451339
47
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/60
Next page
TELECOM
Lees deze handleiding zorgvuldig door alvorens het apparaat in gebruik te nemen en houd hem bij.
Voor een veilig en correct gebruik, moet u de Veiligheidsinformatie in de handleiding lezen alvorens het
apparaat in gebruik te nemen.
Bedieningsinstructies
LASER
FACSIMILE
Laser Facsimile
- I -
Inhoud
Inhoud
Beveiliging 1
Veiligheidsvoorschriften 1
Laserveiligheid 1
Voor Europa / Azië 1
Voor Noord-Amerika 2
Conformiteitverklaring 2
Nota voor gebruikers in EEA-landen 2
Nota voor gebruikers die toegang hebben
tot PSTN in EEA-landen 2
Symbolen van de stroomschakelaar 2
Plaats van waarschuwings- en aawijzingslabels
op het apparaat 2
FCC-conformiteit 3
Nota voor gebruikers in de Verenigde Staten
van Amerika 3
Nota overde Telephone Consumer Protection Act
(alleen geldig in de VS) 4
Nota voor gebruikers in Canada 4
Remarque concernant les utilisateurs au Canada 4
FCC-vereisten 4
Nota voor gebruikers (Nieuw-Zeeland) 5
Milieu 6
De batterijen 6
Het product 6
Gebruikers in de EU, Zwitserland
en Noorwegen 6
Alle andere gebruikers 6
Softwarelicentie 7
Definitie 7
Licentie 7
Eigendom 7
Duur 7
Garantie 7
Verantwoordelijkheid 7
Ontwikkeling 7
Merknamen 8
Nota 8
Installatie 9
Installatievereisten 9
Gebruiksaanwijzing 9
Veiligheid 10
Veiligheid tijdens het gebruik 10
Elektrische voeding 11
Voor Fax of telefoon 11
Regels voor het gebruik van symbolen 11
Beschrijving van de terminal 12
Bedieningspaneel 13
Presentatie 13
Tekens invoeren met behulp van het
alfanumerieke toetsenbord 14
Terminalfuncties gebruiken 14
Inhoud van de verpakking 15
Installatie van het apparaat 15
Plaatsen van de documentlader voor het scannen 15
Papier laden 15
Papier laden in de papierlade 15
Papiergebruik 15
Controle luchtvochtigheid 16
Gebruik van de eenheid 16
Operator shocks 16
De eenheid verplaatsen 16
Gebruik van de tonercartridge 16
Papier in de hoofdlade plaatsen 16
Installeren van de cartridge 16
Papieropvanglade 17
In gebruik stellen van het toestel 17
Aansluiten van het toestel 17
Papier in de handmatige papierinvoer plaatsen 18
Kopiëren 19
Standaardkopie 19
Kopie in de modus toner ECO 19
Geavanceerd kopiëren 19
Speciale kopieerinstellingen 20
Instellen van de resolutie 20
Zoom instellen 20
Instellen uitgangspunt (herkomst) 20
Instellen van het contrast 20
Instellen van de belichting 20
Instellen van het papiertype 20
Keuze papierlade 20
Instellen van de marges van
de sheet-feedscanner 21
Instelling afdrukmarges links en rechts 21
Instelling afdrukmarges in hoogte en laagte 21
Papierformaat instellen 21
Fax 22
Faxverzendingen 22
Directe verzendingen 22
Geavanceerde verzending 22
Verzending met opvolgen kiezen 22
Faxontvangst 22
Geheugenontvangst fax 23
Een toegangscode voor het geheugen
instellen 23
De geheugenontvangst activeren
of deactiveren 23
De faxberichten ontvangen in het geheugen
afdrukken 23
Rerouting (doorsturen) van faxen 23
Rerouten activeren 23
De geadresseerde van de rerouting bepalen 23
Gereroute documenten afdrukken 24
Rerouting van faxen naar een USB-sleutel 24
Rerouten activeren 24
Gereroute documenten afdrukken 24
Wachtrij verzendingen 24
Direct uitvoeren van een verzending
in de wachtrij 24
Consulteren of wijzigen van de wachtrij 24
Een verzending in de wachtrij wissen 24
Een document in de wachtrij of opgeslagen
in MBX afdrukken 25
Wachtrij afdrukken 25
Onderbreken van een verzending 25
Opslaan en afroepen van een fax 25
Document opslaan 25
Afroepen van een document dat
is opgeslagen 25
Parameters/Instellingen 26
Datum/tijd 26
Laser Facsimile
- II -
Inhoud
Nummer en naam van uw terminal invoeren 26
Type netwerk 26
Geografische instellingen 26
Landen 26
Telecommunicatienetwerk 26
Weergavetaal instellen 27
Lokaal prefix 27
Verzendrapport 27
Manier van inladen van de documenten 27
Daluren 27
Ontvangstmodus 28
Ontvangst zonder papier 28
Aantal kopieën 28
Ontvangst fax of PC (Model MFP) 28
Verkleiningsmodus ontvangen faxen 28
Technische instellingen 29
Afdrukken van de functiegids 30
Logboeken afdrukken 30
Instellingenlijst afdrukken 30
Blokkering 30
Blokkering van het toetsenbord 31
Blokkering nummer 31
De tellers ophalen 31
Teller verzonden pagina’s 31
Teller ontvangen pagina’s 31
Teller gescande pagina’s 31
Teller afgedrukte pagina’s. 31
Afbeelden stand verbruiksartikelen 31
Kalibrering van de scanner 31
Lijst met kiescodes 32
Een snelkiesnummer maken 32
Een groepsoproep maken 32
Een gegevenskaart wijzigen 32
Een gegevenskaart wissen 32
De map afdrukken 33
De map opslaan/terugzetten (smart card-optie) 33
USB-stick (model MFP) 34
Gebruik van de USB-stick 34
Uw documenten afdrukken 34
Afdrukken van de lijst van bestanden
aanwezig op de stick 34
Afdrukken van de bestanden aanwezig
op de stick 34
Wissen van de bestanden aanwezig
op de stick 34
De inhoud van de USB-stick scannen 35
Een document op de USB-stick opslaan 35
Automatisch verwijderen van bestanden
op USB-stick activeren/uitschakelen 36
PC-Functies (Model MFP) 37
Inleiding 37
Vereiste configuraties 37
Installatie 37
De software installeren op uw PC 37
Aansluitingen 39
USB-verbinding 39
De software verwijderen 39
Supervisie van de multifunctionele terminal 40
Nakijken van de verbinding tussen
de PC en de multifunctionele terminal 40
MF Director 40
Grafische presentatie 40
Utilities en toepassingen activeren 40
MF Monitor 41
Grafische presentatie 41
Afbeelden stand verbruiksartikelen 41
Scan To 41
Werking van Companion Suite Pro LL 41
Document scannen 41
Scannen met Scan To 41
Scannen vanaf een compatible
TWAIN-software 42
Karakter-herkenningsoftware (OCR) 42
Afdrukken 42
Op de multifunctionele terminal afdrukken 42
Het adresboek 42
Een contactpersoon toevoegen aan
het adresboek van een terminal. 42
Een groep toevoegen aan het adresboek
van een terminal. 43
Beheer van het adresboek 43
Een contactpersoon wijzigen 43
Een groep wijzigen 43
Een contactpersoon of groep wissen 43
Het adresboek afdrukken 44
Kiescodes importeren of exporteren 44
Een kiescode importeren 44
Uw adresboek opslaan 44
Faxcommunicaties 44
Weergave van het venster Fax 44
Zenden van een fax 44
Een fax zenden vanaf de harde schijf
of van een terminal 44
Een fax verzenden vanuit een toepassing 45
Een fax ontvangen 45
Faxen opvolgen 46
Het Postvak UIT 46
Het verzendingengeheugen
(verzonden documenten) 46
Het Logboek verzendingen 46
Het Logboek ontvangst 46
Fax-instellingen 46
Toegang tot fax-instellingen 46
Beschrijving van de tab Logboeken
en verslagen 46
Beschrijving van de tab Fax-instellingen 47
Schutblad 47
Een schutblad maken 47
Beschrijving van de tab Schutblad 48
Een model van een schutblad maken 48
Onderhoud 50
Service 50
Algemeen 50
De tonercartridge vervangen 50
Problemen met de chipkaart 51
Reiniging 51
Leeseenheid van de scanner reinigen 51
Printer reinigen 51
Reiniging van de buitenkant van de printer 51
Problemen met de printer 52
Foutmeldingen 52
Vastgelopen papier 52
Problemen met de scanner 53
Diverse problemen 53
Communicatiestoringen 53
Verzenden uit de lader 53
Verzenden uit het geheugen 53
Laser Facsimile
- III -
Inhoud
Codes voor communicatiestoringen 53
Algemene codes 53
Eigenschappen 55
Fysische eigenschappen 55
Elektrische eigenschappen 55
Milieukenmerken 55
Eigenschappen randapparatuur 55
Laser Facsimile
- 1 -
1 - Beveiliging - Certificatie - Milieu - Licentie
Beveiliging
Veiligheidsvoorschriften
Alvorens het apparaat in te schakelen, moet u controleren of het netsnoer waarop u het apparaat wilt aansluiten,
voldoet aan de vermeldingen op het waarschuwingsetiket op uw apparaat (spanning, stroom, frequentie van het
elektriciteitsnet). Dit apparaat moet worden aangesloten op een monofasig elektriciteitsnet. Dit apparaat mag niet op
de grond worden geïnstalleerd.
De batterijen, de verpakkingen en de electrische en electronische (EEE) apparatuur, mogen gestort worden volgens
de voorschriften die beschreven zijn in het hoofdstuk MILIEU van deze handleiding.
Afhankelijk van het model kan het zijn dat de netstekker van het apparaat de enige mogelijkheid is om de
stroomtoevoer naar het apparaat te verbreken. U dient daarom de volgende regels in acht te nemen: uw apparaat moet
worden aangesloten op een wandcontactdoos die zich op geringe afstand van het apparaat bevindt. De
wandcontactdoos moet gemakkelijk bereikbaar blijven.
Uw apparaat wordt geleverd met een netsnoer voorzien van een stekker met aarding. Voor een geaarde stekker moet
u absoluut een geaarde wandcontactdoos gebruiken voorzien van aarding voor de bescherming van het gebouw.
Voor de installatievoorwaarden en de gebruiksvoorwaarden, zie hoofdstuk Installatie, pagina 9.
Laserveiligheid
Voor Europa / Azië
Deze machine wordt beschouwd als een klasse 1 laserapparaat, veilig voor kantoorgebruik en EDP. Het apparaat
bevat 1 klasse 3B-laserdiode, 10,72 milliwat, 760-780 nanometer-golflengte voor elke zender.
Direct (of indirect gereflecteerd) oogcontact met de laserstraal kan belangrijke schade toebrengen aan het oog. Er
werden bijzondere voorzorgen en tussenvergrendelingsmechanismen ontworpen om te voorkomen dat de operator
wordt blootgesteld aan laserstralen.
Onderstaand label werd op de achterzijde van het apparaat aangebracht.
Reparatie-onderhoud : Alle reparatie- enonderhoudswerkzaamheden moeten
uitsluitend door een bevoegde technicus worden uitgevoerd. De interne onderdelen
mogen niet door de gebruiker gerepareerd worden. Teneinde alle gevaar voor
elektrocutie te voorkomen, mag u niet proberen deze ingrepen zelf uit te voeren, want
het openen of verwijderen van de deksels brengt de volgende risico's met zich mee:
- Laserstralen kunnen onherstelbare schade toebrengen aan het menselijk oog.:
- Aanraking van spanningvoerende onderdelen kan een zeer gevaarlijke
elektrische schok veroorzaken.
AANWIJZING
Het gebruik van de bedieningselementen of instellingen of prestaties of procedures die
verschillen van deze vermeld in de handleiding kan blootstelling tot gevaarlijke straling voor
gevolg hebben.
Laser Facsimile
- 2 -
1 - Beveiliging - Certificatie - Milieu - Licentie
Voor Noord-Amerika
CDRH-regels.
Deze uitrusting beantwoordt aan de richtlijnen van 21 CFR subhoofdstuk J voor klasse 1 laserproducten. Dit apparaat
bevat 1 klasse 3B-laserdiode, 10,72 milliwat, 760-780 nanometer-golflengte voor elke zender.
Dit apparaat zendt geen gevaarlijk licht uit omdat de laserstraal helemaal omhult zit bij elke klantbedrijfsmodus of
onderhoud.
Conformiteitverklaring
Nota voor gebruikers in EEA-landen
Dit product beantwoordt aan de essentiële vereisten en bepalingen van de richtlijn 1999/5/EG van het Europese
parlement en de raad van 9 maart 1999 betreffende radio-uitrusting en telecommunicatiemateriaal en de wederzijdse
erkenning van de conformiteit.
Nota voor gebruikers die toegang hebben tot PSTN in EEA-landen
Dit product is ontworpen om te worden gebruikt met analoge PSTN-lijnen in alle EEA-landen. De lokale PSTN-
compatibiliteit is afhankelijk van de instelling van softwareparameters. Neem contact op met uw vertegenwoordiger
wanneer u het product meeneemt naar een ander land. Neem, in geval van problemen eerst contact op met uw
vertegenwoordiger.
Laser Facsimile / MFP Laser Facsimile: De CE-conformiteitsverklaring is beschikbaar op Internet. Surf naar
http://www.ricoh.co.jp/fax/ce_doc
Symbolen van de stroomschakelaar
In overeenstemming met norm IEC 60417 gebruikt het apparaat de volgende symbolen voor de stroomschakelaar :
- betekent AAN ;
- betekent UIT;
Plaats van waarschuwings- en aawijzingslabels op het apparaat
Als veiligheidsmaatregel werden er waarschuwingsetiketten op het apparaat aangebracht op de plaatsen hierna
vermeld. Volg voor uw veiligheid de instructies en behandel het apparaat zoals aangegeven.
Laser Facsimile
- 3 -
1 - Beveiliging - Certificatie - Milieu - Licentie
FCC-conformiteit
Nota voor gebruikers in de Verenigde Staten van Amerika
Deze uitrusting werd getest en goedgekeurd overeenkomstig de normen voor een digitaal toestel Klasse B, conform
Part 15 van de FCC-regels. Deze normen zijn vastgelegd om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke
interferenties in een residentiële installatie.
Deze uitrusting genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien het niet wordt geplaatst en
gebruikt overeenkomstig de instructies, schadelijk interferenties genereren voor radiocommunicaties. Er kan echter
geen enkele waarborg worden gegeven dat geen interferentie zal ontstaan bij een bijzondere installatie.
Indien deze installatie schadelijke interferenties geeft op radio- of tv-ontvangst, wat kan worden vastgesteld door het
apparaat in en uit te schakelen, wordt de gebruiker aangeraden om de interferentie teniet te doen door een van
onderstaande maatregelen:
1 heroriënteren van de ontvangstantenne.
2 het apparaat en de ontvanger verder uit elkaar plaatsen.
3 het apparaat aansluiten op een stopcontact op een andere stroomkring dan de stroomkring waarop de
ontvanger is aangesloten.
4 de dealer of een ervaren radio/tv-technicus raadplegen voor help.
Laser Facsimile
- 4 -
1 - Beveiliging - Certificatie - Milieu - Licentie
Nota overde Telephone Consumer Protection Act (alleen geldig in de VS)
The Telephone Consumer Protection Act of 1991 zegt dat het onwettig is voor een persoon om gebruik te maken van
een computer of een ander elektronisch apparaat zoals een fax om een berichten te versturen tenzij dit bericht
bovenaan en onderaan elke pagina een kop- en voetregel bevat of op de eerste pagina van de verzending duidelijk de
datum en het uur vermeld samen met een identificatie van het bedrijf of de entiteit of het individu die het bericht
verstuurd samen met het telefoonnummer van de verzendende partij. (Het vermelde telefoonnummer mag geen 900-
nummer zijn of een ander nummer waarvan de kosten meer zijn dan deze van een lokaal telefoongesprek.)
Om deze informatie in uw faxapparaat te programmeren, moet u onderstaande stappen uitvoeren: Volg de procedure
om de FAXKOPREGEL te programmeren in het hoofdstuk Instellingen van de Handleiding en geef bedrijfsinformatie
en telefoonnummer in van het toestel of het bedrijf. Deze informatie wordt samen met uw document doorgestuurd via
de FAXKOPREGEL. Naast deze informatie moet u ook de datum en tijd in uw apparaat configureren.
Nota voor gebruikers in Canada
Dit klasse B digitale apparaat is comform met de Canadese ICE-003.
Remarque concernant les utilisateurs au Canada
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
FCC-vereisten
1 Dit apparaat is conform met Part 68 van de FCC-regels en voorwaarden aangenomen door de ACTA. Op de
voorzijde van dit apparaat staat een label waarop, onder meer een productidentificatie staat in het formaat
US:AAAEQ##TXXXXX. Indien gevraagd moet dit nummer worden doorgegeven aan de telefoonmaatschappij.
2 Dit apparaat moet gebruik maken van een RJ11C USOC-connector.
3 De stekker en connector die wordt gebruikt om dit apparaat aan te sluiten op het lokale bedradingssysteem en
het telefoonnetwerk moet conform zijn met de FCC-regels Part 68 en met de voorwaarden aangenomen door
ACTA. Bij dit apparaat is een geschikt telefoonsnoer met stekker voorzien. Het is bedoeld om te worden
aangesloten op een compatibele stekker die eveneens compatibel is. Zie installatie-instructies voor meer details.
4 De REN wordt gebruikt om het aantal toestellen te bepalen dit op een telefoonlijn mogen worden aangesloten.
Teveel REN’s op een telefoonlijn kunnen voor gevolg hebben dat apparaten niet bellen wanneer er een
inkomende oproep is. In de meeste, maar niet in alle gebieden mag het aantal REN’s de vijf (5,0) niet
overschrijden. Om na te kijken hoeveel apparaten op een telefoonlijn mogen worden aangesloten, zoals bepaald
door het totaal aantal REN’s, neemt u best contact op met uw lokale telefoonmaatschappij. De REN voor dit
product maakt deel uit van de productidentificatie in het formaat US:AAAEQ##TXXXXX. De cijfers aangegeven
met ## zijn de REN zonder decimaal punt (03 is een REN van 0,3).
5 Indien dit apparaat schade veroorzaakt aan het telefoonnetwerk, zal de telefoonmaatschappij u op voorhand
verwittigen dat een tijdelijke onderbreking van de dienst nodig is. Indien dit echter niet haalbaar is, zal de
telefoonmaatschappij de klant zo snel mogelijk op de hoogte brengen. Bovendien zult u informatie ontvangen
over uw recht om een klacht in te dienen bij de FCC indien u meent dat dit nodig is.
6 De telefoonmaatschappij kan wijzigingen moeten aanbrengen aan haar apparatuur, uitrusting, werkwijze of
procedures die van invloed zijn op de werking van het apparaat. Indien dit het geval is zal de
telefoonmaatschappij u hiervan op voorhand verwittigen zodat u de nodige aanpassingen kunt uitvoeren om de
dienst zonder onderbreking te blijven gebruiken.
7 Indien u problemen ondervindt met dit apparaat, voor een herstelling of voor informatie over de garantie, neem
dan contact op met RICOH CORP. CUSTOMER SUPPORT DEPT. op het nummer 1-800-FASTFIX. Indien dit
apparaat schade veroorzaakt aan het telefoonnetwerk, kan de telefoonmaatschappij u vragen om het apparaat
los te koppelen tot het probleem is opgelost.
