527353
217
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/228
Next page
Gebruikershandleiding
RP: IK HEB HET WOORD ‘PRESTATIE’ VERVANGEN DOOR ‘PERFORMACE’
Lees voor gebruik van dit apparaat zorgvuldig de paragrafen: ‘BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ (p. 2), ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER
GEBRUIKEN’ (p. 3) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 5). Deze paragrafen
verschaffen informatie betreffende de juiste werking van het apparaat. Bovendien moet
de handleiding volledig gelezen worden om alle mogelijkheden van het aparaat te
begrijpen. De handleiding moet bewaard en bij de hand gehouden worden als
naslagwerk.
Copyright © 2007 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag op enigerlei wijze gereproduceerd worden
zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.

#!54)/.
5,6.2)(/(&75,&6+2&.
'212723(1
$77(17,215,648('(&+2&(/(&75,48(1(3$62895,5
+HW V\PERRO YDQ GH EOLNVHPIOLWV PHW SLMO ELQQHQ HHQ
JHOLMN]LMGLJH GULHKRHN LV EHGRHOG RP GH JHEUXLNHU WH
ZDDUVFKXZHQ YRRU GH DDQZH]LJKHLG YDQ QLHW JHÕVROHHUG
·JHYDDUOLMN YROWDJH· ELQQHQLQ KHW DSSDUDDW ZHONH NUDFKWLJ
JHQRHJ NDQ ]LMQ RP HHQ HOHNWULVFKH VFKRNELMSHUVRQHQWH
YHURRU]DNHQ
+HW XLWURHSWHNHQ ELQQHQ HHQ JHOLMN]LMGLJH GULHKRHN LV
EHGRHOG RP GH JHEUXLNHU WH ZDDUVFKXZHQ YRRU GH
DDQZH]LJKHLG YDQ EHODQJULMNH EHGLHQLQJV HQ
RQGHUKRXGVLQVWUXFWLHV LQ GH OLWHUDWXXU EHKRUHQGH ELM KHW
SURGXFW
,16758&7,(60(7%(75(..,1*727+(75,6,&29$1%5$1'(/(.75,6&+(6&+2.
2)9(5:21',1*(1$$13(5621(1
"%,!.'2)*+%6%),)'(%)$3).3425#4)%3
"%7!!2$%:%).3425#4)%3
7!!23#(57).' 9(5:,-'(5+(7'(.6(/2)'(
$&+7(5.$171,(720+(75,6,&223((1(/(.75,6&+(
6&+2.7(5('8&(5(1%,11(1,1%(9,1'(1=,&+*((1
21'(5'(/(1',('225'(*(%58,.(521'(5+28'(1
.811(1:25'(1/$$7+(721'(5+28'$$1(5.(1'
21'(5+28'63(5621((/29(5
7!!23#(57).'²7LMGHQVKHWJHEUXLNYDQHOHNWULVFKHSURGXFWHQPRHWHQGHYRRU]RUJVPDDWUHJHOHQDOWLMGRSJHYROJGZRUGHQ
LQFOXVLHIGHYROJHQGH
 /HHVGH]HLQVWUXFWLHV
 %HZDDUGH]HLQVWUXFWLHV
 1HHPDOOHZDDUVFKXZLQJHQVHULHXV
 9ROJDOOHLQVWUXFWLHV
 *HEUXLNGLWDSSDUDDWQLHWLQGHEXXUWYDQZDWHU
 0DDNGLWDSSDUDDWDOOHHQPHWHHQGURJHGRHNVFKRRQ
 'HYHQWLODWLHRSHQLQJHQPRJHQQLHWJHEORNNHHUGZRUGHQ
,QVWDOOHHULQRYHUHHQVWHPPLQJPHWGHLQVWUXFWLHVYDQGH
IDEULNDQW
 ,QVWDOOHHUKHWDSSDUDDWQLHWLQGHEXXUWYDQZDUPWHEURQQHQ
]RDOVUDGLDWRUHQNDFKHOVFKXLYHQNDFKHOVRIDQGHUH
DSSDUDWHQLQFOXVLHIYHUVWHUNHUVGLHZDUPWHSURGXFHUHQ
 'HYHLOLJKHLGVRS]HWYDQGHJHSRODULVHHUGHRIDDUGHSOXJ
GLHQWQLHWWHQLHWJHGDDQWHZRUGHQ(HQJHSRODULVHHUGHSOXJ
KHHIWWZHHSROHQGHppQEUHGHUGDQGHDQGHUH(HQ
DDUGHSOXJKHHIWWZHHSODWWHNDQWHQHQHHQGHUGHDDUGHSLQ
'HEUHGHSRRORIGHGHUGHSLQ]LMQYRRUXZYHLOLJKHLGDDQJH
EUDFKW
 %HVFKHUPKHWQHWVQRHU]RGDWHUQLHWRYHUKHHQJHORSHQNDQ
ZRUGHQ=RUJGDWKHWVQRHULQKHWELM]RQGHUELMGHVWHNNHUV
VWRSFRQWDFWGR]HQHQRSKHWSXQWZDDU]LMXLWKHWDSSDUDDW
NRPHQQLHWJHGUDDLGRILQHONDDUJHGUXNWZRUGW
 *HEUXLNDOOHHQGRRUGHIDEULNDQWJHVSHFLILFHHUGH
DDQKDQJVHOVRIDFFHVVRLUHV
 *HEUXLNKHWDSSDUDDWPHWHHQGRRUGHIDEULNDQW
JHVSHFLILFHHUGHRIELMKHWDSSDUDDW
JHOHYHUGHNDUVWDQGDDUGVWDWLHIFRQVROH
RIWDIHO9RRU]LFKWLJKHLGLVJHERGHQ
WLMGHQVKHWYHUSODDWVHQYDQGHNDU
DSSDUDDWFRPELQDWLH]RGDWGH]HQLHWNDQ
RPYDOOHQHQGDDUGRRUVWXNJDDW
 7LMGHQVRQZHHURIZDQQHHUKHWDSSDUDDW
JHGXUHQGHHHQODQJHUHSHULRGHQLHWJHEUXLNW]DOZRUGHQ
KDDOWXGHVWHNNHUXLWKHWVWRSFRQWDFW
 /DDWDOKHWRQGHUKRXGDDQHUNHQGRQGHUKRXGVSHUVRQHHO
RYHU2QGHUKRXGLVYHUHLVWZDQQHHUKHWDSSDUDDWRS
HQLJHUOHLZLM]HEHVFKDGLJGLVELMYRRUEHHOGDOVKHWQHWVQRHU
RIGHVWHNNHUEHVFKDGLJGLVHUYORHLVWRIRIREMHFWHQLQKHW
DSSDUDDWWHUHFKW]LMQJHNRPHQDOVKHWDSSDUDDWDDQUHJHQ
RIYRFKWLJKHLGKHHIWEORRWJHVWDDQQLHWQRUPDDOIXQFWLRQHHUW
RILVJHYDOOHQ
3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
001
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u
onderstaande instructies en de gebruikershand-
leiding.
.................................................................................................................
002a
Maak het apparaat niet open, en voer geen interne
modificaties uit.
.................................................................................................................
003
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in
het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe
specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga
voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtst-
bijzijnde Roland Service Centrum of een erkende
Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina
kunt vinden.
.................................................................................................................
004
Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen
die:
aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten
voertuig, dichtbij een verwarming of bovenop
warmte genererende apparatuur of die
vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes
of natte vloeren hebben of die
aan regen worden blootgesteld of die
stoffig zijn of die
aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
.................................................................................................................
007
Zorg dat u het apparaat zodanig plaatst, dat het
waterpas staat en stabiel blijft. Plaats het nooit op
standaards die kunnen wiebelen of op hellende
oppervlakken.
..........................................................................................................
001
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een
stroomvoorziening van het type dat wordt
beschreven in de gebruiksinstructies of zoals is
aangegeven aan de zijkant van het apparaat.
..........................................................................................................
008e
Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer.
Daarnaast mag het meegeleverde netsnoer niet
met andere apparaten worden gebruikt.
..........................................................................................................
008e
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er
geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het
snoer beschadigen, waardoor kortsluiting kan
ontstaan. Beschadigde snoeren betekenen een risico
op brand en schokken!
.................................................................................................................
010
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met
een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan
geluidsniveaus produceren, die in staat zijn
permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk
nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncom-
fortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde
mate van gehoorsverlies of een piep in de oren
bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een
oorarts consulteren.
.................................................................................................................
011
Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water,
frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
.................................................................................................................
HET
APPARAAT
OP
EEN
VEILIGE
MANIER
GEBRUIKEN
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
4
0:
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud
naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum of een erkend Roland distributeur,
te vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien:
Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
Er rook of een ongewone geur optreedt
Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren
of een duidelijke verandering in werking laat zien.
.................................................................................................................
13
In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat
is de regels, die essentieel zijn voor een veilige
bediening van het apparaat op te volgen.
.................................................................................................................
014
Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat
het niet vallen!)
.................................................................................................................
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact, waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder
voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de
totale hoeveelheid stroom, die door alle aangesloten
apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom
classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer
overschrijden. Door overmatige ladingen kan de
isolatie van het snoer verhit raken en uiteindelijk
smelten.
.................................................................................................................
016
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het
dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Infor-
matie’ pagina.
..........................................................................................................
026
Plaats geen voorwerpen die water bevatten (zoals
bloemenvazen) op dit apparaat. Vermijd ook het
gebruik van insecticiden, parfums, alcohol,
nagellak, spuitbussen e.d. in de buurt van het
apparaat. Vloeistoffen die op het apparaat
gemorst worden dient u direct m.b.v. een droge zachte
doek weg te vegen.
..........................................................................................................
101a
Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst
te worden, dat er voldoende ventilatieruimte
beschikbaar is.
..........................................................................................................
102b
Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit
apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald,
houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..........................................................................................................
116
Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en
maak deze met een droge doek schoon om stof en
andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder
de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat
langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen
de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie
leiden en brand veroorzaken.
..........................................................................................................
104
Probeer het in elkaar verwikkeld raken van
snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien
zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van
kinderen geplaatst moeten worden.
..........................................................................................................
106
Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er
geen zware objecten op.
..........................................................................................................
108d: Selection
Wanneer u het apparaat wilt verplaatsen, volgt u
dan hieronder genoemde veiligheidsmaatregelen
op. Er zijn minimaal twee personen nodig om het
apparaat op veilige wijze op te tillen en te
verplaatsen. Het dient voorzichtig behandeld te
worden en waterpas gehouden te worden. Zorg ervoor, dat
u het apparaat stevig vasthoudt om uzelf tegen verwon-
dingen en het apparaat tegen beschadiging te beschermen.
Controleer of de schroeven waarmee het apparaat op de
standaard is bevestigd niet zijn losgeraakt. Draai ze weer
stevig vast wanneer u merkt dat ze losgeraakt zijn.
Neem de stekker uit het stopcontact.
Koppel alle kabels los, waardoor het apparaat met
andere apparatuur is verbonden.
Klap de hoogteverstelling van de pedalen (pag. 17)
omhoog.
Sluit het deksel.
Klap de muziekstandaard naar beneden.
..........................................................................................................
109a
Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de
stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het
stopcontact.(p. 17).
..........................................................................................................
110a
Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht,
haalt u het netsnoer uit het stopcontact
..........................................................................................................
Weest u voorzichtig bij het openen/sluiten van het
deksel, zodat uw vingers niet bekneld raken (pag.
16). Wanneer kleine kinderen het apparaat
gebruiken, is continu toezicht door een volwassene aan te
bevelen.
..........................................................................................................
118
Wanneer u de bevestigingsschroeven, moeren en
kapjes van de muziekstandaard verwijdert, dient u
ze buiten het bereik van kleine kinderen te bewaren
om te voorkomen dat ze ingeslikt worden.
..........................................................................................................
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Naast ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES’ en ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ dient u
de volgende punten aandachtig door te lezen:
Stroomvoorziening
Gebruik dit apparaat niet op dezelfde stroomvoorziening
met een apparaat dat ruis veroorzaakt (zoals een elektrische
motor of variabel lichtsysteem).
Zet alle apparaten uit, voordat u dit apparaat aan andere
apparaten aansluit. Dit voorkomt storing en/of schade aan
speakers of andere apparaten.
Hoewel de LCD en LED uitstaan, wanneer de power knop
is omgezet, betekent dit niet dat het apparaat helemaal niet
meer aangesloten is op de stroom. Als u echt het hele appa-
raat uit moet zetten, zet dan eerst de power-knop uit, en
haal dan de stroomdraad uit de uitgang. Dit is de reden dat
de uitgang voor de stekker van de stroomdraad binnen
handbereik moet zijn.
Plaatsing
Het gebruik van het apparaat in de buurt van versterkers
(of andere apparatuur die grote transformatoren bevat) kan
storing veroorzaken. Om dit probleem te verhelpen, kunt u
de oriëntatie van dit apparaat veranderen of het verder van
de storingsbron zetten.
Dit apparaat zou met de ontvangst van radio en televisie
kunnen interfereren. Gebruik dit apparaat niet in de buurt
van zulke ontvangers.
Er kan geluid worden geproduceerd als draadloze commu-
nicatieapparaten, zoals mobiele telefoons, werken in de
buurt van dit apparaat. Zo’n geluid kan ontstaan als u belt
of gebeld wordt of als u aan het converseren bent. Als u
zulke problemen ervaart, zult u deze draadloze communi-
catieapparaten moeten verplaatsen, zodat zij zich op een
grotere afstand van dit apparaat bevinden of deze uitscha-
kelen.
Neem het volgende in acht, wanneer u de floppy diskdrive
van dit apparaat wil gebruiken. Kijk voor verdere details
‘Voordat u de floppy diskettes gebruikt’ (p. 6).
Plaats dit apparaat niet in de buurt van apparaten, die
een sterk magnetisch veld produceren (bijv.
luidspeakers).
Installeer het apparaat op een solide, recht oppervlak.
Verplaats het apparaat niet en stel het niet bloot aan
trillingen, terwijl de drive werkt.
Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het
niet nabij apparaten die warmte uitstralen, laat het niet ach-
ter in een gesloten voertuig, en stel het niet bloot aan
extreme temperaturen. Laat geen verlichtingsapparatuur
die normaliter gebruikt wordt als de lichtbron vlakbij het
apparaat is (zoals een pianolicht) of krachtige spotlights
voor langere tijd op het zelfde gebied schijnen. Overmatige
hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
Wanneer het apparaat van de ene plaats naar de andere
wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid
heel anders is, kunnen er waterdruppels (condensatie) in
ontstaan. Gebruik van het apparaat in deze conditie kan
resulteren in schade of storing. Laat het apparaat daarom
voor gebruik een aantal uren staan, totdat de condensatie is
verdwenen.
Laat geen rubber, vinyl of vergelijkbaar materiaal voor lan-
gere tijd op het apparaat liggen. Zulke objecten kunnen de
afwerking verkleuren of op een andere manier schadelijk
effect hebben.
Laat geen objecten op het toetsenbord of het pedaalbord lig-
gen. Dit kan storing veroorzaken, zoals toetsen die ophou-
den met het produceren van geluid.
Plak geen stickers en soortgelijke apparaaten op het instru-
ment. Het verwijderen van dit soort zaken kan de afwer-
king aan de buitenkant beschadigen.
Onderhoud
Gebruik voor het schoonmaken van het apparaat een
zachte, droge doek of één die ietwat vochtig is. Veeg het
hele oppervlak schoon met gelijke kracht, door de doek te
bewegen in de richting van de nerven van het hout. Te hard
op dezelfde plek vegen kan de afwerking beschadigen.
Gebruik nooit benzine, verdunner, alcohol of oplosmidde-
len om verkleuren of vervormen te voorkomen.
Reparatie en data
452
Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen verlo-
ren kan gaan als u het apparaat laat repareren. Van belang-
rijke gegevens moet u altijd een reservekopie maken, in een
ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer), compu-
ter of op papier opgeschreven (indien mogelijk). Tijdens
reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden.
Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het schakelsysteem
van het geheugen zelf niet meer werkt) kan data helaas niet
meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor
dit soort dataverlies.
Verdere
voorzorgsmaatregelen
551
Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door
storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar
verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van
belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om
van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke gegevens,
die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, te
maken.
552
De inhoud van data die op een opslagapparaat is opgesla-
gen (bijvoorbeeld een CD-R/RW disk), kan helaas niet meer
hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland
Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataver-
lies.
Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedie-
ningsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzichtig-
heid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en
aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op
uit.
Tijdens normale werking zal het scherm een geringe hoe-
veelheid geluid produceren.
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de
kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan
de interne elementen van de kabel.
Tijdens normale werking zal het apparaat een geringe hoe-
veelheid warmte afgeven.
Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het
6
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden.
U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,
zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste
omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het
in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal).
Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten
gebruiken.
Oefen bij het gebruik geen onnodig grote kracht uit op de
muziekstandaard.
Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken.
Als u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan
notitie van onderstaande voorzorgsmaatregelen.
Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik
voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels, die
weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels
kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet
hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u
bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Voordat u het deksel van het keyboard opent of sluit, dient
u altijd te controleren dat er geen huisdieren of andere
kleine dieren zich bovenop het instrument bevinden (u
dient ze uit de buurt van het keyboard en het deksel te hou-
den) Als u hier geen rekening mee houdt kan als gevolg van
het ontwerp van het apparaat een huisdier of ander klein
dier in het apparaat gevangen raken. Als dit voorkomt dient
u onmiddellijk het apparaat uit te schakelen en kabel uit het
stopcontact te halen. U moet dan de verkoper benaderen
waar u het instrument hebt aangeschaft of het dichtstbij-
zijnde Roland Service Center.
Voordat u diskettes gebruikt
De diskdrive hanteren
602
Installeer het apparaat op een solide, recht oppervlak in een
trillingsvrije ruimte.
Vermijd direct gebruik van het apparaat, nadat het ver-
plaatst is naar een ruimte die een andere vochtigheidsgraad
heeft. Snelle omgevingsveranderingen kunnen condensatie
in de drive veroorzaken, wat deze negatief beïnvloedt en/of
diskettes beschadigt. Laat het apparaat aan de nieuwe
omgeving wennen (een aantal uren) wanneer het is ver-
plaatst, voordat u ermee gaat werken.
Om een diskette in te voeren, drukt u het voorzichtig maar
stevig in de drive – u hoort een klik. Om een diskette te ver-
wijderen drukt u stevig op de EJECT knop. Gebruik geen
overdreven kracht om de diskette te verwijderen.
Verwijder nooit een diskette, wanneer deze aan het lezen of
schrijven is, omdat dat het magnetisch oppervlak van de
diskette kan beschadigen, wat deze onbruikbaar maakt. (De
indicator van de diskdrive zal helemaal oplichten, wanneer
de drive bezig is met het lezen of schrijven van data. Nor-
maalgesproken zal de indicator minder fel oplichten of uit
zijn.)
Verwijder elke diskette voor u het apparaat aan- of uitzet.
Om schade aan de bovenkant van de diskdrive te voorko-
men moet u altijd proberen de diskette recht te houden (niet
afwijkend in een richting), terwijl u hem in de drive stopt.
Druk hem er stevig maar voorzichtig in. Gebruik nooit
overdreven kracht.
Stop alleen diskettes in de diskdrive om storing en/of
schade te voorkomen. Stop er geen ander soort schijf in.
Zorg ervoor, dat er geen paper clips, muntjes of andere
vreemde voorwerpen in de drive terecht komen.
Diskettes hanteren
Diskettes zijn schijfjes van plastic met een dun laagje mag-
netisch materiaal. Microscopische precisie is nodig om grote
hoeveelheden data op zo’n klein oppervlak op te kunnen
slaan. Om de integriteit ervan te verzekeren moet u op het
volgende letten als u diskettes gebruikt:
Raak het magnetische veldje in de diskette nooit aan.
Leg diskettes niet op stoffige of vieze plekken.
Stel diskettes niet bloot aan extreme temperaturen (bijv.
in direct zonlicht of in een afgesloten voertuig). De
aangeraden temperatuur is 10 tot 50 graden Celsius.
Stel diskettes niet bloot aan sterke magnetische velden,
zoals die van luidsprekers.
Diskettes hebben een ‘schrijf bescherm’ hoekje, dat de
inhoud van de diskette tegen wissen beschermt. Het is aan
te raden dat dit hoekje in de ‘bescherm’ positie staat, en pas
in de ‘schrijf’ positie wordt gezet, wanneer u nieuwe data
op de diskette wil schrijven.
653
Het identificatie etiket moet goed op de diskette worden
geplakt. Als het etiket van de diskette loskomt, wanneer
deze in de drive zit, kan het moeilijk zijn om de diskette te
verwijderen.
Leg alle diskettes op een veilige plaats om beschadiging te
voorkomen en ze te beschermen tegen stof, vuil en ander
gevaar. Als u een vieze of stoffige diskette gebruikt loopt u
het risico om de diskette te beschadigen, en het kan leiden
tot storing van de diskdrive.
Diskettes die uitvoeringsdata voor dit apparaat bevatten
dienen altijd beveiligd te zijn (het schrijfbeschermingsnokje
dient op ‘Protect’ te staan) voordat u ze in de drive van een
ander apparaat steekt (behalve de PR-3000 of een product
uit de G, MT, KR of Atelier series) of in de drive van een
computer. Als u dit niet doet (het schrijfbeschermingsnokje
blijft in de ‘Write’ positie staan) kan de diskette onbruikbaar
worden als u deze in de drive van een apparaat plaatst (om
bijvoorbeeld de inhoud ervan te bekijken of data te laden).
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van Roland
Corporation.
* XG lite ( ) een geregistreerd handelsmerk van Roland
Corporation.
* Alle apparaatnamen die in dit document worden
genoemd zijn handelsmerken of geregistreerde handels-
merken van hun respectieve eigenaren.
7
Hoofdkenmerken
Fundamentele begrippen van de ATELIER serie
Een complete set orgelgeluiden
Een breed assortiment van fundamentele orgelgeluiden, variërend van jazzorgel en pijporgel tot theaterorgel is
beschikbaar, zodat u toegang heeft tot alle geluiden die u van een orgel verwacht.
De layout van het bedieningspaneel is gebaseerd op een traditie van nadruk op effectieve
werking
Gebaseerd op het idee, dat u in staat moet zijn om te gaan zitten en direct te beginnen met spelen, zijn de
besturingsknoppen van het paneel logisch geplaatst, waardoor een makkelijke en intuïtieve werking verzekerd wordt.
Alle modellen van de ATELIER serie hebben dezelfde werking, wat ervoor zorgt dat u meteen kunt spelen, zelfs als u van
model wisselt.
Geluid van hoge kwaliteit dat u zonder aanpassing kunt gebruiken
Naast een breed assortiment van orgelgeluiden zijn ook geluiden van hoge kwaliteit als snaren en koperen instrumenten
aanwezig. U kunt gemakkelijk geluiden selecteren en plezier hebben in het spelen, zonder dat u moeilijke aanpassingen
hoeft te doen.
Uitgebreid lager toetsenbord met demperpedaal voor pianoachtige expressies
De piano is onvervangbaar voor het spelen van muziek uit deze tijd. Op de ATELIER serie heeft het lager toetsenbord een
uitgebreide variatie, die u de expressieve kracht van een piano geeft.
Het ontwerp gebruikt bestaande muziekgegevens
De ATELIER serie is zo ontworpen dat u zich meteen thuis voelt en kunt beginnen met spelen, zelfs op nieuwe modellen.
Ook op de uitwisselbaarheid van gegevens is gelet, en gegevens van songs of registraties van eerdere modellen kunnen
zonder verandering gebruikt worden.
Muziekstijlen van over de hele wereld
Veel van de favoriete muziekstijlen van over de hele wereld (ritme en automatische begeleidingspatronen) zijn
ingebouwd, zodat u kunt genieten van een internationale variëteit aan muziekstukken.
Maak volop gebruik van SMF muziekbestanden
Doordat de AT-15 met GM2 uitgerust is, de standaard in SMF muziekbestanden, heeft u toegang tot de rijkdom aan in de
winkel verkrijgbare SMF muziekbestanden. U kunt ook delen muteren, zodat u voor elke hand apart kunt oefenen en
samen met de muziekbestanden kunt spelen.
Hoofdkenmerken
Zeer realistische ritmes en automatische begeleidingsfuncties
Alle ritmes gebruiken gegevens en oefeningen van professionele drummers, gekenmerkt door patronen van hoge kwaliteit
met alle stemmingen en nuances. Verder kunt u automatische begeleiding gebruiken perfect bij elk ritme passend om u het
gevoel te geven dat u met uw eigen band op de achtergrond speelt.
Nieuw ontwikkelde actieve expressiegeluiden
Voor sommige geluiden zal het bewegen van het expressiepedaal niet alleen het volume doen variëren, maar ook de toon
of andere geluiden wijzigen. Van pianissimo tot fortissimo, het karakter van de toon van het geluid zal veranderen als u
een crescendo uitvoert. Daarnaast worden snaren onder de pianoklanken hoorbaar, wat dynamische verandering
teweegbrengt.
8
Hoofdkenmerken
Menselijke klanken
Naast een volledig aantal orgelgeluiden bevat de AT-15 ook tonen met een brede variatie aan menselijke vocale kwaliteit,
waaronder ‘Jazz Scat’, die verandert afhankelijk van hoe stevig u toetsen indrukt, en ‘klassieke’ menselijke klanken.
‘Music Assistant’ functies
Met de ‘Music Assistant’ functie kunt u gemakkelijk geschikte ritme en geluidsinstellingen oproepen door simpelweg een
gewenste atmosfeer voor uw song te selecteren.
Registratieknoppen
De AT-45 heeft acht zeer zichtbare en intuïtieve knoppen, waarmee u registraties kunt oproepen, voor het wisselen tussen
toon en ritme instellingen. Deze zijn tussen de bovenste en onderste hendels geplaatst, zodat ze tijdens het spelen in
realtime gemakkelijk te bereiken zijn .
Harmonische intelligentie
De Harmonische intelligentie functie voegt automatisch aan het bovenste toetsenbordgeluid harmonie toe, volgens het
stuk dat u op het onderste toetsenbord speelt. Dit geeft u een grotere diepte in klank en een dynamischer speelwijze.
U kunt de interne ritmes ordenen met de Rhythm Customize functie
U kunt de ‘Rhythm Customize’ functie gebruiken om de interne ritmes te bewerken, door bijvoorbeeld een cimbaal aan het
einde toe te voegen of de drumtoon in een patroon te veranderen.
64-toons keyboard voor een groot bereik
De AT-45 bevat 64 toetsen op het onderste keyboard, net als een piano beginnend bij de A-noot, waardoor het gemakkelijk
is om corresponderende pianostukken op dit apparaat te spelen.
U kunt het keyboard opdelen om een solo klank te spelen. Ook kunt u de Drum/SFX functie gebruiken om drumgeluiden
aan het gehele onderste keyboard toe te wijzen.
Notatie in het LCD-scherm
Opgenomen data of geladen muziekdata kan op het grote LCD-scherm als muzieknoten weergegeven worden. U kunt
spelen vanaf een notatie of de notatie controleren van de song die u opgenomen heeft.
Het LCD-scherm is daarnaast prima leesbaar in kleur en dus gemakkelijk in gebruik.
Robuuste reproductiemogelijkheden - zelfs de lage noten en de Reverb
Een krachtig laag bereik met en een volle, allesomvattende Reverb zijn hoofdkarakteristieken van het orgel.
De 25cm speaker en de speaker box van het apparaat laat alle lage tonen duidelijk naar voren komen. Daarnaast
produceert Reverb met RSS-technologie de intense ambiance en volle aanwezigheid van geluid, zoals dat bijvoorbeeld in
een kathedraal klinkt.
9
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ............................................................ 3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN............................................................................................................ 5
Hoofdkenmerken.....................................................................................7
Paneelbeschrijving ...............................................................................14
Voordat u begint met spelen................................................................16
Het deksel openen/sluiten...................................................................................................................... 16
De muziekstandaard installeren ............................................................................................................ 16
Het aansluiten van de stroomkabel ....................................................................................................... 17
De stroom in en uitschakelen.................................................................................................................. 17
De stroom inschakelen ................................................................................................................. 17
Het uitschakelen van de stroom ................................................................................................. 17
Het gebruik van de koptelefoon............................................................................................................. 18
Het gebruik van een microfoon.............................................................................................................. 18
Het herstellen van de fabrieksinstellingen ........................................................................................... 19
Alle instellingen behalve het gebruikersgeheugen naar de fabrieksinstellingen herstellen ......... 20
Over het scherm....................................................................................22
Het hoofdscherm en gerelateerde schermen begrijpen........................................................... 22
Handige functies ...................................................................................26
Het luisteren naar demo songs............................................................................................................... 26
Music Assistant functie............................................................................................................................ 28
Music Assistant zoekfunctie........................................................................................................ 30
Over de Quick Guide functie.................................................................................................................. 32
Over het Index menu.................................................................................................................... 32
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen ...................................34
Het selecteren van klanken ..................................................................................................................... 34
Over de klanken en Parts............................................................................................................. 34
Functies van de Upper/Lower/Pedal Bass geluidsselectieknoppen.................................... 35
De bovenste en onderste klanken selecteren ............................................................................ 36
De pedaal bass klank selecteren.................................................................................................. 37
Het selecteren van Solo klanken .................................................................................................38
Een klank selecteren met de [Others] knop............................................................................... 39
Spelen met een menselijke klank ................................................................................................ 41
Spelen met een Active Expression klank................................................................................... 43
Het aanpassen van de volume balans ................................................................................................... 44
De toonhoogte in stappen van een octaaf transponeren (Octave Shift) ........................................... 46
Drumgeluiden of geluidseffecten afspelen met het gehele onderste keyboard (Drums/SFX) ....48
Het veranderen van de Drum/SFX Set...................................................................................... 49
Noten vasthouden op het onderste keyboard (Lower Hold)............................................................. 50
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken ..............................................................51
Het selecteren van een ritme................................................................................................................... 51
Ritmes gebruiken in het gebruikersgeheugen (User memory) .............................................. 52
Rhythm Search............................................................................................................................... 53
10
Inhoud
Ritmes afspelen......................................................................................................................................... 55
Starten bij het indrukken van een knop..................................................................................... 55
Het ritme automatisch laten starten, wanneer u het onderste keyboard of pedaalbord
bespeelt (Sync Start)...................................................................................................................... 56
Het stoppen van een ritme........................................................................................................... 57
Het tempo van een ritme veranderen.................................................................................................... 57
Aftellen aan het einde van een intro...................................................................................................... 58
Een ritme en automatische begeleiding afspelen................................................................................. 58
Het ritme of automatische begeleiding gevarieerd maken ................................................................ 59
Het arrangement van de begeleiding veranderen (Style Orchestrator)................................ 59
Akkoorden versimpeld spelen ............................................................................................................... 60
Leading bass functie................................................................................................................................. 62
Een simpele manier om automatische begeleidingsinstellingen te maken
(One Touch Program) .............................................................................................................................. 64
Het gebruik van een ritme op diskette.................................................................................................. 66
Het plaatsen en verwijderen van een diskette.......................................................................... 66
De styles op een music style diskette bekijken ......................................................................... 67
Ritmes van diskettes naar het gebruikersgeheugen kopiëren ........................................................... 68
De ritmes in het gebruikersgeheugen herstellen naar de fabrieksinstellingen ............................... 70
Ritmes van het gebruikersgeheugen kopiëren naar diskettes ........................................................... 71
De volgorde van de ritmes in het gebruikersgeheugen veranderen ................................................73
De namen van ritmes in het gebruikersgeheugen veranderen.......................................................... 75
Ritmes uit het gebruikersgeheugen verwijderen................................................................................. 77
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken ..................................79
Registraties opslaan.................................................................................................................................. 80
Een registratie oproepen.......................................................................................................................... 81
Hoe een registratie op te roepen (DELAYED) .......................................................................... 81
Hoe een registratie op te roepen (INSTANT) ........................................................................... 81
De timing van het oproepen van registraties veranderen ...................................................... 82
Automatisch registreren wanneer u van paneelinstellingen wisselt................................................ 83
Een naam aan een registratieset toewijzen ........................................................................................... 84
Het formatteren van diskettes ................................................................................................................ 86
Registratiesets op diskette opslaan ........................................................................................................ 88
Vooraf opgeslagen registratiesets naar de AT-45 laden ..................................................................... 91
Een set registraties laden.............................................................................................................. 91
Een individuele registratie laden................................................................................................ 93
Een set registraties van een diskette verwijderen................................................................................ 96
De registratievolgorde op de diskette veranderen.............................................................................. 98
Registraties gebruiken die op een eerder model gemaakt zijn.......................................................... 99
Hoofdstuk 4 De Performancefuncties gebruiken.............................102
Naar een andere toonsoort transponeren (Key Transpose) ............................................................. 102
Decay (vertraging) aan het geluid toevoegen (Demperpedaal) ...................................................... 103
Pitch bend (toonverbuiging) en vibrato effecten ............................................................................... 103
Het gebruik van de voetschakelaar ..................................................................................................... 104
De functie van de voetschakelaar veranderen........................................................................ 105
De voetschakelaar gebruiken om van registratie te wisselen............................................... 106
Het aanpassen van het algemene volume door het gebruik van een expressie pedaal............... 107
De diepte van het expressiepedaal aanpassen........................................................................ 108
11
Inhoud
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen ..............................109
Harmonie toevoegen aan een melodie (Harmonische intelligentie) .............................................. 109
Het type van Harmony Intelligence veranderen.................................................................... 109
Het geluid moduleren (Rotary effect) ................................................................................................. 111
Rotary speed ................................................................................................................................ 112
Rotary Color................................................................................................................................. 113
Chorus effect ........................................................................................................................................... 114
Sustain effect ........................................................................................................................................... 116
De sustain lengte veranderen.................................................................................................... 117
Reverb effect............................................................................................................................................ 118
Het Reverb type veranderen ..................................................................................................... 119
Het muurtype veranderen ......................................................................................................... 120
De diepte van de Reverb veranderen....................................................................................... 121
Hoofdstuk 6 Het keyboard effectief gebruiken ................................123
Het onderste keyboard effectief gebruiken ........................................................................................ 123
De soloklank op het onderste keyboard spelen (Solo [To Lower] knop)....................................... 124
Veranderen hoe de soloklank reageert .................................................................................... 125
De soloklank en de Lower klank in lagen zetten.................................................................... 125
Het solo splitspunt veranderen................................................................................................. 126
Het onderste keyboard gebruiken om de Bass klank te spelen (Pedal [To Lower] knop) .......... 127
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk ......................128
Wat is een track knop? ............................................................................................................... 129
De track knoppen weergeven.................................................................................................... 130
SMF muziekbestanden en uitvoeringsdata op diskettes afspelen .................................................. 130
Een track stilzetten (Track Mute) ......................................................................................................... 132
Individuele tracks van uitvoeringsdata stilzetten.................................................................. 133
Een notatie bekijken ............................................................................................................................... 134
De notatieinstellingen veranderen ........................................................................................... 135
Een uitvoering opnemen ....................................................................................................................... 137
Een uitgevoerde song afspelen............................................................................................................. 138
Aftelling toevoegen dat bij de timing past (Count in play) ............................................................. 138
Elke Part apart opnemen ....................................................................................................................... 139
Opnieuw opnemen................................................................................................................................. 140
Een uitgevoerde song wissen (Song Clear) ........................................................................................ 141
De naam van een uitgevoerde song wissen (Rename) ..................................................................... 141
Uitgevoerde songs op diskette opslaan .............................................................................................. 143
Uitgevoerde songs naar de AT-45 laden............................................................................................. 144
Uitgevoerde songs van diskette verwijderen..................................................................................... 145
Een nieuwe opnamelaag toevoegen aan SMF muziekbestanden ................................................... 146
Een song gebruiken met een ander tempo dan dat van de uitgevoerde song .............................. 147
Een deel van uw uitvoering opnieuw opnemen (Punch-in recording).......................................... 147
Drum Parts in lagen opnemen (Loop recording)............................................................................... 148
Opname met aftelling (Count-in)......................................................................................................... 149
Hoofdstuk 8 Muzikale uitvoeringsdata bewerken............................150
Een maat wissen (Delete measure) ...................................................................................................... 150
De opname van een track wissen (Delete track)................................................................................ 151
12
Inhoud
Data van geselecteerde maten wissen (Erase Event)......................................................................... 153
Maten kopiëren (Copy).......................................................................................................................... 155
Onnauwkeurigheden in de timing corrigeren (Quantize) ............................................................... 156
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren........................158
Voorbereidingen voor het creëren van gebruikers ritmes ............................................................... 159
Het Rhythm Customize scherm weergeven ........................................................................... 159
De verdeling selecteren .............................................................................................................. 160
Het ritme laden............................................................................................................................ 161
Verdeelinstellingen maken ........................................................................................................ 162
Het ritme bewerken .................................................................................................................... 163
De gebruikte instrumenten veranderen en wijzigen ............................................................. 166
Door u gecreëerde ritmes verwijderen .................................................................................... 167
De naam van een gebruikers ritme veranderen (Rename) ................................................... 167
Gebruikersritmes in het gebruikersgeheugen of op diskettes opslaan .......................................... 168
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen .............................169
Instellen hoe het instrument reageert.................................................................................................. 169
De Initial Touch gevoeligheid aanpassen................................................................................ 169
De polyfonie van het pedaalbord veranderen........................................................................ 169
Performancefunctie instellingen .......................................................................................................... 170
Het toetsenbereik instellen waarop het demperpedaal van toepassing is ......................... 170
De functie van het expressiepedaal wijzigen.......................................................................... 170
Het keyboard selecteren waarop de pitch bend/vibrato hendel toegepast wordt ........... 171
Het pitch bend bereik veranderen............................................................................................ 172
Ritme instellingen................................................................................................................................... 172
Chord holt in/uitschakelen ....................................................................................................... 172
Aftelgeluid ................................................................................................................................... 173
Voorkomen dat ritmetempo’s automatisch wisselen ............................................................ 173
Registratie instellingen .......................................................................................................................... 174
De timing veranderen waarop transpositie instellingen opgeroepen worden.................. 174
Composer instellingen........................................................................................................................... 175
De weergave van songteksten aan of uitzetten ...................................................................... 175
De toets veranderen wanneer u songs afspeelt (Play Transpose)........................................ 175
De metronoom instelling veranderen ...................................................................................... 176
Het volume van de metronoom instellen................................................................................ 176
Het geluid van de metronoom veranderen............................................................................. 177
De beat instellen .......................................................................................................................... 177
Andere instellingen................................................................................................................................ 178
De standaardtoonhoogte veranderen (Master Tune) ............................................................178
Versturen van PC nummers toestaan ...................................................................................... 178
Het PC nummer instellen........................................................................................................... 179
MIDI IN Mode ............................................................................................................................. 179
Het midi verzendkanaal selecteren .......................................................................................... 180
Het Touch Screen herpositioneren ........................................................................................... 181
De achtergrond van het hoofdscherm veranderen ................................................................ 181
Het stuiterende balletje van het hoofdscherm verwijderen.................................................. 182
De V-LINK functie gebruiken ................................................................................................... 182
13
Inhoud
Hoofdstuk 11 Externe apparaten aansluiten ....................................184
Namen en functies van jacks en aansluitingen .................................................................................. 184
Aansluiten op audioapparatuur........................................................................................................... 185
MIDI apparaten aansluiten ................................................................................................................... 186
Een computer aansluiten....................................................................................................................... 187
Probleemoplossing.............................................................................188
Foutmeldingen ....................................................................................194
Klankenlijst..........................................................................................196
Drums/SFX Set Lijst............................................................................198
Instrumentenlijst (Rhythm Customize functie) ................................201
Ritme lijst.............................................................................................208
Muziekstijl diskette lijst ......................................................................209
Akkoordenlijst .....................................................................................210
Begrippenlijst ......................................................................................212
Over de geluidsgenerator uit de ATELIER serie ............................................................................... 213
Instellingen die opgeslagen worden nadat de stroom
is uitgeschakeld ..................................................................................214
Instellingen die opgeslagen worden nadat de stroom is uitgeschakeld ............................. 214
Instellingen die onder de registratieknoppen worden opgeslagen..................................... 214
Instellingen die onder de individuele registratieknoppen opgeslagen worden................ 214
MIDI Implementatiekaart.....................................................................215
Demosong lijst ....................................................................................216
Lijst van snelkoppelingen ..................................................................218
Specificaties ........................................................................................219
Index.....................................................................................................221
14
Paneelbeschrijving
1. [Power On] knop p. 17
2. [Master Volume] knop p. 17
3. Part balans [] [] p. 44
4. Pedal Bass Klank keuzeknoppen p. 37
Pedal Part
[Alternate] knop
[To Lower] knop p. 127
Level [] [] knoppen p. 44
5. Lower Voice keuzeknop p. 36
Lower Organ Part
Lower Orchestral Part
[Alternate] knop
Level [] [] knoppen p. 44
6. Transponeer [-][+] knoppen p. 102
7. Touch Screen p. 22
8. [Harmony Intelligence] knop p. 109
9. Upper Voice keuzeknoppen p. 36
Upper Organ Part
Upper Orchestral Part
[Alternate] knop
Level [] [] knoppen p. 44
10. Solo Voice keuzeknop p. 38
Solo Part
[Alternate] knop
[To Lower] knop p. 124
[Level [] [] knoppen p. 44
11. Composer p. 128
[Reset] knop
[Play/Stop] knop
[Rec] knoppen p. 137
Track knoppen p. 128
[Song] knop
[Registration] knop p. 91
[Demo] knop p. 26, p. 131
432
18
17
75 6
1
13
16
15
14
Write
Manual
15
Paneelbeschrijving
12. Floppy Disk Drive p. 66, p. 86, p. 130
13. Lower Voice [Hold] knop p. 50
14. Lower
[Drums/SFX] knop p. 48
15. Rhythm keuzeknoppen p. 51
Tempo [ ] [ ] knoppern p. 57
Fill In [To Variation] knop p. 59
Fill In [To Original] knop p. 59
Arranger [On/Off] knop p. 58
Style Orchestrator knoppen p. 59
[Intro/Ending] knop p. 55, p. 56-p. 57
[Count Down] knop p. 58
[One Touch Program] knop p. 64
[Sync Start] knop p. 56
[Start/Stop] knop p. 55, p. 57
16. Sustain [Pedal] knop p. 116
17. [Bender/Vibrato] hendel p. 103
18. Rotary Sound p. 111
[On/Off] knop
[Fast/Slow] knop
19. Registratieknoppen
[Write] knop p. 80
[Manual] knop p. 83
registratie [1] – [8] knoppen p. 79
10 11 128 9
1 2 3 4 5 6 7 8
19
16
Voordat u begint met spelen
Het deksel openen/sluiten
fig.00-22
1. Om het deksel te openen, houdt u hem met beide
handen vast en schuift u hem naar achteren.
2. Om het deksel te sluiten, schuift u hem langzaam
naar voren tot hij stopt.
NOTE
Wees voorzichtig met uw vingers tijdens het openen of slui-
ten van het deksel. Volwassen toezicht wordt aangeraden als
kleine kinderen het apparaat gaan gebruiken.
NOTE
Om ongelukken te voorkomen dient u het deksel te sluiten
voordat u het instrument verplaatst.
NOTE
Controleer dat u niets op het keyboard hebt geplaatst (zoals
bladmuziek), wanneer u het deksel sluit.
De muziekstandaard
installeren
1. Draai de meegeleverde schroeven voor de
standaard in de gaten op de bovenkant van het
instrument, en draai ze lichtjes vast.
2. Schuif de muziekstandaard tussen de schroeven
en het paneel van de AT-45.
3. Draai de schroeven stevig vast, terwijl u de
standaard met een hand vast houdt.
Houd tijdens het vastmaken de standaard stevig met een
hand vast, zodat deze niet valt. Wees voorzichtig dat uw
vingers niet tussen de standaard komen.
4. Om de muziekstandaard te verwijderen, houdt u
hem met een hand vast, terwijl u de schroeven
losdraait.
Nadat u de muziekstandaard hebt verwijderd dient u de
schroeven opnieuw vast te draaien.
NOTE
Gebruik niet teveel kracht bij het behandelen van de
standaard.
NOTE
Gebruik altijd de meegeleverde schroeven bij het bevestigen
van de standaard.
17
Voordat u begint met spelen
Het aansluiten van de
stroomkabel
1. Zorg er eerst voor, dat de [Power On] knop aan de
linkerkant van het paneel uitstaat (niet
ingedrukt).
fig. 00-27
2. Sluit de bijgesloten stroomkabel aan op de
uitgang van het apparaat, en stop de stekker
daarna in het stopcontact.
NOTE
Gebruik alleen de bij dit instrument geleverde stroomkabel.
NOTE
Haal de stroomkabel eruit als u het instrument voor langere
tijd niet zult gebruiken.
De stroom in en uitschakelen
NOTE
Zet de verschillende apparaten aan in de juiste volgorde als
alle verbindingen zijn gemaakt. Door dit niet in de juiste
volgorde te doen, riskeert u disfunctioneren en/of schade
aan speakers en andere apparaten.
De stroom inschakelen
1. Let op het volgende als u de stroom inschakelt:
Is de stroomkabel goed op het apparaat aangesloten?
Is de stroomkabel goed aangesloten op het stopcontact?
Is de [Master Volume] knop (aan de linkerkant van het
onderste toetsenbord) op de Min (minimum) positie
gezet?
fig.00-26
2. Druk op de [Power On] knop om de stroom in te
schakelen.
fig. 00-27
De Power indicator licht rood op.
fig.00-28
NOTE
Dit apparaat is uitgerust met een beschermingscircuit. Na het
inschakelen van de stroom is een korte tijd (enkele seconden)
nodig, voordat het apparaat normaal zal werken.
3. De [Master Volume] knop is een algemene knop
voor het bijstellen van het volume van het
instrument.
Stel de [Master Volume] knop op een geschikt volume
in. Het volume neemt toe, wanneer het expressiepedaal
wordt ingedrukt, en neemt af wanneer het pedaal
terugkeert naar de originele positie.
fig.00-28
Het uitschakelen van de
stroom
1. Zet de [Master Volume] knop op de Min
(minimum) positie, voordat u de stroom
uitschakelt.
2. Druk op de [Power On] knop om de stroom uit te
schakelen.
fig. 00-27
UIT
Niet ingedrukt
Power On
AAN
Ingedrukt
Power indicator
het volume
neemt toe
het volume
neemt af
Power On
UIT
Niet ingedrukt
18
Voordat u begint met spelen
Het gebruik van de
koptelefoon
De AT-15 heeft een koptelefoon aansluiting. Dit stelt u in
staat om zonder u druk te maken over uw omgeving te spe-
len, vooral ’s avonds.
fig.00-29
1. Verbind de koptelefoon met de stekker aan de
linker onderkant van het apparaat.
Het geluid uit de ingebouwde speakers wordt onhoor-
baar.
Nu kunt u het geluid alleen door de koptelefoon horen.
fig.00-30
2. Pas het volume van de koptelefoon aan met de
[Master Volume] knop en het expressiepedaal.
Aansluiting van een stereo koptelefoon is mogelijk.
Opmerkingen voor het gebruik van de
koptelefoon
fifig.00-31
Pak de koptelefoon alleen vast bij de headset of de stekker
om beschadiging van de kabel te voorkomen.
De koptelefoon kan beschadigen als het volume te hoog
staat. Zet het volume zachter op de AT-45, voordat u de
koptelefoon aansluit.
Zet het volume niet te hoog als u de koptelefoon gebruikt,
om gehoorsbeschadiging, gehoorsverlies of schade aan de
koptelefoon te voorkomen. Gebruik de koptelefoon op een
gematigd geluidsniveau.
Het gebruik van een
microfoon
De AT-45 is uitgerust met een microfoon jack.
Omdat dit instrument een mic in jack heeft, kunt u een
microfoon gebruiken om gebruik te maken van een grote
hoeveelheid mogelijkheden, zoals meezingen met uw spel of
meezingen met SMF muziekbestanden (apart verkrijgbaar).
fig.00-32
1. Sluit uw microfoon aan op de mic in jack, onder
het keyboard aan de linkerkant.
2. Gebruik de [Mic Volume] knop om het volume
voor de microfoon bij te stellen.
3. Gebruik de [Mic Echo] knop om het echo volume
voor de microfoon in te stellen.
De microfoon is apart verkrijgbaar. Raadpleeg de verkoper
van de AT-45 voor informatie over het soort microfoon u
dient aan te schaffen.
Opmerkingen voor het gebruik van
een microfoon
fig.00-31
Om anderen niet te storen, dient u voorzichtig te zijn met
het volume tijdens het spelen op late tijdstippen.
Wanneer u een microfoon op de AT-45 aansluit, dient u
het volume zo laag mogelijk te zetten. Als het volume te
hoog staat, wanneer de microfoon verbonden wordt, kan
er storing (feedback) uit de speakers komen.
