-18-
Hoe Recht maken gebruiken:
1. Verplaats de schuifbalk (of klik op de rotatieknoppen)
totdat de foto recht staat.
2. Gebruik de overheen gelegde rasterlijnen voor
verticale en horizontale referentie.
3. Klik op “Apply (Toepassen)” als u het resultaat goed
vindt. Klik op “Cancel (Annuleren)” als u het niet goed
vindt.
1.6 Achtergrond vervagen
Deze functie kan op een subtiele manier worden
gebruikt – om onbelangrijke achtergronddetails, of voor
dramatisch effect, weg te vagen – door het
hoofdonderwerp van een foto van de foto eruit te doen
“springen”.
Hoe de functie Achtergrond vervagen gebruiken:
1. Breng rondom de persoon of het object dat u naar
voren wilt halen, een lijn met de cursor aan. Als u de
muisknop los laat, wordt het gebied rondom de
omtreklijn iets vervaagd.
2. Sleep de eerste schuifbalk om tussen het vervaagde
en niet-vervaagde gebied de overgang te
verscherpen of vloeiend te maken.
3. Sleep de tweede schuifbalk om de hoeveelheid
vervaging te vergroten of te verminderen.
4. Klik op “Apply (Toepassen)” als u het resultaat goed
vindt. Klik op “Cancel (Annuleren)” als u het niet goed
vindt.
Uw resultaten opslaan
Als u klaar bent met het bewerken van een foto, klikt u op
“Save as (Opslaan als)” om uw resultaten op te slaan. U
kunt het originele bestand overschrijven of een nieuw
bestand opslaan.
Klik op “Close (Sluiten)” om de module Fotobewerking af
te sluiten.