724745
79
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/84
Next page
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
Robotmaaier
RC312 Pro S, RC308 Pro,
RC308u Connect, RC304u
NL
Gebruikersgids
Bekijk de
installatie
1/Learn
Your Lawn
Ik ben
Robomow,
aangenaam.
Uw veiligheid is belangrijk voor ons.
Lees alle veiligheidswaarschuwingen in de handleiding
aandachtig en wees extra voorzichtig door kinderen en
huisdieren weg te houden van het gazon wanneer de Robomow
aan het werk is.
Veiligheid ....................
2
Installatie ...................
13
Snelle naslag ...............
53
2 3
Veiligheid
BELANGRIJK!
LEES DIT ZORGVULDIG VOOR HET GEBRUIK EN
BEWAAR DE GIDS OM HEM LATER TE KUNNEN
RAADPLEGEN
Definities waarschuwingsplaatjes
Veiligheidswaarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen
Veiligheidsfuncties
Laat de maaier niet door kinderen gebruiken of
bedienen. Kinderen moeten altijd onder toezicht staan.
2 3
Veiligheidswaarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen
Definities waarschu-
wingsplaatjes
Dit symbool betekent dat de voeding dubbel
geïsoleerd is
Ruim de maaier of een onderdeel ervan nooit op als
niet-gesorteerd huishoudelijk afval. Ze moeten gescheiden
opgehaald worden.
Dit product voldoet aan de relevante richtlijnen van
de EU.
1 2 3 4 5 6 7
1. Dit is een gevaarlijk aangedreven gereedschap. Wees voorzichtig
wanneer u met de maaier werkt en volg alle veiligheidsinstructies
en waarschuwingen.
2. Lees de veiligheidshandleiding aandachtig voor u uw maaier
gebruikt.
3. Pas op voor voorwerpen die tijdens de werking worden
weggeslingerd.
4. Blijf tijdens het gebruik op een veilige afstand van de maaier.
Houd mensen en in het bijzonder kinderen, huisdieren en
omstanders weg van de plaats waar de maaier aan het werk is.
5. LET OP – Raak het draaiende mes niet aan. Houd uw handen
en voeten uit de buurt en probeer niet om de maaier op te tillen.
6. Activeer de veiligheidssleutel voor u aan de maaier werkt of hem
optilt (zie sectie 3.b).
7. Rijd nooit op de maaier.
4 5
A. Voor u begint
1. Lees deze veiligheidshandleiding aandachtig door voor
u de maaier gebruikt, om vertrouwd te worden met zijn
bedieningen en correcte gebruik.
2. Laat de machine nooit gebruiken door kinderen, personen
met een fysieke, zintuiglijke of geestelijke beperking,
personen met een gebrek aan kennis en ervaring en
personen die niet vertrouwd zijn met gebruiksinstructies.
Plaatselijke reglementen kunnen leeftijdsbeperkingen
opleggen aan de gebruiker.
U bent verantwoordelijk voor ongevallen of schade aan
andere personen of hun eigendom.
3. Het is uw verantwoordelijkheid om uw buren te informeren
over de risico's. U moet hen verbieden uw gazon te betreden
terwijl de maaier aan het werk is.
4. Als uw gazon aan de straat en/of het gazon van de buren
grenst, moet u tijdens de werking van de maaier aanwezig
zijn om te beletten dat mensen op uw gazon komen. Ofwel
moet u uw gazon beveiligen/omheinen zodat mensen niet in
de buurt van de maaier kunnen komen terwijl hij werkt.
B. Voorbereidingen
1. Zorg voor een correcte plaatsing van de perimeterdraad,
volgens de instructies.
2. Inspecteer het terrein waar de maaier wordt gebruikt
regelmatig. Verwijder alle stenen, takken, draden en vreemde
voorwerpen.
3. Controleer regelmatig visueel of het mes niet versleten of
beschadigd is. Vervang een versleten of beschadigd mes
(Artikelnr. MRK7003A/MRK7003W).
Veiligheidswaarschuwingen
en voorzorgsmaatregelen
4 5
C. Bediening
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSWAARSCHUWING!
Laat de maaier niet zonder toezicht werken als u weet
dat er huisdieren, kinderen of mensen in de buurt
zijn. Maai nooit terwijl mensen (vooral kinderen) of
huisdieren in de buurt zijn.
1. Gebruik de maaier niet wanneer een veiligheidsvoorziening of
een onderdeel beschadigd, versleten of defect is.
2. Houd handen en voeten uit de buurt van de messen en andere
bewegende onderdelen.
3. Zet de veiligheidsschakelaar altijd uit voor u de maaier optilt of
afstellingen wilt uitvoeren.
4. Neem de maaier nooit op en draag hem nooit terwijl de motor
werkt.
5. Raak het mes niet aan voor het volledig tot stilstand is
gekomen.
6. Gebruik de maaier niet voor een ander doel dan het maaien
van het gazon.
7. Laat alle beveiligingen, schermen, veiligheidsvoorzieningen
en sensoren op hun plaats. Herstel of vervang beschadigde
onderdelen, inclusief de veiligheidsplaatjes.
8. Programmeer de wekelijkse maaibeurten op momenten
waarop niemand op het gras is.
9. Sluit een beschadigd stroomsnoer niet aan op het stopcontact
en raak het niet aan voor de stekker uit het stopcontact is
genomen, om een elektrische schok te voorkomen.
6 7
10. Houd het verlengsnoer weg van het mes, zodat de maaier
het niet beschadigt. Een beschadigd stroomsnoer kan een
elektrische schok veroorzaken.
11. Als het stroomsnoer tijdens het gebruik wordt beschadigd of
in de war raakt, moet u het afkoppelen door de stekker uit het
stopcontact te halen.
12. In het geval van een ongeluk of een defect terwijl de maaier
aan het werk is, moet u onmiddellijk op de rode STOP knop
drukken.
D. Transport
Binnen het werkgebied:
1. Druk op STOP om de maaier te stoppen.
2. Gebruik de afstandsbediening.
(verkrijgbaar als accessoire of via de
mobiele app) om de maaier van de ene
plaats naar de andere te laten rijden.
3. Als er een niveauverschil is, zet u de
veiligheidsschakelaar uit en draagt u de
maaier aan de draaggreep.
Over lange afstanden:
Zet de veiligheidsschakelaar uit voor u uw maaier over lange
afstanden vervoert.
BELANGRIJK! Het is aanbevolen dat u de
oorspronkelijke verpakking bewaart voor het geval u
de maaier zou moeten verzenden.
6 7
E. Werken met de afstandsbediening (met de hand
maaien)
1. Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht en maai niet als
het gras nat is.
2. Bedien de maaier niet op blote voeten of met open sandalen
aan. Draag altijd stevig schoeisel en een lange broek; zorg
dat u op hellingen altijd stabiel staat.
3. Wees zeer voorzichtig wanneer u de maaier naar u toe draait.
4. Schakel altijd de motor in volgens de instructies en houd uw
voeten goed uit de buurt van het mes.
5. Maai niet handmatig op een helling van meer dan 15 graden
of waar u niet stevig kunt staan.
F. Accus
1. Open of beschadig de accu niet.
2. De accu bevat elektrolyt. Ga bij een lek van elektrolyt uit de
accu als volgt te werk:
Contact met de huid: was de zones die in contact geweest
zijn onmiddellijk met water en zeep.
Contact met de ogen: onmiddellijk gedurende 15 minuten
met veel water spoelen, zonder te wrijven.
Zoek medische hulp.
3. Zorg dat de accu met de door de fabrikant geadviseerde
lader wordt opgeladen. Een verkeerd gebruik kan leiden tot
elektrische schok, oververhitting of lekkage van bijtende
vloeistof uit de accu.
8 9
G. Onderhoud en speciale instructies
1. Zet de veiligheidsschakelaar altijd uit voor u blokkeringen
verwijdert, de maaier inspecteert/schoonmaakt of eraan
werkt, of wanneer u de machine op schade onderzoekt
nadat ze een vreemd voorwerp heeft geraakt. Probeer nooit
de maaier te herstellen of af te stellen terwijl hij werkt.
