Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van ROLAND
CORPORATION gereproduceerd worden.
Roland, GS, SuperNATURAL, VIMA en VIMA TUNES zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Roland Corporation in de
Verenigde Staten van Amerika en/of andere landen.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (p.8) en ‘BELANGRIJKE
OPMERKINGEN’ (p.10). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikers-
handleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er
later aan kunt refereren.
4
Snelle start
De klanken uitproberen
Laten we eens verschillende instrumentale klanken proberen te spelen.
Geluid produceren
On
O
3. Terwijl u op het klavier speelt, gebruikt u
de [Master Volume] knop om het volume
bij te stellen.
2. Druk op de [Power]
schakelaar om de stroom
aan te zetten.
1. Aansluitingen maken.
Sluit de adapter en koptelefoon
(apart verkrijgbaar) aan (p.23).
Adapter
Koptelefoon
123
MEMO
• U kunt ook (apart verkrijgbare) luidsprekers aansluiten en de klank van de ATELIER via luidsprekers beluisteren (p.23).
• Als een voetklavier (PK serie, apart verkrijgbaar) of een expressiepedaal (apart verkrijgbaar) is aangesloten, gebruikt u de [Master Volume]
knop en het expressiepedaal om het volume bij te stellen (p.55).
Pianoklanken op het onderste klavier spelen
Upper keyboard
Lower keyboard
Pedalboard klank
Lower keyboard klank
Upper keyboard klank
Speel op het onderste klavier.
De pianoklank zal te horen zijn.
4. Druk op de Lower [Piano] knop om de pianoklank te selecteren.
21
MEMO
• U kunt voor elk klavier (bovenste, onderste en pedaal) een andere klank kiezen (p.28).
Als u een pedaalklavier wilt gebruiken, moet u het aansluiten (PK serie, apart verkrijgbaar) (p.24).
• U kunt de [Others] knop gebruiken om een verscheidenheid aan klanken, zoals viool of uit, te selecteren (p.30).
Wat is een klank?
Op de ATELIER kunnen de geluiden van verschillende instrumenten worden gespeeld. Deze geluiden worden ‘klanken’ genoemd.
5
Snelle start
Spelen met ritmes
Hier ziet u, hoe u tijdens het spelen naar ritmes in verschillende stijlen kunt luisteren.
2. Druk op de Rhythm knop om
de gewenste ritmegroep te
selecteren (p.58).
4. Speel mee met het ritme.
1. Hier ziet u, hoe u tijdens het spelen
naar ritmes in verschillende stijlen
kunt luisteren.
1
2
3. Druk op de [Start/Stop] knop om
het ritme te laten beginnen.
3
4
Druk nogmaals op de [Start/Stop] knop
om het ritme te stoppen.
MEMO
U kunt de Tempo [] [] knoppen
gebruiken om het tempo van het
ritme te veranderen.
MEMO
U kunt ook een intro of einde aan het ritme toevoegen (p.60).
6
Snelle start
Klanken en ritmes met één enkele knop oproepen
Hier ziet u, hoe instellingen voor klanken en ritmes opgeroepen kunnen worden door slechts één knop in te drukken.
Klanken en andere paneelinstellingen oproepen
1. Druk op één van de registratieknoppen [1]-[8] en laat deze direct weer los.
De klanken en andere paneelinstellingen worden opgeroepen.
1
Klanken en andere paneelinstellingen alsmede ritme en tempo oproepen
2. Druk op één van de registratieknoppen [1]-[8] en houd deze enkele seconden ingedrukt.
De paneelinstellingen alsmede de ritme-instellingen worden opgeroepen.
1
Enkele seconden ingedrukt houden
MEMO
De instellingen van uw favoriete klanken en ritmes kunnen in een registratieknop worden opgeslagen (p.67).
Wat zijn ‘paneelinstellingen’?
‘Paneelinstellingen zijn instellingen die u maakt wanneer een klank wordt geselecteerd of als het tempo, de snelheid van het Rotary-
eect enz. met gebruik van het ATELIER paneel wordt ingesteld.
Wat is een registratie?
Met de ATELIER kunt u de instellingen van klanken, ritmes, enz. met één druk op de knop oproepen. Als u een verzameling van dat
soort instellingen opslaat, wordt die opgeslagen verzameling een ‘registratie’ genoemd. (p.66).
7
Snelle start
Met een song meespelen
Hier ziet u, hoe één van de ingebouwde ATELIER songs wordt afgespeeld, en u met de song kunt meespelen.
2. Gebruik de Value [-] [+]
knoppen om een song te
selecteren.
4. Speel met de song mee.
1. Druk op de [Song] knop.
1
2
3. Druk op de [Play/Stop] knop om de
song af te spelen.
3
4
Druk nogmaals op de [Start/Stop] knop om de
song te stoppen.
MEMO
U kunt ook songs van een USB-geheugen of een CD afspelen (p.88, p.109).
8
WAARSCHUWING
Maak het apparaat of de adapter niet open en voer geen
interne modicaties uit.
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het
apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specieke
instructies in de handleiding staan). Laat al het onderhoud
aan een handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum of een erkende Roland distributeur over. Deze zijn
op de ‘Informatie’ pagina te vinden.
Het apparaat mag nooit geïnstalleerd worden op locaties die
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld
direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij
een warmtekanaal of bovenop warmte genererende
apparatuur) of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of natte
vloeren hebben, of
• aan stoom of rook blootstaan, of
• aan zout blootstaan, of
• aan regen blootstaan of die
• stog of zanderig zijn of
• aan een hoge mate van vibratie en schokken onderhevig
zijn.
Dit apparaat dient alleen met een door Roland aanbevolen
standaard te worden gebruikt.
Wanneer het apparaat met een door Roland aanbevolen
standaard wordt gebruikt, moet de standaard zorgvuldig
worden geplaatst zodat deze waterpas staat en stabiel zal
blijven. Als u geen standaard gebruikt, moet u toch zorgen
dat de locatie waar u het apparaat plaatst een waterpas
oppervlak heeft dat het apparaat goed ondersteunt, zodat
het niet kan wiebelen.
WAARSCHUWING
Gebruik alleen de adapter die bij het apparaat hoort.
Controleer ook of het lijnvoltage met het ingangsvoltage
overeenkomt, dat op de behuizing van de adapter wordt
vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit
gebruiken of op een ander voltage zijn ontworpen. Het
gebruik daarvan kan derhalve tot schade, storingen of
elektrische schok leiden.
Gebruik alleen het aan het apparaat bevestigde netsnoer.
Ook mag het bijbehorende netsnoer niet met een ander
apparaat worden gebruikt.
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er
geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer
beschadigen, elementen kunnen afbreken en kortsluiting
kan ontstaan. Beschadigde snoeren brengen risico’s van
brand en schok met zich mee!
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met
een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan
geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies
kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet gedurende
langere tijd op een hoog of oncomfortabel volumeniveau.
Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in
de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een
oorarts raadplegen.
Plaats geen houders die vloeistof bevatten op dit product.
Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten, snoeren) of vloeistoen (water, frisdrank)
in het apparaat terechtkomen. Dit kan tot kortsluiting,
verkeerde werking of andere storingen leiden.
2
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
001
•Lees de instructies en de gebruiksaanwijzing goed
3. Druk op de [Play/Stop] knop om het afspelen van de demosong te laten beginnen.
Als de geselecteerde demosong eindigt, zal de volgende demosong gespeeld worden.
4. Om in het midden van de song te stoppen met afspelen, drukt u op de [Play/Stop] knop.
5. Druk de [Registration] en [Media] knoppen tegelijk in, om het demonstratiescherm te verlaten.
* Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal, voor andere doeleinden dan strikt privé-gebruik, is een overtreding van de
hierop toepasbare wetten.
* De data van de demosong die wordt gespeeld is niet beschikbaar via de MIDI Out aansluiting, USB (MIDI) aansluiting, en USB Memory aansluiting.
28
Spelen
Klanken selecteren (stemmen)
De ATELIER kan de klanken van verscheidene instrumenten produceren. Deze klanken worden ‘stemmen’ genoemd.
Over de stemmen en de Parts
De ATELIER is een tweemanuaal instrument. Deze twee manualen worden het ‘bovenste klavier’ en het ‘onderste klavier’ genoemd.
De stemmen van elk klavier zijn, volgens hun karakter, in een aantal Parts ondergebracht.
Het bovenste klavier heeft drie Parts: Upper Vintage Organ, Upper Organ en Upper Orchestral. Het onderste klavier heeft twee Parts: Lower Vintage
Organ en Lower.
Voor elk Part kunt u één stem selecteren, zodat u meerdere, gestapelde stemmen kunt spelen.
Op het bovenste en onderste klavier kunt u ook de stem van het Solo Part stapelen.
MEMO
Als u een voetklavier (PK serie, apart verkrijgbaar) heeft aangesloten, kunt u met het voetklavier spelen (p.24). Het voetklavier heeft twee Parts:
Pedal en Pedal Vintage Organ.
Upper Keyboard
Lower Keyboard
Upper Vintage OrganPedal Vintage OrganLower Vintage Organ
PedalLowerUpper OrganUpper Orchestral
Solo
KeyboardPart
Bovenste klavier
Upper Vintage Organ
Upper Organ
Upper Orchestral
Solo (deze stem klinkt alleen als de Solo [To Lower] knop is uitgedoofd).
Bovenste klavier
Lower
Lower Vintage Organ
Solo (deze stem klinkt alleen als de Solo [To Lower] knop verlicht is.
Pedal (deze stem klinkt alleen als de Pedal [To Lower] knop verlicht is of zet ‘Bass Split’ aan)
Voetklavier
Pedal
Pedal Vintage Organ
29
Spelen
Functies van de Voice knoppen
Elke keer dat u een Voice knop indrukt, wisselt zijn indicator tussen verlicht en niet verlicht af. Als de indicator van een Voice knop verlicht is, kan die
stem gespeeld worden.
Met uitzondering van de Pedal Bass knoppen, zijn twee stemmen uit dezelfde categorie aan elke knop toegewezen. Als een stem uit een andere
categorie wordt toegewezen, worden de stemnamen van de twee stemmen op de knop afgebeeld.
Deze twee stemmen zullen afwisselen, elke keer dat u op de [Alternate] knop drukt.
[Alternate] knopGeselecteerde stem
Niet verlichtDe stem die op de knop is gedrukt wordt geselecteerd.
Verlicht
Een andere stem, uit dezelfde categorie als de stem die op de knop is gedrukt, wordt geselecteerd.
Als een stem uit een andere categorie aan de knop wordt toegewezen, wordt de stem die op de onderste lijn van
die knop is gedrukt geselecteerd.
Een stem selecteren
1. Druk op één van de knoppen van een Part om een stem voor dat Part te selecteren.
De naam van de geselecteerde stem wordt enkele seconden weergegeven.
Als u naar de andere stem die aan die knop is toegewezen wilt overschakelen, drukt u op de [Alternate] knop.
MEMO
Normaalgesproken worden losse noten geproduceerd als het voetklavier wordt bespeeld. Als u meerdere noten gelijktijdig wilt spelen, kunt u de
manier waarop de Pedal Bass klinkt veranderen (p.93).
* Als de Voice knoppen niet verlicht zijn en de Vintage Organ stem uit is, zal er geen geluid te horen zijn als u op het klavier speelt.
* Als u op de Pedal [To Lower] knop (p.51) drukt, zodat zijn indicator is verlicht, zal de Pedal Bass stem op het onderste klavier te horen zijn. Deze is
niet op het voetklavier te horen.
Over solostemmen
Solostemmen laten alleen de hoogste noot, van de noten die op het bovenste klavier worden gespeeld, horen.
MEMO
• Voor het Solo Part kunt u stemmen (SuperNATURAL stemmen) die veel expressiviteit hebben selecteren (p.52).
• U kunt de manier waarop de solostem klinkt vrijelijk veranderen (p.92).
* Als u op de Solo [To Lower] knop (p.47) drukt, zodat zijn indicator verlicht is, zal de solostem op het onderste klavier te horen zijn. Deze is niet op
het bovenste klavier te horen.
30
Een stem van de [Others] knop selecteren
Ieder Part heeft een [Others] knop. Met gebruik van de [Others] knop kunt u andere stemmen dan orgel selecteren, zoals viool of uit.
1. Druk op de [Others] knop van het Part waarvoor u een stem wilt speciceren.
De naam van de stem verschijnt in het scherm.
2. Terwijl de naam van de stem in het scherm wordt getoond, gebruikt u de Value [-] [+] knoppen om de gewenste stem te
selecteren.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop knippert.
MEMO
• U kunt naar de stemgroep springen door de Menu [] [] knop in te drukken om de stem te selecteren.
• Om halverwege deze of elke andere procedure te stoppen, drukt u op de [Display/Exit] knop.
3. Druk nogmaals op de [Others] knop van het Part waarvan u de klank wilt instellen, om de stem te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop verandert van knipperend in constant verlicht.
MEMO
Voor details over de stemmen die met de [Others] knoppen geselecteerd kunnen worden, raadpleegt u de ‘Stem en ritmelijst’.
31
Spelen
Paneelinstellingen oproepen door een sleutelwoord te kiezen (Music Assistant)
De ATELIER bevat paneelinstellingen die geschikt zijn voor verscheidene bekende songs uit verschillende werelddelen.
Door een sleutelwoord te kiezen dat past bij het gevoel van de song, kunt u op gemakkelijke wijze een ritmebegeleiding en melodiestem oproepen.
Kies een sleutelwoord, en speel dan op het klavier.
1. Druk op de [Music Assistant] knop.
Het Music Assistant scherm verschijnt.
2. Met de Value [-] [+] of Menu [] [] knoppen kiest u een sleutelwoord.
De registratie [1]-4[] knoppen knipperen.
Paneelinstellingen en ritmes passend bij dat sleutelwoord worden in de registratieknoppen [1]-[4] opgeroepen.
3. Speel een akkoord op het onderste klavier.
Als u op het klavier speelt, wordt een intro gespeeld en dan begint het ritme.
4. Druk op de registratie [1]-[4] knoppen om de paneelinstellingen te veranderen.
5. Druk op de [Intro/Ending] knop of de [Start/Stop] knop om het ritme te stoppen.
6. Om de Music Assistant functie op te heen, drukt u op de [Music Assistant] knop, zodat de indicator uitdooft.
32
Orgelklanken creëren (Vintage Organ)
Met de Vintage Organ knop kunt u Vintage orgelklanken aan de Upper en Lower parts toevoegen.
Daarnaast kunt u ook de harmonische balken gebruiken om de geselecteerde klank naar wens te wijzigen.
De ATELIER heeft negen harmonische balken voor de Parts van het bovenste en onderste klavier, en twee harmonische balken voor het voetklavier
Part.
Aan elke harmonische balk is een klank van een andere footage (toonhoogte) toegewezen, en door deze klanken te stapelen kunt u een
verscheidenheid aan orgelklanken creëren.
Door de harmonische balken naar voren of naar achteren (in of uit) te schuiven, kunt u het volume van de verschillende footages aanpassen.
Het volume kan over negen stappen worden aangepast (0-8).
Als een harmonische balk helemaal is uitgetrokken (8), is het volume op zijn luidst. Als deze helemaal is ingedrukt (0), is er geen geluid.
MEMO
U kunt de harmonische balk van het Solo Part gebruiken om het volume van het Solo Part aan te passen.
Wat zijn de voeten?
‘Voeten’ is een uitdrukking die als maat van de lengte van de pijpen in een pijporgel begon.
De pijpen die de basis toonhoogte voor elke noot produceren (grondtoon), zijn ‘8 voet’ lang.