Er kan bij sommige opstellingen een huilend geluid
optreden. Verhelp dit door:
De locatie van de microfoon aan te passen.
De microfoon verder weg van de speakers te plaatsen.
Het volume verlagen.
19
Voordat u begint met spelen
Het herstellen van de
fabrieksinstellingen
De instellingen van de AT-45 kunnen naar de fabrieksinstel-
lingen teruggezet worden. Deze functie heet ‘Factory Reset’.
1. Zorg ervoor, dat er geen diskette in de diskdrive
zit, voordat de procedure wordt gestart.
2. Druk op <System> op het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
fig.00-37.eps
3. Druk in het System scherm op <Utility> om het
Utility venster te openen.
fig.00-38.eps
4. Druk in het Utility scherm op <Factory Reset>.
fig.00-39.eps
Om alle instellingen behalve het gebruikersgeheugen (p. 52)
te herstellen, drukt u op <Panel Reset>.
De bevestiging verschijnt op het scherm.
fig.00-40.eps
Als u op <Cancel> drukt wordt de Factory Reset niet
uitgevoerd, en keert u terug naar het System scherm.
5. Als u op <OK> drukt begint de Factory Reset, en
worden de instellingen naar de
fabrieksinstellingen teruggezet.
NOTE
Zet nooit de stroom tijdens deze bewerking uit!
fig.00-40.eps
NOTE
Het laden van de fabrieksinstellingen wist alle Registraties
die zich in het geheugen van de AT-45 bevinden. Om de
registraties die u gebruikt op te slaan, zie ‘Registratiesets op
een diskette opslaan’ (p. 88).
NOTE
Om alleen het gebruikersgeheugen (p. 52) naar de fabrieksin-
stellingen te herstellen, zie p. 68.
20
Voordat u begint met spelen
Alle instellingen behalve het
gebruikersgeheugen naar de
fabrieksinstellingen
herstellen
U kunt alle instellingen, met uitzondering van het gebrui-
kersgeheugen (p. 52) herstellen naar de fabrieksinstellingen.
Deze functie wordt ‘Panel Reset’ genoemd.
1. Zorg ervoor, dat er geen diskette in de diskdrive
zit, voordat u deze bewerking uitvoert.
2. Druk op <System> in het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
fig.00-37.eps
3. Druk in het System scherm op <Utility> om het
Utility scherm te openen.
fig.00-38.eps
U kunt ook de volgende methode gebruiken om de
fabrieksinstellingen te herstellen.
1. Controleer dat er geen diskette in de
diskdrive zit, voordat u de procedure uitvoert.
2. Zet het volume zo laag mogelijk, en schakel
de stroom uit.
3. Druk op de [Power On] schakelaar om de
stroom in te schakelen, terwijl u de [One
Touch Program] knop ingedrukt houdt.
fig.00-41
Het volgende scherm verschijnt:
fig.00-40.eps
NOTE
Zet nooit de stroom tijdens deze bewerking uit!
Wat is het gebruikersgeheugen?
Het gebruikersgeheugen is het gedeelte van het instru-
ment waar User ritmes die u gemaakt heeft en ritmes
van de Music Style Disks opgeslagen worden.
U kunt ook ritmes (p. 158) die op diskettes opgeslagen
zijn naar het gebruikersgeheugen kopiëren.
21
Voordat u begint met spelen
4. Druk in het Utility scherm op <Panel Reset>.
fig.00-39.eps
De bevestiging verschijnt op het scherm.
fig.00-40.eps
Als u op <Cancel> drukt wordt de Panel Reset niet
uitgevoerd, en keert u terug naar het System scherm.
5. Als u op <OK> drukt wordt de Panel Reset
bewerking uitgevoerd, en worden de instellingen
hersteld naar de fabrieksinstellingen.
NOTE
Zet de stroom nooit uit tijdens deze bewerking!
fig.00-40.eps
NOTE
Om alleen het gebruikersgeheugen (p. 52) naar de fabrieksin-
stellingen te herstellen, zie p. 68.
22
Over het scherm
De AT-45 maakt gebruik van een Touch Screen. Hiermee kunt u veel acties
uitvoeren door simpelweg op het scherm te drukken.
Het hoofdscherm en gerelateerde schermen
begrijpen
Hoofdscherm
fig.04-02
Nummer Omschrijving
1 Tempo
2 Measure
3 Beat
4
Stuiterend balletje
Een balletje stuitert mee met de maat van het ritme of de song.
5
Transponeren
Geeft de transponeer instelling weer.
6
Akkoordnaam
Geeft de naam van het akkoord weer, dat op het onderste keyboard
gespeeld wordt.
7
Indicatieknop
Druk deze in om te kiezen welke naam weergegeven wordt; de
Ritmenaam, Song naam of Registratienaam.
8 Rhythm Name/Song Name/Registration Name
9
Voice Name
Geeft de naam van de klank van het bovenste keyboard weer.
10
MUSIC ASSIST
Druk hierop als u de Music Assistant functie wilt gebruiken (p. 28).
NOTE
De toelichtingen in deze
handleiding bevatten illus-
traties die weergeven, wat
normaliter op het scherm
staat. U kunt echter een
nieuwer en verbeterd sys-
teem hebben (dat bijvoor-
b
eeld nieuwe geluiden
b
evat). Wat u op het
scherm ziet, kan mogelijk
niet helemaal overeenko-
men met wat er in de hand-
leiding staat.
NOTE
Het Touch Screen gebruikt
u door het zachtjes met uw
vinger aan te raken. Hard
drukken of een hard object
gebruiken om te drukken
kan het Touch Screen
b
eschadigen. Wees voor-
zichtig dat u niet te hard
drukt, en gebruik alleen uw
vingers om het Touch
Screen aan te raken.
NOTE
De positionering van het
Touch Screen kan verande-
ren als gevolg van verande-
ringen in de omgeving. Als
dit gebeurt volgt u de stap-
pen in ‘Het Touch Screen
herpositioneren’ (p. 181)
om de positie te herstellen.
NOTE
Plaats geen voorwerpen op
het Touch Screen.
U kunt de helderheid van
het scherm aanpassen
(p. 184).
NOTE
U kunt het hoofdscherm zo
instellen dat het stuiterende
b
alletje niet weergegeven
wordt (p. 182).
2
8
11
14
10
13
16
9
7
1
3 4
1512
65
23
Over het scherm
11
Sound/Kbd
Selecteer een klank (toon) of maak instellingen voor de effect diepte,
keyboard, etc.
12
Rhythm
Speel de interne ritmes af, speel ritmes van diskette af of sla ze op in het
interne geheugen. Ritmegerelateerde instellingen kunnen hier ook
gemaakt worden.
13
Registration
Laad registraties van diskette naar het interne geheugen of sla registraties
op diskette op. Registratiegerelateerde instellingen kunnen hier ook
gemaakt worden.
14
Rec/Play
Speel een song af of neem een song op. U kunt ook een notatie bekijken,
terwijl een song speelt.
15
System
Maak verschillende instellingen.
16
Quick Guide
Geeft het Quick Guide scherm weer. U kunt, terwijl het Quick Guide
scherm weergegeven wordt op het keyboard, op een knop of op een
voetschakelaar drukken om naar het gerelateerde instellingenscherm te
gaan (p. 32).
Dit icoon wordt weergegeven, wanneer de V-LINK functie is
ingeschakeld (p. 182).
Dit icoon wordt weergegeven, wanneer het instrument SMF
muziekbestanden bevat.
Dit icoon wordt weergegeven, wanneer enig deel van de
opgenomen song veranderd is.
Dit icoon wordt weergegeven op het scherm, wanneer een Active
Expression klank geselecteerd is.
Active Expression Voice (p. 43)
Dit icoon wordt weergegeven op het scherm, wanneer er een EX
klank geselecteerd is.
Ex Klank (p. 39)
Nummer Omschrijving
24
Over het scherm
Over de belangrijkste iconen en het Utility scherm
Subvensters
U kunt op <Registration> drukken in het hoofdscherm of op <Utility> in
andere schermen om naar een scherm zoals het volgende te gaan.
Dit soort scherm wordt een subvenster genoemd.
Knop Betekenis
Afhankelijk van de functie worden sommige schermen
verpreid over meerdere pagina’s.
U kunt < >< > < >< > gebruiken om de
volgende of vorige pagina op het scherm weer te geven.
Druk hierop wanneer u het weergegeven scherm wilt
sluiten. Normaliter zorgt het meerdere malen op < >
drukken ervoor dat u teruggaat naar het hoofdscherm.
Wanneer u een menu in het
subvenster aanraakt, sluit
het subvenster en
verschijnt het geselecteerde
menuscherm.
Druk in een subvenster op
<Exit> om het subvenster
te sluiten.
25
Over het scherm
Subvensters voor het instellen van waarden
Wanneer u instellingen maakt in het System scherm, verschijnt het volgende
type scherm.
Herstel naar de fabrieksinstellingen.
Verander de waarde.
26
Handige functies
Het luisteren naar demo songs
De AT-45 bevat demo songs. Hier staat hoe u de demo songs af kunt spelen
en de geluiden, ritmes en automatische begeleiding die de AT-45 bevat
volop kunt gebruiken.
fig.01-01
1. Verzeker uzelf ervan, dat er geen schijfje in de diskdrive zit.
Druk op de eject knop (p. 66) als er een schijfje in de diskdrive zit, en verwij-
der het schijfje.
2. Druk op de [Demo] knop om de indicator te laten oplichten.
Het Demo scherm verschijnt.
Kijk op de ‘demosongs lijst’
(p. 216) voor informatie,
zoals de namen van de
componisten en spelers van
de demo songs.
27
Handige functies
3. Druk op < > of < > op het scherm om de demo song
te selecteren.
4. Druk op < > om het afspelen van de demo song te
starten.
Wanneer de geselecteerde demo song eindigt, begint de volgende demo
song met spelen.
5. Druk op < > om het afspelen van de demo song te
stoppen.
6. Druk op de [Demo] knop om het demonstratiescherm te
verlaten.
Als het volgende scherm verschijnt
Als de song in het apparaat, aangeduid als uitgevoerde song, niet op schijf
is opgeslagen, zal de volgende boodschap op het scherm verschijnen, en zal
het niet mogelijk zijn om de demosongs af te spelen.
fig.E-62
1. Als u de uitvoeringsdata wilt wissen, drukt u op <OK>.
Als u de uitvoeringsdata niet wilt wissen, drukt u op <Cancel>.
U kunt de demo songs star-
ten en stoppen door op de
[Play/Stop] knoppen te
drukken.
De uitvoeringsdata kan op
een diskette opgeslagen
worden. Als u de muzikale
data op een diskette wilt
opslaan, zie ‘uitgevoerde
songs opslaan op diskette’
(p. 143).
NOTE
Alle rechten voorbehou-
den. Ongeautoriseerd
gebruik van dit materiaal
voor ander dan privé-
gebruik is een schending
van de wet.
NOTE
De data van de demosong
is niet beschikbaar via de
MIDI Out aansluiting.
28
Handige functies
Music Assistant functie
Een collectie van de beste, meest bekende songs zijn zorgvuldig samenge-
steld, vervolgens zijn de optimale paneelinstellingen voor elke song
bepaald, en de resulterende data is in het instrument opgeslagen.
Selecteer simpelweg het sleutelwoord, dat het beste past bij het karakter van
de song die u in gedachten heeft, en een ritmeperformance, een geluid voor
de melodie en andere selecties worden voor u gemaakt. U kunt na het selec-
teren van een sleutelwoord meteen beginnen met spelen op het keyboard.
1. Ga naar het hoofdscherm.
2. Druk op <MUSIC ASSIST> in het hoofdscherm.
Het Music Assistant scherm verschijnt.
Als er een ander scherm
wordt weergegeven, drukt
u op <Exit> om het
geopende scherm te slui-
ten.
29
Handige functies
3. Druk op <><> om van scherm te wisselen, en raak een
sleutelwoord aan dat past bij het karakter van de song.
De registratieknoppen [1]-[4] knipperen.
Paneelinstellingen die passen bij het sleutelwoord worden automatisch
opgeroepen voor de registratie [1]-[4] knoppen.
4. Speel een akkoord op het onderste keyboard.
Op het moment dat u het keyboard bespeelt, begint het intro en beginnen
het Ritme en Automatic Accompaniment (automatische begeleiding) met
spelen.
5. Druk op een registratie [1]-[4] knop om paneelinstellingen te
wisselen.
6. Om de Music Assistant functie te beëindigen, drukt u op de
[One Touch Program] knop, waardoor de indicator dooft.
30
Handige functies
Music Assistant zoekfunctie
U kunt een song naam en andere zoektermen invullen en deze gebruiken
voor de Music Assistant zoekfunctie.
1. Druk op <MUSIC ASSIST> in het hoofdscherm.
Het Music Assistant scherm verschijnt.
2. Druk op <Search> in het Music Assistant scherm.
Een subvenster verschijnt.
Zoeken op Music Assistant naam
3. Druk op <By Name>.
Als er een ander scherm
wordt weergegeven drukt
u op <Exit> om het geo-
pende scherm te sluiten.
31
Handige functies
4. Kies welk teken u wilt gebruiken om naar te zoeken.
Het geselecteerde teken verschijnt in het midden van het scherm.
Voer het teken in waar u naar zoekt. Als u bijvoorbeeld meerdere keren op
<ABC> drukt wisselt u tussen de beschikbare tekens in die groep
(‘A’‘B’‘C’...).
Druk op <ABC/123> om tussen het alfabet en nummers te wisselen.
5. Druk na het instellen van de zoektermen op <Start> (Start
Search).
De resultaten van het zoeken verschijnen op het scherm.
Om het zoeken te annuleren, drukt u op <Exit> in het Search Results
scherm.
6. Druk op een Music Assistant om een Music Assistant te
selecteren.
Druk op <Exit> om naar het Music Assistant scherm terug te keren.
Op eigenschappen zoeken
3. Druk op <By Conditions>.
U kunt vier verschillende criteria opgeven bij het zoeken: ‘Tempo’,
‘Rhythm’, ‘Genre’, en ‘Scene’.
4. Druk op de waarde voor de zoekterm.
5. Druk op < >< > om de instellingen te veranderen.
6. Na het instellen van de zoektermen drukt u op <Start> (Start
Search).
De resultaten van het zoeken verschijnen op het scherm.
Om het zoeken te annuleren, drukt u op <Exit> in het Search Results
scherm.
7. Druk op een Music Assistant naam om een Music Assistant
te selecteren.
Druk op <Exit> om naar het Music Assistant scherm terug te keren.
32
Handige functies
Over de Quick Guide functie
De AT-45 bevat een Quick Guide functie, die het voor u gemakkelijk maakt
om verschillende functies te bereiken. U kunt tijdens het weergeven van het
Quick Guide scherm op het keyboard drukken of een knop of een voet-scha-
kelaar indrukken om naar het gerelateerde instellingenscherm te gaan.
1. Druk op <Quick Guide> op het hoofdscherm.
Het onderstaande Quick Guide scherm wordt een aantal seconden weerge-
geven.
2. Druk tijdens het weergeven van het Quick Guide scherm op
een knop, het keyboard of een voetschakelaar.
Het scherm wordt weergegeven dat instellingen bevat, die gerelateerd zijn
aan de knop, het keyboard, pedaal of de voetschakelaar die u indrukte.
3. Maak instellingen op het scherm waar u naartoe bent
gegaan.
4. Wanneer u klaar bent met het maken van instellingen, drukt
u op <Exit> om het scherm te sluiten.
Het hoofdscherm verschijnt.
Over het Index menu
U kunt in het Quick Guide scherm op <index> drukken om naar het Index
Menu te gaan. In het Index Menu scherm kunt u een sleutelwoord aanraken
om naar het instellingenscherm voor dat sleutelwoord te gaan.
1. Druk op <Quick Guide> in het hoofdscherm.
Onderstaand Quick Guide scherm wordt een aantal seconden weergegeven.
Voor meer over toetsen,
knoppen en controllers die
met de Quick Guide functie
gebruikt kunnen worden,
zie ‘Lijst van snelkoppelin-
gen’ (p. 218).
Als er een ander scherm
wordt weergegeven, drukt
u op <Exit> om het geo-
pende scherm te sluiten.
33
Handige functies
2. Druk tijdens het weergeven van het Quick Guide scherm op
<index>.
Het onderstaande scherm verschijnt.
3. Druk op een letter van het alfabet A-W om de eerste letter
van het gewenste sleutelwoord te selecteren.
Het Quick Guide Index scherm verschijnt, en de sleutelwoorden worden
weergegeven.
4. Druk op het gewenste sleutelwoord.
Het instellingenscherm voor dat sleutelwoord verschijnt.
5. Maak instellingen in het instellingenscherm dat
weergegeven wordt.
6. Druk op <Exit>.
Het hoofdscherm verschijnt.
34
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Het selecteren van klanken
De AT-45 is in staat om het geluid van verschillende instrumenten te produ-
ceren. Deze geluiden worden ‘klanken’ (of tonen) genoemd.
Over de klanken en Parts
De AT-45 heeft twee toetsenborden en een pedaalbord, zoals hieronder aan-
gegeven. Van boven naar beneden worden deze ‘Boven toetsenbord’,
‘Onder toetsenbord’ en ‘pedaalbord’ genoemd.
fig.01-05-2
Het Boven toetsenbord bestaat uit twee delen: ‘Orgel’ en ‘Orkest’. U kunt
voor elk deel een klank selecteren. Dit betekent dat het mogelijk is om twee
lagen van klanken tegelijk te spelen. De klank voor een solo kunt u op het
Onder toetsenbord instellen.
Het pedaalbord bevat het ‘Pedaal’ Part.
Keyboard Parts
Bovenste
keyboard
Bovenste orgel
Bovenste orkest
Solo
(Deze klank klinkt alleen wanneer de Solo [To Lower]
knop gedoofd is)
Onderste
keyboard
Onderste orgel
Onderste orkest
Solo
(Deze klank klinkt alleen wanneer de Solo [To Lower]
knop oplicht)
Pedaalbord Pedaal
Pedaalbord
Onder toetsenbord
Beven toetsenbord
Om op het Onder toetsen-
b
ord een soloklank te
spelen, selecteert u de solo-
klank, en drukt u op de
Solo [To Lower] knop
(p. 124).
35
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Functies van de Upper/Lower/Pedal Bass
geluidsselectieknoppen
fig.01-06
Elke keer dat u op een stemknop drukt, zal de indicator wisselen tussen
oplichten en uitgaan. Klanken, waarvan het lichtje brandt, kunnen gespeeld
worden.
Twee stemmen van dezelfde familie worden aan elke klankknop toegewe-
zen. Op knoppen met klanken van twee verschillende families worden alle-
bei namen weergegeven.
De [Alternate] knop wisselt tussen deze twee klanken.
De [Alternate] knop Voice that will be selected
De [Alternate] knop licht niet op
De klank aangegeven op de knop
wordt geselecteerd
De [Alternate] knop licht op
Een andere klank uit dezelfde familie
of de klank aangegeven aan de
onderkant van de knop wordt
geselecteerd
NOTE
Als geen enkele klankknop
opgelicht is, zal het bespe-
len van het toetsenbord
geen geluid produceren.
36
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
De bovenste en onderste klanken selecteren
Druk op de ‘Organ’ of ‘Orchestral’ knoppen van elk keyboard (bovenste/
onderste) om de gewenste klank te selecteren.
Wanneer de stroom ingeschakeld is, zal het bovenste keyboard ‘Full
Organ3’ spelen en het onderste keyboard zal ‘Lower Organ1’ spelen.
Voorbeeld: Selecteer ‘ComboJazzOrg’ voor de bovenste Organ,
en ‘Grand Piano’ voor de bovenste Orchestral.
1. Druk op de bovenste Organ [Jazz] knop (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank wordt een paar seconden op het
scherm weergegeven.
fig.01-08
Wanneer u nu het bovenste keyboard bespeelt, klinkt de ‘Jazz Organ2’.
2. Druk op de bovenste Organ [Alternate] knop (de indicator
licht op).
Wanneer u het bovenste keyboard bespeelt, klinkt de ‘ComboJazzOrg’.
Elke keer dat u op de [Alternate] knop drukt schakelt u tussen de twee toe-
gewezen klanken.
3. Druk op de bovenste Orchestral [Piano] knop (de indicator
licht op).
Wanneer u het bovenste keyboard bespeelt, wordt ‘Grand Piano’ toege-
voegd, wat een mix van twee verschillende klanken tot gevolg heeft.
De onderste klank kan op
dezelfde manier geselec-
teerd worden als de boven-
ste.
37
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
De pedaal bass klank selecteren
Druk op de Pedal Part knoppen om de klank te selecteren.
Direct na het aanzetten van de stroom zal de Pedal Bass klank noten met de
‘Organ Bass1’ klank laten klinken .
fig.01-09
Voorbeeld: Selecteer ‘E.Bass 1’ voor de Pedaal Part.
1. Druk op de Pedal [Electric] knop (de indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank wordt een aantal seconden op het
scherm weergegeven.
fig.01-10
Wanneer u nu het Pedaal bord bespeelt, klinkt de ‘E. Bass 1’ (Electric Bass 1).
1
Normaliter klinkt tijdens
het bespelen van het pedaal
b
ord één noot tegelijk. De
instellingen kunnen veran-
derd worden, zodat meer-
dere noten tegelijk
gespeeld kunnen worden
op het pedaal bord (p. 169).
Als u op de Pedal [To
Lower] knop drukt (de
indicator licht op), kan de
Pedal Bass klank bespeeld
worden op het onderste
keyboard, in plaats van op
het pedaal bord (p. 127).
38
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Het selecteren van Solo klanken
Het soloPart van het Boven toetsenbord is monofoon, dat wil zeggen dat u
de Solo klank alleen hoort bij het spelen van de hoogste noot van het Boven
toetsenbord. Dit stelt u in staat om volle akkoorden te spelen en de Solo
klank met de hoogste noot te laten horen.
fig.01-11
Voorbeeld: ‘Trumpet’ selecteren voor de Solo Part
1. Druk op de Solo [Trumpet] knop (indicator licht op).
De naam van de geselecteerde klank verschijnt een aantal seconden op het
scherm.
fig.01-12
Bespeel het Boven toetsenbord. De geselecteerde klank zal als de hoogst
gespeelde noot klinken.
Elke keer dat u op de [Alternate] knop drukt, wisselt u tussen de twee klan-
ken die aan de knop zijn toegewezen.
1
Door op de Solo [To Lower]
knop te drukken, kunt u de
Solo klank vanaf het onder-
ste keyboard bespelen. Zie
voor meer details ‘De solo
klank op het onderste key-
b
oard spelen (Solo [To
Lower] knop)’ (p. 124).
Het is mogelijk om de
manier te veranderen,
waarop een Solo klank
klinkt. Normaliter klinkt de
Solo klank op de hoogste
noot die u op het bovenste
keyboard speelt, maar u
kunt het zo instellen, zodat
de laatst gespeelde noot de
Solo klank laat klinken. Zie
voor meer details ‘Veran-
deren hoe de Solo klank
reageert’ (p. 125).
39
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Een klank selecteren met de [Others] knop
Er is een [Others] knop voor elke Part. U kunt alle klanken selecteren door
de [Others] knop te gebruiken.
Net als met andere klankknoppen kunnen er twee klanken aan de [Others]
knop toegewezen worden. U kunt de [Alternate] knop gebruiken om tussen
deze twee klanken te wisselen.
1. Druk op de [Alternate] knop van de Part, waarvoor u een
klank wilt instellen, zodat deze op ON (licht op) of OFF
(gedoofd) staat.
De functie van de [Alternate] knop: ON (opgelicht) of OFF (gedoofd)
bepaalt aan welke van de twee beschikbare locaties de geselecteerde klank
toegewezen wordt.
2. Druk op de [Others] knop voor de Part, waarvoor u een
klank wilt instellen.
Het Others Voice scherm wordt een aantal seconden weergegeven.
fig.01-15
3. Druk op een knop die een geluidsgroep weergeeft.
fig.01-15
NOTE
Een klank waar bij
staat wordt een ‘EX klank’
genoemd. Deze klanken
worden aanbevolen.
NOTE
Wanneer u op de [Others]
knop drukt, verschijnt het
Others Voice scherm op het
scherm, maar het basis-
scherm verschijnt weer als
u een aantal seconden lang
het scherm niet aanraakt.
Als u de klank voor de
[Others] knop wilt veran-
deren, drukt u nogmaals op
de [Others] knop, en dan
selecteert u de klank door
snel op het scherm te druk-
ken, terwijl de naam van de
klank op het scherm weer-
gegeven wordt.
40
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Een subvenster verschijnt, waarin u een geluidsgroep kunt kiezen.
fig.01-16
4. Druk op de naam van een geluidsgroep in het subvenster om
de gewenste geluidsgroep te selecteren.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop zal knipperen.
Het Others Voice scherm verschijnt en geeft de geluiden van de geselec-
teerde geluidsgroep weer.
fig.01-17
5. Druk op < >< > om van scherm te wisselen en raak de
naam van een klank aan om hem te selecteren.
6. Druk nogmaals op de knipperende [Others] knop om de
keuze te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop stopt met knipperen en blijft opgelicht.
U kunt op <AEx Voice>
drukken in het Voice Select
scherm, zodat alleen de
Active Expression klanken
weergegeven worden.
‘Active Expression klan-
ken’ kunnen toegewezen
worden aan de [Others]
knoppen van het bovenste
Orchestral Part, het onder-
ste Orchestral Part, Solo
Part en Pedal Part. Zie voor
meer over de active expres-
sion klanken ‘Spelen met
een active expression
klank’ (p. 43).
U kunt ook de klank beves-
tigen door in het Others
Voice (Other Voice select)
scherm op <Exit> te druk-
ken. U kunt ook de toets
voor een Part indrukken,
die een gewijzigde klank
b
evat om de klankinstelling
te bevestigen.
Zie voor meer informatie
over de klanken die aan
een [Others] knop toegewe-
zen kunnen worden ‘Klan-
kenlijst’ (p. 196).
41
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Spelen met een menselijke klank
Naast geluiden als orgels en piano’s, kunt u ook ‘menselijke klanken’ spe-
len, die een vocaalachtig geluid produceren.
1. Druk op de [Alternate] knop om hem op ON (opgelicht) of
OFF (gedoofd) te zetten.
De functie van de [Alternate] knop: ON (opgelicht) of OFF (gedoofd)
bepaalt aan welke van de twee beschikbare locaties de geselecteerde klank
toegewezen wordt.
2. Druk op de [Others] knop voor de Part, waarvoor u een
klank wilt instellen.
Het Others Voice scherm wordt een aantal seconden weergegeven.
fig.01-15
3. Druk op een knop die een geluidsgroep weergeeft.
fig.01-15
Een subvenster verschijnt waarin u een geluidsgroep kunt selecteren.
fig.01-16
Zie voor meer informatie
over de klanken die aan
een [Others] knop toegewe-
zen kunnen worden ‘Klan-
kenlijst’ (p. 196).
Wanneer u op de [Others]
knop drukt, verschijnt het
Others Voice scherm op het
scherm, maar het basis-
scherm verschijnt weer als
u een aantal seconden lang
het scherm niet aanraakt.
Als u de klank voor de
[Others] knop wilt veran-
deren, drukt u nogmaals op
de [Others] knop, en dan
selecteert u de klank door
snel op het scherm te druk-
ken, terwijl de naam van de
klank op het scherm weer-
gegeven wordt.
42
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
4. Druk in het subvenster op <Human Voice>.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop gaat knipperen.
Het Others Voice scherm verschijnt en geeft de geluiden van de Human
Voice groep weer.
fig.01-
5. Druk op < >< > om van scherm te wisselen en druk
op de naam van een klank om deze te selecteren.
fig.01-
6. Druk nogmaals op de [Others] knop voor de Part, waarvan u
het geluid wilt instellen om uw keuze te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop zal stoppen met knipperen en blijven
branden.
U kunt ook de klank beves-
tigen door op <Exit> te
drukken in het Others
Voice (Other Voice select)
scherm. U kunt ook de
toets voor de Part indruk-
ken die de gewijzigde
klank bevat om de instel-
ling te bevestigen.
Bij sommige menselijke
klanken, zoals ‘Jazz Scat’,
verandert het geluid afhan-
kelijk van de sterkte waar-
mee u het keyboard
b
espeelt. Als de ‘Inital
Touch’ instelling van het
Utility menu (p. 169) op
‘OFF’ staat, zal het geluid
niet veranderen naarmate
de dynamiek van uw key-
b
oardspel verandert.
43
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Spelen met een Active Expression klank
Sommige klanken zijn ‘Active Expression’ klanken, waarbij het indrukken
van het expressiepedaal niet alleen tot gevolg heeft dat het volume veran-
dert, maar ook dat er andere klanken toegevoegd worden.
1. Druk op de [Others] knop van de Part, waaraan u een Active
Expression klank wilt toewijzen.
‘Active Expression klanken’ kunnen toegewezen worden aan de [Others]
knoppen van het bovenste Orchestral Part, onderste Orchestral Part, Solo
Part, en de Pedal Part.
Het Others Voice scherm verschijnt.
2. Druk op een knop die een geluidsgroep weergeeft.
Een subvenster verschijnt waarin u een geluidsgroep kunt selecteren.
fig.01-17
3. Druk in het subvenster op <AEx Voice> (Active Expression
Voice).
De indicator van de geselecteerde [Others] knop knippert.
Het Others Voice (Others Voice select) scherm verschijnt, en alleen de
Active Expression klanken van de gehele collectie worden weergegeven.
fig.01-17
4. Druk op de naam van een klank.
5. Druk nogmaals op de [Others] knop van de Part waarvan u
een geluid wilt instellen om de klank te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop stopt met knipperen en blijft opgelicht.
Een Active Expression klank wordt geselecteerd.
Geluiden die met een
logo gemarkeerd
zijn ondersteunen de
Active Expression functie.
U kunt ook de klank beves-
tigen door op <Exit> te
drukken in het Others
Voice (Other Voice select)
scherm. U kunt ook de
toets voor een Part indruk-
ken die een gewijzigde
klank bevat om de klankin-
stelling te bevestigen.
Zie voor meer informatie
over de Active Expression
klanken, die aan een
[Others] knop toegewezen
kunnen worden, ‘Klanken-
lijst’ (p. 196).
Hoewel u een Active
Expression klank ook met
de [Others] knop van
andere Parts kunt selecte-
ren, wordt het Active
Expression effect alleen toe-
gepast op de onderste
Orchestral, bovenste
Orchestral, Solo en Pedal
Parts. Het (Active
Expression) icoon ver-
schijnt niet, wanneer er een
Active Expression klank
geselecteerd wordt voor
een Part waar het Active
Expression effect niet op
toegepast wordt.
44
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Het aanpassen van de volume balans
De AT-45 stelt u in staat om de volume balans individueel voor elk deel aan
te passen.
fig.01-26
De volgende knoppen worden gebruikt om het volume van een meervoudig
aantal Parts bij te stellen.
Knop Part
Accomp/SMF [] [] knop
Automatische Begeleiding (behalve bass)
Het afspelen van songs, behalve de Atelier
songs (bijvoorbeeld: SMF muziekbestanden)
Rhythm [] [] knop
Ritme uitvoering
Drums/SFX
Pedal [] [] knop
Pedaal klank
Bass noot van automatische begeleiding
45
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
1. De volumeniveaus van elk Part worden aangepast door de
corresponderende [] en [] knoppen.
Als u op de up knop [] drukt, neemt het volume toe. Als u op de down
knop [] drukt, neemt het volume af.
Het volume kan op elke waarde van 0 tot 12 worden ingesteld.
Wanneer de volumewaarde op het scherm op 0 staat zal die Part niet klin-
ken.
U kunt ook op de [] knop en de [] knop drukken van de Part waar u het
volume van wilt veranderen, zodat het ‘Part Balance Monitor’ scherm een
aantal seconden weergegeven wordt en u de volumebalans kunt bekijken.
fig.01-27
Het Part Balance Monitor
scherm wordt een aantal
seconden weergegeven en
sluit dan automatisch. Als
u <Hold> aanraakt, sluit
het scherm niet tot u op
<Exit> drukt.
46
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
De toonhoogte in stappen van een
octaaf transponeren (Octave Shift)
De toonhoogte van het geluid, dat door het keyboard afgespeeld wordt, kan
in stappen van een octaaf bijgesteld worden. Deze functie wordt ‘Octave
Shift’ genoemd. U kunt een Octave Shift op alle Parts toepassen.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
fig.05-08
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
fig.01-29
2. Druk op <UPPER>, <LOWER> of <PEDAL>.
3. Druk op < >< > om de Octave Shift weer te geven.
Menu Part waarvan de toonhoogte zal veranderen
UPPER Om de toonhoogte van de bovenste en Solo Parts te
veranderen
LOWER Om de toonhoogte van de onderste Part te veranderen
PEDAL Om de toonhoogte van de pedaal Part te veranderen
47
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
4. Druk op het Part scherm waarvan u de Octave Shift
instellingen wilt veranderen.
fig.01-30.eps
5. Druk op < >< > om de instellingen te wijzigen.
De waarde kan met een bereik van +/- 3 octaven ingesteld worden.
fig.01-30.eps
6. Druk op <Exit>.
U keert terug naar het Upper Keyboard/Lower Keyboard/Pedalboard
scherm.
U kunt het Pedalboard
scherm, Lower Keyboard
scherm of het Upper Key-
b
oard scherm openen door
op respectievelijk <Pedal>,
<Lower> of <Upper> te
drukken.
NOTE
Wanneer u de Octave Shift
functie op sommige klan-
ken toepast, kan de toon-
hoogte van deze klanken
voorbij de aanbevolen
toonhoogte gerekt worden,
en kan het zijn dat ze niet
zoals verwacht zullen klin-
ken. U dient voorzichtig
met de Octave Shift functie
om te gaan.
48
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Drumgeluiden of geluidseffecten
afspelen met het gehele onderste
keyboard (Drums/SFX)
U kunt het Onder toetsenbord gebruiken om verschillende drumgeluiden te
spelen (drumset). In dit geval zullen de Onderklanken niet langer klinken.
fig.01-32
1. Druk op de [Drums/SFX] knop, waardoor de indicator
oplicht.
De [Drums/SFX] knop indicator wisselt elke keer dat u erop drukt tussen
aan (opgelicht) en uit (gedoofd).
Het Drums/SFX (drums/geluidseffecten) scherm wordt een aantal secon-
den weergegeven.
fig.01-33
2. Bespeel het onderste keyboard en luister naar de
verschillende drumgeluiden van elke toets.
Kijk op de ‘drumset List’ (p.
198) voor details over welk
drumgeluid of
geluidseffect onder elke
noot zal klinken.
NOTE
Voor sommige drumsets
zullen er toetsen zijn, die
geen geluid maken.
49
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Het veranderen van de Drum/SFX Set
Gelijk nadat de stroom wordt ingeschakeld zal de STANDAARD drumset
klinken.
Voor de drumset geldt dat u uit twaalf soorten kunt kiezen en een type
geluidseffect. Als u de drumset verandert, zal het geluid dat bij elke noot
klinkt veranderen.
1. Druk op de [Drums/SFX] knop (indicator licht op).
Het Drums/SFX scherm wordt een aantal seconden weergegeven.
fig.01-33
2. Druk tijdens het weergeven van het Drums/SFX scherm op
de naam van een Drum/SFX set op het scherm.
De [Drums/SFX] knop indicator gaat knipperen.
U kunt kiezen uit de volgende twaalf Drumsets en een set geluidseffecten:
STANDARD, STANDARD2, ROOM, ROOM2, POWER, ELECTRONIC,
TR-808, DANCE, JAZZ, BRUSH, BRUSH2, ORCHESTRA, SOUND
EFFECTS
3. Druk nogmaals op de [Drums/SFX] knop.
De indicator van de [Drums/SFX] knop zal constant opgelicht zijn en de
geselecteerde Drum/SFX set wordt toegepast.
Zie voor de types Drums/
SFX set en de drumgelui-
den, die door elke toets
afgespeeld worden
‘Drums/SFX set lijst’ (p.
198).
U kunt ook de Drums/SFX
set bevestigen door op
<Exit> in het Drums/SFX
scherm te drukken. U kunt
ook op het onderste key-
b
oard spelen om de drum
set te bevestigen.
NOTE
Nadat het Drums/SFX
(drums/geluidseffecten)
scherm is weergegeven,
sluit het automatisch na
enkele seconden, tenzij u
het scherm aanraakt om
een drums/geluidseffecten
set te selecteren. Als u wilt
wisselen van drums/
geluidseffecten set, drukt u
snel op de gewenste
drums/geluidseffecten set,
terwijl het Drums/SFX
(drums/geluidseffecten)
scherm weergegeven
wordt.
50
Hoofdstuk 1 Geluiden selecteren en afspelen
Noten vasthouden op het onderste
keyboard (Lower Hold)
Wanneer de Lower Voice [Hold] knop op ON (indicator opgelicht) staat,
blijven de noten die u op het onderste keyboard speelt klinken tot u de vol-
gende noot aanslaat –zelfs als u de toets loslaat.
fig.02-14
1. Druk op de Lower Voice [Hold] knop (controleer dat de
indicator oplicht).
De noten, die op het onderste keyboard gespeeld worden, blijven klinken.
Als u op een toets drukt, terwijl de Lower Voice [Hold] knop opgelicht is,
blijft de noot klinken.
2. Als u op de Lower Voice [Hold] knop drukt, zodat de
indicator dooft, stoppen de noten die op dat moment
klinken.
51
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
De AT-45 laat u met ritme begeleiding spelen.
Het selecteren van een ritme
De AT-45 bevat verschillende Ritmes en Automatische begeleidingen
(Muziekstijlen).
Deze zijn onderverdeeld in tien groepen.
fig.02-01
1. Druk op een ritmeknop om een ritmegroep te selecteren.
De indicator van de ritmeknop zal oplichten.
Dat ritme zal op het scherm getoond worden.
fig.02-09_55
De ritmes in de geselecteerde ritmegroep verschijnen op het scherm.
2. Druk op < >< > om van scherm te wisselen en druk
op de naam van een ritme om het gewenste ritme te
selecteren.
De indicator van de Rhythm knop gaat knipperen.
3. Druk nogmaals op de Rhythm knop (de indicator brandt nu
constant).
De indicator van de Rhythm knop stopt met knipperen en brandt constant.
Het ritme is nu toegepast.
Kijk voor meer interne rit-
mes op de ‘Ritme lijst’ (p.
208).
U kunt ook het Rhythm
scherm openen door in het
hoofdscherm op
<Rhythm> te drukken.
U kunt ook het ritme beves-
tigen door op <Exit> te
drukken in het Rhythm
scherm.
52
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Ritmes gebruiken in het gebruikersgeheugen
(User memory)
De AT-45 heeft een gebruikersgeheugen.
De AT-45 wordt geleverd met ritmes al opgeslagen in het gebruikersgeheu-
gen. U kunt deze ritmes vervangen door ritmes van Music Style Disks of
met gebruikers ritmes die u zelf gemaakt en opgeslagen heeft met de
Rhythm Customize functie (p. 158).
De inhoud van het gebruikersgeheugen wordt behouden, zelfs na het uit-
schakelen van de stroom.
U kunt ritmes oproepen van het gebruikersgeheugen dor op de [Disk/User]
knop te drukken.
Ritmes uit het gebruikersgeheugen oproepen
1. Druk op de [Disk/User] knop.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk op < > in het Rhythm scherm.
De ritmes in het gebruikersgeheugen worden weergegeven.
3. Druk op de naam van een ritme om het gewenste ritme te
selecteren.
De indicator van de [Disk/User] knop zal gaan knipperen.
4. Druk na het selecteren van een ritme nogmaals op de
knipperende [Disk/User] knop.
De [Disk/User] knop stopt met knipperen en blijft branden, wat aangeeft
dat het ritme geselecteerd is.
Als u een ritme van een dis-
kette in het gebruikersge-
heugen wilt opslaan, zie
‘Ritmes van diskettes naar
het gebruikersgeheugen
kopiëren’ (p. 68).
Wat is het gebruikersgeheugen
Het gebruikersgeheugen is het gedeelte van het instrument waar
gebruikers ritmes die u maakt en ritmes van Music Style Disks
opgeslagen worden.
U kunt ook gebruikers ritmes (p. 158) van diskettes opslaan in het
gebruikersgeheugen.
Als u de originele ritmes,
die het gebruikersgeheu-
gen bij de levering bevatte,
wilt herstellen, zie ‘De rit-
mes in het gebruikersge-
heugen herstellen naar de
fabrieksinstellingen’ (p. 70).
Als een diskette met opge-
slagen ritmes zich in de
drive bevindt, drukt u op
<> om deze weer
te geven.
U kunt ook het ritme beves-
tigen door op <Exit> in het
Rhythm scherm te druk-
ken.
53
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Rhythm Search
U kunt naar ritmes zoeken, die overeenkomen met het tempo van de song,
het genre of andere criteria die u kunt instellen.
U kunt ook een ritme zoeken door het eerste teken van de naam van het
ritme te gebruiken.
1. Druk op <Rhythm> in het hoofdscherm.
fig.05-08
Het volgende Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk op < > in het hoofdscherm.
Een subvenster verschijnt.
Als er een ander scherm
wordt weergegeven, drukt
u op <Exit> om het geo-
pende scherm te sluiten.
U kunt ook het Rhythm
scherm openen door op de
Rhythm knop te drukken.
U kunt ook externe ritmes
opzoeken door op de
[Disk/User] knop te druk-
ken. Het icoon ver-
schijnt niet op het scherm
wanneer [Disk/User] rit-
mes weergegeven worden.
54
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Zoeken op ritmenaam
3. Druk op <By Name>.
4. Kies een teken om bij het zoeken te gebruiken.
Het geselecteerde teken verschijnt in het midden van het scherm.
Voer het teken in waar u naar zoekt. Druk bijvoorbeeld op meerdere malen
achter elkaar op <ABC> om te wisselen tussen de tekens in die groep
(‘A’‘B’‘C’...).
Druk op <ABC/123> om te wisselen tussen het alfabet en nummers.
5. Druk op <Start> (Start Search).
De zoekresultaten verschijnen op het scherm.
Om het zoeken te annuleren, drukt u op <Exit> in het Search Results
scherm.
6. Druk op een ritmenaam om een ritme te selecteren.
Druk op <Exit> om naar het Rhythm scherm terug te keren.
Op eigenschappen zoeken
3. Druk op <By Conditions>
U kunt vier verschillende criteria invoeren bij het zoeken: ‘Tempo’, ‘Beat’,
‘Groove’ en ‘Genre’.
4. Druk op de waarde voor de zoekterm.
5. Druk op < >< > om de instellingen te wijzigen.
6. Druk na het instellen van de zoektermen op <Start> (Start
Search).
De zoekresultaten verschijnen op het scherm.
Om het zoeken te annuleren, drukt u op <Exit> in het Search Results
scherm.
7. Druk op een ritmenaam om een ritme te selecteren.
Druk op <Exit> om naar het Rhythm scherm terug te keren.
55
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Ritmes afspelen
Er zijn twee manieren om het ritme te starten:
Handmatig op de [Start] knop drukken,
Automatisch door een noot te bespelen op het onderste keyboard of het
pedaalbord (Sync Start).
U kunt op (Sync Start) knop of op de [Intro/Ending] knop drukken om het
ritme vanaf het intro te starten of het ritme aan het einde te stoppen.
fig.02-03
Starten bij het indrukken van een knop
Starten met een toegevoeghet intro
1. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Het intro wordt afgespeeld en het ritme zal starten.
De [Intro/Ending] knop indicator gaat branden tot het intro eindigt, waarna
de indicator dooft.
Het intro kort en simpel houden
1. Druk op de [To Variation] of de [To Original] knop.
De [Start/Stop] knop indicator gaat knipperen.
De indicator van de [To Variation] of de [To Original] knop gaat knipperen.
2. Druk op de [Start/Stop] knop.
Een korte Intro wordt afgespeeld worden en het ritme start.
Zonder een intro starten
1. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het ritme start zonder dat er een intro afgespeeld wordt.
De functies van de [Intro/
Ending] en de [Start/Stop]
knoppen kunnen aan de
voetschakelaars toegewe-
zen worden , aan elke kant
van het expressiepedaal (p.
105).
Zie voor meer over de
[To Variation] en de
[To Original] knoppen,
‘Het ritme of de automati-
sche begeleiding geva-
rieerd maken’ (p. 59).
56
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Het ritme automatisch laten starten, wanneer u
het onderste keyboard of pedaalbord bespeelt
(Sync Start)
Starten met een toegevoeghet intro
1. Druk op de [Sync Start] knop, zodat de indicator oplicht.
2. Druk op de [Intro/Ending] knop.
De [Intro/Ending] knop indicator gaat knipperen.
3. Bespeel het onderste keyboard of het pedaalbord.
Het intro wordt afgespeeld en het ritme start.
De [Intro/Ending] knop brandt tijdens het spelen van het intro tot deze ein-
digt, waarna de indicator dooft.
Het intro kort en simpel houden
1. Druk op de [Sync Start] knop, zodat de indicator gaat
branden.
2. Druk op de [To Variation] of de [To Original] knop.
De [Start/Stop] knop indicator gaat knipperen.
De indicator van de [To Variation] of de [To Original] knop gaat knipperen.
3. Bespeel het onderste keyboard of het pedaalbord.
Een korte intro wordt afgespeeld en het ritme start.
Zonder intro starten
1. Druk op de [Sync Start] knop, zodat de indicator gaat
branden.
2. Bespeel het onderste keyboard of het pedaalbord.
Het ritme start zonder dat er een intro afgespeeld wordt.
NOTE
Als de Arranger functie op
ON staat ([de Arranger
[On/Off] knop indicator
b
randt] is het niet mogelijk
om het ritme af te spelen
door het pedaalbord te
b
espelen (p. 58).
Zie voor meer over de
[To Variation] en de
[To Original] knoppen,
‘Het ritme of de automati-
sche begeleiding geva-
rieerd maken’ (p. 59).
57
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Het stoppen van een ritme
Stoppen met een einde
1. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Er wordt een einde gespeeld, daarna stopt het ritme.
Terwijl het einde wordt gespeeld is de indicator van de [Intro/Ending] knop
opgelicht. Als dit stopt, gaat de indicator van de knop uit.
Het einde kort en simpel maken
1. Druk op de [To Variation] of de [To Original] knop, en druk
dan op de [Start/Stop] knop.
Een kort einde wordt gespeeld, en het ritme stopt.
Stoppen zonder einde
1. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het ritme stopt, zonder dat er een einde wordt gespeeld.
Het tempo van een ritme veranderen
U kunt het tempo van een ritme of automatische begeleiding veranderen
(p. 58).
fig.02-04
1. Druk op de Tempo [ ] and [ ] knoppen om het tempo
(snelheid) van het ritme of de automatische begeleiding te
veranderen.
Door tegelijk op de Tempo [ ] en [ ] knoppen te drukken, keert het
tempo terug naar de standaardinstelling (vooraf ingestelde) van het tempo
van het geselecteerde ritme.
De waarde van het ingestelde tempo (20-500 beats per minuut) kan in het
hoofdscherm en het Rhythm scherm bekeken worden.
Tempo [ ] knop
Het tempo gaat langzamer
Tempo [ ] knop
Het tempo gaat sneller
De functies van de [Intro/
Ending] en de [Start/Stop]
knoppen kunnen aan de
voetschakelaars toegewe-
zen worden , aan elke kant
van het expressiepedaal (p.
105).
Als u van ritme wisselt
wanneer ‘Auto Std Tempo
(Auto Standard Tempo)’
(p. 173) ingeschakeld is,
verandert het tempo om
overeen te komen met het
ritme. Als u van ritme wis-
selt, wanneer ‘Auto Std
Tempo (Auto Standard
Tempo)’ uitgeschakeld is,
b
lijft het tempo gelijk zelfs
na het wisselen van het
ritme.
Het tempo en de maatsoort
worden ook weergegeven
door het ‘stuiterende balle-
tje’ op het hoofdscherm (p.
22).
58
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Aftellen aan het einde van een intro
Als er een intro afgespeeld wordt voorafgaand aan uw song, kunt u ervoor
zorgen dat er aan het einde van het intro afgeteld wordt, waardoor u gemak-
kelijk met spelen kunt beginnen.
fig.02-05
1. Druk op de [Count Down] knop, waardoor de indicator gaat
branden.
2. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Het intro begint met spelen, en het aftellen begint tot het einde van het intro.
Als de [Sync Start] knop brandt, zal het spelen van een akkoord op het
onderste keyboard het intro starten, en zal het aftellen beginnen.
3. Om het aftellen te stoppen, drukt u weer op de [Count
Down] knop, waardoor de indicator dooft.