8 In het geval er operationele problemen zijn (papierstoringen, storingen bij het origineel, of fouten in de
communicatie) raadpleeg dan het hoofdstuk Problemen oplossen in de deze handleiding.
9 Belkosten naar party line-diensten zijn van staat tot staat verschillend. Neem contact op met de betreffende
overheid voor meer informatie.
OPGELET: Wijzigingen of aanpassingen die niet door de verantwoordelijke partij expliciet zijn
goedgekeurd kunnen voor gevolg hebben dat de gebruiker het recht verliest om het apparaat te
bedienen.
Laser Facsimile
- 5 -
1 - Beveiliging - Certificatie - Milieu - Licentie
10 Indien u thuis een bedrade alarminstallatie hebt aangesloten op de telefoonlijn, zorg er dan voor dat de installatie
van dit apparaat niet voor gevolg heeft dat uw alarminstallatie wordt uitgeschakeld. Als u vragen hebt in dit
verband, neem dan contact op met uw telefoonmaatschappij of met een erkende installateur.
Nota voor gebruikers (Nieuw-Zeeland)
De toekenning van een Telepermit voor een item van de terminalinstallatie betekent alleen dat Telecom heeft
aanvaardt dat het item conform is met de minimale voorwaarden voor aansluiting op het Telecom-netwerk. Het
kan in geen geval worden beschouwd als erkenning van het product door Telecom, en biedt geen enkele vorm
van garantie. Bovendien biedt het geen enkele verzekering dat het item correct zal samenwerken met om het
even welk ander item met een Telepermit van verschillende makelij of een ander model. Bovendien betekent dit
niet dat het product compatibel is met alle andere diensten van het Telecom-netwerk.
Dit toestel is niet in staat om in alle bedrijfsomstandigheden correct te werken op een hogere snelheid dan de
snelheid waarvoor het werd ontworpen. Telecom erkent geen enkele aansprakelijkheid voor problemen die in
dergelijke omstandigheden ontstaan.
Deze uitrusting kan niet worden ingesteld om automatische oproepen te doen naar de nooddienste “111” van Telecom.
Indien de kostenaanrekening voor lokale gesprekken onaanvaardbaar is, mag de “Dial”-knop niet worden
gebruik voor lokale gesprekken. Alleen de 7 cijfers van het lokale nummer mogen op uw telefoon worden
gedrukt. GEEN zonenummers of “0”-prefix gebruiken.
Dit toestel mag niet worden gebruik om een gesprek door te schakelen naar een ander apparaat op dezelfde lijn.
Dit apparaat mag bellen wanneer er oproepen komen van een ander apparaat op dezelfde lijn. Indien dit gebeurt
mag het probleem NIET worden doorverwezen naar de Telecom Faults Service.
Dit toestel mag niet worden gebruik in omstandigheden waarbij schade of storing kan worden veroorzaakt bij
andere Telecom-klanten. Bijvoorbeeld: herhaalde pogingen om ongevraagde verkoopsaanbiedingen te doen
aan hetzelfde nummer of groep van nummers.
Het oproeplogboek in dit apparaat registreert niet alle beantwoorde gesprekkenH. Het oproepenlogboek kan
bijgevolg verschillen van het Telecomaccount waar gesprekken kunnen op staan die niet in het logboek zijn
geregistreerd.
Niet alle telefoons zullen bellen wanneer ze zijn aangesloten op het telefoonstopcontact.
Laser Facsimile
- 6 -
1 - Beveiliging - Certificatie - Milieu - Licentie
Milieu
Het behoud van het leefmilieu is van essentieel belang voor de fabrikant. De fabrikant heeft de wil om milieuvriendelijke
installaties uit te baten en heeft ervoor gekozen om milieuvriendelijke prestaties te integreren in de hele levenscyclus
van de producten, vanaf de fabricage tot het gebruik en de afvalverwerking.
De batterijen
Indien uw product batterijen bevat dan moeten ze gedeponeerd worden in één van de inzamelpunten in uw buurt.
Het product
Gebruikers in de EU, Zwitserland en Noorwegen
Onze producten bevatten kwalitatieve compenenten die zijn ontworpen om de recycling te vergemakkelijken.
Onze producten en onze verpakkingen zijn gemarkeerd met onderstaand symbool.
Het symbool geeft aan dat het product niet mag worden behandeld als globaal afval. Het moet afzonderlijk worden
opgehaald via een geschikt verzamelpunt. Door deze instructies op te volgen zorgt u er mee voor dat dit product
correct wordt behandeld en draagt u bij tot de vermindering van de potentiële impact op het milieu en de
menselijke gezondheid die anders kan optreden bij verkeerde behandeling. De recycling van producten levert een
bijdrage tot het behoud van de natuurlijke grondstoffen en de bescherming van het milieu.
Voor meer informatie over de verzameling en recyclesystemen van dit product kunt u contact opnemen met
de winkel waar u het apparaat hbt gekocht, uw lokale dealer of verkoopsorganisatie.
Alle andere gebruikers
Indien u het product van de hand wenst te doen, neem dan contact op met de plaatselijke overheid, de winkel
waar u dit product hebt gekocht of de verkoopsorganisatie.
Laser Facsimile
- 7 -
1 - Beveiliging - Certificatie - Milieu - Licentie
Softwarelicentie
LEES AANDACHTIG DE TERMEN EN VOORWAARDEN VAN DEZE LICENTIE ALVORENS U DE VERZEGELDE
OMSLAG MET DE SOFTWARE OPEN MAAKT. DOOR HET OPENEN VAN DEZE OMSLAG STEMT U ERMEE IN
DAT U GEBONDEN BENT DOOR DE VOORWAARDEN VAN DEZE LICENTIE.
Indien u het niet eens bent met de bepalingen van deze licentieovereenkomst, mag u de verpakking van de CD-ROM
en de andere onderdelen van het product ongeopend terugzenden naar de verkoper.
Definitie
Onder Software wordt begrepen de bijhorende programmas en de documentatie.
Licentie
- Deze licentieovereenkomst verleent u het recht om de Software te gebruiken op pc's die aangesloten zijn op een
lokaal netwerk. U hebt enkel het recht om de Software te gebruiken om op een multifunctionele terminal af te drukken,
u kan derden niet het gebruikersrecht geven of lenen.
- U hebt het recht om een reserve-kopie te maken.
- Deze licentie is niet-exclusief en niet-overdraagbaar.
Eigendom
De fabrikant en zijn leveranciers behouden het eigendomsrecht van de Software. U wordt niet de eigenaar van de CD-
ROM. U kan de Software of de documentatie niet wijzigen, aanpassen, decompileren, vertalen, een gelijkaardig
ontwerp maken, uitlenen of verkopen. Alle niet-uitdrukkelijk verleende rechten zijn voorbehouden voor de fabrikant en
zijn leveranciers.
Duur
Deze Licentie zal van kracht zijn totdat zij beëindigd wordt. U mag deze Licentie te allen tijde beëindigen door alle
kopieën van de Software met inbegrip van eventuele documentatie te vernietigen. Deze Licentie zal onmiddellijk
beëindigd worden als u te kort schiet in de naleving van enige voorwaarde van deze Licentie. Bij de beëindiging ervan
dient u alle kopieën van de software en de documentatie te vernietigen.
Garantie
De Software wordt zonder enige waarborg verstrekt, zonder enige uitdrukkelijke of stilzwijgende garantie, met inbegrip
van, maar niet beperkt tot, garanties betreffende verkoopbaarheid, geschiktheid voor een bepaald doel of niet-inbreuk;
alle risico’s betreffende de resultaten en de goede werking van deze Software zijn op verantwoordelijkheid van de
koper. Als er wordt vastgesteld dat het programme defect is, zullen alle herstellingskosten of het terug in werking
stellen ten koste van de koper zijn.
De titularis van deze licentie geniet van de volgende garantie: de CD-ROM waarop de Software is opgeslagen is
verzekerd, vrij van defecten in materiaal en afwerking onder normale gebruiksomstandigheden gedurende een periode
van negentig (90) dagen vanaf de datum van de levering, kopie van uw ontvangstbewijs telt als bewijs. In het geval de
CD-ROM defecten vertoont die het gevolg zijn van een ongeluk of van verkeerd gebruik ervan, zal deze CD-ROM niet
vervangen worden in het kader van de garantie.
Verantwoordelijkheid
De enige verantwoordelijkheid van uw verkoper en uw enige verhaalsrecht is de vervanging van de CD-ROM die niet
overeenstemde met de garantie en die teruggezonden zal worden samen met uw ontvangstbewijs. Noch de fabrikant
noch enige andere partij die betrokken is bij het tot stand brengen, produceren, de verkoopbaarheid of plaatsing van
dit programma, zal onder enig beding aansprakelijk zijn voor enige schade voortvloeiend uit rechtstreekse, toevallige
of materiële schade, zoals informatieverlies, tijdverlies, bedrijfsschade, inkomensverlies of klantenverlies ten gevolge
van het gebruik of de onmogelijkheid tot gebruik van dit programma.
Ontwikkeling
Met het oog op een voortdurende vooruitgang heeft de fabrikant het recht om zonder voorafgaande kennisgeving de
softwarefuncties te verbeteren. Die ontwikkeling geeft de gebruiker niet het recht op gratis updates.
Laser Facsimile
- 8 -
1 - Beveiliging - Certificatie - Milieu - Licentie
Merknamen
Companion Suite Pro is een gedeponeerd merk van Sagem Communication.
Adobe® en de vermelde Adobe®- producten zijn gedeponeerde merken van Adobe Systems Incorporated.
PaperPort9SE is een gedeponeerd merk van ScanSoft.
Microsoft® Windows® 98, Microsoft® Windows® Millennium, Microsoft® Windows NT®, Microsoft® Windows 2000®,
Microsoft® Windows XP®, en elk ander vermeld product Microsoft® zijn gedeponeerde Microsoft Corporation-merken
en/of gebruikt in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Alle andere namen of merken van vermelde producten ter informatie of als voorbeeld zijn gedeponeerde merken van
hun respectieve eigenaars.
De schermvoorbeelden in deze handleiding werden gemaakt onder Windows XP. Indien u een ander
besturingssysteem gebruik kunnen de weergegeven schermvoorbeelden iets verschillen van deze die in dit boekje
worden voorgesteld.
Nota
Kopieer nooit en druk nooit documenten af waarvan de reproductie door de wet is verboden.
De afdruk en de kopie van de volgende documenten zijn in het algemeen door de wet verboden: bankbiljetten,
postzegels en fiscale zegels, effecten, aandelen, bankafschriften, cheques, paspoorten, rijbewijzen.
De lijst is als voorbeeld gegeven, en is niet volledig. We erkennen geen enkele aansprakelijkheid voor de
onvolledigheid of onnauwkeurigheid ervan.
Als u twijfelt over de legaliteit van een kopie of een afdruk, raadpleeg dan een juridisch adviseur.
Laser Facsimile
- 9 -
2 - Installatie
Installatie
Installatievereisten
Als u het faxapparaat op de juiste locatie installeert, bent u verzekerd van de lange levensduur waarvoor het is
ontworpen. Controleer grondig of de door u geselecteerde locatie aan de volgende kenmerken voldoet :
- Kies een goed geventileerde locatie.
- Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen aan de linker- en rechterzijden van het apparaat niet worden geblokkeerd.
Plaats het apparaat op ongeveer dertig centimeter afstand van alle voorwerpen, zodat de kleppen zonder
probleem geopend kunnen worden.
- Zorg ervoor dat er geen amoniak of andere organische gassen in de ruimte kunnen ontstaan.
- Het geaarde stopcontact (zie de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Beveiliging) waarop u het apparaat wilt
aansluiten, moet zich vlakbij het apparaat bevinden en vrij toegankelijk zijn.
- Zorg ervoor dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
- Kies bij voorkeur geen opstellingslocatie in de directe luchtstroom van airconditioners, verwarmingsapparaten of
ventilatoren en stel het apparaat niet op in ruimtes waar sterke temperatuur- en luchtvochtigheidsverschillen
heersen.
- Kies een stevig, vlak oppervlak waar het apparaat niet wordt blootgesteld aan sterke trillingen.
- Houd het apparaat uit de buurt van voorwerpen die de ventilatieopeningen kunnen belemmeren.
- Plaats het apparaat niet in de buurt van gordijnen of andere brandbare voorwerpen.
- Kies een locatie waar er geen gevaar bestaat dat er water of een andere vloeistof op het apparaat spat.
- Controleer of de omgeving schoon, droog en stofvrij is.
Gebruiksaanwijzing
Houd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen in het oog bij het gebruik van het apparaat.
Gebruiksomgeving:
- Temperatuur : 10 °C tot 27 °C met een luchtvochtigheid in de omgeving tussen 15 en 80 % (tot 32 °C met een
luchtvochtigheid in de omgeving tussen 15 en 54 %).
Terminal:
Houd de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen in het oog bij het gebruik van het apparaat :
- Schakel het apparaat nooit uit en open nooit de kappen van het apparaat tijdens het printen.
- Houd brandbare gassen, vloeistoffen en objecten die magnetische krachten genereren verwijderd van het apparaat.
- Trek het netsnoer uit door aan de stekker te trekken; trek nooit aan de kabel zelf. Als de kabel beschadigd is, kan
dit tot brand of een elektrische schok leiden.
- Raak het netsnoer nooit met natte handen aan. Dit kan tot een elektrische schok leiden.
- Trek het netsnoer altijd uit alvorens het apparaat te verplaatsen. Als u dit niet doet, kan de kabel beschadigd raken,
wat kan leiden tot brand of tot een elektrische schok.
- Trek het netsnoer altijd uit als u denkt het apparaat lange tijd niet te gebruiken.
- Plaats nooit zware voorwerpen op het netsnoer; trek er nooit aan en buig hem niet. Dit kan tot brand of een
elektrische schok leiden.
- Controleer altijd of het apparaat niet op het netsnoer of op een van de communicatiekabels van andere elektrische
apparaten staat. Controleer ook of de kabels niet in het mechanisme van het apparaat komen. Dit zou tot storingen
of brand kunnen leiden.
- Zorg dat de printer niet onder stroom staat als u een interfacekabel op de printer aansluit of ervan losneemt
(gebruik een afgeschermde interfacekabel).
- Probeer nooit een vastgemaakt paneel of een kap te verwijderen. De terminal heeft hoogspanningscircuits. Elk
contact met deze circuits kan een elektrische ontlading met zich meebrengen.
- Probeer nooit zelf veranderingen aan het apparaat uit te voeren. Dit kan tot brand of een elektrische schok leiden.
- Controleer altijd of er geen paperclips, nietjes of andere metalen voorwerpen via de ventilatieopeningen of andere
openingen in het apparaat kunnen belanden. Zulke voorwerpen vormen een risico dat tot brand of een elektrische
schok kan leiden.
Laser Facsimile
- 10 -
2 - Installatie
- Voorkom dat er water of andere vloeistoffen op of in de buurt van het apparaat worden gemorst. Er kan brand of
een elektrische schok ontstaan als er water of een andere vloeistof in contact komt met het apparaat.
- Zou er per ongeluk toch vloeistof of een metalen voorwerp in het apparaat belanden, schakel het dan onmiddellijk
uit, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u niet direct reageert, ontstaat het
gevaar van brand of een elektrische schok.
- Als het apparaat ongebruikelijk veel warmte afgeeft of rook, een ongebruikelijke geur of herrie produceert, schakel
het dan onmiddellijk uit, trek de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dealer. Als u niet direct
reageert, ontstaat het gevaar van brand of een elektrische schok.
- Vermijd gebruik van de terminal tijdens elektrische stormen, waarbij de bliksem een gevaar voor elektrische
schokken kan veroorzaken.
Papier om af te drukken: gebruik geen papier dat al eerder door uw faxapparaat of een andere printer bedrukt is: het
is mogelijk dat de drukkwaliteit niet optimaal is.
Veiligheid
Bij gebruik van het product moet u onderstaande veiligheidsmaatregelen volgen.
Veiligheid tijdens het gebruik
In deze informatiesectie worden de volgende belangrijke symbolen gebruikt:
WAARSCHUWING
- Sluit het netsnoer rechtstreeks aan in een stopcontact in de muur, gebruik nooit een verlengkabel.
- Trek de stekker uit het stopcontact (door de stekker vast te nemen, niet het snoer), wanneer het netsnoer
beschadigd lijkt.
- Om gevaarlijke elektrische schokken of blootstelling aan laserstralen te voorkomen, mag u nooit andere kappen
of schroeven verwijderen dan deze die in de handleiding worden vermeld.
- Schakel de stroom uit en trek de stekker uit het stopcontact (door de stekker vast te houden, niet het snoer) als
een van onderstaande omstandigheden optreedt:
U hebt iets in het apparaat gemortst.
U denkt dat het apparaat een onderhoudsbeurt nodig heeft of moet worden hersteld.
De kap van het apparaat werd beschadigd.
- Gemorste of gebruikte toner niet in brand steken. Tonerstof kan ontvlammen en vervolgens in open vlam ontploffen.
- Breng gebruikte tonercartridges binnen bij een erkende dealer of bij een erkende afvalophaler.
- De gebruikte tonercartridges of flessen afvoeren overeenkomstig de lokale regelgeving.
AANWIJZING
- Bescherm het product tegen mist of regenweer, sneeuw, enz…
- Trek de stekker uit het stopcontact alvorens het apparaat te verplaatsen. Bij het verplaatsen van het apparaat moet
u erop letten dat het netsnoer niet wordt beschadigd.
AANWIJZING
Let erop dat u de terminal op een goedgeventileerde locatie plaatst. Als hij in werking is, genereert de
printer een kleine hoeveelheid ozon. De printer kan een onaangename geur verspreiden wanneer deze
intensief wordt gebruikt in een slecht geventileerde ruimte. Voor een comfortabel, gezond en veilig
gebruik, dient u het apparaat op een goedgeventileerde locatie te installeren.
WAARSCHUWING:
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan waarbij, indien de instructies niet strikt worden
opgevolgd, doodsgevaar kan ontstaan of personen zich ernstig kunnen verwonden.
AANWIJZING
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan waarbij persoon, indien de instructies niet
strikt worden opgevolgd, zich licht of vrij ernstig kunnen verwonden of waarbij schade aan
materiaal kan optreden.
Laser Facsimile
- 11 -
2 - Installatie
- Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt, houd dan altijd de stekker vast (en niet het snoer).
- Laat geen paperclips, nietjes of andere kleine metalen voorwerpen in het apparaat vallen.
- Houd toner (gebruikte of ongebruikte), de tonercartridge (of fles), inkt (gebruikte of ongebruikte) of inktcartridges
buiten het bereik van kinderen.
- Let erop uzelf niet te verwonden aan scherpe randen wanneer u in het apparaat grijpt om vastgelopen papier te
verwijderen.
- Uit milieuoverwegingen mag u het apparaat, de toebehoren en de vervallen verbruiksgoederen niet bij het
huishoudelijk vuil zetten. Breng gebruikte tonercartridges binnen bij een erkende dealer of bij een erkende
afvalophaler.
- Onze producten werden ontworpen om te beantwoorden een hoge normen inzake kwaliteit en functionaliteit, we
adviseren dan ook dat u de verbruiksgoederen zouden gebruiken die u bij een erkende dealer kunt aankopen.
Elektrische voeding
Het muurstopcontact bevindt zich in de buurt van het apparaat en moet gemakkelijk toegankelijk zijn.