Daarom zou een pijp die een toonhoogte één octaaf lager dan de referentie van 8’ (acht voet) produceert, 16’ zijn. Voor een octaaf boven de
referentie zou de pijp 4’ zijn, en om de toonhoogte nog een octaaf hoger te maken, zou deze tot 2’ verkort worden.
Eén octaaf
lager
KwintGrond-
toon
8ste12e15e17e19e22ste
33
Spelen
Een Vintage orgelklank spelen
1. Druk op de Vintage Organ [On/O] knop, zodat de indicator oplicht.
Elke keer dat u op de knop drukt, wisselt de indicator tussen ON (verlicht) en OFF af.
The Vintage organ screen appears.
2. Verschuif de harmonische balken die u wilt horen.
Als een harmonische balk helemaal is uitgetrokken (8), is het volume op zijn luidst. Als deze helemaal is ingedrukt (0), is er geen geluid hoorbaar.
MEMO
De harmonische balk van het Solo Part past het volume van de stem die voor het Solo Part is geselecteerd aan.
* Glide en Sustain-eecten worden niet op de Vintage orgelklank toegepast.
Het geluid sprankelender maken (percussie)
Dit voegt een Attack geluid aan het begin van de noot toe, hetgeen het geluid sprankelender maakt.
1. Druk op de Percussion [4’] knop of de Percussion [2 2/3’] knop, zodat de indicator verlicht is.
Speel op het bovenste klavier, en u zult horen dat een Attack is toegevoegd.
KnopUitleg
Percussion [4’] knopPercussie een octaaf hoger
Percussion [2 2/3’] knopPercussie een octaaf en een kwint hoger
* De Percussion [4’] en Percussion [2 2/3’] knoppen zijn alleen geldig voor Vintage orgelklanken van het bovenste Part.
* Als de Percussion [4’] knop of de Percussion [2 2/3’] knop aan is, zal de 1’toonhoogte niet geproduceerd worden.
34
De snelheid waarop de percussie wegsterft aanpassen
U kunt de vervaltijd van de percussieklank verkorten.
1. Druk op de Percussion [Fast Decay] knop om tussen verlicht/niet verlicht van de indicator te schakelen.
Percussion [Fast Decay] knopUitleg
VerlichtDe percussieklank zal snel verdwijnen. De percussie heeft een scherpere Attack.
Niet verlichtDe percussieklank zal langzaam verdwijnen. De percussie heeft een mildere Attack.
De harmonische balk instellingen van het paneel gebruiken
Als u naar een andere registratie bent gegaan, zodat de Vintage Organ instellingen zijn veranderd, kunt u de Vintage Organ instellingen op de posities
van de harmonische balken op het paneel instellen.
1. Druk op [H-Bar Manual].
Het Part waarvan de indicator is verlicht, heeft de instellingen van de harmonische balk posities (instellingen) van het paneel.
Een eect aan het geluid toevoegen
U kunt een Vibrato of Choruseect aan de Vintage orgelstem toevoegen.
1. Druk op de [Vib/Cho] knop, zodat deze is verlicht.
De naam van het eect wordt enkele seconden getoond.
2. Terwijl de naam van het eect in het scherm wordt getoond, selecteert u met de Value [-] [+] knoppen het gewenste eect.
TypeUitleg
VibratoPast een Vibrato-eect op het geluid toe.
ChorusPast een Choruseect op het geluid toe.
MEMO
U kunt het Part waarop het Vibrato-eect of Choruseect wordt toegepast selecteren (p.92).
35
Spelen
De volumebalans aanpassen
Op de ATELIER kan de volumebalans individueel voor elk Part worden aangepast.
De volgende knoppen worden gebruikt om het volume van meerdere Parts aan te passen.
KnopPart
Accomp/SMF [
] [] knop
Automatische begeleiding (behalve bas)
Afspelen van songs van iets anders dan de ATELIER songs (bijvoorbeeld: SMF muziekbestanden)
Ritme uitvoering
Drums/SFX
Handmatige percussie
Pedal Level [
] [] knop
Pedaalstem
Basnoot van automatische begeleiding
1. De volumeniveaus van elk Part worden met gebruik van de corresponderende [] [] knoppen aangepast.
Het volume kan op elke waarde tussen 0 en 12 worden ingesteld.
Als de volumewaarde die in het scherm wordt getoond 0 is, zal dat Part geen geluid produceren.
U kunt ook op de [] knop of [] knop van het Part waarvan u het volume wilt aanpassen drukken, zodat het ‘Part Balance’ scherm enkele seconden
wordt weergegeven, en u de volumebalans kunt controleren.
BeeldschermPart
AcAccomp/SMF
PdPedal
LwLower
OrgUpper Organ
OchUpper Orchestral
SoSolo
MEMO
Vanuit het Part Balance scherm kunt u op de Menu [] knop drukken om naar het Accomp Part Balance scherm te gaan. In het Accomp Part
Balance scherm kunt u de volumebalans van alle begeleidingsgedeeltes van de Arranger aanpassen (p.96).
36
Naar een andere toonsoort transponeren (Key Transpose)
U kunt de toonsoort van een uitvoering transponeren, zonder dat de positie van uw vingers op het klavier hoeft te veranderen. Deze eigenschap wordt
‘Key Transpose’ genoemd.
U kunt bijvoorbeeld in de bekende C Majeur toonsoort spelen, terwijl uw muziek in de toonsoort van uw keuze zal klinken.
1. Druk op de Transpose [-] [+] knoppen.
Met elke druk op de Transpose [-] [+] knop wordt de toonsoort een halve toon getransponeerd.
De transpositiewaarde wordt in het scherm getoond.
Acceptabele waardes reiken van A
tot G (in stappen van halve tonen).
Als de toonhoogte is getransponeerd (iets anders dan C is), is de indicator van de Transpose [-] of [+] knop verlicht.
Als de toonhoogte niet getransponeerd is (als de toonsoort C is), is de indicator van de beide Transpose [-] [+] knoppen uitgedoofd.
MEMO
• Als u de Transpose [-] [+] knoppen tegelijk indrukt, kunt u de standaard instelling ‘C’ opnieuw instellen.
• U kunt de timing, waarop de transpositie-instellingen die in een Registratie zijn opgeslagen opgeroepen zullen worden, veranderen. Voor details
kijkt u bij ‘Registration Transpose Update (Trans. Update)’ (p.97).
37
Spelen
De toonhoogte in octaven transponeren (Octave Shift)
De toonhoogte van het geluid dat door het klavier wordt gespeeld, kan in stappen van octaven worden aangepast. Deze functie wordt ‘Octave Shift’
genoemd.
U kunt Octave Shift individueel voor de volgende Parts speciceren.
• Upper Organ Part
• Upper Orchestral Part
• Lower Part
• Pedal Part
• Solo Part
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu
[] [] knoppen om ‘Octave Shift’ te selecteren.
3. Druk op de [Utility] knop.
4. Druk op de Menu
[] [] knoppen om een Part waarop u Octave Shift wilt toepassen te selecteren.
PartUpper Organ, Upper Orch, Lower, Pedal, Solo
5. Gebruik de Value [-] [+] knoppen om de hoeveelheid verschuiving in te stellen.
De waarde kan binnen een reeks van +/- drie octaven worden ingesteld.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u een aantal malen op de [Display/Exit] knop.
MEMO
Door de [Utility] knop ingedrukt te houden en de Menu [] [] knoppen te gebruiken, kunt u naar bewerkingsschermen voor het Reverbeect
(p.41) en Sustain-eect (p.40) van hetzelfde Part springen.
* Merk op dat als u de Octave Shift functie op bepaalde stemmen toepast, de toonhoogte zich voorbij de aanbevolen notenreeks kan uitstrekken,
waardoor deze stemmen anders dan verwacht kunnen klinken. Wees voorzichtig met het gebruik van Octave Shift.
38
Eecten aan een stem toevoegen
Met de ATELIER kunt u verscheidene eecten op de klanken die u op het klavier speelt toepassen.
Harmonie aan een melodie toevoegen (Harmony Intelligence)
Een harmonie, passend bij het akkoord dat u op het onderste klavier speelt, kan aan de hoogste noot die op het bovenste klavier wordt gespeeld
worden toegevoegd. Deze functie wordt ‘Harmony Intelligence’ genoemd.
Als u op de [Harmony Intelligence] knop drukt, zal de stem die het meest geschikt is voor de geselecteerde Harmony Intelligence automatisch
geselecteerd worden.
1. Druk op de [Harmony Intelligence] knop (indicator licht op).
Elke keer dat u op een [Harmony Intelligence] knop drukt, wisselt de indicator tussen ON (verlicht) en OFF (uit) af.
Het type Harmony Intelligence veranderen
De ATELIER voorziet in 18 Harmony Intelligence types.
Als u op de [Harmony Intelligence] knop drukt, worden de meest geschikte stemmen automatisch ingesteld. De manier waarop noten klinken is ook
afhankelijk van het Harmony type.
1. Druk op de [Harmony Intelligence] knop (indicator licht op).
2. Terwijl de Harmony Intelligence naam in het scherm wordt getoond, gebruikt u de Value [-] [+] knoppen om de Harmony
Intelligence te selecteren.
De indicator van de [Harmony Intelligence] knop knippert.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
3. Druk nogmaals op de [Harmony Intelligence] knop.
De indicator van de [Harmony Intelligence] knop licht op, en de Harmony Intelligence wordt bevestigd.
Harmony Intelligence types:
TypeSolo stemHoogste stem
Aantal noten
van de harmonie
BIG BAND Trumpet Flugel Horn 5
STRINGS Strings 1 Strings 54
BLOCKVibraphoneNatural Piano5
TRADITIONAL* Huidig geselecteerde klank3
HARP —Harp 2
COMBO Clarinet Trombone 3
JAZZ SCAT Jazz Scat Jazz Scat 4
COUNTRYFull Organ1Jazz Guitar3
BROADWAY Celesta Theater Or.13
OCTAVE 1* Huidig geselecteerde klank2
OCTAVE 2* Huidig geselecteerde klank2
1 NOTE*Huidig geselecteerde klank2
3 NOTES*Huidig geselecteerde klank4
BIG BAND* Huidig geselecteerde klank5
STRINGS* Huidig geselecteerde klank4
BLOCK*Huidig geselecteerde klank5
JAZZ SCAT* Huidig geselecteerde klank4
BROADWAY* Huidig geselecteerde klank3
* Voor types die met ‘*’ worden aangegeven zal
de op dat moment geselecteerde stem worden
geselecteerd.
* Harmonieën worden alleen aan de hoogste stem
toegevoegd.
MEMO
Harpachtige Harmony Intelligence zal niet klinken
via de toetsen die u speelt. Speel een akkoord
met uw linkerhand op het onderste klavier, en
speel een glissando met uw rechterhand op het
bovenste klavier. Een prachtig harp glissando zal
geproduceerd worden.
39
Spelen
Modulatie aan het geluid toevoegen (Rotary-eect)
Rotary is een eect dat het geluid van roterende luidsprekers simuleert.
U kunt uit twee instellingen kiezen: Fast (snel) en Slow (langzaam).
1. Selecteer de stem waarop u het Rotary-eect wilt toepassen.
2. Druk op de Rotary Sound [On/O] knop (controleer of de indicator verlicht is).
Het Rotary-eect zal op de stem worden toegepast.
3. Druk op de Rotary Sound [On/O] knop om tussen Rotary Fast (verlicht) en Rotary Slow (niet verlicht) te schakelen.
Rotary Sound [Fast/Slow] knopEect
Verlicht (snel)Het eect dat wordt verkregen is gelijk aan luidsprekers die snel worden rondgedraaid.
Niet verlicht (langzaam)Eect dat de langzame rotatie van luidsprekers simuleert.
Als u het Rotary-eect van ‘Fast’ naar Slow’ schakelt, zal de modulatie geleidelijk langzamer worden. Als u van ‘Slow’ naar ‘Fast’ schakelt, zal de
modulatie geleidelijk sneller worden.
MEMO
• De functie van de Rotary Sound [Fast/Slow] knop kan aan de voetschakelaar van het voetklavier (PK serie, apart verkrijgbaar) worden toegewezen
(p.93).
• Voor details van stemmen waarop het Rotary-eect toegepast kan worden, kijkt u in de ‘Lijst van stemmen en ritmes’.
40
Resonantie aan het geluid toevoegen (Sustain-eect)
Met Sustain kunt u een Sustain-eect of Decay aan elke stem toevoegen, nadat de toetsen zijn losgelaten.
Het Sustain-eect kan gelijktijdig aan de Upper (behalve het Solo Part), Lower en Pedal stemmen worden toegevoegd.
* Het Sustain-eect wordt niet op het Solo Part en de Vintage Organ Part stem toegepast.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [
] [] knoppen om de ‘Sustain’ te selecteren.
3. Druk op de [Utility] knop.
4. Druk op de Menu [
] [] knoppen om het gewenste Part te selecteren.
PartUpper, Lower, Pedal
5. Druk op de Value [-] [+] knoppen om ON of OFF in te stellen.
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
MEMO
Door de [Utility] knop ingedrukt te houden en de Menu [] [] knoppen te gebruiken, kunt u naar bewerkingsschermen voor de Octave Shift
(p.37) en Reverbeect (p.41) van hetzelfde Part springen.
De lengte van de Sustain veranderen
De lengte van de Sustain kan voor elk klavier onafhankelijk worden ingesteld.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [
] [] knoppen om de ‘Sustain’ te selecteren.
3. Druk op de [Utility] knop.
4. Druk op de Menu [
] [] knoppen om de ‘Length’ te selecteren.
5. Druk op de Menu [] [] knoppen om het Part, waarvan u de lengte van de Sustain wilt aanpassen, te selecteren.
PartUpper, Lower, Pedal
6. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de instelling aan te passen.
InstellingenSHORT, MIDDLE, LONG
Om naar het basisscherm terug keren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
41
Spelen
Weerkaatsing aan het geluid toevoegen (Reverbeect)
Reverb is een eect dat een gevoel van ruimtelijkheid aan het geluid toevoegt, en de illusie van het spelen in een concertzaal creëert.
1. Druk op de Reverb [] [] knoppen om de algehele hoeveelheid Reverb aan te passen.
Als u op de Reverb [] knop drukt, wordt aanvullende Reverb toegepast. Als de Reverb [] knop wordt ingedrukt, zal het Reverb niveau afnemen.
Als u op de Reverb [
] [] knoppen drukt, zal het Reverb niveau in het scherm worden getoond.
Het Reverbtype veranderen
Door de weerkaatsingen van de noten te veranderen, kunt u genieten van de atmosfeer die u tegenkomt als u op verschillende soorten locaties speelt.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [
] [] knoppen om ‘Reverb’ te selecteren.
3. Druk op de [Utility] knop.
4. Druk op de Menu [
] [] knoppen om ‘Reverb Type’ te selecteren.
5. Druk op de Value [-] [+] knoppen om een Reverbtype te selecteren.
TypeUitleg
ROOM 1Weerkaatsing van een kleine kamer.
ROOM 2Weerkaatsing van een kleine club.
ROOM 3Weerkaatsing van een grote kamer.
HALL 1Weerkaatsing van een grote concertzaal.
HALL 2Weerkaatsing van een kleine concertzaal.
SMALL CHURCHDe weerkaatsing van een kleine kerk.
LARGE CHURCHDe weerkaatsing van een grote kerk.
CATHEDRALDe weerkaatsing van een kathedraal.
PLATEEen heldere, metaalachtige weerkaatsing.
DELAYEen echoachtige klank die meerdere malen wordt herhaald.
PAN DELAYGelijk aan dat hierboven, maar hier wordt het geluid tussen de linker en rechter luidsprekers gepanned.
