bestell nr.
2,4 GHz: F 8050
FX-30
Eerst moet het resp. de slave kanaal/kanalen bepaald worden,
waar een vaste waarde bijgemixt moet worden. Er kunnen
max. vier slave-kanalen bediend worden. De keuze wordt
gemaakt na markering van het betreffende veld in het volgen-
de functie-keuzemenu. De gewenste functie moet gemarkeerd
worden en het sub-menu via ‘’einde’verlaten. De keuze wordt
dan in de balk ‘slave’weergegeven.
Daarna kan bij gebruik de mode van de offset-mixer veran-
derd worden. Hierbij staan twee modi ter beschikking.
Manuele sturing:
Na bediening van de schakelaar loopt de servo overeenkom-
stig de snelheids-en vertragingsinstellingen naar de onder
‘AAN’gekozen offset-positie en blijft daar zolang de schake-
laar ‘in’geschakeld is. Nadat de schakelaar uitgeschakeld is
loopt de servo weer,overeenkomstig de instellingen, naar de
onder ‘uit’ingestelde uitgangspositie terug.
Timer sturing:
In deze mode loopt de servo zoals bij de manuele bediening
beschreven, na bediening van de schakelaar in de vooringe-
stelde aan-positie. In tegenstelling tot de manuele bediening,
blijft de servo niet in deze positie, maar loopt automatisch na
afloop van de ingestelde tijd (duration) weer naar de uitgangs-
waarde terug.
Met deze comfortabele offsetmixer kan een manueel of auto-
matisch gestuurde functieverloop tot max. 4 functies gereali-
seerd worden. In de praktijk kunnen hiermee b.v. de achter-
eenvolgende stappen van het in-en uitkomen van een semi-
schaal landingsgestel exact gestuurd worden. De tijden kun-
nen zo ingesteld worden, dat b.v. eerst verschillende kleppen
opengaan en dan het wiel naar buiten komt.
In de velden ‘OFFSET’ kan gescheiden voor de in- en uitge-
schakelde toestand, de offset-waarde in procenten ingesteld
worden. Daartoe het betreffende veld markeren en volgens de
bekende procedure met de pijltoetsen de instelling uitvoeren.
Het instelbereik ligt tussen + 300% en – 300%. De standaar-
dinstelling is op 0% gezet, door markering van de ‘reset’knop
wordt deze weer geactiveerd.
Ook voor een offset-mixer kan een fijnafstemming doorge-
voerd worden. In de overeenkomstige balk moet eerst een
gever bepaald worden. De methode met behulp van het gever-
keuze-menu is voldoende beschreven. Daarna moet het wer-
kingsgebied in het veld ‘rate’ via de pijltoetsen ingesteld wor-
den. Het instelbereik ligt tussen + 100% en -100%. De stan-
daardinstelling staat op 0%, door markering van de reset-
toets wordt deze weer geactiveerd.
Ook de gekozen gever voor de fijnafstemming van een offset-
mixer heeft vier modi. Ze zijn volkomen identiek aan die van
een normale mixer.
Ook de servosnelheid kan voor de aanwezige opgave geopti-
meerd worden. Voor de heen- en terugloop van de servo kan
deze apart en stapsgewijs ingesteld worden.Het instelbereik
ligt tussen 0 en 27 stappen. Hierbij geldt: hoe hoger het getal,
hoe langzamer de sevo loopt. Stapgrootte 27 betekent een
tijdsduur van 9 seconden. De standaardinstelling bedraagt ‘0’.
Zodra één van de velden ‘in’of ‘uit’ gemarkeerd wordt , ver-
schijnen onder in het display de schakelvelden voor de pijlen .
In enkelvoudige of tienvoudige stappen kan de instelling
gemaakt worden.
Door het bedienen van de reset-knop wordt er teruggekeerd
naar de basis-instelling.
Volgens praktisch dezelfde procedure kan ook een vertra-
gingstijd ingevoerd worden.
Daarbij kan gescheiden voor de start- en stopfase een vertra-
gingstijd in het bereik van 0,0 sec. tot 9,0 sec. ingevoerd wor-
den.
Met de dubbele pijltoets gaat men per seconde vooruit of ach-
teruit. Bij bediening van de toets met een pijlsymbool bedraagt
de stapgrootte 0,1 sec..
Ter afsluiting van de programmering van een offset-mixer,
moet volgens de bekende procedure een schakelaar geacti-
veerd worden. Markeer hiertoe het betreffende schakelveld in
de onderste regel en in het volgende schakelkeuze-menu de
schakelaar vastleggen. Na de bekende procedure kan nu de
werkingsrichting van de schakelaar ingevoerd worden.
Afhankelijk van de stand van de schakelaar wordt de status
van de mixer met ‘aan’of ‘uit’in het linker veld van de onderste
regel weergegeven.
Offset-mixer als motor-uitschakelaar
Een offset-mixer biedt ook de mogelijkheid om tegen het eigen
kanaal een vaste waarde te mixen. Zoals weergegeven kan
deze waarde max. 300% bedragen.
Hiermee kan b.v. uit veiligheidsoverwegingen voorkomen, dat
bij een elektromodel de motor gaat draaien. Ook als per onge-
luk de stuurknuppel bediend wordt.
Als een offset-mixer geprogrammeerd is en de offset-waarde
bedraagt -300% kan de knuppel heen en weer bewogen wor-
den. De motor zal dan niet gaan draaien, omdat de knuppelu-
itslag de waarde van de offset-mixer niet kan oversturen.
Pas als de offset-mixer via zijn schakelaar gedeactiveerd
wordt , kan de motor normaal aangestuurd worden. Deze
schakelaar wordt bij de veiligheidsvraag voor schakelaars , bij
het inschakelen van de zender niet gesteld.
46