Voor Fax of telefoon
- Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water, bijvoorbeeld een badkuip, een lavabo, een spoelbak of een
wasbak, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
- Vermijd om de telefoon te gebruiken tijdens een elektrische storm (of gebruik uitsluitend een draadloze telefoon).
Er bestaat een licht risico voor een elektrische schok door bliksem.
- Gebruik de telefoon niet in de buurt van een gaslek om het gaslek door te geven.
Regels voor het gebruik van symbolen
WAARSCHUWING
Verwijst naar een belangrijke opmerking inzake veiligheid.
Als u deze opmerking in de wind slaat kan dit een ernstige verwonding of zelfs de dood voor gevolg hebben. Lees deze
opmerkingen grondig door. U vindt ze in het deel “Veiligheidsinformatie” van deze handleiding.
AANWIJZING
Verwijst naar een belangrijke opmerking inzake veiligheid.
Als u deze opmerkingen in de wind slaat kunt u zich min of meer ernstig verwonden of kan schade optreden aan het
apparaat of aan eigendommen. Lees deze opmerkingen grondig door. U vindt ze in het deel “Veiligheidsinformatie”
van deze handleiding.
Belangrijk
Geeft punten aan die bijzondere aandacht verdienen bij het gebruik van het apparaat, en geeft bijkomende uitleg.
of mogelijke oorzaken voor vastgelopen papier, schade aan originelen of verlies van gegevens. Lees deze uitleg
grondig door.
Opmerking
Geeft bijkomende uitleg over de functies van het apparaat en geeft instructies over de oplossing van gebruikersfouten.
Laser Facsimile
- 12 -
2 - Installatie
Beschrijving van de terminal
Vooraanzicht
Achterkant
Automatische lader
Bedieningspaneel
Papieruitvoer
Papierlade
Hoofd-USB
Manuele papieraanvoer
instelgeleiders
(USB-sleutel)
Smart-kaart
insteekpunt.
Dichtplooien
blinddop voor
aflevering papier
aansluiting
Manueel
invoerlade
Kap vooraan
(Model MFP)
extra USB-verbinding
(voor PC)
Netsnoer
aansluiting
Kap voor vastgelopen
EXT-stopcontact
voor externe apparatuur
LINE-stopcontact voor
kabelverbinding
Hoofd-USB-verbinding
(USB-sleutel)
*
Aan/Uit-schakelaar
*
Kan worden gebruikt voor dezelfde functie als de USB-aansluiting vooraan.
papier
telefoon
(Model MFP)
(Model MFP)
Laser Facsimile
- 13 -
2 - Installatie
Bedieningspaneel
Presentatie
1
29
28
27
25
24
23
2
3
68121314151617
18
911
10
19
21
22
1
29
28
27
26
25
24
23
2
3
457 68121314151617
18
911
10
20
21
22
LASER FACSIMILE
LASER FACSIMILE (MFP MODEL)
1. Scherm.
2. Alfanumeriek toetsenbord.
3. One-Touch-toetsenbord (toetsen 1 tot 20).
4. Knop : Naar sneltoetsknoppen 21 tot 40.
5. Knop : documentanalyse op een pc of op
media (USB-stick).
6. Knop : lokale kopie.
7. Knop : het afdrukken vanaf de huidige PC
stoppen.
8. Knop : een fax verzenden.
9. Knop :
toegang tot kiescodes en afgekorte
nummers.
10. Knop
:
handmatige lijnverbinding, luisteren naar
kiestoon bij het versturen van een fax.
11. Knop : naar meerdere geadresseerden
versturen (fax).
12. Knop : Bevestiging.
13. Knop OK getoonde selectie bevestigen.
14. Knop toegang tot menu en door menu's omlaag
lopen.
15. Knop C: terug naar vorige menu en invoer
corrigeren.
16. Knop door menu's omhoog bladeren.
17. Knop : beëindigt de huidige actie.
18. Knop ECO: regelt de activeringstermijn.
19. Knop : afdrukken van de functiegids.
20. Knop : scan-kleurmodus selecteren.
21. Knop : scanresolutie instellen.
22. Knop : Instellen van het contrast.
23. Icoon :
resolutie
"Kopie
:
Kwaliteit tekst
/Fax
:
Sfijn
".
24. Icoon : resolutie “
Foto
”.
25. Icoon : resolutie "Kopie:
Auto
/ Fax :
Fijn
".
26. Icoon : kleurmodus.
27. Icoon : activiteit op de telefoonlijn.
28. Icoon : faxmodus.
29. Icoon : modus extern antwoordapparaat.
Laser Facsimile
- 14 -
2 - Installatie
Tekens invoeren met behulp van het alfanumerieke toetsenbord
Tijdens het uitvoeren van de verschillende taken moet u namen en telefoonnummers invoeren. Wanneer u uw apparaat
instelt bijvoorbeeld, moet u uw naam (of de naam van uw bedrijf) en uw telefoonnummer invoeren. Wanneer u sneltoetsen
met één, twee of drie cijfers opslaat of groepen definieert, kunt u de overeenkomstige namen eveneens invullen.
Om een alfanumeriek teken in te voeren zoekt u de knop waar het teken bijstaat. Druk een aantal keer op de knop tot
de gewenste letter verschijnt.
Voorbeelden:
- om de naam "John" in te voeren, drukt u: 1 keer, 6 keer, 5 keer en 5 keer.
-om "!" in te voeren, drukt u: 17 keer in
Als u een fout hebt gemaakt bij het invoeren van een nummer of een naam, druk dan op C om het laatste teken of het
laatste karakter te wissen. Voer vervolgens het juiste nummer of karakter in.
Onderstaande tabel biedt een overzicht van de beschikbare karakters.
Terminalfuncties gebruiken
Alle terminalfuncties en instellingen zijn beschikbaar via het menu en zijn toegewezen aan een specifiek
menucommando. Bijvoorbeeld, C
ONTRAST kopieerinstellingen zijn geïdentificeerd in het menu via commando 845.
Er zijn twee methodes beschikbaar om toegang te krijgen tot de menu-items : de stap-voor-stap-methode of de
methode via sneltoetsen.
Om de C
ONTRAST-instelling te openen via de stap-voor-stap-methode :
1 Druk op om naar het menu te gaan.
2 Gebruik de knoppen of om door het menu te bladeren en 8-G
EAVANC. FCT te selecteren. Bevestig met OK.
3 Gebruik de knoppen of om door het menu 84-G
EAVANC. FCT te bladeren en selecteer 84-KOPIËREN.
Bevestig met OK.
4 Gebruik de knoppen of om door het menu K
OPIËREN te bladeren en selecteer 845-CONTRAST. Bevestig
met OK.
Om de C
ONTRAST-instelling te openen via een sneltoets :
1 Druk op om naar het menu te gaan.
2 Voer 845 in met behulp van het alfanumerieke toetsen en u komt met een in het item C
ONTRAST.
Toets Toegewezen cijfers, letters of karakters Toets Toegewezen cijfers, letters of karakters
1 P, Q, R, S, p, q, r, s, 7
A, B, C, a, b, c, 2 T, U, V, t, u, v, 8
D, E, F, d, e, f, 3 W, X, Y, Z, w, x, y, z, 9
G, H, I, g, h, I, 4 Spatie 0 @ . + - / & $ %
J, K, L, j, k, l, 5
# _ , ; : ? ( ) [ ] < > { } ~ = ! ' " \ |
M, N, O, m, n, o, 6 *
Laser Facsimile
- 15 -
2 - Installatie
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat de volgende elementen:
Multifunctioneel toestel
1 tonercartridge
1 installatiehandleiding en 1 CD-ROM
gebruikershandleiding
1 Veiligheidsgids, Handleiding (alleen voor Europa en
Noord-Amerika)
1 netsnoer
1 telefoonsnoer (alleen voor Noord-Amerika, China en
Korea)
Installatie van het apparaat
1 Haal het toestel uit de verpakking.
2 Installeer het toestel en hou rekening met de
veiligheidsvoorschriften.
3
Verwijder alle kleefband die zich op de terminal bevindt.
4 Verwijder de beschermfolie van het scherm.
Plaatsen van de documentlader voor
het scannen
1 Plaats de documentlader en zet zijn twee pinnen
(B) vast in de hiertoe voorziene openingen (A) op
de scanner.
Papier laden
Papier laden in de papierlade
(1) Het papier dat u wenst te gebruiken moet met de te
bedrukken zijden aar omlaag worden geplaatst tegen de
zijrand en de rand achteraan. Als u het papier niet mooi
tegen de randen legt, kunnen papierstoringen ontstaan.
(2) Niet meer papier laden dan aangegeven door de
markering. Als het maximum wordt overschreden, kan
dat leiden tot problemen met de toevoer en tot
vastgelopen papier.
(3) Papier bijladen op de stapel kan dubbele papiertoevoer
veroorzaken, en moet worden vermeden.
(4) Als u de papierlade uit de machine haalt, moet u ze
altijd met beide handen vasthouden, om te
verhinderen dat ze zou vallen.
Papiergebruik
(1) Verwijder elke kromming van het papier voor het laden.
(2) De kromming van het papier mag de 10 mm niet
overschrijden.
(3) Het papier moet zorgvuldig bewaard worden om
fouten in de papiertoevoer en beeldvervorming te
voorkomen die veroorzaakt worden door het bewaren
in een vochtige omgeving.
Papier bijladen op de stapel of een stapel splitsen kan
papiertoevoerproblemen veroorzaken, en moet
worden vermeden.
A
B
Laser Facsimile
- 16 -
2 - Installatie
Controle luchtvochtigheid
(1) Gebruik nooit vochtig papier of papier dat in een open
pak stond.
(2) Na het openen van het pak papier moet het papier in
een plastic zak worden bewaard.
(3) Gebruik nooit papier met gekreukte uiteinden,
geplooid papier of ander beschadigd papier.
Gebruik van de eenheid
Operator shocks
Tijdens het afdrukken mogen de papieraanvoerlade, de
lade, de kap en andere delen van het apparaat niet aan
schokken worden onderworpen.
De eenheid verplaatsen
Als u het apparaat op een tafel verplaatst, moet u het
optillen en niet verslepen.
Gebruik van de tonercartridge
(1) Nooit op de zijkant of ondersteboven houden.
(2) Niet hard mee schudden.
Papier in de hoofdlade plaatsen
Uw toestel accepteert diverse formaten en papiersoorten.
1 Haal de papierlade er volledig uit.
2 Duw het onderste paneel naar beneden tot het
vastklikt.
3 Regel het verlengstuk dat zich aan de achterkant
van de lade bevindt door te drukken op de hendel
"PUSH" (A).
Pas daarna de zijdelingse papiergeleiders aan aan
het formaat van het papier door te drukken op de
hendel (B) op de linker geleider. Pas de
lengtegeleider aan aan het formaat van het papier
door te drukken op de hendel (C).
4 Neem een stapel papier, schud deze en leg deze
mooi recht op een vlakke ondergrond.
5 Plaats de stapel papier in de lade (bijvoorbeeld 200
bladen voor 80 g/m² papier).
6 Plaats de lade weer in zijn houder.
Installeren van de cartridge
1 Ga voor het apparaat staan.
2 Druk aan de linkerkant en aan de rechterkant van
het luikje en trek deze tegelijk naar u toe.
Belangrijk
Zie hoofdstuk Specificaties voor de
verschillende formaten en soorten
papier.
PUSH
B
A
C
8
Laser Facsimile
- 17 -
2 - Installatie
3 Neem de startertonercartridge uit de zak. Rol de
cartridge 5 of 6 keer zachtjes over een weer om de
toner gelijk te verdelen binnen in de cartridge.
Door de toner in de cartridge goed te verdelen gaat
uw cartridge lager meer.
4 Houd de cartridge vast aan de hendel.
5 Plaats de cartridge in de behuizing door zo ver
mogelijk te drukken tot deze zich vergrendelt
(laatste beweging naar beneden).
6 Sluit de klep weer af.
Papieropvanglade
Regel de opvanglade in functie van het formaat van het te
printen document. Vergeet niet om het uitklapbare deel
van de opvanglade op te heffen, om te verhinderen dat
het papier er uitvalt.
In gebruik stellen van het toestel
Aansluiten van het toestel
1 Sluit het uiteinde van het telefoonsnoer aan op de
connector van de terminal, en het andere uiteinde
in de wandcontactdoos van de telefoonlijn.
2 Sluit het netsnoer aan op het apparaat.
3 Controleer of de Aan/Uit-schakelaar in de stand Uit
staat (positie O). Verbind het netsnoer met het
stopcontact.
4 Zet de Aan/Uit-schakelaar in de Aan-stand (positie I)
5
Dit apparaat is standaard ingesteld voor gebruik in
Engeland, met weergaven in het Engels. Om die
instelling te wijzigen, raadpleegt u
Landen,
pagina 26
6 Om de datum en de tijd in te stellen, zie Datum/
tijd, pagina 26.
WAARSCHUWING
Vooraleer u het netsnoer
aansluit, leest u
Veiligheidsvoorschriften,
pagina 1.
WAARSCHUWING
Het netsnoer wordt gebruikt
als toestel om de aanvoer
van 230 V naar het apparaat
uit teschakelen. Als voorzorg
moet het stopcontact dicht in
de buurt van het apparaat zijn
opgesteld, en moet het bij
gevaar gemakkelijk
toegankelijk zijn.
Laser Facsimile
- 18 -
2 - Installatie
Papier in de handmatige papierinvoer
plaatsen
Met de handmatige papierinvoer kan u verschillende
papierformaten gebruiken met een hoger gewicht dan
toegelaten in de papierlade.
Per keer mag slechts één enkel vel papier of omslag
ingebracht worden.
1 Schuif de begeleiders van de handmatige invoer
volledig opzij.
2 Stop een vel papier of een omslag in de
handmatige invoer.
3 Regel de papierbegeleiders tegen de rechter- en
linkerzijden van het papier of de omslag.
4 Druk af en let erop dat het gekozen papierformaat
overeenstemt met het gekozen formaat op de
printer.
Opmerking: Bij gebruik van omslagen
Alleen gebruiken met de handmatige papiertoevoer.
De aanbevolen zone om af te drukken heeft een
marge van 15 mm aan de zijde van de flap van de
omslag, en een marge van 10 mm van de linker,
rechter en onderzijde van de omslag.
Een aantal lijnen kunnen aan de volle kopie worden
toegevoegd om elke overlapping te vermijden.
Er kan zich een fout voordoen tijdens het afdrukken
van omslagen die niet overeenkomen met de
aanbevolen omslagen.
Strijk elke gebogen enveloppe na het afdrukken
handmatig vlak.
Er kunnen plooitjes verschijnen in de brede rand van
de enveloppe. Plaats de omslag door op de plooilijnen
tussen de vier hoeken te duwen nadat u er de lucht uit
hebt laten vrijkomen.
Maak de enveloppe klaar door goed op de plooilijnen
aan de vier kanten te drukken, nadat u er alle lucht
hebt uigeduwd.
Plaats de omslag in een goede positie om elke plooi of
vervorming te vermijden.
Papierbehandeling is niet toegelaten. Bovendien moet
het apparaat worden gebruikt in een normale
kantooromgeving.
Belangrijk
Zie hoofdstuk Specificaties voor de
verschillende formaten en soorten
papier.
Laser Facsimile
- 19 -
3 - Kopiëren
Kopiëren
Uw apparaat biedt u de mogelijkheid om kopies te maken
in één of meerdere exemplaren.
U kan eveneens tal van parameters instellen teneinde
kopies te maken volgens uw behoefte.
Standaardkopie
In dit geval zijn de standaardparameters van toepassing.
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2
Druk tweemaal op de toets . De kopie is gemaakt
rekening houdend met de standaardparameters.
Kopie in de modus toner ECO
In de ECO modus kan het verbruik van de hoeveelheid
toner per pagina worden verminderd en dus de
afdrukkosten. Wanneer u deze modus gebruikt wordt
minder toner verbruikt en is de zwarting van de afdruk
lichter.
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Druk op de toets .
3 Druk op de toets .
Geavanceerd kopiëren
De geavanceerde kopie laat toe om bijzondere
aanpassingen aan te brengen tijdens het kopiëren zelf.
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Druk op de toets .
3 Voer het aantal gewenste kopieën in en bevestig
via de toets OK.
4 Selecteer de gewenste papierlade
AUTOMATISCH VAK of HANDMAT. LADE met
de toetsen of , bevestig dan met de toets OK.
5
Kies met de toetsen
of
de afdruk-optie (zie voor-
beelden hierna) volgens de gekozen samenstelling:
- Gecombineerde modus (documentlader):
1 pagina
tot 1
,
2 pagina’s tot 1
,
of
4 pagina’s tot 1
.
bevestig met de toets OK.
6 Stel de gewenste zoomwaarde in, van 25 % TOT
400 % met de toetsen of , bevestig met de
toets OK (alleen beschikbaar in de kopieermodus
1 pagina naar 1).
7 Selecteer het uitgangspunt (herkomst) met de
toetsen of , bevestig dan met de toets OK.
8 Kies de resolutie SCHETS, AUTO, KWALIT
TEKST of FOTO met de toetsen of , en
bevestig met de toets OK.
9 Selecteer de contrastwaarde met de toetsen of
, bevestig dan met de toets OK.
10 Selecteer de contrastwaarde met de toetsen of
, bevestig dan met de toets OK.
11 Kies het type papier NORMAL, DIKTE met de
toetsen of , bevestig dan met de toets OK.
Opmerking
U kunt kopiëren starten door op
de knop te drukken tijdens
een van onderstaande stappen.
Opmerking
Na stap 1 kunt u met het
numerieke toetsenbord meteen
het aantal kopieën invoeren. Druk
vervolgens op OK om te
bevestigen. Ga verder met stap
4.
ECO
Gescande pagina's
1
2
1
3
2
4
1
2
12
3
4
1
1 pagina op 1
1
Uitvoe
r
Kopie als MOZAÏEK
2 pagina op 1
4 pagina op 1
Laser Facsimile
- 20 -
3 - Kopiëren
Speciale kopieerinstellingen
Alle instellingen die u binnen dit menu uitvoert worden
standaardinstellingen
van uw apparaat na uw bevestiging.
Instellen van de resolutie
De parameter RESOLUTIE is van invloed op de resolutie
van uw kopieën.
841 - OVERZ TELLERS/KOPIEREN/RESOLUTIE
1 Selecteer resolutie met de toetsen of
volgens de tabel hierna vermeld:.
2 Bevestig uw keuze door te drukken op de toets OK.
Zoom instellen
Met de ZOOM-parameter kunt u een deel van een
document verkleinen of uitvergroten door de oorsprong
en het zoomniveau voor het document in te stellen. U kunt
elke waarde gebruiken tussen 25 en 400 %.
842 – OVERZ TELLERS/KOPIEREN/ZOOMEN
1 Voer het gewenste zoomniveau in met behulp van
het alfanumerieke toetsenbord of maak een keuze
uit de vooraf gedefinieerde waarden met de
knoppen en .
2 Bevestig uw keuze door op OK te drukken.
Instellen uitgangspunt (herkomst)
U kunt eventueel het uitgangspunt (herkomst) van de
scanner wijzigen.
Door nieuwe waardes voor X en Y in te voeren in mm (X
<210 en Y<280), verplaatst u de scanzone zoals
aangegeven op de onderstaande afbeelding.
844 – OVERZ TELLERS/KOPIEREN/HERKOMST
1
Selecteer de X- en Y-coördinaten met toetsen
of
.
2
Selecteer de gewenste coördinaten met de toetsen 5
of 6, bevestig uw keuze door te drukken op de
toets OK.