Een ritme en automatische begeleiding
afspelen
De Arranger functie van de AT-45 kan een automatische begeleiding aan elk
ritme toevoegen. Gebaseerd op het geselecteerde ritme kan de Arranger
functie automatisch een begeleiding toevoegen, die geschikt is voor het
akkoord dat u op het onderste keyboard speelt.
fig.02-06
1. Druk op de Arranger [On/Off] knop (indicator gaat
branden).
2. Start het ritme (p. 55)
Het ritme en de automatische begeleiding zullen tegelijk afspelen.
Als de Arranger [On/Off] knop op ON staat en er is geen Pedal Bass klank
geselecteerd, speelt de automatische begeleiding het basgeluid.
Arranger [On/Off] knop Functie
Indicator brandt (On) Ritme en automatische begeleiding
Indicator gedoofd (Off) Ritme (Alleen drums)
U kunt het aftelgeluid aan-
passen (p. 173).
NOTE
Als de Arranger [On/Off]
knop aanstaat kunt u Sync
Start (p. 56) op het pedaal-
b
ord niet gebruikt worden.
NOTE
Het bespelen van het
onderste keyboard produ-
ceert geen geluid tijdens
het spelen van het intro of
het einde.
59
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Het ritme of automatische begeleiding
gevarieerd maken
U kunt het ritme of de automatische begeleiding gevarieerd maken door het
patroon van het ritme te veranderen of het arrangement van de automati-
sche begeleiding.
fig.02-07
Het arrangement van de begeleiding
veranderen (Style Orchestrator)
U kunt het arrangement van de begeleiding veranderen. Deze functie wordt
‘Style Orchestrator’ genoemd. Er zijn voor elk ritme vier soorten arrange-
menten voor de begeleiding.
De volgende knoppen worden Style Orchestrator knoppen genoemd:
fig.02-08
1. Druk op de Style Orchestrator knoppen om het arrangement
van de begeleiding te veranderen.
De indicator van de knop die u indrukte licht op.
De [Basic] knop geeft het meest simpele arrangement, en de [Full] knop het
meest uitgebreide.
Knopnaam Functie
Fill In [To Variation] knop
Nadat de Fill-In afgespeeld is, kunt u
het Variation ritmepatroon afspelen.
Fill In [To Original] knop
Nadat de Fill-In afgespeeld is, kunt u
het Original ritmepatroon afspelen.
Wat is een fill-in?
Een Fill In is een korte frase, die in de pauze van de melodie ingevoegd
wordt, of op een moment wanneer het karakter van de song verandert (tus-
sen het refrein of verzen).
De functies van de Fill In
[To Variation] knop en de
Fill In [To Original] knop
kunnen toegewezen wor-
den aan de voetschake-
laars aan beide kanten van
het expressiepedaal . Zie
ook ‘De functie van de
voetschakelaar verande-
ren’ (p. 105).
60
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Akkoorden versimpeld spelen
‘Chord Intelligence’ is een functie die tijdens een automatische begeleiding
op een intelligente manier de correcte begeleiding akkoorden speelt, wan-
neer u op het onderste keyboard een toets voor een specifiek akkoord
indrukt.
Om het instrument bijvoorbeeld een ‘C majeur’ akkoord te laten herkennen,
moet u normaliter de ‘C’, ‘E’, en ‘G’ toetsen indrukken. Als u de Chord Intel-
ligence functie gebruikt, kunt u simpelweg op een ‘C’ drukken van het
onderste keyboard om een C majeur akkoord te laten klinken met de gese-
lecteerde klank voor de onderste Part.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09_55
2. Druk op < > (Utility) in het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-10_55
Zie voor meer informatie
over versimpelde akkoor-
den de ‘Akkoordenlijst’ (p.
210).
U kunt ook het Rhythm
scherm openen door op een
Rhythm knop te drukken.
Als u de noot van het
akkoord (p. 212) op het
onderste keyboard indrukt,
terwijl de Chord Intelli-
gence functie ingeschakeld
is, klinken alle noten van
dat akkoord. Als u bijvoor-
b
eeld op de ‘C’ noot drukt
van het C majeur akkoord
op het onderste keyboard,
klinken de noten van het C
majeur akkoord ’C’, ‘E’ en
‘G’ in de klank die voor de
onderste Part is geselec-
teerd.
61
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
3. Druk op <Options>.
Het Rhythm Options scherm verschijnt.
fig.02-11_55
4. Druk op de Chord Intelligence instelling om deze op ‘ON’ te
zetten.
De Chord Intelligence Functie kan nu gebruikt worden.
Elke keer dat u op de Chord Intelligence functie drukt, wisselt deze tussen
ON en OFF.
5. Als u de Chord Intelligence functie niet wilt gebruiken, zet u
deze op ‘OFF’.
Als de Leading Bass func-
tie (p. 62) aanstaat en de
Chord Intelligence functie
uitstaat, kunt u akkoorden
b
epalen met een combina-
tie van het onderste key-
b
oard en het pedaalbord.
Wanneer u op de [One
Touch Program] knop
drukt, wordt de Chord
Intelligence functie auto-
matisch op ON gezet.
62
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Leading bass functie
Wanneer automatische begeleiding gebruikt wordt, en de Pedal [To Lower]
knop op ON staat, zal de Pedal Bass klank normaliter de grondtoon (p. 212)
spelen van het akkoord dat u op het onderste keyboard speelt.
Als de Leading Bass functie ingeschakeld is, wordt de laagste noot van het
akkoord, dat u op het onderste keyboard, speelt gebruikt als de bas noot (de
onderste noot van het akkoord). Hiermee kan de bass een andere noot zijn
dan de grondtoon van het akkoord dat u speelt, en de bas noot verandert
wanneer geïnverteerde akkoorden gespeeld worden (p. 212).
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09_55
2. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-10_55
Wanneer de Leading Bass
functie aanstaat en de
Chord Intelligence functie
(p. 60) uitstaat, kunt u
akkoorden specificeren met
een combinatie van het
onderste keyboard en het
pedaalbord.
U kunt ook het Rhythm
scherm openen door op de
Rhythm knop te drukken.
63
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
3. Druk op <Options>.
Het Rhythm Options scherm verschijnt.
fig.02-11_55
4. Druk op de Leading Bass instelling om deze op ‘ON’ te
zetten.
Elke keer, dat u op de Leading Bass instelling drukt, wisselt deze tussen ON
en OFF.
5. Om de Leading Bass functie uit te schakelen, zet u Leading
Bass instelling op ‘OFF’.
U kunt de Leading Bass
functies aan de voetschake-
laars aan beide kanten van
het expressiepedaal toewij-
zen. Zie ‘De functie van de
voetschakelaar veranderen
(p. 105).
64
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Een simpele manier om automatische
begeleidingsinstellingen te maken (One
Touch Program)
De AT-45 bevat een handige [One Touch Program] knop. Door simpelweg
eenmaal op deze knop te drukken, wordt de Arranger functie ingeschakeld,
en worden keyboardklanken die het meest geschikt zijn voor het spelen met
het gekozen ritme/automatische begeleiding geselecteerd.
Door op de [One Touch Program] knop te drukken, kunt u de volgende
instellingen maken:
Paneelinstellingen (zoals klanken en volume) geschikt voor het ritme
Arranger [On/Off] knop brandt (automatische begeleiding speelt)
[Sync Start] knop brandt, [Intro/Ending] knop knippert (Wacht op Sync
Start)
Chord Intelligence functie staat op ON (p. 60)
De paneelinstellingen, zoals die bepaald worden door de One Touch Pro-
gram functie, zijn als volgt:
Acht paneelinstellingen voor elk ritme (4 paneelinstellingen x 2 groepen)
Wat is Sync Start?
Sync Start is een functie die het ritme start, op het moment dat u het onder
toetsenbord bespeelt.
Wat is Chord Intelligence?
Chord Intelligence is een eigenschap, die begeleidingsakkoorden creëert op
het moment dat u bepaalde toetsen bespeelt, die een akkoord specificeren
gedurende automatische begeleiding.
1 2 3 4
1 2 3 4
1 groep
2 groep
65
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
1. Selecteer een ritme (p. 55).
2. Druk op de [One Touch Program] knop.
De [One Touch Program] knop indicator licht op.
fig.02-15
Een One Touch Program Group (One Touch Program Group select) scherm,
zoals het onderstaande wordt een aantal seconden weergegeven.
f
3. Druk op het scherm om een One Touch Program groep te
selecteren, terwijl het One Touch Program Group scherm
weergegeven wordt.
Als u geen One Touch Program groep selecteert, terwijl het One Touch Pro-
gram Group scherm wordt weergegeven, wordt ‘Group 1’ automatisch
geselecteerd.
Paneelinstellingen worden automatisch opgeroepen voor de registratie [1]-
[4] knoppen, die geschikt zijn voor het ritme en de automatische begelei-
ding.
4. Druk op de registratie [1]-[4] knop om paneel instellingen te
maken.
5. Speel een akkoord op het onderste keyboard.
Op het moment, dat u het onderste keyboard bespeelt, begint het intro en
zullen het ritme en de automatische begeleiding afgespeeld worden.
6. Druk op de [Intro/Ending] knop of de [Start/Stop] knop om
het ritme te stoppen.
Het ritme en de automatische begeleiding stoppen.
7. Druk op de [One Touch Program] knop, waardoor de
indicator dooft.
U keert terug naar de paneelinstellingen die toegepast waren, voordat u op
de [One Touch Program] knop drukte.
Om het One Touch Pro-
gram Group scherm
opnieuw weer te geven,
drukt u op de [One Touch
Program] knop, terwijl u de
Registration [Write] knop
ingedrukt houdt. Raak het
One Touch Program Group
scherm aan om opnieuw
een groep te selecteren.
Wanneer u op de [One
Touch Program] knop
drukt, wordt de ‘Arranger
Update’ instelling automa-
tisch op ‘INSTANT’
(p. 174).
66
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Het gebruik van een ritme op diskette
De AT-15 bevat ingebouwde ritmes (muziekstijlen). Aanvullende ritmes
(muziekstijlen) zijn beschikbaar op de bijgesloten muziekstijl disk. Hieron-
der staat hoe u een muziekstijl van een muziekstijl disk kunt selecteren.
Het plaatsen en verwijderen van een diskette
1. Houd de diskette met het label naar boven, en druk het in de
diskdrive tot het op zijn plaats klikt.
De drive bevindt zich rechtsboven het keyboard van de AT-45.
fig.02-18
2. Druk op de uitwerpknop.
De diskette wordt verwijderd en steekt een stukje uit de drive. Pak voor-
zichtig het einde van de diskette vast en trek hem eruit.
fig.02-19
NOTE
Als u de diskdrive voor het
eerst gebruikt, lees dan de
b
elangrijke opmerkingen
op pagina 6.
UitwerpknopIndicator
Diskette
NOTE
Verwijder nooit een dis-
kette, wanneer het lezen of
schrijven in werking is,
omdat dit het magnetisch
oppervlak van de diskette
kan beschadigen en
onbruikbaar maken. (De
indicator van de diskdrive
zal geheel oplichten als de
diskdrive bezig is met het
lezen of schrijven van gege-
vens. Normaalgesproken
zal de indicator niet hele-
maal opgelicht of uit zijn.)
Uitwerpknop
67
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
De styles op een music style diskette bekijken
1. Druk op de Rhythm [Disk/User] knop(controleer dat deze
brandt).
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-20_55
2. Steek de Music Style diskette in de diskdrive.
Het Rhythm scherm geeft de ritmes op de music style diskette weer.
Ritmes op de music style diskette worden aangegeven met een ‘ ‘ icoon.
fig.02-21_55
3. Druk op < > waardoor dit gaat branden. De ritmes op
de diskette worden weergegeven.
4. Druk op het Rhythm scherm om een ritme op de Music Style
diskette te selecteren.
De [Start/Stop] knop indicator gaat tijdens het laden van de ritmes naar het
interne geheugen knipperen.
Wanneer het laden klaar is, kunt u het geselecteerde ritme afspelen.
5. Druk op [Start/Stop] knop of de [Intro/Ending] knop.
Het geselecteerde ritme wordt afgespeeld.
Wanneer < >
b
randt, worden de ritmes
die opgeslagen zijn in het
gebruikersgeheugen (p. 52)
weergegeven.
Als ritmes van een music
style diskette in het gebrui-
kersgeheugen (p. 52) opge-
slagen zijn, kunt u de
ritmes oproepen door sim-
pelweg op de [Disk/User]
knop (p. 68) te drukken.
68
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Ritmes van diskettes naar het
gebruikersgeheugen kopiëren
Hoewel de AT-45 geleverd wordt met ritmes, die al in het gebruikersgeheu-
gen (p. 52) opgeslagen zijn, kunt u deze vervangen door ritmes van Music
Style diskettes. Ritmes, die van een diskette naar het gebruikersgeheugen
geladen zijn, gaan niet verloren, zelfs niet als de stroom uitgeschakeld is.
Het is handig om veelgebruikte ritmes naar het gebruikersgeheugen te
kopiëren.
1. Steek de Music Style diskette in de diskdrive.
2. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-21_55
3. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-22_55
69
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
4. Druk op <Copy to User>.
Het Copy To User scherm verschijnt.
fig.02-23_55
5. Druk op < >< > om het ritme van de Music Style
diskette te selecteren, dat u naar het gebruikersgeheugen
wilt kopiëren.
De Rhythm [Disk/User] knop indicator gaat knipperen.
6. Nadat u het ritme van de Music Style diskette heeft
geselecteerd, drukt u op <Next>.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.02-24_55
Druk op <Back> om naar het vorige scherm terug te gaan.
7. Druk op het ritme van de opslagbestemming.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.02-25_55
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
U kunt op dit moment op
<> of de [Start/
Stop] knop drukken om het
ritme af te spelen en uw
keuze te controleren.
70
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
8. Om het ritme in het gebruikersgeheugen op te slaan, drukt u
op <OK>.
Het opslaan van het ritme in het gebruikersgeheugen begint.
Zodra het ritme in het geheugen opgeslagen is, verschijnt het Rhythm
scherm weer.
De ritmes in het gebruikersgeheugen
herstellen naar de fabrieksinstellingen
Volg de volgende procedure om alleen de ritmes in het gebruikersgeheugen
naar de fabriekinstellingen te herstellen.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
2. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
fig.02-22_55
3. Druk op <Reset User> in het subvenster.
De bevestiging verschijnt op het scherm.
4. Druk op <OK>.
Het ritme dat in het gebruikersgeheugen opgeslagen was, wordt hersteld
naar de fabrieksinstellingen.
NOTE
Verwijder nooit de dis-
kette en schakel de
stroom nooit uit, terwijl
de ritmedata naar de AT-
45 geladen wordt. Als u
dit doet kan de ritmedata
niet naar de AT-45
geladen worden en kun-
nen er storingen optre-
den. Nadat u het ritme
onder de [Disk/User]
knop hersteld hebt naar
de fabrieksinstellingen
(zie volgend gedeelte),
kunt u de ritmes van de
diskettes opnieuw laden.
Om alle fabrieksinstellin-
gen te herstellen, voert u de
Factory Reset bewerking
uit (p. 19).
U kunt het gebruikers-
geheugen naar de fabrieks-
instellingen door de vol-
gende procedure uit te voe-
ren:
1.Druk op de [Power On]
knop om de stroom uit
te schakelen.
2.Druk op de [Power On]
knop, terwijl u de
Rhythm [Disk/User]
knop ingedrukt houdt.
Zet nooit de stroom
uit, terwijl het
volgende scherm
weergegeven wordt.
fig.02-27_70
De ritmes, die in het
gebruikersgeheugen
opgeslagen waren,
worden nu hersteld naar
de fabrieksinstellingen.
71
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Ritmes van het gebruikersgeheugen
kopiëren naar diskettes
U kunt ritmes die opgeslagen zijn in het gebruikersgeheugen (p. 52) kopië-
ren naar diskettes.
1. Controleer dat de drive een diskette bevat die door de AT-45
geformatteerd is (p. 86).
2. Druk op de Rhythm [Disk/User] knop.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09_55
3. Druk op < >.
4. Druk op de naam van een ritme om het te selecteren en het
naar een diskette te kopiëren.
Wanneer <>
b
randt, worden de ritmes
op de diskette weergege-
ven.
72
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
5. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-22_55
6. Druk op <Copy to Disk>.
Het Copy to Disk scherm verschijnt.
7. Druk op < >< > om het nummer van de
kopieerbestemming te selecteren.
Nummers, die nog niet bij het opslaan gebruikt zijn, worden weergegeven
als ‘- - - - -‘.
Om het kopiëren te annuleren, drukt u op de <Exit> knop om het Copy to
Disk scherm te sluiten.
8. Druk op <Copy> om het ritme naar de diskette te kopiëren.
Het kopiëren van het ritme naar de diskette begint.
Wanneer het ritme opgeslagen is, wordt het Rhythm scherm weer weerge-
geven.
73
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
De volgorde van de ritmes in het
gebruikersgeheugen veranderen
U kunt de volgorde van de ritmes in het gebruikersgeheugen (p. 52) veran-
deren.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
fig.02-09_55
2. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-22_55
3. Druk op <Edit User>.
Het Edit User scherm verschijnt.
74
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
4. Druk op < >< > op het scherm om een ritme te
selecteren.
5. Druk op <Up> of <Down> om het ritme te verplaatsen.
6. Druk op <Exit>.
Knop Betekenis Omschrijving
Rename Verander de naam
Het Rename scherm verschijnt. U
kunt het scherm aanraken en het
geselecteerde ritme hernoemen
(p. 75).
Up
Verander de volgorde
(omhoog)
Het geselecteerde ritme wordt eerder
in volgorde geplaatst.
Down
Verander de volgorde
(omlaag)
Het geselecteerde ritme wordt later
in volgorde geplaatst.
Delete Verwijder het ritme
Het geselecteerde ritme wordt
verwijderd (p. 77).
75
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
De namen van ritmes in het
gebruikersgeheugen veranderen
U kunt ritmes in het gebruikersgeheugen (p. 52) hernoemen.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk op < > (Utility) op het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-22_55
3. Druk op <Edit User>.
Het Edit User scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > op het scherm om het ritme te
selecteren dat u wilt hernoemen.
76
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
5. Druk op <Rename>.
Het Rename scherm verschijnt.
6. Druk op < > om tussen hoofdletters/kleine
letters/symbolen te wisselen.
Elke keer dat u op deze knop drukt, gaat u naar de volgende beschikbare
keuze, op deze manier: hoofdletters kleine letters symbolen hoofd-
letters ….
7. Druk op het scherm om het gewenste teken in te voeren.
De volgende tekens kunnen geselecteerd worden:
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
8. Wanneer u klaar bent met het maken van de instellingen
drukt u op <OK>.
Het ritme heeft nu een naam. Het Edit User scherm verschijnt weer.
9. Druk op <Exit>.
Hoofdletters A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Kleine letters a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Symbolen ! " # % & ' ( ) * + , - . / : = ? ^ _ 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Verwijdert een teken.
Voegt een spatie in.
Beweeg de cursor (het symbool dat de locatie aangeeft
waar tekens worden ingevoerd) naar links of naar rechts.
77
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
Ritmes uit het gebruikersgeheugen
verwijderen
U kunt ritmes, die in het gebruikersgeheugen (p. 52) opgeslagen zijn, verwij-
deren.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk op < > (Utility) in het Rhythm scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.02-22_55
3. Druk op <Edit User>.
Het Edit User scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > op het scherm om het ritme te
selecteren dat u wilt verwijderen.
78
Hoofdstuk 2 Ritme gebruiken
5. Druk op <Delete>.
Het volgende venster verschijnt.
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
6. Als u zeker bent dat u het ritme wilt verwijderen, drukt u op
<OK>.
Wanneer een ritme verwijderd is, verandert de naam van het verwijderde
ritme naar ‘- - - - -‘.
79
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Met de AT-45 kunt u geluids en paneelinstellingen opslaan onder de Regis-
tration (registratie) knoppen. De AT-45 heeft in totaal acht registratieknop-
pen, en er kan een elke knop een set paneelinstellingen toegewezen worden.
Elke set paneelinstellingen, die onder een Registration knop opgeslagen is,
wordt een ‘Registratie’ genoemd.
Dit is een handige manier om een groot aantal paneelinstellingen tijdens een
uitvoering te veranderen of om complexe paneelinstellingen op te roepen.
fig.03-02
Over de registratieknoppen
Naast het toewijzen van klanken en ritmes aan de registratieknoppen kunt
u ook de volgende instellingen opslaan:
Paneelknop instellingen (bijvoorbeeld instellingen oor de Level [] []
knoppen en Solo [To Lower] knop)
Controller instellingen (functies toegewezen aan voetschakelaars, Pitch
Bend bereik, etc.)
Andere typen instellingen (Reverb type, tempo instellingen, hoeveelheid
Initial Touch, etc.)
Als u wilt weten welke instellingen allemaal met de registratieknoppen
opgeslagen kunnen worden, zie ‘Instellingen die opgeslagen worden, nadat
de stroom is uitgeschakeld’ (p. 214).
Daarnaast kunt u de instellingen die aan de registratie [1]-[8] knoppen toe-
gewezen zijn als een enkele set groeperen, en tot 99 van deze sets registreren
en op een diskette opslaan (p. 88).
Naast de instellingen, die onder de registratieknoppen opgeslagen worden,
wordt de volgende data ook opgeslagen wanneer registratiesets op een dis-
kette opgeslagen worden.
Registratie Naam p. 84
Registratie Shift p. 106
Arranger Update p. 82
Trans. Update (Transpose Update) p. 174
Exp Curve (Expression Pedal Curve) p. 108
Instellingen die onder de
registratie [1]-[8] knoppen
opgeslagen zijn blijven
intact, zelfs nadat de
stroom is uitgeschakeld.
Als u de instellingen van
de registratieknoppen wilt
herstellen naar de fabriek-
sinstellingen, gebruikt u de
‘Factory Reset’ bewerking
(p. 19).
6
Write
234 5 781
Manual
Opgenomen uitvoerings-
data en ritmes van het
gebruikersgeheugen wor-
den niet opgeslagen in
registratiesets. Wanneer
een ritme dat opgeslagen is
in het gebruikersgeheugen
wordt toegewezen aan een
registratieset, wordt dat
ritme vooraf gekopieerd
naar het gebruikersgeheu-
gen.
80
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Procedure voor het maken van registratiesets
U kunt klankinstellingen en andere paneelinstellingen veranderen door op
de registratieknoppen tijdens songs te drukken.
De registraties voorbereiden
Een handige manier om de volgorde van de registratieknoppen gemakkelijk
te kunnen onthouden, is door de paneelinstellingen in de volgorde op te
slaan, waarop u ervan moet wisselen tijdens het spelen van de song.
De registraties op diskette opslaan
Als u meer dan acht registraties in een song opslaat, slaat u de instellingen
voor de registratie [1]-[8] knoppen als een set op een diskette op. De vol-
gende paneelinstellingen slaat u ook op, beginnend met de registratie [1]
knop. Sla alle registratiesets die u heeft ingesteld op de diskette op.
Zet de registraties in de volgorde, waarop ze gebruikt worden
Sla de registratiesets op de diskette op in de volgorde, waarin ze in de song
gebruikt zullen worden.
U kunt de Disk Edit functie gebruiken om de volgorde en de namen te ver-
anderen van ritmes op diskettes (p. 84, 98), en daarnaast ritmes verwijderen
(p. 96).
Registratiesets
Roep de registratiesets van de diskette op naar de AT-45
Stop de diskette die de opgeslagen registratiesets bevat in de drive, en laad
de registratiesets naar de AT-45 (p. 91).
Wissel tijdens het spelen van registratiesets
Druk op de registratieknoppen om tijdens het spelen van registratie te wis-
selen. U kunt de ‘Right + Load Next’ aan de voetschakelaar toewijzen en
deze gebruiken om de volgende registratieset op te roepen (p. 106). Wan-
neer de Load next functie aan de voetschakelaar wordt toegewezen worden
registratiesets opgeroepen in de volgorde waarop ze op de diskette zijn
opgeslagen.
Registraties opslaan
fig.03-02
1. Maak alle paneelinstellingen die u wilt opslaan.
2. Druk op een van de registratie [1]-[8] knoppen, terwijl u de
[Write] knop ingedrukt houdt.
De paneelinstellingen worden opgeslagen onder de geselecteerde registra-
tieknop.
Write
23 5641
Manual
Zie voor meer details over
de instellingen die in een
registratie worden opgesla-
gen ‘Instellingen die onder
de registratieknoppen wor-
den opgeslagen’ (p. 214).
81
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Een registratie oproepen
Instellingen die toegewezen zijn aan de registratie [1]-[8] knoppen kunnen
op twee manier opgeroepen worden: ‘INSTANT’ en ‘DELAYED’.
Bij levering staat deze instelling op ‘DELAYED’.
Hoe een registratie op te roepen (DELAYED)
Klanken en andere paneelinstellingen oproepen
1. Druk kort op een van de registratie [1]-[8] knoppen.
Instellingen oproepen voor ritmes en de automatische
begeleiding naast de paneelinstellingen
1. Druk op een van de registratie [1]-[8] knoppen en houd deze
enkele seconden ingedrukt.
De indicator van de ritme selectieknop gaat knipperen, en de paneelinstel-
lingen en instellingen die gerelateerd zijn aan ritmeperformances en auto-
matische begeleiding worden opgeroepen.
Hoe een registratie op te roepen (INSTANT)
Paneelinstellingen van een klank oproepen of instellingen voor
ritmeperformances en automatische begeleiding naast
paneelinstellingen
1. Druk kort op een van de registratie [1]-[8] knoppen.
Wanneer de manier veran-
dert, waarop registraties
opgeroepen worden, zie
‘De timing van het oproe-
pen van registraties veran-
deren’ (p. 82).
82
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
De timing van het oproepen van registraties
veranderen
Instellingen voor het spelen van ritmes en de automatische begeleiding wor-
den opgeroepen, wanneer u een registratie [1]-[8] knop een aantal seconden
ingedrukt houdt, maar u kunt dit veranderen, zodat de instelling opgeroe-
pen wordt als u de knop kort indrukt.
1. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
2. Druk op <Load>.
Het Registration Load scherm verschijnt.
fig.03-05_55
3. Druk op <Utility>.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.03-06_55
Wanneer u op <go to Save>
drukt, gaat u naar het
Registration Save scherm.
U kunt ook het Registration
Load scherm vullen door
op de [Registration] knop
op het paneel te drukken.
83
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
4. Druk op <Options>.
Het Registration Options scherm verschijnt.
fig.03-07_55
5. Druk op de Arranger Update instelling om te wisselen
tussen ‘DELAYED’ en ‘INSTANT’.
Elke keer dat u op de Arranger Update instelling drukt, wisselt u tussen
‘DELAYED’ en ‘INSTANT’.
6. Druk op <Exit>.
Automatisch registreren wanneer u van
paneelinstellingen wisselt
Wanneer de [Manual] knop op ON staat (opgelicht), worden alle paneelin-
stellingen die u maakt meteen automatisch opgeslagen onder de [Manual]
knop, waardoor de opgeslagen registratie ook meteen bijgewerkt wordt.
fig.03-08
Instelling Beschrijving
DELAYED
Wanneer u een Registration knop indrukt en een aantal
seconden vasthoudt, worden de instellingen voor ritme en
automatische begeleiding opgeroepen, naast de
paneelinstellingen.
Als u kort op een Registration knop drukt worden alleen
de instellingen opgeroepen die niet gerelateerd zijn aan
het ritme en automatische begeleiding.
INSTANT
Instellingen voor ritme en automatische begeleiding
worden meteen opgeroepen als u op de registratie [1]-[8]
knop drukt.
U kunt de timing verande-
ren van het oproepen van
de transpose instelling
wanneer u op een registra-
tieknop drukt. Zie voor
meer informatie ‘De timing
veranderen, waarop trans-
positie instellingen opge-
roepen worden’ (p. 174).
Write
23 5641
Manual
NOTE
De instellingen die onder
de [Manual] knop opgesla-
gen zijn keren terug naar
hun standaardinstellingen
wanneer het apparaat uit-
geschakeld wordt.
84
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Een naam aan een registratieset
toewijzen
Wanneer u een registratieset opslaat, worden namen zoals ‘Factory Reg.’
standaard toegewezen. U kunt ook een naam toewijzen, die u later helpt om
de inhoud van de registratieset te herkennen.
1. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
2. Druk op <Save>.
Het Registration Save scherm verschijnt.
fig.03-09_55
3. Druk op <Utility> om het Utility scherm te openen.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.03-10_55
Wanneer u op <go to
Load> drukt, gaat u naar
het Registration Load
scherm.
85
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
4. Druk op <Rename>.
Het Rename scherm verschijnt.
fig.03-11_55
5. Druk op < > om te wisselen tussen
hoofdletters/kleine letters/symbolen.
Elke keer dat u op deze knop drukt gaat u naar de volgende beschikbare
keuze, op deze manier: hoofdletters kleine letters symbolen hoofd-
letters ….
6. Druk op het scherm om het gewenste teken in te voeren.
De volgende tekens kunnen geselecteerd worden.
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
7. Wanneer u klaar bent met het maken van de instellingen
drukt u op <OK>.
De registratieset in het interne geheugen van de AT-45 heeft nu een naam.
fig.03-12_55
Hoofdletters A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Kleine letters a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Symbolen ! " # % & ' ( ) * + , - . / : = ? ^ _ 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Verwijdert een teken.
Voegt een spatie in.
Beweeg de cursor (het symbool dat de locatie aangeeft
waar tekens worden ingevoerd) naar links of naar rechts.
Het Rename scherm kan
ook op de volgende manie-
ren geopend worden:
hoofdscherm
<Registration> <Load>
Registration Load
scherm
<Utility> Utility
scherm<Rename>
86
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Het formatteren van diskettes
Diskettes (zowel nieuwe als gebruikte) moeten geformatteerd worden,
voordat ze door de AT-45 gebruikt kunnen worden.
Formatteren is het proces van verwijderen van gegevens die op de diskette
zouden kunnen staan en het geschikt maken van het formaat van de diskette
aan het formaat van het apparaat. De AT-15 kan geen diskette gebruiken,
die een ander format heeft dan dit apparaat.
1. Zorg ervoor, dat het schrijfbeschermingsnokje van de
diskette op de ‘Write’ (toestaan) positie staat.
fig.07-17
2. Schuif de diskette in de drive met het label omhoog tot deze
op zijn plaats klikt.
De drive bevindt zich rechtsboven van het keyboard van de AT-45.
fig.07-17
3. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
NOTE
Het formatteren van een
diskette verwijdert alle
data van de diskette. Als u
een gebruikte diskette for-
matteert, dient u eerst te
controleren of de diskette
geen data bevat die u wilt
b
ehouden.
UitwerpknopIndicator
Diskette
87
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
4. Druk op <Save>.
Het Registration Save scherm verschijnt.
fig.03-09_55
5. Druk op <Utility>.
Het Utility scherm verschijnt.
6. Druk op <Format Disk>.
Het Format Disk scherm verschijnt.
fig.
Als u op <Cancel> drukt keert u terug naar het Registration Save scherm
zonder te formatteren.
7. Druk op <OK> om te beginnen met formatteren.
Het volgende venster verschijnt tijdens het formatteren.
fig.
Wanneer het formatteren afgelopen is, verschijnt het Registration Save
scherm weer.
Wanneer u op <go to
Load> drukt, gaat u naar
het Registration Load
scherm.
NOTE
Verwijder nooit de dis-
kette tijdens het formatte-
ren.
88
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Registratiesets op diskette opslaan
Nu de instellingen van de registratie [1]-[8] knoppen als één set beschouwd
worden, kunt u op een enkele diskette 99 sets data opslaan. We raden aan
dat u complexe paneelinstellingen of registraties op diskette op te slaan. Als
u daarnaast registraties op de AT-45 op diskettes opslaat, kunt u de instel-
lingen op andere instrumenten uit de Atelier serie oproepen en de registra-
ties op dezelfde manier gebruiken.
1. Controleer dat de drive een diskette bevat die door de AT-45
geformatteerd is (p. 86).
2. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
3. Druk op <Save>.
Het Registration Save scherm verschijnt.
fig.03-09_55
Wanneer u op <go to
Load> drukt, verschijnt het
Registration Load scherm.
Als u een naam wilt toewij-
zen, voordat u wilt
opslaan, zie ‘Een naam aan
een registratieset toewijzen’
(p. 84).
89
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
4. Druk op < >< > op het scherm om het nummer van de
savebestemming te selecteren.
Nummers die bij het opslaan nog niet gebruikt zijn worden weergegeven als
‘- - - - -‘.
fig.03-13_55
Om het opslaan te annuleren, drukt u op de <Exit> knop om het Registra-
tion Save scherm te sluiten.
5. Druk op <Save>.
Het Save Format scherm verschijnt.
fig.03-14_55
6. Druk op <Original> of <R-Series>.
7. Druk op <OK>.
Het opslaan van de registratiedata begint.
Wanneer het opslaan klaar is verandert ‘- - - - -‘ op het scherm naar de naam
van de opgeslagen registratie.
Als u een naam heeft toegewezen, wordt de registratie op diskette opgesla-
gen met die naam.
Instellingen Beschrijving
Original
Slaat formaten op die met de AT-45 gebruikt kunnen worden
Wanneer u in dit formaat opslaat, kan de data ook door de
AT-15 en AT-S Serie apparaten gebruikt worden .
R-Series Slaat formaten op die met de AT-R Serie gebruikt kan worden
90
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Als het volgende scherm verschijnt
Als u een nummer selecteert, waarop een registratie al is opgeslagen en op <Save>
drukt, verschijnt het volgende scherm.
fig.E-63
Als u de inhoud van de registratiedata wilt bijwerken
1. Druk op <OK>.
Als u nieuwe data wilt opslaan in plaats van het bijwerken van de
registratie
1. Druk op <Cancel>.
Het overschrijven van de registratie wordt geannuleerd.
2. Selecteer in het Registration Save scherm het nummer dat als
‘- - - - -‘ weergegeven wordt (een nummer dat geen
registratiedata bevat).
3. Sla de registratie op (p. 88).
Wanneer het opslaan compleet is, wordt de naam van de opgeslagen regis-
tratie weergegeven.
91
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Vooraf opgeslagen registratiesets naar
de AT-45 laden
Hier leest u hoe u een vooraf opgeslagen registratieset van diskette naar het
geheugen van de AT-45 laadt. Registraties kunnen op de volgende drie
manieren geselecteerd worden.
Een set registraties laden (Load) p. 91
U kunt een ‘set’ (een verzameling instellingen voor de registratie [1]-[8]
knoppen) van diskette laden.
Een individuele registratie laden (Load One) p. 93
Roep de instellingen van een van de registratie [1]-[8] knoppen op.
De volgorde oproepen waarin registraties op diskette worden
opgeslagen (Load Next) p. 106
Wanneer de Load Next functie aan de voetschakelaar is toegewezen (p. 106),
worden registratiesets opgeroepen in de volgorde waarop ze op de diskette
opgeslagen zijn.
Een set registraties laden
1. Plaats de diskette met de registratie in de drive.
2. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
NOTE
Wees erop bedacht, dat
wanneer u registraties van
een diskette laadt, de regis-
traties die daarvoor in het
interne geheugen waren
opgeslagen verloren gaan.
Het is een goed idee om
b
elangrijke registraties op
diskette op te slaan (p. 88).
U kunt ook het Registration
Load scherm openen door
op de [Registration] knop
drukken, in plaats van het
uitvoeren van stappen 2 en
3.
92
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
3. Druk op <Load>.
Het Registration Load scherm verschijnt.
fig.03-05_55
4. Druk op het scherm op < >< > om de registratie te
selecteren, die u naar het interne geheugen wilt laden.
Druk om te annuleren op <Exit>.
5. Druk op <Load>.
De registratiedata wordt gelezen.
Wanneer de registratie geladen is, verschijnt het Registration Load scherm
weer.
Tijdens het laden van registraties die op de AT-90/AT-80/AT-30 gemaakt
zijn, wordt het volgende scherm weergegeven.
fig.03-18_55
Wanneer u registraties gebruikt die op de AT-90/AT-80/AT-30 gemaakt
zijn, zie ‘Registraties gebruiken die op een ouder model gemaakt zijn’
(p. 99).
Wanneer u op <go to Save>
drukt, gaat u terug naar het
Registration Save scherm.
93
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Een individuele registratie laden
1. Plaats de diskette die de registratie bevat in de drive.
2. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
3. Druk op <Load>.
Het Registration Load scherm verschijnt.
fig.03-05_55
4. Druk op het scherm op < >< > om de registratie te
selecteren, die u naar het interne geheugen wilt laden.
5. Druk op <Utility> om het Utility scherm te openen.
fig.03-06_55
Wanneer u op <go to Save>
drukt, gaat u naar het
Registration Save scherm.
U kunt in plaats van het
volgen van stappen 2 en 3
ook op de [Registration]
knop drukken om naar het
Registration Load scherm
te gaan.
94
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
6. Druk op <Load One>.
Het Load One Registration scherm verschijnt.
fig.03-19_50
7. Druk in dit scherm op Disk <1>-<8> om het nummer van de
registratieknop te selecteren, die u van diskette naar het
interne geheugen wilt laden.
fig.03-20_50
8. Druk in dit scherm op Internal <1>-<8> om het nummer van
de opslagbestemming te selecteren.
fig.03-21_50
Om deze bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
95
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
9. Wanneer u klaar bent met het maken van instellingen drukt
u op <OK>.
Het volgende venster verschijnt.
fig.03-22_55
Wanneer de registratie geladen is, verschijnt het basisscherm weer.
96
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Een set registraties van een diskette
verwijderen
Hier leest u hoe u een registratieset van een diskette verwijdert.
1. Plaats de diskette die de registratie bevat in de drive.
2. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
3. Druk op <Disk Edit>.
Het Disk Edit scherm verschijnt.
fig.03-25_55
Knop Betekenis Omschrijving
Rename Verander de naam
Het Rename scherm verschijnt. U
kunt het scherm aanraken en het
geselecteerde ritme hernoemen
(p. 84).
Up
Verander de volgorde
(omhoog)
Het geselecteerde ritme wordt eerder
in de volgorde geplaatst (p. 98).
Down
Verander de volgorde
(omlaag)
Het geselecteerde ritme wordt later
in de volgorde geplaatst (p. 98).
Delete Verwijder het ritme
Het geselecteerde ritme wordt
verwijderd.
97
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
4. Druk op het scherm op < >< > om de registratie te
selecteren, die u wilt verwijderen.
5. Druk op <Delete>.
Het volgende venster verschijnt.
fig.03-16_55
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
6. Als u zeker weet dat u de registratie wilt verwijderen, drukt
u op <OK>.
Wanneer de registratie verwijderd is, verschijnt het Disk Edit scherm weer.
Wanneer een registratie verwijderd is, verandert de naam van de verwij-
derde registratie naar ‘- - - - -‘.
fig.03-28_55
98
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
De registratievolgorde op de diskette
veranderen
Na het opslaan van registraties op diskette kunt u de volgorde of de naam
van de registraties veranderen (p. 84) of een registratie verwijderen (p. 96).
1. Plaats de diskette die de registratie bevat in de drive.
2. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
3. Druk op <Disk Edit>.
Het Disk Edit scherm verschijnt.
fig.03-25_55
4. Druk op < >< > op het scherm om een registratie te
selecteren.
5. Druk op <Up> of <Down> om de registratie te verplaatsen.
6. Druk op <Exit>.
Knop Betekenis Omschrijving
Rename Verander de naam
Het Rename scherm verschijnt. U
kunt het scherm aanraken en het
geselecteerde ritme hernoemen
(p. 84).
Up
Verander de volgorde
(omhoog)
Het geselecteerde ritme wordt eerder
in de volgorde geplaatst.
Down
Verander de volgorde
(omlaag)
Het geselecteerde ritme wordt later
in de volgorde geplaatst.
Delete Verwijder het ritme
Het geselecteerde ritme wordt
verwijderd (p. 96).
99
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Registraties gebruiken die op een
eerder model gemaakt zijn
Registraties, die gemaakt zijn op de AT-90/80/30 of de ATELIER-R serie
(AT-90R/80R/60R/30R/20R), kunnen op de AT-45 gebruikt worden.
Wanneer u een set registraties gebruikt, die op de AT-90/80/60 modellen
gemaakt is, worden uw registraties geconverteerd, zodat ze werken op de
AT-45, en naar het interne geheugen geladen. Wanneer u deze registraties
laadt, kan de muziekstijl die op het vorige model gebruikt werd ook naar de
[Disk/User] knop geladen worden om een accurate nabootsing van de ori-
ginele registratie te bewerkstelligen.
Een registratie oproepen, die op de ‘AT-90/80/30’ gemaakt is
1. Plaats de diskette die registraties van een eerder model uit
de ATELIER serie bevat in de drive.
2. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
fig.03-04_55
3. Druk op <Load>.
Het Registration Load scherm verschijnt.
fig.03-05_55
Deze bewerking is niet
nodig wanneer u een regis-
tratie oproept, die op een
eerder model uit de AT-R
serie gemaakt was.
U kunt ook het Registration
Load scherm openen door
op de [Registration] knop
drukken, in plaats van het
uitvoeren van stappen 2 en
3.
100
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
4. Druk op het scherm op < >< > om de registratie te
selecteren, die u naar het interne geheugen wilt laden.
fig.03-17_55
Druk om te annuleren op <Exit>.
5. Druk op <Load>.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.03-26_55
Het volgende scherm verschijnt.
6. Druk op het scherm om het model te selecteren, waarop de
registratie gemaakt is.
7. Druk op <OK> om het model te bevestigen, waarop de
registratie gemaakt is.
Als het ritme dat door de registratie gebruikt wordt, gevonden wordt in het
interne geheugen van de AT-45, wordt de registratie naar het interne geheu-
gen geladen.
Wanneer het laden compleet is, verschijnt het Registration Load scherm
weer.
NOTE
Als het ritme van de [Disk/
User] knop overschreven
is, kunnen er gevallen zijn
waarin de registratie niet
correct geladen wordt.
101
Hoofdstuk 3 De registratieknoppen gebruiken
Als het interne geheugen niet het ritme bevat dat door de
registratie aangegeven wordt
Het nummer van de meegeleverde muziekstijlen diskette die het ritme
bevat wordt weergegeven.
fig.03-27_55
8. Noteer het nummer van de muziekstijlen diskette, en druk
op <Exit>.
Een soortgelijk ritme uit het interne geheugen wordt als vervanging
gebruikt voor het niet bestaande ritme, en de registratie wordt geladen.
Een AT-90/80/30 ritme naar de [Disk/User] knop laden
Als u een ritme dat gemaakt is op een eerder model uit de ATELIER serie
wilt gebruiken in combinatie met een registratie die u heeft geladen, laadt u
het ritme van de muziekstijlen diskette naar de [Disk/User] knop.
9. Verwijder de Registrations diskette uit de drive, en plaats de
Music Style diskette.
10. Laad het ritme, waarvan u het nummer in stap 8 hebt
genoteerd, naar de [Disk/User] knop (p. 68).
102
Hoofdstuk 4 De Performancefuncties gebruiken
Naar een andere toonsoort
transponeren (Key Transpose)
U kunt de toonsoort van een uitvoering transponeren zonder de positie van
uw vingers op het keyboard te veranderen. Deze functie wordt ‘Key
Transpose’ genoemd.
U kunt bijvoorbeeld in de bekende C majeur schaal spelen, terwijl u de
muziek in een toonsoort van uw keuze kiest.
fig.04-01
1. Stel de waarde voor de transpositie in met de Transpose [-]
en [+] knoppen.
Elke keer dat u op een Transpose [-] [+] knop drukt, wordt de toonhoogte
met een halve toon getransponeerd.
Acceptabele waarden variëren van A tot G (in stappen van een halve
toon).
De ingestelde waarde wordt in het hoofdscherm weergegeven.
fig.04-02
Status van de Transpose [-] [+] knoppen
2. Door tegelijk op allebei Transpose [-] [+] knoppen te
drukken, kunt u de standaard C instelling herstellen.
Als er getransponeerd
is (niet-C)
Een van de Transpose [-] [+] knop indicators brandt.
Als er niet getranspo-
neerd is (C)
De Transpose [-] [+] indicators zijn gedoofd.
Transpose
De transponeer instelling
wordt in de registratie
opgeslagen. Zie voor meer
details over de instellingen
die in de registratie
opgeslagen worden
‘Instellingen die
opgeslagen worden,
nadat de stroom is uitge-
schakeld’ (p. 214)’.
U kunt de timing veran-
deren waarop de t
ransponeer instellingen die
in een registratie
opgeslagen zijn worden
opgeroepen. Zie voor meer
details ‘De timing veran-
deren waarop transpo-
neer instellingen opge-
roepen worden’ (p. 174).
103
Hoofdstuk 4 De Performancefuncties gebruiken
Decay (vertraging) aan het geluid
toevoegen (Demperpedaal)
Wanneer u het demper (sustain) pedaal indrukt, wordt er een wegstervend
effect aan de klanken toegevoegd.
Als u het demperpedaal ingedrukt blijft houden, worden noten zelfs na het
loslaten van de toetsen vastgehouden.
fig.04-04
Normaliter wordt het decay effect toegepast op de klanken die op het
onderste keyboard gespeeld worden.
Pitch bend (toonverbuiging) en vibrato
effecten
Wanneer u de Pitch Bend/Vibrato hendel naar links of rechts beweegt,
krijgt u een soepele verandering in de toonhoogte van degespeelde noten
(het Pitch Bend effect). De hendel naar rechts bewegen verhoogt de
toonhoogte, en naar links verlaagt de toonhoogte. Als u de hendel naar
boven drukt krijgt u een vibrato effect.
fig.04-05
Normaliter (na het aanzetten van de stroom) wordt het Pitch Bend effect aan
de klanken toegevoegd van alle gedeeltes, die op het bovenste keyboard
gespeeld worden.
U kunt het zo instellen, dat
het decay effect toegepast
wordt op de noten, die op
het bovenste keyboard
gespeeld worden (p. 171).
NOTE
Decay kan niet op de Solo
klanken toegepast worden.
U kunt de Pedal bass klank
op het onderste keyboard
spelen (de [To Lower] knop
staat aan). In dit geval
wordt er geen decay toege-
past op de pedal bass
klank.
U kunt ook het bereik van
de toonhoogte instellen, die
door de Pitch Bend hendel
b
eïnvloed wordt. Zie voor
meer details ‘Het bereik
van de pitch bend veran-
deren’ (p. 172).
NOTE
Noteer dat niet alle klanken
geschikt zijn voor vibrato
(p. 196).
U kunt instellingen maken,
zodat de Pitch Bend en
Vibrato effecten toegepast
worden op de klanken van
het onderste keyboard of
de klanken van het pedaal-
b
ord. Zie ‘Het keyboard
selecteren waarop de
Pitch Bend/Vibrato hen-
del effect heeft’ (p. 171).
Bender
Vibrato
104
Hoofdstuk 4 De Performancefuncties gebruiken
Het gebruik van de voetschakelaar
Aan elke kant van het expressiepedaal zitten twee voetschakelaars.
Verschillende functies zijn toegewezen aan elk van deze twee
voetschakelaars.
fig.04-07
Met de fabrieksinstellingen zijn de volgende functies aan de linker en
rechter voetschakelaars toegewezen.
U kunt functies, die aan de voetschakelaar toegewezen zijn, opslaan onder
individuele registratieknoppen (p. 80).
Rechter
voetschakelaar
Wissel het Rotatie effect tussen langzaam/snel.
Als Rotary ingeschakeld is, wisselt het Rotary effect elke
keer dat u op de schakelaar drukt tussen ‘Fast’ en ‘Slow’.
Linker
voetschakelaar
Overgangsklank (een effect waarbij de toonhoogte
wordt verlaagd met een halve toon, terwijl de voet-
schakelaar wordt ingedrukt en die weer teruggaat
naar wat het origineel was, wanneer u uw voet loslaat).
Terwijl u de voetschakelaar ingedrukt houdt, wordt de
toonhoogte tijdelijk verlaagd. Wanneer u de voetschake-
laar loslaat, keert de toonhoogte geleidelijk terug naar de
oorspronkelijke waarde.
U kunt ook de functies ver-
anderen die aan de linker
en rechter voetschakelaars
toegewezen zijn. Zie ‘De
functie van de voetscha-
kelaar veranderen’
(p. 105).
Het Glide effect wordt
alleen op het keyboard
gedeelte toegepast dat
ingesteld is als de bestem-
ming voor de Pitch bend/
Vibrato hendel. Zie ‘Het
keyboard selecteren
waarop de Pitch Bend/
Vibrato hendel effect
heeft’ (p. 171).
NOTE
Als ‘Regist Shift’ op
‘RIGHT’, ‘LEFT’ of ‘RIGHT
+Load Next’ is ingesteld,
dient de voetschakelaar
alleen om van registratie te
wisselen (p. 106).