Om naar het basisscherm terug keren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
42
Het muurtype veranderen
Door het type Reverb te veranderen, kunt u genieten van het gevoel van het spelen op verschillende soorten locaties, en door het muurtype (materiaal
van de muur) te veranderen, kunt u de manier waarop de weerkaatsing optreedt verder aanpassen.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [
] [] knoppen om ‘Reverb’ te selecteren.
3. Druk op de [Utility] knop.
4. Druk op de Menu [
] [] knoppen om ‘Wall Type’ te selecteren.
5. Druk op de Value [-] [+] knoppen om een Reverbtype te selecteren.
6. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de instelling aan te passen.
InstellingenUitleg
0–10, AUTO (Accomp, Rhythm, A.Bass)Als de waarde toeneemt, neemt de hoeveelheid Reverb-eect toe.
Voor de drie Parts van Accomp, Rhythm en A.Bass heeft u de mogelijkheid om de ‘AUTO’ instelling te selecteren. Parts waarvoor ‘AUTO’ is geselecteerd
worden op de Reverbdiepte die het meest geschikt is voor het op dat moment geselecteerde ritme ingesteld.
Om naar het basisscherm terug keren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
MEMO
Door de [Utility] knop ingedrukt te houden en de Menu [] [] knoppen te gebruiken, kunt u naar bewerkingsschermen voor de Octave Shift
(p.37) en Sustain-eect (p.41) van hetzelfde Part springen.
43
Spelen
Het geluid laten vervormen (Overdrive-eect)
Het Overdrive-eect vervormt het geluid.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Gebruik de Menu [
] [] knoppen om ‘Overdrive’ te selecteren.
3. Gebruik Value [-] [+] om de hoeveelheid vervorming aan te passen.
InstellingenInstellingen
0–12Met hogere waardes wordt het Overdrive-eect sterker toegepast.
Om naar het basisscherm terug keren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
MEMO
Voor details over stemmen waarop het Overdrive-eect toegepast kan worden kijkt u in de ‘Lijst van stemmen en ritmes’.
44
De D Beam Controller gebruiken om het geluid te wijzigen
Door uw hand boven de D Beam Controller op het voorpaneel te plaatsen, kunt u het geluid gemakkelijk wijzigen of geluidseecten produceren.
Dit is een handige manier om live optredens nog expressiever te maken.
1. Druk op de D Beam [Pitch], [Filter] of [Volume] knop, zodat de indicator verlicht is.
Als de knop wordt ingedrukt, schakelt de verlichtingsstatus van de indicator tussen verlicht (rood), verlicht (groen) en niet verlicht. Verander de kleur
van de knop indicator om het gewenste eect te selecteren.
KnopIndicator kleurUitleg
[Pitch] knop
Rood
Verandert de toonhoogte van de klanken die u op het bovenste klavier speelt (Pitch
Bend).
GroenEen basdrum en een bekken zullen klinken.
[Volume] knop
Rood
Verandert het klankkarakter van de klanken die u op het bovenste klavier speelt.
Bij sommige klanken is de klankverandering moeilijk op te merken.
GroenHet bekken wordt geleidelijk sterker aangeslagen.
[Volume] button
Rood Verandert het volume van de klanken die u op het bovenste klavier speelt.
GroenDe klank van een windklokkenspel wordt geproduceerd.
2. Plaats uw hand boven de D Beam Controller.
Het eect dat aan de D Beam Controller is toegewezen wordt op de klank toegepast.
3. Om de D Beam Controller uit te schakelen, drukt u een aantal malen op de knop die u bij stap 1 indrukte, totdat de indicator
uitdooft.
Eectief bereik van de D Beam Controller
De illustratie aan de rechterkant toont het eectieve bereik van de D Beam Controller. Als u uw hand buiten deze
reeks beweegt, wordt er geen eect geproduceerd.
Het eectieve bereik van de D Beam Controller neemt drastisch af in sterk zonlicht. Wees hiervan bewust wanneer
de D Beam Controller buiten wordt gebruikt.
MEMO
De gevoeligheid van de D Beam Controller varieert, afhankelijk van de helderheid van de omgeving. Als deze niet
naar verwachting werkt, kunt u de gevoeligheid opnieuw aanpassen. Verhoging van de gevoeligheidswaarde van
de D Beam Controller (p.94) maakt deze gevoeliger.
45
Spelen
Het onderste klavier eectief gebruiken
U kunt het onderste klavier in twee of meer secties verdelen, en solostemmen spelen, de pedaalbas stem spelen of meerdere toepassingen
combineren voor nog meer veelzijdigheid.
De volgende toepassingen zijn onder andere mogelijk.
Het onderste klavier gebruiken om de solostem te spelen
Druk op de Solo [To Lower] knop in de Solo sectie om de solostem op het onderste klavier te spelen (p.48).
Drums/SFX
Manual Percussion
Bass
Lower
Solo
Het onderste klavier gebruiken om het basgedeelte handmatig te spelen
Zet ‘Bass Split’ op ‘ON’ om de Pedal Bass stem op het onderste klavier te spelen (p.48).
Drums/SFX
Manual Percussion
Bass
Lower
Solo
Het onderste klavier gebruiken om drumklanken of geluidseecten te spelen
Druk op de [Manual Percussion] knop om drumklanken of geluidseecten met de Lower stem op het onderste klavier te spelen (p.49).
Drums/SFX
Manual Percussion
Bass
Lower
Solo
Drumklanken over het volledige klavier spelen
Druk op de [Drums/SFX] knop (p.50).
Drums/SFX
Manual Percussion
Bass
Lower
Solo
46
Het onderste klavier gebruiken om drumklanken en solostem te spelen
Druk op de [Drums/SFX] knop, en druk dan op de Solo [To Lower] knop (p.47, p.50).
Drums/SFX
Manual Percussion
Bass
Lower
Solo
Door de combinatie van stemmen die op het onderste klavier worden gespeeld te veranderen, en door het solo splitspunt (p.47) en bas splitspunt
(p.48) te veranderen, kunt u de volgende structuren creëren.
Drums/SFX
Manual Percussion
Bass
Lower
Solo
Drums/SFX
Manual Percussion
Bass
Lower
Solo
Drums/SFX
Manual Percussion
Bass
Lower
Solo
47
Spelen
De solostem op het onderste klavier spelen (Solo To Lower)
Normaalgesproken is de solostem op het bovenste klavier te horen.
Met gebruik van de Solo [To Lower] knop kunt u de solostem in het rechterhandgedeelte van het onderste klavier, waarin de B4 toets valt, spelen.
De status waarin het klavier op deze manier is verdeeld wordt ‘Split’ genoemd, en de locatie waarop het klavier is verdeeld om de solostem op het
onderste klavier te spelen wordt het ‘solo splitspunt’ genoemd.
1. Druk op een Voice knop van het Solo Part om de stem die u wilt spelen te selecteren (p.29).
2. Druk op de Solo [To Lower] knop (indicator licht op).
Als u op het onderste klavier speelt, zal de solostem in de regio rechts van het solo splitspunt klinken.
Solostem
Solo splitspunt
Onderste klavier
3. Om de Solo Split uit te schakelen, drukt u op de Solo [To Lower] knop (indicator dooft uit).
De solostem is niet langer op het onderste klavier hoorbaar. De solostem wordt nu op het bovenste klavier gespeeld.
* Als de Solo [To Lower] op ON staat, is de solostem niet vanaf het bovenste klavier te horen.
MEMO
• U kunt de manier waarop de solostem zal klinken veranderen (p.92).
• U kunt het solo splitspunt aanpassen (p.92).
48
Het onderste klavier gebruiken om de basstem te spelen (Bass Split)
Met gebruik van de ‘Bass Split’ functie kunt u de basstem aan de kant van de linkerhand (waarbinnen C3 valt) op het onderste klavier spelen.
De locatie waarop het klavier op deze manier is verdeeld om de pedaalbasstem te spelen, wordt het ‘bas splitspunt’ genoemd.
1. Selecteer een pedaalbasstem (p.29).
2. Druk op de [Utility] knop.
3. Druk op de Menu [
] [] knoppen om ‘Bass Split’ te selecteren.
4. Gebruik de Value [-] [+] knoppen om ‘Bass Split’ aan te zetten.
Als u op het onderste klavier speelt, zal de pedaalbasstem in de reeks links van (en met inbegrip van) de bas splitspunt noot klinken.
Pedaalbasstem
Bas splitspunt
Onderste klavier
Om naar het basisscherm terug te keren, drukt u op de [Utility] knop.
* Het is niet mogelijk om de ‘Bass Split’ functie en Pedal [To Lower] knoppen gelijktijdig te selecteren en te spelen (p.51).
* Als de ‘Bass Split’ functie aan is, is de pedaalbasstem niet via het voetklavier te horen. De pedaalbasstem is via het onderste klavier te horen.
MEMO
U kunt het bas splitspunt aanpassen (p.92).
49
Spelen
Een Lower stem met percussie-instrumentklanken en een Voice Phrase spelen (Manual
Percussion)
U kunt verscheidene drumklanken en geluidseecten spelen, met gebruik van de onderste 15 toetsen van het onderste klavier. Dit is handig als u de
Lower stem samen met drumklanken of geluidseecten wilt spelen.
De toetsen voor drumklanken
of geluidseecten
15 toetsen
Onderste klavier
1. Druk op de [Manual Percussion] knop (indicator licht op).
De knop wisselt tussen ON (verlicht) en OFF (donker) af, elke keer dat deze wordt ingedrukt.
Het Manual Percussion scherm wordt enkele seconden weergegeven.
* Het is niet mogelijk om zowel de [Drums/SFX] en de [Manual Percussion] knoppen gelijktijdig te selecteren en spelen (p.50).
2. Als u de onderste 15 toetsen van het onderste klavier bespeelt, wordt de gekozen drumklank op elke toets gespeeld.
De handmatige percussiesets veranderen
U kunt uit zeven verschillende handmatige percussiesets kiezen.
Als u de handmatige percussieset verandert, zal de klank die door de 15 laagste toetsen op het onderste klavier wordt gespeeld veranderen.
1. Druk op de [Manual Percussion] knop (indicator licht op).
Het Manual Percussion scherm wordt enkele seconden weergegeven.
2. Terwijl het Manual Percussion scherm wordt weergegeven, gebruikt u de Value [-] [+] knoppen om de gewenste handmatige
percussieset te selecteren.
De indicator van de [Manual Percussion] knop begint te knipperen.
Handmatige percussiesetPERC SET 1, PERC SET 2, ORCHESTRA SET, LATIN SET, ASIAN SET, VOICE PHRASE, SFX SET
3. Terwijl het Manual Percussion scherm wordt weergegeven, gebruikt u de Value [-] [+] knoppen om de gewenste handmatige
percussieset te selecteren.
De indicator van de [Manual Percussion] knop begint te knipperen.
50
Drums over het volledige klavier spelen (Drums/SFX)
U kunt het onderste klavier gebruiken om verscheidene drumklanken te spelen (drum set). In dit geval zijn de Lower stemmen niet meer te horen.
1. Druk op de [Drums/SFX] knop (indicator licht op).
Speel op het onderste klavier en luister naar de verschillende drumklanken op elke toets.
Elke keer dat de [Drums/SFX] knop wordt ingedrukt, verandert deze afwisselend in aan (veerlicht) en uit.
* Bij sommige drumsets zijn er toetsen die geen geluid voortbrengen.
De Drums/SFX set veranderen
Voor de drumset kunt u uit 18 types drumsets kiezen. Als u de drumset verandert, zal de klank die door elke noot wordt geproduceerd veranderen.
1. Druk op de [Drums/SFX] knop (indicator licht op).
De Drums/SFX wordt enkele seconden weergegeven.
2. Als de naam van de drumset in het scherm wordt getoond, drukt u op de Value [-] [+] knoppen om een drumset of geluidseect
set te selecteren.
De indicator van de [Drums/SFX] knop begint te knipperen.
Drum/SFX set
POP, ROCK, JAZZ BRUSH, VOX DRUM, STANDARD, STANDARD 2, ROOM, ROOM 2, POWER, ELECTRONIC, TR-808,
Deze uitvoeringstechniek produceert een snelle verandering in toonhoogte aan het begin van de noot, op een
manier die kenmerkend is voor dat betreende instrument.
Harmonics
Dit is een techniek, waarbij een snaar van de gitaar licht met de vinger wordt aangeslagen, om een boventoon te
laten klinken. Een toonhoogte op een octaaf hoger dan de noot op het klavier zal klinken.
Fall
Dit is de techniek van het snel verlagen van de toonhoogte van een blaasinstrument, terwijl tegelijkertijd een
decrescendo wordt geproduceerd.
GrowlDeze techniek produceert een krachtige klank door het gelijktijdig ademen en ‘Growling’ in een instrument.
TremoloDit is de techniek van het snel herhalen van een noot of het snel afwisselen tussen meerdere noten.
55
Spelen
Het algehele volume met gebruik van een expressiepedaal aanpassen
U kunt een voetklavier (PK serie, apart verkrijgbaar) of expressiepedaal (EV-7, apart verkrijgbaar) gebruiken om het algehele volume van de ATELIER
aan te passen. Als het expressiepedaal wordt ingedrukt neemt het volume toe. Als het pedaal wordt losgelaten neemt het volume af.
Het volume
laten
afnemen
Het volume
laten
toenemen
* Het geheel loslaten van het pedaal verlaagt het volume niet tot nul. Als u het volume volledig wilt verlagen, zet u de [Master Volume] knop op de
Min (Minimum) positie.
MEMO
• Zelfs als u uw voet van het expressiepedaal haalt en het volume verlaagt, blijft het lage reeks gedeelte doorklinken. Dit geeft een natuurlijk
klinkende resonantie.
• Als een Active Expression stem is geselecteerd, kan het expressiepedaal worden gebruikt om veranderingen in de stem te produceren (p.56).
• Op dezelfde wijze kunt u speciceren of het expressiepedaal het volume, tijdens het afspelen van opgenomen muziekdata, al dan niet zal regelen
(p.94).
• U kunt speciceren of het expressiepedaal zal functioneren als uitvoeringsdata die op de ATELIER serie werd opgenomen wordt afgespeeld (p.94).
56
Spelen met een Active Expression stem
Als het expressiepedaal bij ‘Active Expression’ stemmen wordt gebruikt, bestuurt dit niet alleen het volume maar ook de klank. Ook kunnen
aanvullende klanken worden toegevoegd.
MEMO
Als u een expressiepedaal wilt gebruiken, moet u een voetklavier (PK serie, apart verkrijgbaar) of een expressiepedaal (EV-7, apart verkrijgbaar)
aansluiten. (p.26).
1. Druk op de [Others] knop van het Part waaraan u een Active Expression stem wilt toewijzen.
De naam van de stem verschijnt in het scherm.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop licht op.
* U kunt ook de [Others] knop van het Upper Organ Part gebruiken om een Active Expression stem te selecteren, maar het Active Expression eect
zal niet worden toegepast.
2. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de Active Expression stem te selecteren.
De indicator van de geselecteerde [Others] knop knippert.
Active Expression stemmen hebben de letters ‘AEx’ voor de naam.
Om halverwege deze of elke andere procedure te stoppen, drukt u op de [Display/Exit] knop.
3. Druk nogmaals op de [Others] knop van het Part waarvan u het geluid wilt instellen, om de stem te bevestigen.
De indicator van de [Others] knop verandert van knipperend in verlicht.
Voorbeeld: de Active Expression stem selecteren en spelen
1. Selecteer de Active Expression stem ‘AEx Strings’.
2. Druk op het expressiepedaal.
Naarmate u het pedaal dieper indrukt, zal de klank geleidelijk in een heldere strijkersklank veranderen, en een strijkersklank op een octaaf hoger wordt
toegevoegd.