Instellen van het contrast
Met de instelling CONTRAST kunt u het contrast van de
kopieën selecteren.
845 - OVERZ TELLERS/KOPIEREN/CONTRAST
1
Selecteer het gewenste contrast met de toetsen
en
, bevestig uw keuze door te drukken op de toets
OK
.
2 U kunt het gewenste contrast ook direct wijzigen
met de toets , druk deze toets een aantal maal
in totdat het gewenste contrast is ingesteld, zonder
gebruik te maken van Menu 845.
3 Verlaat dit menu door te drukken op de toets
.
Instellen van de belichting
Met de parameter BELICHTING kunt u uw originele
document lichter of donkerder maken.
846 - OVERZ TELLERS/KOPIEREN/
HELDERHEID
1 Stel de helderheid in met de toetsen en .
2 Bevestig uw keuze door op OK te drukken.
3 Verlaat dit menu door te drukken op de toets
.
Instellen van het papiertype
851 – OVERZ TELLERS/SCAN. EN PRINT/PAPIER
TYPE
1 Kies het papier NORML of DIKTE dat u wilt
gebruiken met behulp van de toetsen en .
2
Bevestig uw instelling door te drukken op de toets
OK
.
3 Verlaat dit menu door te drukken op de toets .
Keuze papierlade
De keuze Automatisch kan twee betekenissen hebben
afhankelijk van het papierformaat dat is vastgelegd op de
papierlades. De verschillende gevallen worden in
onderstaande tabel beschreven.
Belangrijk
Wanneer de afdrukkwaliteit niet goed
is, kunt u overgaan tot kalibreren via
MENU 80.
Parameter Betekenis
SCHETS
Lage resolutie
AUTO
Standaardresolutie voor
documenten met tekst en
afbeeldingen.
KWALIT TEKST
Resolutie aangepast aan
documenten met tekst.
FOTO
Resolutie aangepast aan
documenten met foto's.
Opmerking
U kunt de resolutie ook afstellen
door te drukken op de knop .
y
DEBUT FEUILLE
FIN FEUILLE
x
scanzone
BEGIN PAGINA
EINDE PAGINA
Laser Facsimile
- 21 -
3 - Kopiëren
852 – OVERZ TELLERS/SCAN. EN PRINT/
PAPIERHOURD
1 Kies het standaard te gebruiken papier,
AUTOMATISCH of MANUEEL, met de knoppen
en .
2 Bevestig door op OK te drukken.
3 Verlaat het menu door op de knop
te drukken.
Instellen van de marges van de sheet-
feedscanner
Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar links
of naar rechts verschuiven als u kopieert met uw sheet-
feedscanner.
853 – OVERZ TELLERS/SCAN. EN PRINT/
S.F.-MARGES
1 Stel de verplaatsing van de linker / rechtermarge in
(in stappen van 0,5 mm) met behulp van de toetsen
en .
2 Bevestig door op OK te drukken.
3 Verlaat dit menu door te drukken op de toets
.
Instelling afdrukmarges links en rechts
Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar links
of naar rechts verschuiven als u afdrukt.
855 – OVERZ TELLERS/SCAN. EN PRINT/
PRINTERMARGE
1 Stel de verplaatsing van de linker / rechtermarge in
(in stappen van 0,5 mm) met behulp van de toetsen
en .
2 Bevestig door op OK te drukken.
3 Verlaat dit menu door te drukken op de toets
.
Instelling afdrukmarges in hoogte en laagte
Hiermee kunt u de zijmarges van uw document naar
boven of naar onder verschuiven als u afdrukt.
856 – OVERZ TELLERS/SCAN. EN PRINT/
BOVEN PRINT
1 Stel de verplaatsing van de boven / onder-marge in
(in stappen van 0,5 mm) met behulp van de toetsen
en .
2 Bevestig door op OK te drukken.
3 Verlaat dit menu door te drukken op de toets
.
Papierformaat instellen
Met dit menu kunt u het standaard papierformaat instellen
van de manuele lade en de hoofdlade. U kunt eveneens
de standaard scanbreedte instellen.
857 – OVERZ TELLERS/SCAN. EN PRINT/
PAPIERFORMAAT
1 Kies de papierlade waarvoor u een standaard
papierformaat wenst in te stellen met de knoppen
en .
2 Bevestig door op OK te drukken.
3 Selecteer papierformaat met de toetsen of
volgens de tabel hierna vermeld:.
4 Bevestig door op OK te drukken.
5 Verlaat dit menu door te drukken op de toets
.
Standaardlade
Lade die wordt
gebruikt om te
kopiëren
Zelfde
papierformaat in
de verschillende
lades
AUTOMATISCH
Keuze tussen de
hoofdlade en de
manuele lade.
MANUEEL
De manuele lade
wordt gebruikt
Verschillende
papierformaten
in de lades
AUTOMATISCH
De hoofdlade wordt
gebruikt
MANUEEL
De manuele lade
wordt gebruikt
Papierlade Beschikbaar papierformaat:
HOOFD LADE
A4, A5, Legal en Letter
AUTO. LADE
A4, A5, Legal en Letter
SCANNER
LTR/LGL en A4
Laser Facsimile
- 22 -
4 - Fax
Fax
Dit hoofdstuk beschrijft alle beheerfuncties en de
configuratie van de fax.
Faxverzendingen
Directe verzendingen
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Voer het faxnummer in, en druk vervolgens op .
Het icoon knippert tijdens het bellen, en brandt
continu wanneer beide faxen met elkaar
communiceren.
3 Na de verzending wordt het beginscherm getoond.
Geavanceerde verzending
Met deze functie kunt u een document verzenden op een
ander uur dan het huidige uur.
Om die uitgestelde verzending te programmeren, moet u
het nummer van uw contactpersoon bepalen, het
beginuur van de verzending, de manier van inladen van
het document en het aantal pagina's ervan.
Om de uitgestelde verzending van een document te
programmeren :
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Kies
31 - FAX / ZENDEN.
3 Voer het nummer in van de contactpersoon naar
wie u een uitgestelde verzending wilt sturen, of kies
uw kiesmodus en bevestig met de toets OK.
4
Voer naast het huidige uur het uur in waarop u het do-
cument wilt verzenden, en bevestig met de toets
OK
.
5 Kies SCAN Z&W of SCAN KLEUR.
6 Stel indien nodig het contrast in en bevestig met de
toets OK.
7
Kies de manier van inladen die u wilt,
DOC. INVOER
of
GEHEUGEN
en bevestig met de toets
OK
.
8 U kunt het aantal pagina's van het document dat
moet worden verzonden invoeren, en daarna
bevestigen met de toets OK.
Uw document wordt in het geheugen opgeslagen en zal
op het ingestelde uur worden verzonden.
Verzending met opvolgen kiezen
Met die functie kunt u dankzij de luidspreker het kiezen
horen tijdens het verzenden van een fax. In dat geval is
de maximumsnelheid 14400 bps.
Met die functie kunt u bijvoorbeeld :
horen of de ontvangende fax bezet is, en dus het
moment kiezen waarop de lijn vrij is om een document
te verzenden ;
de afhandeling van de communicatie controleren van
onzekere nummmers, enz.
Om de lijn handmatig te kiezen:
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Druk op de toets .
3 Voer het nummer in van de contactpersoon.
Vanaf het moment dat u de tonen van de
ontvangende fax hoort, is de lijn vrij en kunt u
beginnen verzenden.
4 Druk op om het document te beginnen
verzenden.
Als uw toestel is ingesteld om een verzendrapport af te
drukken, zal de verkleinde kopie van de eerste pagina van het
verzonden document niet op het rapport verschijnen en het
zal vermelden dat de verzending handmatig is.
Faxontvangst
De ontvangst van een fax is afhankelijk van de
parameterinstellingen van uw apparaat.
Met onderstaande parameters kunt u het afdrukken van
ontvangen faxen instellen:
- Ontvangstmodus, pagina 28;
- Ontvangst zonder papier, pagina 28;
- Aantal kopieën, pagina 28;
- Ontvangst fax of PC (Model MFP), pagina 28;
- Verkleiningsmodus ontvangen faxen, pagina 28;
- Technische instellingen, pagina 29.
Onderstaande tabel biedt een overzicht van de lade die wordt
gebruikt om ontvangen faxen af te drukken afhankelijk van de
standaardlade en het papierformaat in beide lades.
Standaardlade ingesteld op Manueel :.
Opmerking
Om de kiesmodus te wijzigen
nadat het faxnummer werd
ingevoerd, drukt u op OK.
Belangrijk
Zorg ervoor dat het document in de
invoerlade of op de scannerplaat juist is
geplaatst om te voorkomen dat blanco of
onjuiste pagina’s worden verstuurd.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat.
Papierformaat
manuele lade
Papierformaat
hoofdlade
Actie
A4,Letter en
Legal
A4,Letter en
Legal
De fax wordt afgedrukt uit
de manuele lade.
A4,Letter en
Legal
A5
De fax wordt afgedrukt uit
de manuele lade.
Laser Facsimile
- 23 -
4 - Fax
Standaardlade ingesteld op Automatisch :.
Geheugenontvangst fax
Met de geheugenontvangst van de fax kunt u alle
vertrouwelijke documenten in het geheugen bewaren en
verhinderen dat ze bij de ontvangst systematisch worden
afgedrukt.
Met het controlelampje “Faxberichten” kunt u de status
van de geheugenontvangst van de fax zien:
Continu branden: de geheugenontvangst is actief.
Knipperen: er zijn documenten in het faxgeheugen of
er wordt een fax ontvngen.
Gedoofd: het geheugen is vol, de terminal kan geen
documenten meer ontvangen.
U kunt de ontvangen documenten beveiligen met een
code van vier cijfers. Als die toegangscode is
ingevoerd, wordt ze gevraagd om:
de geheugenontvangst van de fax te activeren of
deactiveren ;
de ontvangen faxberichten in het faxgeheugen af te
drukken.
Een toegangscode voor het geheugen
instellen
383 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / CODE
1 Voer de gewenste code in (4 cijfers, verschillend
van 0000), en bevestig met de toets OK.
De geheugenontvangst activeren of
deactiveren
382 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / ACTIVEREN
1 Als u een toegangscode voor geheugenontvangst
hebt ingesteld, voer ze dan in en bevestig met de
toets OK.
2 Kies de gewenste optie MET of ZONDER en
bevestig met de OK.
De faxberichten ontvangen in het geheugen
afdrukken
381 - FAX / GEHEUGEN ONTV. / AFDRUKKEN
1 Als u een toegangscode voor geheugenontvangst
hebt ingesteld, voer ze dan in en bevestig met de
toets OK.
De ontvangen documenten in het faxgeheugen worden
afgedrukt.
Rerouting (doorsturen) van faxen
Met deze functie kunt u ontvangen faxen doorsturen naar
een contactpersoon uit de map. U kunt er ook
automatisch alle gereroute documenten mee afdrukken.
1 Om te kunnen rerouten moet u twee handelingen
uitvoeren :
2 rerouten activeren en het doorstuuradres van de
fax bepalen.
Rerouten activeren
391 - FAX / REROUTING / ACTIVEREN
1 Met de toetsen en van de browser kiest u de
optie MET.
2 Met de toetsen of kiest u de geadresseerde
in de kiescodes en bevestig met de toets OK.
3 Valideer door te drukken op de toets OK.
Als u ZONDER kiest, verschijnen de menu's 392 en 393
niet in de lijst helpfuncties terwijl u ze afdrukt.
De geadresseerde van de rerouting bepalen
392 - FAX / REROUTING / BESTEMMING
1 Met de toetsen en kiest u de
geadresseerde in de kiescodes de contactpersoon
uit de map.
2 Verlaat het menu door te drukken op de toets
.
A5
A4,Letter en
Legal
Op het scherm verschijnt
een foutbericht.
Het papier in de manuele
lade kan niet worden
gebruikt.
A5 A5
Op het scherm verschijnt
een foutbericht.
Het papier in de manuele
lade kan niet worden
gebruikt.
Papierformaat
manuele lade
Papierformaat
hoofdlade
Actie
A4,Letter en
Legal
A4,Letter en
Legal
De fax wordt afgedrukt
met een automatische
ladekeuze.
A4,Letter en
Legal
A5
Op het scherm verschijnt
een foutbericht.
Het papier in de manuele
lade kan niet worden
gebruikt.
A5
A4,Letter en
Legal
De fax wordt afgedrukt uit
de manuele lade.
A5 A5
Op het scherm verschijnt
een foutbericht.
Het papier in de manuele
lade kan niet worden
gebruikt.
Papierformaat
manuele lade
Papierformaat
hoofdlade
Actie
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat.
Kijk na of de contactpersoon in de map bestaat
(Lijst met kiescodes, pagina 32).
Laser Facsimile
- 24 -
4 - Fax
Gereroute documenten afdrukken
393 - FAX / REROUTING / KOPIEREN
1 Met de toetsen en in de navigator kiest u
de optie KOPIEREN (locale afdruk van de
informatie die naar uw apparaat werd
doorgestuurd) of MET of ZONDER.
2 Valideer door te drukken op de toets OK.
3 Verlaat het menu door te drukken op de toets
.
Rerouting van faxen naar een USB-
sleutel
Met die functie kunt u de ontvangen faxen naar een USB-
sleutel omleiden die met uw terminal is verbonden. De USB-
sleutel wordt het ontvangstgeheugen van de terminal.
De gereroute faxen worden opgeslagen op de USB-
sleutel in het TIFF-formaat, en worden op de volgende
manier genoemd: "FAXJJMMDDHHMMSS" waarin
JJMMDDHHMMSS overeenstemt met de datum en de tijd
waarop de fax werd ontvangen.
U kunt de documenten die u naar de USB-sleutel hebt
gererout, ook automatisch laten afdrukken via het menu
052 AFDRUKKEN.
Rerouten activeren
051 - MEDIA / ARCHIVEREN FAX / ACTIVEREN
1 Kies de optie MET met behulp van de toetsen of
van de browser, en bevestig met de toets OK.
2 Verlaat het menu door te drukken op de toets
.
Gereroute documenten afdrukken
052 - MEDIA / ARCHIVEREN FAX / PRINTEN
1 Kies de kopieeroptie MET met behulp van de
toetsen of , om de gereroute documenten
automatisch af te drukken.
2 Valideer door te drukken op de toets OK.
3 Verlaat het menu door te drukken op de toets
.
Wachtrij verzendingen
Met die functie krijgt u een samenvatting van de status
van alle documenten die wachten op verzending, met
inbegrip van de documenten opgeslagen in MBX'en,
uitgestelde verzendingen, enz.
Dat maakt het volgende mogelijk :
Consulteren of wijzigen van de wachtrij
In de wachtrij zijn de documenten op de volgende
manier gecodeerd :
volgnummer in de wachtrij / status van het document /
telefoonnummer van de contactpersoon.
De status van de documenten kan het volgende zijn :
- TX: verzenden
- DOC: opgeslagen
- POL: pollen
- TR: opdracht wordt uitgevoerd
Direct uitvoeren van een verzending in de wachtrij
afdrukken van een document in het geheugen, in de
wachtrij voor verzending, of opgeslagen in MBX ;
de wachtrij afdrukken, om de status van elk
document in de rij te kennen, zijnde :
- volgnummer in de rij,
- nummer of naam van de geadresseerde van het
document,
- ingesteld uur voor de verzending (fax),
- type behandeling van het document : verzenden uit
het geheugen, uitgestelde verzending, of uit MBX.
- aantal pagina's van het document,
- grootte van het document (percentage ingenomen in
het geheugen).
Annuleren van een verzending in de wachtrij
Direct uitvoeren van een verzending in de
wachtrij
61 - OPDRACHTEN / UITVOEREN
1 Kies in de wachtrij het gewenste document en
bevestig met de toetsen OK of om de gekozen
aanvraag voor verzending direct uit te voeren.
Consulteren of wijzigen van de wachtrij
62 - OPDRACHTEN / WIJZIGEN
1 Kies in de wachtrij het gewenste document, en
bevestig met de toets OK.
2 U kunt de instellingen van de gekozen
verzendingsaanvraag wijzigen, en daarna uw
wijzigingen bevestigen door te drukken op de
toets .
Een verzending in de wachtrij wissen
63 - OPDRACHTEN / WISSEN
1 Kies in de wachtrij het gewenste document, en
bevestig met de toets OK.
Belangrijk
Sluit de USB-sleutel aan voor u de
functie activeert.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat.
Belangrijk
Dat menu verschijnt alleen als de
functie ARCHIVEREN FAX is
geactiveerd.
Laser Facsimile
- 25 -
4 - Fax
Een document in de wachtrij of opgeslagen
in MBX afdrukken
64 - OPDRACHTEN / AFDRUKKEN
1 Kies in de wachtrij het gewenste document, en
bevestig met de toets OK.
Wachtrij afdrukken
65 - OPDRACHTEN / OVERZ. AFDRUK
Een samenvattend document genaamd **LIJST MET
OPDRACHTEN ** wordt afgedrukt.
Onderbreken van een verzending
Een verzending onderbreken is mogelijk met elk type
document, maar het verschilt voor verzendingen met een
of meerdere geadresseerden.
Voor een verzending met een geadresseerde
uitgevoerd vanuit het geheugen, wordt het document
uit het geheugen gewist.
Voor een verzending met meerdere geadresseerden,
wordt alleen de geadresseerde waarvan de verzending
bezig is op het moment van het onderbreken, gewijst uit
de wachtrij van de verzendingen.
Om een verzending te onderbreken :
1 Druk op de toets .
Op het scherm verschijnt een bericht dat vraagt om
de onderbreking te bevestigen door te drukken op
de toets .
2 Druk op de toets om de onderbreking te
bevestigen van de verzending die bezig is.
Als uw apparaat is ingesteld om een verzendrapport af te
drukken, dan wordt het verzendrapport afgedrukt, dat
vermeldt dat de bediener vroeg om de verzending te
onderbreken.
Opslaan en afroepen van een fax
U kunt een document OPSLAAN op uw fax, ter beschikking
van iedere contactpersoon die hem met de functie
A
FROEPEN oproept.
Om het opslaan van een document te programmeren,
moet u het type ervan vastleggen:
E
NKELVOUDIG, hij kan maar één keer worden
afgeroepen, zowel uit het geheugen als uit de
documentlader ;
M
EERVOUDIG hij kan zo vaak als gewenst worden
afgeroepen uit het geheugen.
Om een afroep te programmeren moet de
contactpersoon voor de afroep worden bepaald, en
daarna kunt u volgens de gewenste afroep :
een directe afroep starten ;
een uitgestelde afroep programmeren door het
gewenste uur in te stellen ;
een afroep voor meerdere contactpersonen, direct of
uitgesteld, starten.
Document opslaan
1 Plaats uw document in de automatische lader.
2 Kies
34 - FAX / POLLEN TX en bevestig met OK.
3 Kies het type opslag volgens de tabel hierna:
3 Bevestig uw keuze door te drukken op de toets OK.
Afroepen van een document dat is
opgeslagen
33 - FAX / AFR ONTVANG
1 Voer het nummer in van de contactpersoon
waarvan u het document wilt afroepen, of kies uw
kiesmodus.
U kunt meerdere documenten afroepen met de
toets .
2 Afhankelijk van het type uit te voeren afroep moet u :
Menu Procedure
Enkelvoudig
1 Kies de DOC. INVOER of het
GEHEUGEN.
2 Stel indien nodig het contrast in
en bevestig met de toets OK.
3
Voer het aantal pagina's van het
document in dat u gaat opslaan.