2. Als de maaier abnormaal trilt, moet u hem uitschakelen,
de veiligheidsschakelaar uitzetten en het mes op
beschadigingen controleren. Vervang een versleten of
beschadigd mes (Artikelnr. MRK7003A/MRK7003W) om een
goede balans te behouden. Raadpleeg de onderhoudsdienst
als de trillingen aanhouden.
3. Gebruik zware veiligheidshandschoenen wanneer u het mes
nakijkt of vervangt.
4. Voer nooit onderhoud uit terwijl u blootsvoets bent u open
sandalen draagt. Draag altijd geschikte werkschoenen en
een lange broek.
5. Vervang versleten of beschadigde onderdelen voor uw
veiligheid.
6. Gebruik uitsluitend origineel gereedschap en originele
accessoires. Het is niet toegestaan het oorspronkelijke
ontwerp van de maaier te wijzigen. Alle aanpassingen zijn op
uw eigen risico.
7. Gebruik uitsluitend vervangende messen van het juiste type
(Artikelnr. MRK7003A/MRK7003W).
8. Volg de instructies van de fabrikant voor het onderhoud/de
service/het schoonmaken van de maaier.
9. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven goed vastzitten,
zodat de machine veilig werkt.
8 9
WAARSCHUWING!
Indien er gevaar op onweer bestaat, dient
u de perimeterdraad van het basisstation/
perimeterschakelaar verwijderen en de stekker uit
het 230V/120V stopcontact halen.
H. Levenseinde van het product
1. De maaier en zijn accessoires moeten op het einde van
hun levenscyclus apart gescheiden opgehaald worden om
te voorkomen dat elektrisch en elektronisch afval worden
gestort en om de kwaliteit van het milieu te beschermen en
te verbeteren.
2. Gooi de maaier of een onderdeel ervan (met inbegrip van de
voeding en het basisstation) nooit weg als niet-gesorteerd
huishoudelijk afval – ze moeten gescheiden opgehaald worden.
3. Informeer bij uw plaatselijke dealer over de beschikbare
systemen voor de inlevering en de ophaling.
4. Verbrand de accu niet en doe gebruikte accu’s niet bij uw
huishoudelijke afval.
5. De accu moet worden ingezameld, zodat hij gerecycled of op
een milieuvriendelijke manier verwerkt kan worden.
10 11
WAARSCHUWING!
Uw maaier is van verscheidene ingebouwde
beveiligingen voorzien. De maaier is echter
een gevaarlijk toestel met een scherp mes dat
personen die ermee in contact komen ernstig kan
verwonden.
Daarom is het volstrekt verboden het gazon te
betreden terwijl de maaier aan het werk is. Als
alternatief moet u de maaier uitschakelen wanneer
mensen (vooral kinderen) en huisdieren op het
gazon blijven of spelen.
A. Kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat de maaier onvoorzien gaat
werken als toevallig een knop wordt ingedrukt. U moet
twee knoppen in de juiste volgorde indrukken om de
machine te starten. U moet het kinderslot activeren als
kinderen jonger dan 6 jaar in contact kunnen komen met
de maaier.
B. Diefstalbeveiliging / Veiligheidssleutel
De diefstalbeveiliging/veiligheidssleutel verhindert het
gebruik of het verrijden van de maaier, tenzij na het
invoeren van een geldige code. De maaier zal u vragen
een code van vier cijfers als persoonlijke veiligheidscode
in te voeren. Het is stellig aanbevolen deze functie te
activeren om te voorkomen dat kinderen of mensen die
de maaier niet kennen of niet mogen gebruiken de maaier
inschakelen.
Veiligheidsfuncties
10 11
C. Tilsensor
Als de maaier wordt opgetild terwijl het mes draait, zal
het mes onmiddellijk stoppen.
D. Sensor voor scheefstand
Als de maaier naar een verticale stand wordt gekanteld,
zal het mes onmiddellijk stoppen.
E. Bumpersensor
Tijdens de werking detecteert uw maaier obstakels op
zijn weg. Als de maaier op een obstakel stoot, stopt het
mes onmiddellijk, stopt de beweging in de richting van
het obstakel en zal de maaier achteruit rijden.
F. Noodstopknop
Een druk op STOP tijdens de werking brengt de maaier en
de messen onmiddellijk tot stilstand.
G. Veiligheidsschakelaar
Het uitschakelen van de veiligheidsschakelaar zal
voorkomen worden dat de maaier werkt. U moet de
schakelaar uitzetten voor u de maaier optilt en voor u met
onderhoud begint.
H. Basisstation/perimeter-schakelaar en
perimeter-draad
De maaier kan niet werken zonder een geïnstalleerde en
via het basisstation geactiveerde perimeterdraad. Als het
signaal van de perimeterdraad uitvalt, stopt de maaier
met werken.
Aan de slag.
Ik kan niet
wachten om
uw gazon te
maaien.
PB 13
Welkom in een vriendelijk
thuis
Proficiat met uw aankoop! Nog heel even en u kunt kennismaken
met uw beste teamspeler. U zult weldra op uw nieuwe vriend kunnen
rekenen om uw gazon perfect te maaien.
De maaier zal op vooraf bepaalde dagen en uren automatisch uit zijn
basisstation vertrekken, uw gazon maaien en naar het basisstation
terugkeren om zich op te laden.
Een vooraf geïnstalleerde perimeterdraad bepaalt de grenzen (als
een "virtueel hek") voor uw maaier. Hij loopt langs de rand van het
gazon en rond voorwerpen die u wilt beschermen.
De maaier beweegt willekeurig binnen de door de perimeterdraad
afgebakende werkzone. De willekeurige beweging zorgt voor een
perfecte maaibeurt van de volledige oppervlakte van uw gazon.
14 15
Hij richt zich op de bovenkant van de perimeterdraad, voor een
nauwkeurige, foutloze afwerking van de randen.
Consistent maaien geeft een mooi gazon, en dat is net wat een
robotmaaier doet.
Na een snelle en eenvoudige installatie kunt u van uw vrije tijd
genieten terwijl uw nieuwe vriend voor uw gazon zorgt.
14 15
Ken uw gazon
Wat is het type van uw gazon?
Aan de slag
Kies de plaats van het
basisstation
Inschakelen
Steek de stekker in het
stopcontact
Instellen en testen
Setup en proefrit
Plaats de draad
Bepaal de "virtuele omheining"
Wat gaan we nu doen?
Een correcte installatie van uw maaier zal een optimaal
resultaat garanderen. U moet het volgende doen om uw
maaier voor te bereiden om perfect voor u te werken:
16 17
Wat zit er in de doos
Het product
Uw nieuwe robotmaaier
Basisstation met
verlengsnoer
Het basisstation laadt
de maaier op. Het
laagspanningsnoer van 15 m
verbindt het basisstation met
de voeding
Voeding
De voeding voorhet opladen
van uw maaier
Perimeterdraad*
Bakent het werkgebied van
uw maaier af
(*) Niet inbegrepen bij
Pro/XR2 modellen
Gebruikersgids
GEBRUI-
KERSGIDS.
16 17
Klaar? Aan de slag...
Mesgereedschap
Om de messen veilig te
verwijderen
Extra aansluitconnector
Om de perimeterdraad
op het basisstation aan te
sluiten
Draadconnectoren
Om de perimeterdraad te
splitsen als hij onderbroken is
RoboRuler
Om de afstand van de perimeterdraad tot de rand van
het gazon te meten
Haringen voor het
basisstation (x4)
Om het basisstation aan
de grond te bevestigen
Draadpennen*
Om de draad aan de
grond te bevestigen
(*) Niet inbegrepen bij
Pro/XR2 modellen
Hulpstuk maaihoogte
Om de maaihoogte
gemakkelijker aan te passen
Smalle doorgang 10 cm
Positie van de draad
Gazonrand 20 cm
Muurrand 28 cm
18 19
Type A
Alleen basiszone
Uw gazon is een doorlopende
zone en overal breed genoeg om
de maaier te laten passeren (op
het smalste punt ten minste 2 m
breed).