Decay aan het geluid toevoegen (Damper Pedal)
U kunt de Hold schakelaar van het voetklavier (PK serie, apart verkrijgbaar) of een pedaalschakelaar (DP serie, apart verkrijgbaar) gebruiken om de
noten, die op het onderste klavier worden gespeeld, door te laten klinken.
Terwijl u het demperpedaal blijft indrukken, blijven noten doorklinken, zelfs als u de toetsen loslaat.
* Decay kan niet aan de solostem worden toegevoegd.
MEMO
Decay kan niet op pedaalbasstemmen die op het onderste klavier worden gespeeld toegepast worden (als de indicator van de Pedal [To Lower]
knop verlicht is of als de Bass Split functie op ON staat).
57
Spelen
De voetschakelaar gebruiken
Er zijn twee voetschakelaars aan beide kanten van het expressiepedaal op het voetklavier (PK serie, apart verkrijgbaar). Aan deze twee voetschakelaars
zijn de volgende functies toegewezen.
Rechter
voetschakelaar
Linker
voetschakelaar
Als de ATELIER wordt aangezet, zijn de volgende functies aan de linker en rechter voetschakelaars toegewezen.
VoetschakelaarFunctie
Rechter voetschakelaar
Het Rotary-eect tussen Fast en Slow schakelen
Als Rotary is ingeschakeld, zal het Rotary-eect, elke keer dat u op de rechter voetschakelaar drukt, tussen ‘Fast’ en
‘Slow’ afwisselen.
Linker voetschakelaar
Glide-eect
Als u op de voetschakelaar drukt, zal de toonhoogte tijdelijk verlaagd worden. Als u de linker voetschakelaar
loslaat, keert de toonhoogte naar normaal terug.
* Het Glide-eect wordt alleen op het bovenste klavier toegepast. Het wordt niet op het Vintage orgel van het bovenste klavier toegepast.
MEMO
• U kunt de functies die aan de linker en rechter voetschakelaars zijn toegewezen veranderen. Voor details kijkt u bij ‘De functies van de
voetschakelaar veranderen (L Foot Switch, R Foot Switch)’ (p.93).
• De functies die aan de voetschakelaars zijn toegewezen, kunnen voor elke registratieknop individueel worden opgeslagen (p.66).
• Een pedaalschakelaar (DP serie, apart verkrijgbaar) die op de Pedal (Control) Jack is aangesloten, heeft dezelfde functie als de rechter
voetschakelaar.
58
Spelen met ritmes
Op de ATELIER kunt u met een ritmische begeleiding meespelen.
Een ritme selecteren
De ATELIER voorziet in 210 ritmes en automatische begeleidingen (Music Styles).
De vier hieronder getoond knoppen worden de ‘ritmeknoppen’ genoemd. Hiermee kunt u een ritme uit acht verschillende groepen selecteren, die op
muziekgenre zijn ondergebracht.
Elke ritmeknop correspondeert met twee groepen.
Door een knop die verlicht is in te drukken, kunt u de andere groep van die knop selecteren.
De geselecteerde groep wordt aangegeven door de verlichtingsstatus van de twee indicators naast de ritmeknoppen.
Indicators die zich naast de ritmeknoppen
bevinden
Uitleg
Bovenste indicator verlicht
De ritmegroep die boven de knop is gedrukt wordt geselecteerd.
(Jazz, Country/Gospel, Pop/Rock, Ballad)
Onderste indicator verlicht
De ritmegroep die onder de knop is gedrukt wordt geselecteerd.
(Latin, Waltz/March, Trad/Acoustic, User)
321
1. Druk op een ritmeknop om een ritmegroep te selecteren.
De indicator van de ritmeknop licht op.
Het ritme selectiescherm verschijnt.
2. Druk op de Value [-] [+] knoppen om een ander ritme binnen dezelfde groep te selecteren.
De indicator van de ritmeknop knippert.
3. Druk nogmaals op de knipperende ritmeknop.
De indicator van de ritmeknop verandert van knipperend in verlicht.
Het ritme is nu toegepast.
MEMO
Meer over de interne ritmes vindt u in de ‘Lijst van stemmen en ritmes’.
59
Spelen met ritmes
Ritmes die in het User-geheugen of USB-geheugen zijn opgeslagen selecteren
Hier ziet u, hoe ritmes die in het User-geheugen of in USB-geheugen zijn opgeslagen gespeeld worden.
U kunt deze ritmes selecteren door de User-groep te kiezen.
MEMO
In de fabrieksinstellingen zijn de ritmes al in het User-geheugen opgeslagen.
1. Als u ritmes uit een USB-geheugen wilt selecteren, sluit u het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan.
2. Druk een aantal malen op de Rhythm [Ballad/User] knop om de User-groep te selecteren.
Het ritme selectiescherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om een geheugen te selecteren.
Als u de registratie uit USB-geheugen wilt selecteren, selecteert u ‘USB Memory’.
Als u de registratie uit User-geheugen wilt selecteren, selecteert u ‘User’.
4. Druk op de Value [-] [+] knoppen om een ritme te selecteren.
De indicator van de Rhythm [Ballad/User] knop knippert.
5. Nadat een ritme is geselecteerd, drukt u nogmaals op de knipperende Rhythm [Ballad/User] knop.
De Rhythm [Ballad/User] knop stopt met knipperen en blijft verlicht, hetgeen aangeeft dat het ritme geselecteerd is.
MEMO
Als u een ritme dat in USB-geheugen is opgeslagen naar User-geheugen wilt kopiëren, kijkt u bij ‘Ritmes kopiëren (Copy Rhythm)’ (p.103).
Wat is User-geheugen?
‘User-geheugen’ verwijst naar een gebied binnen het instrument, waar u de registratie die u creëert en de uitvoering die u opneemt kunt
opslaan. Registraties en SMF-muziekbestanden die in USB-geheugen zijn opgeslagen kunnen ook naar User-geheugen worden gekopieerd
(p.101, p.101).
User-geheugen is bijzonder bruikbaar, aangezien alles dat u daar plaatst behouden zal blijven, ook nadat de stroom is uitgezet.
De volgende dingen worden in het User-geheugen opgeslagen.
• Songs die u in ‘Favorites’ heeft opgeslagen.
• Ritmes
• Registratiesets
60
Ritme spelen
Er zijn twee manieren om het ritme te starten. U kunt op de [Start/Stop] knop drukken om het ritme te starten of u kunt Synchro Start gebruiken om
het ritme te laten beginnen als u op het onderste klavier of voetklavier speelt.
U kunt het ritme ook met een intro laten beginnen of met een einde laten eindigen.
Met een toegevoegd intro beginnen
1. Druk op de [Intro/Ending] knop.
De [Intro/Ending] knop licht op.
2. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het intro wordt gespeeld en het ritme begint.
Terwijl het intro wordt gespeeld is de [Intro/Ending] knop verlicht, totdat het intro eindigt. Dan dooft de indicator van de knop uit.
Beginnen zonder een intro
1. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het ritme start, zonder dat een intro wordt gespeeld.
Het intro kort en simpel maken
1. Druk op de Variation [1] knop (indicator licht op).
2. Druk op de [Intro/Ending] knop.
3. Druk op de [Start/Stop] knop.
Een kort intro wordt gespeeld, en het ritme begint.
Het ritme automatisch starten als u op het onderste klavier of het voetklavier speelt (Synchro Start)
Als u de volgende operatie uitvoert voordat het ritme begint, zal het ritme op het moment dat u op het onderste klavier of voetklavier speelt
beginnen.
1. Terwijl u de Arranger [On/O] knop ingedrukt houdt, drukt u op de Auto [Fill] knop om Synchro Start aan te zetten.
De indicator van de [Start/Stop] knop knippert.
* Als de Arranger functie op ON staat (de indicator van de Arranger [On/O] knop is verlicht), kan het ritme niet gestart worden door het
voetklavier te bespelen (p.62).
61
Spelen met ritmes
Het ritme stoppen
Stoppen met een einde
1. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Een einde wordt gespeeld, en dan stopt het ritme.
Terwijl het einde wordt gespeeld, is de indicator van de [Intro/Ending] knop verlicht. Als het einde is gespeeld, dooft de indicator van de knop uit.
Stoppen zonder een einde
1. Druk op de [Start/Stop] knop.
Het ritme stopt, zonder dat een einde wordt gespeeld.
Stoppen met een kort en simpel einde
1. Druk op de Variation [1] knop.
2. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Een kort einde wordt gespeeld, en dan stopt het ritme.
62
Het tempo van een ritme en automatische begeleiding veranderen
U kunt het tempo van het ritme of de automatische begeleiding veranderen.
1.
1. Druk op de Tempo [] [] knoppen om het tempo (snelheid) van het ritme of de automatische begeleiding te veranderen.
KnopUitleg
Tempo [
] knop
Het tempo wordt langzamer
Tempo [
] knop
Het tempo wordt sneller
De waarde van het tempo dat op dat moment is ingesteld (20-500 tellen per minuut), kan in het scherm worden gecontroleerd.
U kunt het tempo ook controleren door de Beat indicator te bekijken.
MEMO
• Door de Tempo [] [] knoppen gelijktijdig in te drukken, keert het tempo naar het standaard (Preset) tempo van het geselecteerde ritme terug.
• Als u van ritme verandert terwijl ‘Auto Std Tempo’ (p.95) aan is, verandert het tempo en zal met het ritme overeenkomen. Als u van ritme verandert
terwijl ‘Auto Std Tempo’ uit is, zal het tempo hetzelfde blijven, ook als u van ritme verandert.
Ritme en automatische begeleiding spelen
De Arranger functie van de ATELIER kan een automatische begeleiding aan elk ritme toevoegen.
Gebaseerd op het geselecteerde ritme voegt de Arranger functie automatisch een begeleiding toe, die bij het akkoord dat op het onderste klavier
wordt gespeeld past.
1. Druk op de Arranger [On/O] knop (indicator licht op).
Arranger [On/O] knopUitleg
Verlicht (aan)Ritme en automatische begeleiding
Niet verlicht (uit)Ritme
2. Start het ritme (p.60).
Het ritme en de automatische begeleiding worden samen gespeeld.
Als de Arranger [On/O] knop op ON staat en er geen pedaalbasstem is geselecteerd, zal de automatische begeleiding de basklank spelen.
* Als de Arranger [On/O] aan is, kan Synchro Start (p.60) op het voetklavier niet gebruikt worden.
* De Lower stem wordt niet tijdens de uitvoering van het intro en einde gespeeld, zelfs wanneer het onderste klavier wordt bespeeld.
63
Spelen met ritmes
Variatie aan het ritme of de automatische begeleiding toevoegen
U kunt variatie aan het ritme of de automatische begeleiding toevoegen, door het ritmepatroon van het ritme te veranderen.
1. Druk op de Auto [Fill In] knop (indicator licht op).
Een Fill-In wordt automatisch toegevoegd als u op een Variation [1]-[4] knop drukt om de begeleiding of het ritme arrangement te veranderen.
Wat is een Fill-In?
Een Fill-In is een korte frase die op een onderbreking in de melodie of op een punt waar het karakter van de song verandert (tussen refreinen of
coupletten), wordt ingevoegd.
Het arrangement van het ritme en de automatische begeleiding veranderen (Variation)
U kunt het arrangement van de begeleiding veranderen. Deze functie wordt ‘Variation’ genoemd.
Voor elk ritme zijn er vier types arrangementen voor de begeleiding.
1. Druk op de Variation [1]-[4] knoppen om het arrangement van de begeleiding te veranderen.
De indicator van de knop die u indrukte licht op.
De Variation [1] knop produceert het simpelste arrangement, en de [4] knop produceert het meest uitgebreide arrangement.
Voor een intro of einde is Variation [1] het kortste en meest simpele.
64
Een eenvoudige manier om instellingen voor automatische begeleiding te
maken (One Touch Program)
Als de Arranger functie (p.62) voor automatische begeleiding wordt gebruikt, kunt u ook de ‘One Touch Program’ functie gebruiken om automatisch
paneelinstellingen te selecteren die bij het geselecteerde ritme passen.
Door de [One Touch Program] knop in te drukken kunt u de volgende instellingen maken.
• Paneelinstellingen (d.w.z: klanken en volume) die bij het ritme passen.
• Spelen van de automatische begeleiding.
• Knipperende [Start/Stop] knop (wachtend op Synchro Start) (p.60)
• Chord Intelligence functie is aan (p.95).
* Als de Arranger functie (p.62) aan is (de indicator van de Arranger [On/O] knop is verlicht), kunt u het ritme niet vanaf het voetklavier starten.
1. Selecteer een ritme (p.58).
2. Druk op de [One Touch Program] knop.
Paneelinstellingen die bij het ritme en de automatische begeleiding passen, worden automatisch voor de Registration [1]-[4] knoppen opgeroepen.
* Als u op de [One Touch Program] knop drukt, verandert de ‘Arranger Update’ instelling automatisch in ‘INSTANT’ (p.97).
3. Druk op de Registration [1]-[4] knoppen om paneelinstellingen te selecteren.
4. Speel een akkoord op het onderste klavier.
Op het moment dat u op het klavier speelt, zal een intro beginnen. Daarna wordt het ritme en de automatische begeleiding gespeeld.
5. Druk op de [Intro/Ending] of [Start/Stop] knop om het ritme te stoppen.
Het ritme en de automatische begeleiding stoppen.
6. Druk op de [One Touch Program] knop, zodat de indicator uitdooft.
De One Touch Program functie wordt uitgeschakeld, en de paneelinstellingen die actief waren voordat de [One Touch program] knop werd ingedrukt,
worden hersteld.
65
Spelen met ritmes
Een ritme uit het User-geheugen of USB-geheugen verwijderen
Ritmes die in het User-geheugen of USB-geheugen zijn opgeslagen, kunnen verwijderd worden.
1. Selecteer het ritme dat u wilt verwijderen (p.58).
2. Druk de [Load] en [Save] knoppen tegelijk in.
Het volgende scherm verschijnt.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Reset] knop.
3. Druk op de [Rec] knop.
Terwijl het ritme verwijderd wordt, zal het volgende scherm worden weergegeven.
Nadat het verwijderen is voltooid, zal het ritme selectiescherm opnieuw verschijnen.
* Zet nooit de stroom uit terwijl de operatie in gang is. Hierdoor kan het interne geheugen van de ATELIER of het USB-geheugen beschadigen en
onbruikbaar worden.
66
De uitvoeringsinstellingen opslaan (Registration)
Op de ATELIER kunt u geluidsinstellingen en paneelinstellingen onder de registratieknoppen opslaan.
Er zijn in totaal acht registratieknoppen, en in elke knop kan één set paneelinstellingen worden opgeslagen, zodat u in totaal acht verschillende
paneelinstellingen kunt registreren.
Een ‘registratie’ die uit een verzameling paneelinstellingen bestaat, kan onder elk van de registratieknoppen worden opgeslagen. Gecombineerd
worden alle acht registraties, die in de acht registratieknoppen zijn opgeslagen, een ‘registratieset’ genoemd.
Dit is een handige manier om grote aantallen paneelinstellingen tijdens een optreden te veranderen of een ingewikkelde paneelinstelling op te
roepen.
8 registraties
=
Registratieset
MEMO
• U kunt een registratieset in User-geheugen of USB-geheugen (apart verkrijgbaar) opslaan (p.68).
• Voor details over de instellingen die in een registratie worden opgeslagen, kijkt u bij ‘Opgeslagen onderdelen’ (p.123).
