bestell nr.
2,4 GHz: F 8066
T-12 FG
74
• Grote modellen zijn vaak meer metalen onderdelen, die de
RF-ontvanger kan verzachten, in dergelijke gevallen de
antenne naar links en naar rechts standpunt.
• De antennes moeten parallel en ten minste 1,5 cm ... 2 weg
worden verplaatst van:
• Metalen, koolstof, kabels, Bowden-kabel, kabel, de inflatie,
Carbon push staven, enz. Kohlerowings
• elektrische of motor control kabels
• Bougies, Bougieswarmte
• Plaatsen met statische elektriciteit, zoals de timing gordels,
turbines, enz.
• Antenne rompen met schild materialen (koolstof, metaal,
enz.) door de kortste route van de romp leiden
• De antennes eindigt noch binnen, noch buiten langs voor
elektrisch geleidende materialen (metalen, koolstof) bijge-
voegd.
• Dit geldt niet voor de coaxiale kabel, maar alleen voor de
Endbereich de antenne.
• Sluiten Verlegeradien voor de coaxiale kabel dient te worden
vermeden, evenals een knik van de kabel.
• Ontvanger van vocht beschermen.
Instructies voor installatie van de 2,4-GHz FASST ontvan-
gers:
• Power mogelijk met een lage NC- of NiMH-batterij vervaardi-
ging.
• BEC impulsenergie systemen hebben voldoende omvang om
de spanning onder belasting tot een waarde van minder dan
3,8 volt, dan is de ontvanger moet een reset en herstart, dat
is ongeveer 2 - 3 seconde verstaan signaal verlies. Om dit te
voorkomen kan worden opgeroepen RX-condensatoren op
de ontvanger, iets dat tot kortstondige spanningsdips op
brug. (RX-Condensor 1800μF No. F 1621 of 3600μF No.
F1622).
• Besluit 2,4 GHz-ontvangers zijn van uw hoge tussenliggende
frequentie van 800 MHz is relatief immuun voor electro-smog
(zoals Knack peulvruchten, RF-straling, statische elektriciteit,
enz.), aangezien dit bij een frequentie van ongeveer 300-400
MHz alleen een lage amplitude beschikt. Voor sterke veron-
trustende bekend elektronische accessoires, is het onder
ongunstige omstandigheden, vereisen geen filters. F 1413,
dus deze inmenging door de ontvanger te houden afstand.
Of het gebruik van een dergelijk filter is vereist, een reeks tes-
ten.
Om statische ladingen te voorkomen, kunnen de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen worden:
Helikopters:
• VVerbind de hekrotor en het chassis met een massaband. Bij
tandriemaandrijving eventueel een „koperborsteltje“ aan-
brengen om ladingen van de tandriem af te voeren. Even-
tueel ook de tandriemrollen elektrisch geleidend met het
chassis verbinden.
• Bij elektro-heli`s is het meest noodzakelijke om de hekbuis
met de motorbehuizing te verbinden.
• Kom CFRP / FRP platen, en een CFRP tailboom gebruikt,
kan het bij hoge snelheden en lage luchtvochtigheid veroor-
zaken enorme statische lasten worden geproduceerd. Om dit
te vermijden moet de staartrotor versnellingsbak aan de
hoofdrotortandwielkast as een senior-verbinding. Ook het
gebruik van anti-statische sprays (bijv. contact Chemie) is
bewezen.
Turbines:
• Verbind de metalen afschermbehuizing van de turbine met
een massaband om statische ladingen te voorkomen.
• In snel Jetmodellen van KVP, wordt veroorzaakt door veelvul-
dige hoge snelheid (met name bij lage vochtigheid) een hoge
statische lading (ongeveer 40.000 volt). Hier zijn delen van
het CB, grotere ongeveer 10 cm ², geleidend te combineren.
• Zelfs na de buitenlandse instantie leiden door de havens
(haven tank, enz.) zijn elektrisch geleidend te combineren om
te voorkomen dat kosten. Statische lasten kunnen slang op
de tank veroorzaken Abstellventile bediende.
• Auch die Fahrwerksreifen könnenZelfs het landingsgestel
banden mei provoceren lasten en derhalve dient te worden
met behulp van koperen borstels kunnen worden.
Reikwijdtetest:
Het is aan te bevelen om voor het gebruik van een nieuw model
of een nieuwe ontvanger een reikwijdtetest uit te voeren.Hierbij
mag het model niet op de bodem staan, maar moet zich op een
hoogte van ca. 1-1,5m bevinden. Gebruik hiervoor een tafel van
kunststof of hout, in geen geval van metaal, b.v. een campingta-
fel. Er mogen zich ook geen geleidende materialen in de naaste
omgeving bevinden(omheining).
• Eerst de reikwijdte testen met een niet draaiende aandrijving.
Loop langzaam bij het model vandaan, terwijl constant één
roerfunctie langzaam bediend wordt.
• Tijdens het weglopen bij het model vandaan, de functie van
het roer goed in de gaten houden. Eventueel iemand vragen,
de roerfunctie te controleren. .Draai tijdens het weglopen de
zender wat naar links en rechts om een andere stand van de
zenderantenne t.o.v. het model te simuleren.
• In Power Down modus (Reikwijdtetest modus) moet ten min-
ste een bereik van ongeveer 50 m kan worden bereikt. De
meeste zijn ongeveer 80-120 m bereiken was een zeer goed
resultaat. Als de waarde is slechts ongeveer 40 m of minder
in geen geval mag worden begonnen met de eerste en de
oorzaak van het lage bereik worden gevonden.
• Als deze eerste reikwijdtetest succesvol is, dan wordt deze
test herhaald met lopende motor. Let op dat het model goed
bevestigd wordt. .De nu bereikte reikwijdte mag iets minder
zijn (ca. 20%) Is het duidelijk minder, dan stoort de aandrij-
feenheid de ontvanger. Controleer of alle bovengenoemde
maatregelen goed uitgevoerd zijn. Vraag eventueel hulp ,om
ervan verzekerd te zij dat alle bovengenoemde maatregelen
goed uitgevoerd zijn.
REIKWIJDTE TEST (POWER DOWN MODE)
Powerdown mode voor de reikwijdtetest activeren:
• De zender inschakelen. Kies “nee”voor de vraag ‘zenden?’
• Kies in het systeemmenu het menu ‘reikwijdtetest’.
Dit gebied lag gestrekt zoveel mogelijk
Antenne Coaxiale kabel