Basiszone
Basiszone
Subzone
Een goed begrip van uw gazon zal onnodige
vergissingen voorkomen en de installatie
gemakkelijker en eenvoudiger maken.
Als uw gazon kent, kunt u ook delen van deze handleiding overslaan
omdat ze niet relevant zijn voor uw gazon.
Hoe ziet uw gazon eruit?
Ken uw gazon
Type B
Basiszone + subzone
Uwgazon bestaat uit meer dan
één zone.
De verschillende zones zijn
met een smalle doorgang
(1-2 m breed) met elkaar
verbonden.
De maaier kan tussen de
zones rijden om het volledige
gazon te maaien.
18 19
Basiszone
Basiszone
Subzone
Aparte zone
Aparte zone
Type D
Basiszone + subzone +
afgescheiden zone
Sommige delen van uw gazon zijn
met
de basiszone verbonden door
een smalle doorgang (tot 2 m breed)
en sommige delen zijn volledig van
de basiszone gescheiden door een
omheining, een voetpad, een pad
of
een andere hindernis en de maaier
kan niet van het ene naar het andere
deel rijden.
Type C
Basiszone + aparte zone
Uw gazon bestaat uit één of meer
zones die niet met elkaar verbonden
zijn (gescheiden door een omheining,
een voetpad, een pad of een andere
hindernis). De maaier kan niet
tussen deze zones rijden.
20 21
Het basisstation laadt uw maaier op en het begin en eind van de
perimeterdraad worden erop aangesloten. In deze stap van de
installatie bepaalt u de beste plaats voor het basisstation.
Kies de locaties voor het basisstation en de voeding
Aan de slag
Beslis welk installatietype
het juiste voor u is
Het basisstation zal later worden geïnstalleerd, nadat de
perimeterdraad geplaatst is.
TIP
Het basisstation kan op twee manieren worden
geïnstalleerd:
Binnen het gazon
Interne installatie
Bij een hoek
Externe installatie
20 21
Overweging A
Maximaal 15 meter van een stopcontact
Volg de eenvoudige richtlijnen om
uw basisstation te plaatsen
Voeding
Basisstation
15 m
Verlengsnoer
(laagspanning)
22 23
Overweging B
Minimaal 1,5 m rechte draad voor het basisstation
en minimaal 10 cm achter het basisstation, zodat de
maaier vlot in en uit kan rijden.
Min. 1,5 m
Min. 10 cm
22 23
TIPS
Als het gazon meer dan één zone telt, plaatst u het
basisstation in de grootste zone
Kies een vlakke plaats in de schaduw om de accu langer te
doen meegaan
Houd een afstand van minimaal 1 meter van een sprinklerkop
om te vermijden dat de maaier deze raakt en zijn interne
onderdelen beschadigen
Overweging C
Zorg dat de grond effen en vlak is,
zonder helling
24 25
Zorg dat u de verpakking van de maaier in de buurt hebt.
Geef het gazon nog een laatste beurt met uw oude maaier voor
u de draad plaatst. Dat vergemakkelijkt het aanbrengen van
de draadpennen en zorgt ervoor dat de maaier de draad niet
doorsnijdt.
DIT
HEBT U
NODIG
• Hamer
Kleine, platte schroevendraaier
• Combinatietang
Plaats de perimeterdraad ("virtueel hek") die het
werkgebied van de maaier afbakent.
Plaats de
draad
TIPS
Zachte obstakels
Zachte obstakels zijn bloembedden,
vijvers of kleine bomen. Ze moeten met
perimetereilanden worden beschermd.
OBSTAKEL
U bent nu klaar om de perimeterdraad te installeren.
We doen het stap voor stap.
... Een zonnige dag en een zonnig humeur
:
)
Begin bij het begin: obstakels en hellingen
Noteer eerst en vooral alle obstakels of hellingen.
24 25
De helling is te steil als...
De maaier bij het beklimmen van de helling loskomt van de
grond. Sluit dergelijke hellingen uit van de maaizone.
HELLINGEN
Harde obstakels
Verticale, relatief harde obstakels die
hoger zijn dan 15 cm, zoals bomen
of telefoonpalen, moeten niet worden
beschermd door een perimeterdraad.
De maaier zal ze raken en een andere
richting kiezen.
Hellingen langs de rand
Om te beletten dat de maaier van het gazon glijdt, zeker als
het gras nat is, moet de perimeterdraad aan de rand van het
gazon hellingen van meer dan 10% (10 cm stijging per 1 m)
vermijden.
TIP
Hellingen binnen het gazon
Uw maaier kan binnen het gazon
zones met een helling tot 35% (35 cm
stijging per 1 meter) maaien.
Max. 35%
Minder dan 10% Meer dan 10%
26 27
A. Een goed begin
Wandel voor u begint langs de omtrek van uw
gazon en plan hoe u de
perimeterdraad zult plaatsen.
Noteer alle obstakels
en hellingen.
Pen
Sla de eerste pen in de
grond om het begin van de
draad vast te maken
Perimeterdraad
Trek ongeveer 30 cm draad door het gat in het plastic deksel en bevestig
het begin van de draad met een pen aan de grond op de plaats waar het
basisstation zal komen.
Wikkel de draad tegen de klok in af rondom het gazon,
vertrekkend van de plaats van het basisstation.
Leg hem losjes langs de perimeter terwijl u de rand van het gazon volgt.
Als u een gebied/object bereikt dat een bijzondere aandacht vereist,
moet u de perimeterdraad leggen zoals dat in de volgende delen wordt
beschreven.
26 27
Min. 10 cm
10 cm
4-5 cm
10 cm
Basiszone
Wat als u een externe basis verkiest?
Raadpleeg de tekeningen voor de juiste instructies
voor het
plaatsen van de perimeterdraad in dit geval.
TIP
Let op het rechte stuk draad na het basisstation.
Een nuttige
video is online
beschikbaar
28 29
B. Houd voldoende afstand
De perimeterdraad wordt aan de grond bevestigd met de pennen
die bij het product worden geleverd. Gebruik de RoboRuler om de
afstand tussen de perimeterdraad en de rand van het gazon of
obstakels te bepalen.
Plaats pennen op enkele meters afstand van elkaar en op de
hoeken. In deze vroege fase gebruikt u zo weinig mogelijk
pennen. Later kunt u alle pennen die nodig zijn aanbrengen.
Trek de draad strak en hamer de pen volledig in de grond.
Zorg dat u geen irrigatieleidingen beschadigt.
TIPS
Smalle doorgang 10 cm
Positie van de draad
Gazonrand 20 cm
Muurrand 28 cm
28 29
20 cm
Bewaar een afstand van ten minste 1,2
meter als het gazon langs water loopt.
Als de rand vlak of steil is, gebruikt u
de korte afstand van de RoboRuler.
Als de rand een muur is,
gebruikt u de langere
afstand van de RoboRuler.
28 cm
Min. 1,2 m
5 cm
30 31
Bochten
naar links
45˚
Het is niet nodig om de perimeterdraad te begraven, maar u
kunt dit wel doen, tot 5 centimeter diep.
In blootgestelde zones, zoals betegelde zones, is het
aanbevolen dat u de draad begraaft.
Als u een extra draad nodig hebt om de installatie te
voltooien, verbindt u hem met de meegeleverde waterdichte
connectoren. (Zie de sectie "Splitsen van de perimeterdraad"
op het eind van deze handleiding).
TIPS
C. Maak soepele bochten
Handhaaf bij het leggen van de draad langs de perimeter
een hoek van 45° op alle links draaiende hoeken.
20 cm
30 31
Draden naar en van een eiland moeten met dezelfde pen
worden bevestigd
Een perimetereiland dient rechthoekig of rond te zijn
Laat de perimeterdraad
met de klok mee rond
het obstakel lopen,
want anders zal de
maaier het eiland
binnenrijden en de
zone eromheen
niet goed maaien.