Een registratieset opslaan of laden
U kunt een registratieset opslaan of laden, zoals in de illustratie hieronder wordt getoond.
USB-geheugen
ATELIER
Gebruikersgeheu-
Registraties die opgeroepen kunnen
worden door een knop in te drukken
Stemmen, ritme-
instellingen, enz.
12367854
Registratiesets
12367854
12367854
12367854
12367854
12367854
12367854
12367854
12367854
Save
Save
Write
Load
Load
Copy
Registratiesets
Registratiesets
67
De uitvoeringsinstellingen opslaan (Registration)
Registraties opslaan
1. Maak alle paneelinstellingen die u wilt opslaan.
2. Terwijl u de [Write] knop ingedrukt houdt, drukt u op één van de Registration [1]-[8] knoppen.
De paneelinstellingen worden onder de geselecteerde registratieknop opgeslagen.
* Als u paneelinstellingen heeft gemaakt maar deze niet heeft opgeslagen en dan een registratie oproept, worden de paneelinstellingen die u niet
heeft opgeslagen afgedankt. Als u paneelinstellingen heeft die u wilt behouden, moeten deze in een registratie worden opgeslagen voordat een
registratie wordt opgeroepen.
MEMO
Details over de instellingen die in een registratie worden opgeslagen, vindt u bij ‘Opgeslagen onderdelen’ (p.123).
Een registratie oproepen
Hier ziet u, hoe paneelinstellingen die in een registratieknop zijn opgeslagen opgeroepen kunnen worden.
Stemmen en andere paneelinstellingen oproepen
1. Druk op één van de registratie [1]-[8] knoppen, en laat deze direct weer los.
Naast de paneelinstellingen ook instellingen voor ritme en automatische begeleiding
oproepen
1. Druk op een registratie [1]-[8] knop en houd deze enkele seconden ingedrukt.
De indicator van de ritme selectieknop knippert, en de paneelinstellingen en instellingen die aan ritme-uitvoering en automatische begeleiding zijn
gerelateerd, worden opgeroepen.
MEMO
• U kunt de manier waarop registraties worden opgeroepen veranderen (p.97).
• U kunt registraties ook met gebruik van de voetschakelaar van een voetklavier (PK serie, apart verkrijgbaar) of een pedaalschakelaar (DP serie, apart
verkrijgbaar) veranderen (p.96).
Automatisch registreren als u van paneelinstellingen verandert
Als de [Manual] knop op ON staat (verlicht), worden alle gemaakte paneelinstellingen automatisch onder de [Manual] knop opgeslagen op het
moment dat deze gemaakt worden, en op die manier wordt de registratie die eerder werd opgeslagen dus bijgewerkt. Als u naar een Preset registratie
[1]-[8] knop overgaat, kunt u naar de vorige paneelinstellingen terugkeren door de [Manual] knop in te drukken.
* De instellingen die onder de [Manual] knop zijn opgeslagen, keren naar hun beginstatus terug als u de stroom uitzet.
MEMO
Met de [Manual] knop kunt u registraties opeenvolgend oproepen, in de volgorde waarin deze in USB-geheugen of User-geheugen zijn opgeslagen
(p.72).
68
Registratiesets opslaan
Als we de instellingen van registratieknoppen [1]-[8] als één set zien, kan de registratieset in USB-geheugen of User-geheugen worden opgeslagen.
Wij adviseren u om gecompliceerde paneelinstellingen of registraties die u wilt behouden, in USB-geheugen op te slaan.
Bovendien, als u registraties die op de ATELIER zijn gecreëerd in USB-geheugen opslaat, kunt u die instellingen op andere ATELIER instrumenten
oproepen, en de registraties op dezelfde manier gebruiken.
1. Maak voorbereidingen voor het opslaan van uitvoeringsdata.
Als u een registratie van USB-geheugen wilt opslaan, sluit u het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan.
2. Druk op de [Registration] knop, zodat de indicator oplicht.
Het registratie selectiescherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het gewenste medium te selecteren.
Als u de registratie in USB-geheugen wilt opslaan, selecteert u ‘USB Memory’.
Als u de registratie in User-geheugen wilt opslaan, selecteert u ‘User’.
4. Druk op de Value [-] [+] knoppen om het nummer van de opslagbestemming te selecteren.
Nummers die niet in de opslagoperatie zijn gebruikt, worden als ‘----------’ weergegeven.
Om de operatie te annuleren, drukt u op de [Registration] knop.
5. Druk op de [Save] knop.
6. Geef de registratieset een naam.
Druk op de Menu [] [] knoppen om de cursor te verplaatsen, en druk op de Value [-] [+] knoppen om een teken te selecteren.
KnopUitleg
Value [-] [+] knoppen
Selecteer een teken. De volgende tekens kunnen geselecteerd worden.
spactie ! “ # % & ’ ( ) * + , - . / : ; = ? ^ _ A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z a b c d e f g h i j k l m n o p q
r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
[Reset] knopVerwijdert een teken.
[Rec] knopVoegt een spatie in.
7. Als u een naam heeft toegewezen, drukt u op de [Save] knop.
69
De uitvoeringsinstellingen opslaan (Registration)
8. Druk op de Value [-] [+] knoppen om het formaat, waarin de data wordt opgeslagen, te selecteren.
WeergaveUitleg
ORIGINAL
Opslagformaten die met de AT-350C gebruikt kunnen worden. In dit formaat opgeslagen kan de data ook op
apparaten uit de AT-S serie, AT-900, AT-900C, AT-800, AT-300, AT-75, AT-45 en AT-15 worden gebruikt.
R-SERIESOpslagformaten die met apparaten uit de AT-R serie gebruikt kunnen worden.
9. Druk op de [Save] knop.
Het opslaan van de registratie begint.
Als het opslaan eindigt, verandert de ‘-----------’ in het scherm in de registratienaam die u heeft opgeslagen.
* Verwijder nooit het USB-geheugen en zet nooit de stroom uit terwijl de operatie aan de gang is. Hierdoor kan het interne geheugen van de
ATELIER of het USB-geheugen beschadigen, waardoor het onbruikbaar wordt.
Als het volgende scherm verschijnt
Als u een nummer selecteert waarin al een registratie is opgeslagen, en op de [Save] knop drukt, verschijnt het volgende scherm:
Als u de inhoud van registratiedata wilt bijwerken
1. Druk op de [Rec] knop.
De Registratie zal opnieuw worden opgeslagen.
Als u nieuwe data wilt opslaan, in plaats van de registratie bij te werken
1. Druk op de [Reset] knop om de procedure te annuleren.
Het opnieuw opslaan van de registratie wordt geannuleerd.
2. Druk op de Value [-] [+] knoppen om een nummer te selecteren waarbij rechtsboven in het scherm ‘--------’ wordt
weergegeven.
3. Druk op de [Save] knop om de registratieset op te slaan.
Als het opslaan is voltooid, wordt de naam van de opgeslagen registratie getoond.
70
Eerder opgeslagen registraties in de ATELIER laden
Hier ziet u, hoe een eerder opgeslagen registratieset uit het User-geheugen of USB-geheugen in het geheugen van de ATELIER geladen wordt.
Registraties kunnen op de volgende drie manieren worden geselecteerd.
Een set registraties laden
U kunt een ‘set’ (een verzameling instellingen voor registratieknoppen [1]-[8]) uit het USB-geheugen of User-geheugen laden.
Een individuele registratie laden (p.71)
De instellingen van één van de registratie [1]-[8] knoppen oproepen.
De volgorde waarin de registraties in het USB-geheugen of User-geheugen zijn opgeslagen oproepen (Load Next) (p.72).
Wijs ‘RIGHT + Load Next’ aan de voetschakelaar toe, en roep registratiesets in de volgorde waarin deze in het USB-geheugen of User-geheugen werden
opgeslagen op.
* Wees erop bedacht dat als u registraties van een USB-geheugen of User-geheugen laadt, de registraties die zich al in het interne geheugen
bevinden verloren zullen gaan. Het is een goed idee om belangrijke registraties in USB-geheugen of User-geheugen op te slaan (p.68).
Een set registraties laden
U kunt een ‘set’ (een verzameling instellingen voor registratieknoppen [1]-[8]) uit het USB-geheugen of User-geheugen laden.
1. Als u een registratie uit USB-geheugen wilt laden, sluit u het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan.
2. Druk op de [Registration] knop, zodat de indicator oplicht.
Het registratie selectiescherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het gewenste medium te selecteren.
Als u de registratie uit het USB-geheugen wilt laden, selecteert u ‘USB Memory’.
Als u de registratie uit het User-geheugen wilt laden, selecteert u ‘User’.
4. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de registratie die u in het interne geheugen wilt laden te selecteren.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Registration] knop.
5. Druk op de [Load] knop.
Nadat het laden is voltooid, verschijnt het registratie selectiescherm opnieuw.
71
De uitvoeringsinstellingen opslaan (Registration)
Een individuele registratie laden
De instellingen van één van de registratie [1]-[8] knoppen oproepen
1. Als u een registratie uit USB-geheugen wilt laden, sluit u het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan.
2. Druk op de [Registration] knop, zodat de indicator oplicht.
Het registratie selectiescherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het gewenste medium te selecteren.
Als u de registratie uit het USB-geheugen wilt laden, selecteert u ‘USB Memory’.
Als u de registratie uit het User-geheugen wilt laden, selecteert u ‘User’.
4. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de registratie die u in het interne geheugen wilt laden te selecteren.
5. Druk op de [Utility] knop.
6. Druk op de Value [-] [+] knoppen om het nummer van de registratieknop die geladen moet worden te speciceren.
Om de operatie te annuleren, drukt u op de [Utility] knop.
7. Druk op de [Utility] knop.
8. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de registratie die als opslagbestemming fungeert te speciceren.
De registratie wordt in de registratieknop met het nummer dat u hier heeft geselecteerd geladen.
9. Druk op de [Utility] knop.
Het volgende scherm verschijnt.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Reset] knop.
10. Druk op de [Rec] knop.
Als de registratie is geladen, zal het Registration Load scherm opnieuw verschijnen.
72
De volgorde waarin registraties werden opgeslagen oproepen (Load Next)
U kunt registraties oproepen in de volgorde waarin deze in het USB-geheugen of User-geheugen werden opgeslagen. Deze functie wordt ‘Load Next’
genoemd.
Als u live gaat spelen, kunt u registratiesets in USB-geheugen opslaan, in de volgorde waarin u ze zult spelen. Op die manier kunt u dan tijdens het
optreden de volgende registratie gemakkelijke en vlot oproepen.
De toewijzing van de [Manual] knop veranderen
Hier ziet u, hoe de Load Next functie aan de [Manual] knop toegewezen kan worden.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk op de Menu [
] [] knoppen om ‘ManualButtonAssign’ te selecteren.
3. Gebruik de Value [-] [+] knoppen om ‘LOAD NEXT’ te selecteren.
4. Druk op de [Display/Exit] knop.
U keert naar het basisscherm terug.
De Load Next functie gebruiken om registraties op te roepen
U kunt registraties oproepen in de volgorde waarin deze in USB-geheugen of User-geheugen werden opgeslagen.
1. Als u een registratie uit USB-geheugen wilt laden, sluit u het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan.
2. Druk op de [Manual] knop.
De registratie die het eerst in het USB-geheugen werd opgeslagen, wordt in de ATELIER opgeroepen.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Reset] knop.
3. Druk op de [Rec] knop.
De registratie wordt bevestigd.
4. Druk op één van de registratie [1]-[8] knoppen.
De registratie wordt geladen (in het interne geheugen opgeroepen).
5. Herhaal stappen 2 en 4 om de registratiesets opeenvolgend op te roepen.
MEMO
U kunt de Load Next functie aan één van de voetschakelaars aan beide kanten van het expressiepedaal toewijzen (p.93).
73
De uitvoeringsinstellingen opslaan (Registration)
Een set registraties verwijderen
Hier ziet u, hoe een registratieset, die in USB-geheugen of User-geheugen werd opgeslagen, verwijderd wordt.
1. Maak voorbereidingen voor het verwijderen van de registratie.
Als u een registratie uit het USB-geheugen wilt verwijderen, sluit u het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan.
2. Druk op de [Registration] knop, zodat de indicator oplicht.
Het registratie selectiescherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het gewenste medium te selecteren.
Als u een registratie uit het USB-geheugen wilt verwijderen, selecteert u ‘USB Memory’.
Als u een registratie uit het User-geheugen wilt verwijderen, selecteert u ‘User’.
4. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de registratie die u wilt verwijderen te selecteren.
5. Druk de [Load] en [Save] knoppen tegelijk in.
Het volgende scherm verschijnt.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Reset] knop.
6. Als u zeker weet dat u de data wilt verwijderen, drukt u op de [Rec] knop.
Wanneer een registratie is verwijderd, verandert de verwijderde registratie in ‘--------’”
* Verwijder nooit het USB-geheugen en zet nooit de stroom uit terwijl de operatie aan de gang is. Hierdoor kan het interne geheugen van de
ATELIER of het USB-geheugen beschadigen, waardoor het onbruikbaar wordt.
74
Uw spel opnemen
U kunt uw eigen spel opnemen om te horen hoe het klinkt, of u kunt met een opgenomen uitvoering meespelen.
Op de ATELIER kunt u op de volgende manieren opnemen.
OpnameformaatUitleg
SMF opname (p.75)
Neemt de song in SMF formaat op.
U kunt Parts individueel opnemen en afspelen, met gebruik van de onderscheidende functionaliteit van de
ATELIER.
Geluidsopname (p.85)
Neemt de song in geluidsformaat op.
U kunt de song op een digitale geluidsspeler of computer afspelen.
* Uitvoeringen die in geluidsformaat zijn opgenomen worden in een USB-geheugen opgeslagen. Als u een
geluidsopname wilt maken, sluit u een USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan.
MEMO
SMFs (Standard MIDI Files) gebruiken een standaard formaat voor muziekbestanden dat zo geformuleerd was, dat bestanden die muziekbestanden
bevatten zeer breed compatibel zouden zijn, ongeacht het apparaat waarop de bestanden worden afgeluisterd.
Knop operaties die voor opnemen en afspelen worden gebruikt
KnopUitleg
[Reset] knopBrengt u naar het begin van de song terug.
[Play/Stop] knop
Speelt of stopt de song.
Als u op de [Rec] knop heeft gedrukt om de ATELIER in de standby-voor-opname modus te plaatsen, zal de
opname starten als u op de [Start/Stop] knop drukt.
[Rec] knop
Plaatst het instrument in de standby-voor-opname modus.
In de standby-voor-opname modus is de [Rec] knop verlicht, en de [Play/Stop] knop knippert.
[Bwd] knopSpoelt de song terug.
[Fwd] knopSpoelt de song vooruit.
75
Uw spel opnemen
In SMF-formaat opnemen
Hier ziet u, hoe een song in SMF-formaat opgenomen kan worden.
3
57
6
24
Voorbereidingen voor de opname
1. Selecteer de paneelinstellingen die nodig zijn voor het opnemen van de uitvoering.
2. Druk op de [Rec] knop.
De indicator van de [Rec] knop is verlicht, en de [Play/Stop] knop knippert.
3. Druk op de Value [-] [+] knoppen om ‘SMF’ te selecteren.
De opname starten en stoppen
4. Druk op de [Play/Stop] knop om met opnemen te beginnen.
Als u op de [Play/Stop] knop drukt, laat de metronoom een aftelling van twee maten horen en begint de opname.
MEMO
Als u tijdens de opname het ritme en de automatische begeleiding wilt gebruiken, drukt u op de [Start/Stop] knop (p.60), in plaats van de [Play/
Stop] knop om met opnemen te beginnen. Tevens, als de Sync Start op ON staat, zal de opname beginnen op het moment dat u op het onderste
klavier speelt.
