N.B. In de tabel wordt uitgegaan van de meest voor-
komende beladingssituatie. Zie voor de overige
situaties hoofdstuk Technische gegevens in het
Instructieboekje dat bij de auto hoort.
Banden verwisselen, zie het Instructieboekje voor
de goedgekeurde banden per motorvariant.
Tanken
NL Ordering no. 32 001 320
© Copyright Saab Automobile AB, 2007.
Printed in Sweden
11


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Saab 9-3 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Saab 9-3 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,74 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Saab 9-3

Saab 9-3 User Manual - English - 292 pages

Saab 9-3 User Manual - Dutch - 304 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info