105
Hoofdstuk 4 De Performancefuncties gebruiken
De functie van de
voetschakelaar veranderen
U kunt uit de volgende functies kiezen om toe te wijzen aan
de voetschakelaar aan de rechter of linkerkant van het
expressiepedaal .
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Controller>.
Het Controller scherm verschijnt.
3. Druk op <><> om naar het L Foot
Switch of R Foot Switch scherm te gaan.
4. Druk op de <L Foot Switch> of <R Foot Switch>
instelling.
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
6. Druk op <Exit>.
NOTE
Als de instelling ‘Regist Shift (Registration Shift)’ uit het
Utility menu (p. 106) op ‘RIGHT’ of ‘LEFT’ of ‘RIGHT + Load
next’ staat, zal de voetschakelaar ingesteld zijn op het
schakelen tussen registraties. De instelling van de rechter
Beschikbare functies Beschrijving
ROTARY FAST/SLOW
Wissel de roterende snelheid
tussen ‘FAST’ en ‘SLOW’.
GLIDE
Terwijl de voetschakelaar wordt
ingedrukt, zal de toonhoogte tij-
delijk verlaagd worden. Na het
loslaten van de voetschakelaar
keert de normale toonhoogte
terug. Wanneer de stroom inge-
schakeld is, wordt het Glide
effect toegepast op de klanken
van alle secties die op het boven-
ste keyboard afgespeeld worden.
LEADING BASS
De leading bass functie (p. 62) zal
alleen werken als u de voetscha-
kelaar in blijft drukken.
RHYTHM START/STP Starten/Stoppen van het ritme.
COMP PLAY/STOP
Dezelfde functie als de Compo-
ser [Play/Stop] knop. Elke keer,
dat u de voetschakelaar indrukt,
zal de song data afspelen of stop-
pen.
INTRO/ENDING Speelt een intro of een einde af.
FILL IN TO VAR
Na het invoegen van een Fill-in
zal het geluid naar een variatie-
patroon schakelen.
FILL IN TO ORIG
Na het invoegen van een Fill-in
zal het geluid naar het originele
patroon schakelen.
ORCHESTRATOR
Schakelt de Style Orchestrator
knop. Als de Style Orchestrator
[Basic] knop of [Advanced2]
knop geselecteerd is, zullen de
[Basic] en [Advanced2] knoppen
geschakeld worden. Als de
[Advanced1] knop of de [Full]
knop geselecteerd is, zullen de
[Advanced1] en [Full] knoppen
geschakeld worden.
BREAK
Stopt het ritme aan het einde van
de maat.
DAMPER OF UPPER
Noten, die op het bovenste toet-
senbord gespeeld worden, zullen
alleen aanhouden als u doorgaat
met het indrukken van de voet-
schakelaar.
DAMPER OF LOWER
Noten, die op het onderste toet-
senbord gespeeld worden, zullen
alleen aanhouden als u doorgaat
met het indrukken van de voet-
schakelaar.
106
Hoofdstuk 4 De Performancefuncties gebruiken
voetschakelaar ‘Right Foot Sw’ of de linker voetschakelaar
‘Left Foot Sw’ zal worden genegeerd (p. 106).
De voetschakelaar gebruiken
om van registratie te wisselen
U kunt de voetschakelaar gebruiken als een schakelaar voor
het op volgorde selecteren van registraties.
NOTE
Regist Shift instellingen worden in elke registratieset
opgeslagen. Wanneer u de Load Next functie gebruikt om
tussen registraties te wisselen, die op diskette staan, zet u de
‘Regist Shift’ instelling voor alle opgeslagen registraties op
‘RIGHT + Load Next’.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Controller>.
Het Controller scherm verschijnt.
3. Druk op < >< > om de Regist Shift instelling
weer te geven.
4. Druk op de Regist Shift instelling.
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
6. Druk op <Exit>.
Deze instelling wordt opgeslagen, zelfs na het uitschakelen
van de stroom.
Wat is ‘Load Next’?
U kunt de Load Next functie gebruiken om registratie op
te roepen in de volgorde, zoals ze op de diskette staan.
Wanneer u live presteert, kunt u registratiesets op
diskette opslaan in de volgorde, waarin u speelt.
Vervolgens kunt u tijdens het spelen de volgende
registratieset gemakkelijk en soepel oproepen.
Kijken welke registratieset de volgende is
1. Ga naar het hoofdscherm (p. 22).
2. Druk een aantal keer op het < > icoon om te
schakelen naar < >.
Het hoofdscherm geeft de registratie weer.
‘Next’ geeft de naam van de volgende registratieset aan.
Instelling Beschrijving
OFF
U kunt een functie gebruiken, die aan de
voetschakelaar is toegewezen.
RIGHT
De rechter voetschakelaar is gereserveerd
voor het wisselen van registraties. De func-
tie die aan toegewezen is aan de rechter
voetschakelaar kan niet gebruikt worden.
LEFT
De linker voetschakelaar is gereserveerd
voor het wisselen van registraties. De func-
tie die aan toegewezen is aan de linker voet-
schakelaar kan niet gebruikt worden.
RIGHT +
Load Next
De rechter voetschakelaar is gereserveerd
voor het wisselen van registraties. De func-
tie die toegewezen is aan de rechter voet-
schakelaar kan niet gebruikt worden.
De Registration [8] knop selecteren en op de
rechter voetschakelaar drukken, zorgt dat
de Load Next functie geactiveerd wordt,
waardoor de volgende registratie opgeroe-
pen wordt die op de schijf is opgeslagen. Het
Registration Load scherm verschijnt op het
scherm. Wanneer u dan nogmaals op de
rechter voetschakelaar drukt, wordt de
registratieset bevestigd, en wordt de regis-
tratie [1] knop geselecteerd.
Voorbeeld:
123...8Load Next
(Volgende registratie) 1
Instelling Beschrijving
107
Hoofdstuk 4 De Performancefuncties gebruiken
Het aanpassen van het algemene
volume door het gebruik van een
expressie pedaal
U kunt het gehele volume aanpassen door een expressie pedaal te
gebruiken. Als u het expressie pedaal indrukt, neemt het volume toe. Het
volume neemt af, wanneer u het pedaal weer loslaat.
fig.04-03
U kunt instellen hoe het
expressiepedaal het geluid
b
eïnvloedt wanner het
wordt ingedrukt (p. 108).
het volume
neemt toe
het volume
neemt af
U kunt ook instellen of het
expressiepedaal het
volume beïnvloedt tijdens
het opnemen van uw uit-
voering (p. 170).
U kunt instellen of het
expressiepedaal wel of niet
het volume beïnvloedt tij-
dens het afspelen van
opgenomen uitvoering
(p. 171).
U kunt met het expressiepedaal uw uitvoeringen muzikaal nog
gevarieerder maken.
Het expressiepedaal bevat de volgende speciale karakteristieken:
Het helemaal loslaten van het pedaal verlaagt het volume niet tot nul.
Als u het volume helemaal wilt stilzetten, draait u de [Master Volume]
knop helemaal naar links (tegen de klok in).
Zelfs als u uw voet van het expressiepedaal haalt en het volume
verlaagt, wordt het lage bereik deel aangehouden. Dit zorgt voor een
natuurlijk klinkende resonantie.
Wanneer een Active Expression klank geselecteerd is, kan het
expressiepedaal gebruikt worden om veranderingen in de klank te
produceren (p. 43).
108
Hoofdstuk 4 De Performancefuncties gebruiken
De diepte van het
expressiepedaal aanpassen.
U kunt de hoeveelheid effect instellen die toegepast wordt
als u op het expressiepedaal drukt.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Controller>.
Het Controller scherm verschijnt.
3. Druk op < >< > om de Exp. Curve
(Expression Curve) weer te geven.
Druk op de <Exp. Curve> instelling.
4. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
6. Druk op <Exit>.
Deze instelling wordt opgeslagen, zelfs na het uitzetten van
de stroom.
Instelling Beschrijving
1
De positie van het expressiepedaal heeft
geen significant effect op de ritmeperfor-
mances en de automatische begeleiding.
Deze instelling is gemakkelijk wanneer u
niet wilt dat het ritme of de automatische
begeleiding van volume verandert.
2
Het expressiepedaal wordt toegepast op de
ritmes en de automatische begeleiding, net
als op de keyboardperformance.
Het volume wordt gemakkelijk bijgesteld,
afhankelijk van de hoek van het expressie-
pedaal, waardoor dit de perfecte instelling
is voor het gebruik in songs met grote ver-
anderingen in de dynamiek.
3
Het expressiepedaal wordt toegepast op de
ritmes en de automatische begeleiding, net
als op de keyboardperformance.
Het expressie effect wordt meer geleidelijk
toegepast dan bij instelling 2, waardoor dit
effect geschikt is voor stillere songs met
minder intense veranderingen in de dyna-
miek.
4
Het expressiepedaal is niet van invloed op
de ritmes en de automatische begeleiding.
Deze instelling is geschikt voor ensemble-
performances en andere uitvoeringen die
meerdere instrumenten bevatten.
Instelling Beschrijving
1
2
3
4
Ritme,
auto begeleiding
Keyboard
Ritme,
auto begeleiding
Keyboard
R
itme, automatische begeleiding, keyboard
R
itme, automatische begeleiding, keyboard
109
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
Met de AT-45 kunt u verschillende effecten toepassen op de klanken die u
op het keyboard speelt.
Harmonie toevoegen aan een melodie
(Harmonische intelligentie)
Harmonie die geschikt is voor het akkoord dat u op het onderste keyboard
speelt kan toegevoegd worden aan de hoogste noot die op het bovenste
keyboard gespeeld wordt. Deze functie wordt ‘Harmony Intelligence’
genoemd.
Wanneer u op de [Harmony Intelligence] knoppen drukt, wordt de klank
die het meest geschikt is voor de geselecteerde Harmony Intelligence
automatisch geselecteerd.
1. Druk op de [Harmony Intelligence] knop (indicator licht op).
Elke keer dat u op de [Harmony Intelligence] knop drukt, zal de indicator
tussen AAN (opgelicht) en UIT wisselen.
Het Harmony Intelligence scherm verschijnt een aantal seconden.
fig.05-04_70
Het type van Harmony Intelligence veranderen
Er zijn acht verschillende harmonie instellingen.
Wanneer u op de [Harmony Intelligence] knop drukt, zodat deze aanstaat
(brandt), wordt er een klank die het meest geschikt is voor de geselecteerde
Harmony Intelligence automatisch geselecteerd. De manier, waarop noten
klinken, hangt ook af van het Harmony type.
1. Druk op de [Harmony Intelligence] knop (indicator licht op).
Het Harmony Intelligence scherm verschijnt een aantal seconden.
fig.05-05_70
Harmony Intelligence
110
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
2. Raak het scherm aan om de gewenste Harmony Intelligence
te selecteren.
De [Harmony Intelligence] indicator gaat knipperen.
3. Druk nogmaals op de [Harmony Intelligence] knop.
De indicator van de [Harmony Intelligence] knop licht op, wat aangeeft dat
de geselecteerde Harmony Intelligence bevestigd is.
De manier, waarop de indrukte toetsen bij elk type van Harmony
Intelligence klinken, wordt hieronder beschreven.
Type Solo klank Bovenste klank
Aantal noten in
de harmonie
BIG BAND Trompet Flugel Horn 4
STRINGS Strings 1 Strings 1 4
TRADITIONAL Geselecteerde toon 3
HARP Harp 2
COMBO Klarinet Trombone 2
JAZZ SCAT Jazz Scat Jazz Scat 3
BROADWAY Celesta Theater Or.1 3
OCTAVE 1 Geselecteerde toon 2
U kunt de Harmony Intelli-
gence instellingen ook
b
evestigen door in het Har-
mony Intelligence scherm
op <Exit> te drukken.
U kunt ook handmatig het
b
ovenste keyboard bespe-
len om het type Harmony
Intelligence te bevestigen.
NOTE
Het aantal harmonische
noten hangt af van het type
Harmony Intelligence.
Harp-type Harmony Intel-
ligence laat niet de toetsen
klinken die u bespeelt.
Gebruik uw linkerhand om
een akkoord op het onder-
ste keyboard te spelen, en
gebruik uw rechterhand
om een glissando op het
b
ovenste keyboard te spe-
len, en een prachtige harp
glissando is het resultaat.
111
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
Het geluid moduleren (Rotary effect)
Rotary is een effect dat het geluid van roterende speakers simuleert. U kunt
kiezen uit twee instellingen: Fast (snel) en Slow (langzaam).
fig.05-06_70
1. Selecteer de klank, waarop u het Rotary effect wilt
toepassen.
2. Druk op de Rotary Sound [On/Off] knop (controleer dat de
indicator brandt).
Het Rotary effect wordt op de klank toegepast.
3. Druk op de Rotary Sound [Fast/Slow] knop om te wisselen
tussen Rotary Fast (LED brandt) en Rotary Slow (LED
gedoofd).
Wanneer u het rotary effect schakelt van ‘Fast’ naar ‘Slow’, zal de modulatie
geleidelijk langzamer worden, en wanneer u schakelt van ‘Slow’ naar ‘Fast’
zal de modulatie geleidelijk sneller gaan.
Rotary [Fast/Slow] knop Effect
LED brandt (Fast)
Het bereikte effect komt overeen met speakers
die snel roteren.
LED gedoofd (Slow)
Het bereikte effect komt overeen met langzaam
roterende speakers.
NOTE
Zie voor meer informatie
over de tonen, waarop het
Rotary effect toegepast kan
worden, ‘Klankenlijst’ (p.
196).
Fast/
Slow
Rotary
Sound
On/Off
U kunt de functie van de
Rotary Sound [Fast/Slow]
knop toewijzen aan de
voetschakelaars aan elke
kant van het expressiepe-
daal (p. 105).
112
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
Rotary speed
U kunt fijne bijstellingen maken aan de snelheid van de
rotatie van de speakers in het rotary effect (p. 111).
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
fig.05-08_50
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Effect>.
Het Effect scherm verschijnt.
fig.05-17_50
3. Druk op < >< > om de Rotary Speed
instelling weer te geven.
4. Druk op de waarde instellingsknoppen voor
Rotary Speed om de instelling te wijzigen.
fig.05-12_50
5. Druk op < >< > om de waarde te bewerken.
Instellingen: SLOW, NORMAL, FAST
6. Druk op <Exit>.
Deze instellingen worden opgeslagen, zelfs na het uitschake-
len van de stroom.
113
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
Rotary Color
Met deze instelling kunt u de helderheid van het Rotary
geluid aanpassen dat u verkrijgt wanneer u het Rotary effect
gebruikt (p. 111).
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
fig.05-08_50
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Effect>.
Het Effect scherm verschijnt.
fig.05-17_50
3. Druk op < >< > om de Rotary Color
instelling weer te geven.
4. Druk op de waarde instellingsknoppen voor
Rotary Color om de instelling te wijzigen.
Elke keer dat u op de Rotary Color instelling drukt,
wisselt de instelling tussen ‘BRIGHT’ en ‘MELLOW’.
Instellingen: BRIGHT, MELLOW
5. Druk op <Exit>.
Deze instellingen worden opgeslagen, zelfs na het uitschake-
len van de stroom.
114
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
Chorus effect
Chorus is een effect, dat ruimtelijkheid aan een geluid toevoegt, waardoor
een enkel instrument klinkt als meerdere instrumenten.
U kunt een chorus effect toepassen op de ‘Upper Orchestral’ en ‘Lower
Orchestral’ klanken.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
fig.05-09_55
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
fig.05-10_55
2. Druk op <UPPER> of <LOWER>.
Menu Part waar Chorus effect op wordt toegepast
UPPER Chorus effect toepassen op Upper Part
LOWER Chorus effect toepassen op Lower Part
Bij sommige klanken staat
Chorus al op ON.
115
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
3. Zet de Chorus op ‘ON’ of ‘OFF’ om de instelling te
veranderen.
Elke keert dat u op de Chorus instelling drukt, wisselt deze tussen ON en
OFF.
fig.05-22
4. Druk op <Exit>.
Indicatie Beschrijving
ON Het Chorus effect wordt op de klank toegepast.
OFF Het Chorus effect wordt op niet op de klank toegepast.
NOTE
Op sommige klanken kan
het Chorus effect niet toe-
gepast worden. Zie voor
meer details ‘Klankenlijst’
(p. 196).
116
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
Sustain effect
Met Sustain kunt u een effect toevoegen dat een klank aanhoudt of laat
wegsterven, nadat de toets is losgelaten.
Het Sustain effect kan toegevoegd worden aan de Upper, (behalve de Solo
Part), Lower en Pedal klanken.
Wanneer u Sustain op het pedaal toepast
fig.05-22
1. Druk op de Sustain [Pedal] knop, zodat de indicator oplicht.
Het Sustain effect wordt toegepast op de klanken van de Pedal Bass.
Wanneer u Sustain toepast op de Upper en Lower Parts
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <UPPER> of <LOWER>.
3. Druk op < >< >.
4. Druk op de Sustain instelling om te wisselen tussen ‘ON’ en
‘OFF’.
Elke keer dat u op de Sustain instelling drukt, wisselt deze tussen ON en
OFF.
5. Druk op <Exit>.
Menu Part waar Chorus effect op toegepast wordt
UPPER Om sustain op het Upper Part toe te passen
LOWER Om sustain op het Lower Part toe te passen
NOTE
Het Sustain effect wordt
niet toegepast op de Solo
klank.
De lengte van Sustain kan
onafhankelijk voor elk key-
b
oard worden ingesteld.
(p. 117).
U kunt ook de Sustain
instelling van het pedaal-
b
ord instellen in het Pedal-
b
oard scherm.
117
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
De sustain lengte veranderen
De sustain lengte kan onafhankelijk (SHORT, MIDDLE
(medium) of LONG) voor het pedaalbord en de onderste en
bovenste keyboards ingesteld worden.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
fig.05-08_50
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
fig.05-10_50
2. Druk op <UPPER>, <LOWER> of <PEDAL>.
3. Druk op < >< > om de Sustain lengte weer te
geven.
fig.05-14_50
4. Druk op het Sustain ‘SHORT/MIDDLE/LONG’
scherm.
fig.05-14_50
5. Druk op < >< > om de waarde te
veranderen.
Instellingen: SHORT, MIDDLE, LONG
6. Druk op <Exit>.
Menu
Part waarvan u de sustain lengte wilt
veranderen
UPPER
Om de lengte van het bovenste Part te
veranderen
LOWER
Om de lengte van het onderste Part te
veranderen
PEDAL
Om de lengte van het pedaal Part te
veranderen
118
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
Reverb effect
Reverb is een effect dat een gevoel van ruimtelijkheid aan het geluid
toevoegt, wat de illusie creëert van het spelen in een grote of kleine
concerthal, een grote of kleine kamer, een kleine club, etc.
fig.05-16-1_70
1. Druk op de Reverb [] of [[] knoppen om de hoeveelheid
Reverb bij te stellen.
Wanneer u op de omhoog [] knop drukt, wordt er meer Reverb toegepast.
Drukken op de omlaag [[] knop drukt, vermindert de Reverb.
Wanneer u op de Reverb [][[] knoppen drukt, verschijnt het Part Balance
Monitor scherm. In het Part Balance Monitor scherm kunt u de hoeveelheid
(diepte) Reverb aanpassen.
fig.01-27_55
Het Part Balance Monitor
scherm wordt een aantal
seconden weergegeven en
sluit dan automatisch. Als
u op <Hold> drukt, wordt
het scherm weergegeven
tot u nogmaals op <Hold>
drukt.
U kunt het soort Reverb, de
Reverb diepte voor elke
Part en het muurtype
instellen. Zie voor meer
details Het Reverb type
veranderen (p. 119), De
diepte van de Reverb ver-
anderen, (p. 121), en Het
muurtype veranderen (p.
120).
119
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
Het Reverb type veranderen
Door de echo van de noten te veranderen, kunt u genieten
van de speelsfeer in een grote verscheidenheid aan locaties.
U kunt kiezen uit de volgende 11 types Reverb.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
fig.05-08_50
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Effect>.
Het Effect scherm verschijnt.
fig.05-17_50
3. Druk op < >< > om de Reverb Type
instelling weer te geven.
4. Druk op de waarde instellingsknoppen voor
Reverb Type om de instelling te wijzigen.
Het volgende scherm verschijnt:
fig.05-18_50
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
NOTE
Het is niet mogelijk om de delay tijd (vertragingsinterval) te
wijzigen, wanneer ‘DELAY’ of ‘PAN DELAY’ geselecteerd is.
6. Druk op <Exit>.
Scherm Beschrijving
ROOM 1
Simuleert de Reverb van een
vergaderkamer
ROOM 2 Simuleert de Reverb van een lounge
ROOM 3
Simuleert de Reverb van een grote, open
kamer
HALL 1
Simuleert de Reverb van een grote
concerthal
HALL 2
Simuleert de Reverb van een kleine
concerthal
SMALL
CHURCH
De echo in een kleine kerk
LARGE
CHURCH
De echo in een grote kerk
CATHEDRAL De echo van een kathedraal
PLATE Past een heldere, metaalachtige Reverb toe
DELAY Een echo wordt een aantal keren herhaald
PAN DELAY
Komt overeen met hierboven, maar het
geluid wordt verdeeld tussen de linker en
rechter speakers.
120
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
Het muurtype veranderen
Door de Reverb te veranderen (p. 119) kunt u het gevoel
ervaren van het spelen in verschillende locaties. Door het
veranderen van het muurtype (materiaal van de muren) kunt
u verdere instellingen maken in de manier, waarop de echo
weerkaatst.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
fig.05-08_50
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Effect>.
Het Effect scherm verschijnt.
fig.05-17_50
3. Druk op < >< > om de Wall Type instelling
weer te geven.
4. Druk op de waarde instellingsknoppen voor Wall
Type om de instelling te wijzigen.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.05-21_50
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
6. Druk op <Exit>.
Scherm Beschrijving
DRAPERY Gordijn
CARPET Tapijt
ACOUSTIC
TILE
Akoestische tegels, geluidsabsorberende
tegels
WOOD Hout
BRICK Steen
PLASTER Gips
CONCRETE
BLOCK
Cementblok
MARBLE Marmer
121
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
De diepte van de Reverb
veranderen
De diepte van de Reverb kan ingesteld worden (0-10).
Om de Reverb diepte voor Upper/
Lower/Pedal/Solo te veranderen
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
fig.05-08_50
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <UPPER>, <LOWER> of <PEDAL>.
Het Upper Keyboard scherm, Lower Keyboard scherm
of het Pedalboard scherm wordt weergegeven.
Upper
fig.05-17_50
Lower
fig.05-17_50
Pedal
fig.05-17_50
3. Druk op <><> om de Reverb Depth weer te
te geven.
4. Druk op de Part waarvan u de Reverb diepte wilt
aanpassen.
Het volgende scherm verschijnt:
fig.05-20_50
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
Instelling: 0-10
6. Druk op <Exit>.
122
Hoofdstuk 5 Effecten aan een klank toevoegen
Om de Reverb diepte voor iets anders
dan Upper/Lower/Pedal/Solo te
veranderen
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
fig.05-08_50
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Effect>.
Het Effect scherm verschijnt.
fig.05-17_50
3. Druk op < >< > om de Rev Depth instelling
(Reverb diepte) weer te geven.
fig.05-17_50
4. Druk op de Part, waarvan u de Reverb diepte wilt
veranderen.
Het volgende scherm verschijnt:
fig.05-20_50
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
Instelling: 0-10, AUTO (Accomp, Rhythm, A.Bass)
Voor de drie Parts van de Accomp, Rhythm en
Accompaniment Bass, heeft u de mogelijkheid om de
‘AUTO’ instelling te selecteren. Parts waarvoor ‘AUTO’
is geselecteerd, worden ingesteld op de Reverb diepte,
die het meest geschikt is voor het geselecteerde ritme.
6. Druk op <Exit>.
123
Hoofdstuk 6 Het keyboard effectief gebruiken
Het onderste keyboard effectief gebruiken
Omdat het onderste keyboard van de AT-45 een royale 64 noten bevat, kunt
u het gebruiken om gemakkelijk pianostukken te spelen. Daarnaast kunt u
het keyboard in twee secties opdelen en soloklanken spelen.
De volgende toepassingen zijn bijvoorbeeld mogelijk.
Het onderste keyboard gebruiken om de soloklank te spelen
Met het hele keyboard drumgeluiden spelen
Het onderste keyboard gebruiken om drumgeluiden en een
soloklank te spelen
Druk op de Solo [To Lower] knop in het Upper Solo gedeelte om de
soloklank op het onderste keyboard te spelen (p. 124).
fig.06-01
Drum/SFX
Lower
Solo
Druk op de [Drums/SFX] knop (p. 48).
fig.06-04
Drum/SFX
Lower
Solo
Druk op de [Drums/SFX] knop (p. 48).
Druk op de Solo [To Lower] knop in het Upper Solo gedeelte om de
soloklank op het onderste keyboard te spelen (p. 124).
fig.06-01
Drum/SFX
Lower
Solo
124
Hoofdstuk 6 Het keyboard effectief gebruiken
De soloklank op het onderste keyboard
spelen (Solo [To Lower] knop)
Normaliter klinkt de soloklank op het bovenste keyboard.
Door de Solo [To Lower] knop te gebruiken, kunt u de soloklank gebruiken
aan de rechterkant van het onderste keyboard (dat de B4 toets bevat). De
manier, waarop het keyboard verdeeld wordt, wordt ‘split’ genoemd, en de
locatie waarop het keyboard gedeeld wordt om de soloklank te spelen,
wordt het ‘Solo splitspunt’ genoemd.
fig.06-08_70
1. Selecteer een Solo klank (p. 38).
2. Druk op de Solo [To Lower] knop (indicator gaat branden).
Wanneer u het onderste keyboard bespeelt, zal de Solo klank in het gedeelte
rechts van het solo splitspunt klinken.
fig.06-09
3. Om de Solo split uit te schakelen, drukt u nogmaals op de
Solo [To Lower] knop (de indicator dooft).
De soloklank klinkt niet langer op het onderste keyboard. De soloklank
wordt nu op het bovenste keyboard afgespeeld.
Het solo split punt zit ook
in de solo klank zone.
NOTE
Als de Solo [To Lower] op
ON staat, klinkt de solo
klank niet van het bovenste
keyboard.
Onderste keyboard
Soloklank
Solo splitspunt
U kunt het solo splitspunt
aanpassen (p. 126).
U kunt de solo klank
veranderen (p. 125).
U kunt de soloklank samen
met de onderste klank in
een laag zetten, zodat ze
samen klinken (p. 125).
125
Hoofdstuk 6 Het keyboard effectief gebruiken
Veranderen hoe de soloklank
reageert
Wanneer de soloklank aan het bovenste of onderste
keyboard is toegewezen, kunt u instellen hoe de soloklank
reageert, wanneer er meer dan één toets tegelijk wordt
ingedrukt.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <UPPER>.
Het Upper Keyboard scherm verschijnt.
3. Druk op < >< > om de Solo Mode instelling
weer te geven.
4. Druk op de Solo Mode instelling (de TOP NOTE,
LAST NOTE of POLYPHONIC) indicatie).
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
6. Druk op <Exit>.
De soloklank en de Lower
klank in lagen zetten
Wanneer de soloklank door het onderste keyboard
gespeeld wordt (wanneer de Solo [To Lower] knop op
ON staat), kunt u instellen of de soloklank en de Lower
klank tegelijk klinken (in lagen) of apart klinken (split).
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <UPPER>.
Het Upper Keyboard scherm verschijnt.
3. Druk op < >< > om de Solo To Lower Mode
instelling weer te geven.
4. Druk op de Solo To Lower Mode instelling om te
wisselen tussen ‘SPLIT’ en ‘LAYER’.
Elke keer dat u op de Solo To Lower Mode instelling
drukt wisselt deze tussen ‘SPLIT’ en ‘LAYER’.
5. Druk op <Exit>.
Instelling Beschrijving
TOP NOTE
De soloklank laat de hoogste noot
klinken die gespeeld wordt voor
de solo Part.
LAST NOTE
De soloklank laat de noot klinken
die het laatst gespeeld is voor de
solo Part.
POLYPHONIC
De soloklank zal alle noten laten
klinken die gespeeld zijn voor de
solo Part.
Instelling Beschrijving
SPLIT De Parts klinken afzonderlijk.
LAYER
De Lower klank en de Solo klank
klinken tegelijk.
126
Hoofdstuk 6 Het keyboard effectief gebruiken
Het solo splitspunt veranderen
Deze instelling wordt gebruikt om het solo splitspunt
(onderste grens van het speelbare bereik van de solo klank)
op het onderste keyboard op een gewenste positie te
plaatsen.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
fig.06-10_50
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
ffig.06-12_50
2. Druk op <Split Point>.
Het splitspunt scherm verschijnt.
fig.06-13_50
3. Druk op < >< > om het solo splitspunt te
veranderen.
Instelling: A1 tot C7
4. Druk op <Exit>.
U kunt ook het splitspunt instellen door op de toets van het
onderste keyboard te drukken, die u als solo splitspunt wilt
instellen.
fig.06-
1. Terwijl u de Solo Split Point waarde (A1-C7
indicatie) in het splitspunt scherm aanraakt,
drukt u op de toets op het onderste keyboard, die
u als het Solo splitspunt wilt instellen.
Het solo splitspunt wordt ingesteld in het Splint Point
scherm.
127
Hoofdstuk 6 Het keyboard effectief gebruiken
Het onderste keyboard gebruiken om
de Bass klank te spelen (Pedal [To
Lower] knop)
Door de pedaal [To Lower] knop te gebruiken, kunt u de Pedal Bass klank
laten klinken, door de basisnoot (zie p. 212) van een akkoord op het onderste
toetsenbord te spelen in het gedeelte, dat de Lower klank speelt.
fig.06-18
1. Selecteer een Pedal Bass klank (p. 37).
2. Druk op de Pedal [To Lower] knop (indicator gaat branden).
Wanneer u een akkoord speelt in het gedeelte van het onderste keyboard
dat de Lower klank laat klinken, klinkt de Pedal Bass klank ook en die zal
de grondtoon afspelen.
Als de ‘Leading Bass’ functie ingeschakeld is (p. 62), zal de laagste noot die
op het onderste keyboard gespeeld wordt, de pedal bass klank laten
klinken.
3. Druk op de Pedal [To Lower] knop (indicator dooft).
De Pedal Bass klank klinkt niet meer op het onderste keyboard.
NOTE
Als er geen deel van het
onderste keyboard de
onderste klank laat klinken
(de [Drums/SFX] knop
staat op ON), klinkt de
Pedal Bass klank niet.
NOTE
Als de Pedal [To Lower]
knop op ON staat, klinkt de
Pedal Bass klank niet van
het pedaalbord.
128
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
U kunt de interne composer van de AT-15 gebruiken om uw
werk op te nemen en commerciële SMF formaat
muziekbestanden af te spelen. De composer kan op de
volgende twee manieren gebruikt worden.
De Panel Composer knoppen gebruiken
fig.07-01
De ‘Bass’, ‘Lower’, ‘Upper’ en ‘Solo’ track knoppen op het
paneel functioneren op dezelfde manier als de track knoppen
in het Rec/Play scherm.
Op <Rec/Play> in het hoofdscherm drukken
om het Rec/Play scherm te openen en de
composer knoppen gebruiken van het Rec/
Play scherm
fig.07-04_50
Knop Beschrijving
Reset Keert terug naar het begin van de song.
Play/
Stop
Start en stopt het afspelen van de song.
Nadat de [Rec] knop is ingedrukt (wat de com-
poser in record standby mode zet), begint het
opnemen, wanneer u op de [Play/Stop] knop
drukt.
Rec
Het apparaat schakelt naar record standby
mode.
*In record standby brandt de [Rec] knop, en
knippert de [Play/Stop] knop.
Song
Het Song Select scherm verschijnt op het
scherm.
Demo
Wanneer u op de [Demo] knop drukt, terwijl er
een diskette in de drive zit, worden alle songs
op de diskette achter elkaar afgespeeld.
(Wanneer er geen diskette in de drive zit)
Het Demo scherm verschijnt.
Track
De indicator wisselt tussen aan en uit, elke keer
dat de knop ingedrukt wordt.
U kunt de klanken van een bepaalde track stil-
zetten door het lampje van de track knop uit te
schakelen.
Zie voor meer over de track knoppen p. 129.
Knop Beschrijving
Track
Rhythm
Accmp
Bass
Lower
Upper
Solo
Control
Knoppen voor tracks waar prestaties
voor opgenomen worden gaan bran-
den.
Een opgelichte knop kan aan en uitge-
schakeld worden door erop te drukken.
Tracks worden stilgezet wanneer de
knop gedoofd is.
( Zie voor meer over de track knop-
pen p. 129.
Reset Keert terug naar het begin van de song.
Stop Stopt het afspelen van de song.
Play
Start het afspelen van de song.
Nadat u <Rec> heeft ingedrukt om de
composer in record standby mode te
zetten, begint het opnemen wanneer u
op <Play> drukt.
Rec
Het apparaat gaat naar record standby
mode.
* In record standby brandt <Rec> en
knippert <Play>.
Bwd Spoelt de song terug.
Fwd Spoelt de song verder.
U kunt wisselen tussen het weergeven
van de track knoppen, het stuiterende
balletje of de track mute knoppen door
op deze knop te drukken.
Het Notation scherm verschijnt op het
scherm.
Het Utility scherm voor de Composer
wordt weergegeven.
129
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Wat is een track knop?
De opgenomen uitvoering wordt automatisch aan de zeven
Track knoppen toegewezen, afhankelijk van de opgenomen
Part. U kunt onafhankelijk opnemen of afspelen, door de
gewenste Track knop in te stellen, bijvoorbeeld wanneer u
een track opnieuw wilt opnemen.
fig.07-04_50
U kunt verschillende soorten uitvoeringsdata naar elke track
opnemen.
Zie voor meer informatie over de track toewijzingen
wanneer u commerciële SMF muziekbestanden speelt,
pagina 132.
Track Opgenomen uitvoering
Rhythm Ritmeperformance, Drums/SFX
Accmp Automatische begeleiding (behalve Bass)
Bass
Bass Part van de automatische begeleiding,
Pedal Bass klank uitvoeringsdata (Note,
Bender, Modulation)
Lower
Lower klank uitvoeringsdata (Note, Hold,
Bender, Modulation)
Upper
Upper klank uitvoeringsdata (Note, Hold,
Bender, Modulation)
Solo
Soloklank uitvoeringsdata (Note, Hold, Ben-
der, Modulation)
Control
Glide
Expression
Reverb type
Reverb diepte
Solo [To Lower] knop (ON/OFF)
Pedal [To Lower] knop (ON/OFF)
Transpose [-][+] knop instelling
[Harmony Intelligence] knop (ON/OFF)
Harmony Intelligence type
Rotary [Fast/Slow] knop (ON/OFF)
Rotary [ON/OFF] knop (ON/OFF)
Pedal Bass mode
Solo mode
Control
Solo To Lower mode
Solo splitspunt
Sustain ON/OFF
Sustain lengte
Initial Touch
Muurtype
Aan elke Part toegewezen klanken
Level [ ][ ] (Part Balance Volume)
De Reverb diepte voor elke Part
De Chorus instellingen (ON/OFF) voor de
klank
De Octave instellingen voor elke Part
[Drums/SFX] knop(ON/OFF)
Drums/SFX Set
Chord Intelligence
Chord Hold
Leading Bass
Lower Voice [Hold] knop (ON/OFF)
Tempo instelling
Volume van de ritme Accompaniment Part
Reverb diepte van de ritme Accompaniment
Part
Volume van de Rhythm Drum Part
Reverb diepte van de Rhythm Drum Part
Volume van de Rhythm Bass Part
Reverb diepte van de Rhythm Pass Part
Track Opgenomen uitvoering
130
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Tijdens het opnemen slaat de control track de bewerkingen
als volgt op.:
Het opnemen van paneelbewerkingen (Klankselecties,
Tempo veranderingen, Rotary fast/slow etc.)
Nieuw opgenomen uitvoeringsdata wordt toegevoegd
zonder de eerder opgenomen data te verwijderen.
Opgenomen expressiepedaal bewerkingen
Dit hangt af van de functie van het expressiepedaal.
Het opnemen van expressiebewerkingen verschilt,
afhankelijk van de ‘Exp. Src (Rec)’ instelling. Zie voor
meer details ‘De functie van het expressiepedaal
veranderen (p. 170).
Als u alle opgenomen data wilt wissen en nieuwe
uitvoeringsdata wilt opnemen, gebruikt u de editing functie
‘Erase’ (uitvoeringsdata wissen) om de data te verwijderen
(p. 153).
De track knoppen weergeven
De track knoppen worden op het scherm weergegeven,
wanneer u een uitvoering opneemt of afspeelt.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
fig.07-03_50
Het Rec/Play scherm verschijnt.
De volgende knoppen worden track knoppen genoemd.
fig.07-04_50
Alle begeleidingsdata wordt gegroepeerd onder de ‘Accomp’
track knop in het Rec/Play scherm. Op dezelfde manier
wordt de ritmeperformance data gegroepeerd onder de
‘Rhythm’ knop. Als u alleen een gedeelte van de ritmes of de
begeleiding wilt stilzetten opent u het Track Mute scherm, en
schakelt u de Track Mute knoppen daar uit (p. 133).
SMF muziekbestanden en
uitvoeringsdata op diskettes
afspelen
Naast het afspelen van de muziek, die u op het instrument
heeft opgenomen en op diskette heeft opgeslagen, kunt u
met de AT-45 ook een grote verscheidenheid aan
commercieel verkrijgbare song bestanden afspelen, zoals
hieronder wordt beschreven.
Om een enkele song af te spelen
1. Houd de diskette vast met het label omhoog, en
plaats de diskette in de drive tot deze vastklikt.
De drive bevindt zich aan de rechterkant van het apparaat,
boven het keyboard.
fig.02-18_50
NOTE
Verwijder nooit een diskette wanneer deze gelezen wordt of
wanneer erop geschreven wordt. Dit kan het magnetische
oppervlak van de diskette beschadigen, waardoor deze
onbruikbaar wordt. (De indicator van de drive licht fel op
wanneer er data gelezen of geschreven wordt. Normaliter
brandt deze indicator minder fel.)
SMF muziekbestanden
Het Standard MIDI File (SMF) formaat is ontworpen als
middel om uitvoeringsdata uit te kunnen wisselen
tussen een grote hoeveelheid apparaten. Naast de eerder
beschreven song bestanden kan de AT-45 ook Standard
MIDI bestanden afspelen die compatibel zijn met de
General MIDI 2 of GS formaten.
UitwerpknopIndicator
Diskette
131
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Als de song die van diskette geladen is een Standard MIDI
bestand is, wordt ‘ ’ weergegeven op het hoofdscherm.
fig.07-06
2. Druk op de [Song] knop.
fig.07-09
Het Song Select scherm verschijnt.
fig.07-10_50
3. Druk op het scherm op < >< > om de song
die u wilt afspelen te selecteren.
4. Druk op < > om de song af te spelen.
5. Druk op < > om de song te stoppen.
U kunt ook de muziekbestanden afspelen of stoppen door op
<Play> of <Stop> te drukken in het Rec/Play scherm. Door
op <Bwd> of <Fwd> te drukken, kunt u terugspoelen of
verder spoelen in de uitvoering.
6. Druk op de Eject knop om de diskette uit te
werpen.
fig.02-19
De diskette wordt een klein stukje uitgeworpen. Pak het
einde van de diskette voorzichtig vast en trek hem eruit.
Alle uitvoeringsdata afspelen
1. Schuif de diskette in de drive met het label
omhoog tot deze op zijn plaats klikt.
De drive bevindt zich rechtsboven van het keyboard van de
AT-45.
2. Druk op de [Demo] knop.
fig.01-01
Alle op de diskette opgeslagen uitvoeringsdata wordt
achter elkaar afgespeeld.
3. Om het afspelen te stoppen, drukt u op de [Play/
Stop] knop.
Uitwerpknop
132
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Een track stilzetten (Track
Mute)
Wanneer het Rec/Play scherm wordt weergegeven, brandt
de track knop om een track aan te geven, waar een
uitvoering is opgenomen. Door deze track knoppen uit te
schakelen, kunt u het geluid tijdelijk stilzetten. Dit wordt
‘Track Mute’ genoemd.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Song Select>.
Het Song Select scherm verschijnt.
fig.07-31_50
4. Druk op het scherm op < >< > om de song te
selecteren, die u wilt afspelen.
5. Druk op <Load>.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.07-04_50
Alle begeleidingsdata wordt gegroepeerd onder de ‘Accomp’
track knop in het Rec/Play scherm. Op dezelfde manier
wordt de ritmeperformance data gegroepeerd onder de
‘Rhythm’ knop. Als u alleen een gedeelte van de ritmes of de
begeleiding wilt stilzetten, opent u het Track Mute scherm,
en schakelt u de Track Mute knoppen daar uit (p. 133).
6. Druk op een brandende track knop, waardoor
deze dooft.
Wanneer u een uitvoering afspeelt, zullen track knoppen
die niet branden stil zijn (mute).
fig.07-14
7. Druk nogmaals op de track knop (knop gaat
branden).
De Part die stilgezet was, klinkt weer.
Correspondentie tussen track knoppen en
track mute knoppen wanneer commerciële
SMF muziekbestanden afgespeeld worden
Correspondentie tussen track knoppen en
track mute knoppen, wanneer
uitvoeringsdata afgespeeld wordt die op een
music atelier gemaakt is
* Track Mute knop 13 wordt niet gebruikt als het instrument
geen Manual Percussion heeft.
Track knop Kanaal
Rhythm 10
Accmp 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 15, 16
Bass 2
Lower 3
Upper 4
Solo 1
Track knop Track Mute knop
Rhythm
10, 11 (Drums/SFX),
13 (Manual Percussion)*
Accmp 5, 6, 7, 8, 9, 12, 14, 15
Bass 2 (Bass)
Lower 3 (Lower)
Upper 4 (Upper)
Solo 1 (Solo)
Control 16
133
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Individuele tracks van
uitvoeringsdata stilzetten
Alle begeleidingsdata wordt gegroepeerd onder de ‘Accomp’
track knop in het Rec/Play scherm. Op dezelfde manier
wordt de ritmeperformance data onder de ‘Rhythm’ knop
gegroepeerd. U kunt een deel van de ritmes of begeleiding
stilzetten op het Track Mute scherm.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
2. Druk een aantal keer op < >.
Het Track Mute scherm verschijnt.
Zestien Track Mute knoppen verschijnen op het scherm.
Deze zijn vanaf links ‘Track 1, Track 2 … Track 15 en
Track 16’.
3. Druk op het scherm om de track te selecteren, die
u wilt stilzetten.
De knop, die u heeft ingedrukt dooft, wat aangeeft dat
het geluid is stilgezet.
4. Wanneer u op een gedoofde Track Mute knop
drukt, gaat de de Track Mute knop branden, en
wordt de track mute geannuleerd.
5. Druk op <Exit>.
NOTE
Track mute wordt genegeerd, wanneer u de volgende
bewerking uitvoert.
Andere uitvoeringsdata selecteren.
De zeven Track Mute knoppen in het Rec/Play scherm (p.
130) corresponderen met de zestien Track Mute knoppen van
het Track Mute scherm, zoals hieronder wordt weergegeven.
Commerciële SMF Music bestanden
Uitvoeringsdata gemaakt op een atelier
Track Mute knop Track knop
1 (Solo) Solo
2 (Pedal) Pedal
3 (Lower) Lower
4 (Upper) Upper
5–9, 11–16 (Acmp) Accmp
10 (Rhythm) Rhythm
Track Mute knop Track knop
1 (Solo) Solo
2 (Pedal) Pedal
3 (Lower) Lower
4 (Upper) Upper
5–9, 12, 14–15 (Acmp) Accmp
10 (Rhythm) Rhythm
11 (Drums/SFX) Rhythm
134
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Een notatie bekijken
U kunt de notaties van uitvoeringen van muziekbestanden
en opnames bekijken op de AT-45. Dit is bijzonder handig,
wanneer u de muziek tijdens het spelen wilt lezen en als u
opgenomen songs wilt bevestigen.
Songs selecteren
Het is niet nodig om de song te selecteren, wanneer notaties
worden weergegeven van uitvoeringen die met de Composer
zijn opgenomen. Begin bij stap 5
1. Plaats de diskette, die de song bevat waarvan u de
notatie wilt bekijken en plaats deze in de drive.
2. Druk op de [Song] knop.
Het Song Select scherm verschijnt.
fig.07-31_50
3. Druk op < >< > om de song te selecteren,
waarvan u de notatie wilt bekijken.
4. Druk op <Load>.
Nadat de song is geladen, opent het Rec/Play scherm.
Notaties weergeven
5. Druk op <DigiScore> op het Rec/Play scherm.
Het Notation scherm verschijnt.
fig.07-
Door op op het scherm te drukken, kunt u de Part
stilzetten. Dit is handig, wanneer u met een bepaald Part wilt
oefenen. Druk op het icoon om het geluid weer aan te
zetten.
Scherm Beschrijving
Vergroot de notatie weergave.
Geeft de tekst in de notatie weer.
Geeft de notatie van de Bass Part weer.
Geeft de notatie van de Lower Part weer.
Geeft de notatie van de Upper Part weer.
Geeft de notaties van de Upper en Lower
Parts weer.
U kunt de Part veranderen die wordt
weergegeven, en de manier veranderen
waarop de notatie wordt weergegeven
(p. 135).
135
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
De notatieinstellingen
veranderen
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.07-04_50
2. Druk op <DigiScore>.
Het Notation scherm verschijnt.
fig.07-
3. Druk op <Option>.
Het Notation Options scherm verschijnt.
fig.07-
fig.07-
4. Druk op de knop van het item, waarvan u de
instelling wilt veranderen.
Menu Instelling Beschrijving
Pitch
OFF Niet weergegeven
C,D,E
Letternamen (vaste do)
worden gedetailleerd
weergegeven.
Do,Re,Mi
Nootverschuvingen (ver-
plaatsbare do) worden
weergegeven in de gede-
tailleerde notatie.
Clef Upper
AUTO
Scherm wisselt automa-
tisch.
G Clef
Geeft de G-clef staf van
de bovenste Part weer.
F Clef
Geeft de F-clef staf van de
bovenste Part weer.
Clef Lower
AUTO
Scherm wisselt automa-
tisch.
G Clef
Geeft de G-clef staf van
de onderste Part weer.
F Clef
Geeft de F-clef staf van de
onderste Part weer.
Key
AUTO
Toets wordt automatisch
gewisseld.
Db, Ab, Eb,
Bb, F, C, G,
D, A, E, B,
F#, Bbm,
Fm, Cm,
Gm, Dm,
Am, Em,
Bm, F#m,
C#m,
G#m, D#m
Geeft de notatie in de
geselecteerde toonsoort
weer.
Upper Part 1–16
Selecteer de Part die als
bovenste Part moet wor-
den weergegeven.
Lower Part 1–16
Selecteer de Part die als
onderste Part moet wor-
den weergegeven.
Bass Part 1–16
Selecteer de Part die als
bass Part moet worden
weergegeven.
136
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
fig.07-
Wanneer u op <Key> drukt, verschijnt het volgende
scherm.
fig.07-
fig.07-
Het Key scherm bestaat uit twee schermen. Druk op
<> om tussen de schermen te wisselen.
6. Druk op <Exit.
Sommige noten op een notation
scherm
Wanneer u het afspelen van muziekbestanden begint,
wordt weergegeven. Als dit icoon wordt
weergegeven is de AT-45 data aan het lezen. Wacht tot
het lezen van data compleet is.
In het Notation scherm kunnen sommige teksten of
noten niet buiten het scherm geplaatst worden, en
worden dus niet weergegeven.
De notaties, die door het scherm weergegeven worden
zijn gebaseerd op de muziekbestanden. Overzicht wordt
belangrijker geacht dan precieze weergave, wanneer u
complexe muziek speelt. Hierdoor kan het voorkomen
dat wat op het scherm wordt weergegeven niet
overeenkomt met wat u op commercieel verkrijgbare
bladmuziek vindt. De notatieweergave is in het
bijzonder ongeschikt voor het weergeven van moeilijke
complexe muziekwerken, die accurate notatie vereisen.
Daarnaast kan het scherm geen noten weergeven die
korter zijn dan een zestiende noot.
Als u een Part selecteert, dat geen uitvoeringsdata bevat,
worden er geen noten in de notatie weergegeven.
Gebruik <Option> om de Part te veranderen, die wordt
weergegeven.
137
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Een uitvoering opnemen
U kunt een uitvoering opnemen terwijl u speelt. U kunt ook
uw uitvoering opnemen, terwijl u ritmes of automatische
begeleiding speelt.
fig.07-12
1. Selecteer de benodigde paneelinstellingen voor
het opnemen van de uitvoering.
2. Controleer dat er geen diskette in de drive zit.
Als er een diskette in de drive zit, drukt u op de Eject
knop (p. 131) en verwijdert u de diskette.