Meervoudig
1 Stel indien nodig het contrast in
en bevestig met de toets OK.
2 Voer het aantal pagina's van
het document in dat u gaat
opslaan.
Menu Procedure
Directe
afroep
1 Druk op de toets .
Uitgestelde
afroep
1 Druk op de toets OK.
2 Voer naast het huidige uur
het uur in waarop u het
document wilt afroepen, en
bevestig met de toets .
Laser Facsimile
- 26 -
5 - Parameters/Instellingen
Parameters/
Instellingen
U kan uw terminal instellen in functie van uw behoeften.
In dit hoofdstuk vindt u de beschrijving van de
verschillende functies.
U kan de functiegids en de instellingen van uw
multifunctionele terminal afdrukken.
Datum/tijd
U kunt op elk moment de datum en de tijd van uw
multifunctionele terminal instellen.
21 - INSTELLINGEN / DATUM/TIJD
1 Druk op , voer 21 in met het toetsenbord.
Bevestig met OK.
2 Voer achtereenvolgens de cijfers in voor de datum
en de tijd.
Bijvoorbeeld: 8 november 2005 om 9h33: druk op
0 8 1 1 0 5 0 9 3 3) en bevestig met OK.
3 Verlaat dit menu door te drukken op de toets .
Nummer en naam van uw terminal
invoeren
Met uw multifunctionele terminal kunt u op elke
verzonden fax het nummer en de naam laten afdrukken
die u vooraf hebt ingevoerd.
Naam- en faxnummer opslaan:
22 - INSTELLINGEN / NUMMER/NAAM
1 Druk op , voer 22 in met het toetsenbord.
Bevestig met OK.
2 Voer het telefoonnummer van uw terminal in (max.
20 cijfers). Bevestig met OK.
3 Voer uw naam in (max. 20 tekens). Bevestig met OK.
Al u bijvoorbeeld de letter C wenst in te voeren, druk
dan op C tot de letter op het scherm verschijnt.
4 Verlaat dit menu door te drukken op de toets .
Type netwerk
U kunt uw fax aansluiten op een openbaar
telefoonnetwerk of op een privé-netwerk, dat bijv. is
opgebouwd met een automatische telefooncentrale
PABX. U moet het type netwerk instellen dat u past.
Om het type netwerk te kiezen :
251 - INSTELLINGEN/TEL. NETWERK / SOORT
CENTR
1 Druk op , voer 251 in met het toetsenbord.
Bevestig met OK.
2 Kies de gewenste optie Privé of Openbaar en
bevestig met de toets OK.
Geografische instellingen
Met die instellingen kunt u de terminal gebruiken in
verschillende vooraf ingestelde landen en met
verschillende talen.
Landen
Door een land te kiezen, initialiseert u :
de instellingen van het openbare telefoonnetwerk ;
de standaardtaal.
Om het land te kiezen :
201 - INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / LAND
1 Druk op , voer 201 in met het toetsenbord.
Bevestig met OK.
2 Kies de gewenste optie en bevestig met OK .
Telecommunicatienetwerk
Met die instelling kunt u handmatig het type openbare
telefoonnetwerk voor een land instellen, zodat uw
terminal kan communiceren met het openbare
telefoonnetwerk van het gekozen land in
overeenstemming met de geldende normen.
Stanaard kunt u een land instellen door de opdracht
201 te gebruiken waardoor automatisch de PSTN-
instelling voor het gekozen land wordt ingesteld.
Om het type te gebruiken openbaar telefoonnetwerk
handmatig te kiezen :
202 - INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / NETWERK
1 Druk op , voer 202 in met het toetsenbord.
Bevestig met OK.
2 Kies de gewenste optie en bevestig met OK .
Belangrijk
De instelling KOPREGEL ZENDEN
moet zijn ingesteld op MET.
Belangrijk
Die instelling verschilt van de
instelling Soort centr, waarmee u
kunt kiezen tussen een openbaar
telefoonetwerk of een privé-netwerk.
Laser Facsimile
- 27 -
5 - Parameters/Instellingen
Weergavetaal instellen
U kan een andere taal kiezen voor de menu's op de
display. De standaardinstelling is Engels.
Om de taal te kiezen:
203 - INSTELLINGEN / GEOGRAFISCH / TAAL
1 Druk op , voer 203 in met het toetsenbord.
Bevestig met OK.
2 Kies de gewenste taal met behulp van de toetsen
en, en druk vervolgens op OK om te
bevestigen.
3 Verlaat dit menu door te drukken op de toets
Lokaal prefix
Die functie wordt gebruikt als uw fax in een privé-netwerk
wordt geïnstalleerd, achter een automatische
bedrijfstelefooncentrale. Daarmee kunt u instellen dat er
automatisch een lokaal prefix (in te stellen) wordt
toegevoegd, zodat het bedrijfsnetwerk automatisch wordt
verlaten, op voorwaarde dat :
de interne telefoonummers van het bedrijf, waarvoor
het prefix niet wordt gebruikt, korter zijn dan de
minimale lengte (bijvoorbeeld 10 cijfers in Frankrijk) ;
de externe nummers, waarvoor het prefix nodig is,
langer zijn dan of gelijk zijn aan de minimale lengte
(bijvoorbeeld 10 cijfers in Frankrijk).
In twee stappen stelt u het lokale prefix in :
1 stel de minimale lengte (of gelijke lengte) in van
de externe telefoonnummers van het bedrijf ;
2 stel het lokale prefix in om het bedrijfsnetwerk te
verlaten. Het prefix wordt automatisch toegevoegd
als een extern telefoonnummer wordt opgeroepen.
252 - INSTELLINGEN/TEL. NETWERK / PREFIX
1 Voor de vereiste MINIMUMLENGTE van de
buitenlijnen van het bedrijf en bevestig met OK.
Die minimumlengte moet tussen 1 en 30 liggen.
2
Voer het lokale prefix om het bedrijfsnetwerk te verlaten
in (max 5 tekens) en bevestig met de toets
OK
.
Verzendrapport
U kunt een verzendrapport afdrukken voor de
communicatie via het telefoonnetwerk (STN).
U kunt kiezen tussen verschillende criteria voor het
afdrukken van rapporten :
MET: een rapport wordt verzonden als de verzending
goed was, of als ze definitief geannuleerd is (maar er
is maar één rapport per aangevraagde verzending),
ZONDER: geen verzendrapport, niettemin vermeldt
uw fax in zijn Logboek verzendingen alle uitgevoerde
verzendingen;
ALTIJD: er wordt bij elke verzendpoging een rapport
afgedrukt;
BIJ FOUT : er wordt alleen een rapport afgedrukt als
de verzendpoging fout ging en de aanvraag tot
verzending definitief werd geannuleerd.
Bij elk verzendrapport uit het geheugen wordt
automatisch een verkleinde afbeelding van de eerste
pagina van het document gevoegd.
Om het type rapport te kiezen :
231 – INSTELLINGEN / ZENDEN / ZENDJOURNAAL
1 Kies de gewenste optie Met, Zonder, Altijd of
Zendfout en bevestig met de toets OK.
Manier van inladen van de documenten
U kunt de manier van inladen van uw te verzenden
documenten kiezen :
uit het geheugen, de verzending gebeurt pas nadat
het document en het nummer in het geheugen werden
geplaatst.Daarmee kunt u de originelen sneller
terughalen.
•uit de doc. invoer van de sheet-feedscanner, de
verzending gebeurt na het intoetsen van het nummer.
Daarmee kunt u grote documenten versturen.
Om de manier van inladen van de documenten te kiezen:
232 - INSTELLINGEN / ZENDEN / DOC. ZENDEN
1 Kies de gewenste optie Geheugen of Doc. Invoer
en bevestig met de toets OK.
In de modus documentinvoer is er geen verkleinde
afbeelding op het verzendrapport.
Daluren
Met die functie kunt u faxverzendingen uitstellen tot
daluren en uw verzendkosten beperken.De daluren,
tijdens welke telefoneren goedkoper is, zijn standaard
ingesteld van 19h00 tot 07h30. U kunt ze echter wijzigen.
Om de daluren te wijzigen :
233 – INSTELLINGEN / ZENDEN / DALUREN
1 Voer het nieuwe tijdschema voor de daluren in en
bevestig uw keuze met OK.
Om de daluren te gebruiken:
Belangrijk
Als u een lokaal prefix hebt
ingesteld, voer het dan niet in als
u nummers in het geheugen van
de kiescodes invoert : het wordt
immers automatisch aan elk
nummer toegevoegd.
Laser Facsimile
- 28 -
5 - Parameters/Instellingen
32 – FAX / SPAARMODUS
1 Voer het nummer van de geadresseerde in en
bevestig met OK.
2 Kies SCAN Z&W of SCAN KLEUR.
3 Stel indien nodig het contrast in en bevestig met de
toets OK.
4
Kies de manier van inladen die u wilt,
DOC. INVOER
of
GEHEUGEN
en bevestig met de toets
OK
.
5 U kunt het aantal pagina's van het document dat
moet worden verzonden invoeren, en daarna
bevestigen met de toets OK.
Ontvangstmodus
Met die functie kunt u, als u een extern apparaat
(telefoon, antwoordapparaat) op uw terminal hebt
aangesloten, het apparaat kiezen dat de faxen en / of de
gesproken berichten ontvangt.
U kunt kiezen tussen de volgende ontvangstmodi :
VON HAND : de terminal ontvang geen enkel
document automatisch. Als een fax binnenkomt, moet
u op de toets drukken om hem op de terminal te
ontvangen.
FAX : de ontvangst Fax begint altijd op de terminal ;
FAX-ANTW
: de ontvangst van de fax begint automatisch
op de terminal, de ontvangst van telefoonverbindingen
begint automatisch op het externe apparaat.
Om het type ontvangst te kiezen :
241 - INSTELLINGEN / ONTVANGEN / ONTVANGST
1
Kies de gewenste optie en bevestig met de toets
OK
.
2 Verlaat dit menu door te drukken op de toets .
Ontvangst zonder papier
Met uw fax kunt u ook de ontvangst van documenten
aanvaarden of weigeren, als de printer ervan niet
beschikbaar is (geen papier,...).
Als de printer van uw fax niet beschikbaar is, kunt u
kiezen tussen twee modi voor ontvangst :
ontvangstmodus Zonder Papier, uw fax slaat de
ontvangen faxen in het geheugen op ;
ontvangstmodus Met papier, uw fax weigert de
binnenkomende faxen.
Om het type ontvangst te kiezen :
242 – INSTELLINGEN / ONTVANGEN / ONTV. PAPIER
1 Kies de gewenste optie MET of ZONDER en
bevestig met de toets OK.
Aantal kopieën
U kunt meerdere exemplaren afdrukken (1 tot 99) van
ontvangen documenten.
Om het aantal exemplaren van elk ontvangen document
in te stellen :
243 – INSTELLINGEN / ONTVANGEN / AANTAL
KOPIEEN
1 Voer het aantal gewenste kopieën in en bevestig
met de toets OK.
Bij elk ontvangen document drukt uw fax het aantal
kopieën af dat u hebt ingesteld.
Ontvangst fax of PC (Model MFP)
Dit is het menu van een programma aangepast aan uw
PC (programma meegeleverd of als optie, afhankelijk van
het model), waarmee u het apparaat kunt kiezen dat de
documenten ontvangt :
•de fax,
•de PC,
de PC als hij beschikbaar is, anders de fax.
244 – INSTELLINGEN / ONTVANGEN / PC/FAX OPTIE
Voor meer details, zie Faxcommunicaties, pagina 44 in
het hoofdstuk PC-kenmerken.
Verkleiningsmodus ontvangen faxen
Met dit menu kunt u ontvangen faxen verkleinen alvorens
deze af te drukken. Deze aanpassing kan automatisch of
manueel zijn.
Automatische modus
De modus past het formaat van ontvangen faxen
automatisch aan.
Automatische modus instellen:
246 –
INSTELLINGEN
/ ONTVANGEN /
VERKLEINEN
1 Kies voor Automatisch en bevestig met OK.
2 Druk op om dit menu af te sluiten.
Belangrijk
Verlaat dit menu door te drukken op
de toets.
Ontvangen faxen worden vervolgens
in het geheugen bewaard (icoon
"Faxberichten" knippert) en zullen
worden afgedrukt zodra u papier in
de lader laadt.
Laser Facsimile
- 29 -
5 - Parameters/Instellingen
Manuele modus:
Het apparaat stelt een verkleining voor van 70 tot 100 %
Buiten deze waarden geeft het apparaat een auditief
alarm. Deze vaste verkleining wordt gebruikt bij het
afdrukken van ontvangen documenten, ongeacht het
gebruikte papierformaat.
Manuele modus instellen:
246 –
INSTELLINGEN
/ ONTVANGEN / VERKLEINEN
1 Kies voor VAST en bevestig met OK.
2 Voer de verkleiningswaard in (tussen 70 en 100) en
bevestig met OK.
3 Druk op om dit menu af te sluiten.
Technische instellingen
Uw terminal is al standaard ingesteld als u hem ontvangt.
U kunt hem echter precies aan uw behoeften aanpassen
door de technische parameters in te stellen.
Om de technische instellingen af te stellen :
29 - INSTELLINGEN/PARAMETERS
1 Kies de gewenste parameters, en bevestig met de
toets OK.
2 Met de toetsen
of
kunt u de gewenste
parameters wijzigen volgens de tabel hierna, en
daarna bevestigen met OK.
Parameter Betekenis
1 - Resolutie
Standaardwaarde voor de
scanresolutie van te verzenden
documenten.
2 - Kopregel zend
Als deze instelling actief is, worden
alle documenten ontvangen door
uw contactpersonen afgedrukt met
een kopregel waarin uw naam,
nummer, datum en aantal pagina's
worden vermeld.
Let op:als u een fax verzendt uit de
documentlader (doc. invoer), dan
staat de kopregel niet op het
ontvangen document van uw
contactpersoon.
3 - Zend snelheid
Keuze van de zendsnelheid van de
fax.
Als de kwaliteit van de telefoonlijn
goed is (aangepast, geen echo),
wordt de communicatie meestal aan
de maximumsnelheid uitgevoerd.
Het kan echter nodig zijn om de
snelheid voor sommige
communicaties te beperken.
4 - Echo bev
Als deze parameter actief is, wordt
de echo op de lijn verminderd bij
communicatie op lange afstand.
5 - Ept mode
Voor sommige oproepen over
lange afstanden (satellieten) kan
de echo op de lijn de communicatie
moeilijk maken.
7 - Comm display
Keuze tussen weergave van de
communicatiesnelheid of van het
paginanummer dat wordt verstuurd.
8 - Energie besp.
Keuze voor de tijd tot het apparaat in
slaapstand wordt gezet. Na die tijd (in
minuten) ZONDER gebruik of tijdens
de daluren van uw keuze, wordt het
apparaat in slaapstand gezet.
10 - Kopregel ontv.
Als deze parameter actief is,
worden alle door uw terminal
ontvangen documenten afgedrukt
met een kopregel waarop de naam
en het nummer van de zender
(indien beschikbaar) worden
vermeld, en de datum van het
afdrukken en het aantal pagina's.
11 - Ontv. snelheid
Keuze van de ontvangstsnelheid van
de fax.
Als de kwaliteit van de telefoonlijn
goed is (aangepast, geen echo),
wordt de communicatie meestal aan
de maximumsnelheid uitgevoerd.
Het kan echter nodig zijn om de
snelheid voor sommige
communicaties te beperken.
12 - Belsignaal
Aantal belsignalen waarna uw
apparaat automatisch start.
13 – Papierlengte
De parameter
Papierlengte
wordt
alleen gebruikt om ontvangen faxen af
te drukken. Soms heeft een document
te veel regels om te kunnen worden
afgedrukt op een bepaald
papierformaat. Via deze parameter
legt u grenzen vast waarbij de extra
regels worden afgedrukt op een
tweede blad. Voorbij deze grens
worden de extra lijnen gewist.
Indien u kiest voor met, wordt de
grens ingesteld op 3 centimeter.
Indien u kiest voor zonder, wordt de
grens ingesteld op 1 centimeter.
20 - E.C.M.
(foutcorrectie)
Als deze parameter actief is,
worden communicatiefouten door
gestoorde telefoonlijnen
gecorrigeerd. Die parameter is
nuttig als de lijnen van lage kwaliteit
of gestoord zijn. De verzendtijd kan
echter verlengen.
Parameter Betekenis
Laser Facsimile
- 30 -
5 - Parameters/Instellingen
Afdrukken van de functiegids
51 - AFDRUKKEN / HELPFUNCTIE
1 Druk op
en voer 51 in met het digitale
toetsenbord. Het afdrukken van de helpfuncties
wordt gestart.
Logboeken afdrukken
Het Logboek verzendingen en Logboek ontvangst
houden de 30laatste communicaties bij (verzendingen en
ontvangsten) van uw fax.
Ze worden automatisch afgedrukt om de 30 communicaties.
U kunt echter op elk moment een afdruk vragen.
Elk logboek (verzenden en ontvangen) bevat in een tabel
de volgende gegevens :
datum en tijd van de verzending of ontvangst van het
document,
identificatie van de contactpersoon,
verzendmodus (Normaal, Fijn, Sfijn of Foto),
aantal verzonden en ontvangen pagina's,
duur van de communicatie,
resultaat van de verzending en de ontvangst :
vermelding Correct als het goed is verlopen,
of
code voor bepaalde communicaties (afroep,
handmatige communicatie, enz.),
oorzaak van communicatiestoringen (bijvoorbeeld : de
contactpersoon heeft niet afgehaakt).
Om logboeken af te drukken :
52 - AFDRUKKEN / JOURNALEN
1
Druk op
en voer
52
in met het digitale toetsenbord.
Het afdrukken van de logboeken wordt gestart.
Het Logboek verzendingen en Logboek ontvangst
worden op dezelfde pagina afgedrukt.
Instellingenlijst afdrukken
Instellingenlijst afdrukken:
54 - AFDRUKKEN / INSTELLINGEN
1 Druk op
, voer 54 in met het toetsenbord.
Het afdrukken van de instellingenlijst wordt gestart.
Blokkering
Met die functie kan de toegang tot het apparaat door niet
gemachtigde pesonen worden verhinderd. Er wordt een
toegangscode gevraagd telkens als iemand het apparaat
wilt gebruiken. Na elk gebruik blokkeert het apparaat
zichzelf automatisch.
Eerst moet u een blokkeercode invoeren.
811 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / BLOKKEERCODE
1 Druk op
, voer 811 in met het digitale
toetsenbord.
2 Voer uw (4-cijferige) toegangscode in met het
toetsenbord, druk ter bevestiging op OK.
3 Bevestig de (4-cijferige) code door ze nogmaals in
te voeren, en bevestig dat met OK.
4 Verlaat dit menu door te drukken op de toets
.
79 - Toner regie
Via deze parameter kunt u het
beheer van verbruiksgoederen
beheren. Indien ingesteld op M
ET
[0-10%] kunt u de tonercartridge
pas vervangen wanneer de toner
de ingestelde drempel heft bereikt.
Wanneer u de tonercartridge moet
vervangen alvorens de drempel is
bereikt, moet u de paramter
instellen op M
ET [0-100%] en
vervolgens kunt u de tonercartridge
vervangen (zie hoofdstuk
Onderhoud, pagina 50).
Tonerbeheer uitschakelen (parameter
instellen op
Z
ONDER
) wordt absoluut
afgeraden. Het is mogelijk dat u faxen
verliest en er toner in uw
printermechanisme wordt gemorst.