TIPS
D. Bescherm zachte obstakels
Objecten zoals bloembedden, vijvers of kleine bomen moeten
worden beschermd door perimetereilanden te vormen.
Houd minstens 1 m afstand tussen
eilanden; als de obstakels zich
dichter bij elkaar bevinden, maakt
u er één eiland van
Als de afstand tussen een eiland en de
perimeterdraad kleiner is dan 1 m, gebruikt
u het obstakel als een deel van de rand van
het gazon.
Positie perimeterdraad
Perimeterdraad
32 33
Type A
Alleen
basiszone
Type B
Basiszone +
subzone
Type C
Basiszone +
aparte zone
Type D
Basiszone
+ subzone +
aparte zone
Basiszone
Aparte zone
Basiszone
Basiszone
Subzone
Basiszone
Subzone
Aparte
Zone
Herinner u het type van uw gazon
Subzone
Basiszone
Smalle
doorgang
Basiszone
Een smalle doorgang verbindt
de hoofdzone met een subzone.
Hij moet minstens 1 m breed
zijn om de maaier te laten
passeren:
Hebt u geen subzone?
Sla deze sectie over!
E. Hoe u een subzone bedraadt
Type B / Type D
32 33
10 cm
28 cm
Basiszone
Subzone
Twee
draden
onder
dezelfde
pen
50 cm
Min. 50 cm
Min. 50 cm
50 cm
Als een smalle doorgang korter dan 2 m is, vormt u één
vierkant perimetereiland in de doorgang
Bedraad de smalle doorgangen zorgvuldig om te voorkomen
dat de maaier tijdens het maaien spontaan naar verschillende
zones gaat
Smalle doorgangen moeten vast, effen en vlak zijn.
TIPS
Een nuttige
video is online
beschikbaar
34 35
Twee draden
onder
dezelfde pen
Basisstation
Aparte zone kleiner
dan 100 m
2
OPTIE 1
Verleng de perimeterdraad van uit de basiszone over het
obstakel heen.
F. Hoe u een aparte zone bedraadt
Hebt u geen aparte zone?
Sla deze sectie over!
Type C / Type D
Als uw aparte zone groter dan 100 m
2
is, zal de maaier ze niet
in één enkele bewerking kunnen voltooien. Daarom is het
aanbevolen ze afzonderlijk met draad af te bakenen en op haar
eigen basisstation aan te sluiten.
Als uw aparte zone kleiner dan 100 m
2
is, kunt u ze op twee
manieren bedraden.
34 35
OPTIE 2
Bedraad de zone afzonderlijk en verbind ze met een
perimeterschakelaar (facultatief accessoire).
Perimeterschakelaar
Aparte zone kleiner
dan 100 m
2
Voeding en
basisstation van
de basiszone
36 37
Wanneer de perimeterdraad geplaatst is, moet u de twee uiteinden
van de draad die elkaar bij het basisstation ontmoeten aan elkaar
verbinden.
G. Voltooi het plaatsen van de draad
Gebruik dezelfde pen om de twee eindstukken van de draad
aan de grond te bevestigen
Knip ze op dezelfde lengte af
TIPS
Draai de twee draden goed samen.
36 37
Verwijder 5 mm isolatie van de uiteinden van de draden, steek de
ineengedraaide draad in de connector en bevestig met een kleine
platte schroevendraaier.
Geweldig!
Het ergste
is achter de
rug!
38 39
4-5 cm
Bij een externe installatie
moet het basisstation iets
naar rechts verplaatst
worden, zodat de maaier
vlot het basisstation in kan
rijden.
Inschakelen
Plaats het basisstation op de gekozen locatie en lijn zijn midden uit
op de perimeterdraad.
Installeer het basisstation en sluit het aan
38 39
Steek twee haringen in
de openingen van het
basisstation, zoals u ziet
op de illustratie.
Sluit de groene connector van de perimeterdraad aan op het
basisstation, zoals hieronder, en let op de juiste polariteit.
Zorg dat u geen irrigatieleidingen beschadigt wanneer u de
haringen in de grond slaat.
40 41
Zorg dat de connector volledig tot aan het witte
merkteken in de aansluiting zit.
Sluit het DC-snoer van de voeding aan op het
verlengsnoer van 15 meter.
Let op het volgende om de
plaats van de voeding te kiezen:
A. Sluit de voeding aan
Kies een geschikte plaats, in de
buurt van een stopcontact
Plaats het buiten de perimeter
van het gazon
Kies bij voorkeur een droge en
beschutte plaats
TIP
Voeding
Basisstation
15 m
Verlengsnoer
(laagspanning)
40 41
Sluit de voeding aan op een gewoon stopcontact.
Ledlampje
Het ledlampje van het basisstation moet nu groen knipperen (als de
maaier zich niet in het basisstation bevindt) of aanhoudende groen
branden (als de maaier zich in het basisstation bevindt).
Het verlengsnoer van de voeding naar het
basisstation moet goed aan de grond worden
bevestigd! Men mag er niet over kunnen
struikelen.
Het verlengsnoer mag ALLEEN over
zachte
oppervlakken lopen. Het mag niet over harde
oppervlakken
(bijvoorbeeld voetpad, oprit) lopen,
waar het niet goed kan worden bevestigd.
42 43
Proficiat! U bent nu klaar voor een eerste test.
DIT HEBT U NODIG:
De maaier
Resterende pennen
Resterende haringen voor het basisstation
... Een glas champagne (of equivalent)
A. Starten
U moet nog enkele dingen doen voor uw maaier kan starten.
Klaar, instellen en
testen
1. Pas de maaihoogte aan (15-
60 mm) door aan de knop voor
de maaihoogte te draaien:
Om de maaihoogte te vergroten,
draait u met de klok mee.
Om de maaihoogte te verkleinen,
draait u tegen de klok in
De maaihoogte wordt aan
de zijkant van de maaier
weergegeven.
Maak uw maaier klaar en geef hem een proefrit.
LAAG HOOG
Bedieningspaneel
Veiligheidsschakelaar
Aanduiding van de
maaihoogte
42 43
Uw maaier heeft voldoende stroom om de configuratie te
voltooien. Voor de eerste maaibeurt moet u hem voor het
eerst volledig opladen. Dat kan tot 24 uur duren.
B. Kies de basisinstellingen
Volg de instructies op het scherm voor een snelle eerste configuratie.
2. Zet de veiligheidsschakelaar aan.
Zet de veiligheidsschakelaar altijd uit voor u de
maaihoogte afstelt!
Gebruik het hulpstuk om de maaihoogte gemakkelijker aan te
passen
We raden aan dat u met de grootste hoogte begint en ze na
enkele maaibeurten geleidelijk aan naar de gewenste hoogte
verlaagt
TIPS
44 45
Dag en tijd instellen:
Scroll om de dag in te stellen en
druk op OK om te bevestigen
Scroll om de tijd in te stellen en
druk op OK om te bevestigen
Met het bedieningspaneel werken:
Druk op de pijlen "Rechts" en "Links" tot de gewenste optie wordt
weergegeven.
Druk op OK om de op het scherm weergegeven waarde te
selecteren.
Druk op "Back" (STOP) om terug te gaan of te annuleren.
Meeteenheden en formaten kiezen:
Gebied/afstand Temp Klok
EU Meter Celsius 24 uur
Amerikaanse Voet Fahrenheit
12 uur
(AM/PM)
Pijlen Rechts/Links
Instelknop
44 45
De basiszone instellen:
TIPS
Om de eenmalige configuratie opnieuw te starten, houdt u
de toetsen
STOP + Instelling + linker pijl samen langer dan 4
seconden ingedrukt. Dit zal de fabrieksinstellingen
(oorspronkelijke instellingen) herstellen.
C. De positie van het basisstation testen
Na het instellen van het gebied
wordt U001 (“Test positie basis”)
weergegeven:
Scroll om de gazongrootte (m
2
) te
selecteren voor de basiszone, waar het
basisstation geïnstalleerd is.