3. Ga naar de recording standby mode door op de
[Rec] knop te drukken.
De [Rec] knop indicator gaat branden, en de [Play/Stop]
knop gaat knipperen.
4. Druk op de [Play/Stop] knop om met de opname
te beginnen.
Wanneer u op de [Play/Stop] knop drukt, zal de
metronoom de twee maten van de Count-in spelen,
voordat het opnemen begint.
Als u een ritme en automatische begeleiding wilt gebruiken
tijdens het opnemen drukt u op de [Start/Stop] knop in
plaats van de [Play/Stop] knop om te beginnen met
opnemen. Als de [Sync Start] knop brandt (als Sync Start op
ON staat), begint het opnemen op het moment dat u het
onderste keyboard begint te bespelen.
5. Druk op de [Play/Stop] knop wanneer u klaar
bent met de opname.
De indicator van de Track knop, waar een uitgevoerde
song wordt opgenomen, gaat van knipperend naar
brandend.
Wanneer u op de [Intro/Ending] knop drukt (of de
[Start/Stop] knop), terwijl u een ritme of automatische
begeleiding opneemt, zullen het ritme en de
automatische begeleiding stoppen met spelen. Het
opnemen zelf gaat echter door. Druk op de [Play/Stop]
knop om te stoppen met opnemen.
De Play en Stop functies kunnen allebei toegewezen worden
aan de voetschakelaars aan elke kant van het expressiepedaal
(p. 105).
U kunt ook de metronoom Count-in annuleren, voordat het
opnemen begint (p. 149).
Waarschuwing
Als u op de [Rec] knop drukt, terwijl een song van de
diskette is geselecteerd, wordt de geselecteerde song
compleet naar de AT-45 geladen en gaat de Composer naar
de recording standby mode. Om een nieuwe song op te
nemen, volgt u de volgende procedure:
1. Druk op de [Rec] knop om de recording standby
te annuleren.
2. Haal de diskette uit de drive.
3. Verwijder de uitvoeringsdata (p. 141).
4. Druk op de [Rec] knop.
Het volgende scherm verschijnt
fig.E-61
Wanneer het geheugen van het instrument bijna vol is.
fig.E-30
Wanneer het opnemen automatisch geannuleerd is, omdat
de geheugenlimiet bereikt is.
34, 5
138
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Een uitgevoerde song
afspelen
fig.07-08*
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
fig.07-03_50
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.07-04_50
2. Druk op <Reset>.
De locatie, waar het afspelen begint, keert terug naar het
begin van maat 1.
Als u het afspelen wilt beginnen vanaf het midden van
de song drukt u op <Bwd> <Fwd> om de maat te
verplaatsen vanaf wanneer u begint met afspelen.
3. Druk op <Play> om het afspelen te beginnen.
Nadat het afspelen het einde van de uitvoering bereikt
heeft stopt het automatisch.
U kunt ook het afspelen beginnen door op de Composer
[Play/Stop] knop te drukken.
4. Om het afspelen op elk gewenst punt te stoppen
drukt u op de <Stop> knop.
U kunt ook het afspelen stoppen door op de Composer
[Play/Stop] knop te drukken.
De Play en Stop functies kunnen allebei toegewezen worden
aan de voetschakelaars aan beide kanten van het
expressiepedaal (p. 105).
U kunt instellen of het expressiepedaal het afspelen
beïnvloedt, en wat u speelt tijdens het afspelen van het
Atelier muziekbestand (p. 170).
NOTE
Als u uitvoeringsdata laadt (zoals SMF muziekbestanden)
die niet voor de ATELIER Serie instrumenten gemaakt zijn
en ze afspeelt, kan het zijn dat wanneer u ritmes en
automatische begeleiding toevoegt, dat deze niet helemaal
klinken zoals het hoort. (Bijvoorbeeld dat de verkeerde
geluiden afgespeeld worden). Als u wilt dat de data accuraat
afgespeeld wordt, drukt u voor het afspelen eerst op de
[Reset] knop.
Aftelling toevoegen dat bij de
timing past (Count in play)
In gevallen waarin u in de maat van een song wilt spelen,
kunt u een telgeluid laten afspelen voordat het afspelen van
de song begint, waardoor u uw uitvoering met de song kunt
synchroniseren.
Een song afspelen na het telgeluid wordt ‘Count In’
genoemd.
1. Houd de [Reset] knop ingedrukt en druk op de
[Play/Stop] knop.
De metronoom zal twee maten Count-in afspelen
voordat het opnemen begint.
139
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Elke Part apart opnemen
Op deze manier kunt u elke Part (track knop) achter elkaar
opnemen: eerst de Rhythm Part, dan de bass Part, etc. Als er
enige eerder opgenomen uitvoeringen zijn, kunt u hiernaar
luisteren als u de volgende Parts opneemt.
1. Selecteer de benodigde paneelinstellingen voor
het opnemen van de uitvoering.
2. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.07-04_50
3. Druk op de <Bwd> en <Fwd> knoppen om de
gewenste maat (staaf) te selecteren, waar u met
opnemen begint.
Als u vanaf het begin van de song wilt opnemen, drukt u
op de <Reset> knop.
4. Druk in het Rec/Play scherm op <Rec> om naar
de recording standby mode te gaan.
<Play> en de niet opgenomen track knoppen op het
scherm gaan knipperen. De track knoppen, waar al in is
opgenomen, gaan branden.
fig.07-15
De indicator van de paneel Composer [Rec] knop gaat
branden en de [Play/Stop] knop gaat knipperen.
U kunt ook naar de recording standby mode gaan door op de
Composer [Rec] knop te drukken.
5. Druk in het Rec/Play scherm op <Play> om te
beginnen met opnemen.
Wanneer u op <Play> in het Rec/Play scherm drukt, laat
de metronoom een Count-in van twee maten klinken, en
begint het opnemen.
Terwijl u luistert naar de uitgevoerde song, die eerder is
opgenomen, neemt u de Part naar een nieuwe track op.
U kunt ook beginnen met opnemen door op de Composer
[Play/Stop] knop te drukken.
6. Druk in het Rec/Play scherm op <Stop> om het
opnemen te stoppen.
De track knop, waarvoor uitvoeringsdata is opgenomen
gaat knipperen.
U kunt ook stoppen met opnemen door op de Composer
[Play/Stop] te drukken.
knippert
brandt
140
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Opnieuw opnemen
Als u een fout hebt gemaakt in uw uitvoering tijdens het
opnemen, kunt u een deel van de muziekdata in de track
opnieuw opnemen.
NOTE
Als u opnieuw wilt opnemen met andere instellingen voor
de klanken, het tempo, Part balans, wist u de opgenomen
song (p. 141) en neemt u opnieuw op. Als de Control track
nog steeds data bevat van een eerdere opname, kan het
volume of de geluiden tijdens het afspelen veranderen.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.07-04_50
2. Druk op de <Bwd> en <Fwd> knoppen om de
gewenste maat (staaf) te selecteren, waar u wilt
beginnen met opnemen.
Als u wilt opnieuw wilt opnemen vanaf het begin van de
song drukt u op de <Reset> knop.
3. Druk in het <Rec/Play> scherm op <Rec> om naar
recording standby mode te gaan.
<Play> en de niet opgenomen track knoppen op het
scherm gaan knipperen. De knop indicators van tracks
die al opgenomen zijn gaan branden.
fig.07-15
De Composer [Rec] knop op het paneel gaat branden, en
de [Play/Stop] knop gaat knipperen.
U kunt ook naar de recording standby mode gaan door op de
Composer [Rec] knop te drukken.
4. Druk op de Track knop, wanneer u opnieuw wilt
opnemen (knop gaat knipperen).
De song data van de Track (met uitzondering van de
Control track) wordt gewist als nieuwe song data wordt
opgenomen.
Wanneer de Track knop brandt, is er nog geen song data op
die track opgenomen.
5. Druk in het Rec/Play scherm op <Play> om met
opnemen te beginnen.
De metronoom laat een Count-in van twee maten
klinken, en het opnemen begint.
U kunt ook beginnen met opnemen door op de Composer
[Start/Stop] knop te drukken.
6. Druk in het Rec/Play scherm op <Stop> om te
stoppen met opnemen.
De knoppen van tracks, die opnieuw opgenomen zijn
zullen van knipperend naar brandend veranderen.
U kunt ook stoppen met afspelen door op de Composer
[Play/Stop] knop te drukken.
NOTE
Als u de bestaande expressiepedaal data wilt behouden, en
alleen de paneelbewerkingen wilt opnemen, kunt u de
instellingen zo maken dat u voorkomt dat de bewerkingen
van het expressiepedaal opnieuw opgenomen worden
(p. 170).
U kunt Punch-in opnemen gebruiken (p. 147) om alleen het
gewenste gedeelte opnieuw op te nemen.
knippert
brandt
141
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Een uitgevoerde song wissen
(Song Clear)
Als u uw opname wilt verwijderen en opnieuw vanaf het
begin wilt opnemen of als u een nieuwe uitvoering wilt
opnemen, moet u de eerder opgenomen data wissen.
1. Druk op <Rec/Play< op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.07-04_50
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
fig.07-22_50
3. Druk op <Song Clear>.
De volgende opdracht, waarin u om bevestiging wordt
gevraagd, verschijnt.
fig.E-62
Als u op <Cancel> drukt, wordt de uitvoeringsdata niet
gewist, en keert u terug naar het Rec/Play scherm.
4. Als u op <OK> drukt wordt de uitvoeringsdata
gewist.
De naam van een
uitgevoerde song wissen
(Rename)
Een naam wordt automatisch toegewezen aan een
opgenomen uitgevoerde song. Het kan echter voorkomen,
dat u de naam wilt veranderen.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.07-04_50
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
fig.07-22_50
3. Druk op <Save/Delete>.
Het Song Save/Song Delete scherm verschijnt.
fig.07-23
142
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
4. Druk op <Utility> om het Utility scherm te
openen.
Het Utility scherm verschijnt.
fig.07-23
5. Druk op <Rename>.
Het Rename scherm verschijnt.
fig.07-25_50
6. Druk op < > om tussen hoofdletters/
kleine letters/symbolen te wisselen.
Elke keer dat u op deze knop drukt gaat u naar de
volgende beschikbare keuze, op deze manier:
hoofdletters kleine letters symbolen hoofdletters
….
7. Druk op het scherm om het gewenste teken in te
voeren.
De volgende tekens kunnen geselecteerd worden:
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>.
8. Wanneer u klaar bent met het maken van de
instellingen drukt u op <OK>.
De nieuwe naam is nu ingevoegd.
fig.07-26
NOTE
U kunt niet direct de naam bewerken of veranderen van een
uitgevoerde song als deze op diskette is opgeslagen. De song
moet eerst naar het instrument geladen (p. 144) worden, dan
bewerkt worden, en op diskette opgeslagen worden.
U kunt ook het Rename scherm als volgt openen:
1. Druk op < > (Utility) op het Rec/Play
scherm.
Het Utility scherm verschijnt.
2. Druk in het Utility scherm op <Edit>.
Het Edit Menu scherm verschijnt.
3. Druk op <Rename> op het Edit Menu scherm.
Het Rename scherm verschijnt.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
! " # % & ' ( ) * + , - . / : = ? ^ _ 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Verwijdert een teken.
Voegt een spatie in.
Beweeg de cursor (het symbool dat de
locatie aangeeft waar tekens worden
ingevoerd) naar links of naar rechts.
143
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Uitgevoerde songs op
diskette opslaan
De uitvoeringsdata die u opneemt verdwijnt wanneer de
AT-45 uitgeschakeld wordt. Als u de uitvoeringsdata wilt
behouden, kunt u het op diskette opslaan. Als de
uitvoeringsdata nog niet op diskette is opgeslagen, verschijnt
er een ‘ ’ symbool op het hoofdscherm. Wanneer de
uitvoeringsdata op diskette wordt opgeslagen verdwijnt dit
symbool.
1. Controleer dat de drive een diskette bevat die
door de AT-45 geformatteerd is.
2. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.07-04_50
3. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
fig.07-22_50
4. Druk op <Save/Delete>.
Het Song Save/Song Delete scherm verschijnt.
fig.07-22_50
5. Druk op < >< > om het nummer van de
opslagbestemming te selecteren.
Nummers die nog niet gebruikt zijn worden als ‘- - - - -
weergegeven.
fig.07-28_50
Om de Save bewerking te annuleren, drukt u op <Exit>
om het Song Save/Song Delete scherm te sluiten.
6. Druk op <Save>.
Het Save Format scherm verschijnt.
fig.07-29_50
7. Druk op het scherm om het formaat te selecteren,
waarin de data wordt opgeslagen.
U kunt kiezen uit ‘ORIGINAL’ of ‘SMF’.
8. Druk op <OK> om het formaat op te slaan.
Het opslaan van de uitvoeringsdata begint.
Scherm Beschrijving
ORIGINAL Sla de data op in Atelier formaat
SMF Sla de data op in SMF formaat
144
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
NOTE
Muziekbestanden, die in Atelier formaat opgeslagen zijn,
kunnen niet correct worden afgespeeld op apparaten die niet
tot de Atelier serie behoren.
NOTE
SMF data wordt door de Atelier opgeslagen voor gebruik
met Atelier geluidsgenerators. Hierdoor kan zulke data niet
correct afgespeeld worden door de geluidsgenerator van een
instrument, dat niet tot de Atelier serie behoort.
NOTE
Uitvoeringen opslaan in SMF formaat (SMF) duurt langer
dan opslaan in Atelier formaat (ORIGINAL).
Als het volgende scherm verschijnt
Als u een nummer selecteert waar uitvoeringsdata al is
opgeslagen en op <Save> drukt, verschijnt het volgende
scherm.
fig.E-62
Als u de inhoud van de uitvoeringsdata wilt
updaten
1. Druk op <OK>.
Als u de data wilt opslaan zonder de data die
al op de diskette staat te verwijderen
1. Druk op <Cancel> om de Save bewerking te
annuleren.
2. Selecteer in het Song Save/Song Delete scherm
het nummer dat wordt weergegeven als ‘- - - - -‘
(een nummer dat momenteel geen
uitvoeringsdata bevat).
3. Sla de uitvoeringsdata op.
Wanneer het opslaan voltooid, wordt de opgeslagen
performancenaam weergegeven.
Uitgevoerde songs naar de
AT-45 laden
Om een uitgevoerde song die op diskette is opgeslagen te
bewerken (p. 150) of opnieuw op te nemen, moet u deze eerst
naar het instrument laden.
1. Plaats de diskette in de drive.
2. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
3. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
4. Druk op <Song Select>.
Het Song Select scherm verschijnt.
fig.07-31_50
5. Druk op < >< > om de uitvoeringsdata te
selecteren die u naar het geheugen wilt laden.
6. Druk op <Load>.
fig.07-32_50
De geselecteerde uitvoeringsdata wordt naar het interne
geheugen geladen.
Wat is het SMF formaat?
SMF (Standard MIDI bestand) is een dataformaat dat
gemaakt is om compatibiliteit van muziekbestanden
tussen verschillende producenten te garanderen.
145
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Als het volgende scherm verschijnt
Het onderstaande bericht wordt weergegeven, wanneer de
uitgevoerde song in het apparaat nog niet op diskette is
opgeslagen.
fig.E-62
Als u de uitgevoerde song wilt wissen
1. Druk op de <OK> knop.
Als u de uitgevoerde song op diskette wilt
opslaan
1. Druk op de <Cancel> knop.
Sla de song op een diskette op (p. 143).
Als het laden geannuleerd wordt, omdat het geheugen vol is,
verschijnt het volgende bericht:
fig.E-30
Uitgevoerde songs van
diskette verwijderen
U kunt een uitgevoerde song verwijderen, die op een
diskette is opgeslagen.
1. Plaats de diskette, die de uitvoering bevat in de
drive.
2. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
3. Druk rechtsonder op het scherm op <>
(Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
4. Druk op <Save/Delete>
Het Song Save/Song Delete scherm verschijnt.
fig.07-31_50
5. Druk op < >< > om de uitvoeringsdata te
selecteren, die u wilt verwijderen.
6. Druk op <Delete>.
Een bevestiging verschijnt.
fig.07-
Als u op <Cancel> drukt, wordt de uitvoeringsdata niet
verwijderd.
7. Als u op <OK> drukt, wordt de uitvoeringsdata
verwijderd.
146
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Een nieuwe opnamelaag
toevoegen aan SMF
muziekbestanden
U kunt commercieel verkrijgbare SMF muziekbestanden
naar de AT-45 laden en uw eigen uitvoering in een laag
erboven opnemen. Tijdens het opnemen wordt de geladen
data afgespeeld, terwijl u uw uitvoering opneemt.
1. Plaats een diskette die commercieel verkrijgbare
SMF muziekbestanden bevat in de drive.
2. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
3. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
4. Druk op <Song Select>.
Het Song Select scherm verschijnt.
fig.07-31_50
5. Druk op < >< > om de uitvoeringsdata te
selecteren die u naar het interne geheugen wilt
laden.
6. Druk op <Load> (laad uitvoeringsdata).
fig.07-32_50
De geselecteerde uitvoeringsdata wordt naar het interne
geheugen geladen.
Zie voor track toewijzingen van SMF formaat
uitvoeringsdata die naar de AT-45 is geladen pagina 132.
7. Selecteer de paneelinstellingen, die benodigd
zijn voor de uitvoering.
8. Druk op de <Bwd> knop en de <Fwd> knop om
de maat te verplaatsen, waar u met opnemen wilt
beginnen.
9. Druk in het Rec/Play scherm op <Rec> om naar
de recording standby mode te gaan.
<Play> en niet opgenomen track knoppen op het scherm
gaat knipperen. De knop indicators van tracks die al
opgenomen zijn gaan branden.
De Composer [Rec] knop op het paneel gaat branden, en
de [Play/Stop] knop gaat knipperen.
U kunt ook naar de recording standby mode gaan door op de
Composer [Rec] knop te drukken.
10.Druk op de Track knop, die u opnieuw wilt
opnemen (de knop knippert).
11.Druk in het Rec/Play scherm op <Play> om te
beginnen met opnemen.
Tijdens de opname wordt het muziekbestand dat naar
de AT-45 is geladen afgespeeld.
12.Druk in het Rec/Play scherm op <Stop> om te
stoppen met de opname.
De track knop waarvoor uitvoeringsdata is opgenomen
gaat branden.
U kunt ook het opnemen starten en stoppen door op de
Composer [Play/Stop] knop te drukken.
De uitvoeringsdata die u heeft opgenomen kan op een
diskette worden opgeslagen (p. 143).
NOTE
Commercieel verkrijgbare muziekbestanden kunnen naar de
AT-45 geladen worden, maar kunnen om auteursrechtelijke
redenen niet in SMF formaat worden opgeslagen.
147
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Een song gebruiken met een
ander tempo dan dat van de
uitgevoerde song
1. Plaats de diskette, die de uitgevoerde song bevat
waarvan u het tempo wilt veranderen, in de drive.
2. Laad de uitvoeringsdata naar het apparaat (p.
144).
3. Bepaal het tempo met de Tempo [ ] ][ ]
knoppen.
4. Houd de [Reset] knop op het paneel ingedrukt en
druk op de [Rec] knop.
NOTE
U kunt deze bewerking niet uitvoeren met <Reset> en <Rec>
in het Rec/Play scherm.
Een deel van uw uitvoering
opnieuw opnemen (Punch-in
recording)
Nadat u een uitvoering heeft opgenomen, kunt u een
bepaald deel van de uitvoering opnieuw opnemen.
Met deze methode kunt u naar de opgenomen uitvoering
luisteren, en alleen het gewenste deel opnieuw opnemen.
Deze opnamemethode wordt ‘Punch-in opname’ genoemd.
1. Om het segment te bepalen dat opnieuw
opgenomen wordt
Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Punch In/Out>.
Het Punch In/Out scherm verschijnt.
fig.07-
4. Druk op de ‘From’ waarde (de maat waarop de
opname begint).
fig.07-
5. Druk op < >< > om de ‘From’ waarde in te
stellen (de maat waarop de opname begint).
6. Druk op de ‘For’ waarde (het aantal maten dat
opnieuw opgenomen wordt).
7. Druk op < >< > om ‘For’ in te stellen (het
aantal maten dat opnieuw opgenomen wordt).
8. Druk op <Rec>.
Het Rec/Play scherm verschijnt, en het apparaat gaat
naar recording standby.
Om op te nemen, terwijl u de song beluistert
9. Druk op de Track knop die u opnieuw wilt
opnemen (indicator knippert).
10.Druk op <Play> om te beginnen met opnemen.
Wanneer u op <Play> drukt speelt de metronoom twee
maten Count-in, voordat het opnemen begint.
Wanneer u de eerst maat bereikt van het ingestelde
gedeelte, begint het opnemen. Wanneer het ingestelde
gedeelte eindigt, stopt het opnemen en gaat het afspelen
verder.
Tijdens het afspelen of opnemen van de song, zal de
indicator van de Composer [Rec] knop als volgt branden:
Wanneer het opnemen is geëindigd voor het ingestelde
gedeelte en de data weer afgespeeld wordt, gaat de
indicator van de [Rec] knop weer knipperen.
11.Druk op <Stop> om de opname te stoppen.
De indicator van de track knop die de uitvoering heeft
opgenomen brandt.
Terwijl de uitvoering
afgespeeld wordt
De indicator van de
Composer [Rec] knop
knippert
Terwijl u opnieuw
opneemt
De indicator van de
Composer [Rec] knop
brandt constant
148
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Drum Parts in lagen
opnemen (Loop recording)
U kunt herhaaldelijk een bepaalde regio van het ritme Part
opnemen, en bij elke opname nieuwe noten toevoegen. Zo
een opname wordt ‘Loop recording’ genoemd.
Deze methode van opnemen is gemakkelijk, wanneer u in
lagen individuele drumgeluiden aan de Rhythm Part wilt
toevoegen.
NOTE
‘Loop recording’ kan alleen gebruikt worden bij het
opnemen van de Rhythm Part.
1. Druk op de [Drums/SFX] knop om een Drum Set
of Sound Effect Set op te nemen (p. 48).
2. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
3. Druk op de <Bwd> en <Fwd> knoppen op het
Rec/Play scherm om de maat te verplaatsen waar
u met Loop recording wilt beginnen.
4. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
fig.07-
5. Druk op <Loop Rec>.
Het Loop Rec scherm verschijnt.
fig.07-
6. Druk op de ‘For’ waarde (het aantal maten, dat
herhaaldelijk opgenomen wordt).
fig.07-
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Exit>
7. Druk op < >< > om de ‘For’ waarde in te
stellen (het aantal dat herhaaldelijk opgenomen
wordt).
8. Druk op <Rec>.
Het Rec/Play scherm verschijnt, en het apparaat gaat
naar de recording standby mode.
9. Druk op <Play> om te beginnen met opnemen.
Wanneer u op de <Play> knop drukt, speelt de
metronoom twee maten Count-in af, voordat het
opnemen begint.
U kunt herhaaldelijk over het ingestelde maatbereik
opnemen, en elke keer noten toevoegen.
10.Druk op <Stop> om het afspelen te stoppen.
De indicator van de Rhythm track knop gaat branden.
149
Hoofdstuk 7 Het opnemen en afspelen van uw werk
Opname met aftelling
(Count-in)
Deze instelling (ON/OFF) bepaalt of een metronoom Count-
in (van 2 maten) klinkt na het indrukken van de [Play/Stop]
knop bij het opnemen.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.07-04_50
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
fig.07-
3. Druk op <Options>.
fig.03-37_50
4. Druk op < >< > om de Count-In Rec
instelling weer te geven.
5. Druk op de Count-In Rec instelling (ON/OFF) om
te schakelen tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
Elke keer dat u op de Count-In Rec instelling drukt,
wisselt deze tussen ON/OFF.
6. Druk op <Exit>.
Instelling Beschrijving
ON
Een aftelgeluid van twee maten klinkt
voor het opnemen.
OFF Er klinkt geen geluid voor het opnemen.
150
Hoofdstuk 8 Muzikale uitvoeringsdata bewerken
Song bestanden die u opneemt kunnen met vijf verschillende
functies bewerkt worden.
De volgende bewerkingsfuncties zijn beschikbaar:
NOTE
Als u data heeft bewerkt, kan deze data niet hersteld worden
naar de originele staat. Als een voorzorgsmaatregelen raden
we u aan dat u uw song op diskette opslaat, voordat u hem
bewerkt (p. 143).
Een maat wissen (Delete
measure)
U kunt een deel van de uitvoeringsdata wissen. Met deze
functie kunt specifieke maten van de song van alle tracks
wissen. Wanneer er een deel van het song bestand is
verwijderd, wordt de daaropvolgende opname naar voren
verplaatst om het ontstane gat te vullen.
Voorbeeld: Om maten 5-8 te wissen
fig.08-01
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.08-02_50
2. Druk in het Rec/Play scherm op < > (Utility)
om het Utility scherm te openen.
fig.08-03_50
3. Druk in het Utility scherm op <Edit>.
Het Edit Menu scherm verschijnt.
fig.08-08_50
4. Druk op <Delete Measure>.
fig.08-04-2_50
Het Delete Measure scherm verschijnt.
fig.08-04_50
5. Druk op de ‘From’ waarde (de eerste maat die u
wilt verwijderen).
Menu Beschrijving Pag.
Delete Measure Wis een bepaalde maat. p. 150
Delete Track
Wis de opname van een
track.
p. 151
Erase Event Wis de opname. p. 153
Copy Kopieer maten. p. 155
Quantize
Onnauwkeurigheden in de
timing corrigeren.
p. 156
Rename
Verander de naam van de
uitvoeringsdata.
p. 141
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1 2 3 4 5 6
151
Hoofdstuk 8 Muzikale uitvoeringsdata bewerken
6. Druk op < >< > om ‘From’ in te stellen (de
eerste maat die u wilt wissen).
fig.08-05_50
7. Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen, drukt u op <Exit>.
8. Druk op de ‘For’ waarde (het aantal maten dat u
wilt wissen).
9. Druk op < >< > om ‘For’ in te stellen (het
aantal maten dat u wilt wissen).
Om tot de laatste maat te wissen, drukt u op ‘ALL’.
10.Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen, drukt u op <Exit>.
11.Druk op <Execute>.
Het volgende venster verschijnt:
fig.08-
Om te annuleren, drukt u op <Cancel>.
12.Druk op <OK> om de maten te verwijderen.
Wanneer het verwijderen afgerond is, keert u terug naar
het Delete Measure scherm.
De opname van een track
wissen (Delete track)
De AT-45 heeft zeven tracks. Met deze functie kunt u de
opname van een track wissen.
Zie voor meer over de inhoud van elke track p. 129.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.08-02_50
2. Druk in het Rec/Play scherm op < > (Utility)
om het Utility scherm te openen.
fig.08-03_50
3. Druk in het Utility scherm op <Edit>.
Het Edit Menu scherm verschijnt.
fig.08-08_50
152
Hoofdstuk 8 Muzikale uitvoeringsdata bewerken
4. Druk op <Delete Track>.
fig.08-08.eps_50
Het Delete Track (de uitvoeringsdata van een track
wissen) scherm verschijnt.
fig.08-08-2_50
5. Druk op de ‘Track’ waarde (de track, waarvan u
de uitvoeringsdata wilt wissen).
6. Druk op < >< > om de ‘Track’ te selecteren
(de track, waarvan u de uitvoeringsdata wilt
wissen).
fig.08-09_50
Instellingen RHYTHM, ACCOMP, BASS, LOWER,
UPPER, SOLO, CONTROL
7. Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen drukt u op <Exit>.
8. Druk op <Execute>.
Het volgende scherm verschijnt:
fig.08-06-2_50
Om de bewerking te annuleren, drukt u op <Cancel>
9. Druk op <OK> om de uitvoeringsdata te wissen.
Wanneer de opname gewist is verschijnt het Delete
Track scherm weer.
153
Hoofdstuk 8 Muzikale uitvoeringsdata bewerken
Data van geselecteerde maten
wissen (Erase Event)
U kunt een bepaald deel van de uitvoering in een bepaald
gebied verwijderen zonder de song korter te maken. Dit
wordt de ‘Erase’ functie genoemd.
Als alternatief voor het verwijderen van alle uitvoeringsdata
in een bepaald gebied kunt u de volgende inhoud van de
uitvoering wissen.
Voorbeeld: Maten 5-8 wissen
fig.08-10
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.08-02_50
2. Druk in het Rec/Play scherm op < > (Utility)
om het Utility scherm te openen.
fig.08-03_50
3. Druk in het Utility scherm op <Edit>.
Het Edit Menu scherm verschijnt.
fig.08-08_50
4. Druk op <Erase Event>.
fig.08-11-2_50
Het Erase Event scherm verschijnt.
fig.08-11_50
5. Druk op de ‘Event’ waarde (het type
uitvoeringsdata dat u wilt verwijderen).
ALL Alle opnames
NOTE
Noten die op het keyboard gespeeld
worden
PANEL
Paneelbewerkingen
Inhoud die op het control track
opgeslagen is (
Informatie behalve Expression, Voice en
Tempo data)
Zie (p. 129).
EXPRESSION Expressiepedaal opnames
VOICE Voice instellingen
TEMPO Tempo instellingen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
lege maten
154
Hoofdstuk 8 Muzikale uitvoeringsdata bewerken
6. Druk op < >< > om de ‘Event’ in te stellen
(het type uitvoeringsdata dat u wilt verwijderen).
fig.08-12_50
Instellingen: ALL, NOTE, PANEL, EXPRESSION,
VOICE, TEMPO
7. Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen drukt u op <Exit>.
8. Druk op de ‘Track’ waarde (de track, waarvan
data gewist wordt).
9. Druk op < >< > om de ‘Track’ te bepalen
(de track waarvan de data gewist wordt).
Als u EXPRESSION, VOICE en TEMPO heeft
geselecteerd als het type opname dat verwijderd wordt,
hoeft u niet de track te bepalen.
Instellingen:ALL, RHYTHM, ACCOMP, BASS, LOWER,
UPPER, SOLO, CONTRL
Als u ‘ALL’ selecteert, wordt de opname gewist van alle
Parts.
10.Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen drukt u op ‘Exit’.
11.Druk op de ‘From’ waarde (de maat waarop het
wissen begint).
12.Druk op < >< > om ‘From’ in te stellen (de
maat waarop het wissen begint).
13.Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen drukt u op <Exit>.
14.Druk op de ‘For’ waarde (het aantal maten
waarvan data gewist wordt).
15.Druk op < >< > om ‘For’ in te stellen (het
aantal maten waarvan data gewist wordt).
Als u tot de laatste maat (staaf) wilt wissen zet u ‘For’ op
‘ALL’.
16.Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen, drukt u op <Exit>.
17.Druk op <Execute>.
Het volgende venster verschijnt:
fig.08-06
Om de bewerking te annuleren drukt u op <Cancel>.
18.Druk op <OK> om de uitvoeringsdata te
verwijderen.
Zodra de uitvoeringsdata verwijderd is, keert u terug
naar het Erase Event scherm.
155
Hoofdstuk 8 Muzikale uitvoeringsdata bewerken
Maten kopiëren (Copy)
Met deze functie kunt u een deel van een opgenomen song
naar een andere maat (staaf) locatie in dezelfde track
kopiëren.
Als er al een opname bestaat op de kopieerbestemming
wordt deze gewist.
Voorbeeld: maten 5-7 kopiëren naar maat (staaf) 8
fig.08-13
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.08-02_50
2. Druk in het Rec/Play scherm op < > (Utility)
om het Utility scherm te openen.
fig.08-03_50
3. Druk in het Utility scherm op <Edit>.
Het Edit Menu scherm verschijnt.
fig.08-08_50
4. Druk op <Copy>.
fig.08-14-2_50
Het Copy scherm verschijnt.
fig.08-14_50
5. Druk op de ‘Track’ waarde (de track die
gekopieerd moet worden).
6. Druk op < >< > om ‘Track’ in te stellen (de
track die gekopieerd wordt).
fig.08-15-2_50
Instellingen: ALL, RHYTHM, ACCOMP, BASS,
LOWER, UPPER, SOLO, CONTROL
Als u ‘ALL’ selecteert, wordt de opname in alle tracks
gekopieerd.
7. Wanneer u klaar bent met het maken van de
instellingen drukt u op <Exit>.
8. Druk op de ‘From’ waarde (de maat waarop het
kopiëren begint).
9. Druk op < >< > om ‘From’ in te stellen (de
maat waarop het kopiëren begint).
1 2 3 4 5 6 7
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
156
Hoofdstuk 8 Muzikale uitvoeringsdata bewerken
10.Wanneer u klaar bent met het maken van de
instellingen drukt u op <Exit>.
11.Druk op de ‘For’ waarde (het aantal te kopiëren
maten).
12.Druk op < >< > om ‘From’ in te stellen (het
aantal te kopiëren maten).
Als u alle data tot de laatste maat wilt instellen selecteert
u ‘ALL’.
13.Wanneer u klaar bent met het maken van de
instellingen drukt u op <Exit>.
14.Druk op de ‘To’ waarde (het maatnummer van de
kopieerbestemming).
15.Druk op < >< > om ‘To’ in te stellen (het
maatnummer van de kopieerbestemming).
Als u ‘END’ selecteert wordt de data gekopieerd tot het
einde van de laatste maat.
16.Wanneer u klaar bent met het maken van de
instellingen drukt u op <Exit>.
17.Druk op de ‘Time’ waarde (het aantal keren dat
de data wordt gekopieerd).
18.Druk op < >< > om ‘Time’ in te stellen (het
aantal keren dat de data wordt gekopieerd).
19.Wanneer u klaar bent met het maken van de
instellingen drukt u op <Exit>.
20.Druk op <Execute>.
Het volgende venster verschijnt.
fig.08-06
Om de bewerking te annuleren drukt u op <Cancel>
21.Druk op <OK> om de maten te kopiëren.
Zodra de maten zijn gekopieerd keert u terug naar het
Copy scherm.
Onnauwkeurigheden in de
timing corrigeren (Quantize)
U kunt timing onnauwkeurigheden in een opgenomen
uitvoering corrigeren door de muziek uit te lijnen met een
timing die u bepaalt. Dit wordt ‘Quantizing’ genoemd.
Als u bijvoorbeeld op een kwart noot timing wilt spelen,
kunnen de noten iets eerder of later klinken dan op kwart
noot intervals. In dit geval, als u de quantize bewerking
uitvoert op kwart noot (1/4) timing, kunt u de ritmes correct
uitlijnen.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
fig.08-02_50
2. Druk in het Rec/Play scherm op < > (Utility)
om het Utility scherm te openen.
fig.08-03_50
3. Druk in het Utility scherm op <Edit>.
Het Edit Menu scherm verschijnt.
fig.08-08_50
157
Hoofdstuk 8 Muzikale uitvoeringsdata bewerken
4. Druk op <Quantize>.
fig.08-17-2_50
Het Quantize scherm verschijnt.
fig.08-17_50
5. Druk op de ‘Track’ waarde (de track waarop de
quantize bewerking wordt uitgevoerd).
6. Druk op < >< > om ‘Track’ in te stellen (de
track waarop de quantize bewerking wordt
uitgevoerd).
fig.08-18_50
Instellingen: ALL, RHYTHM, ACCOMP, BASS,
LOWER, UPPER, SOLO
Als u ‘ALL’ selecteert, wordt Quantize op de opnames in
alle tracks toegepast.
7. Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen drukt u op <Exit>.
8. Druk op de ‘From’ waarde (de maat waarop
quantize begint).
9. Druk op < >< > om ‘From’ in te stellen (de
maat waarop quantize begint).
10.Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen drukt u op <Exit>.
11.Druk op de ‘For’ waarde (het aantal maten
waarop quantize wordt toegepast).
12.
Druk op < >< > om ‘For’ in te stellen (het aantal
noten waarop quantize wordt toegepast).
Om alles tot en met de laatste maat in te stellen zet u
‘For’ op ‘ALL’.
13.Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen drukt u op <Exit>.
14.Druk op de ‘Resolution’ waarde (de resolutie
waarop maten uitgelijnd worden).
15.Druk op de instellingen om ‘Resolution’ te
selecteren (de resolutie waarop maten uitgelijnd
worden).
De ‘Resolution’ (de timing waarop de noten worden
uitgelijnd) kan op een van de volgende instellingen
worden gezet.
fig.08-20
16.Wanneer u klaar bent met het maken van
instellingen drukt u op <Exit>.
17.Druk op <Execute>.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.08-06
Om de bewerking te annuleren drukt u op <Cancel>.
18.Druk op <OK> om de quantize bewerking uit te
voeren.
Wanneer de quantize bewerking klaar is, keert u terug
naar het Quantize scherm.
Kwart noot trioolHalve noot
Achtste noot
Kwart noot
Achtste noot triool Zestiende noot
Zestiende noot triool Tweeëndertigste noot
158
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren
U kunt sommige van de interne ritmes bewerken om uw eigen ritmes te
creëren. Deze originele ritmes worden ‘gebruikers ritmes’ genoemd. Deze
functie wordt ‘Rhythm Customize’ genoemd.
Procedure voor het creëren van gebruikers ritmes
Het gebruikersritme creëren
Open het Rhythm Customize scherm
Selecteer de verdeling
Laad het bronritme
Maak de verdeelinstellingen
Bewerk het ritme
Verander de percussie
Het gebruikersritme in het gebruikersritme of op diskette opslaan
• Kopieer het gebruikersritme van diskette naar het gebruikersgeheugen
• Kopieer het gebruikersritme van het gebruikersgeheugen naar diskettes
Het gebruikersritme opslaan
De naam van een gebruikersritme veranderen
Het gebruikersritme kopiëren
Voorbereidingen voor het creëren van gebruikersritmes
Verander het tempo van het ritme
159
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren
Voorbereidingen voor het
creëren van gebruikers ritmes
Het Rhythm Customize scherm
weergeven
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk in het Rhythm scherm op < > (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Customize>.
Het Rhythm Customize scherm verschijnt.
Wanneer u een nieuw Rhythm Customize scherm
opent
Wanneer u een bron oproept
4
8
10 11 12 13 14
9
6
5
7
5
21 3
1 Ritmenaam
2 Beat
3 Tempo
4 Verdelingsnaam (p. 160)
5
knop
Wisselt de pagina wanneer het ritmepatroon
meerdere pagina’s beslaat.
6
(Zoom Out/Zoom In) knop
Vergroot (zoomt in) en verkleint (zoomt uit) het
ritmepatroon scherm.
7 Huidige locatie (Maat: Beat: Tick)
8
Instrumentnaam
Geeft een indicatie van de naam van het instrument
dat gebruikt wordt in het ritme.
9
Ritmepatroon scherm
Geeft de noten in het geselecteerde ritmepatroon
weer.
10
(Utility) knop
Geeft het menu weer met instellingen voor de
Rhythm Customize functie.
11
(Preview) knop
Hiermee kunt u luisteren naar het gecreëerde ritme.
12
(Delete) knop
Wist het ritme in de weergegeven maat.
13
(Copy) knop
Kopieert het ritme in de weergegeven maat en voegt
het toe aan het einde van die maat.
14
knop
Wanneer er meer dan acht verschillende
instrumenten gebruikt worden in een ritme, drukt u
op deze knoppen om te wisselen tussen de namen
van de instrumenten.
15
Scroll balk
Dit geeft de positie weer van de huidige maat in het
ritme.
4
8
10 11 12 13 14
9
6
5
7
5
2115 3
160
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren
De verdeling selecteren
Wat is de verdeling?
Een song verloopt in een voorspelbare volgorde, zoals intro,
melodie A, melodie B, brug en einde.
Met de AT-45 worden zulke veranderingen in songs
toegewezen aan de volgende zes uitvoering statussen. We
noemen deze zes delen van een song ‘Verdeling’.
U kunt een song levendiger of kalmer maken door het aantal
Parts dat door de verdeling afgespeeld wordt te verhogen of
verlagen. U kunt ook een song veranderen door de klank van
de Parts in de verdeling te veranderen.
1. Ga naar het Rhythm Customize scherm (p. 159).
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Div Select> (Division Select).
U kunt het Division Select scherm openen door op de
Division naam indicatie (p. 159) te drukken in het Rhythm
Customize scherm.
4. Druk op een naam om de verdeling te selecteren.
Hiermee keert u terug naar het Rhythm Customize
scherm. De naam van de geselecteerde verdeling
verschijnt nu in het Rhythm Customize scherm.
U kunt op < > drukken om te horen hoe het ritme
klinkt.
Verdeling Performanceverdeling
Intro
Het intro wordt aan het begin van een song
afgespeeld.
Original Dit is het basis begeleidingspatroon.
Fill In To
Variation
Dit is een phrase die ingevoegd wordt op
een punt waar het karakter van de song
verandert. Het wordt gebruikt om een song
levendiger maken.
Nadat de phrase afgespeeld is wordt het
begeleidingspatroon van de variatie
afgespeeld.
Variation
Dit is een uitbreidend begeleidingspatroon.
Het is een variatie op een origineel.
Fill In To
Original
Dit is een phrase die ingevoegd wordt op
een punt waar het karakter van de song
verandert. Het wordt gebruikt om een song
kalmer te maken.
Nadat de phrase afgespeeld is wordt het
begeleidingspatroon van het origineel
afgespeeld.
Ending
Dit wordt aan het einde van een song
afgespeeld.
161
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren
Het ritme laden
Gebruik de Rhythm Customize functie om het ritme te
selecteren dat u wilt gebruiken als basis voor het ritme dat u
aan het maken bent.
1. Ga naar het Rhythm Customize scherm (p. 159).
2. Druk op < > (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Load>.
Het Rhythm Load scherm verschijnt.
4. Druk op een Rhythm groep naam.
Het subvenster voor het selecteren van de ritmegroep
verschijnt.
5. Druk op een Rhythm groepsnaam op het
subvenster om de Rhythm groep te selecteren.
Het Rhythm Load scherm verschijnt.
6. Druk op < >< > om van scherm te wisselen,
en druk dan op de naam van een ritme om het
selecteren.
U kunt op <Preview> drukken om te horen hoe het ritme
klinkt.
7. Druk op < >< > om de verdeling te
selecteren die u wilt oproepen.
Door op ‘ALL’ te drukken roept u alle verdelingen op.
8. Druk op <Load>.
Het ritme wordt opgeroepen, en u keert terug naar het
Rhythm Customize scherm.
162
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren
Verdeelinstellingen maken
Onafhankelijke ‘Drum Set’, ‘Beat’, en ‘Volume’ instellingen
kunnen voor elke verdeling gemaakt worden.
1. Ga naar het Rhythm Customize scherm (p. 159).
2. Druk op < > (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Div Options> (Division Options).
Het Division Options scherm verschijnt.
4. Druk op <Div Options> (Division Options).
De drum set veranderen
5. Druk op de waardeset voor Drum Set.
6. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
7. Druk op <Exit>.
Het Division Options scherm verschijnt.
De beat veranderen
8. Druk op de Beat instelling.
9. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
10.Druk op <Exit>.
Het Division Options scherm verschijnt weer.
Het volume veranderen
11.Druk op de Volume instelling.
163
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren
12.Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
13.Druk op <Exit>.
Het Division Options scherm verschijnt weer.
Het ritme bewerken
Bewerk het interne ritme
Het ritme in een geselecteerde maat
kopiëren
1. Ga naar het Rhythm Customize scherm (p. 159).
2. Druk op <Copy> (om de geselecteerde maat te
kopiëren).
Het volgende scherm verschijnt.
Om de bewerking te annuleren drukt u op <Cancel>
3. Druk op <OK>.
Kopieert het ritme in de weergegeven maat en voegt het
toe aan het einde van de maat.
Het ritme in een geselecteerde maat
verwijderen
1. Ga naar het Rhythm Customize scherm (p. 159).
2. Druk op <Del> (om de geselecteerde maat te
verwijderen).
Het volgende scherm verschijnt.
Om de bewerking te annuleren drukt u op <Cancel>.
3. Druk op <OK>.
De geselecteerde maat wordt verwijderd.
Wat u kunt doen pag.
Het ritme in een geselecteerde maat kopiëren p. 163
Het ritme in een geselecteerde maat verwijderen p. 163
Geluiden wissen p. 164
Geluiden toevoegen p. 164
Geluiden veranderen p. 165
De snelheid veranderen p. 165
Geluiden verplaatsen p. 165
164
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren
De geluiden bewerken
U kunt geluiden toevoegen en verwijderen, klanken
veranderen, en de aanslaggevoeligheid veranderen.
1. Ga naar het Rhythm Customize scherm (p. 159).
2. Druk op het punt op het scherm waar het geluid
staat dat u wilt bewerken.
Wanneer u op het scherm drukt verschijnt er op het punt
waar u drukt een lijn. Door uw vinger op het scherm te
houden en hem naar links of rechts te verplaatsen kunt u
de lijn verplaatsen.
De informatie op de locatie (Maat: Beat: Tick) van de lijn
op het scherm wordt weergegeven.
Wanneer u uw vinger van het scherm haalt, opent het
Note Edit scherm en wordt de noot weergegeven die op
de lijn in het Rhythm Customize scherm staat.
U kunt op <> drukken om het Utility scherm te
drukken, en vervolgens op <Note Edit> in het Utility scherm
drukken om het Note Edit scherm te drukken.
Geluiden verwijderen
3. Druk op < >< > om het punt te
selecteren waar u het geluid wilt verwijderen.
4. Wanneer u op <Erase> drukt wordt het
geselecteerde geluid verwijderd.
Geluiden toevoegen
5. Druk op < >< > om het punt te
selecteren, waar u het geluid wilt toevoegen.
6. Wanneer u op <Create> drukt, wordt het nieuwe
geluid na het geselecteerde geluid toegevoegd.
165
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren
Klanken veranderen
7. Druk op < >< > om het geluid te
selecteren waarvan u de klank wilt veranderen.
8. Druk op de naam van het instrument.
9. Druk op <-8><-1><+1><+8> om de klank te
veranderen.
De aanslaggevoeligheid (velocity)
veranderen
10.Druk op < >< > om het geluid te
selecteren waarvan u de aanslaggevoeligheid wilt
veranderen.
11.Druk op de aanslaggevoeligheid instelling.
12.Druk op <-10><-1><+1><+10> om de
aanslaggevoeligheid te veranderen.
Geluiden verplaatsen
13.Druk op < >< > om het geluid te
selecteren dat u wilt verplaatsen.
14.Druk op de ‘Meas Beat Tick’ instelling.
Het nootlocatie scherm gebruikt ‘Maat: Beat: Tick’ als
formaat. Een tick is een tijdseenheid die korter dan een
beat is.
15.Druk op <-10><-1><+1><+10> om het geluid te
verplaatsen.
Met de Rhythm Customize functie worden nootlocaties
uitgedrukt in termen van ‘Measure: Beat: Tick’. Een tick is de
kleinste eenheid die gebruikt wordt bij het aangeven van de
locatie van een noot, en er zitten 120 ticks in een kwart noot.
Typische noten wordt als volgt aangegeven.
Kwart noot Achtste noot
Achtste noot triool Zestiende noot
De ticks voor elke noot hebben de volgende eigenschappen.
Kwart noot 0 (elke 120 ticks)
8ste noot 0, 60 (elke 60 ticks)
8ste noot triool 0, 40, 80 (elke 40 ticks)
16e noot Zestiende noot 0, 30, 60, 90 (elke 30
ticks)
(1 measure: 1 beat: 0 tick)
1: 1: 0
1: 2: 0 1: 3: 0 1: 4: 0 2: 1: 0 2: 1: 60 2: 2: 0 2: 2: 60
1: 1: 0 1: 1: 40 1: 1: 80
3
1: 1: 0 1: 1: 30 1: 1: 60 1: 1: 90
166
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren
De gebruikte instrumenten
veranderen en wijzigen
U kunt een instrument dat in een ritme gebruikt wordt
veranderen en vervangen door een ander instrument.
1. Ga naar het Rhythm Customize scherm (p. 159).
2. Druk op het gedeelte in het Rhythm Customize
scherm waar de instrumentnamen weergegeven
worden.
Het Instrument Edit scherm verschijnt.
U kunt het Instrument Edit scherm openen door de volgende
procedure te volgen.
1. Druk op <> (Utility) in het Rhythm
Customize scherm (p. 159).
Het Utility scherm verschijnt.
2. Druk op <Inst Edit> (Instrument Edit).
Het Instrument Edit scherm verschijnt.
Het gebruikte instrument veranderen
3. Druk op < >< > op het scherm om de naam
van het instrument te selecteren dat u wilt
veranderen.
4. Druk op <Change>.
Het volgende scherm verschijnt.
5. Druk op < >< > om van scherm te wisselen
en druk dan op de naam van het instrument.
Het volgende scherm verschijnt.
Om de bewerking te annuleren drukt u op <Cancel>.
6. Als u het instrument wilt veranderen drukt u op
<OK>.
Het instrument wordt veranderd.