Indien ingesteld op
Z
ONDER
geeft het
scherm
T
ONER
? %.
80 -
Tonerbesparend
Lichtere afdrukken om te besparen
op inkt.
91 - Fout time-out
Inactiviteit voordat het document dat
wordt afgedrukt, wordt geannuleerd
wegens een fout van de printer in de
modus afdrukken PC.
92 - Wacht timeout
Wachttijd voor gegevens van de PC
voor annulering van de afdruktaak PC.
93 - Vervng formaat
Wijzigen van het paginaformaat.
Hiermee kunt u een document in het
LETTER-formaat op A4-pagina's
afdrukken door de parameter op
LETTER/A4 in te stellen.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te
drukken op een A5-papierformaat.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te
drukken op een A5-papierformaat.
Parameter Betekenis
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te
drukken op een A5-papierformaat.
Belangrijk
Als er al een code is opgeslagen,
moet u een eerdere code invoeren
voordat u hem kunt aanpassen.
Laser Facsimile
- 31 -
5 - Parameters/Instellingen
Blokkering van het toetsenbord
U moet uw code invoeren telkens als u de terminal
opnieuw gebruikt.
812 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / BLOKK. TOETSB.
1 Druk op
, voer 812 in met het toetsenbord.
2 Voer de toegangscode in en druk ter bevestiging
op OK.
3 Met de toetsen
of
, kiest u MET en bevestigt
u met OK.
4 Verlaat dit menu door te drukken op de toets
.
Blokkering nummer
Met die functie blokkeert u het invoeren van
telefoonnummers om te kiezen en kan het numerieke
toetsenbord niet meer worden gebruikt. De verzendingen
zijn alleen mogelijk met nummers uit de lijst kiescodes.
Om toegang te krijgen tot het menu voor de blokkering
van de nummers :
813 - OVERZ TELLERS / BLOKK. / BLOKK. NUMMER
1 Voer de blokkeercode van vier cijfers in met het
numerieke toetsenbord.
2 Bevestig met OK.
3 Met toetss
of
van de navigator, kiest u de
optie ALLEEN DIRECT.
4 Bevestig met OK.
De tellers ophalen
U kunt de tellerstanden van het toestel op elk moment inzien.
U kunt de volgende tellerstanden inzien :
aantal verzonden pagina’s ;
aantal ontvangen pagina’s ;
aantal gescande pagina’s ;
aantal afgedrukte pagina’s.
Teller verzonden pagina’s
Om die tellerstand in te zien :
821 - OVERZ TELLERS / TELLERS / ZENDEN
1 Druk op
, voer 821 in met het toetsenbord.
2 Het aantal verzonden pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door te drukken op de toets
.
Teller ontvangen pagina’s
Om die tellerstand in te zien :
822 - OVERZ TELLERS / TELLERS / ONTVANGEN
1 Druk op
, voer 822 in met het toetsenbord.
2 Het aantal ontvangen pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door te drukken op
.
Teller gescande pagina’s
Om die tellerstand in te zien :
823 - OVERZ TELLERS / TELLERS / PGS GESCAND
1 Druk op
, voer 823 in met het toetsenbord.
2 Het aantal gescande pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door te drukken op
.
Teller afgedrukte pagina’s.
Om die tellerstand in te zien :
824 - OVERZ TELLERS / TELLERS / AFDRUKKEN
1 Druk op
, voer 824 in met het toetsenbord.
2 Het aantal afgedrukte pagina's verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door te drukken op
.
Afbeelden stand verbruiksartikelen
U kan op elk moment het verbruik van de inktcartridge
raadplegen. Die waarde wordt in percenten uitgedrukt.
86 - OVERZ TELLERS / VERBRUIKSPROD.
1 Druk op
, voer 86 in met het toetsenbord.
2 Het percentage beschikbare toner verschijnt op het
scherm.
3 Verlaat dit menu door te drukken op
de toets .
Kalibrering van de scanner
U kunt deze operatie uitvoeren als de kwaliteit van de
gefotokopieerde documenten onvoldoende is.
80 - OVERZ TELLERS / KALIBRERING
1 Plaats een lege pagina in de sheetfeedscanner.
2 Druk op
, enter 80 met behulp van het
toetsenbord, bevestig met OK.
3 De scanner is gestart en een kalibrage wordt
automatisch uitgevoerd.
4 Standby-scherm wordt geopend na het kalibreren
.
Laser Facsimile
- 32 -
6 - Lijst met kiescodes
Lijst met kiescodes
U kunt in het geheugen een lijst met kiescodes bestaande uit
gegevenskaarten van contactpersonen en groepen van
contactpersonen maken. U kunt tot 250 snelnummers in het
geheugen opslaan, die u in 32 groepen contactpersonen
kunt groeperen en 20
(40)
1
One-Touch-toetsen.
Voor elke gegevenskaart of groep kunt u de inhoud van
de kaart maken, raadplegen, wijzigen en wissen. U kunt
die lijst met kiescodes ook afdrukken.
U kunt uw telefoonboek ook maken en beheren met de Kit
PC. Voor meer details, zie PC-Functies (Model MFP).
Een snelkiesnummer maken
Een snelkiesnummer maken
11 – KIESCODES / NIEUW CONTACT
1 Druk op , enter 11 met behulp van het
alfanumerieke toetsenbord.
2 Voer de NAAM in van uw contactpersoon met het
alfanumerieke toetsenbord (max. 20 tekens) en
bevestig met OK. Om tekens in te voeren raadpleegt
u hoofdstuk Tekens invoeren met behulp van het
alfanumerieke toetsenbord, pagina 14.
3 Voer het TEL nummer van uw contactpersoon in
met het alfanumerieke toetsenbord (max. 30
cijfers), en bevestig met OK.
4 Kiest het RECORD NR (NR SNELKIES) uit uw
adresboek met het alfanumerieke toetsenbord of
aanvaard het weergegeven nummer en bevestig
met OK.
5 Kies W.ONE-TOUCH indien u een One-Touch-
toets wenst toe te kennen aan uw snelkiesnummer.
De eerste beschikbare One-Touch-toets verschijnt,
gebruik of om een andere One-Touch-toets te
kiezen. Bevestig met OK.
6 Kies de SNELHEID voor de verzending van faxen.
U kunt kiezen tussen 2400, 4800, 7200, 9600,
12000, 14400 en 33600 met de toetsen of .
Bevestig met OK.De maximale snelheid die kan
worden gebruik indien de telefoonlijn van goede
kwaliteit is, dit betekent geschikt, zonder echo.
Een groepsoproep maken
Een groepsoproep maken
12 – KIESCODES / NIEUWE GROEP
1 Druk op , enter 12 met behulp van het
alphanumerieke toetsenbord.
2 Voer de GROEP NAAM in van de lijst met het
alfanumerieke toetsenbord (max. 20 tekens) en
bevestig met OK.
3 OPGEBELD NUMMER: gebruik of om uit de
bestaande lijst de contactpersonen voor uw groep
te selecteren of druk meteen op de One-Touch-
toets van uw contactpersoon en bevestig met OK.
Herhaal deze handeling voor elke geadresseerde
die u in de groep wenst op te nemen.
4 Voer het GROEPSNUMMER van de groep in met
behulp van het alfanumerieke toetsenbord of
bevestig het weergegeven nummer. Bevestig het
geheel met OK.
5 Kies M.ONE-TOUCH indien u een One-Touch-
toets wenst toe te kennen aan uw groep. De eerste
beschikbare One-Touch-toets verschijnt, gebruik
of om een andere One-Touch-toets te kiezen.
Bevestig met OK.
Een gegevenskaart wijzigen
Een gegevenskaart wijzigen:
13 – KIESCODES / WIJZIGEN
1 Druk op , enter 13 met behulp van het
alphanumerieke toetsenbord.
2 Blader met of , door de map en selecteer de
snelkiestoets of de groep die u wenst te wijzigen
met OK.
3 Blader met of , door de gegevens van de
geselecteerde snelkiestoets of de groep. Druk op
OK zodra het gegeven dat u wenst te wijzigen op
het scherm verschijnt.
4 De cursor verschijnt aan het einde van de lijn. Druk
op C om tekens te wissen.
5 Voer het nieuwe geven in en druk ter bevestiging
op OK.
6 Herhaal de handeling voor elke lijn die u wenst te
wijzigen.
Een gegevenskaart wissen
Een gegevenskaart of groep wissen:
14 – KIESCODES / WISSEN
1 Druk op , enter 14 met behulp van het
alphanumerieke toetsenbord.
2
Blader met
of
, door de map en selecteer de snel-
kiestoets of de groep die u wenst te wissen met
OK
.
3 Bevestig het wissen door weer te drukken op OK.
4 Ga op dezelfde manier te werk om andere snelkies
of groepen te wissen.
1. Model MFP
Belangrijk
Als uw multifunctioneel apparaat is
verbonden met een automatische
telefooncentrale (PABX), kunt u een
pauze programmeren na het kiezen
van het prefix om het bedrijfsnetwerk
te verlaten. Plaats het teken "/" na
het prefix door enkele seconden op
“0” te drukken.
Belangrijk
De lijsten worden geïdentificeerd in
de lijst kiescodes door de letter L
tussen aanhalingstekens naast de
naam ervan.
Laser Facsimile
- 33 -
6 - Lijst met kiescodes
De map afdrukken
De lijst met kiescodes afdrukken
15 – KIESCODES / AFDRUKKEN
1 Druk op , enter 15 met behulp van het
alphanumerieke toetsenbord.
De maplijst wordt afgesdrukt in alfabetische volgorde
conform onderstaande drie categorieën.
Map (snelkieslijst en groepslijst),
Groepslijst
One-Touch-lijst.
De map opslaan/terugzetten (smart
card-optie)
16 – KIESCODES / BEWAREN/LADEN
Met deze functie kunt u de inhoud van uw map op een
smartcard kopiëren en vervolgens weer terugzetten op
het apparaat.
Om de inhoud van uw map op een smartcard te bewaren:
1 Druk op , enter 16 met behulp van het
alphanumerieke toetsenbord.
2 Kies OPSLAAN om de gegevens in de map te
bewaren op een smartcard.
3 Smartcard invoeren.
Om de inhoud van uw map op een smartcard te
herstellen
:
1 Druk op , enter 16 met behulp van het
alphanumerieke toetsenbord.
2 Kies LADEN om de map te herstellen vertrekkende
van de gegevens op een smartcard.
3 Valideer door te drukken op de toets OK.
4 Smartcard invoeren.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te
drukken op een A5-papierformaat.
Belangrijk
Deze funtie is alleen beschikbaar
voor onderhoudstechnici met een
smartcard.
Laser Facsimile
- 34 -
7 - USB-stick (model MFP)
USB-stick
(model MFP)
U kan een USB-stick aansluiten aan de voorzijde van uw
terminal. De opgeslagen bestanden in TXT, TIFF en
JPEG-formaat zullen gescand worden, en dan kan u de
volgende handelingen uitvoeren :
- de opgeslagen bestanden op uw USB-stick afdrukken
1
,
- de opgeslagen bestanden op uw USB-stick wissen ;
- de inhoud van de USB-stick scannen ;
- een document scannen naar uw USB-stick,
- fax archiveren (zie deel Rerouting van faxen naar een
USB-sleutel, pagina 24).
Gebruik van de USB-stick
Uw documenten afdrukken
U kan uw opgeslagen bestanden afdrukken of een lijst
van de aanwezige bestanden op uw USB-stick.
Afdrukken van de lijst van bestanden aanwezig
op de stick
Afdrukken van de bestanden aanwezig op de stick:
01 - MEDIA / DOC. AFDRUK. / LIJST
1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op
de terminal en let daarbij op de richting van de
stick.
2 MEDIA SCANNENverschijnt op het scherm.
3 or Kies DOC. AFDRUK. met de toetsen of
en bevestig met OK.
4 Kies LIJST met de toetsen of en bevestig met
OK.
5 De lijst wordt afgedrukt in een tabel met de
volgende gegevens :
- de gescande bestanden worden geïndexeerd in
opklimmende volgorde per 1 ;
- de naam van de bestanden met hun extensie ;
- de datum van de laatste registratie van de
bestanden;
- de grootte van de bestanden in Kb.
Afdrukken van de bestanden aanwezig op de stick
Afdrukken van de bestanden aanwezig op de stick
01 - MEDIA / DOC. AFDRUK. / BESTAND
1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op de
terminal en let daarbij op de richting van de stick.
2 MEDIA SCANNENverschijnt op het scherm.
3 Kies DOC. AFDRUK. met de toetsen or en
bevestig met OK.
4
Kies
FILE
met de toetsen
of
en bevestig met
OK
.
5 U hebt drie mogelijkheden om de bestanden af te
drukken :
- ALLES, om alle aanwezige bestanden op de
USB-stick af te drukken.
Kies ALLES met de toetsen of en bevestig
met OK. Het afdrukken start automatisch.
- SERIE, om meerdere aanwezige bestanden op
de USB-stick af te drukken.
Kies SERIE met de toetsen of en bevestig
met OK.
EERSTE BESTAND en het eerste
geïndexeerde bestand verschijnt op het
scherm, selecteer met behulp van de toetsen
of welk bestand moet worden afgedrukt en
bevestig met OK. Een ster () verschijnt links
van het bestand.
LAATSTE BESTAND verschijnt op het scherm,
selecteer met behulp van de toetsen of de
andere bestanden die moeten worden
afgedrukt en bevestig met OK.
Druk op de toets .
- AANTAL KOPIES verschijnt op het scherm,
voer het gewenste aantal af te drukken kopies
in met het digitale toetsenbord en bevestig met
OK om met het afdrukken te starten.
- SELECTIE, om alleen het bestand op de USB-
stick af te drukken.
Kies met de toetsen of het af te drukken
bestand, en bevestig met OK. AANTAL
KOPIES verschijnt op het scherm, voer het
gewenste aantal af te drukken kopies in met het
digitale toetsenbord en bevestig met OK om
met het afdrukken te starten.
6 Verlaat dit menu door te drukken op de toets
.
Wissen van de bestanden aanwezig op de stick
U kan bestanden aanwezig op de USB-stick verwijderen.
06 - MEDIA / VERWIJDEREN / MANUEEL
1. Het kan zijn dat bepaalde TIFF-bestanden op uw USB-
memory stick niet kunnen worden afgedrukt omwille van
beperkingen met betrekking tot het gegevensformaat.
Belangrijk
Het is onmogelijk om af te drukken
op een A5-papierformaat.
Laser Facsimile
- 35 -
7 - USB-stick (model MFP)
1 Steek uw USB-stick in de aansluiting vooraan op de
terminal en let daarbij op de richting van de stick.
2 MEDIA SCANNENverschijnt op het scherm.
3 Kies VERWIJDEREN met de toetsen of en
bevestig met OK.
4 Kies VON HAND met de toetsen of en
bevestig met OK.
5 U hebt drie mogelijkheden om de bestanden te
verwijderen:
- ALLES, om alle aanwezige bestanden op de
USB-stick te verwijderen.
Kies ALLES met de toetsen of en bevestig
met OK.
U gaat terug naar het vorige menu.
- SERIE, om meerdere aanwezige bestanden op
de USB-stick te wissen.
Kies SERIE met behulp van de toetsen of
en bevestig met OK.
EERSTE BESTAND en het eerste
geïndexeerde bestand verschijnt op het
scherm, selecteer met behulp van de toetsen
of welk bestand moet worden gewist en
bevestig met OK. Een ster () verschijnt links
van het bestand.
LAATSTE BESTAND verschijnt op het scherm,
selecteer met behulp van de toetsen of de
andere bestanden die moeten worden gewist
en bevestig met OK.
Druk op de toets .
U gaat terug naar het vorige menu
- SELECTIE, om alleen het bestand op de USB-
stick te wissen.
Kies met de toetsen
of het te verwijderen
bestand, en bevestig met OK.
Druk op de toets .
U gaat terug naar het vorige menu.
6 Verlaat dit menu door te drukken op
de toets .
De inhoud van de USB-stick scannen
Na een periode van non-activiteit, gaat de terminal naar
het hoofdmenu. U kan terug de inhoud van de USB-stick
bekijken. U gaat als volgt te werk.
07 - MEDIA / MEDIA SCANNEN
1 Druk op , voer 07 in met het toetsenbord.
2 Scanning van de USB-stick is gestart.
3 U kan de aanwezige bestanden op de USB-stick
printen of verwijderen. Zie de vorige hoofdstukken.
Een document op de USB-stick opslaan
Met deze functie kan een document direct worden
gedigitaliseerd en opgeslagen in de map SCAN op een
USB-geheugenstick. De map SCAN wordt gemaakt door
de applicatie.
1 Plaats uw document in de automatische lader, met
de te kopiëren zijde naar boven.
2 Plaats de USB-stick in de USB-aansluiting van uw
multifunctionele toestel.
Scanning van de USB-stick is gestart.
Eens dat de scan is beëindigd, wordt het menu
MEDIA getoond.
3 Kies
SCAN NAAR met behulp van de toetsen of
en bevestig met OK.
4 Kies de
KLEUR tussen ZWART/WIT en KLEUR met
behulp van de toetsen of en de toets OK.
5 Geef een naam aan het scan-bestand (tot 20
tekens) met behulp van het alfanumerieke
toetsenbord en bevestig met OK.
6 Kies het formaat van de scan
AFBEELDING en PDF,
en bevestig om het scannen te starten en het
document op te slaan.
AFBEELDING bidet u de mogelijkheid om een
bestand te hebben van dezelfde aard als een foto.
PDF is een formaat voor het maken van
elektronische documenten.
Met de home-toets kunt u het scannen direct
beginnen, en een bestand naar het opslagmedium
sturen, met de instellingen vastgelegd in de
formaatanalyse.
Met het formaat AFBEELDING, worddt de afbeelding
bewaard in een TIFF-formaat als u hebt gekozen voor
ZWART/WIT, als u hebt gekozen voor KLEUR wordt de
afbeelding bewaard in een JPEG-formaat.
Belangrijk
Voor de digitalisering van een
document, moet u erop letten dat uw
USB-geheugenstick voldoende vrije
diskruimte heeft. Zo niet dan kunt u:
de bestanden handmatig
verwijderen, zie deel Wissen van
de bestanden aanwezig op de
stick, pagina 34,
of
de optie activeren die
automatisch de oudste
bestanden op de map SCAN
opzoekt, zie deel Automatisch
verwijderen van bestanden op
USB-stick activeren/
uitschakelen, pagina 36.
Belangrijk
U kan ook toegang krijgen tot deze
functie via twee andere manieren:
Door te drukken op de toets
van het bedieningspanneel van
uw terminal en door SCAN-TO-
MEDIA te kiezen.
Door te drukken op de toets
vanuit de screensaver en door te
drukken op 03 op het digitale
toetsenbord.
Laser Facsimile
- 36 -
7 - USB-stick (model MFP)
Automatisch verwijderen van
bestanden op USB-stick activeren/
uitschakelen
Als deze optie is geactiveerd, worden automatisch de
oudste bestanden op de map SCAN op de USB-stick
verwijderd om een nieuw gedigitaliseerd document te
kunnen opslaan, als er onvoldoende diskruimte is.
Voor het activeren van deze optie gaat u als volgt te werk:
0621 - MEDIA / VERWIJDEREN / AUTOMATISCH/
SCAN_MODUS
1 Selecteer
MET met de of knoppen en bevestig
daarna met OK.
Voor het uitschakelen van deze optie gaat u als volgt te
werk:
0621 - MEDIA / VERWIJDEREN / AUTOMATISCH/
SCAN_MODUS
1 Selecteer
ZONDER met de of knoppen en
bevestig daarna met OK.
