12
4 Knop Q
A-stand:
Hiermee activeert u de stand Q.
Q -stand:
Hiermee activeert u de stand A.
5 Videoknop
A-stand:
Hiermee start u een video-opname in de foto-opnamestand (p.53).
6 Vierwegbesturing
A-stand:
(2) : Hiermee wijzigt u de transportstand (p.44).
(3) : Hiermee geeft u het opnamestandenpalet weer (p.42).
(4) : Hiermee wijzigt u de flitsinstelling (p.47).
(5) : Hiermee wijzigt u de scherpstelinstelling (p.49).
(23) : Stelt scherp wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op \ (p.50).
Q -stand:
(2) : Hiermee speelt u een video af en onderbreekt u de video (p.54).
(3) : Hiermee geeft u het weergavepalet (p.57).
Hiermee stopt u een video tijdens het afspelen (p.54).
(45) : Hiermee geeft u tijdens weergave van één opname de vorige of
volgende opname weer (p.54).
Hiermee spoelt u snel voor- of achteruit of gaat u met één beeld
tegelijk voor- of achteruit tijdens het afspelen van video (p.54).
(2345) : Hiermee wijzigt u de positie van het gebied dat u wilt vergroten
tijdens zoomweergave.
Hiermee selecteert u een opname in de 6- of 12-beeldsweergave,
een map in de mapweergave of een datum in de kalenderweergave.
Hiermee wijzigt u de positie van een kader of opname als u
gebruikmaakt van de functie Creatief kader.
7 4-knop
A-stand:
Hiermee wijzigt u de informatie die op het scherm verschijnt (p.15).
Q -stand:
Hiermee wijzigt u de informatie die op het scherm verschijnt (p.17).
Hiermee gaat u van de zoom-, 6- of 12-beeldsweergave terug naar
de enkelbeeldweergave.
Hiermee gaat u tijdens mapweergave naar de 12-beeldsweergave van de
geselecteerde map.
Hiermee gaat u tijdens de kalenderweergave terug naar de weergave van één
opname van de geselecteerde datum.