Een instrument verwijderen
U kunt een instrument verwijderen dat in een ritme gebruikt
wordt. Wanneer een instrument verwijderd wordt, worden
alle geluiden die dat instrument gebruiken ook uit het ritme
verwijderd.
7. Druk op < >< > op het scherm om de naam
van het instrument te selecteren dat u wilt
verwijderen.
8. Druk op <Delete> op het Instrument Edit scherm.
9. Als u zeker weet dat u het instrument wilt
verwijderen, drukt u op <OK>.
Het geselecteerde instrument wordt verwijderd.
167
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren
Door u gecreëerde ritmes
verwijderen
Dit verwijdert gebruikers ritmes die gemaakt zijn door de
interne ritmes gedeeltelijke te bewerken.
1. Ga naar het Rhythm Customize scherm (p. 159).
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Clear>.
Het volgende scherm verschijnt.
Om de bewerking te annuleren drukt u op <Cancel>.
4. Als u zeker weet dat u het ritme wilt verwijderen
drukt u op <OK>.
De naam van een gebruikers
ritme veranderen (Rename)
1. Ga naar het Rhythm Customize scherm (p. 159).
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Save>.
Het Rhythm Save scherm verschijnt.
4. Druk op <Rename>.
Het Rename scherm verschijnt.
fig.07-25_50
5. Druk op < > om te wisselen tussen
hoofdletters/kleine letters/symbolen.
Elke keer dat u op deze knop drukt gaat u naar de
volgende beschikbare keuze, op deze manier:
hoofdletters kleine letters symbolen hoofdletters
….
6. Druk op het scherm om het gewenste teken in te
voeren.
De volgende tekens kunnen geselecteerd worden.
Om de bewerking te annuleren drukt u op <Cancel>.
7. Wanneer u klaar bent met het maken van de
instellingen drukt u op <OK>.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
! " # % & ' ( ) * + , - . / : = ? ^ _ 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Verwijdert een teken.
Voegt een spatie in.
Beweeg de cursor (het symbool dat de
locatie aangeeft waar tekens worden
ingevoerd) naar links of naar rechts.
168
Hoofdstuk 9 Originele begeleidings ritmes creëren
Gebruikersritmes in het
gebruikersgeheugen of op
diskettes opslaan
U kunt gebruikers ritmes die met de Rhythm Customize
functie gemaakt zijn en ze opslaan in het
gebruikersgeheugen van de AT-45 of op diskettes. Om ritmes
uit het gebruikersgeheugen op te roepen drukt u op de
[Disk/User] knop.
1. Ga naar het Rhythm Customize scherm (p. 159).
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Save>.
Het Rhythm Save scherm verschijnt.
4. Druk op <> (diskette) of < >
(gebruikersgeheugen) om de opslagbestemming
te selecteren.
5. Druk op < >< > om het nummer van de
opslagbestemming te selecteren.
Nummers die nog niet in de opslagbewerking gebruikt
zijn worden weergegeven als ‘- - - - -‘.
Om het opslaan te annuleren drukt u op <Exit> om het
Rhythm Save scherm te sluiten.
U kunt de naam van een ritme veranderen door op
<Rename> te drukken.
6. Druk op <Save>.
De gebruikers ritmes worden in het gebruikersgeheugen
of op diskettes opgeslagen.
U kunt ritmes opslaan nadat u het tempo heeft veranderd
door op de Tempo [ ] ][ ] knoppen te drukken.
Als het volgende scherm verschijnt
Het volgende scherm verschijnt als u een nummer selecteert
waarop een ritme al opgeslagen is, en op <Save> drukt.
Als u het ritme wilt overschrijven
1. Druk op <OK>.
Het ritme wordt overschreven.
Als u nieuwe data wilt opslaan in plaats van
het updaten van het ritme
1. Druk op <Cancel>.
Het overschrijven van het ritme wordt geannuleerd.
2. Selecteer in het Rhythm Save scherm het nummer
dat als ‘- - - - -‘ wordt weergegeven (een nummer
dat momenteel geen ritmedata bevat).
3. Sla het ritme op.
169
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Instellen hoe het instrument
reageert
De Initial Touch gevoeligheid
aanpassen
Initial Touch is een functie die de kracht vertaalt waarmee u
de toetsen aanslaat naar een direct proportionele hoeveelheid
volume. Dit bepaalt de hoeveelheid Initial Touch effect die
wordt toegepast.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <UPPER> of <LOWER>.
3. Druk op < >< > om de Initial Touch weer te
geven.
4. Druk op de Initial Touch waarde (OFF, 1-10).
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
Instelling:OFF, 1-10
6. Druk op <Exit>.
De polyfonie van het
pedaalbord veranderen
U kunt het Bass pedaalbord zo instellen om meerdere noten
tegelijk af te spelen of alleen enkele noten.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <PEDAL>.
Het Pedalboard scherm verschijnt.
3. Druk op < >< > om de PedalBass Mode
instelling weer te geven.
4. Druk op de PedalBass Mode instelling om te
wisselen tussen ‘MONOPHONIC’ en
‘POLYPHONIC’.
Elke keer dat u op de PedalBass Mode instelling drukt
schakelt deze tussen ‘MONOPHONIC’ en
‘POLYPHONIC’.
5. Druk op <Exit>.
UPPER
De Initial Touch instellingen van de
Upper Part wijzigen
LOWER
De Initial Touch instellingen van de
Lower Part wijzigen
Instelling Beschrijving
1–10
Initial Touch staat aan.
Des te harder u speelt, des te hoger is het
volume.
De veranderingen in het volume wan-
neer de toetsen krachtiger aangeslagen
worden worden progressief groter wan-
neer de waarde toeneemt.
OFF
Initial Touch staat uit.
Het volume blijft constant, ongeacht
hoe hard u speelt.
Instelling Beschrijving
MONOPHONIC
Alleen enkele noten kunnen
worden afgespeeld.
POLYPHONIC
Noten kunnen tegelijk worden
afgespeeld.
170
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Performancefunctie
instellingen
Het toetsenbereik instellen
waarop het demperpedaal
van toepassing is
U kunt instellen welk keyboard beïnvloed wordt wanneer u
op het Damper (Sustain) pedaal drukt.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Controller>.
Het Controller scherm verschijnt.
3. Druk op < >< > om de Damper Pedal
instelling weer te geven.
4. Druk op de Damper Pedal instelling om te
wisselen tussen ‘to UPPER’ en ‘to LOWER’.
Elke keer dat u op de Damper Pedal instelling drukt
wisselt deze tussen ‘UPPER’ en ‘LOWER’.
5. Druk op <Exit>.
NOTE
Als de klank een percussieklank is (zoals een Pianoklank),
wordt de toon aangehouden, waar sterft deze weg als een
akoestische piano. Als de klank een non-percussieklank is
(zoals een String klank), wordt de toon aangehouden zolang
het pedaal wordt ingedrukt.
De functie van het
expressiepedaal wijzigen
Bepaal hoe het expressiepedaal functioneert wanneer u
uitvoering opgenomen wordt en wanneer ATELIER song
data afgespeeld wordt.
Functie tijdens het opnemen
Bepaal of expressiepedaal bewerkingen wel of niet
opgenomen worden tijdens het opnemen van uw uitvoering.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Controller>.
Het Controller scherm verschijnt.
3. Druk op < >< > om de Damper Exp. Src
(Rec) instelling weer te geven.
4. Druk op de Exp. Src (Rec) instelling om te
wisselen tussen ‘PEDAL’ en ‘COMPOSER’.
Elke keer dat u op de Exp. Src (Rec) instelling drukt
schakelt deze tussen ‘PEDAL’ en ‘COMPOSER’.
5. Druk op <Exit>.
Instelling Beschrijving
to UPPER
Het effect wordt toegepast op de klan-
ken die op het bovenste keyboard
gespeeld worden.
to LOWER
Het effect wordt toegepast op de klan-
ken die op het onderste keyboard
gespeeld worden.
Instelling Beschrijving
PEDAL
Bewegingen van het Expressiepedaal
worden opgenomen. De vorige
opname wordt gewist als nieuwe
songs opgenomen worden.
COMPOSER
Bewegingen van het Expressiepedaal
worden niet opgenomen. De vorige
data wordt niet gewist.
171
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Functie tijdens het afspelen
U kunt instellen of het Expressiepedaal functioneert tijdens
het afspelen van ATELIER songbestanden.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Controller>.
Het Controller scherm verschijnt.
3. Druk op < >< > om de Exp. Src (Rec)
instelling weer te geven.
4. Druk op de Exp. Src (Play) instelling.
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
6. Druk op <Exit>.
Het keyboard selecteren
waarop de pitch bend/vibrato
hendel toegepast wordt
Deze instelling bepaalt of de Pitch Bend/Vibrato hendel op
wordt toegepast.
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Controller>.
Het Controller scherm verschijnt.
3. Druk op < >< > om de Bender/Vibrato
instelling weer te geven.
4. Druk op de Bender/Vibrato instelling.
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
6. Druk op <Exit>.
Instelling Beschrijving
PEDAL
+COMPOSER
Het Expressiepedaal functioneert.
Opnames van het Expressiepedaal
in de song data zijn ook effectief.
COMPOSER
Het Expressiepedaal functioneert
niet. De opnames van het Expressie-
pedaal in de song data zijn effectief.
PEDAL
Het Expressiepedaal functioneert.
De opnames van het Expressiepe-
daal in de song data worden gene-
geerd.
Instelling Beschrijving
to UPPER
Het effect wordt toegepast op de klan-
ken die op het bovenste keyboard afge-
speeld worden.
to LOWER
Het effect wordt toegepast op de klan-
ken die op het onderste keyboard afge-
speeld worden.
to PEDAL
Het effect wordt toegepast op de klan-
ken die op het pedaalbord afgespeeld
worden.
172
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Het pitch bend bereik
veranderen
Met deze instelling kunt u het maximale bereik van de
toonhoogte verandering instellen dat toegestaan is wanneer
u Pitch Bend gebruikt. Het bereik kan tussen 1-12 ingesteld
worden (in stappen van een halve toon, met een maximum
van een octaaf).
1. Druk op <Sound/Kbd> op het hoofdscherm.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Druk op <Controller>.
Het Controller scherm verschijnt.
3. Druk op < >< > om de Pitch Bend Range
instelling weer te geven.
4. Druk op de Pitch Bend Range instelling.
5. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
Instellingen1-12 (semitone stappen)
6. Druk op <Exit>.
NOTE
Drums/SFX staat altijd op een bereik van een octaaf,
ongeacht de waarde van deze instelling.
Ritme instellingen
Chord holt in/uitschakelen
De Chord Hold functie kan ON/OFF geschakeld worden.
Wanneer Chord Hold op ON staat, blijft de Automatische
begeleiding spelen zelfs wanneer u uw hand van het
keyboard haalt om een nieuw akkoord te spelen.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk in het Rhythm scherm op <>
(Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Options>.
Het Rhythm Options scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > om de Chord Hold instelling
weer te geven.
5. Druk op de Chord Hold instelling om te
schakelen tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
Elke keer dat u op de Chord Hold instelling drukt
schakelt de instelling tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
6. Druk op <Exit>.
Instelling Beschrijving
ON
De Automatische begeleiding wordt
bepaald door het akkoord dat op het
onderste keyboard vastgehouden
wordt (zelfs nadat u de toetsen loslaat).
OFF
Wanneer u de toetsen loslaat die u op
het onderste keyboard speelt, stopt de
Automatisch begeleiding (deze wordt
stilgezet). Alleen de Rhythm (drum) uit-
voering gaat verder.
173
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Aftelgeluid
U kunt het geluid veranderen dat gebruikt wordt voor het
aftellen aan het einde van het intro bij het intro Countdown
functie (p. 58).
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk in het Rhythm scherm op <>
(Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Options>.
Het Rhythm Options scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > om de Count Down Sound
instelling weer te geven.
5. Druk op de Count Down Sound instelling om te
schakelen tussen ‘VOICE’ en ‘STICK’.
Elke keer dat u op de Count Down Sound instelling
drukt schakelt de instelling tussen ‘VOICE’ en ‘STICK’.
6. Druk op <Exit>.
Voorkomen dat ritmetempo’s
automatisch wisselen
U kunt voorkomen dat ritmetempo’s automatisch
veranderen wanneer u van ritme verwisselt.
You can prevent rhythm tempos from switching
automatically when you switch rhythms.
1. Druk op <Rhythm> op het hoofdscherm.
Het Rhythm scherm verschijnt.
2. Druk in het Rhythm scherm op <>
(Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Options>.
Het Rhythm Options scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > om de Auto Std Tempo
(Auto Standard Tempo) instelling weer te geven.
5. Druk op de Auto Std Tempo instelling om te
schakelen tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
Elke keer dat u op de Auto Std Tempo instelling drukt
schakelt de instelling tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
6. Druk op <Exit>.
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen zelfs
wanneer de stroom uitgeschakeld is.
Instelling Beschrijving
VOICE Menselijk aftellen (One, two, three…)
STICK Aftellen met een stokgeluid
Instelling Beschrijving
ON
Het wisselen van het ritme, terwijl het
ritme gestopt is zorgt ervoor dat de
tempo instellingen veranderen naar die
van het nieuwe ritme.
OFF
Wanneer het ritme gestopt is wordt de
tempo instellingen niet automatisch
veranderd wanneer u van ritme wisselt.
174
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Registratie instellingen
De timing veranderen waarop arranger instellingen worden
opgeroepen
U kunt instellen hoe de instellingen die gerelateerd zijn aan
ritmeperformances en Automatisch begeleiding opgeroepen
worden wanneer u op een registratieknop drukt.
1. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
2. Druk op <Load>.
Het Registration Load scherm verschijnt.
3. Druk op <Utility>.
Het Utility scherm verschijnt.
4. Druk op <Options>.
Het Registration Options scherm verschijnt.
5. Druk op de Arranger Update instelling om te
schakelen tussen ‘DELAYED’ en ‘INSTANT’.
Elke keer dat u op de Arranger Update instelling drukt
wisselt deze tussen ‘DELAYED’ en ‘INSTANT’.
6. Druk op <Exit>.
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen zelfs
wanneer de stroom uitgeschakeld is.
De timing veranderen waarop
transpositie instellingen
opgeroepen worden
U kunt instellen hoe de transpose instelling opgeroepen
wordt wanneer u op een Registration knop drukt.
1. Druk op <Registration> op het hoofdscherm.
Het subvenster verschijnt.
2. Druk op <Load>.
Het Registration Load scherm verschijnt.
3. Druk op <Utility>.
Het Utility scherm verschijnt.
4. Druk op <Options>.
Het Registration Options scherm verschijnt.
5. Druk op de Trans. Update instelling om te
schakelen tussen ‘DELAYED’ en ‘INSTANT’.
Elke keer dat u op de Trans. Update instelling drukt
wisselt deze tussen ‘DELAYED’ en ‘INSTANT’.
6. Druk op <Exit>.
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen zelfs
wanneer de stroom uitgeschakeld is.
Instelling Beschrijving
DELAYED
Instellingen die gerelateerd zijn aan rit-
meperformances en Automatische
begeleiding worden opgeroepen wan-
neer u een Registration knop een aantal
seconden ingedrukt houdt. Als u de
Registration knop kort indrukt worden
alleen de paneelinstellingen (klank, etc)
die niet gerelateerd zijn aan ritmes en
Automatische begeleiding opgeroepen.
INSTANT
Instellingen die gerelateerd zijn aan rit-
meperformances en Automatisch bege-
leiding worden samen met alle andere
paneelinstellingen meteen opgeroepen
als u een knop indrukt.
Instelling Beschrijving
DELAYED
Transpose instellingen worden opge-
roepen wanneer u een registratieknop
een aantal seconden ingedrukt houdt.
INSTANT
Transpose instellingen worden direct
opgeroepen als u een knop indrukt,
samen met alle andere paneelinstellin-
gen.
175
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Composer instellingen
De weergave van songteksten
aan of uitzetten
Sommige muziekbestanden hebben meegeleverde
songteksten die op het scherm weergegeven kunnen worden.
U kunt de weergave van deze songteksten aan of uitzetten.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Options>.
Het Rec/Play Options scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > om de Lyric instelling weer
te geven.
5. Druk op de Lyric instelling om te schakelen
tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
Elke keer dat u op de Lyric instelling drukt wisselt deze
tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
6. Druk op <Exit>.
NOTE
Als u op een selectieknop voor een klank drukt tijdens het
afspelen van muziekbestanden die songteksten bevatten
verandert het scherm en worden de teksten niet langer
weergegeven. Om de teksten opnieuw weer te geven drukt u
op nogmaals op Rec/Play op het scherm.
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen zelfs
wanneer de stroom uitgeschakeld is.
De toets veranderen wanneer
u songs afspeelt (Play
Transpose)
SMF muziekbestanden of een uitvoering die u zelf heeft
opgenomen kunnen voor het afspelen getransponeerd
worden.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Options>.
Het Rec/Play Options scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > om de Play Transpose
instelling weer te geven.
5. Druk op de Play Transpose instelling.
6. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
De toets wordt elke keer dat u op de < > of < >
knop drukt met een halve toon getransponeerd .
Instellingen: -24 - +24 (semitone stappen)
7. Druk op <Exit>.
Instelling Beschrijving
ON Songteksten worden weergegeven
OFF Songteksten worden niet weergegeven
176
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
De metronoom instelling
veranderen
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Options>.
Het Rec/Play Options scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > om de Metronome instelling
weer te geven.
5. Druk op de Metronome instelling.
6. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
7. Druk op <Exit>.
Het volume van de metronoom
instellen
U kunt het volume van de metronoom instellen.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Options>.
Het Rec/Play Options scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > om de Metronome Vol.
(Metronome Volume) instelling weer te geven.
5. Druk op de Metronome Vol. instelling.
6. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
Instellingen: 1-10
Hogere waarden verhogen het volume van de
metronoom.
7. Druk op <Exit>.
Instelling Beschrijving
OFF Klinkt helemaal niet
REC Klinkt alleen tijdens opnames
ON Klinkt altijd
177
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Het geluid van de metronoom
veranderen
U kunt kiezen uit 4 verschillende geluiden voor de
metronoom.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Options>.
Het Rec/Play Options scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > om de Metronome Sound
instelling weer te geven.
5. Druk op de Metronome Sound instelling.
6. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
7. Druk op <Exit>.
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen zelfs
wanneer de stroom uitgeschakeld is.
De beat instellen
Deze instelling bepaalt de beat die gebruikt wordt bij het
opnemen van uitgevoerde songs.
1. Druk op <Rec/Play> op het hoofdscherm.
Het Rec/Play scherm verschijnt.
2. Druk op <> (Utility).
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Options>.
Het Rec/Play Options scherm verschijnt.
4. Druk op < >< > om de Beat instelling weer te
geven.
5. Druk op de Beat instelling.
Het maatsoort instellingenscherm verschijnt.
6. Druk op de gewenste maatsoort.
7. Druk op <Exit>.
Wanneer u ritmeperformances of Automatisch begeleiding
opneemt wordt de beat automatisch ingesteld.
NOTE
U kunt de beat van eerder opgenomen songs niet
veranderen.
Instelling Beschrijving
CLICK&BELL Conventioneel metronoomgeluid
ELECTRONIC Elektronisch metronoomgeluid
VOICE ENG. Menselijke klank (Engels)
VOICE JPN. Menselijke klank (Japans)
178
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Andere instellingen
De standaardtoonhoogte
veranderen (Master Tune)
De basistoonhoogte van een instrument wordt normaliter
beschouwd als de toonhoogte van de middelste A noot. Met
de ‘Master Tune’ paramater kunt u de basistoonhoogte
instellen, zodat deze overeenkomt met de toonhoogte van
een instrument dat u samen met de AT-45 bespeelt.
1. Druk op <System> op het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
2. Druk op < >< > om de Master Tune
instelling weer te geven.
3. Druk op de Master Tune instelling.
4. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
Instellingen: 415.3 Hz-466.2 Hz (0.1 Hz eenheden)
5. Druk op <Exit>.
Door op < > om de standaardinstelling te herstellen
(440.0 Hz).
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen zelfs
wanneer de stroom uitgeschakeld is.
Versturen van PC nummers
toestaan
Het versturen van PC (Program Change) nummers kan ON/
OFF geschakeld worden wanneer een registratie geselecteerd
wordt.
1. Druk op <System> op het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
2. Druk op < >< > om de Master Tune
instelling weer te geven.
3. Druk op de Send PC Switch instelling om te
wisselen tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
Elke keer dat u op de Send PC Switch instelling drukt
schakelt deze tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
4. Druk op <Exit>.
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen zelfs
wanneer de stroom uitgeschakeld is.
Instelling Beschrijving
ON PC nummers worden verzonden
OFF PC nummers worden niet verzonden
179
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Het PC nummer instellen
U kunt het Program Change nummer instellen dat via MIDI
Out verstuurd wordt wanneer er een registratie geselecteerd
wordt.
1. Druk op <System> op het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
2. Druk op < >< > om de Bank MSB (Bank
Select MSB), Bank LSB (Bank Select LSB), en PC
Number (Program Change Number) instellingen
weer te geven.
3. Druk op de <Bank MSB>, <Bank LSB> of <PC
Number> instelling.
4. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
5. Druk op <Exit>.
MIDI IN Mode
Dit instrument bevat twee geluidsgenerators: een voor het
afspelen van GM2/GS data, en een voor
keyboardperformances.
Normaliter bepaalt alleen de data die via de MIDI In
aansluiting ontvangen wordt de geluidsgenerator voor het
afspelen van GM2/GS data. U kunt door het veranderen van
de MIDI IN Mode instelling ervoor zorgen dat ook de
keyboard geluidsgenerator via MIDI IN bestuurd wordt.
1. Druk op <System> op het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
2. Druk op < >< > om de MIDI IN Mode
instelling weer te geven.
3. Druk op de MIDI IN Mode instelling om te
schakelen tussen ‘MODE 1’ en ‘MODE 2’.
Elke keer dat u op de MIDI IN Mode instelling drukt
schakelt deze tussen ‘Mode 1’ en ‘Mode 2’.
Menu Instelling
Bank MSB 0–127
Bank LSB 0–127
PC Number 1–128
MODE 1
Bespeel het instrument als GS geluidsgene-
rator
MODE 2
Kanalen 5 tot 10 en kanalen 12, 14 en 15 wor-
den naar de GS geluidsgenerator verstuurd,
en alle andere kanalen worden verstuurd
naar de keyboard geluidsgenerator.
Kanaal MODE 1 MODE 2
1 GS Solo
2 GS Pedal/GS*
3 GS Lower
4 GS Upper
5–10 GS GS
11 GS Drum/SFX
12 GS GS
13 GS Nothing
14–15 GS GS
180
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
* Wanneer de pedal Part knop op ON staat, zal de data die via
de MIDI In aansluiting wordt ontvangen het pedaal Part van
de keyboard geluidsgenerator bepalen. Wanneer de pedal Part
knop op OFF staat, bestuurt de ontvangen data van de MIDI
In aansluiting de GS geluidsgenerator.
4. Druk op <Exit>.
Er zijn beperkingen aan de types MIDI opdrachten die
ontvangen kunnen worden door de keyboard geluidsbron.
Zie voor meer details de ‘MIDI IMPLEMENTATION’ (apart
verkrijgbaar).
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen zelfs
wanneer de stroom uitgeschakeld is.
Het midi verzendkanaal
selecteren
Wanneer u de MIDI aansluitingen van de AT-45 gebruikt om
muziekdata naar externe apparaten te versturen, kunt u voor
elk keyboard (bovenste, onderste en pedalen) het kanaal
instellen waarmee uw spel als MIDI-opdrachten verstuurd
wordt.
Zie voor meer details p. 186.
1. Druk op <System> op het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
2. Druk op <Tx MIDI Ch. Upper>, <Tx MIDI Ch.
Lower>, <Tx MIDI Ch. Pedal>, <Tx MIDI Ch.
Solo>, <Tx MIDI Ch. Drums> (Tx MIDI Ch.
Drums/SFX) or <Tx MIDI Ch. Cntrl> (Tx MIDI
Ch. Control).
De Control Part verstuurt expressiepedaal data en PC
nummers.
3. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
Kanaal: 1-16
4. Druk op <Exit>.
NOTE
MIDI opdrachten voor de Solo Part worden alleen verstuurd
wanneer de Solo [To Lower] knop op ON staat.
16 GS Control
Kanaal MODE 1 MODE 2
181
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Het Touch Screen
herpositioneren
Als u het Touch Screen geruime tijd heeft gebruikt kan de
aanwijzer verplaatst worden, wat ervoor zorgt dat de AT-45
niet correct reageert. U kunt deze misplaatsing wanneer nodig
corrigeren door calibratie (herpositionering) uit te voeren.
1. Druk op <System> op het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
2. Druk in het System scherm op <Utility>.
Het Utility scherm verschijnt.
3. Druk op <Touch Screen>.
U wordt om bevestiging gevraagd.
OM de bewerking te annuleren drukt u op <Cancel>.
4. Druk op <OK> op het scherm.
5. Druk op de punten die op het Touch Screen
aangegeven worden.
NOTE
Doe dit nauwkeurig. Op een locatie drukken die niet
overeenkomt met de aangegeven locatie kan de misplaatsing
erger maken. Raak het punt nauwkeurig aan. Als het
volgende venster verschijnt voert u de calibratie van het
touch scherm opnieuw uit.
De achtergrond van het
hoofdscherm veranderen
U kunt de kleur en het patroon van de achtergrond van
het hoofdscherm wijzigen.
1. Druk op <System> op het hoofdscherm.
2. Druk op < >< > om de Main Background
instelling weer te geven.
3. Druk op de Main Background instelling.
4. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
5. Druk op <Exit>.
Het System scherm verschijnt.
6. Druk op <Exit> op het System scherm.
Het hoofdscherm verschijnt met de geselecteerde
achtergrond.
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen, zelfs
wanneer de stroom uitgeschakeld is.
182
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
Het stuiterende balletje van
het hoofdscherm verwijderen
U kunt het hoofdscherm zo instellen dat het stuiterende
balletje niet meer verschijnt.
1. Druk op <System> op het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
2. Druk op < >< > om de Main Bouncing Ball
instelling weer te geven.
3. Druk op de Main Bouncing Ball instelling om te
schakelen tussen ‘ON’ en ‘OFF’.
Elke keer dat u op de Main Bouncing Ball instelling
drukt schakelt deze tussen ‘ON’en ‘OFF’.
4. Druk op <Exit>.
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen, zelfs
wanneer de stroom uitgeschakeld is.
De V-LINK functie gebruiken
Als u de AT-45 verbindt met een V-LINK compatibel
beeldapparaat kunt u de beelden met de AT-45 besturen.
V-LINK
V-LINK ( ) is een functie die door Roland
aanbevolen wordt, waarmee muzikaal en visueel materiaal
in combinatie afgespeeld kunnen worden. Door V-LINK
compatibele videoapparaten te gebruiken, kunt u visuele
effecten gemakkelijk combineren met uw uitvoering.
Hoe u de V-LINK gebruikt
1. Druk op <System> op het hoofdscherm.
Het System scherm verschijnt.
2. Druk op < >< > om de V-LINK instelling
weer te geven.
3. Druk op de V-LINK instelling.
4. Druk op < >< > om de instelling te
veranderen.
5. Druk op <Exit>.
Instelling Beschrijving
ON
Het stuiterende balletje wordt in het
hoofdscherm weergegeven.
OFF
Het stuiterende balletje wordt niet in het
hoofdscherm weergegeven.
Instelling Beschrijving
OFF De V-LINK functie is uitgeschakeld.
MODE 1
De V-LINK functie is ingeschakeld. U
kunt nu de videobeelden besturen met
de registratieknoppen.
MODE 2
De V-LINK functie ingeschakeld. U
kunt nu de videobeelden besturen met
de twaalf toetsen uiterst rechts van het
toetsenbord en de registratieknoppen.
Er wordt geen geluid geproduceerd als
u op de twaalf toetsen aan de rechter-
kant van het toetsenbord drukt.
183
Hoofdstuk 10 Verschillende andere instellingen
De V-LINK functie is ingeschakeld, en het V-LINK icoon
verschijnt in het hoofdscherm.
De Send PC Switch instellingen worden worden automatisch
op ON gezet wanneer V-LINK aanstaat (MODE 1, MODE 2).
Wanneer de V-LINK functie uitgeschakeld is keert de Send
PC Switch instelling terug naar de oorspronkelijke instelling,
die voordat de V-LINK functie ingeschakeld werd.
NOTE
Zie voor meer informatie over het verwisselen van
videobeelden de handleiding van het verbonden apparaat.
U kunt de volgende procedure ook gebruiken om de V-LINK
functie in te schakelen.
1. Houd de Composer [Reset] knop ingedrukt en
druk op de Upper Organ [Full] knop of de Upper
Organ [Jazz] knop.
Door op de Upper Organ [Full] knop te drukken, terwijl
u de Composer [Reset] knop ingedrukt houdt schakelt
het instrument naar ‘MODE 1’ (p. 182). Door op de
Upper Organ [Jazz] knop te drukken, terwijl u de
Composer [Reset] knop ingedrukt houdt schakelt het
instrument naar ‘MODE 1’ (p. 182).
het scherm verandert zoals hieronder wordt
weergegeven, en de AT-45 schakelt naar Image Control
mode.
De V-LINK functie wordt ingeschakeld, en het V-LINK
icoon verschijnt in het hoofdscherm.
2. Om de V-LINK functie uit te schakelen drukt u
weer op de Upper Organ [Full] knop of de Upper
Organ [Jazz] knop, terwijl u de Composer [Reset]
knop drukt.
Als u ‘MODE 1’ (p. 182) instelt, drukt u op de Upper
Organ [Full] knop, terwijl u de Composer [Reset]
ingedrukt houdt om de V-LINK functie uit te schakelen.
Als u ‘MODE 2’ (p. 182) instelt, drukt u op de Upper
Organ [Jazz] knop, terwijl u de Composer [Reset]
ingedrukt houdt om de V-LINK functie uit te schakelen.
Wanneer V-LINK op ‘MODE 1’ staat
Wanneer een registratieknop wordt ingedrukt,
worden ‘Bank Select’ en ‘Program Change Number’
instellingen via de MIDI Out aansluiting als video
control opdracht verstuurd. In deze situatie wordt de
Control MIDI Transmit kanaalinstelling genegeerd en
worden de opdrachten via kanaal 16 verstuurd.
Wanneer V-LINK op ‘MODE 2’ staat
Naast de functies van ‘MODE 1’, stelt ‘MODE 2’ het
apparaat ook in om ‘Note opdrachten’ te versturen als
video control opdrachten van de MIDI Out
aansluiting wanneer u op een van de meest rechtse
toetsen op het onderste keyboard drukt.
In dit geval worden de Lower en Solo MIDI
verzendkanaalinstellingen genegeerd, en worden de
opdrachten verstuurd via kanaal 16.
NOTE
Het MIDI verzendkanaal voor video control
opdrachten wordt ingesteld op kanaal 16.
184
Hoofdstuk 11 Externe apparaten aansluiten
Namen en functies van jacks en aansluitingen
De functies van de jacks op de onderkant van het keyboard worden hieronder beschreven
Achterpaneell
1. Input L (mono)/R jacks
Met deze jack kunt u andere geluidsproducerende
apparaten of audioapparatuur aansluiten en geluiden
van andere apparaten via de speakers van de AT-45
afspelen.
2. Output L (mono)/R jacks
Hiermee versterkt u het geluid als u speakers of andere
audioapparatuur op deze jacks aansluit. U kunt ook een
cassetterecorder aansluiten om uw uitvoeringen op te
nemen.
3. Stroom
Sluit de meegeleverde stroomkabel hierop aan (p. 17).
Onderpaneel
4. Phones jacks p. 18
5. MIDI In/Out aansluitingen
U kunt externe MIDI apparaten op de AT-45 aansluiten
en uitvoeringsdata uitwisselen.
6. LCD contrast knop
Stel de helderheid van het touch scherm in.
7. Mic In jack p. 18
8. Mic Echo knop p. 18
9. Mic Volume knop p. 18
1 23
987
4 65
185
Hoofdstuk 11 Externe apparaten aansluiten
Aansluiten op
audioapparatuur
Wanneer u de AT-45 aansluit op audioapparatuur kunt u de
geluiden van de AT-45 afspelen met de speakers van de
aangesloten audioapparatuur of uw uitvoeringen opnemen
op een tape recorder of ander opnameapparaten.
Wanneer u apparaten aansluit dient u een kabel te gebruiken
met een standaard phone plug, zoals de PCS-100PW (apart
verkrijgbaar). Wanneer u een kabel aanschaft dient u de
verkoper te raadplegen waar u de AT-45 heeft aangeschaft.
Aansluitingen
Output jacks
U kunt een audioinstallatie aansluiten door geluidskabels
(los verkocht) te gebruiken en de geluiden van de AT-15 via
de speakers van de aangesloten audio installatie afspelen of
uw songs op een cassetterecorder of een ander
opnametoestel opnemen.
Als de uitgang van het aangesloten toestel mono is moet u de
L-jack (mono) gebruiken.
fig.
Input jacks
U kunt andere muziek- of elektronisch instrumenten
aansluiten door geluidskabels (los verkocht) te gebruiken en
het geluid van het aangesloten apparaat via de speakers van
de AT-15 afspelen.
Als de input van het aangesloten toestel mono is, moet u de
L-jack (mono) gebruiken.
fig.
Het maken van de aansluitingen
Wanneer u apparaten aansluit dient u de verschillende
apparaten in de voorgeschreven volgorde aan te zetten. Als u
deze stappen in een verkeerde volgorde uitvoert riskeert u
storingen en/of schade aan speakers of andere apparaten.
Geluiden van de AT-45 op de speakers van
audioapparatuur afspelen of het opnemen
van uw uitvoeringen op een opnameapparaat
1. Zet het volume op de AT-45 en op het apparaat
dat u wilt aansluiten zo laag mogelijk.
2. Schakel de AT-15 en alle andere aangesloten
apparaten uit.
3. Sluit de AT-15 en de andere apparaten op elkaar
aan met behulp van geluidskabels (los verkocht).
4. Zet de AT-45 aan.
5. Zet het aangesloten apparaat aan.
6. Pas het volume op de AT-45 en het aangesloten
apparaat aan.
AT-45 uitvoeringen opnemen op een extern
apparaat
7. Start het opnemen met het verbonden apparaat.
8. Bespeel het keyboard.
9. Wanneer de uitvoering eindigt stopt u het
opnemen op het aangesloten apparaat.
Geluiden van audioapparaten afspelen op de
speakers van de AT-45
1. Zet het volume op de AT-45 en op het apparaat
dat u wilt aansluiten zo laag mogelijk.
2. Schakel de AT-15 en alle andere aangesloten
apparaten uit.
3. Sluit de AT-15 en de andere apparaten op elkaar
aan met behulp van geluidskabels (los verkocht).
4. Zet het aangesloten apparaat aan.
5. Zet de AT-45 aan.
6. Pas het volume op de AT-45 en het aangesloten
apparaat aan.
Zet na gebruik de apparaten volgens onderstaande
procedure uit.
1. Zet het volume op de AT-45 en het aangesloten
apparaat zo laag mogelijk.
2. Zet het aangesloten apparaat uit.
3. Zet de AT-45 uit.
186
Hoofdstuk 11 Externe apparaten aansluiten
MIDI apparaten aansluiten
Door een extern MIDI apparaat aan te sluiten en
uitvoeringsdata uit te wisselen, kunt u de uitvoeringen op
een apparaat vanaf het andere besturen. U kunt bijvoorbeeld
geluid via het andere instrument laten horen of van tonen
wisselen op het andere instrument.
Wat is MIDI?
MIDI staat voor ‘Musical Instrument Digital Interface’, en is
een internationale standaard voor het uitwisselen van
gegevens en andere informatie tussen elektronische
instrumenten en computers.
De AT-45 is uitgerust met MIDI aansluitingen om gegevens
van muziekstukken met externe apparaten uit te wisselen.
Deze aansluitingen kunnen worden gebruikt om de AT-15
op een extern apparaat aan te sluiten voor nog meer
mogelijkheden.
Over MIDI aansluitingen
De AT-15 heeft twee soorten MIDI aansluitingen.
Het aansluiten van deze MIDI aansluitingen op een MIDI
Instrument maakt het mogelijk om deze twee instrumenten
met elkaar te laten werken.
U kunt bijvoorbeeld geluid van het andere instrument laten
horen of van toon en klank wisselen.
U dient indien nodig ook het MIDI verzendkanaal in te
stellen.
fig.
MIDI out aansluiting
De noten, die op het toetsenbord worden gespeeld,
bewegingen van het demperpedaal, expressiegegevens en
gegevens die aangeven dat een registratie [1]-[8] knop wordt
ingedrukt, worden doorgegeven naar de externe MIDI
aansluiting. De Solo klank wordt alleen verzonden als de
Solo [To Lower] knop op ON staat.
MIDI IN aansluiting
Berichten van een extern MIDI apparaat worden hier
ontvangen.
Deze inkomende berichten kunnen het ontvangende MIDI
apparaat instrueren om geluiden te spelen of te wisselen van
klanken.
De AT-45 bevat twee geluidsgeneratoren: één
geluidsgenerator voor het toetsenbord en één GS
geluidsgenerator (p. 213). Normaalgesproken worden de
muziekgegevens van een extern apparaat naar de MIDI
aansluiting naar de GS geluidsgenerator gestuurd, maar u
kunt ook de ‘MIDI IN Mode’ parameter instellen (p. 179),
zodat de geluidsgenerator van het toetsenbord bestuurd kan
worden.
Aansluitingen maken
NOTE
Wanneer u apparaten aansluit dient u de verschillende
apparaten in de voorgeschreven volgorde aan te zetten. Als u
deze stappen in een verkeerde volgorde uitvoert riskeert u
storingen en/of schade aan speakers of andere apparaten.
1. Zet het volume van de AT-45 en het aan te sluiten
apparaat zo laag mogelijk.
2. Schakel de AT-15 en andere aangesloten
apparaten uit.
3. Gebruik een MIDI kabel (apart verkrijgbaar) om
de MIDI aansluiting van een extern instrument
aan te sluiten op de MIDI aansluiting van de AT-
45.
4. Zet de AT-45 en het externe MIDI apparaat aan.
5. Stel het volume op de AT-45 en het aangesloten
apparaat bij.
6. U dient ook het MIDI verzendkanaal in te stellen
(p. 180).
Er is ook een losse publicatie verkrijgbaar, die ‘MIDI
Implementation’ heet. Het verschaft u de volledige details
betreffende de manier, waarop MIDI op dit apparaat is
geïmplementeerd. Mocht u deze publicatie nodig hebben
(zoals wanneer u van plan bent om byte-level
programmering uit te voeren), neem dan contact op met het
dichtstbijzijnde Roland Service Center of geautoriseerd
Roland distributeur.
187
Hoofdstuk 11 Externe apparaten aansluiten
Een computer aansluiten
U kunt de MIDI aansluiting van de AT-45 verbinden met de
computer via een Roland UM-1 of soortgelijke MIDI interface
(apart verkrijgbaar).
Als de AT-45 op een computer is aangesloten, waarop
sequencer software zoals EDIROL’s ‘Visual MT’ is
geïnstalleerd, kunt u een opgenomen song van de AT-45 op
de computer opslaan.
Voorbeeldaansluitingen
NOTE
Wanneer u apparaten aansluit dient u de verschillende
apparaten in de voorgeschreven volgorde aan te zetten. Als u
deze stappen in een verkeerde volgorde uitvoert riskeert u
storingen en/of schade aan speakers of andere apparaten.
* *Om verbinding met de computer te maken moet u de ‘MIDI
driver’ software op de computer installeren. Zie voor meer
informatie de handleiding van uw MIDI interface.
Gebruik een USB MIDI interface kabel om de USB
aansluiting van uw computer aan te sluiten op de MIDI
aansluitingen van de AT-45.
MIDI OUTMIDI IN
Onderkant van de AT-45
UM-1 etc.
Computer
USB aansluiting
van uw computer
188
Probleemoplossing
Als de AT-45 niet zoals verwacht functioneert, dient u eerst de volgende tabel te raadplegen. Als dit het
probleem niet verhelpt kunt u contact opnemen met uw verkooppunt of het dichtstbijzijnde Roland
Service Center.
Probleem Controleer Oplossing Pag.
Als u op de [Power On] drukt,
gaat het apparaat niet aan.
De stroomdraad is niet juist
aangesloten.
Sluit de stroomdraad correct aan.
p. 17
Er klinkt geen geluid.
De [Master Volume] knop is te laag
ingesteld.
Draai de [Master Volume] knop naar
‘Max’.
p. 17
De koptelefoon is aangesloten.
Als de koptelefoon is aangesloten,
klinkt er alleen geluid uit de
koptelefoon.
Als u wilt dat geluid uitgevoerd
wordt vanaf de speakers, koppelt u
de koptelefoon los.
p. 18
De plug zit in de koptelefoon jack. Haal de plug uit de jack van de
koptelefoon.
p. 18
Het volume is te laag ingesteld met
de Level [] [] knoppen.
Druk op de Level [][] knoppen
om het volume te verhogen.
p. 44
Het volume van het expressiepedaal
staat te laag ingesteld
Druk het expressiepedaal naar
voren.
p. 107
U heeft geen klank geselecteerd.
Klanken waarvan de knop indicator
brandt kunnen gespeeld worden.
Druk op een voice knop om een
klank te selecteren.
p. 34
Er klinkt geen geluid (vanaf
het onderste keyboard).
Er zijn Drums/SFX geselecteerd
voor het onderste keyboard, maar u
bespeelt een toets waaraan geen
drumgeluid is toegewezen.
Zet de Drums/SFX uit of bespeel
toetsen waaraan drumgeluiden zijn
toegewezen.
p. 48
Er klinkt geen geluid
(wanneer een MIDI Instrument
is aangesloten).
De stroom van het aangesloten
instrument is niet ingeschakeld
Gebruik de correcte procedure om
de stroom van de verbonden externe
apparaten in te schakelen.
p. 185
p. 187
Het demperpedaal werkt niet.
Het demperpedaal beïnvloedt alleen
het onderste en bovenste keyboard.
Het demperpedaal beïnvloedt het
Bass pedaalbord niet.
U kunt de instellingen veranderen,
zodat het demperpedaal van
toepassing is op het bovenste
keyboard.
p. 171
Het demperpedaal beïnvloedt de
Solo klank niet.
Dit is geen storing.
- - -
Het expressiepedaal werkt
niet.
De functie van het Expressiepedaal
tijdens het opnemen of de functie
tijdens het afspelen is op
‘COMPOSER’ ingesteld.
Stel de functie van het
expressiepedaal tijdens het opnemen
in op ‘PEDAL’, en tijdens het
afspelen op ‘PEDAL’ of
‘PEDAL+COMPOSER’.
p. 170
U kunt de functie, die is
toegewezen aan de
voetschakelaar, niet
gebruiken.
Als de ‘Regist Shift’ (verander
registratie) instelling op ‘RIGHT’,
‘LEFT’ of ‘RIGHT + Load Next’ is
ingesteld, is de voetschakelaar
gereserveerd voor het wisselen van
registraties.
Zet ‘Regist Shift’ uit.
p. 106
Als de menselijke klank ‘Jazz
Scat’ is geselecteerd,
verandert de dynamiek in het
geluid niet.
De ‘Initial Touch’ instelling staat op
OFF.
Zet ‘Initial Touch’ aan.
p. 169
189
Probleemoplossing
Het rotary effect wordt niet
toegepast.
Op sommige geluiden kan het
rotatry effect niet worden toegepast
Dit is geen storing.
- - -
Het chorus effect wordt niet
toegepast.
Op sommige geluiden kan het
chrous effect niet worden toegepast
Dit is geen storing.
- - -
Wanneer u uw vingers van
toetsen van het onderste
keyboard afhaalt, terwijl de
Automatische begeleiding en
het ritme spelen, stopt de
Automatisch begeleiding.
Chord Hold staat op OFF. Zet ‘Chord Hold’ aan.
De Automatisch begeleiding zal
afspelen wanneer u een akkoord
aanslaat. Als Chord Hold op ON
staat, zal de Automatisch
begeleiding samen met het ritme
blijven spelen, zelfs nadat u uw hand
van het toetsenbord heeft gehaald.
p. 172
Wanneer u uw vingers van
toetsen van het onderste
keyboard afhaalt blijven de
noten klinken.
De Lower Voice [Hold] klank staat
op ON.
Druk op de Lower Voice [Hold]
knop om deze uit te schakelen
(gedoofd).
p. 50
Er klinken meerdere noten,
terwijl u op slechts één toets
drukt.
Harmony Intelligence staat op ON. Zet ‘Harmony Intelligence’ uit. p. 109
Chord Intelligence staat op ON. Zet ‘Chord Intelligence’ uit.
p. 60
Er klinkt geluid wanneer u een
toets loslaat.
U heeft een ‘Marimba Treml’ geluid
geselecteerd.
Dit is geen storing.
Als u een ‘Marimba Treml’ geluid
selecteert, wordt er ook een geluid
geproduceerd wanneer u uw vinger
van de toets haalt.
- - -
Automatische begeleiding
klinkt vreemd.
De toetsen voor een akkoord zijn niet
tegelijkertijd ingedrukt.
Zet de Chord Intelligence functie aan
of sla het akkoord correct aan.
p. 60
Wanneer Chord Intelligence op OFF
staat heeft u het akkoord niet correct
aangeslagen.
Zet de Chord Intelligence functie aan
of sla het akkoord correct aan.
p. 60
Wanneer uitvoeringsdata van een
ander apparaat samen met de
Automatisch begeleiding wordt
afgespeeld, kan de Automatisch
begeleiding soms niet correct
worden afgespeeld.
Dit is geen storing.
- - -
Het ritme klinkt vreemd.
Wanneer uitvoeringsdata van een
ander apparaat samen met de
Automatisch begeleiding wordt
afgespeeld, kan de
ritmeperformance soms niet correct
worden afgespeeld.
Dit is geen storing.
- - -
De toonhoogte klopt niet
Transpose wordt toegepast. Druk tegelijk op de Transpose [-][+]
knoppen om het transponeren te
stoppen (de indicators van de
‘Transpose [-][+] knoppen doven).
p. 102
Het apparaat is verkeerd gesteld. Stel de standaard toonhoogte in. p. 178
U speelt toetsen buiten het
aangeraden bereik, terwijl octave
shift is ingesteld.
Stel de Octave Shift instelling bij.
p. 46
Probleem Controleer Oplossing Pag.
190
Probleemoplossing
Opnemen is niet mogelijk.
Als u een opgenomen track wilt
verwijderen en dan opnieuw wilt
opnemen, drukt u op de track knop
voor de gewenste track, zodat die
knop gaat knipperen voordat u met
opnemen begint.
Druk voordat u begint met op de
track knop voor het gewenste track
om de indicator van die knop te laten
knipperen.
p. 140
Als u een opgenomen track wilt
verwijderen en dan opnieuw wilt
opnemen, drukt u op de track knop
voor de gewenste track in het Rec/
Play scherm, waardoor de knop
stopt met knipperen.
Druk voordat u gaat opnemen op het
Rec/Play scherm op de track knop
voor de gewenste track, zodat de
indicator van die knop gaat
knipperen.
p. 140
De opgenomen uitvoering is
verdwenen.
Een uitvoering die opgenomen is
wordt verwijderd wanneer de
stroom uitgeschakeld wordt.
Een uitvoering kan niet hersteld
worden nadat deze gewist is, dus sla
ze altijd op diskette op voordat u de
stroom uitschakelt.
p. 143
De basnoot van automatische
begeleiding klinkt niet.
Wanneer er een klank geselecteerd is
voor het Pedal Bass Part, klinkt de
bas van de Automatische
begeleiding niet.
Dit is geen storing.
- - -
Toen u een ritme startte met
een intro klonk het ritme niet.
Sommige ritmes hebben geen ritme
geluiden in het intro.
Dit is geen storing.
- - -
Het geluid is vervormd/
gebroken.
Het Part Balance volume van elke
Part is te hoog.
Druk op de Part Balance knop om
het volume te verlagen.
p. 44
Het Reverb volume is verhoogd,
terwijl het volume van elke Part
Balance knop al verhoogd is.
Verlaag het Reverb volume of stel de
Part Balance van elke Part bij.
p. 44
p. 118
De [Master Volume] knop is
gebruikt om het volume excessief
hoog te zetten.
Gebruik de [Master Volume] knop
om het algehele volume bij te stellen.
p. 17
Sommige toetsen (van
bepaalde toetsenbord Parts)
klinken raar.
U speelt noten buiten het
aangeraden bereik van de klank.
Dit is geen storing.
- - -
Het ritme verandert niet als u
op de registratieknoppen
drukt
De instellingen waarmee registraties
opgeroepen worden (Registration
Arranger Update) is op ‘DELAYED’
ingesteld.