Warning
Deze optie werkt niet als de map
SCAN leeg en de USB-stick vol is. U
moet dan handmatig de bestanden
verwijderen om ruimte vrij te maken
op de disk, zie deel Wissen van de
bestanden aanwezig op de stick,
pagina 34.
Laser Facsimile
- 37 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
PC-Functies
(Model MFP)
Inleiding
Met de software COMPANION SUITE PRO kan u een pc
aansluiten aan een compatibele multifunctionele terminal.
Vanaf de PC kan u:
- een multifunctionele terminal beheren, instellen
volgens uw behoeften ;
- uw documenten afdrukken op de multifunctionele
terminal vanaf uw gebruikelijke toepassingen ;
- documenten in kleur scannen, in grijs of in zwart en wit
en deze bijwerken op uw PC, of ze omzetten in tekst met
behulp van karakter-herkenningsoftware (OCR).
Vereiste configuraties
Uw PC moet minstens de volgende kenmerken hebben:
Ondersteunde besturingssystemen:
- Windows 98SE ;
- Windows Millennium ;
- Windows 2000 met Service Pack 3 minimum ;
- Windows XP (Home en Pro).
Een processor van:
- 500 MHz voor Windows 98SE ;
- 800 MHz voor Windows Me en 2000 ;
- 1 GHz voor Windows XP (Home en Pro),
- CD-ROM-station,
- een vrije USB-poort,
- 600 Mb vrije ruimte op de harde schijf voor de installatie.
Een RAM-geheugen van:
- 128 Mb minimum voor Windows 98SE, Me en 2000,
- 192 Mb minimum voor Windows XP (Home en Pro).
Installatie
De software installeren op uw PC
Zet de PC aan. Open een ADMINISTRATOR-sessie als u
werkt in een Windows 2000- of een XP-omgeving.
1 Open het CD-ROM-station, plaats de installatie-
CD-ROM en sluit het station.
2 De installatie wordt automatisch opgestart.
3 Een titelscherm C
OMPANION SUITE PRO LL
verschijnt. Via dit scherm kunt u software
installeren en verwijderen. U hebt er ook toegang
tot de gebruikershandleidingen van de producten,
en u kunt in de inhoud van de CD-ROM browsen.
4 Plaats uw cursor op P
RODUCTEN INSTALLEREN en
bevestig met behulp van de linkermuisknop.
5 Het scherm I
NSTALLATIE PRODUCTEN verschijnt.
Plaats uw cursor op A
LLE PRODUCTEN en bevestig
met behulp van de linkermuisknop.
De multifunctieonele machinecomponenten
verschijnen enkel indien uw Windows Installer-versie
lager is dan 2.0.
De installatie wordt voortgezet, een scherm toont de
vooruitgang.
U kan de installatie van de programma’s onderbreken
door te klikken op de knop I
NSTALLATIE STOPPEN.
Nadat de componenten van uw pc en van de
multifunctionele terminal werden gezocht en
geanalyseerd, moet u de PC opnieuw opstarten zodat de
wijzigingen worden geactiveerd.
Klik op OK.
Belangrijk
De installatie A
LLE PRODUCTEN
kopieert naar uw harde schijf alle
software nodig voor de goede
werking van de kit Companion Suite
Por, dat wil zeggen:
- Companion Suite Pro
(besturingssoftware van uw terminal,
afdrukaansturingen, scanner,...) ;
- PaperPort.
Als u al een deel van de software
hebt geïnstalleerd die op de CD-
ROM beschikbaar is, gebruik dan de
installatie GEPERSONALISEERD,
selecteer de software die u wenst te
installeren en bevestig uw keuze.
Dit product heeft geen netwerk- en
geen WiFi-printerfunctie.
Laser Facsimile
- 38 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
6 Nadat uw PC weer werd opgestart, toont het
scherm InstallShield Wizard de voortgang van de
voorbereiding van de assistent.
U kan de installatie van de programma's
onderbreken door te drukken op de knop
A
NNULEREN.
7 Als de assistent klaar is, verschijnt het
welkomstscherm.
8 Druk op V
OLGENDE om de installatie van de
C
OMPANION SUITE PRO op uw PC te starten.
9 Alvorens de bestanden op uw harde schijf worden
gekopieerd moet u de voorgestelde
licentieovereenkomst aanvaarden. Gebruik de
schuifbalk om de overeenkomst helemaal door te
lezen.
10 Klik op J
A.
11 Klik op V
OLGENDE.
12 De eindinstallatie kan nu worden gestart.
13 Klik op I
NSTALLEREN.
14 Een scherm toont de vooruitgang van de installatie.
15 De software C
OMPANION SUITE PRO is geïnstalleerd
op de PC.
16 Klik op G
A VERDER om de utilities te kopiëren en de
software PaperPort SE die in de kit zijn inbegrepen.
17 Aan het einde van de installatie, moet u de
computer opnieuw opstarten om de
systeembestanden bij te werken.
Laser Facsimile
- 39 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
18 Selecteer uw keuze en klik op VOLTOOIEN.
19 C
OMPANION SUITE PRO is met succes geïnstalleerd
op uw PC.
U kan de beheersoftware opstarten van uw
multifunctionele terminal vanaf het menu S
TARTEN
> Programma's> COMPANION SUITE > COMPANION SUITE
P
RO LL> MF DIRECTOR of door te klikken op het icoon
MF D
IRECTOR van het bureaublad.
Aansluitingen
Zorg ervoor dat de terminal niet onder stroom staat, en
dat de CD-ROM Companion Suite Pro vooraf in de CD-
ROM-lezer is geplaatst.
USB-verbinding
De aansluiting tussen de PC en de terminal moet
gebeuren door een beschermde 2.0 USB-kabel met een
maximale lengte van 3 meter.
1 Zoek de connectoren van uw USB-kabel en sluit ze
aan als volgt:
2 Schakel de multifunctionele terminal in.
Het wizard-venster voor het toevoegen van
apparaten verschijnt.
3 Klik op de knop V
OLGENDE.
4
Selecteer O
PZOEKEN
VAN
DE
GESCHIKTE
BESTURING
VOOR
MIJN
APPARATEN
(
AANBEVOLEN
). Klik op V
OLGENDE
.
5 Selecteer de plaats waar het systeem de besturing
moet zoeken. Enkel het vakje CD-ROM-
STATIONS
mag worden aangevinkt indien Windows u vraagt
waar de stuurprogramma’s moeten worden
gezocht. Klik op V
OLGENDE. De opzoeking duurt
enkele minuten.
6 Een venster geeft aan dat de besturing is
gevonden. Klik op V
OLGENDE.
7 Een scherm geeft aan dat de software is
geïnstalleerd. Klik op de knop B
EËINDIGEN.
8 Indien de H
ARDWARE TOEVOEGEN –assistent op het
scherm verschijnt, ga dan terug naar stap 3 en volg
de instructies Alles bij elkaar moet u de stappen 3
tot 7 drie keer uitvoeren.
U kan nu de multifunctionele terminal gebruiken om uw
documenten af te drukken.
De software verwijderen
Start de verwijdering van de programma's vanaf het menu
S
TARTEN > PROGRAMMA'S > COMPANION SUITE >
C
OMPANION SUITE PRO LL > VERWIJDEREN
1 Een scherm voor de voorbereiding verschijnt.
2 Klik op V
ERWIJDEREN en bevestig door te klikken op
V
OLGENDE.
3 Een configuratiescherm. Klik op OK om de
verwijdering van het programma te vervolgen
C
OMPANION SUITE PRO LL.
Belangrijk
Het is aanbevolen om eerst de
Companion Suite Pro-software te
installeren op uw PC en daarna de
USB-kabel aan te sluiten op uw
terminal.
Als u de USB-kabel aansluit vóór de
installatie van de Companion Suite
Pro-software dan zal de
herkenningssoftware (plug and play)
automatisch het nieuwe materiaal
herkennen. Om de installatie van de
besturingen te starten, volgt u de
stappen die op het scherm
verschijnen. Er kan een venster
verschijnen met de vraag naar de
locatie van de besturingen, in dat
geval moet men de installatie-CD-
ROM kiezen. Als u van deze
procedure gebruik maakt is alleen de
afdrukfunctie geactiveerd.
Laser Facsimile
- 40 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
4 Een scherm voor de voorbereiding verschijnt. U
kan de verwijdering annuleren door te drukken op
A
NNULEREN.
5 Aan het einde van de procedure moet u het
systeem weer opstarten. Sluit alle open
programma's, selecteer J
A, IK WIL DE COMPUTER
OPNIEUW OPSTARTEN en klik op BEËINDIGEN.
Supervisie van de multifunctionele
terminal
De software die u pas hebt geïnstalleerd bevat twee
beheertoepassingen van de multifunctionele terminal, MF
D
IRECTOR en MF MONITOR, die u toelaten om:
- na te gaan of de multifunctionele terminal goed is
aangesloten op uw PC ;
- grafische opvolging van de activiteit van de
multifunctionele terminal te doen,
- het verbruik van de verbruiksartikelen van de
multifunctionele terminal vanaf de PC ;
- snel toegang verkrijgen tot de toepassingen van de
beeldinstellingen, OCR, enz.
Om de multifunctionele terminal te beheren, start u de
toepassing MF Director door te klikken op het icoon van
uw bureaublad of vanaf het menu S
TARTEN
> PROGRAMMA'S > COMPANION SUITE > COMPANION SUITE
P
RO LL > MF DIRECTOR.
Nakijken van de verbinding tussen de PC en
de multifunctionele terminal
Om de goede verbinding te kunnen nakijken tussen de
apparaten, start de software MF M
ONITOR vanaf het icoon
op uw bureaublad en controleer of deze dezelfde
informatie aangeeft als op het scherm van uw
multifunctionele terminal (bijvoorbeeld de datum).
MF Director
Deze grafische Interface geeft u de mogelijkheid om de
utilities en de software te starten om uw multifunctionele
terminal te kunnen beheren.
Grafische presentatie
Start de toepassing door te klikken op het MF Director-
icoon van uw bureaublad of vanaf het menu S
TARTEN
> PROGRAMMA'S > COMPANION SUITE > COMPANION SUITE
P
RO LL > MF DIRECTOR.
De standaardafbeelding MF D
IRECTOR is een afgeronde
vorm in een donkerblauwe kleur. Met behulp van de
rechtermuisknop kan u de vorm en de kleur van de
afbeelding wijzigen.
Utilities en toepassingen activeren
De grafische interface COMPANION SUITE PRO geeft u de
mogelijkheid om de utilities en de volgende software te
starten :
- H
ULP te vragen vanaf de aangegeven informatie,
- starten van de software PaperPort-software (Doc
Manager).
Om utilities of software te starten in de kitC
OMPANION
S
UITE PRO, plaats de cursor er bovenop en dubbelklik met
de muis.
Laser Facsimile
- 41 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
MF Monitor
Grafische presentatie
Start de toepassing door te klikken op het MF Monitor-
icoon van uw bureaublad of vanaf het menu
S
TARTEN> PROGRAMMA'S > COMPANION SUITE >
C
OMPANION SUITE PRO LL > MF MONITOR.
Vanaf dit scherm kan u de informatie volgen of de
multifunctionele terminal configureren met de tabs :
- C
OMPANION: Presentatie van het scherm van de
multifunctionele terminal ;
- V
ERBRUIKSARTIKELEN: Afbeelding van het verbruik
van de verbruiksartikelen ;
-
S
CAN
N
AAR
: Instelling parameters Scan-modus en
Resolutie, deze parameters zullen worden opgenomen
vanaf de druk op de knop van de terminal.
Afbeelden stand verbruiksartikelen
Op de tab VERBRUIKSARTIKELEN, zijn de volgende
gegevens beschikbaar :
stand van het verbruik van het verbruiksartikel ;
aantal afgedrukte pagina’s ;
aantal gescande pagina’s.
Scan To
De instellingen uitgevoerd op die tab worden de
standaardinstellingen voor de scanner.
1 Plaats de muis op de tab S
CAN TO.
2 Selecteer de gewenste modus onder de volgende
opties:
- kleur ;
- niveau grijs ;
- zwart en wit.
3 Selecteer de resolutie van de scanner (72 dpi tot
4800 dpi).
4 Bevestig de keuzes door te drukken op OK.
Werking van Companion Suite Pro LL
Document scannen
Het scannen van een document kan op 2 manieren :
met de functie S
CAN NAAR (toegankelijk via het venster
van de MF Director of met de knop van de
terminal),
of direct vanaf een toepassing compatibel met de
TWAIN-normen.
Scannen met Scan To
Start de toepassing door te klikken op het MF Director-
icoon van uw bureaublad of vanaf het menu S
TARTEN
> PROGRAMMA'S > COMPANION SUITE > COMPANION SUITE
P
RO LL > MF DIRECTOR.
Opmerking
De functie S
CAN NAAR is alleen
bruikbaar als de toepassing is
gestart. Als dit niet het geval is,
moet u deze activeren.
Laser Facsimile
- 42 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
1 Klik met behulp van de linkermuisknop op de
grafische illustratie S
CAN NAARof druk op de knop
van uw terminal.
2 Een scherm geeft u de mogelijkheid om de
digitalisering te volgen.
3 Na de digitalisering zal het gescande beeld
verschijnen in het venster P
APERPORT.
Scannen vanaf een compatible TWAIN-software
1 Start de toepassing beeldaanpassing en voer de
ophaling uit.
Het scanvenster van het document verschijnt.
2 Regel de parameters (contrast, resolutie,...) vóór u
verder gaat met digitaliseren.
3 Eens het document gedigitaliseerd kan u deze
opslaan of bijwerken.
Karakter-herkenningsoftware (OCR)
De functie van de karakter-herkenning geeft de
mogelijkheid om een nieuw gegevensbestand aan te
maken via de bureautica-software vanaf een papieren
document of een beeldbestand.
De karakterherkenning kan enkel uitgevoerd worden op
afgedrukte karakters, zoals prints of dactylo-teksten. U
kan wel vragen om een tekst-blok-manuscript vrij te
maken (bijvoorbeeld handtekening) door deze te
omringen met een grafische zone.
Met de omgeving van uw terminal en de karakter-
herkenning vanaf uw terminal, wordt het OCR gemaakt
door een Drag'N'Drop uit te voeren van een PaperPort-
document naar het icoon Notepad.
Afdrukken
U kunt uw documenten afdrukken via de USB-verbinding.
De afdrukbesturing L
ASER PRO LL is standaard
geïnstalleerd op uw PC, bij de installatie van de software.
Deze geeft u de moglijkheid om documenten af te
drukken op de terminal via USB-verbinding.
Op de multifunctionele terminal afdrukken
Om op uw terminal een document af te drukken vanaf uw
PC, gaat u te werk zoals bij afdrukken onder Windows:
gebruik de opdracht P
RINTEN in het menu BESTAND van
de open toepassing op het scherm. Selecteer de L
ASER
P
RO LL-printer om af te drukken via de USB-verbinding.
Het adresboek
Met het adresboek kunt u de meest gebruikte nummers
van uw contactpersonen bijhouden. Daardoor is het
gemakkelijker om het nummer van uw contactpersoon in
te voeren op het moment dat u een fax wilt versturen. Als
u dat wilt, kunt u de lijst met nummers afdrukken.
U hebt eveneens de mogelijkheid om groepen
contactpersonen aan te maken uit het adresboek. Op die
manier kunt u een aantal contactpersonen groeperen,
bijvoorbeeld van hetzelfde bedrijf of dezelfde dienst, aan
wie u regelmatig dezelfde documenten moet sturen.
Een contactpersoon toevoegen aan het
adresboek van een terminal.
1 Klik op de link ADRESBOEK in het venster
C
OMPANION DIRECTOR.
Het adresboek verschijnt op het scherm.
Belangrijk
Als het programma PaperPort niet
op uw PC is geïnstalleerd, verschijnt
het gedigitaliseerde beeld op uw
bureaublad in het TIFF-formaat.
Belangrijk
Voor meer informatie omtrent het
gebruik van de software kan u online
hulp krijgen.
Belangrijk
De printer Laser Pro LL wordt de
standaardprinter tijdens de installatie
van de software Companion Suite Pro.
Belangrijk
De software kan het adresboek van
het besturingssysteem van de
berichtensoftware eveneens
beheren die op de PC werd
geïnstalleerd. De methode die deze
adresboeken gebruiken wordt in de
deze handleiding niet behandeld.
Raadpleeg de online-documentatie
van de software voor meer details.
Laser Facsimile
- 43 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
2 Kies het adresboek van de terminal.
3 Klik op N
IEUW en kies CONTACT in het
weergegeven menu.
Het invoervenster voor de contactgegevens verschijnt.
4 Voer de naam van de contactpersoon in en het
faxnummer, de transmissiesnelheid van de fax met deze
persoon en de
snelkiesknop. Klik op OK.
De nieuwe contactpersoon is aan de lijst toegevoegd.
Een groep toevoegen aan het adresboek
van een terminal.
1
Klik op de link
A
DRESBOEK
in het venster
MF D
IRECTOR
.
2 Kies het adresboek van de terminal.
3 Klik op N
IEUW en kies GROEP in het weergegeven
menu.
4
Voer de naam van de groep in. De groep kan bestaan uit
contactpersonen in het adresboek, of uit nieuwe
contactpersonen.
1e geval :
de groepsleden staan in het adresboek.
Klik op K
IES DE LEDEN.
Het keuzevenster verschijnt.
Kies een contactpersoon of een groep in de zone
A
DRESBOEK
, klik op (
u kunt ook dubbelklikken op een
contactpersoon om hem aan de groep toe te voegen
).
Klik op OK.
2e geval :
nieuwe contactpersonen toevoegen.
Druk op de knop N
IEUW, en voer daarna de gegevens
voor de nieuwe contactpersoon in
.
5
Als de groep klaar is, drukt u op, en klik op OK.
De nieuwe groep is aan de lijst toegevoegd.
Beheer van het adresboek
Wanneer u werkt in de map, kunt u meerdere operaties uitvoeren
:
- de lijst contactpersonen van uw adresboek afdrukken.
- een contactpersoon of een groep in uw adresboek
wissen ;
- een contactpersoon of een groep zoeken door de
beginletters van de naam in te voeren ;
- controleer het gegevensblad van een
contactpersoon of een groep om deze te wijzigen.
Een contactpersoon wijzigen
1 Kies met de muis de contactpersoon die u wilt wijzigen.
2
Klik op KENMERKEN.
3
Voer de gewenste wijzigingen uit in het venster
A
DRESBOEK
.
4 Klik op OK.
Een groep wijzigen
1 Kies met de muis de groep die u wilt wijzigen.
2 Klik op K
ENMERKEN.
3 Voer de gewenste wijzigingen uit.
4 Klik op OK.
Een contactpersoon of groep wissen
1 Selecteer met de muis de naam van de contactpersoon
of de groep die uw wilt wissen
.
2 Klik op W
ISSEN.
Laser Facsimile
- 44 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
Het adresboek afdrukken
1 Klik op AFDRUKKEN.
De lijst van het adresboek wordt afgedrukt op de terminal
(als geen enkele contactpersoon werd gekozen)
.
Kiescodes importeren of exporteren
Een kiescode importeren
Door een kiescode te importeren kan automatisch het
adresboek van een apparaat naar een ander apparaat
worden overgebracht, zonder dat alle contactpersonen
een voor een in het doelapparaat moeten worden
ingevoerd. De kiescodes kunnen worden geïmporteerd
door een bestand in XML-, EAB- en CSV-formaat. De
XML-bestanden worden aangemaakt tijdens het
exporteren.