5. Druk op de [Play/Stop] knop als u klaar bent met opnemen.
De indicator van de Track knop, waarin uitvoeringsdata is opgenomen, is verlicht.
MEMO
Als u op de [Intro/Ending] knop of [Start/Stop] knop drukt terwijl een ritme-uitvoering of automatische begeleiding wordt opgenomen, zullen de
ritme-uitvoering en de automatische begeleiding stoppen. De opname zelf gaat echter gewoon door. Druk op de [Play/Stop] knop om te stoppen
met opnemen.
76
De opgenomen uitvoering beluisteren
6. Druk op de [Reset] knop.
De locatie waarop het afspelen zal beginnen keert naar het begin van de eerste maat terug.
Als u in het midden van de song met afspelen wilt beginnen, drukt u op de [Bwd] knop of [Fwd] knop om naar de maat waarop u met afspelen wilt
beginnen te gaan.
7. Druk op de [Play/Stop] knop om af te spelen.
Als de uitvoering tot het eind is afgespeeld, zal het afspelen automatisch stoppen.
Om het afspelen op elk willekeurig punt te stoppen, drukt u op de [Play/Stop] knop.
MEMO
• De functie van de [Play/Stop] knop kan aan een voetschakelaar worden toegewezen (deze bevindt zich aan beide kanten van het expressiepedaal)
(p.93).
• U kunt speciceren of het expressiepedaal al dan niet op het afspeelgeluid, en wat u speelt terwijl ATELIER muziekdata wordt afgespeeld van
invloed is (p.94).
* Als u het ritme of de automatische begeleiding gebruikt, direct nadat een song, die geen ATELIER song is, maar bijvoorbeeld een SMF, enz.,
geladen en afgespeeld is, kan het afspeelgeluid mogelijk niet juist klinken (de stemmen kunnen veranderd zijn, enz.). Om te voorkomen dat dit
gebeurt, drukt u op de [Reset] knop voordat u afspeelt.
Track knop toewijzingen voor de opgenomen uitvoering
De Parts van een uitvoering die u als SMF opneemt, worden automatisch aan de drie ‘trackknoppen’ toegewezen, zoals in de volgende tabel
wordt getoond. Opnemen en afspelen kan voor elke trackknop onafhankelijk worden uitgevoerd. Als u bijvoorbeeld opnieuw opneemt, kunt u
speciceren dat het alleen een bepaalde trackknop betreft.
KnopUitleg
[Bass] knop
Uitvoeringsdata van de pedaalbasstem (Noot)
Basgedeelte van de automatische begeleiding
[Solo/Upper] knopUitvoeringsdata van de Lower stem (Noot, Hold)
[Solo/Upper] knop
Uitvoeringsdata van de Upper stem (Noot, Hold)
Uitvoeringsdata van de solostem (Noot, Hold)
MEMO
• Meer informatie over de track toewijzingen als commerciële SMF muziekbestanden worden gespeeld, vindt u bij ‘Een specieke track
dempen (Track Mute)’ (p.98).
• Als u alle opgenomen data wilt wissen en nieuwe uitvoeringsdata wilt opnemen, gebruikt u de bewerkingsfunctie ‘Erase’ (uitvoeringsdata
wissen) om de data te verwijderen (p.84).
Een aftelling die met de timing overeenkomt toevoegen (Count In)
Als u in de maat met een song wilt meespelen, kunt u een aftelling toevoegen voordat het afspelen van de song begint, zodat u uw eigen spel met de
song kunt synchroniseren.
Het afspelen van een song nadat een aftelling is gespeeld, wordt ‘Count In’ genoemd.
1
1. Houd de [Reset] knop ingedrukt en druk op de [Play/Stop] knop.
De metronoom telt twee maten af voordat de opname begint.
77
Uw spel opnemen
Gevorderde opnamemethodes
Elk Part apart opnemen
Met deze methode worden de Parts (track knop) één voor één opgenomen: eerst het bas Part, dan het Lower Part, enz. Als er eerder opgenomen
uitvoeringen zijn, kunt u deze beluisteren terwijl u aanvullende gedeeltes opneemt.
2563
4
1. Selecteer de paneelinstelling die nodig is voor het opnemen van de uitvoering.
2. Druk op de [Bwd] knop of de [Fwd] knop om de gewenste maat, waarop u met opnemen wilt beginnen, te selecteren.
Als u aan het begin van de song met opnemen wilt beginnen, drukt u op de [Reset] knop.
3. Druk op de [Rec] knop om naar de standby-voor-opname modus te gaan.
De indicator van de [Rec] knop is verlicht, en de [Play/Stop] knop en de trackknoppen van de niet opgenomen track knipperen.
De trackknoppen die al zijn opgenomen, zijn verlicht.
4. Druk op de knop van de track die u wilt opnemen, zodat deze knippert.
De bestaande uitvoeringsdata van de gespeciceerde track zal gewist worden als de opname plaatsvindt.
* Als de knop van een track constant verlicht is, betekent dit dat deze niet opgenomen zal worden.
5. Druk op de [Play/Stop] knop om met opnemen te beginnen.
Als u op de [Play/Stop] knop drukt, laat de metronoom een aftelling van twee maten horen, en dan begint de opname. Terwijl u naar de eerder
opgenomen uitvoeringsdata luistert, neemt u het Part op een nieuwe track op.
6. Druk op de [Play/Stop] knop om de opname te stoppen.
De trackknop waarin uitvoeringsdata is opgenomen, is verlicht.
7. Herhaal stappen 2-6 om elk Part op te nemen.
78
Opnieuw opnemen
U kunt over opgenomen uitvoeringsdata opnemen.
1452
3
1. Druk op de [Bwd] knop of de [Fwd] knop om de gewenste maat, waarop u met opnemen wilt beginnen, te selecteren.
Als u aan het begin van de song met opnemen wilt beginnen, drukt u op de [Reset] knop.
2. Druk op de [Rec] knop om naar de standby-voor-opname modus te gaan.
De indicator van de [Rec] knop is verlicht, en de [Play/Stop] knop en de trackknoppen van de niet opgenomen track knipperen.
De trackknoppen die al zijn opgenomen, zijn verlicht.
3. Druk op de knop van de track die u wilt opnemen, zodat deze knippert.
De bestaande uitvoeringsdata van de gespeciceerde track zal gewist worden als de opname plaatsvindt.
* Als de knop van een track constant verlicht is, betekent dit dat deze niet opgenomen zal worden.
4. Druk op de [Play/Stop] knop om met opnemen te beginnen.
Als u op de [Play/Stop] knop drukt, laat de metronoom een aftelling van twee maten horen, en dan begint de opname. Terwijl u naar de eerder
opgenomen uitvoeringsdata luistert, neemt u het Part op een nieuwe track op.
5. Druk op de [Play/Stop] knop om de opname te stoppen.
De trackknop waarin uitvoeringsdata is opgenomen, is verlicht.
* Als u opnieuw wilt opnemen met andere instellingen voor stemmen, tempo, Part Balance, wist u de opgenomen song (p.84) en neemt u opnieuw
op. Als de Control track nog steeds data van voordat u opnieuw opnam bevat, kan het gebeuren dat het volume of de klanken tijdens het
afspelen veranderen.
* Als u de bestaande data van het expressiepedaal wilt behouden en alleen de paneeloperaties wilt opnemen, kunt u instellingen maken die
voorkomen dat de werking van het expressiepedaal wordt opgenomen (p.94).
79
Uw spel opnemen
Een nieuwe opname op SMF muziekbestanden stapelen
U kunt commercieel verkrijgbare SMF muziekbestanden in de ATELIER laden, en uw eigen uitvoering daar overheen opnemen. Tijdens de opname
wordt de data die u heeft geladen afgespeeld, terwijl u een uitvoering opneemt.
45
23
1. Maak voorbereidingen voor de SMF muziekbestanden.
Als u SMF muziekbestanden uit USB-geheugen gebruikt, sluit u het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan.
2. Druk op de [Song] knop (controleer of de indicator verlicht is).
Het song selectiescherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om ‘USB Memory’ te selecteren.
4. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de SMF muziekbestanden die u in het interne geheugen wilt laden te selecteren.
5. Druk op de [Load] knop.
De geselecteerde uitvoeringsdata wordt in het interne geheugen geladen.
6. Selecteer de paneelinstellingen die nodig zijn voor het opnemen van de uitvoering.
7. Neem op, zoals in ‘Opnieuw opnemen’ (p. 78) wordt beschreven.
MEMO
De uitvoeringsdata die u heeft opgenomen, kan in een USB-geheugen of in ‘Favorites’ (p.81) worden opgeslagen.
* In de winkel verkrijgbare muziekbestanden kunnen ook de in ATELIER worden geladen, maar vanwege de beveiliging van het auteursrecht,
kunnen deze niet in SMF formaat worden opgeslagen.
* De uitvoeringen van kanaal 2 van SMF bestanden wordt verwijderd, wanneer pedaaluitvoeringen daar opnieuw overheen worden opgenomen.
80
Opnieuw opnemen met gebruik van uitvoeringsdata van een USB-geheugen
Als u uitvoeringsdata van een USB-geheugen opnieuw wilt opnemen, moet u die uitvoeringsdata eerst in het interne geheugen van de ATELIER laden.
45
23
1. Maak voorbereidingen voor de SMF muziekbestanden.
Sluit het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan.
2. Druk op de [Song] knop (controleer of de indicator verlicht is).
Het song selectiescherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om ‘USB Memory’ te selecteren.
4. Druk op de Value [-] [+] knoppen om de uitvoeringsdata, die u in het interne geheugen wilt laden, te selecteren.
5. Druk op de [Load] knop.
De geselecteerde uitvoeringsdata wordt in het interne geheugen geladen.
6. Selecteer de paneelinstellingen die nodig zijn voor het opnemen van de uitvoering.
7. Neem op, zoals in ‘Opnieuw opnemen’ (p. 78) wordt beschreven.
Als het volgende scherm verschijnt
Als de uitvoeringsdata in de ATELIER niet in een USB-geheugen of de Favorites (User geheugen) is opgeslagen, verschijnt de volgende
boodschap.
Druk op de [Rec] knop als u zeker weet dat u de uitvoeringsdata wilt verwijderen. Als u besluit dat u niet wilt verwijderen, drukt u op de [Reset]
knop.
MEMO
U kunt uitvoeringsdata in een USB-geheugen of in de Favorites (User geheugen) opslaan (p.81).
81
Uw spel opnemen
Gespeelde songs opslaan
De uitvoeringsdata die u heeft opgenomen, zal verdwijnen als de ATELIER wordt uitgezet. Als u de uitvoeringsdata wilt behouden, kunt u deze in een
USB-geheugen of in de ‘Favorites’ (intern geheugen) opslaan.
Als de opgenomen uitvoeringsdata niet is opgeslagen, wordt het ‘
’ symbool in het scherm getoond. Dit symbool verdwijnt als u de
uitvoeringsdata opslaat.
648759
23
6
1. Maak voorbereidingen voor de SMF muziekbestanden.
Als u een gespeelde song in USB-geheugen wilt opslaan, sluit u het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan.
2. Druk op de [Song] knop (controleer of de indicator verlicht is).
Het song selectiescherm verschijnt.
1. Maak voorbereidingen voor de SMF muziekbestanden.
Als u een gespeelde song in USB-geheugen wilt opslaan, sluit u het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan.
2. Druk op de [Song] knop (controleer of de indicator verlicht is).
Het song selectiescherm verschijnt.
3. Druk op de [Save] knop.
82
4. Geef de uitvoeringsdata een naam.
Druk op de Menu [] [] knoppen om de cursor te verplaatsen, en druk op de Value [-] [+] knoppen om een teken te selecteren.
KnopUitleg
Value [-] [+] knoppen
Selecteer een teken. De volgende tekens kunnen geselecteerd worden.
spatie ! “ # % & ’ ( ) * + , - . / : ; = ? ^ _ A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z a b c d e f g h i j k l m n o p q r
s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
[Reset] knopVerwijdert een teken.
[Rec] knopVoegt een spatie in.
5. Nadat u een naam heeft ingegeven, drukt u op de [Save] knop.
6. Druk op de Value [-] [+] knoppen om het formaat te selecteren.
U kunt ‘ORIGINAL’ of ‘SMF’ formaat selecteren.
WeergaveUitleg
ORIGINALData in ATELIER formaat opslaan.
SMFOpslaan in SMF formaat voor ATELIER geluidsmodules.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Display/Exit] knop.
7. Druk op de [Save] knop om het formaat te bevestigen.
De uitvoeringsdata wodt opgeslagen.
* Zet nooit de stroom uit terwijl de operatie aan de gang is. Hierdoor kan het interne geheugen van de ATELIER of het USB-geheugen beschadigen,
waardoor het onbruikbaar wordt.
* Uitvoeringsdata die in het ATELIER formaat wordt opgeslagen, kan niet correct worden afgespeeld door de geluidsgenerator van een instrument
dat niet tot de ATELIER serie behoort.
* Het opslaan van uitvoeringsdata in SMF formaat (SMF) duurt langer dan het opslaan in ATELIER formaat (ORIGINAL).
83
Uw spel opnemen
Als het volgende scherm verschijnt
Als u een nummer selecteert waarin al uitvoeringsdata is opgeslagen, verschijnt het volgende scherm.
Als u de inhoud van de uitvoeringsdata wilt bijwerken
1. Druk op de [Rec] knop.
Als u de uitvoeringsdata als nieuwe data wilt opslaan, zonder de bestaande data te overschrijven
1. Druk op de [Reset] knop om de Save operatie stop te zetten.
2. In het song selectiescherm selecteert u het nummer dat als ‘-------’ wordt weergegeven (een nummer dat op dat moment
geen uitvoeringsdata bevat).
3. Sla de uitvoeringsdata op.
Nadat het opslaan is voltooid, zal de naam van de opgeslagen uitvoering worden weergegeven.
Een song gebruiken met een ander tempo dan dat van de uitvoeringsdata
Hier ziet u, hoe het tempo van uitvoeringen die u heeft opgeslagen veranderd kan worden.
34
1. Maak voorbereidingen voor de uitvoeringsdata waarvan u het tempo wilt veranderen.
Als u uitvoeringsdata van een USB-geheugen gebruikt, sluit u dit op de USB Memory aansluiting aan.
2. Laad de uitvoeringsdata in de ATELIER (p.80).
3. Bepaal het tempo met de Tempo [
] [] knoppen.
4. Houd de [Reset] knop op het paneel indrukt, en druk op de [Rec] knop.
Het tempo van de uitvoeringsdata zal veranderen.
84
Uitvoeringsdata wissen
Als u uw opname wilt verwijderen en vanaf het begin opnieuw wilt opnemen of als u een nieuwe uitvoering wilt opnemen, moet u de eerder
opgenomen data wissen.
2
1
3
1. Druk een aantal malen op de [Display/Exit] knop om naar het Composer scherm te gaan.
2. Druk de [Load] en [Save] knoppen tegelijk in.
De volgende boodschap, die u vraagt uw keuze te bevestigen, zal weergegeven worden.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Reset] knop.
3. Als u zeker weet dat u de song wilt wissen, drukt u op de [Rec] knop.
85
Uw spel opnemen
Opnemen in geluidsformaat
Hier ziet u, hoe u uw uitvoering in geluidsformaat kunt opnemen.
* Uitvoeringen die in geluidsformaat worden opgenomen, worden in USB-geheugen opgeslagen. Als u geluid wilt opnemen, moet het USB-
geheugen op de USB Memory aansluiting worden aangesloten.