Als er een extra zone (subzone of aparte
zone) bestaat, neemt u ze niet op in dit
gebied (deze zal apart ingesteld worden).
Zet de maaier op het gazon,
voor de ingang van het
basisstation en naar de
perimeterdraad gericht.
Druk op OK om de test te
starten.
46 47
Als een melding E3 ("Geen draadsignaal") wordt
gegeven, controleert u of de voeding, het verlengsnoer
en de draden van het basisstation goed aangesloten zijn.
Controleer of de perimeterdraad niet onderbroken is.
Als u de melding U051 ("Verplaats basisstation") krijgt,
moet u controleren of het basisstation uitgelijnd is op de
perimeterdraad. Verwijder eventuele obstakels die het
binnenrijden van het station verhinderen.
Zorg dat u geen irrigatieleidingen beschadigt wanneer u
de haringen in de grond slaat.
Steek de twee resterende
haringen in de openingen van het
basisstation. Druk op OK.
De maaier zal het basisstation
binnenrijden.
Daarna zal hij naar buiten rijden, voor het
basisstation wachten en U002 weergeven
("Bevestig basis").
46 47
D. De positie van de draad testen
Als u de melding U052 ("Draad aanpassen") krijgt en de maaier
stopt en achteruitrijdt, moet u de draad enigszins naar binnen
verplaatsen. Druk op OK om de draadtest voort te zetten.
Als u de melding U003 ("Draadpositie testen")
krijgt, is de maaier klaar om de installatie van
de perimeterdraad te testen.
Druk op OK.
De maaier begint te rijden. Volg hem
terwijl hij langs de perimeterdraad rijdt.
Na een geslaagde ronde zal de maaier het basisstation
binnenrijden en wordt het instelproces voltooid.
48 49
TIPS
(Niet van toepassing op modellen voor gazons kleiner dan
800
m
2
)
Wanneer de maaier klaar is, keert hij op een dynamische
afstand van de perimeterdraad (modus "Hou draadafstand")
terug naar het basisstation. Dit voorkomt wielsporen langs
hetzelfde pad.
Na de voltooiing van de test van de positie van de draad, is
het aanbevolen de maaier in de modus "Hou draadafstand"
te testen om er zeker van te zijn dat hij goed werkt.
Druk langer dan 3 seconden op "Instellingen" en gebruik
het menu P006 om de test te starten.
Als de maaier de "Hou draadafstand"-test niet vlot voltooit,
moet u de maximale toegelaten afstand van de draad
verkleinen via het menu P004
48 49
E. Voltooi de installatie van de perimeterdraad
Plaats de resterende draadpennen langs de perimeterdraad, ongeveer
1 m uit elkaar.
Bevestig het verlengsnoer aan de grond, zodat er niet over kan
worden gestruikeld.
Maak u geen zorgen als het gazon er de eerste dagen
ongelijkmatig uitziet. Na enkele maaibeurten is dat opgelost!
Tijdens het laden moet de veiligheidsschakelaar op “Aan”
staan
Raak de messen niet aan
Maai nooit terwijl mensen (vooral kinderen) of huisdieren
in de buurt zijn
Zorg dat het gazon vrij is van losse objecten. De beperkte
garantie op uw maaier dekt geen schade die wordt
veroorzaakt door in de tuin achtergebleven voorwerpen.
F. Laad uw maaier op
Plaats uw maaier in het basisstation en laat hem voor de eerste
maaibeurt volledig opladen (tot 24 uur). Wanneer hij volledig opgeladen
is, zal hij volgens zijn maaischema automatisch vertrekken.
TIP
50 51
Subzones toevoegen
Als uw gazon bijkomende zones heeft die met een smalle
doorgang met de basiszone verbonden zijn (dergelijke zones
noemen we "subzones"), moet u uw maaier vertellen hoe hij
die zones bereikt.
Druk langer dan 3 seconden op "Instellingen" op het
bedieningspaneel van de maaier. Scroll naar menu P022. De
onderstaande tabel toont hoe u dit menu gebruikt om een
subzone te programmeren.
Menuopties Instelling Beschrijving
P022
Subzone
toevoegen
Wanneer het menu wordt geopend, ziet u A1/A2/A3/
A4. Dit is een naam van de volgende beschikbare
subzone die u kunt programmeren. Druk op OK
Als de maaier zich niet in het basisstation bevindt,
wordt "U044" (Maaier in basisstation plaatsen)
weergegeven. Plaats de maaier in het basisstation en
druk op OK.
De maaier zal automatisch langs de perimeterdraad
naar de subzone rijden.
Wanneer hij zich op ten minste 5 m in de subzone
bevindt, drukt u op STOP en selecteert u het gebied
van de subzone. Druk op OK.
U kunt de afstand naar de ingang van de subzone
later aanpassen op het menu P023
50 51
Zijn er aparte zones?
Voor een gazon met volledig afgescheiden aparte zones moet u
de grootte van het gebied van de zones afzonderlijk instellen.
Druk langer dan 3 seconden op "Instellingen" op het
bedieningspaneel van de maaier. Scroll naar menu P014.
De onderstaande tabel toont hoe u dit menu gebruikt om een
aparte zone te programmeren:
De perimeterdraad splitsen(indien nodig)
Plaats de twee draadeinden in de
uiterst linkse en uiterst rechtse
posities van de connector.
Controleer of de draden volledig in
de connector geplaatst zijn.
Gebruik een tang om de knop op
de connector neer te drukken.
De knop moet volledig ingedrukt
zijn, zonder de connector te
beschadigen.
Scherm Instelling Beschrijving
P014
Aparte zone
toevoegen
Maakt de toevoeging van een aparte zone mogelijk.
L2 wordt weergegeven voor aparte zone A - druk op OK.
Scroll om het gebied van de aparte zone in te stellen en
druk op OK.
Een nuttige
video is online
beschikbaar
52 PB
Goed gedaan!
Ontspan u en laat uw
maaier het werk doen.
Ken uw maaier
Menustructuur
Automatische werking
Handmatige bediening
Kenmerken
Periodiek onderhoud
Probleemoplossing
Vaak gestelde vragen
54 55
Leer de verschillende onderdelen en berichten van uw maaier
kennen om hem optimaal te gebruiken. Als u begrijpt hoe
hij werkt en "interageert", kunt u hem vlot en gemakkelijk
bedienen.
Externe delen
STOP knop
Indicator van
de maaihoogte
Bedieningspaneel
Ken uw
maaier
54 55
Mes
Draaggreep
Maaidek
Knop om de maaihoogte
in te stellen
Veiligheidsschakelaar
56 57
Bedieningspaneel en scherm
Bericht voor
gebruikers/Klok/
Tijdstip volgend
vertrek
Dagen
van de
week
Accu en
laadindicator:
Rode lampje brandt
constant - Accu bijna
leeg
Groen knipperend -
Wordt geladen
Groen lampje brandt
continu - Volledig
geladen
Rood en groen
afwisselend knipperend
- De accu is bijna
leeg of de maaier is
uitgeschakeld tijdens
het laden
Indicator instelling
gebied
Maaier bevindt
zich in het
basisstation
Indicator
instelling
dag en tijd
Indicator
instelling
maai-uren
Regen-
sensor
Indicator
instelling
inactieve tijd
Maaien met
randmaaien /
Pijl links om
te scrollen
Maaien
zonder
randmaaien /
Pijl rechts om
te scrollen
STOP / Terug knop
Home
knop
Instelknop
56 57
Ledlampje
Ledlampje basisstation
Indicatie
Betekenis
Continu groen
Signaal van de perimeterdraad OK;
de maaier bevindt zich in het basisstation
Knippert groen
Signaal van de perimeterdraad OK;
de maaier bevindt zich buiten het
basisstation
Snel knipperend rood
Perimeterdraad is beschadigd of niet
aangesloten
Langzaam knipperend
rood
Perimeterdraad slecht aangesloten
of te lang
Continu rood Defecte voeding
58 59
Raadpleeg ons online helpcenter voor de volledige
beschrijving van alle menuopties.