Zet de timing waarop de arranger
instellingen opgeroepen worden
(Registration Arranger Update) op
‘INSTANT’.
p. 82
p. 174
Het volume verandert tijdens
het afspelen van
uitvoeringsdata
Wanneer het opnemen herhaaldelijk
uitgevoerd wordt, terwijl het Part
Balance volume wordt veranderd,
blijft de eerder opgenomen Part
Balance data bestaan in de Control
track.
Als u de volumeveranderingen wilt
verwijderen gebruikt u de Erase
functie om de Part Balance data te
verwijderen.
p. 153
De bas klinkt hoewel u niet
het bas pedaalbord bespeelt
De Pedal [To Lower] knop staat op
ON. Wanneer de Pedal [To Lower]
knop op ON staat, klinkt de bas door
het onderste keyboard.
Druk in de Pedal Part op de Pedal
[To Lower] knop om de knop uit te
schakelen (gedoofd).
p. 127
Probleem Controleer Oplossing Pag.
191
Probleemoplossing
Terwijl u hetzelfde geluid op
het onderste en bovenste
toetsenbord speelt, is het
volume anders
Op een van de keyboard is ‘Initial
Touch’ ingeschakeld.
Zet de Initial Touch instellingen van
het bovenste keyboard en het
onderste keyboard allebei op On of
allebei op Off.
p. 169
Het onderste keyboard klinkt
niet
Het onderste keyboard produceert
geen geluid tijdens het afspelen van
een Intro of Ending.
Dit is geen storing.
- - -
Het geluid wordt niet correct
afgespeeld
Als u eenzelfde type geluiden in
lagen zet (bijvoorbeeld Strings 1 en
Strings 5) of een orgelgeluid met een
octave shift afspeelt, kan de timing
waarop u een noot afspeelt of de
faserelatie tussen de geluiden de
manier beïnvloeden waarop
sommige geluiden klinken. Dit is
geen storing.
U plaatst geluiden van hetzelfde
type in lagen (bijvoorbeeld Strings 1
en Strings 5). Anderzijds speelt u een
orgelgeluid met Octave Shift.
Dit is geen storing.
- - -
U kunt de demo songs niet
afspelen
Er zit een diskette in de drive. Om de demo song af te spelen moet
u de diskette verwijderen uit de
drive.
p. 66
Er verschijnt niets op het
scherm.
De AT-45 gebruikt een vloeibaar
kristal scherm. Tekst kan niet goed
worden weergegeven wanneer de
omgevingstemperatuur onder het
vriespunt is.
Stel de helderheid van het scherm in.
p. 184
Songteksten worden niet
correct op het scherm
weergegeven.
Bij sommige muziekbestanden
worden de songteksten niet correct
weergegeven.
Dit is geen storing.
- - -
In het Notation scherm kunnen
sommige songteksten of noten
reiken tot buiten het scherm, en
kunnen dus niet weergegeven
worden.
Dit is geen storing.
- - -
Een knop is ingedrukt tijdens het
weergeven van de songteksten.
Tijdens het weergeven van
songteksten kunt u naar een ander
scherm gaan als u op een knop
drukt.
Als u de songteksten weer wilt
weergeven drukt u op <Play> op het
Rec/Play scherm.
p. 128
Het Touch Screen reageert
niet correct.
De positionering van het Touch
Screen kan misplaatst worden als er
enige tijd verstreken is.
Calibreer het Touch Screen.
p. 181
Sommige instrumenten
klinken niet tijdens het
afspelen van een song.
De track is stilgezet. Zet track muting uit.
p. 132
p. 133
Kan de Chord Intelligence
functie niet gebruiken.
Chord Intelligence staat op OFF. Zet ‘Chord Intelligence’ aan.
p. 60
Probleem Controleer Oplossing Pag.
192
Probleemoplossing
Notatie wordt niet correct op
het scherm weergegeven.
In het Notation scherm kunnen
sommige songteksten of noten
reiken tot buiten het scherm, en
kunnen dus niet weergegeven
worden.
Dit is geen storing.
- - -
De notatie weergave functie is
ongeschikt voor het weergeven van
ingewikkelde en complexe werken
die accurate notatie vereisen.
Dit is geen storing.
p. 136
Als u een Part selecteert die geen
uitvoeringsdata bevat worden de
noten niet in de notatie
weergegeven.
Verander de weergegeven Part.
p. 135
Er staan verticale lijnen op het
scherm.
Dit is toe te wijten aan het ontwerp
van een vloeibaar kristal scherm, en
is geen storing.
Het bijstellen van het scherm kan
zulke lijnen minder zichtbaar
maken, dus u kunt proberen dit aan
te passen.
p. 184
Het basbereik klinkt vreemd
of er klinkt een vibrerende
resonantie.
Het spelen op luide volumes kan
ervoor zorgen dat instrumenten die
dichtbij de AT-45 staan gaan
resoneren. Resonantie kan ook
optreden bij fluorescerende
lichtbuizen, glazen deuren, en
andere objecten. Dit probleem komt
vaker voor wanneer het
bascomponent toeneemt, en
wanneer het geluid luider wordt
afgespeeld.
Neem de volgende maatregelen om
zulke resonantie tegen te gaan.
Plaats speakers, zodat ze 10-15
centimeter van muren en andere
oppervlakken verwijderd zijn.
Verlaag het volume.
Plaats de speakers verder weg van
resonerende objecten.
- - -
Wanneer u door koptelefoons
luistert:
Hier is een andere oorzaak (zoals
resonantie die de AT-45 zelf
produceert) aan de orde.
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde
Roland Service Center.
- - -
Het volume van het op de AT-
45 aangesloten instrument is
te laag.
Gebruikt u een verbindingskabel die
een weerstand bevat?
Gebruik een kabel die geen
weerstand bevat.
p. 185
Het geluid kraakt wanneer u
op het expressiepedaal drukt
tijdens het afspelen van
Atelier uitvoeringsdata.
De functie van het expressiepedaal
wordt op ‘PEDAL+COMPOSER’
gezet tijdens het afspelen van Atelier
uitvoeringsdata.
Wanneer deze instelling gebruikt
wordt, zorgt het bewegen van het
expressiepedaal tijdens het afspelen
van Atelier uitvoeringsdata ervoor
dat er een verschil ontstaat tuisen de
informatie van het expressiepedaal
in de uitvoeringsdata en het volume
dat u met het expressiepedaal instelt,
wat dit geluid tot gevolg heeft.
Zet de functie van het
expressiepedaal tijdens het afspelen
op ‘PEDAL’.
p. 171
Probleem Controleer Oplossing Pag.
193
Probleemoplossing
Het tempo verandert niet,
zelfs na het opnieuw
selecteren van het brontempo
(wanneer u ritmes corrigeert
met de Rhythm Customize
functie).
Auto Std Tempo (Auto Standard
Tempo) staat op OFF.
Wanneer u van ritme wisselt, terwijl
het ritme gestopt is, wordt het tempo
automatisch ingesteld op het nieuwe
ritme. De tempo instelling wordt
niet automatisch ingesteld, zelfs niet
wanneer u van ritme wisselt, terwijl
het ritme gestopt is.
Zet ‘Auto Std Tempo’ aan.
p. 173
Kan gecreëerd ritme niet in
het gebruikersgeheugen
opslaan.
‘Memory Full’ verschijnt op het
scherm.
Het beschikbare geheugen in de AT-
45 is niet voldoende.
Het beschikbare geheugen in de AT-
45 is niet voldoende.
Verwijder eerst andere ritmes uit het
gebruikersgeheugen, en sla het
gecreëerde ritme daarna op in het
gebruikersgeheugen.
p. 77
p. 168
Er klinkt geen geluid van de
twaalf toetsen aan de
rechterkant van het onderste
keyboard.
De V-LINK functie staat op Mode 2
ingesteld. Wanneer V-LINK op
Mode 2 staat, wordt de groep van
twaalf toetsen uiterst rechts op het
onderste keyboard gebruikt voor het
besturen van videobeelden.
Hierdoor worden er geen geluiden
afgespeeld wanneer u op deze
toetsen drukt.
Zet V-LINK uit of zet V-LINK op
Mode 1.
p. 182
Probleem Controleer Oplossing Pag.
194
Foutmeldingen
Foutmelding Betekenis
Copy Protected.
Can’t Save
Dit muziekbestand kan niet worden opgeslagen als SMF formaat om auteursrechten te
beschermen.
Can’t Save
This Song.
U kunt de muziekgegevens alleen afspelen. Ze kunnen niet op diskette of in het intern
geheugen worden opgeslagen.
Write Protected
Disk
Het beschermhoekje op de diskette staat op de beschermpositie ingesteld.
Zet het om naar de schrijfpositie en herhaal de procedure.
Master Disk
Deze diskette kan het format niet opslaan of gegevens opslaan. Plaats een andere diskette
en herhaal de procedure.
Read Only Song.
Can’t Save
Op deze diskette kan geen nieuwe song worden opgeslagen.
No Disk
Er zit geen diskette in de diskdrive. Plaats de diskette op de juiste manier en herhaal de
procedure.
Disk Full
Er is niet genoeg ruimte over op de diskette om de gegevens op te slaan. Sla de gegevens
op een andere diskette op.
Unknown Disk
De diskette in de diskdrive kan niet worden gelezen.
Formatteer de diskette.
Disk Ejected De diskette is verwijderd uit de diskdrive, terwijl deze bezig was te laden of te schrijven.
Damaged Disk
Deze diskette is beschadigd en kan niet worden gebruikt. Plaats een andere diskette en
herhaal de procedure.
Can’t Read Dit nummer kan niet worden gelezen.
Can’t Play
De diskette kan niet snel genoeg worden gelezen. Druk op de [Reset] knop en druk dan op
de [Play/Stop] knop om het nummer af te spelen.
Memory Full
Er zijn erg veel ritme gegevens en, deze kunnen niet worden geladen.
Er zijn erg veel song gegevens, en deze kunnen niet worden geladen.
Opnemen is niet mogelijk, omdat het interne geheugen vol is.
MIDI Buffer Full
De AT-45 kan de grote hoeveelheid MIDI gegevens, verzonden door het externe MIDI
apparaat, niet verwerken. Verminder de hoeveelheid MIDI gegevens, die naar de AT-45
gestuurd worden.
Communication
Error
Er is een MIDI kabel niet goed aangesloten. Sluit deze op de juiste manier aan.
Memory Error Er is iets mis met het systeem. Herhaal de procedure vanaf het begin.
195
Foutmeldingen
Foutmelding Betekenis
Internal Memory
Near Limit
De AT-45 waarschuwt dat het geheugen snel zijn maximale capaciteit zal bereiken,
waardoor er niet veel meer opgenomen kan worden.
Clear Song OK?
Om de procedure uit te voeren, moet u eerst song gegevens wissen. Deze boodschap vraagt
om bevestiging. Druk op <OK> op het scherm om de gegevens te wissen.
Als u deze niet wilt wissen, drukt u op <Cancel> en daarna slaat u de gegevens op diskette
op.
Overwrite Regist
OK?
Deze registratie wordt al gebruikt. Om de eerder opgeslagen registratiegegevens in dit
geheugen te overschrijven, drukt u op <OK>. Als u besluit, dat u de eerdere registratie in
dit geheugen wilt behouden, selecteert u een nummer waar ‘- - -’ wordt afgebeeld, en sla
de gegevens dan op.
Overwrite Song
OK?
Er staan al song gegevens met dezelfde naam op de diskette. Druk op <OK> om de
bestaande gegevens te vervangen door nieuwe. Om het als een apart nieuw bestand op te
slaan, drukt u eerst op<Cancel>. Na het veranderen van de naam slaat u het op diskette op.
Overwrite Rhythm
OK?
Overschrijf het interne ritme.
Om het ritme te vervangen drukt u op <OK>. Wanneer u het niet wilt overschrijven, drukt
u op <Cancel> en selecteert u een ander ritme.
Delete Song
OK?
Verwijder de song op de diskette.
Om de song te wissen, drukt u op <OK>. Als u deze niet wilt wissen, drukt u op <Cancel>.
Delete Rhythm
OK?
Verwijder het ritme.
Om het ritme te verwijderen, drukt u op <OK>. Als u het niet wilt verwijderen, drukt u op
<Cancel>.
196
*1 : Rotary: effectief, Chorus : niet effectief *2 : Vibrato : effectief : Actieve expressie
Klankenlijst
Organ
Full Organ1 *1
Full Organ2 *1
Full Organ3 *1
Full Organ4 *1
Full Organ5 *1
Full Organ6 *1
Full Organ7 *1
Ballad Organ *1
Jazz Organ1 *1
Jazz Organ2 *1
Jazz Organ3 *1
Jazz Organ4 *1
Jazz Organ5 *1
Jazz Organ6 *1
ComboJazzOrg *1
Rock Organ1
Rock Organ2
Lower Organ1 *1
Lower Organ2 *1
Lower Organ3 *1
Lower Organ4 *1
Lower Organ5 *1
Lower Organ6 *1
Manual Bass *1
Pipe Organ1
Pipe Organ2
Pipe Organ3
Pipe Organ4
Pipe Organ5
Pipe Organ6
Pipe Organ7
AEx PipeOrg
Diapason 8'
FluteCeleste
Tibia 8' *2
Theater Or.1 *2
Theater Or.2 *2
Theater Or.3 *2
Theater Or.4 *2
Theater Or.5 *2
Theater Or.6 *2
Synth. Org.1 *2
Synth. Org.2
Synth. Org.3 *2
Pop. Organ1 *1
Pop. Organ2 *1
Org. Attack1
Org. Attack3
Org. Click
Strings
Orch.Str.Ens
Strings1
Strings2
Strings5
Strings6
Pizzicato *2
AEx Strings
Slow Str.1
Slow Str.2
Synth. Str.1
Synth. Str.2
Violin *2
AEx Violin *2
Viola *2
Cello *2
Human Voice
Jazz Scat *2
Jazz Doo *2
Jazz Doot *2
Jazz Dat *2
Jazz Bap *2
Jazz DowFall *2
Pop Voice *2
Classical
Gregorian
Choir
Synth. Choir
Piano
Grand Piano
Piano3
AEx PianoStr
Honky-tonk
StageE.Piano *2
E.Piano1
E.Piano2
E.Piano3
AEx EP+Str
Harpsichord
Clavi.
Guitar
Nylon-str.Gt *2
Ac.Gtr Sld *2
Steel-str.Gt *2
12str Guitar *2
Jazz Guitar *2
Clean Guitar *2
JC E.Guitar *2
Overdrive Gt *2
Hawaiian Gt. *2
Banjo *2
Mandolin
Harp *2
Koto *2
Shamisen *2
Sitar *2
Brass/Sax
BrassSect.1 *2
Orch.Tutti 1 *2
Orch.Brs Ens *2
Power Brass *2
Tp. Section *2
Fr.Horn Sect
Fr.HornSect2
Sax.Section *2
Sax.Section2 *2
Sax/Brass
Synth. Brass *2
Trumpet *2
Trumpet2 *2
Tp/Shake *2
Mute Trumpet *2
Flugel Horn *2
Trombone *2
F.Horn Solo1 *2
Soprano Sax *2
Soprano Sax2 *2
Alto Sax Ex *2
Alto Sax *2
197
Klankenlijst
*3: De geluiden klinken ook wanneer u uw vinger van de toets haalt.
Blow Sax *2
AEx AltoSax *2
Tenor Sax *2
Woodwinds
Flute *2
Flute3 *2
AEx Flute *2
Synth. Flute
Oboe *2
Bassoon *2
Clarinet *2
Clarinet2 *2
Shakuhachi *2
Pan Flute *2
Bagpipe *2
HumanWhistle *2
Lead/Pad
Synth. Lead1 *2
Synth. Lead2 *2
Synth. Lead3 *2
Synth. Lead4 *2
Synth. Pad1
Synth. Pad2
Sugar Key *2
Accordion
Bandoneon *2
Harmonica *2
Bass
Organ Bass1
Organ Bass2
Pipe Org. Bs
Bombarde
Str.Bass Pdl *2
String Bass *2
Bass+Cymbal *2
Contrabass1 *2
Contrabass2 *2
AEx Bs+Timp
Tuba
Tuba3 *2
E.Bass1
E.Bass2 *2
Synth. Bass1
Voice Thum *2
Percussion
Timpani
Crash Cymbal *2
Ride Cymbal
Snare Drum
Bass Drum
Triangle *2
Tambourine
Perc. Set1
Perc. Set2
Vibraphone *2
Glockenspiel
Celesta
Organ Harp
Tubular-bell
Marimba
MarimbaTreml *3
Xylophone
Steel Drums
Santur *2
Music Box *2
Vibra Bells *2
AEx
AEx PipeOrg
AEx Strings
AEx Violin *2
AEx PianoStr
AEx EP+Str
AEx AltoSax *2
AEx Flute *2
AEx Bs+Timp
De AEx klankgroep bestaat uit alle
AEx klanken uit de gehele
klankencollectie.
‘Active Expression klanken’ kunnen
toegewezen worden aan de [Others]
knop van de Upper Orchestral Part,
Lower Orchestral Part, en Solo Part.
Hoewel u een Active Expression klank
kunt selecteren met de [Others] knop
ook voor andere Parts kunt selecteren,
wordt er geen Active Expression effect
toegepast.
198
Drums/SFX Set Lijst
--- : geen geluid
[EXC] : klinkt niet tegelijk met andere percussie-instrumenten met hetzelfde nummer
33
35
34
39
40
41
43
45
47
42
44
46
36
38
37
87
88
84
86
85
51
52
53
55
57
59
54
56
58
48
50
49
63
64
65
67
69
71
66
68
70
60
62
61
75
76
77
79
81
83
78
80
82
72
74
73
C2
C3
C4
C5
89
91
93
95
90
92
94
96
97
C7
C6
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Std2 BD 2
Std2 BD 1
Rim Shot
Std2 SD 1
Hand Clap 1
Std2 SD 2
Lw Tom 2
Std2 CloseHH [EXC1]
Lw Tom 1
Std2 PedalHH [EXC1]
Md Tom 2
Std2 Open HH [EXC1]
Md Tom 1
Hi Tom 2
Crash Cym 1
Hi Tom 1
Ride Cym 1
China Cym
Ride Bell
Tambourine 1
Splash Cym
Cowbell
Crash Cym 2
Vibra-Slap 1
Ride Cym 2
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Cabasa
Maracas
ShortWhistle [EXC2]
Long Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
MuteTriangle [EXC5]
OpenTriangle [EXC5]
Shaker 1
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Std BD 2
Std BD 1
Rim Shot
Std SD 1
Hand Clap 1
Std SD 2
Lw Tom 2
Std Close HH [EXC1]
Lw Tom 1
Std Pedal HH [EXC1]
Md Tom 2
Std Open HH [EXC1]
Md Tom 1
Hi Tom 2
Crash Cym 1
Hi Tom 1
Ride Cym 1
China Cym
Ride Bell
Tambourine 1
Splash Cym
Cowbell
Crash Cym 2
Vibra-Slap 1
Ride Cym 2
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Cabasa
Maracas
ShortWhistle [EXC2]
Long Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
MuteTriangle [EXC5]
OpenTriangle [EXC5]
Shaker 1
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Std2 BD 1
Rm BD
Rim Shot
Rm SD 1
Hand Clap 1
Std2 SD 1
Rm2 Lw Tom 2
Std2 CloseHH [EXC1]
Rm2 Lw Tom 1
Std2 PedalHH [EXC1]
Rm2 Md Tom 2
Std2 Open HH [EXC1]
Rm2 Md Tom 1
Rm2 Hi Tom 2
Crash Cym 1
Rm2 Hi Tom 1
Ride Cym 1
China Cym
Ride Bell
Tambourine 1
Splash Cym
Cowbell
Crash Cym 2
Vibra-Slap 1
Ride Cym 2
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Cabasa
Maracas
ShortWhistle [EXC2]
Long Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
MuteTriangle [EXC5]
OpenTriangle [EXC5]
Shaker 1
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Std BD 2
Std BD 1
Rim Shot
Std SD 1
Hand Clap 1
Std SD 2
Rm Lw Tom 2
Std Close HH [EXC1]
Rm Lw Tom 1
Std Pedal HH [EXC1]
Rm Md Tom 2
Std Open HH [EXC1]
Rm Md Tom 1
Rm Hi Tom 2
Crash Cym 1
Rm Hi Tom 1
Ride Cym 1
China Cym
Ride Bell
Tambourine 1
Splash Cym
Cowbell
Crash Cym 2
Vibra-Slap 1
Ride Cym 2
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Cabasa
Maracas
ShortWhistle [EXC2]
Long Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
MuteTriangle [EXC5]
OpenTriangle [EXC5]
Shaker 1
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
STANDARD 2 ROOMSTANDARD
JAZZ
ROOM 2
199
Drums/SFX Set Lijst
--- : geen geluid
[EXC] : klinkt niet tegelijk met andere percussie-instrumenten met hetzelfde nummer
33
35
34
39
40
41
43
45
47
42
44
46
36
38
37
87
88
84
86
85
51
52
53
55
57
59
54
56
58
48
50
49
63
64
65
67
69
71
66
68
70
60
62
61
75
76
77
79
81
83
78
80
82
72
74
73
C2
C3
C4
C5
89
91
93
95
90
92
94
96C7
C6
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Std BD 2
Elec BD
Rim Shot
Elec SD
Hand Clap 1
Gated SD
Elec LwTom 2
Std Close HH [EXC1]
Elec LwTom 1
Std Pedal HH [EXC1]
Elec MdTom 2
Std Open HH [EXC1]
Elec MdTom 1
Elec HiTom 2
Crash Cym 1
Elec HiTom 1
Ride Cym 1
Reverse Cym
Ride Bell
Tambourine 1
Splash Cym
Cowbell
Crash Cym 2
Vibra-Slap 1
Ride Cym 2
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Cabasa
Maracas
ShortWhistle [EXC2]
Long Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
MuteTriangle [EXC5]
OpenTriangle [EXC5]
Shaker 1
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Std BD 2
Pwr BD
Rim Shot
Gated SD
Hand Clap 1
Std SD 2
Rm Lw Tom 2
Std Close HH [EXC1]
Rm Lw Tom 1
Std Pedal HH [EXC1]
Rm Md Tom 2
Std Open HH [EXC1]
Rm Md Tom 1
Rm Hi Tom 2
Crash Cym 1
Rm Hi Tom 1
Ride Cym 1
China Cym
Ride Bell
Tambourine 1
Splash Cym
Cowbell
Crash Cym 2
Vibra-Slap 1
Ride Cym 2
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Cabasa
Maracas
ShortWhistle [EXC2]
Long Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
MuteTriangle [EXC5]
OpenTriangle [EXC5]
Shaker 1
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Std2 BD 1
808 BD 2A
808 Rim Shot
909 SD
Hand Clap 1
Dnc SD 2B
808 LwTom 2
808CloseHH A [EXC1]
808 LwTom 1
808CloseHH B [EXC1]
808 MdTom 2
808 Open HH [EXC1]
808 MdTom 1
808 Hi Tom 2
808 Cym
808 Hi Tom 1
Ride Cym 1
China Cym
Ride Bell
Tambourine 1
Splash Cym
808 Cowbell
Crash Cym 2
Vibra-Slap 1
Ride Cym 2
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
808 Hi Conga
808 MdConga
808 LwConga
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Cabasa
808 Maracas
ShortWhistle [EXC2]
Long Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
808 Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
MuteTriangle [EXC5]
OpenTriangle [EXC5]
Shaker 1
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Std BD 2
808 BD 1
808 Rim Shot
808 SD
Hand Clap 1
Std SD 2
808 LwTom 2
808CloseHH A [EXC1]
808 LwTom 1
808CloseHH B [EXC1]
808 MdTom 2
808 Open HH [EXC1]
808 MdTom 1
808 Hi Tom 2
808 Cym
808 Hi Tom 1
Ride Cym 1
China Cym
Ride Bell
Tambourine 1
Splash Cym
808 Cowbell
Crash Cym 2
Vibra-Slap 1
Ride Cym 2
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
808 Hi Conga
808 MdConga
808 LwConga
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Cabasa
808 Maracas
ShortWhistle [EXC2]
Long Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
808 Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
MuteTriangle [EXC5]
OpenTriangle [EXC5]
Shaker 1
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
TR-808 DANCEELECTRONICPOWER
200
Drums/SFX Set Lijst
--- : geen geluid
[EXC] : klinkt niet tegelijk met andere percussie-instrumenten met hetzelfde nummer
33
35
34
39
40
41
43
45
47
42
44
46
36
38
37
87
88
84
86
85
51
52
53
55
57
59
54
56
58
48
50
49
63
64
65
67
69
71
66
68
70
60
62
61
75
76
77
79
81
83
78
80
82
72
74
73
C2
C3
C4
C5
89
91
93
95
90
92
94
96C7
C6
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Bsh BD 2
Std2 BD 1
Rim Shot
Bsh Tap
Bsh Slap
Bsh Sweep
Bsh Lw Tom 2
Std Close HH [EXC1]
Bsh Lw Tom 1
Std Pedal HH [EXC1]
Bsh Md Tom 2
Std Open HH [EXC1]
Bsh Md Tom 1
Bsh Hi Tom 2
Crash Cym 1
Bsh Hi Tom 1
Ride Cym 1
China Cym
Ride Bell
Tambourine 1
Splash Cym
Cowbell
Crash Cym 2
Vibra-Slap 1
Ride Cym 2
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Cabasa
Maracas
ShortWhistle [EXC2]
Long Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
MuteTriangle [EXC5]
OpenTriangle [EXC5]
Shaker 1
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Bsh BD 2
Bsh BD 1
Rim Shot
Bsh Tap
Bsh Slap
Bsh Sweep
Lw Tom 2
Std Close HH [EXC1]
Lw Tom 1
Std Pedal HH [EXC1]
Md Tom 2
Std Open HH [EXC1]
Md Tom 1
Hi Tom 2
Crash Cym 1
Hi Tom 1
Ride Cym 1
China Cym
Ride Bell
Tambourine 1
Splash Cym
Cowbell
Crash Cym 2
Vibra-Slap 1
Ride Cym 2
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Cabasa
Maracas
ShortWhistle [EXC2]
Long Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
MuteTriangle [EXC5]
OpenTriangle [EXC5]
Shaker 1
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
High Q
Slap
Scratch Push [EXC7]
Scratch Pull [EXC7]
Sticks
Square Click
Metronome Click
Metronome Bell
Guitar sliding Finger
Guitar cutting noise (down)
Guitar cutting noise (up)
String slap of double bass
Fl.Key Click
Laughing
Screaming
Punch
Heart Beat
Footsteps1
Footsteps2
Applause
Door Creaking
Door
Scratch
Wind Chimes
Car-Engine
Car-Stop
Car-Pass
Car-Crash
Siren
Train
Jetplane
Helicopter
Starship
Gun Shot
Machine Gun
Lasergun
Explosion
Dog
Horse-Gallop
Birds
Rain
Thunder
Wind
Seashore
Stream
Bubble
Cat
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Concert BD 2
Concert BD 1
Rim Shot
Concert SD A
Castanets
Concert SD B
Timpani F
Timpani F#
Timpani G
Timpani G#
Timpani A
Timpani A#
Timpani B
Timpani c
Timpani c#
Timpani d
Timpani d#
Timpani e
Timpani f
Tambourine 1
Splash Cym
Cowbell
ConcertCym 2
Vibra-Slap 1
ConcertCym 1
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Cabasa
Maracas
ShortWhistle [EXC2]
Long Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
MuteTriangle [EXC5]
OpenTriangle [EXC5]
Shaker 1
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
Applause
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
ORCHESTRA SOUND EFFECTBRUSH BRUSH 2
201
Instrumentenlijst (Rhythm Customize functie)
POP
PopCrashCym1
PopCrashCym2
Splash Cym
Pop ChinaCym
PopRideCym1A
Pop RideCym2
Pop RideBell
Cymbal Roll
Pop CloseHH1
Pop CloseHH2
Pop Pedal HH
Pop Open HH
Pop SD 1
Pop SD 2
Pop SD Flm B
Pop SD 3C
Pop SD 3D
Pop SD Flm A
R&B SD B
Rk SD 2A
Rk SD 2B
Jz SD C
Jz SD D
Rm SD 1
Rm SD 2
8850 SD 1
8850 SD 2
SD Roll
Pop Rim Shot
Rk Rim ShotB
Pop Hi Tom
Pop HiTomFlm
Pop Md Tom
Pop MdTomFlm
Pop Lw Tom
Pop LwTomFlm
Pop BD A
Pop BD B
Pop BD C
Rk BD 2
Jz BD 1
Hip BD 1
Std2 BD 2A
Std2 BD 2B
8850 BD 1
8850 BD 2
909 BD 1A
909 BD 1B
909 BD 2
Jungle BD A
Jungle BD B
Tambourine 2
BongoCowbelA
BongoCowbelB
ChaChaCowbel
Vibra-Slap 2
707 Claps
Hand Clap 1A
Hand Clap 1B
Hand Clap 2
Gospel Clap
FlamencClapL
FlamencClapR
Finger Snap
Hi Bongo 2
Hi BongoMute
Lw Bongo 2
Lw BongoMute
Hi CongaSlap
Hi Conga 2
Lw Conga 2
Hi Timbale 2
HiTimbaleFlm
Lw Timbale 2
LoTimbaleFlm
HiTimbalePhr
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Shaker 2
Shaker 3
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
Cana
Shekere 1
Shekere 2
Vox Afahhh B
Vox That B
Vox Aahhh B
R&B
PopCrashCym1
PopCrashCym2
Splash Cym
Pop ChinaCym
PopRideCym1A
PopRideCym1B
Pop RideBell
Cymbal Roll
Pop CloseHH1
Pop CloseHH2
Pop Pedal HH
Pop Open HH
R&B SD A
R&B SD B
Pop SD 3C
Pop SD 3D
Pop SD 3E
Pop SD Flm A
Pop SD Flm B
Rk SD 2A
Rk SD 2B
Jz SD C
Jz SD D
Rm SD 1
Rm SD 2
8850 SD 1
8850 SD 2
SD Roll
Pop Rim Shot
Rk Rim ShotB
Pop Hi Tom
Pop HiTomFlm
Pop Md Tom
Pop MdTomFlm
Pop Lw Tom
Pop LwTomFlm
Pop BD A
Pop BD B
Pop BD C
Rk BD 2
Jz BD 1
Hip BD 1
Std2 BD 2A
Std2 BD 2B
8850 BD 1
8850 BD 2
909 BD 1A
909 BD 1B
909 BD 2
Jungle BD A
Jungle BD B
Tambourine 2
BongoCowbelA
BongoCowbelB
ChaChaCowbel
Vibra-Slap 2
707 Claps
Hand Clap 1A
Hand Clap 1B
Hand Clap 2
Gospel Clap
FlamencClapL
FlamencClapR
Finger Snap
Hi Bongo 2
Hi BongoMute
Lw Bongo 2
Lw BongoMute
Hi CongaSlap
Hi Conga 2
Lw Conga 2
Hi Timbale 2
HiTimbaleFlm
Lw Timbale 2
LoTimbaleFlm
HiTimbalePhr
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Shaker 2
Shaker 3
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
Cana
Shekere 1
Shekere 2
Vox Afahhh B
Vox That B
Vox Aahhh B
202
Instrumentenlijst (Rhythm Customize functie)
ROCK
PopCrashCym1
Splash Cym
Pop ChinaCym
China Cym
Rk Ride Cym
PopRideCym1B
Pop RideBell
Cymbal Roll
Rk CloseHH 1
Rk CloseHH 2
Rk Pedal HH
Rk Open HH
Rk SD 1A
Rk SD 1B
Rk SD Flm
Pop SD 3A
Pop SD 3B
Pop SD 3C
Pop SD 3D
Pop SD Flm A
R&B SD B
Jz SD C
Jz SD D
Rm SD 1
Rm SD 2
8850 SD 1
8850 SD 2
SD Roll
Rk Rim ShotA
Rk Rim ShotB
Rk Hi Tom
Rk HiTom Flm
Rk Md Tom
Rk MdTom Flm
Rk Lw Tom
Rk LwTom Flm
Rk BD 1A
Rk BD 1B
Rk BD 2
Pop BD C
Jz BD 1
Hip BD 1
Std2 BD 2A
Std2 BD 2B
8850 BD 1
8850 BD 2
909 BD 1A
909 BD 1B
909 BD 2
Jungle BD A
Jungle BD B
Tambourine 2
BongoCowbelA
BongoCowbelB
ChaChaCowbel
Vibra-Slap 2
707 Claps
Hand Clap 1A
Hand Clap 1B
Hand Clap 2
Gospel Clap
FlamencClapL
FlamencClapR
Finger Snap
Hi Bongo 2
Hi BongoMute
Lw Bongo 2
Lw BongoMute
Hi CongaSlap
Hi Conga 2
Lw Conga 2
Hi Timbale 2
HiTimbaleFlm
Lw Timbale 2
LoTimbaleFlm
HiTimbalePhr
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Shaker 2
Shaker 3
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
Cana
Shekere 1
Shekere 2
Vox Afahhh B
Vox That B
Vox Aahhh B
JAZZ BRUSH
Jz CrashCym1
Jz CrashCym2
Splash Cym
Jz China Cym
Jz RideCym 1
Jz RideCym 2
Pop RideCym2
Cymbal Roll
Pop CloseHH1
Pop CloseHH2
Pop Pedal HH
Pop Open HH
Jz SD A
Jz SD B
Jz SD C
Jz SD D
Jz SD Sweep1
Jz SD Sweep2
Pop SD 3A
Pop SD 3B
Pop SD 3C
Pop SD 3D
Pop SD Flm A
R&B SD B
Rm SD 1
Rm SD 2
8850 SD 1
8850 SD 2
SD Roll
Rk Rim ShotB
Jz Hi Tom
Jz HiTom Flm
Jz Md Tom
Jz MdTom Flm
Jz Lw Tom
Jz LwTom Flm
Pop BD A
Pop BD B
Pop BD C
Rk BD 2
Jz BD 1
Hip BD 1
Std2 BD 2A
Std2 BD 2B
8850 BD 1
8850 BD 2
909 BD 1A
909 BD 1B
909 BD 2
Jungle BD A
Jungle BD B
Tambourine 2
BongoCowbelA
BongoCowbelB
ChaChaCowbel
Vibra-Slap 2
707 Claps
Hand Clap 1A
Hand Clap 1B
Hand Clap 2
Gospel Clap
FlamencClapL
FlamencClapR
Finger Snap
Hi Bongo 2
Hi BongoMute
Lw Bongo 2
Lw BongoMute
Hi CongaSlap
Hi Conga 2
Lw Conga 2
Hi Timbale 2
HiTimbaleFlm
Lw Timbale 2
LoTimbaleFlm
HiTimbalePhr
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Shaker 2
Shaker 3
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
Cana
Shekere 1
Shekere 2
Vox Afahhh B
Vox That B
Vox Aahhh B
203
Instrumentenlijst (Rhythm Customize functie)
HIP HOP
Crash Cym 1
Crash Cym 2
Splash Cym
Reverse Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
808CloseHH A
808CloseHH B
808 Open HH
Dnc SD 2A
Dnc SD 2B
Dnc SD 2C
Dnc SD 2D
Dnc SD 2E
Dnc SD 2F
Dnc SD 2G
Dnc SD 2H
Dnc SD 1A
Dnc SD 1B
Dnc SD 1C
Dnc SD 1D
Std SD 1A
Std SD 1B
Std SD 1C
Std SD 1D
Std SD 2A
Std SD 2B
Std2 SD 1
Rm SD 1A
Rm SD 1B
Rm SD 1C
Elec SD
808 SD A
808 SD B
808 SD C
909 SD A
909 SD B
909 SD C
909 SD D
909 SD E
909 SD F
Concert SD
SD Roll
808 Rim Shot
Sticks
Lw Tom 1
Lw Tom 2
Md Tom 1
Md Tom 2
Hi Tom 1
Hi Tom 2
808 BD 2A
808 BD 2B
808 BD 2C
808 BD 2D
808 BD 2E
808 BD 2F
808 BD 2G
808 BD 2H
808 BD 2I
808 BD 2J
808 BD 2K
808 BD 2L
808 BD 2M
808 BD 2N
808 BD 1
Hip BD2
Std BD 1
Std2 BD 1
Rm BD
Elec BD
TambourinShk
808 Cowbell
Vibra-Slap 1
Hand Clap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
808 Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
Applause
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Click2
Metro.Bell 1
Metro.Bell 2
Voice One
Voice Two
Voice Three
VOX DRUM
Vox Dut
Vox Dom
Vox Trush
Vox Hehho
Vox Doyear
Vox Thu
Vox That A
Vox That B
Vox Aahhh A
Vox Aahhh B
Vox Tu
Vox Dooh
Vox Ptu
Vox Down
Vox Pa
Vox Bom
Vox Toear
Vox Aahhu
Vox Toya
Vox Thuh
Vox Cheey
Vox Cymm
Vox Tub
Vox Pruru
Vox Tut
Vox Tyun
Vox Tdum
Vox Afahhh A
Vox Afahhh B
Cymbal Roll
Pop Pedal HH
Pop SD 3C
Pop SD 3D
Pop SD Flm A
R&B SD B
Rk SD 2A
Rk SD 2B
Jz SD C
Jz SD D
Rm SD 1
Rm SD 2
8850 SD 1
8850 SD 2
Rk Rim ShotB
Pop BD C
Rk BD 2
Jz BD 1
Hip BD 1
Vox Bum
Std2 BD 2
8850 BD 1
8850 BD 2
909 BD 1A
909 BD 1B
909 BD 2
Jungle BD A
Jungle BD B
BongoCowbelA
BongoCowbelB
707 Claps
Hand Clap 1A
Hand Clap 1B
Hand Clap 2
Gospel Clap
FlamencClapL
FlamencClapR
Finger Snap
Hi Bongo 2
Hi BongoMute
Lw Bongo 2
Lw BongoMute
Hi CongaSlap
Hi Conga 2
Lw Conga 2
Hi Timbale 2
HiTimbaleFlm
Lw Timbale 2
LoTimbaleFlm
HiTimbalePhr
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Shaker 2
Shaker 3
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
204
Instrumentenlijst (Rhythm Customize functie)
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
Cana
Shekere 1
Shekere 2
STANDARD
Crash Cym 1
Crash Cym 2
Splash Cym
China Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
Std Close HH
Std Pedal HH
Std Open HH
Std SD 1
Std SD 2
SD Roll
Rim Shot
Sticks
Hi Tom 1
Hi Tom 2
Md Tom 1
Md Tom 2
Lw Tom 1
Lw Tom 2
Std BD 1
Std BD 2
Tambourine 1
Cowbell
Vibra-Slap 1
Hand Clap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
STANDARD 2
Crash Cym 1
Crash Cym 2
Splash Cym
China Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
Std2 CloseHH
Std2 PedalHH
Std2 Open HH
Std2 SD 1
Std2 SD 2
SD Roll
Rim Shot
Sticks
Hi Tom 1
Hi Tom 2
Md Tom 1
Md Tom 2
Lw Tom 1
Lw Tom 2
Std2 BD 1
Std2 BD 2
Tambourine 1
Cowbell
Vibra-Slap 1
Hand Clap 1
Finger SnapA
Finger SnapB
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Bar Chimes B
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
ROOM
Crash Cym 1
Crash Cym 2
Splash Cym
China Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
Std Close HH
Std Pedal HH
Std Open HH
Std SD 1
Std SD 2
SD Roll
Rim Shot
Sticks
Rm Hi Tom 1
Rm Hi Tom 2
Rm Md Tom 1
Rm Md Tom 2
Rm Lw Tom 1
Rm Lw Tom 2
Std BD 1
Std BD 2
Tambourine 1
Cowbell
Vibra-Slap 1
Hand Clap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
205
Instrumentenlijst (Rhythm Customize functie)
ROOM 2
Crash Cym 1
Crash Cym 2
Splash Cym
China Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
Std2 CloseHH
Std2 PedalHH
Std2 Open HH
Rm SD 1
Std2 SD 1
SD Roll
Rim Shot
Sticks
Rm2 Hi Tom 1
Rm2 Hi Tom 2
Rm2 Md Tom 1
Rm2 Md Tom 2
Rm2 Lw Tom 1
Rm2 Lw Tom 2
Rm BD
Std2 BD 1
Tambourine 1
Cowbell
Vibra-Slap 1
Hand Clap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
POWER
Crash Cym 1
Crash Cym 2
Splash Cym
China Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
Std Close HH
Std Pedal HH
Std Open HH
Gated SD
Std SD 2
SD Roll
Rim Shot
Sticks
Rm Hi Tom 1
Rm Hi Tom 2
Rm Md Tom 1
Rm Md Tom 2
Rm Lw Tom 1
Rm Lw Tom 2
Pwr BD
Std BD 2
Tambourine 1
Cowbell
Vibra-Slap 1
Hand Clap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
ELECTRONIC
Crash Cym 1
Crash Cym 2
Splash Cym
Reverse Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
Std Close HH
Std Pedal HH
Std Open HH
Elec SD
Gated SD
SD Roll
Rim Shot
Sticks
Elec HiTom 1
Elec HiTom 2
Elec MdTom 1
Elec MdTom 2
Elec LwTom 1
Elec LwTom 2
Elec BD
Std BD 2
Tambourine 1
Cowbell
Vibra-Slap 1
Hand Clap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
TR-808
808 Cym
Crash Cym 2
Splash Cym
China Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
808CloseHH A
808CloseHH B
808 Open HH
808 SD
Std SD 2
206
Instrumentenlijst (Rhythm Customize functie)
SD Roll
808 Rim Shot
Sticks
808 Hi Tom 1
808 Hi Tom 2
808 Md Tom 1
808 Md Tom 2
808 Lw Tom 1
808 Lw Tom 2
808 BD 1
Std BD 2
Tambourine 1
808 Cowbell
Vibra-Slap 1
Hand Clap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
808 Hi Conga
808 Md Conga
808 Lw Conga
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
808 Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
808 Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
DANCE
808 Cym
Crash Cym 2
Splash Cym
China Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
808CloseHH A
808CloseHH B
808 Open HH
909 SD
Dnc SD 2B
SD Roll
808 Rim Shot
Dnc SD 1
808 Hi Tom 1
808 Hi Tom 2
808 Md Tom 1
808 Md Tom 2
808 Lw Tom 1
808 Lw Tom 2
808 BD 2A
Std2 BD 1
Tambourine 1
808 Cowbell
Vibra-Slap 1
Hand Clap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
808 Hi Conga
808 Md Conga
808 Lw Conga
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
808 Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
808 Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
JAZZ
Crash Cym 1
Crash Cym 2
Splash Cym
China Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
Std Close HH
Std Pedal HH
Std Open HH
Std SD 1
Std SD 2
SD Roll
Rim Shot
Sticks
Hi Tom 1
Hi Tom 2
Md Tom 1
Md Tom 2
Lw Tom 1
Lw Tom 2
Bsh BD 1
Bsh BD 2
Tambourine 1
Cowbell
Vibra-Slap 1
Hand Clap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
BRUSH
Crash Cym 1
Crash Cym 2
Splash Cym
China Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
Std Close HH
Std Pedal HH
Std Open HH
Bsh Tap
Bsh Slap
Bsh Sweep
SD Roll
Rim Shot
Sticks
Hi Tom 1
Hi Tom 2
Md Tom 1
Md Tom 2
Lw Tom 1
Lw Tom 2
Bsh BD 1
Bsh BD 2
Tambourine 1
207
Instrumentenlijst (Rhythm Customize functie)
Cowbell
Vibra-Slap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
BRUSH 2
Crash Cym 1
Crash Cym 2
Splash Cym
China Cym
Ride Cym 1
Ride Cym 2
Ride Bell
Std Close HH
Std Pedal HH
Std Open HH
Bsh Tap
Bsh Slap
Bsh Sweep
SD Roll
Rim Shot
Sticks
Bsh Hi Tom 1
Bsh Hi Tom 2
Bsh Md Tom 1
Bsh Md Tom 2
Bsh Lw Tom 1
Bsh Lw Tom 2
Std2 BD 1
Bsh BD 2
Tambourine 1
Cowbell
Vibra-Slap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Castanets A
Mute Surdo
Open Surdo
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
ORCHESTRA
ConcertCym 1
ConcertCym 2
Splash Cym
Ride Cym 1
Std Close HH
Std Pedal HH
Std Open HH
Concert SD A
Concert SD B
SD Roll
Rim Shot
Sticks
Timpani f
Timpani e
Timpani d#
Timpani d
Timpani c#
Timpani c
Timpani B
Timpani A#
Timpani A
Timpani G#
Timpani G
Timpani F#
Timpani F
Concert BD 1
Concert BD 2
Tambourine 1
Cowbell
Vibra-Slap 1
Finger SnapA
Hi Bongo 1
Lw Bongo 1
Hi CongaMute
Hi Conga 1
Lw Conga 2
Hi Timbale 1
Lw Timbale 1
Hi Agogo
Lw Agogo
Shaker 1
Cabasa
Maracas
ShortWhistle
Long Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
Hi WoodBlock
Lw WoodBlock
Mute Cuica
Open Cuica
MuteTriangle
OpenTriangle
Jingle Bell
Bell Tree
Bar Chimes A
Castanets A
Castanets B
Mute Surdo
Open Surdo
Applause
Square Click
Metro.Click1
Metro.Bell 1
Afkortingen
Rk Rock
Jz JazzBrush
Hip HipHop
Std Standard
Rm Room
Std2 Standard2
Rm2 Room2
Pwr Power
Elec Electric
Bsh Brush
Hi High
Md Mid
Lw Low
Cym Cymbal
HH HighHat
SD SnareDrum
BD BassDrum
Flm Flam
Phr Phrase
Metro. Metronome
208
Ritme lijst
Big Band/Swing
New Big Band
Fast BigBand
Big Serenade
LooseBigBand
Swing
Organ Swing
Slow Swing
Scat Swing
Jazz Band
BigBandSwing
Big Band
Blues
Combo
Club Swing
Vocal Swing
Country/Gospel
D Country 2
Cntry Dreams
OldtimeCntry
CountryWaltz
Gospel Pop
Soft Gospel
GospelBallad
Gospel 2
Cajun
Twostep
Anthem
Revival
R&B
Oldies/Contempo
Dreamin'
'50s Pop 1
Let's Twist
Swing Pop
Groovin'
Michael'sPop
'70s 1
Let's Dance
Mersey Beat
Surf'fun
Pop'n'Roll
Acoustic Pop
Easy Listen2
Hip Hop
House Pop
Euro Dance
Beach Sound
Ballad
8BeatBallad2
Love Romance
Soft Ballad
Love Songs
6/8 Ballad
MediumBallad
Scat Ballad
Crystal
SunnyFeelin'
Pop Ballad
Torch Song
World
Paris
French Waltz
Irish
Hawaiian
Hula
Latin
Bossa Nova 1
Samba Rio
Salsa
Mambo 3
Slow Rhumba
Beguine
Trad Tango
ChaCha 2
Bossa Nova 2
Slow Bossa
Samba
Slow Beguine
Plena
Latin
Latin Fusion
Waltz/March
StringsWaltz
Waltz
Quiet Waltz
Slow Waltz
March
MarchingBand
March 4/4
March 2/4
Summer Days
Simple March
Trad/Showtime
Foxtrot 2
Quick Step
Dixieland
Lager Polka
Broadway
Raindrops
Festival
Screen 2
Acoustic
Guitar Trio
Fireside
G.Slow
P.Pop
P.Slow
P.Swing
R.8-Beat 1
R.8-Beat 2
R.16-Beat 1
R.16-Beat 2
R.16-Beat 3
R.Swing 1
R.Shuffle 1
R.Waltz 1
R.March 1
R.5-Beat
Disk/User
6/8 Ballad
Trad Tango
MarchingBand
Guitar Trio
209
Muziekstijl diskette lijst
Disk 1
01 BigBndBalld2
02 Boogie
03 Jazz Band
04 Blues 2
05 Blues 3
06 Big Band 4
07 Swing
08 MidiumSwing2
09 Slow Swing 2
10 Bluegrass 1
11 Bluegrass 2
12 Cajun
13 Slow Country
14 ContryBallad
15 CountrySwing
16 Two Step 2
17 Train Beat
18 Twist 2
19 Slow Rock 2
20 Baroque
21 Classic
22 Charleston
23 Dixieland 2
24 Foxtrot
25 Macarena
26 Miami
27 Merenge
28 Reggae
29 Tequila
30 Hawaiian 2
31 Bossa Nova 2
32 FastBosaNova
33 Bossa Nova 5
34 Chacha 3
35 Salsa 2
36 Mambo 2
37 Samba 2
38 Tango 4
39 Beguine 2
40 Easy Listen3
41 Easy Listen4
42 Easy Listen5
43 Easy Listen6
44 Easy Listen7
45 Pop Piano
46 ShufflePop 1
47 Gospel 2
48 GospelBallad
49 French Waltz
50 Vienna Waltz
51 Folk Waltz
52 Slow Waltz 2
53 Swing Waltz
54 March 2/4
55 D Marsch 6/8
56 R&B 2
57 Rock'n'Roll2
58 Rock'n'Roll3
59 Contemp 1
60 Contemp 2
61 Funk 1
62 Dance Pop 2
Disk 2
01 Standard
02 Five
03 Afro & Swing
04 Country Rock
05 ContryWaltz2
06 Western
07 Western 2
08 Ragtime 2
09 PianoBoogie2
10 Reggae 2
11 Volk Musik
12 Bossa Nova 6
13 Rhumba 3
14 Dance Rhumba
15 Dance Mambo
16 Tango 3
17 Tango 5
18 Tango 6
19 Sevilla
20 Pop 1
21 Pop 2
22 Pop 3
23 Ballad 2
24 Ballad 3
25 Simple 8Beat
26 Gt.Arpeggio1
27 Gt.Arpeggio2
28 ThreeFinger1
29 ThreeFinger2
30 Gt.Stroke
31 Gt.Shuffle
32 16BeatShffl2
33 DeutchWalzer
34 Jazz Waltz 2
35 Swing Waltz2
36 SimpleMarch2
37 Folk Dance
38 8Beat Enka
39 16Beat Enka
40 Ondo
41 Schlager 1
42 Schlager 2
43 Schlager 3
44 Contemp 3
45 Rock 1
46 Rock 2
47 Rock 3
48 Funk 2
49 70's Disco 2
50 Dance Pop 1
51 Dance Pop 3
52 Dance Pop 4
53 Dance Pop 5
World
01 Tejano
02 Country Folk
03 Country Rock
04 CountryBlues
05 Rock'n'Night
06 StridePiano
07 Piano Ballad
08 SFX Movie
09 Scotland 6/8
10 British Pop
11 Disco People
12 70's 8beat
13 On The Town
14 Fast Waltz
15 12/8 Ballad
16 Easy Swing
17 German Waltz
18 Deutsch-Pop
19 Polonaise
20 Ballade 6/8
21 Disco-Beat
22 Party-Beat
23 Dt'Halfbeat
24 Evergreen
25 Paris Waltz
26 Paris March
27 ChansonTango
28 Java
29 French Pop 1
30 French Pop 2
31 French Pop 3
32 Paso Doble
33 Mood Kayou
34 TasogareTown
35 Enka 1
36 Enka 2
37 16Beat Pop
38 Power 8Beat
39 AshitaNoHero
40 Groupe Sounds
41 House Pop
210
Akkoordenlijst
symbool: Geeft de basisnoot van het akkoord weer.
symbool: Een akkoord met een ‘’ kan afgespeeld worden door alleen op de toets die met ‘’ gemarkeerd is te drukken.