5693
478
Voorbereidingen voor opnemen
1. Sluit het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan (p.26).
2. Selecteer de paneelinstellingen die nodig zijn voor het opnemen van de uitvoering.
3. Druk op de [Rec] knop.
De indicator van de [Rec] knop is verlicht, en de [Play/Stop] knop knippert.
4. Druk op de Value [-] [+] knoppen om ‘Audio’ te selecteren.
De opname starten en stoppen
5. Druk op de [Play/Stop] knop om met opnemen te beginnen.
MEMO
Als u ritme en automatische begeleiding wilt gebruiken tijdens de opname, drukt u op de [Start/Stop] knop (p.60), in plaats van de [Play/Stop] knop
om de opname te starten. Tevens, als de Synchro Start op ON staat, zal de opname beginnen op het moment dat u op het onderste klavier speelt.
6. Druk op de [Play/Stop] knop als u klaar bent met opnemen.
MEMO
Als u op de [Intro/Ending] knop of [Start/Stop] knop drukt terwijl een ritme-uitvoering of automatische begeleiding wordt opgenomen, zullen de
ritme-uitvoering en de automatische begeleiding stoppen. De opname zelf gaat echter gewoon door. Druk op de [Play/Stop] knop om te stoppen
met opnemen.
86
De uitvoeringsdata een naam geven
7. Druk op de Menu [] [] knoppen om de cursor te verplaatsen, en druk op de Value [-] [+] knoppen om een teken te
selecteren.
KnopUitleg
Waarde [-] [+] knoppen
Selecteer een teken. De volgende tekens kunnen geselecteerd worden.
_ A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
* U kunt ‘_’ (onderstreping) niet als het eerste teken speciceren.
[Reset] knopVerwijdert een teken.
[Rec] knopVoegt een spatie in.
De uitvoeringsdata opslaan
8. Nadat u een naam heeft toegewezen, drukt u op de [Save] knop.
De uitvoeringsdata wordt opgeslagen.
MEMO
U kunt het opnamevolume aanpassen (p.99).
* Zet nooit de stroom uit terwijl de operatie aan de gang is. Hierdoor kan het interne geheugen van de ATELIER of het USB-geheugen beschadigen,
waardoor het onbruikbaar wordt.
De opgenomen uitvoering beluisteren
9. Druk op de [Play/Stop] knop om af te spelen.
Als de uitvoering tot het eind is afgespeeld, zal het afspelen automatisch stoppen.
Om op elk willekeurig punt te stoppen met afspelen, drukt u op de [Play/Stop] knop.
MEMO
De functie van de [Play/Stop] knop kan aan een voetschakelaar (die zich aan beide kanten van het expressiepedaal bevindt) worden toegewezen
(p.93).
87
Uw spel opnemen
De naam van uitvoeringsdata veranderen
U kunt de naam van uitvoeringsdata, die in geluidsformaat is opgenomen, veranderen.
4325
1. Laad de uitvoeringsdata waarvan de naam veranderd moet worden (p.80).
2. Druk een aantal malen op de [Display/Exit] knop om naar het Composer scherm te gaan.
3. Druk op de [Save] knop.
4. Druk op de Menu [
] [] knoppen om de cursor te verplaatsen, en druk op de Value [-] [+] knoppen om een teken te
selecteren.
KnopUitleg
Waarde [-] [+] knoppen
Selecteer een teken. De volgende tekens kunnen geselecteerd worden.
_ A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
* U kunt ‘_’ (onderstreping) niet als het eerste teken speciceren.
[Reset] knopVerwijdert een teken.
[Rec] knopVoegt een spatie in.
5. Nadat u de naam heeft toegewezen, drukt u op de [Save] knop.
De nieuwe naam wordt nu ingevoegd.
88
Uitvoeringsdata uit het User-geheugen of USB-geheugen spelen
Hier ziet u, hoe uitvoeringsdata die in User-geheugen of in een USB-geheugen is opgeslagen wordt afgespeeld.
56
4
23
1. Maak voorbereidingen voor de song die u wilt afspelen.
Als u uitvoeringsdata uit een USB-geheugen wilt afspelen, sluit u dit op de USB Memory aansluiting aan.
2. Druk op de [Song] knop, zodat de indicator verlicht is.
Het song selectiescherm verschijnt.
3. Druk op de [Media] knop om het medium te kiezen.
Kies ‘Favorites’ als u uitvoeringsdata uit het User-geheugen wilt afspelen. Kies ‘USB Memory’ als u uitvoeringsdata uit een USB-geheugen wilt afspelen.
4. Gebruik de Value [-] [+] knoppen om de gewenste song te selecteren.
5. Druk op de [Play/Stop] knop om de song af te spelen.
6. Druk op de [Play/Stop] knop om de song te stoppen.
MEMO
U kunt de [Bwd] of [Fwd] knoppen gebruiken om het afspeelgeluid terug of vooruit te spoelen.
89
Uw spel opnemen
Een opgeslagen gespeelde song verwijderen
U kunt een uitvoering, die in ‘Favorites’ of USB-geheugen werd opgeslagen, verwijderen.
Als u een song uit het USB-geheugen wilt verwijderen, sluit u het USB-geheugen op de USB Memory aansluiting aan, voordat u verder gaat.
4
5
3
12
1. Druk op de [Song] knop (controleer of de indicator verlicht is).
Het song selectiescherm verschijnt.
2. Druk op de [Media] knop om het medium te kiezen.
Als u een song uit de ‘Favorites’ wilt verwijderen kiest u ‘Favorites’. Als u een song uit het USB-geheugen wilt verwijderen, kiest u ‘USB Memory’.
3. Gebruik de Value [-] [+] knoppen om de uitvoeringsdata die u wilt verwijderen te selecteren.
4. Druk de [Load] en [Save] knoppen tegelijk in.
De volgende boodschap, die u vraagt uw keuze te bevestigen, wordt weergegeven.
Om de procedure te annuleren, drukt u op de [Reset] knop. U zult dan naar het song selectiescherm terugkeren.
5. Als u zeker weet dat u de song wilt verwijderen, drukt u op de [Rec] knop.
* Zet nooit de stroom uit terwijl de operatie aan de gang is. Hierdoor kan het interne geheugen van de ATELIER of het USB-geheugen beschadigen,
waardoor het onbruikbaar wordt.
90
Gedetailleerde instellingen voor diverse functies
Basisoperaties in het Utility scherm
In het Utility scherm kunt u verscheidene instellingen voor spelen en opnemen maken.
5
4
213
De parameter die bewerkt moet worden selecteren
1. Druk op de [Utility] knop.
De indicator van de [Utility] knop is verlicht, en het Utility scherm verschijnt.
2. Gebruik de Menu [] [] knoppen om de parameter die u wilt bewerken te selecteren.
Als u een parameter waarvoor ‘Press [Rec]’ niet rechtsonder in het scherm wordt getoond heeft geselecteerd, gaat u verder met stap 4.
MEMO
Door de [Utility] knop ingedrukt te houden terwijl de Menu [] [] knoppen worden gebruikt, kunt u enkele parameters overslaan tijdens het
maken van uw selectie.
3. Druk op de [Utility] knop.
Herhaal deze stappen om de parameters die u wilt bewerken te selecteren.
Als u op de [Display/Exit] knop drukt, keert u naar het vorige scherm terug.
De waarde bewerken
4. Gebruik de Value [-] [+] knoppen om de waarde van de instelling te veranderen.
Als de [-] [+] knoppen gelijktijdig worden ingedrukt, zal de waarde opnieuw op die van de fabriek worden ingesteld.
Als u op de [Display/Exit] knop drukt, keert u naar het vorige scherm terug.
Als u andere instellingen wilt bewerken, keert u naar stap 2 van ‘De parameter die bewerkt moet worden selecteren’ terug, en selecteert u het
onderdeel dat u wilt veranderen.
5. Druk een aantal malen op de [Display/Exit] knop.
De indicator van de [Utility] knop dooft uit, en u keert naar het basisscherm terug.
MEMO
• Als u de stroom uitzet, keren de instellingen die u heeft bewerkt naar hun oorspronkelijke waardes terug.
• Sommige instellingen worden onthouden nadat de stroom wordt uitgezet. Voor details over instellingen die opgeslagen kunnen worden, kijkt u bij
‘Opgeslagen onderdelen’ (p.123).
91
Gedetailleerde instellingen voor diverse functies
Instellingen die u kunt veranderen
ParameterPagina
Octave Shift
Octave Shift: Pedal
p. 37
Octave Shift: Lower
Octave Shift: Upper Organ
Octave Shift: Upper Orchestra
Octave Shift: Solo
Sustain
Sustain: Upper
p. 40
Sustain: Lower
Sustain: Pedal
Length: Upper
Length: Lower
Length: Pedal
Reverb
Reverb Type
p. 41
Wall Type
Depth: Accomp
Depth: Rhythm
Depth: Drums
Depth: M.Perc
Depth: A.Bass
Depth: Pedal
Depth: Lower
Depth: Upper Organ
Depth: Upper Orchestra
Depth: Solo
Depth: Vintage
VintageOrganVolumep. 92
Overdrivep. 43
Vibrato/Chorus Partp. 92
Initial Touch
Upper
p. 92
Lower
EZ Touchp. 92
Registration Shiftp. 96
L Foot Switch
p. 93
R Foot Switch
Pitch Bend Rangep. 94
Playback Transposep. 97
Chord Intelligencep. 95
Leading Bassp. 95
Solo Modep. 92
SoloToLower Modep. 92
Solo Split Pointp. 92
Bass Splitp. 48
Bass Split Pointp. 92
PedalBass Modep. 93
Auto Std Tempop. 95
Intro Count Downp. 95
Count Down Soundp. 95
Arranger Updatep. 97
Trans. Updatep. 97
ManualButtonAssignp. 72
AccompPartBalancep. 96
ParameterPagina
Media Utility
Create Folderp. 100
Copy Songp. 101
Copy Registrationp. 102
Copy Rhythmp. 103
Format Mediap. 104
VIMA TUNES
Melodyp. 110
Recommended Tonep. 111
Metronome
Metronomep. 97
Metronome Volumep. 97
Metronome Soundp. 97
Beatp. 97
Track Mutep. 98
Channel Mutep. 99
Audio Rec Gainp. 99
Exp. Source
Recording
p. 94
Playback
Exp. Curvep. 94
Lyricsp. 99
Master Tunep. 106
V-LINKp. 106
MIDI
TxMIDI Channel: Solo
p. 105
TxMIDI Channel: Upper
TxMIDI Channel: Lower
TxMIDI Channel: Pedal
TxMIDI Channel: Drums
TxMIDI Channel: M.Perc
TxMIDI Channel: Control
MIDI IN Modep. 105
Send PC Switchp. 105
PC Number: BankMSB
p. 105PC Number: BankLSB
PC Number: PC Num
Aux Out
Aux Outp. 112
Aux Out Modep. 112
LCD Contrastp. 106
D Beam Sensitivityp. 94
USB Driverp. 113
USB Memory Modep. 104
Languagep. 106
CD Audio Typep. 99
CD Audio Syncp. 99
Rhythm Lockp. 106
92
De manier waarop het instrument
reageert aanpassen
Het volume van het Vintage orgel aanpassen
(VintageOrganVolume)
U kunt het volume van het Vintage orgel aanpassen om de
volumebalans gerelateerd aan andere klanken te reguleren.
WaardeUitleg
0–12
Als de waarde toeneemt, zal het volume van de
Vintage orgelklank ook toenemen.
De Parts waarop Vibrato of Chorus wordt
toegepast selecteren (Vibrato/Chorus Part)
Voor de Vintage orgelklanken kunt u de Parts kiezen waarop het
Vibrato of Choruseect (p.34) wordt toegepast.
WaardeUitleg
UPPER+LOWER
Het eect wordt op het Part van het bovenste
klavier en onderste klavier toegepast.
UPPER
Het eect wordt op het Part van het bovenste
klavier toegepast.
LOWER
Het eect wordt op het Part van het onderste
klavier toegepast.
De gevoeligheid van Initial Touch aanpassen
(Initial Touch)
Hiermee wordt de mate van Initial Touch eect aangepast.
Initial Touch is een functie die de sterkte waarmee de toetsen worden
bespeeld in een direct proportionele hoeveelheid van volume vertaalt.
Dit kan voor het bovenste klavier en het onderste klavier apart worden
ingesteld.
ParameterWaardeUitleg
Upper, Lower
1–10
Initial Touch is ON (aan).
Als de toetsen krachtiger worden
aangeslagen, zullen corresponderend
luidere klanken geproduceerd worden.
De verandering in volume wanneer de
toetsen sterker worden gespeeld neemt
toe naarmate de waarde hoger wordt.
OFF
Initial Touch is uit.
Het volume blijft hetzelfde, ongeacht
hoe sterk u speelt.
Initial Touch uitschakelen (EZ Touch)
Hiermee kunt u op een constant volume spelen, ongeacht de sterkte
waarmee u speelt.
WaardeUitleg
OFFInitial Touch is ingeschakeld.
ON
Het volume blijft constant, ongeacht de sterkte
waarmee u speelt.
Initial Touch is uitgeschakeld.
De manier waarop de solostem reageert
veranderen (Solo Mode)
Als de solostem aan het bovenste of onderste klavier is toegewezen,
kunt u speciceren hoe de solostem zal reageren wanneer meer dan
één toets wordt ingedrukt.
WaardeUitleg
TOP NOTE
De solostem laat de hoogste noot die voor het
solo Part wordt gespeeld horen.
LAST NOTE
De solostem laat de meest recent gespeelde
noot voor het solo Part horen.
POLYPHONIC
De solostem laat alle noten die voor het solo
Part werden gespeeld horen.
De solostem en Lower stem stapelen
(SoloToLower Mode)
Als de solostem op het onderste klavier wordt gespeeld (als de Solo
[To Lower] knop op ON staat), kunt u speciceren of de Lower stem en
de solostem samen zullen klinken (gestapeld) of apart zullen klinken
(gesplitst).
WaardeUitleg
SPLITDe Parts klinken apart.
LAYERDe Lower stem en solostem zijn samen te horen.
Het Solo splitspunt veranderen (Solo Split
Point)
Deze instelling wordt gebruikt om het Solo splitspunt (onderste grens
van de speelbare reeks van de solostem) op het onderste klavier op
elke gewenste positie in te stellen.
WaardeA1–C7
Het Solo splitspunt veranderen (Solo Split
Point)
Deze instelling wordt gebruikt om het Solo splitspunt (onderste grens
van de speelbare reeks van de solostem) op het onderste klavier op
elke gewenste positie in te stellen.
WaardeA1–C7
93
Gedetailleerde instellingen voor diverse functies
De polyfonie van het voetklavier veranderen
(Pedal Bass Mode)
U kunt het bas voetklavier instellen op het gelijktijdig spelen van
meerdere noten of alleen losse noten.
WaardeUitleg
MONOPHONICAlleen losse noten kunnen gespeeld worden.
POLYPHONICMeerdere noten kunnen gespeeld worden.
Uitvoeringsinstellingen
De functies van de voetschakelaars
veranderen (L Foot Switch, R Foot Switch)
U kunt de functies die aan de voetschakelaars van het voetklavier (PK
serie, apart verkrijgbaar) zijn toegewezen selecteren.
MEMO
Een pedaalschakelaar (DP serie, apart verkrijgbaar) die op de Pedal
(Control) Jack is aangesloten, heeft dezelfde functie als de rechter
voetschakelaar.
WaardeUitleg
ROTARY FAST/SLOW
Schakelt de rotatiesnelheid tussen ‘FAST’ en
‘SLOW’.
GLIDE
Terwijl de voetschakelaar is ingedrukt, zal de
toonhoogte tijdelijk verlaagd worden, en keert
naar normaal terug als u de voetschakelaar
loslaat.