Menustructuur
Basisinstellingen
De basisinstellingen zijn de meest gebruikte menuopties.
Elke basisinstelling heeft een eigen pictogram op het
bedieningspaneel van de maaier.
Druk op de knop "Instellingen".
Elke keer dat u op de knop "Instellingen"
drukt, schakelt u tussen de volgende 4
menuopties:
Sommige instellingen worden per zone gedefinieerd.
De zones hebben de volgende namen:
L1 – Basiszone
L2 – Aparte zone A
L3 – Aparte zone B
A1 – Subzone 1
A2 – Subzone 2
A3 – Subzone 3
TIP
Dag en tijd
De huidige tijd en de dag van de week instellen. Vernieuw
deze instelling telkens als de maaier wordt ingeschakeld.
Maai uren
Voeg extra maaitijd toe.
Zie sectie 3 hierna.
Inactieve uren
Stel periodes zonder maaien in.
Zie sectie 3 hierna.
Gebied
Stel de oppervlakte van elke zone van uw gazon in.
58 59
Geavanceerde instellingen
De geavanceerde instellingen zijn extra menuopties die zelden worden
gewijzigd.
Instelling Beschrijving
P001 Maaifrequentie
Selecteer een hogere waarde om vaker te maaien.
Zie sectie 3 hierna.
P002 Eilanden uit/aan
Perimetereilanden ontwijken op zoek naar het basisstation.
P003 * Hou draadafstand aan/uit
Op dynamische afstanden van de rand van het gazon naar het
basisstation rijden om bandensporen te vermijden.
Druk gedurende
3 seconden
op Instellingen
P001 wordt weergegeven
Gebruik de pijl
om te scrollen
Druk op OK om
de gewenste instelling
te selecteren
3 seconden
(*) Deze instelling is niet van toepassing op modellen voor gazons kleiner
dan 800 m
2
.
60 61
Instelling Beschrijving
P004* Max. afstand voor Hou draadafstand
Maximale toegelaten afstand van de rand wanneer P003
ingeschakeld is.
P005* Min. afstand voor Hou draadafstand
Minimale toegelaten afstand van de rand wanneer P003
ingeschakeld is.
P006* Hou draadafstand
Test de maaier op de in P004 ingestelde maximale afstand.
P007 Regensensor Aan/Uit
Stopt de werking automatisch bij regenweer.
P008 Gevoeligheid regensensor
Kies een hogere waarde voor een grotere gevoeligheid voor
regen.
P009 Randmaaien Aan/Uit
Schakel automatisch randmaaien in/uit.
P010 Kinderslot Aan/Uit
Vergrendel het toetsenbord om toevallig indrukken te
voorkomen.
Zie sectie 5 hierna.
P011 Diefstalbeveiliging Aan/uit
Schakel in en kies een pincode van 4 cijfers voor de beveiliging.
Zie sectie 5 hierna.
P012 Pincode diefstalbeveiliging
Wijzig de pincode voor de beveiliging en bevestig de nieuwe
code.
Zie sectie 5 hierna.
P013 Basisstation Aan/Uit
Stel een bijkomend basisstation in voor een aparte zone.
P014 Aparte zone toevoegen
Definieer een nieuwe aparte zone en stel de oppervlakte van
haar gebied in.
60 61
Instelling Beschrijving
P015 Zone verwijderen
Verwijder een aparte zone of een subzone.
P016 Geluid Aan/Uit
Schakel de bedieningsgeluiden uit.
P017 Mobiel communicatiesysteem
Schakel de gsm-module in (als ze geïnstalleerd is).
P018 Statistieken Aan/Uit
Verzend statistieken over de werking voor een diagnose.
P019 Bluetooth koppelen op afstand
Koppel de afstandsbediening aan uw maaier.
P020 Gebeurtenis bij laatste beëindiging
Activeer de speciale debuggingmodus (voor een
onderhoudsdienst).
P021 Programma Aan/Uit
Schakel de automatische werking per zone in/uit.
Zie sectie 4 hierna.
P022 Subzone toevoegen
Start de toevoeging van een subzone.
Zie de sectie “Subzones toevoegen” in de installatiehandleiding.
P023 Update afstand naar subzone
Update de afstand naar de ingang van de subzone.
Deze menuoptie wordt alleen getoond als een subzone
gedefinieerd is.
P024 Slim maaien Aan/uit
Verbeter de efficiëntie van het maaien.
Kan minder efficiënt zijn op bepaalde gazonvormen.
P025 Rand overlap bij Slim maaien
Optimaliseer Slim maaien voor uw gazon.
62 63
Instelling Beschrijving
P026 Turbo maaien Aan/Uit
Maai sneller en krachtiger. Na afloop van de maaicyclus wordt
deze functie automatisch uitgeschakeld.
P027 RoboHome Aan/Uit
Maakt een goede regendetectie mogelijk wanneer RoboHome
geïnstalleerd is.
P028 Externe basis
Activeer een externe basisstation en stel de afstand in.
P029 Gevoeligheid van botsingsdetectie
Stel een hogere waarde in voor een zachtere botsing met
voorwerpen. Kan verkeerde detecties veroorzaken.
P030 Energie besparend
Minimaliseer het stroomverbruik en schakel de automatische
werking uit om te voldoen aan de CEC/DoE-regelgeving.
Verschijnt alleen als het Programma op Uit staat.
P031 Signaaltype
Wijzig deze om storingen met andere robotmaaiers te
voorkomen. Dient in het basisstation te worden gedaan.
62 63
Automatische
werking
De ingestelde oppervlakte van het gebied bepaalt
automatisch de vereiste maaitijd voor het gazon - de duur
van een "maaicyclus"
De maaier voert normaal verscheidene opeenvolgende
maaibeurten uit, tot een volledige maaicyclus voltooid is
Elke maaibeurt begint op een vooraf bepaald tijdstip, nadat
de maaier volledig opgeladen is
U kunt de automatische werking op bepaalde tijdstippen
beperken via de instelling Inactieve uren
Na de voltooiing van een maaicyclus blijft de maaier in het
basisstation tot de volgende cyclus begint
Het interval tussen de maaicycli wordt door de instelling
Maaifrequentie bepaald
Indien nodig kan via de instelling Maai uren extra maaitijd
worden toegevoegd om de resultaten van het maaien te
verbeteren.
Leer de automatische werking te configureren en ze indien
nodig handmatig te omzeilen/op te heffen.
64 65
Druk gedurende 3 seconden
op Instellingen.
P001 wordt weergegeven.
Druk op OK om het
menu te openen
Gebruik de pijlen om de gewenste
maaifrequentie te selecteren:
01 – LAAG (een
maaicyclus per
week)
02 – GEMIDDELD
(twee
maaicyclussen
per week)
03 - HOOG (het gazon
wordt elke dag gemaaid)
Druk op OK om te bevestigen.
*Deze optie is alleen beschikbaar voor zones met een basisstation.
3 seconden
Vertel de maaier hoe vaak hij moet maaien
Maaifrequentie bepaalt de frequentie van de maaicyclussen.
Hoe hoger de frequentie, hoe vaker uw gazon wordt
gemaaid, en omgekeerd.
64 65
Druk tweemaal op
Instellingen tot de led
van Maai uren brandt.
Gebruik de scroll-pijlen om
de toegewezen maaitijd (in %)
aan te passen en druk op OK om te bevestigen.
De standaard waarde voor deze
instelling is 0100 (100%) en kan
veranderd worden van 0050
(50%) tot 0150 (150%).
Voorbeeld: een waarde 110% betekent dat de maaier 10% langer op het gazon zal
werken.
X 2
Als u extra maaitijd nodig hebt
Als de maairesultaten niet bevredigend zijn, kunt u met de
optie Maai uren de duur van de maaicyclus voor uw gazon
aanpassen (in procent).
66 67
Besluit wanneer u het gazon zelf wilt gebruiken
U kunt specifieke dagen of uren gedurende een dag instellen
waarop u niet wilt dat de maaier op uw gazon aan het werk gaat.