Cm7 5
CC#DE EF
Cmaj7 C#maj7 Dmaj7 E maj7 Emaj7 Fmaj7
C7 C#7 D7 E 7 E7 F7
Cm C#m Dm E m Em Fm
Cm7 C#m7 Dm7 E m7 Em7 Fm7
Cdim C#dim Ddim E dim Edim Fdim
Dm7 5 Em7 5
Caug C#aug Daug E aug Eaug Faug
Csus4 C#sus4 Dsus4 E sus4 Esus4 Fsus4
C7sus4 C#7sus4 D7sus4 E 7sus4 E7sus4 F7sus4
Fm7 5E m7 5C#m7 5
C6 C#6 D6 E 6 E6
Cm6 Dm6 Em6
F6
Fm6
C#m6 E m6
211
Akkoordenlijst
F# G A A B B
F#maj7 Gmaj7 A maj7 Amaj7 B maj7 Bmaj7
F#7 G7 A 7 A7 B 7 B7
F#m Gm A m Am B m Bm
F#m7 Gm7 A m7 Am7 B m7 Bm7
F#dim Gdim A dim Adim B dim Bdim
Gm7 5 Am7 5 Bm7 5
F#aug Gaug A aug Aaug B aug Baug
F#sus4 Gsus4 A sus4 Asus4 B sus4 Bsus4
F#7sus4 G7sus4 A 7sus4 A7sus4 B 7sus4 B7sus4
B m7 5A m7 5F#m7 5
G6
Gm6
A6A 6 B6
Bm6
B 6
B m6Am6A m6
F#6
F#m6
212
Begrippenlijst
Akkoord
Noten van twee of meer toonhoogten, die tegelijkertijd
klinken. Akkoorden die bestaan uit drie noten heten ‘triolen’,
en zijn de meest standaard akkoorden.
Arrangement
Dit verwijst naar veranderingen, die in een originele melodie
zijn gemaakt, door een nieuwe begeleiding toe te voegen of
door de gebruikte instrumenten te veranderen.
Automatische begeleiding
Automatische begeleiding betekent dat slechts een paar
toetsen in het onderste gedeelte van het keyboard moeten
worden ingedrukt om het akkoord te spelen.
Basisakkoord
Dit verwijst naar de meest gebruikte akkoord types, die over
het algemeen bestaan uit de volgende zes types: majeur
akkoorden, mineur akkoorden, majeur septiem akkoorden,
mineur quint (5) akkoorden, dominante septiem akkoorden
en verminderde septiem akkoorden.
Basisnoot
De basisnoot staat centraal in het akkoord. Alle akkoorden
zijn gebouwd vanuit een basisnoot, die onderdeel uitmaakt
van de akkoordnaam gegeven in hoofdletters.
Chorus
Een effect dat ruimtelijkheid aan het geluid toevoegt.
Einde
Dit is het laatste Part van de begeleiding. Als u binnen de
automatische begeleiding stopt met spelen, speelt de AT-45
een passend einde voor het ritme.
Glide
Een effect, dat de toonhoogte tijdelijk verlaagt, en dan
langzaam terugkeert naar de normale klank.
Intro
Dit is intro muziek met automatische begeleiding. De AT-45
speelt een intro, die perfect past bij elk ritme, dat gelijktijdig
begint met het spelen van automatische begeleiding.
Inversie
Als de laagste noot van het akkoord de basis vormt, wordt
gezegd dat het akkoord in basispositie staat. In tegenstelling
daarop worden vormen van akkoorden, waarin andere noten
de laagste toonhoogte hebben ‘inversies’ genoemd.
Klank
De AT-45 kan de geluiden van verschillende instrumenten
produceren. Deze geluiden worden ‘klanken’ genoemd.
Mute
Om een geluid tot stilte te brengen. De AT-45 bevat een
Track Mute functie, die u in staat stelt om de indicator van de
Track Mute knop uit te zetten van een nummer, waarop
muziekgegevens opgenomen zijn, zodat het originele
nummer tijdelijk tot stilte wordt gebracht.
Paneel instellingen
Instellingen, zoals geluidsselecties, tempo, rotary snel/
langzaam.
Pitch bend
Een effect dat de toonhoogte geleidelijk verhoogt of verlaagt.
Registratie
Een eenheid van gegevens, die de staat weergeeft van het
instrument, zoals geluidsselecties en paneelinstellingen.
Reverb
Een effect, dat de weerkaatsing van een kamer of concertzaal
simuleert.
Rotary
Een effect, waar het geluid van een roterende speaker wordt
nagebootst. Het roterende effect produceert twee types: snel
en langzaam.
Split
Een functie waarmee het keyboard in twee of meer gedeeltes
verdeeld kan worden, en waarbij verschillende geluiden aan
de delen toegewezen kunnen worden. Het punt waarop het
keyboard verdeeld is wordt het ‘Split Punt’ genoemd.
Sustain
Een effect dat een verlenging toevoegt aan elke noot. De AT-
45 kan het sustain effect toepassen op klanken van het upper
Part, lower Part en pedal Part.
Vibrato
Een effect dat de toonhoogte cyclisch moduleert.
213
Begrippenlijst
Over de geluidsgenerator uit
de ATELIER serie
De ATELIER serie is uit gerust met GM2/GS geluidsgenera-
toren.
General MIDI
General MIDI is een set aanbevelingen, die zoekt naar
mogelijkheden die verder gaan dan de beperkingen van
eigendomsontwerpen en standaardiseert de MIDI capaci-
teiten van klankgenererende apparaten. Klankgenererende
apparaten en muziek opslag, die voldoen aan de General
MIDI standaard, dragen het General MIDI logo ( )..
Muziekopslag met het General MIDI logo kan afgespeeld
worden op ieder General MIDI klankgenererend apparaat
om een in essentie gelijke muzikale uitvoering te produceren.
General MIDI 2
De opwaarts compatibele General MIDI 2 ( ) aanbe-
veling gaan verder waar General MIDI ophield en biedt
verbeterde expressieve mogelijkheden en zelfs een betere
comptabiliteit. Onderdelen die niet vielen onder de originele
General MIDI aanbevelingen, zoals hoe geluiden worden
weergegeven en hoe er met effecten moet worden omgegaan,
zijn nu exact gedefinieerd. Bovendien zijn de beschikbare
geluiden uitgebreid. Geluidsopwerkers die aan General
MIDI 2 voldoen, zijn in staat om muziekopslag weer te
geven, die zowel het General MIDI als General MIDI 2
draagt.
In sommige gevallen wordt aan de conventionele vorm van
General MIDI, die niet de nieuwe uitbreiding bevat, gere-
fereerd als General MIDI 1 als een manier ter onderscheiding
van Genral MIDI 2.
GS format
Het GS format ( ) is een set van specificaties van Roland
om het optreden van geluid genererende apparaten te
standaardiseren. Naast het ondersteunen van alles, waarin
General MIDI voorziet, biedt het goed uitwisselbare GS
songs, zorgt het voor het bewerken van geluiden en ontcijfert
het vele details voor een uitgebreid aanbod aan extra
mogelijkheden, inclusief effecten.
Doordat het ontworpen is met oog op de toekomst, kan het
GS format nieuwe geluiden aannemen en zich nieuwe
hardware eigenschappen eigen maken als deze er zijn.
SMF with Lyrics
‘SMF with lyrics’ betreft SMF (Standard MIDI File) met
songteksten. Als muziekbestanden het ‘SMF with lyrics’ logo
dragen en op een uitwisselbaar apparaat (een die hetzelfde
logo draagt) afgespeeld worden, verschijnen de songteksten
in het beeldscherm.
XGlite
XG is een geluidsgeneratie formaat dat door de Yamaha
Corporation is geproduceerd, en op GM1 (General MIDI 1) is
gebaseerd. Het biedt gedetailleerde specificaties over
uitbreiding van de geluidssets, bewerkingsmethodes en
effectstructuren en types.
XGlite is een beperkte versie (‘lite’) van XG, waarmee het
eenvoudig afspelen van XG muziekdata op een geluidsgene-
rator, die het XGlite logo draagt, mogelijk is. Aangezien
XGlite enige beperkingen heeft met betrekking tot de
parameters en effecten, die bestuurd kunnen worden, kan de
XG muziekdata mogelijk anders klinken dan de originele
data.
214
Instellingen die opgeslagen worden nadat de stroom is uitgeschakeld
Instellingen die opgeslagen
worden nadat de stroom is
uitgeschakeld
Arranger Update
Trans. Update (Transpose Update)
Master Tune
Rotary Speed
Rotary Color
Regist Shift (Registration Shift)
Exp. Curve (Expression Curve)
Send PC Switch
MIDI IN Mode
Lyric On/Off
Metronome Sound
Registration Name
Main Bouncing Ball
Main Background
Auto Std Tempo (Auto Standard Tempo)
Instellingen die onder de
registratieknoppen worden
opgeslagen
Registration Name
Regist Shift (Registration Shift)
Arranger Update
Trans. Update (Transpose Update)
Exp. Curve (Expression Curve)
Instellingen die onder de
individuele registratieknoppen
opgeslagen worden
Reverb Type
Reverb Depth
Solo [To Lower] button (ON/OFF)
Pedal [To Lower] button (ON/OFF)
Transpose [-] [+] button (Key Transpose)
L Foot Switch (Left Foot Switch Assignment)
R Foot Switch (Right Foot Switch Assignment)
Damper Pedal (Damper Pedal Assignment)
[Harmony Intelligence] button (ON/OFF)
Harmony Intelligence Type
Rotary [Fast/Slow] button (ON/OFF)
Rotary [ON/OFF] button (ON/OFF)
Bender/Vibrato Assignment
Pitch Bend Range
Pedal Bass Mode
Solo Mode
Solo To Lower Mode
Solo Split Point
Sustain (ON/OFF)
Sustain Length
Tx MIDI Channel
Initial Touch setting
PC Number (Program Change Number)
Bank LSB (Bank Select LSB)
Bank MSB (Bank Select MSB)
Wall Type
The Voices assigned for each Part
Level [ ][ ] (Part Balance Volume)
The Reverb depth for each Part
The Chorus settings (ON/OFF) of the voice
The Octave settings for each Part
The voices assigned to the [Others] buttons for each Part
[Drums/SFX] button (ON/OFF)
Drum/SFX Set
Selected Rhythm
[Intro/Ending] button (ON/OFF)
[Sync Start] button (ON/OFF)
Style Orchestrator
Variation/Original
Chord Intelligence ON/OFF
Chord Hold ON/OFF
Leading Bass ON/OFF
Arranger [ON/OFF] button (ON/OFF)
Lower Voice [Hold] button (ON/OFF)
Tempo setting
Volume of the rhythm Accompaniment Part
Reverb depth of the rhythm Accompaniment Part
Volume of the rhythm drum Part
Reverb depth of the rhythm drum Part
Volume of the rhythm bass Part
Reverb depth of the rhythm bass Part
215
MIDI Implementation Chart
Functie...
Basic
Channel
Mode
Note
Number :
Velocity
After
Touch
Pitch Bend
Control
Change
Prog
Change
System Exclusive
System
Common
System
Real Time
Aux
Message
Notes
Verzonden Herkend Opmerkingen
Default
Changed
Default
Messages
Altered
True Voice
Note ON
Note OFF
Key's
Ch's
0, 32
1
5
6, 38
7
10
11
16
64
65
66
67
71
72
73
74
75
76
77
84
91
93
98, 99
100, 101
: True #
: Song Pos
: Song Sel
: Tune
: Clock
: Commands
: All sound off
:
Reset all controllers
: Local Control
: All Notes OFF
: Active Sense
: Reset
1 (Solo)
2 (Pedal)
3 (Lower)
4 (Upper)
11 (Drums/SFX)
16
(Expression, PC, V-LINK)
1–16
x
x
O
x 8n v=64
29–103
x
x
x
O
x
x
x
x
x
O
x
O
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
0–127
**************
O
x
x
x
O
O
x
x
x
x
O
x
1 (Solo)
2 (Pedal)
3 (Lower)
4 (Upper)
11 (Drums/SFX)
16 (Expression)
1–16 (GM2/GS)
X
Mode 3
Mode 3, 4(M=1) * 10
O
x
0–127
0–127
O
O
O
O
0–127
O
x
x
x
x
x
O (120, 126, 127)
O
x
O (123–125)
O
x
Bank select
Modulation
Portamento time
Data entry
Volume
Panpot
Expression
General purpose controller (Glide)
Hold 1
Portamento
Sostenuto
Soft
Resonance
Release Time
Attack Time
Cut off
Decay Time
Vibrato Time
Vibrato Depth
Portamento control
Effect1 depth
Effect3 depth
NRPN LSB, MSB
RPN LSB, MSB
* 1 O x is selectable.
* 2 O x is selectable by SysEx. (GS Part)
* 3 Not received in the keyboard part
* 4 Can be received in the keyboard part
* 5 With MIDI IN Mode 2
* 6 With MIDI IN Mode 1
Roland Organ
Model AT-45
Versie : 1.00
MIDI Implementatiekaart
**************
**************
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Ja
X : Nee
Program number 1–128
*3, 7, 8
*2, 7, 8, 9
*2, 7, 8
*2, 7, 8, 9
*2, 7, 8, 9
*3, 7, 8, 9
*3, 7, 8, 9
*4
*3, 7, 8, 9
*3, 7, 8
*2, 7, 8
*2, 7, 8
*7
*7
*7
*7
*7
*7
*7
*2, 8
*3, 7, 8
*3, 7, 8
*3, 8
*2, 7, 8, 9
*5
*5
*5
*5
*5
*5
*6
*2, 8
*2, 7, 8, 9
*3, 7, 8, 9
*7, 8
*7, 8
*7, 8, 9
*2, 7, 8, 9
*1
*1
*11
*1
* 7 Received in GM2 mode
* 8 Received in GS mode
* 9 Received in General MIDI mode
* 10 Recognaize as M=1 even if M1.
* 11 V-LINK
216
Demosong lijst
Profiel
Hal Vincent
Hal verrukt zijn publiek voortdurend met zijn kunsten op het keyboard. Hij is thuis op het orgel, de
piano en het elektronische keyboard. Zijn muziekstukken krijgen over de gehele wereld het
commentaar ‘… we vonden het fantastisch omdat hij ons soort muziek speelt’. Dit is een andere
speciale eigenschap van Hal: het talent te weten welke muziek te spelen voor welke gelegenheid. Een
uitgebreid repertoire gecombineerd met 30 jaar toeren over de wereld hebben Hal omgeven met
lovende kritieken die hem de mogelijkheid hebben gegeven om te werken met topnamen in
showbizzland. Hal heeft verschillende albums opgenomen en boeken over orgel arrangementen
gepubliceerd, terwijl hij zichzelf heeft gevestigd als een excellent clinicus en docent.
Hector Olivera
Hector Olivera is geboren in Argentinië. Hij heeft een opleiding genoten aan het Conservatorium en
de Universiteit van Buenos Aires, gevolgd door een beurs aan de bekende Juilliard School of Music in
New York. Olivera heeft over de gehele wereld uitgebreid gespeeld waaronder in concerten op
prestigieuze plekken zoals de Notre Dame Kathedraal in Parijs, en Carnegie Hall in New York. Hector
Olivera’s expertise omvat zowel het traditionele pijporgel, als het elektronische orgel. Olivera tourt
momenteel internationaal, en speelt op de meest prachtige pijporgels ter wereld. Zijn favoriete
elektronische orgel is de Roland Atelier, waarbij hij nog steeds zijn medewerking verleent aan de
ontwikkeling ervan.
Songtitel Componist Uitvoerende Copyright
Pop Organ Ralf Schink Ralf Schink © 2004 Roland Corporation
Jazz Combo Ric Iannone Ric Iannone © 2003 Roland Corporation
Slow Waltz Ric Iannone Ric Iannone © 2003 Roland Corporation
Hawaiian Ric Iannone Ric Iannone © 2003 Roland Corporation
PianoStrings Hector Olivera Hector Olivera © 2001 Roland Corporation
Dixieland Ric Iannone Ric Iannone © 2003 Roland Corporation
Country Ric Iannone Ric Iannone © 2003 Roland Corporation
FastBigBand Rosemary Bailey Rosemary Bailey © 2001 Roland Corporation
Gregorian Ric Iannone Ric Iannone © 1999 Roland Corporation
Organ Swing Hal Vincent Hal Vincent © 2001 Roland Corporation
Soft Gospel Ric Iannone Ric Iannone © 2001 Roland Corporation
Jazz Scat Ric Iannone Ric Iannone © 1999 Roland Corporation
Acoustic Ric Iannone Ric Iannone © 2001 Roland Corporation
TheaterOrgan Jonas Nordwall Jonas Nordwall © 1995 Rodgers Instruments LLC
Big Band Ric Iannone Ric Iannone © 1999 Roland Corporation
217
Demosong lijst
Jonas Nordwall
Een inwoner van Portland, en ontving zijn Bachelor of Music bul in 1970 van de University of
Portland, waar hij samen met Arthur Hitchcock studeerde. Verdere studie werd samen met Frederick
Geoghegan ondernomen, de bekende Engels/Canadese orgelspeler. Als tiener had Jonas het
genoegen om te studeren met Richard Ellsasser, een van de grootste virtuoso orgelspelers van de
twintigste eeuw, naast het werk als Direct of Music voor de First United Methodist Church in
Portland, Oregon, en als de orgelspeler voor het Oregon Symphony Orchestra.
Hij is een bekende recitalist voor nationale conventies van de American Theatre Organ Society en was
orgelspeler van het jaar in 1987.
Ralf Schink
Ralf Schink is geboren in Duitsland en begon op zijn negende met het bespelen van het elektrische
orgel. Na het voltooien van zijn formele educatie begon Ralf met studeren aan de gerenommeerde
Swiss Jazz School in Bern, Zwitserland, en het Berklee College of Music in Boston. Sindsdien heeft zijn
energieke en contemporaine stijl hem veel prijzen opgeleverd, zowel in Europa als in de rest van de
wereld. Als bijzonder veelzijdige en begaafde musicus is Ralf op zijn gemak met alle soorten muziek.
Van pop tot jazz, Ralf’s repertoire spreekt alle leeftijdsgroepen aan. Sinds 1992 werkt en tourt Ralf voor
Roland Europe als demonstrator en productconsulent. Hij tourt regelmatig door Europa, Azië en
Canada.
Ric Iannone
Ric Iannone begon met het bespelen van de piano en de accordeon toen hij tweeënhalf was. Op zijn
zevende gaf hij samen met zijn vader, die ook musicus is, al publieke en privé-concerten. Ric heeft
meer dan 20 jaar ervaring met optreden en reizen door zowel de Verenigde Staten en Europa, waar hij
het publiek vermaakte met zijn unieke speelstijl en muziekarrangementen. Hij bespeelt net zo graag
het orgel, de piano of het keyboard als concertartiest en productdemonstrator.
Rosemary Bailey
Rosemary Bailey begon op haar vijfde met piano spelen, en speelde alleen klassieke muziek. Zij
verbreedde haar stijl en lijfde al snel jazz en traditionele populaire stijlen bij haar repertoire in. Tegen
de tijd dat ze negen jaar was, toerde ze al door de Verenigde Staten.
Later kreeg ze een wekelijkse radioshow, The Rosemary Bailey Show, uitgezonden vanuit Chicago.
Rosemary heeft met vele artiesten als Victor Borge, Peter Nero en het Duke Ellington Orchestra
gespeeld. Ze was ook solist bij de Chicago Symphony onder leiding van Dr. Leon Stein.
Thuis op zowel elektronische als pijporgels, hebben haar concerten haar naar landen als Japan, Zuid-
Afrika, Canada, Italië, Spanje, Engeland, Nederland, Denemarken, Portugal, Duitsland en Australië
gebracht.
In haar unieke arrangementen combineert Rosemary haar klassieke met haar populaire achtergrond.
Perfecte toonhoogte zorgt ervoor, dat ze met de minste moeite en met grote spontaniteit
verzoeknummers van het publiek speelt.
Rosemary heeft wereldwijd muziekfans om zich heen verzameld. Haar vele opnames worden door
jong en oud gezocht.
218
Lijst van snelkoppelingen
Overzicht snelkoppelingen
Snelkoppeling Scherm/Instelling
Wanneer het Quick
Guide scherm wordt
weergegeven,
Expressiepedaal Controller scherm/Exp. Curve (Expression Curve)
[Bender/Vibrato] hendel Controller scherm/Bender/Vibrato
Bovenste keyboard Upper Keyboard scherm/Solo Mode
Onderste keyboard Split Point scherm
Pedaalbord Pedalboard scherm/Pedal Bass Mode
Linker voetschakelaar
Rechter voetschakelaar
Controller scherm/
L Foot Switch (Left Foot Switch)
R Foot Switch (Right Foot Switch)
Demperpedaal Controller scherm/Demperpedaal
[Solo To Lower] knop Split Point scherm
Sustain [Pedal] knop Pedalboard scherm/Sustain Length
Rotary [On/Off] knop Effect scherm/Rotary Color
Rotary [Slow/Fast] knop Effect scherm/Rotary Speed
[Count Down] knop Rhythm Options scherm/Count Down Sound
Bovenste Voice select
knoppen
Solo Voice select knoppen
[Alternate] knop
Upper Keyboard scherm
Onderste Voice select
knoppen
[Alternate] button
Lower Keyboard scherm
Pedal Voice select
knoppen
[Alternate] knop
Pedalboard scherm
Registration [Write] knop Registration Options scherm/Arranger Update scherm
[One Touch Program]
knop
Factory Reset scherm
[Harmony Intelligence]
knop
Panel Reset scherm
[Song] knop Song Clear scherm
(Als de uitvoeringsdata nog niet op diskette is opgeslagen, verschijnt
het Song Clear scherm.)
219
Specificaties
AT-45: Music ATELIER
Controller/Functie
Handmatig keyboard Bovenste keyboard 49 toetsen (C3-C7), Onderste keyboard 64 toetsen (A1-C7)
Pedaalbord 20 noten (C2-G3)
Drukgevoeligheid Intuïtieve aanslaggevoeligheid (10 niveaus voor elke Upper en Lower)
Geluidsgenerator Voldoet aan GS/GM2/XG Lite
Max. Polyfonie 128 klanken
Klanken 185 klanken
Upper Part Upper Organ, Upper Orchestral
Lower Part Lower Organ, Lower Orchestral
Solo Part Solo
Pedaal Part Pedaal
Ritmes 110 ritmes
Disk ritmes 4 ritmes
Music Style Diskette (Mse, MSA serie; apart verkrijgbaar) biedt meer Music Styles.
Aantal begeleidingen/SMF
play klanken
226 klanken
Arranger functie Arranger On/Off, Start/Stop, Sync Start, Intro/Ending, Intro Count Down, Break, Fill In (To
Variation, To Original), Style Orchestrator (Basic, Advanced 1, Advanced 2, Full), One Touch
Program, Chord Intelligence, Chord Hold, Leading Bass, Auto Standard Tempo
Music Assistant 900 instellingen (4 variaties voor elke 225 sleutelwoorden)
One Touch Program 880 instellingen (8 instellingen voor elk ritme)
Drum/SFX sets 12 Drumsets + 1 SFX Set
Master Tuning 415.3 Hz – 466.2 Hz (0.1 Hz stappen)
Key transpose -4 - +7 (in halve tonen)
Playback transpose -24 - +24 (in halve tonen)
Effecten Rotary Sound, Reverb, Sustain, Glide, Pitch Bend, Vibrato, Lower Voice Hold
Harmony Intelligence 8 soorten
Registratiegeheugen 8
Registratiefuncties Load Next, Disk Edit
Composer
Tracks 7 Tracks
Nootopslag Ongeveer 40.000 noten
Song lengte Max. 999 maten
Tempo Kwart noot = 20-500
Resolutie 120 ticks per kwart noot
Opnemen Realtime (Replace, Punch In/Out, Loop)
Edit functie Delete Measure, Delete Track, Erase, Copy, Quantize
Metronoom
Beat 2/2, 0/4, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 3/8, 6/8, 9/8, 12/8
Volume 10 niveaus
Sound 4 types
220
Specificaties
* In het kader van productverbeteringen kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit product zonder voorafgaande berichtgeving
veranderen.
Opslagdiskette: 3,5 inch micro floppy diskette
Disk Format 720 K bytes (2DD), 1.44 M bytes(2HD)
Songs Max. 99
Stroomuitvoer 35 W+35 W
Speaker
Full-range 25 cm x 2
Scherm Grafisch 320 x 240 punts oplichtend kleur LCD met Touch Screen
Notatie Great Staff/G Clef Staff/F Clef Staff
met nootnaam, met songteksten (ingebouwd scherm)
Songteksten Ja (ingebouwd scherm)
Pedaal Expressiepedaal (gereed voor de Active Expression functie), Demperpedaal
Aansluitingen Koptelefoonaansluiting (Stereo), stroomvoorziening, MIDI aansluiting (In/Out), Audio out-
put jack (L (mono)/ R), Audio input jacks (L (mono/R), Mic jack
Stroomvoorziening 117 V, 230 V, 240 V
Stroomverbruik
120 W (AC 117V)
120 W (AC 230V)
120 W (AC 240V)
Afwerking Satijn mahonie
Afmetingen
Apparaat 1242 (B) x 570 (D) x 480 (H) mm
Standaard 1235 (B) x 515 (D) x 755 (H) mm
Totaal 1242 (B) x 570 (D) x 1225 (H) mm
Gewicht
Apparaat 44.0 kg
Standaard 40.0 kg
Totaal 84.0 kg
Accessoires
Handleiding, stroomkabel, 3.5 inch micro floppy diskette (2HD lege diskette), Music Style
Disk, Word Style Disk, muziekstandaard bevestigingsschroeven
Controller/Functie
221
Index
A
Aansluiten
Audio apparatuur .....................................................185
Computer ...................................................................187
MIDI apparaten .........................................................186
Active Expression klank.................................................43
Afspelen
Demo Song ...................................................................26
Prestatiesong..............................................................138
Prestatiesongs op diskette........................................130
Ritme .............................................................................55
Aftelklank.......................................................................173
Aftellen .............................................................................58
Arranger functie ..............................................................58
Arranger Update ...........................................................174
Automatische begeleiding .............................................58
B
Beat .................................................................................177
Bender/Vibrato .............................................................171
Bewerken........................................................................150
Break ...............................................................................105
C
Calibratie ........................................................................181
Chord Hold ....................................................................172
Chord Intelligence (Akkoord hulp)..............................60
Chorus Effect .................................................................114
Copy................................................................................155
Count In Play .................................................................138
Count-In opnemen........................................................149
D
Demo Song Lijst.............................................................216
Demo Song .......................................................................26
Demperpedaal .......................................................103, 170
Disk Edit ...........................................................................98
Disk Rhythm ....................................................................66
Drums/SFX Set lijst ......................................................198
Drums/SFX Sets
Drums/SFX......................................................................48
E
Effecten ...........................................................................109
Eject knop .........................................................................66
Erase Event.....................................................................153
Exp. Curve......................................................................108
Exp. Src (Play)................................................................171
Exp. Src (Rec) .................................................................170
Expressiepedaal.............................................................107
F
Fabrieksinstellingen ............................................................
Disk knop .....................................................................70
Factory reset (herstel van fabrieksinstellingen) ..........19
Fill In .........................................................................59, 105
Formatteren van diskettes..............................................86
G
Gebruikersgeheugen.................................................20, 52
Glide ................................................................................105
H
Harmony Intelligence ...................................................109
Hoofdscherm ...................................................................22
Achtergrond ...............................................................181
Stuiterend balletje......................................................182
I
Initial Touch gevoeligheid ...........................................169
K
Key Transpose ...............................................................102
Klank .................................................................................34
Kopiëren
Ritmes van diskette naar het gebruikersgeheugen 68
Ritmes van het gebruikersgeheugen naar diskette 71
Koptelefoon......................................................................18
L
LCD Contrast .................................................................184
Laden
Individuele registratie ................................................93
Prestatiesongs ............................................................144
Registratieset................................................................91
Leading Bass ............................................................62, 105
Loop opnemen...............................................................148
Lower Hold ......................................................................50
Lower Voice .....................................................................36
M
Maat wissen....................................................................150
Master Tune ...................................................................178
Menselijke klank..............................................................41
Metronoom.....................................................................176
Metronoomgeluid .........................................................177
Metronoomvolume .......................................................176
Microfoon .........................................................................18
MIDI IN Mode ...............................................................179
MIDI ................................................................................186
Music Assistant................................................................28
222
Index
Music Assistant zoekfunctie..........................................30
Music Style Disk lijst.....................................................209
N
Notatie ............................................................................134
O
Octave Shift......................................................................46
One Touch Program........................................................64
Opnemen ........................................................................128
Elke Part apart 139
Opnieuw.....................................................................140
Prestatie ......................................................................137
Opslaan
Prestatiesongs ............................................................143
Registratiesets ..............................................................88
P
Panel Reset .......................................................................20
Part Balance......................................................................44
PC Nummer ...................................................................179
Pedal Bass klank..............................................................37
Pedal To Lower..............................................................127
PedalBass Mode.............................................................169
Pitch Bend/Vibrato.......................................................103
Play Transpose...............................................................175
Punch-in opnemen........................................................147
R
Regist Shift .....................................................................106
Registratie
Arranger Update .........................................................82
Een registratie oproepen ............................................81
Registratie opslaan......................................................80
Registraties
Gemaakt op een eerder model ..................................99
Rename
Prestatiesong..............................................................141
Registratie.....................................................................84
Ritmes in het gebruikersgeheugen ...........................75
Reverb Effect..................................................................118
Diepte van de Reverb ....................................... 121-122
Reverb Type ...............................................................119
Wall Type ...................................................................120
Rhythm Search.................................................................53
Ritme lijst........................................................................208
Ritme .................................................................................51
Rotary Effect...........................................................105, 111
Rotary Color...............................................................113
Rotary Speed..............................................................112
S
Scherm...............................................................................22
Send PC Switch..............................................................178
SMF Formaat..................................................................144
SMF Muziekbestanden .................................................130
Snelle start ........................................................................32
Index menu ..................................................................32
Solo klank .........................................................................38
Solo Mode.......................................................................125
Solo To Lower
Solo To Lower Mode.....................................................125
Songteksten ....................................................................175
Splitspunt
Solo splitspunt ...........................................................126
Stuiterend balletje............................................................22
Style Orchestrator....................................................59, 105
Subvenster ........................................................................24
Sustain Effect..................................................................116
Sustain Lengte............................................................117
Sync Start ..........................................................................56
T
Tempo ...............................................................................57
Toonhoogte bereik ........................................................172
Touch Screen ....................................................................22
Tr. Mute (Track Mute) ..................................................133
Track knop......................................................................129
Track Mute knop ...........................................................133
Track Mute .....................................................................132
Track wissen...................................................................151
Trans. Update (Transpose Update) ............................174
Transpose
Key Transpose (toonhoogte aanpassen) ................102
Play Transpose...........................................................175
Tx MIDI Ch. (MIDI verzendkanaal) ...........................180
U
Upper Voice .....................................................................36
V
Vibrato Effect .................................................................103
Verwijderen
Prestatiesongs ............................................................145
Registraties op diskette...............................................96
Ritmes in het gebruikersgeheugen ...........................77
Voetschakelaar....................................................... 104-105
Volume
Master Volume ............................................................17
Part Balance..................................................................44
223
Index
W
Wissen
Prestatiesong..............................................................141
224
MEMO
225
MEMO
226
Informatie
Als u een reparatiedienst nodig heeft, belt u het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of
erkende Roland distributeur in uw land, zoals hieronder getoond.
EGYPT
Al Fanny Trading Office
9, EBN Hagar A1 Askalany
Street,
ARD E1 Golf, Heliopolis,
Cairo 11341, EGYPT
TEL: 20-2-417-1828
REUNION
Maison FO - YAM Marcel
25 Rue Jules Hermann,
Chaudron - BP79 97 491
Ste Clotilde Cedex,
REUNION ISLAND
TEL: (0262) 218-429
SOUTH AFRICA
That Other Music Shop(PTY)Ltd.
11 Melle St., Braamfontein,
Johannesbourg,
SOUTH AFRICA
TEL: (011) 403 4105
FAX: (011) 403 1234
Paul Bothner(PTY)Ltd.
17 Werdmuller Centre,
Main Road, Claremont 7708
SOUTH AFRICA
TEL: (021) 674 4030
CHINA
Roland Shanghai Electronics
Co.,Ltd.
5F. No.1500 Pingliang Road
Shanghai 200090, CHINA
TEL: (021) 5580-0800
Roland Shanghai Electronics
Co.,Ltd.
(BEIJING OFFICE)
10F. No.18 3 Section Anhuaxili
Chaoyang District Beijing
100011 CHINA
TEL: (010) 6426-5050
Roland Shanghai Electronics
Co.,Ltd.
(GUANGZHOU OFFICE)
2/F., No.30 Si You Nan Er Jie
Yi Xiang, Wu Yang Xin Cheng,
Guangzhou 510600, CHINA
TEL: (020) 8736-0428
HONG KONG
Tom Lee Music Co., Ltd.
Service Division
22-32 Pun Shan Street, Tsuen
Wan, New Territories,
HONG KONG
TEL: 2415 0911
Parsons Music Ltd.
8th Floor, Railway Plaza, 39
Chatham Road South, T.S.T,
Kowloon, HONG KONG
TEL: 2333 1863
INDIA
Rivera Digitec (India) Pvt. Ltd.
409, Nirman Kendra
Mahalaxmi Flats Compound
Off. Dr. Edwin Moses Road,
Mumbai-400011, INDIA
TEL: (022) 2493 9051
INDONESIA
PT Citra IntiRama
J1. Cideng Timur No. 15J-150
Jakarta Pusat
INDONESIA
TEL: (021) 6324170
KOREA
Cosmos Corporation
1461-9, Seocho-Dong,
Seocho Ku, Seoul, KOREA
TEL: (02) 3486-8855
MALAYSIA
Roland Asia Pacific Sdn. Bhd.
45-1, Block C2, Jalan PJU 1/39,
Dataran Prima, 47301 Petaling
Jaya, Selangor, MALAYSIA
TEL: (03) 7805-3263
PHILIPPINES
G.A. Yupangco & Co. Inc.
339 Gil J. Puyat Avenue
Makati, Metro Manila 1200,
PHILIPPINES
TEL: (02) 899 9801
SINGAPORE
SWEE LEE MUSIC
COMPANY PTE. LTD.
150 Sims Drive,
SINGAPORE 387381
TEL: 6846-3676
CRISTOFORI MUSIC PTE LTD
Blk 3014, Bedok Industrial Park E,
#02-2148, SINGAPORE 489980
TEL: 6243-9555
TAIWAN
ROLAND TAIWAN
ENTERPRISE CO., LTD.
Room 5, 9fl. No. 112 Chung
Shan N.Road Sec.2, Taipei,
TAIWAN, R.O.C.
TEL: (02) 2561 3339
THAILAND
Theera Music Co. , Ltd.
330 Verng NakornKasem, Soi 2,
Bangkok 10100, THAILAND
TEL: (02) 2248821
VIETNAM
Saigon Music
Suite DP-8
40 Ba Huyen Thanh Quan Street
Hochiminh City, VIETNAM
TEL: (08) 930-1969
AUSTRALIA/
NEW ZEALAND
Roland Corporation
Australia Pty.,Ltd.
38 Campbell Avenue
Dee Why West. NSW 2099
AUSTRALIA
For Australia
Tel: (02) 9982 8266
For New Zealand
Tel: (09) 3098 715
ARGENTINA
Instrumentos Musicales S.A.
Av.Santa Fe 2055
(1123) Buenos Aires
ARGENTINA
TEL: (011) 4508-2700
BARBADOS
A&B Music Supplies LTD
12 Webster Industrial Park
Wildey, St.Michael, Barbados
TEL: (246)430-1100
BRAZIL
Roland Brasil Ltda.
Rua San Jose, 780 Sala B
Parque Industrial San Jose
Cotia - Sao Paulo - SP, BRAZIL
TEL: (011) 4615 5666
CHILE
Comercial Fancy II S.A.
Rut.: 96.919.420-1
Nataniel Cox #739, 4th Floor
Santiago - Centro, CHILE
TEL: (02) 688-9540
COLOMBIA
Centro Musical Ltda.
Cra 43 B No 25 A 41 Bododega 9
Medellin, Colombia
TEL: (574)3812529
COSTA RICA
JUAN Bansbach Instrumentos
Musicales
Ave.1. Calle 11, Apartado 10237,
San Jose, COSTA RICA
TEL: 258-0211
CURACAO
Zeelandia Music Center Inc.
Orionweg 30
Curacao, Netherland Antilles
TEL:(305)5926866
DOMINICAN REPUBLIC
Instrumentos Fernando Giraldez
Calle Proyecto Central No.3
Ens.La Esperilla
Santo Domingo,
Dominican Republic
TEL:(809) 683 0305
ECUADOR
Mas Musika
Rumichaca 822 y Zaruma
Guayaquil - Ecuador
TEL:(593-4)2302364
EL SALVADOR
OMNI MUSIC
75 Avenida Norte y Final
Alameda Juan Pablo II,
Edificio No.4010 San Salvador,
EL SALVADOR
TEL: 262-0788
GUATEMALA
Casa Instrumental
Calzada Roosevelt 34-01,zona 11
Ciudad de Guatemala
Guatemala
TEL:(502) 599-2888
HONDURAS
Almacen Pajaro Azul S.A. de C.V.
BO.Paz Barahona
3 Ave.11 Calle S.O
San Pedro Sula, Honduras
TEL: (504) 553-2029
MARTINIQUE
Musique & Son
Z.I.Les Mangle
97232 Le Lamantin
Martinique F.W.I.
TEL: 596 596 426860
Gigamusic SARL
10 Rte De La Folie
97200 Fort De France
Martinique F.W.I.
TEL: 596 596 715222
MEXICO
Casa Veerkamp, s.a. de c.v.
Av. Toluca No. 323, Col. Olivar
de los Padres 01780 Mexico
D.F. MEXICO
TEL: (55) 5668-6699
NICARAGUA
Bansbach Instrumentos
Musicales Nicaragua
Altamira D’Este Calle Principal
de la Farmacia 5ta.Avenida
1 Cuadra al Lago.#503
Managua, Nicaragua
TEL: (505)277-2557
PANAMA
SUPRO MUNDIAL, S.A.
Boulevard Andrews, Albrook,
Panama City, REP. DE
PANAMA
TEL: 315-0101
PARAGUAY
Distribuidora De
Instrumentos Musicales
J.E. Olear y ESQ. Manduvira
Asuncion PARAGUAY
TEL: (595) 21 492147
PERU
Audionet
Distribuciones Musicales SAC
Juan Fanning 530
Miraflores
Lima - Peru
TEL: (511) 4461388
NORWAY
Roland Scandinavia Avd.
Kontor Norge
Lilleakerveien 2 Postboks 95
Lilleaker N-0216 Oslo
NORWAY
TEL: 2273 0074
POLAND
MX MUSIC SP.Z.O.O.
UL. Gibraltarska 4.
PL-03664 Warszawa POLAND
TEL: (022) 679 44 19
PORTUGAL
Roland Iberia, S.L.
Portugal Office
Cais das Pedras, 8/9-1 Dto
4050-465, Porto, PORTUGAL
TEL: 22 608 00 60
ROMANIA
FBS LINES
Piata Libertatii 1,
535500 Gheorgheni,
ROMANIA
TEL: (266) 364 609
RUSSIA
MuTek
3-Bogatyrskaya Str. 1.k.l
107 564 Moscow, RUSSIA
TEL: (095) 169 5043
SPAIN
Roland Iberia, S.L.
Paseo Garc a Faria, 33-35
08005 Barcelona SPAIN
TEL: 93 493 91 00
SWEDEN
Roland Scandinavia A/S
SWEDISH SALES OFFICE
Danvik Center 28, 2 tr.
S-131 30 Nacka SWEDEN
TEL: (0)8 702 00 20
SWITZERLAND
Roland (Switzerland) AG
Landstrasse 5, Postfach,
CH-4452 Itingen,
SWITZERLAND
TEL: (061) 927-8383
UKRAINE
TIC-TAC
Mira Str. 19/108
P.O. Box 180
295400 Munkachevo,
UKRAINE
TEL: (03131) 414-40
UNITED KINGDOM
Roland (U.K.) Ltd.
Atlantic Close, Swansea
Enterprise Park, SWANSEA
SA7 9FJ,
UNITED KINGDOM
TEL: (01792) 702701
BAHRAIN
Moon Stores
No.16, Bab Al Bahrain Avenue,
P.O.Box 247, Manama 304,
State of BAHRAIN
TEL: 17 211 005
CYPRUS
Radex Sound Equipment Ltd.
17, Diagorou Street, Nicosia,
CYPRUS
TEL: (022) 66-9426
IRAN
MOCO INC.
No.41 Nike St., Dr.Shariyati Ave.,
Roberoye Cerahe Mirdamad
Tehran, IRAN
TEL: (021) 285-4169
ISRAEL
Halilit P. Greenspoon & Sons
Ltd.
8 Retzif Ha’aliya Hashnya St.
Tel-Aviv-Yafo ISRAEL
TEL: (03) 6823666
TRINIDAD
AMR Ltd
Ground Floor
Maritime Plaza
Barataria Trinidad W.I.
TEL: (868)638 6385
URUGUAY
Todo Musica S.A.
Francisco Acuna de Figueroa
1771
C.P.: 11.800
Montevideo, URUGUAY
TEL: (02) 924-2335
VENEZUELA
Instrumentos Musicales
Allegro,C.A.
Av.las industrias edf.Guitar
import
#7 zona Industrial de Turumo
Caracas, Venezuela
TEL: (212) 244-1122
AUSTRIA
Roland Elektronische
Musikinstrumente HmbH.
Austrian Office
Eduard-Bodem-Gasse 8,
A-6020 Innsbruck, AUSTRIA
TEL: (0512) 26 44 260
BELGIUM/FRANCE/
HOLLAND/
LUXEMBOURG
Roland Central Europe N.V.
Houtstraat 3, B-2260, Oevel
(Westerlo) BELGIUM
TEL: (014) 575811
CZECH REP.
K-AUDIO
Kardasovska 626.
CZ-198 00 Praha 9,
CZECH REP.
TEL: (2) 666 10529
DENMARK
Roland Scandinavia A/S
Nordhavnsvej 7, Postbox 880,
DK-2100 Copenhagen
DENMARK
TEL: 3916 6200
FINLAND
Roland Scandinavia As, Filial
Finland
Elannontie 5
FIN-01510 Vantaa, FINLAND
TEL: (0)9 68 24 020
GERMANY
Roland Elektronische
Musikinstrumente HmbH.
Oststrasse 96, 22844
Norderstedt, GERMANY
TEL: (040) 52 60090
GREECE
STOLLAS S.A.
Music Sound Light
155, New National Road
Patras 26442, GREECE
TEL: 2610 435400
HUNGARY
Roland East Europe Ltd.
Warehouse Area DEPO Pf.83
H-2046 Torokbalint,
HUNGARY
TEL: (23) 511011
IRELAND
Roland Ireland
G2 Calmount Park, Calmount
Avenue, Dublin 12
Republic of IRELAND
TEL: (01) 4294444
ITALY
Roland Italy S. p. A.
Viale delle Industrie 8,
20020 Arese, Milano, ITALY
TEL: (02) 937-78300
JORDAN
AMMAN Trading Agency
245 Prince Mohammad St.,
Amman 1118, JORDAN
TEL: (06) 464-1200
KUWAIT
EASA HUSAIN AL-YOUSIFI
& SONS CO.
Abdullah Salem Street,
Safat, KUWAIT
TEL: 243-6399
LEBANON
Chahine S.A.L.
Gerge Zeidan St., Chahine
Bldg., Achrafieh, P.O.Box: 16-
5857
Beirut, LEBANON
TEL: (01) 20-1441
OMAN
TALENTZ CENTRE L.L.C.
P.O. BOX 37, MUSCAT,
POSTAL CODE 113
TEL: 931-3705
QATAR
Al Emadi Co. (Badie Studio &
Stores)
P.O. Box 62, Doha, QATAR
TEL: 4423-554
SAUDI ARABIA
aDawliah Universal
Electronics APL
Corniche Road, Aldossary
Bldg., 1st Floor, Alkhobar,
SAUDI ARABIA
P.O.Box 2154, Alkhobar 31952
SAUDI ARABIA
TEL: (03) 898 2081
SYRIA
Technical Light & Sound
Center
Rawda, Abdul Qader Jazairi St.
Bldg. No. 21, P.O.BOX 13520,
Damascus, SYRIA
TEL: (011) 223-5384
TURKEY
Ant Muzik Aletleri Ithalat Ve
Ihracat Ltd Sti
Siraselviler Caddesi
Siraselviler Pasaji No:74/20
Taksim - Istanbul, TURKEY
TEL: (0212) 2449624
U.A.E.
Zak Electronics & Musical
Instruments Co. L.L.C.
Zabeel Road, Al Sherooq Bldg.,
No. 14, Grand Floor, Dubai,
U.A.E.
TEL: (04) 3360715
CANADA
Roland Canada Music Ltd.
(Head Office)
5480 Parkwood Way
Richmond B. C., V6V 2M4
CANADA
TEL: (604) 270 6626
Roland Canada Music Ltd.
(Toronto Office)
170 Admiral Boulevard
Mississauga On L5T 2N6
CANADA
TEL: (905) 362 9707
U. S. A.
Roland Corporation U.S.
5100 S. Eastern Avenue
Los Angeles, CA 90040-2938,
U. S. A.
TEL: (323) 890 3700
ASIA
AFRICA
AUSTRALIA/
NEW ZEALAND
EUROPE
CENTRAL/LATIN
AMERICA
MIDDLE EAST
NORTH AMERICA
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen 89/336/EEC en LVD 73/23/EEC.
Voor EU-Landen
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
Cet appareil num rique de la classe B respecte toutes les exigences du R glement sur le mat riel brouilleur du Canada.
NOTICE
AVIS
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the
FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential
installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee
that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or
television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the
interference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.
— Increase the separation between the equipment and receiver.
— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
(1) This device may not cause harmful interference, and
(2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.
This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
217


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Roland AT 45 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Roland AT 45 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 11,82 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Roland AT 45

Roland AT 45 User Manual - English - 228 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info