Het Glide-eect wordt toegevoegd aan de stem
van alle secties die op het bovenste klavier
worden gespeeld.
* Het Glide-eect wordt alleen op het Part
van het bovenste klavier (Upper Organ en
Upper Orchestral) toegepast. Het wordt niet
op het Vintage Organ Part van het bovenste
klavier toegepast.
LEADING BASS
De Leading Bass functie (p.95) werkt alleen als u
de voetschakelaar ingedrukt blijft houden.
RHYTHM START/STOPStart/stopt het ritme.
COMP PLAY/STOP
Dezelfde functie als de [Play/Stop] knop.
Elke keer dat u de voetschakelaar indrukt, wordt
de uitvoeringsdata afgespeeld of gestopt.
INTRO/ENDINGEen intro of een einde spelen.
VARIATION UP
Verandert de Variation knop.
Elke keer dat u op de voetschakelaar drukt,
wordt het variatienummer hoger.
VARIATION DOWN
Verandert de Variation knop.
Elke keer dat u op de voetschakelaar drukt,
wordt het variatienummer lager.
VARIATION ALT
Verandert de Variation knop.
Als de Variation [1] knop of [3] knop is
geselecteerd, zal dit tussen de Variation [1] en
[3] knoppen afwisselen.
Als de Variation [2] knop of [4] knop is
geselecteerd, zal dit tussen de Variation [2] en
[4] knoppen afwisselen.
FILL INVoegt een Fill-In in.
BREAKStopt het ritme gedurende één maat (Break).
DAMPER OF UPPER
Noten die op het bovenste klavier worden
gespeeld, blijven alleen doorklinken terwijl u de
voetschakelaar ingedrukt blijft houden.
* Decay kan niet aan de solostemmen
worden toegevoegd.
DAMPER OF LOWER
Noten die op het onderste klavier worden
gespeeld, blijven alleen doorklinken terwijl u de
voetschakelaar ingedrukt blijft houden.
* Decay kan niet aan de solostemmen
worden toegevoegd.
N.CONTROL1
Past een eect op een SuperNATURAL stem toe
(p.54).
N.CONTROL2
OFFZet de functie van de voetschakelaar uit.
* Als de ‘Registration Shift’ instelling van het Utility menu ‘RIGHT’,
‘LEFT’ of ‘RIGHT+LoadNext’ is, wordt de voetschakelaar ingesteld
op het afwisselen tussen registraties. De ‘R Foot Switch’ of ‘L Foot
Switch’ instelling zal genegeerd worden.
94
De Pitch Bend Range veranderen (Pitch bend
Range)
Met deze instelling kunt u de maximale hoeveelheid
toonhoogteverandering die tijdens het gebruik van Pitch Bend wordt
toegestaan kiezen. De reeks kan tussen 1-12 worden ingesteld (in
eenheden van halve tonen, met een maximum van een octaaf).
Waarde1-12 (stappen van halve tonen)
De functie van het expressiepedaal
veranderen (Exp. Source)
Speciceer hoe het expressiepedaal zal functioneren als uw uitvoering
wordt opgenomen en wanneer ATELIER songbestanden worden
afgespeeld.
ParameterWaardeUitleg
Recording
PEDAL
Bewegingen van het expressiepedaal
worden opgenomen. De vorige opname
wordt gewist als nieuwe songs worden
opgenomen.
COMPOSER
Bewegingen van het expressiepedaal
worden niet opgenomen. De vorige data
blijft behouden, en wordt niet gewist.
Playback
PEDAL+
COMPOSER
Het expressiepedaal functioneert.
Opname van het expressiepedaal
binnen het songbestand is ook eectief.
COMPOSER
Het expressiepedaal functioneert niet.
Opname van het expressiepedaal
binnen het songbestand is eectief.
PEDAL
Het expressiepedaal functioneert. De
expressiepedaal opname binnen het
songbestand zal genegeerd worden.
De diepte van het expressiepedaal
aanpassen (Exp. Curve)
U kunt instellen hoeveel eect er toegepast zal worden als u het
expressiepedaal indrukt.
WaardeUitleg
1
De positie van het expressiepedaal is niet wezenlijk
van invloed op de ritme-uitvoeringen en automatische
begeleiding.
Deze instelling is handig als u niet wilt dat het volume van
de ritme-uitvoering en de automatische begeleiding veel
verandert.
Ritme, automatische
begeleiding
Klavier Part
2
Het expressiepedaal wordt op het ritme en de automatische
begeleiding toegepast, alsmede op de uitvoering van het
klavier.
Het volume wordt op eenvoudige wijze, volgens de
hoek van het expressiepedaal aangepast, hetgeen deze
instelling perfect maakt voor gebruik in songs waarin grote
dynamische veranderingen optreden.
Ritme, automatische begeleiding, klavier Part
3
Het expressiepedaal wordt op het ritme en de automatische
begeleiding toegepast, alsmede op de uitvoering van het
klavier.
Het expressie eect wordt milder toegepast dan met
instelling 2. daarom is deze instelling geschikt voor rustigere
songs, met minder intensieve dynamische veranderingen.
Ritme, automatische begeleiding, klavier Part
4
Het expressiepedaal wordt op het ritme en de automatische
begeleiding toegepast, alsmede op de uitvoering van het
klavier.
Het expressie eect wordt milder toegepast dan met
instelling 2. daarom is deze instelling geschikt voor rustigere
songs, met minder intensieve dynamische veranderingen.
Ritme, automatische
begeleiding
Klavier Part
De gevoeligheid van de D Beam Controller
aanpassen (D Beam Sensitivity)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de D Beam Controller aanpassen.
WaardeUitleg
1–10
Hogere instellingen maken de D Beam
Controller gevoeliger.
95
Gedetailleerde instellingen voor diverse functies
Ritme-instellingen
Akkoorden produceren met een eenvoudige
vingerzetting (Chord Intelligence)
‘Chord Intelligence’ is een eigenschap die de juiste
begeleidingsakkoorden speelt, op het moment dat u tijdens de
automatische begeleiding een toets op het onderste klavier speelt, die
een akkoord speciceert.
Om bijvoorbeeld een C akkoord op het onderste klavier te spelen,
dient u meestal de drie toetsen C, E en G in te drukken. Met
Chord Intelligence hoeft u alleen de C toets in te drukken om een
begeleiding in een C akkoord te starten.
WaardeUitleg
ONChord Intelligence functie is aan.
OFFChord Intelligence functie is uit.
MEMO
• Als de [One Touch Program] knop wordt ingedrukt, wordt de Chord
Intelligence functie automatisch aangezet.
• Als de Leading Bass functie (p.95) aan is, en de Chord Intelligence
functie uit is, kunt u akkoorden speciceren met een combinatie
van het onderste klavier en het voetklavier.
De Leading Bass functie gebruiken (Leading
Bass)
Wanneer de automatische begeleiding functie wordt gebruikt, en
de Pedal [To Lower] knop op ON staat, speelt de pedaalbasstem
gewoonlijk de grondtoon (p.122) van het akkoord dat u op het
onderste klavier speelt.
Als de Leading Bass functie is uitgeschakeld, wordt de laagste noot
van het akkoord dat u op het onderste klavier speelt, als de basnoot
gebruikt (de laagste noot van het akkoord). Vandaar dat de basnoot
anders klinkt dan normaal, als u een akkoord in een omkering speelt
(p.122).
WaardeUitleg
ONDe Leading Bass functie is aan.
OFFDe Leading Bass functie is uit.
MEMO
• U kunt de Leading Bass functies aan de voetschakelaars aan beide
kanten van het expressiepedaal toewijzen (p.94).
• Als de Leading Bass functie (p.95) aan is, en de Chord Intelligence
functie uit is, kunt u akkoorden speciceren met een combinatie
van het onderste klavier en het voetklavier.
Voorkomen dat het tempo van ritmes
automatisch verandert (Auto Std Tempo)
U kunt voorkomen dat het tempo van ritmes automatisch verandert
als u van ritme verandert.
WaardeUitleg
ON
Als u van ritme verandert terwijl het ritme is
gestopt, veranderen de instellingen automatisch
in die van het nieuwe ritme.
OFF
Als het ritme is gestopt, worden de tempo-
instellingen niet automatisch veranderd als de
ritmes worden veranderd.
Een aftelgeluid spelen als het intro eindigt
(Intro Count Down)
Als een intro wordt gespeeld voordat uw uitvoering begint, kunt u aan
het eind van het intro een aftelgeluid laten spelen, zodat u gemakkelijk
begrijpt waar u zelf begint te spelen.
WaardeUitleg
ONEen aftelgeluid wordt gespeeld.
OFFEr wordt geen aftelgeluid gespeeld.
De klank van een aftelgeluid veranderen
U kunt de klank van het geluid, dat gebruikt wordt voor de aftelling
die met de Intro Countdown functie aan het eind van het intro wordt
gespeeld, veranderen.
WaardeUitleg
VOICE
Aftelling met het geluid van een menselijke
stem (Eén, twee, drie…)
STICKAftelling met het geluid van een stok.
96
De volumebalans van de Arranger aanpassen
(Accomp PartBalance)
U kunt de volumebalans van elk Part aanpassen.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Gebruik de Menu [
] [] knoppen om
‘AccompPartBalance’ te selecteren.
3. Druk op de [Utility] knop.
Het Accomp Part Balance scherm verschijnt.
MEMO
U kunt het Accomp Part Balance scherm ook vanuit het Part
Balance scherm (p.35) bereiken, door de Menu [
] knop in te
drukken.
4. Druk op de Menu [] [] knoppen om het Part dat u wilt
aanpassen te selecteren.
De Arranger begeleiding is in zes Parts verdeeld: A1-A6.
De inhoud die aan elk Part wordt toegewezen, is afhankelijk van de
begeleiding.
5. Gebruik de Value [-] [+] knoppen om het volume aan te
passen.
WaardeUitleg
0–12Hogere waardes maken het volume luider.
Druk op de [Display/Exit] knop om naar het basisscherm terug te
keren.
Registratie instellingen
De voetschakelaar gebruiken om van
registratie te veranderen (Registration Shift)
Aan een voetschakelaar van het voetklavier (PK serie, apart
verkrijgbaar) kan de functie van het opeenvolgend veranderen van
registraties worden toegewezen. Elke keer dat u de voetschakelaar
indrukt, wordt de registratie veranderd.
MEMO
Een pedaalschakelaar (DP serie, apart verkrijgbaar) doe op de Pedal
(Control) Jack is aangesloten, heeft dezelfde functie als de rechter
voetschakelaar.
* De Registration Shift instellingen worden in elke individuele
registratieset opgeslagen. Als ‘RIGHT + Load Next’ aan de voetscha-
kelaar is toegewezen, en de Load Next functie (p.72) gebruikt wordt
om tussen registraties die in een USB-geheugen zijn opgeslagen af
te wisselen, stelt u de Registration Shift instelling op ‘RIGHT + Load
Next’ in, voor alle opgeslagen registraties.
WaardeUitleg
OFF
U kunt een functie, die aan de voetschakelaar is
toegewezen, gebruiken.
RIGHT
Met de rechter voetschakelaar kunt u van
registratie veranderen.
De functie die aan de rechter voetschakelaar is
toegewezen, kan niet gebruikt worden.
LEFT
Met de linker voetschakelaar kunt u van
registratie veranderen.
De functie die aan de linker voetschakelaar is
toegewezen, kan niet gebruikt worden.
RIGHT + Load Next
Met de rechter voetschakelaar kunt u van
registratie veranderen.
De functie die aan de rechter voetschakelaar is
toegewezen, kan niet gebruikt worden.
Als de Registration [8] knop wordt geselecteerd
en de rechter voetschakelaar wordt ingedrukt,
wordt de Load Next functie geactiveerd, die de
volgende registratie, die in USB-geheugen of
het User-geheugen is opgeslagen, oproept.
Het Registration Load venster verschijnt in het
scherm.
Als u nogmaals op de rechter voetschakelaar
drukt, wordt de registratieset bevestigd, en de
Registration [1] knop geselecteerd.
Voorbeeld:
1→2→3…→8 →Load Next→(volgende
registratie) 1
97
Gedetailleerde instellingen voor diverse functies
Registration Arranger Update
(Arranger Update)
U kunt speciceren hoe de instellingen, gerelateerd aan ritme-
uitvoering en automatische begeleiding, worden opgeroepen als u op
een Registration [1]-[8] knop drukt.
WaardeUitleg
DELAYED
Instellingen met betrekking tot ritme-
uitvoeringen en automatische begeleiding
worden opgeroepen als u een registratieknop
enkele seconden ingedrukt houdt. Als u de
registratieknop snel indrukt, worden alleen
de paneelinstellingen (stem, enz.) die niet aan
het ritme en de automatische begeleiding zijn
gerelateerd bijgewerkt.
INSTANT
Instellingen met betrekking tot ritme-uitvoe-
ringen en automatische begeleiding worden,
samen met alle andere paneelinstellingen,
opgeroepen als u een registratieknop indrukt.
Registration Transpose Update
(Trans. Update)
U kunt speciceren hoe de transpositie-instelling wordt opgeroepen
als u een registratieknop [1]-[8] indrukt.
WaardeUitleg
DELAYED
Transpositie-instellingen worden opgeroepen
als u een registratieknop enkele seconden
ingedrukt houdt.
INSTANT
De transpositie-instelling worden, samen met
alle andere paneelinstellingen, opgeroepen als
u een registratieknop indrukt.
Instellingen voor opnemen en
afspelen
De toonsoort veranderen als songs worden
afgespeeld (Playback Transpose)
SMF muziekbestanden of een uitvoering die u heeft opgenomen,
kunnen in een andere toonsoort worden afgespeeld.
Waarde-6–0–+5
MEMO
Voor het bespelen van het klavier, kan het klavier ook
getransponeerd worden (p.36).
De metronoominstelling veranderen
(Metronome)
Deze instelling bepaalt of de metronoom al dan niet hoorbaar is.
WaardeUitleg
OFFGeheel niet hoorbaar.
RECAlleen tijdens opname hoorbaar
ONVoortdurend hoorbaar.
Het volume van de metronoom aanpassen
(Metronome Volume)
U kunt het volume van de metronoom aanpassen.
WaardeUitleg
1–10
Als de waarde toeneemt, wordt het volume van
de metronoom luider.
Het geluid van de metronoom veranderen
(Metronome Sound)
U kunt één van de vier verschillende geluiden voor de metronoom
kiezen.
WaardeUitleg
CLICK&BELLConventioneel metronoomgeluid
ELECTRONICElektronisch metronoomgeluid
VOICE ENGLISHMenselijke stem (Engels)
VOICE JAPANESEMenselijke stem (Japans)
De Beat instelling veranderen (Beat)
Deze instelling bepaalt de maatsoort, die tijdens het opnemen van
Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.
Product:
Forumrules
To achieve meaningful questions, we apply the following rules:
First, read the manual;
Check if your question has been asked previously;
Try to ask your question as clearly as possible;
Did you already try to solve the problem? Please mention this;
Is your problem solved by a visitor then let him/her know in this forum;
To give a response to a question or answer, do not use this form but click on the button 'reply to this question';
Your question will be posted here and emailed to our subscribers. Therefore, avoid filling in personal details.
Register
Register getting emails for Roland AT-350C at:
new questions and answers
new manuals
You will receive an email to register for one or both of the options.
Get your user manual by e-mail
Enter your email address to receive the manual of Roland AT-350C in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.
The manual is 51,34 mb in size.
You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.
If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.
The email address you have provided is not correct.
Please check the email address and correct it.
Your question is posted on this page
Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.