Bijvoorbeeld in het weekend of op uren wanneer de kinderen
meestal op het gazon spelen.
Druk op OK. “Ma” begint te knipperen.
Druk op de pijlen RECHTS of LINKS om naar
de dagen te scrollen die u als “Inactief” wilt
instellen.
Druk op OK om voor die dag tussen de opties
Actief” en “Inactief” te schakelen.
De led wordt verlicht - “Inactieve
dag” (de maaier zal de volledige
dag in het basisstation blijven). De
led is uitgeschakeld - beschikbare
dag voor maaien.
Druk drie keer op Instellingen om de
tijdstippen “zonder maaien” te bepalen.
De led Inactieve dag(en) brandt
continu.
X 3
66 67
Scroll door alle dagen naar
rechts totdat “Inactieve uren”
begint te knipperen.
Stel de tijd in waarop de Inactieve
uren starten en druk op "OK".
Stel de tijd in waarop de Inactieve
uren eindigen en druk op "OK".
De maaier zal niet werken tijdens de Inactieve uren op alle
dagen van de week.
Als er ten opzichte van het zonegebied
te veel dagen/uren zijn gedeactiveerd,
wordt "HrS" (Verlaging inactieve tijd)
weergegeven, moet u de hoeveelheid
inactieve tijd verminderen zodat de
maaier voldoende tijd heeft om uw gazon te maaien.
Om “Inactieve uren” uit te schakelen, stelt u dezelfde tijd in
voor het begin en voor het einde (bv. 00:00 tot 00:00).
TIPS
Plan de maaitijden voor de veiligheid.
Laat de maaier werken op momenten dat het gazon vrij is. Stel
bovendien altijd periodes “zonder maaien” in wanneer mensen
(vooral kinderen) of huisdieren in de buurt kunnen zijn.
68 69
Onderbreek automatische werking indien nodig
De automatische werking is standaard ingeschakeld. Als
u een automatische werking om welke reden dan ook wilt
onderbreken, kunt u dit eenvoudig doen door 5 seconden
op de STOP-knop te drukken terwijl de maaier zich in het
basisstation bevindt. Om de automatische werking weer in te
schakelen, herhaalt u het proces.
Druk de STOP-knop 5 seconden in
Als u de automatische werking in een bepaalde zone van uw
gazon wilt onderbreken, kunt u dat via het Programma
Aan/Uit menu (P021) doen.
Als Programma uitgeschakeld is voor een gegeven
zone, zal de maaier die zone overslaan maar toch de
rand van het volledige gazon blijven maaien.
TIP
5 seconden
68 69
Gebruik de pijlen om naar het
menu P021 te scrollen.
Druk op OK.
Gebruik de pijlen om naar de
gewenste zone te scrollen:
L1 – Basiszone
A1 – Subzone 1
A2 – Subzone 2
A3 – Subzone 3
ALLE – Het volledige
gazon
Druk op OK om te selecteren
Schakel tussen
AAN/UIT.
Druk op OK om te
bevestigen.
Als Programma uitgeschakeld is voor een gegeven zone, zal de maaier die zone
overslaan maar toch de rand van het volledige gazon blijven maaien.
Handmatige
bediening
70 71
TIP
Als een subzone gedefinieerd is, zal L1 (Basiszone) worden
weergegeven wanneer u een werkingsmodus kiest. Gebruik
de pijlen om te scrollen, kies de te maaien zone en druk op
OK.
De handmatige bediening wordt gebruikt om de
maaier los van het maaischema te laten werken.
Druk op een willekeurige knop om het scherm te openen.
Als de accu volledig is geladen, wordt
de starttijd van de volgende werking
weergegeven; zo niet worden de
huidige dag en tijd weergegeven.
Bedieningsmodus
Maaien met rand
Maaien zonder rand
Kinderslot
staat uit
Druk eenmaal op de pijl
LINKS.
Druk eenmaal op de pijl
RECHTS.
Kinderslot
staat uit
Druk op pijl LINKS en
vervolgens op OK.
Druk op pijl RECHTS
en
vervolgens op OK.
Kenmerken
70 71
Om de maaihoogte te vergroten, draait u met de klok mee.
Om de maaihoogte te verkleinen, draait u tegen de klok in
De maaihoogte wordt aan de zijkant van de maaimachine
weergegeven.
LAAG
HOOG
Pas de maaihoogte van de maaier aan (15-60 mm) door aan
de instelknop voor de maaihoogte te draaien:
72 73
TIP
Als Kinderslot ingeschakeld is, drukt u eerst op een van de
bedieningsknoppen en daarna op OK om te bevestigen.
Druk gedurende 3 seconden
op Instellingen.
P001 wordt
weergegeven.
Gebruik de pijlen om naar
het menu P010
te gaan.
Druk op OK.
Schakel tussen AAN/UIT.
Druk op OK om
te bevestigen.
3 seconden
U kunt met het menu Kinderslot Uit/Aan voorkomen dat een
kind per ongeluk op een van de bedieningsknoppen van de
maaier drukt.
Kinderslot
72 73
Druk gedurende
3 seconden op
Instellingen.
P001 wordt
weergegeven.
Gebruik de pijlen om naar het
menu P011 te gaan.
Druk op OK.
Selecteer AAN.
Druk op OK om
te bevestigen.
Kies een pincode van 4 cijfers.
3 seconden
Diefstalbeveiliging
De diefstalbeveiliging geeft een alarm wanneer de maaier
zonder uw toelating uit het opgegeven gebied wordt verwijderd.
De diefstalbeveiliging is standaard uitgeschakeld. Om de
diefstalbeveiliging voor het eerst in te schakelen:
74 75
TIP
Kies een getal dat makkelijk te
onthouden is.
Noteer het op de daartoe voorziene
plaats achterin deze handleiding.
De diefstalbeveiliging zal de maaier
automatisch vergrendelen wanneer
er gedurende 30 minuten geen
gebruikersactiviteit is (knoppen die
worden ingedrukt of verbinding met
de mobiele app).
Als het anti-diefstalsysteem
geactiveerd wordt, zal 0000
weergegeven worden.
Voer uw code van vier cijfers in om de
diefstalbeveiliging uit te schakelen.
Indien de code niet wordt ingevoerd,
verandert het bericht in "Code"
(Alarm zal snel worden geactiveerd).
Voer de code in, anders zal het alarm
starten.
74 75
Eenmaal per maand:
Inspecteer de onderkant van de maaier. Reinig indien
noodzakelijk. Verwijder voorzichtig (met een stokje of
een soortgelijk voorwerp) opgehoopte grasresten van de
onderzijde van het maaidek.
Controleer de perimeterdraad en voeg pennen toe waar hij
los is en de grond niet raakt. Als het gazon in de loop van
de seizoenen verandert, moet u de draad aanpassen.
Inspecteer het basisstation en verwijder modder en vuil
zodat de maaier het station goed kan binnenrijden.
WAARSCHUWING
Gevaar op ernstige verwonding en schade!
Zet de veiligheidsschakelaar altijd uit voor u de maaier
optilt. Het mes is bijzonder scherp. Het kan ernstige
snijwonden of rijtwonden veroorzaken. Draag altijd stevige
werkhandschoenen wanneer u met of rond messen werkt.
Gebruik NOOIT een beschadigd of gebroken mes. Slijp het
mes NOOIT met de hand.
BELANGRIJK!
Gebruik NOOIT een hogedrukreiniger om de maaier
schoon te maken. Vloeistoffen kunnen onderdelen
beschadigen. Gebruik alleen een vochtige of natte
doek om het oppervlak schoon te vegen.
Periodiek
onderhoud
76 77
Opslag in de winter
De maaier
Laad de maaier volledig op in zijn basisstation
Schakel hem uit
Reinig de maaier en bewaar hem binnenshuis, in een droge
omgeving met een temperatuur boven 0°C.
Basisstation
Het basisstation heeft geen winteropslag nodig. Het mag in de
winter op het gazon blijven.
Het is aanbevolen dat u tijdens de winteropslag de stekker uit het
stopcontact haalt.
Service in de winter
Voor een beter onderhoud en een betere conditie van uw maaier
is het aanbevolen dat u hem naar een erkende dealer brengt voor
service, vooraleer u hem voor de winter opbergt.
Het onderhoud voor de winter omvat werkzaamheden zoals het
reinigen van de onderdelen van de maaier, het controleren op
versleten onderdelen (zoals messen, aandrijfwielen en andere
bewegende delen) en deze indien nodig vervangen, de functies
en veiligheidscomponenten van de maaier testen, de accu
controleren en een nieuwste softwareversie uploaden, mogelijk
inclusief nieuw toegevoegde functies.
76 77
Probleemoplossing
Weergegeven
bericht
Waarschijnlijke
oorzaak / Gebeurtenis
Oplossing
STOP
(Vastgelopen)
De maaier is vastgelopen.
Hij kan niet verder rijden.
Controleer het terrein op kuilen of
niveauverschillen. Vul ze met aarde.
Controleer of de perimeterdraad niet
te dicht bij de rand ligt. Leg de draad
dichter bij de binnenkant van het gazon.
Out
(Buiten zone)
De perimeterdraad ligt te
dicht bij de rand.
Leg de draad dichter bij de binnenkant
van het gazon.
De helling van het gazon
bij de rand is te steil, zodat
de maaier wegglijdt.
Neem geen zones met zeer steile
hellingen in de perimeter op.
De rand van het gazon is te
hobbelig.
Vul gaten en kuilen om de grond te
egaliseren.
LOOP
(Geen
draadsignaal)
De voeding is niet op het
stopcontact aangesloten of
er is een tijdelijke stroomuitval.
Zorg dat de voeding op het stopcontact
aangesloten is.
De signaalgenerator moet
misschien opnieuw worden
opgestart.
Neem de stekker uit het stopcontact, wacht
10 seconden en plaats hem terug.
Wacht op het
perimetersignaal.
Controleer alle aansluitingen van
de stroomdraden. De maaier zal
automatisch herstarten.
De perimeterdraad is
doorgesneden.
Controleer of de perimeterdraad niet
onderbroken is.
ELEC
(Controleer
voeding)
Er is een tijdelijke
stroomuitval.
Controleer of de voeding netstroom
krijgt.
De voeding is niet goed
aangesloten op het
stopcontact.
Controleer of de stekker goed in het
stopcontact zit.
Er wordt geen laadstroom
gedetecteerd.
Maak de laadcontacten van het
basisstation schoon en controleer
het basisstation goed op de voeding
aangesloten is.
78 79
Weergegeven
bericht
Waarschijnlijke
oorzaak /
Gebeurtenis
Oplossing
LOAd
(Controleer
maaihoogte)
Het maaisysteem is
overbelast omdat het
gras te hoog is of omdat
een obstakel in de
weg zit of om het mes
gewikkeld is.
Zet de veiligheidsschakelaar uit en
inspecteer de messen. Verwijder
vreemde voorwerpen of blokkeringen
in het maaidek.
Stel de maaihoogte hoger in en
schakel Turbo maaien in.
HrS
(Verminder
inactieve tijd)
U hebt te veel inactieve
dagen en/of uren
ingesteld voor de
oppervlakte van uw
gazon.
Verminder het aantal inactieve dagen
en/of het aantal inactieve uren.
De maaifrequentie is
te hoog voor de huidige
instellingen voor
inactieve uren.
Verminder de maaifrequentie. Zie
“Vertel de maaier hoe vaak hij moet
maaien”.
De ingestelde
oppervlakte is te
groot voor de huidige
instellingen voor
inactieve uren.
Verklein het ingestelde gebied.
SEnd
(Operationele
gegevens delen)
Wacht tot de
operationele gegevens
via de gsm-module
verzonden zijn.
U hoeft niets te doen. Zodra de
operationele gegevens verzonden zijn,
zal het laden beginnen. Dit kan enkele
minuten duren.
LIFt
(Tillen
gedetecteerd)
Schakel uit om op te
tillen.
U moet de systeemschakelaar
uitschakelen voor u de maaier optilt
en draagt.
OFF
(Schakel hem uit)
De maaier is op de
lader aangesloten maar
is uitgeschakeld.
Zet de systeemschakelaar op “Aan”
om te laden.
HEAt
(Overbelast)
De motor van de maaier
is te lang overbelast.
U hoeft niets te doen. De maaier zal
automatisch herstarten wanneer hij
afgekoeld is.
78 79
Weergegeven
bericht
Waarschijnlijke
oorzaak /
Gebeurtenis
Oplossing
bASE
(Probleem basis)
De maaier kon na
verscheidene pogingen
het basisstation niet
binnengaan.
Pas de positie van het basisstation
aan. Maak de contacten schoon met
een borstel of een doek.
rAin
(Regen
gedetecteerd)
De werking is uitgesteld
of onderbroken vanwege
regen.
De maaier zal 30 minuten nadat er
geen regen is gedetecteerd zijn werk
hervatten.
CHAr
(Opgeladen
houden)
Opgeladen houden
indien niet in gebruik
Het is aanbevolen om de maaier te
allen tijden opgeladen te houden.
CHLd
(Kinderslot)
De functie kinderslot is
actief.
Druk op maaien/maairand + OK om de
maaier te gebruiken.
E9
Zie Problemen
oplossen in de
handleiding
E9 wordt weergegeven
voor alle andere
berichten die hierboven
niet worden vermeld.
Druk op de pijl Rechts om het
nummer van de foutmelding te zien en
raadpleeg ons online helpcenter.
80 PB
Vaak gestelde
vragen
De maaier rijdt het basisstation niet goed binnen en mist soms
de laadcontacten
De ingang tot het basisstation is niet vlak. Nivelleer het terrein
om het traject naar het basisstation vlak te maken. Zorg dat de
perimeterdraad recht en gecentreerd is, of 4-5 cm naar links
verschoven is in het geval van een externe installatie, helemaal
onder het basisstation. Maak het voorwiel schoon en controleer
of het vrij om zijn as kan draaien.Zorg dat het basisstation op relatief
vlakke grond staat.
De regensensor werkt niet meer
Na een bepaalde tijd in de buitenlucht kunnen de pennen van de
regensensor geoxideerd raken en dus minder gevoelig zijn voor
regen. Probeer de pinnen te schrobben met een stevige, vochtige
doek.
Ongelijkmatig maaien
Beperkt de Inactieve uren om de maaicyclus te versnellen en
een gelijkmatig resultaat te verkrijgen. Verklein in het snelle
groeiseizoen de tijd tussen de maaicyclussen via de instelling
Maaifrequentie. Verhoog de toegekende maaitijd met de
instelling Maai uren om een complexe vorm van het gazon te
compenseren.
Het duurt lang voor de maaier uit het basisstation vertrekt
Houd de knop "Home" gedurende 1 seconde ingedrukt terwijl de
maaier zich in het basisstation bevindt. De reden waarom de maaier
niet vertrekt, wordt gedurende 3 seconden weergegeven. Raadpleeg
ons online helpcenter voor een gedetailleerde beschrijving van de
codes bij niet-vertrek.
De maaier werkt op verkeerde tijdstippen
Controleer of de klok juist ingesteld is. Telkens als de maaier
wordt ingeschakeld moeten de
instellingen voor datum en tijd
worden vernieuwd.
C-NL
1/Learn
Your Lawn
MTD Products Aktiengesellschaft Industriestraße 23 • 66129 Saarbrücken • Germany
Neem
contact met
ons op
DOC7000G_NL
79


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Robomow RC312 Pro S - 2020 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Robomow RC312 Pro S - 2020 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,59 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Robomow RC312 Pro S - 2020

Robomow RC312 Pro S - 2020 User Manual - English - 84 pages

Robomow RC312 Pro S - 2020 User Manual - German - 84 pages

Robomow RC312 Pro S - 2020 User Manual - French - 84 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info