1
Kies IMPORTEREN in het menu BESTAND van het
venster A
DRESBOEK.
2
Kies het te importeren bestand en druk daarna op
OPENEN.
Uw adresboek opslaan
U kunt uw adresboek opslaan in een bestand in het XML-formaat
.
1 Kies EXPORTEREN in het menu BESTAND van het
venster A
DRESBOEK.
2
Voer de bestandsnaam in, en kies een doelmap. Druk
daarna
op OPSLAAN.
Faxcommunicaties
Met de fax kunt u :
- documenten faxen die werden ingescand met uw
terminal, of documenten op uw harde schijf op uw pc
of van een bureautica-toepassing faxen ;
- gefaxte documenten ontvangen ;
- dankzij diverse diensten de fax-berichten opvolgen:
Postvak UIT, Postvak IN, verzonden documenten,
logboek verzendingen en logboek ontvangst.
Met de instellingen kunt u het gedrag van uw terminal
voor het faxen wijzigen. U kunt die instellingen wijzigen
om het faxen aan uw behoeften aan te passen. Voor deze
procedure, zie de paragraaf Fax-instellingen..
Weergave van het venster Fax
Zenden van een fax
Een fax zenden vanaf de harde schijf of van een
terminal
1
Klik op het icoon van het venster MF D
IRECTOR
Belangrijk
Als een contactpersoon uit het
adresboek wordt verwijderd, wordt
hij automatisch verwijderd uit alle
groepen waarvan hij lid was.
Opmerking
De volledige adresboek zal
worden vervangen door de nieuw
geïmporteerde map.
Nummer Actie
1 Een nieuwe fax maken om te verzenden.
2
Een fax wissen in een van de beheermappen
van de fax. Behalve voor de mappen LOGBOEK
VERZENDINGEN en LOGBOEK ONTVANGSTEN die
opdracht wist het logboek volledig.
3
Een fax afdrukken in een van de beheermappen
van Fax.
4
Een fax weergeven in het venster
Voorbeeldweergave.
5
Toegang tot het adresboek
6
De verzending van een fax onderbreken (alleen
actief voor het Postvak UIT)
.
7
Alle faxen aanwezig in de gekozen map in het
beheer van Fax weergeven.
8 Voorbeeldweergave van de faxen.
9
Beheermappen van Fax.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Laser Facsimile
- 45 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
2 Klik op NIEUW, en daarna op FAX.
3 Kies S
CANNER indien uw document op papier staat of
G
EHEUGEN indien het document een computerbestand
is op uw harde schijf (dit bestand moet een TIFF- of een
FAX-formaat hebben)
.
4
Om uw fax naar een contactpersoon te zenden, voert u zijn
nummer in in het veld
G
EADRESSEERDE
en drukt u op
of
u kiest de contactpersoon (of groep) in een van de mappen
in het veld
A
DRESBOEK
en drukt u op de knop
.
Herhaal die handeling zo vaak als nodig (gebruik de
knop
om een contactpersoon van de lijst
geadresseerden te wissen).
5 Stel eventueel de geavanceerde opties af
(uitgestelde verzending en resolutie) op de tab
G
EAVANCEERDE OPTIES.
6
Om een schutblad toe te voegen, kiest u de tab
SCHUTBLAD, en daarna vinkt u het keuzevakje MET
SCHUTBLAD aan. Kies het schutblad dat u wilt in het
afrolmenu of maak een nieuw schutblad. Voor meer
informatie
, zie de paragraaf Schutblad.
7
Klik op OKom uw fax te verzenden naar uw gekozen
contacperso(o)n(en)
.
Indien nodig kunt u in het Postvak UIT uw aanvraag tot
verzenden consulteren
.
Een fax verzenden vanuit een toepassing
Met die methode kunt u een document, dat u hebt gemaakt met
een bureautica-toepassing, direct verzenden zonder het eerst te
importeren
.
1
Kies in uw bureautica-toepassing
B
ESTAND
> A
FDRUKKEN
.
2 Kies de printer COMPANION SUITE PRO LL FAX en druk
op OK
.
Het venster voor het verzenden van faxen verschijnt.
3
Om uw fax naar een contactpersoon te zenden, voert u zijn
nummer in in het veld
G
EADRESSEERDE
en drukt u op of
u kiest de contactpersoon (of groep) in een van de mappen
in het veld
A
DRESBOEK
en drukt u op de knop
.
Herhaal die handeling zo vaak als nodig (gebruik de
knopWissen om een contactpersoon van de lijst
geadresseerden te wissen).
4
Stel eventueel de geavanceerde opties af (uitgestelde
verzending en resolutie) in de tab
G
EAVANCEERDE
OPTIES
.
5 Om een schutblad toe te voegen, kiest u de tab
S
CHUTBLAD, en daarna vinkt u het keuzevakje MET
SCHUTBLAD aan. Kies het schutblad dat u wilt in het
afrolmenu of maak een nieuw schutblad. Voor meer
informatie
, zie de paragraaf Schutblad.
6
Klik op OK om uw fax te verzenden naar uw gekozen
contacperso(o)n(en)
.
7
Indien nodig kunt u in het Postvak UIT uw aanvraag tot
verzenden consulteren
.
Een fax ontvangen
De vensters MF Manager en MF Director melden door
verschillende berichten dat een fax werd ontvangen. Het
icoon verschijnt onderaan in het venster MF Manager
en het icoon verschijnt op de taakbalk.
U kunt bij elke ontvangst de faxen automatisch laten
afdrukken. zie de paragraaf Fax-instellingen.Dat moet u
instellen zie de paragraaf Fax-instellingen.
Laser Facsimile
- 46 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
Faxen opvolgen
Faxen opvolgen gebeurt door:
- een Postvak UIT ;
- een Postvak IN ;
- een verzendingengeheugen (verzonden documenten) ;
- een Logboek verzendingen ;
- een Logboek ontvangst.
Met die diensten kunt u de communicatie-activiteiten van
de terminal nauwkeurig opvolgen, zowel wat het zenden
als het ontvangen betreft.
De logboeken verzendingen en ontvangst worden
automatisch afgedrukt als de inhoud ervan een pagina A4
vult. Na die automatische afdruk begint de terminal een
nieuw logboek.
Het Postvak UIT
Het Postvak UIT voor faxen houdt het volgende bij :
- de aanvragen die worden verzonden ;
- de aanvragen voor uitgestelde verzendingen ;
- de aanvragen die een of meerdere keren werden
geprobeerd, en die weldra weer zullen worden
geprobeerd ;
- de aanvragen die werden verworpen (mislukte
oproepen).
De aanvragen worden geklasseerd in de volgorde waarin
ze werden uitgevoerd.
De verworpen aanvragen worden achteraan in de lijst
geklasseerd, zodat u ze gemakkelijker vindt als u ze weer
wilt behandelen (een nieuwe verzendingen wilt
aanvragen) of ze wilt wissen.
Het verzendingengeheugen (verzonden
documenten)
Met het verzendingengeheugen kunt u het geheel
bewaren van de faxen die u hebt verzonden.
De gegevens in het verzendingengeheugen zijn:
-
de geadresseerde van de fax,
-
de datum waarop de fax werd gemaakt,
-
de datum waarop de fax werd verzonden,
-
de grootte van de fax.
Het Logboek verzendingen
Met het Logboek verzendingen kunt u de geschiedenis
van de geslaagde en verworpen faxen bijhouden, die uw
terminal heeft behandeld. Het logboek wordt automatisch
afgedrukt als er een pagina A4 vol is.
De gegevens in het Logboek verzendingen zijn:
- de geadresseerde van de fax ;
- de datum waarop de fax werd verzonden ;
- de status van de fax (verzonden, verworpen,...).
Het Logboek ontvangst
Met het Logboek ontvangst kunt u de geschiedenis
bijhouden van de faxen die uw terminal heeft ontvangen.
Het logboek wordt automatisch afgedrukt als er een
pagina A4 vol is.
De gegevens in het Logboek ontvangst zijn:
- de zender van de fax ;
- de datum waarop de fax werd ontvangen ;
- de status van de fax;
Fax-instellingen
Toegang tot fax-instellingen
1
Klik op het icoon van het venster MF D
IRECTOR
.
2 Kies EXTRA > OPTIE > FAX.
3
Voer de nodige instellingen in met behulp van de
beschrijvingen ervan hierna en bevestig met
OK.
Beschrijving van de tab L
OGBOEKEN
EN
VERSLAGEN
Belangrijk
De knop
WISSEN verwijdert het
volledige logboek en niet alleen de
geselecteerde berichten.
Belangrijk
De knop W
ISSEN verwijdert het
volledige logboek en niet alleen de
geselecteerde berichten.
Laser Facsimile
- 47 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
Beschrijving van de tab FAX-INSTELLINGEN
Schutblad
Het schutblad is een deel van het faxdocument dat
automatisch wordt aangemaakt door uw terminal en
waarop gegevens worden vermeld over de zender,
geadresseerde, datum en tijd van het opslaan voor
verzenden, commentaar, enz.
Die pagina kan zowel alleen worden verzonden, als
voorafgaand aan een fax-document, maar tijdens
dezelfde communicatie-activiteit als dat fax-document.
Een document met een schutblad kan worden verzonden
vanaf de multifunctionele terminal of vanaf uw PC. In het
laatste geval kunt u zelf een deel van de gegevens
vermeld op het schutblad toevoegen tijdens de aanvraag
van de verzending. Als u een schutblad bij een
verzending wilt gebruiken, moet u eerst een model voor
het schutblad maken. Eenmaal het model is gemaakt,
kunt u het echter zo veel gebruiken als u wilt.
Met uw terminal kunt u meerdere modellen van
schutbladen maken en personaliseren, waaruit u daarna
voor een verzending kunt kiezen.
Een schutblad maken
1 Kies de tab SCHUTBLAD, en druk daarna op de knop
N
IEUW.
2 Kies het model schutblad dat u hebt gemaakt in het
menu B
ESTAND.
Het venster met het model schutblad dat u hebt
gemaakt, verschijnt:
3 Klik op het icoon om het keuzerooster voor de
velden te laten verschijnen.
Veld Omschrijving
Automatisch afdrukken
van een ontvangen
document
De fax wordt automatisch afgedrukt
als hij wordt ontvangen.
Afdruk van een verslag
van de ontvangst
Er wordt een ontvangstverslag
afgedrukt voor elke ontvangen fax.
Afdrukken van het
Logboek ontvangst
Het logboek wordt automatisch
afgedrukt als het een pagina A4 vult.
Automatisch afdrukken
van een verzonden
document
De fax wordt automatisch afgedrukt
als hij wordt verzonden.
Afdruk van een verslag
van de verzending
Een verzendverslag wordt afgedrukt
na de verzending van elke fax.
Afdrukken van het
Logboek verzendingen
Het logboek wordt automatisch
afgedrukt als het een pagina A4 vult.
Veld Omschrijving
Zendsnelheid Standaard zendsnelheid voor faxen.
Nummer van de lijn
Nummer van de lijn waaraan uw
terminal is verbonden.
Prefix van het nummer
Het prefix van het nummer wordt
automatisch voor het nummer
ingevoerd voor er op die lijn wordt
verzonden.
Type nummer
Moet worden ingesteld volgens het
type telefooncentrale waaraan uw
terminal is verbonden.
Kopregel
Plaatst een communicatie-
identificatieregel (CIR) op de
documenten die u verzendt of op de
documenten die u ontvangt.
ECM
Corrigeert de communicatiefouten
ontstaan door een gestoorde lijn.
Met die optie wordt de integriteit van
de ontvangen documenten
gegarandeerd. De
communicatieduur kan echter langer
zijn als de lijn gestoord is.
Aantal pogingen
Aantal pogingen die de terminal
moet uitvoeren als het verzenden
mislukt.
Interval tussen de
pogingen
Duur tussen twee
verzendingspogingen
Belangrijk
Als u een schutblad bij een verzending
wilt gebruiken, moet u eerst een model
voor het schutblad maken.
Veld Omschrijving
Laser Facsimile
- 48 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
U voegt een veld op de volgende manier toe:
-
Kies het veld dat u wilt toevoegen door het aan te vinken
op het keuzerooster met de velden. De cursor van uw muis
verandert in een stempel.
-
Klik op de plaats in het model waar u het veld wilt invoeren.
-
U kunt het veld naar wens verplaatsen of vergroten
.
4 Als de velden zijn ingevoerd, slaat u het schutblad op.
Dat schutblad kunt u kiezen op de tab SCHUTBLAD van het
verzendvenster van een fax
.
Beschrijving van de tab SCHUTBLAD
Een model van een schutblad maken
Door een schutblad te maken, kunt u een model maken
waarvan de velden (faxnummer, commentaar,
onderwerp, enz.) automatisch worden ingevuld door de
toepassing Fax, volgens de gegevens geleverd door elke
geadresseerde van een document.
Een model van een schutblad maken, gebeurt in twee
stappen:
Eerste stap: Maak een sjabloon met de logo's en de
gewenste lay-out.
Tweede stap: Voeg het veld toe dat u op het
schutblad wilt : faxnummer, commentaar, onderwerp,
enz. Zoals eerder vermeld worden die velden
overgenomen door de toepassing Fax op het moment
van de verzending.
Voor de eerste stap,
zijn er twee methoden om een sjabloon
te maken
.
U hebt de volgende mogelijkheden:
•Optie (A) : Ontwerp het sjabloon in een andere
toepassing (zoals Word, Excel,...) ;
OF
•Optie (B) : Scan een document in met de lay-out van
het schutblad.
Details over de Opties A en B :
•Optie (A) : Open de gewenste toepassing om het
sjabloon te bewerken (Word, Wordpad...). Ontwerp
het sjabloon en druk het document af met de
printerCompanion Suite Fax (Fax van Companion
Suite). Het dialoogvenster MFSendFax verschijnt:
Belangrijk
Stel de afmetingen van de lijst van
uw velden af, zodat u een leesbare
tekst krijgt.
Veld Omschrijving
Naam van het
schutblad
Ofwel is het de naam van het
standaard gekozen schutblad, ofwel
kiest u het gewenste schutblad.
Zender
U kunt gegevens invoeren over de
zender.
Geadresseerde: Naam,
bedrijf, dienst.
U kunt gegevens invoeren over de
geadresseerde.
Indien u wenst dat deze velden
automatisch worden ingevuld voor
de geadresseerden die reeds in de
map zijn opgenomen (als favorieten,
groep of verdeellijst), vul dan “Auto”
in in de gewenste velden.
Bij het verzenden van een fax
worden de velden op het schutblad
bijgewerkt als de geadresseerde in
de map is uitgelijst.
Commentaar
Het is een bewerkingsvenster met
alle basisfuncties van een
tekstverwerker, waarmee u een tekst
kunt invoeren die op het schutblad
wordt weergegeven en dat er samen
mee wordt opgestuurd.
Voorbeeldweergave
van het model
Met de voorbeeldweergave kunt u
het schutblad zien dat u gaat
verzenden.
Laser Facsimile
- 49 -
8 - PC-Functies (Model MFP)
Geadresseerden toevoegen aan de lijst geadresseerden. Klik
op de tab
GEAVANCEERDE OPTIES en kies NORMAAL zoals
hieronder aangegeven
:
Klik op de knop E
EN PROJECT OPSLAAN in de
rechterbenedenhoek (dit is de knop met het diskette-icoon). Het
sjabloon is gemaakt in de map C:\Program Files\Companion
Suite Pro LL \Documents\FAX\Temporary en heeft als
bestandsextensie .fax.
•Optie (B) : Start MFMANAGER, kies NIEUWE FAX en kies
als bron de scanner zoals hieronder aangegeven:
Geadresseerden toevoegen aan de lijst geadresseerden. Klik
op de tab G
EAVANCEERDE OPTIES en kies NORMAAL zoals
hieronder aangegeven:
Klik tenslotte op de knop EEN PROJECT OPSLAAN in de
rechterbenedenhoek (dit is de knop met het diskette-icoon). Het
sjabloon is gemaakt in de map C:\Program Files\Companion
Suite Pro LL\Documents\FAX\Temporary en heeft als
bestandsextensie .fax.
Zowel met optie A als met optie B krijgt u een sjabloon met de
extensie FAX, opgeslagen in de map C:\Program Files
\Companion Suite Pro LL\Documents\FAX\Temporary.
U kunt nu overgaan naar de tweede stap:
Voor de tweede stap
Aan het sjabloon dat nu in de map C:\Program Files\Companion
Suite Pro LL\Documents\FAX\Temporary zit, kunt u de
gewenste velden op achtergrondbeeld toevoegen.
Volg de gegeven instructies op:
(a)
Start MFMANAGER, kies NIEUWE FAX, klik op de tab
S
CHUTBLAD en klik op het vakje MET SCHUTBLAD.
(b)
Klik op de knop VOLGENDE. Er verschijnt een nieuw venster
met de titel S
CHUTBLAD MAKEN.
(c)
Klik op de knop
OPENEN
in de werkbalk, verander de
bestandsfilter in *.fax, en zoek tot u de map C:\Program
Files\Companion Suite Pro LL\Documents\FAX\Temporary
hebt gevonden, die het sjabloon bevat dat u in de
eerste stap
.
hebt gemaakt.
(d)
Klik op de knop VELDEN in de werkbalk. Er verschijnt een
venster waarmee u velden aan het sjabloon kunt toevoegen.
(e) Klik op de knop OPSLAAN om het model voor het schutblad
op te slaan en sluit het venster.
(f) Het venster NIEUWE FAX verschijnt. U kunt nu het gewenste
model voor het schutblad kiezen. Door te dubbelklikken op
de weergave in de rechter benedenhoek opent zich een
ander venster. Dat toont een voorbeeldweergave van het
schutblad waarin de velden zijn ingevuld met de gegevens
van de geadresseerde.
Î
Laser Facsimile
- 50 -
9 - Onderhoud
Onderhoud
Service
Algemeen
Om ervoor te zorgen dat uw apparaat lang naar behoren
blijft werken, moet u de binnenzijde van het apparaat
regelmatig schoonmaken.
Tijdens het gebruik van het apparaat dient u zich aan de
volgende instructies te houden:
- Probeer nooit het apparaat te smeren.
- Stel het apparaat niet bloot aan hevige trillingen.
- Open nooit het afsluitdeksel tijdens het printen.
- Probeer nooit het apparaat te demonteren.
- Gebruik geen papier dat te lang in de papiercassette
is bewaard.
De tonercartridge vervangen
Er kunnen drie verschillende procedures worden gebruikt
om een tonercartridge te vervangen, afhankelijk van de
instelling T
ONER REGIE.
T
ONER REGIE ingesteld op MET [0-10%] : de cartridge
kan alleen worden vervangen wanneer het bericht
Toner bijna op wordt weergegeven. Na het
vervangen moet dit worden gevalideerd met de
smartcard.
T
ONER REGIE ingesteld op MET [0-100%] : de
tonercartridge kan op elk moment worden vervangen.
Na het vervangen moet dit worden gevalideerd met de
smartcard.
T
ONER REGIE ingesteld op ZONDER : de tonercartridge
kan op elk moment worden vervangen.en er is geen
validatie nodig met smartcard. Indien ingesteld op
Z
ONDER geeft het scherm TONER ? %.
Om de instelling T
ONER REGIE in te stellen, kiest u 2979
- SETUP / TECHNISCH / TONER REGIE en kiest u de
overeenskomstige instellen.
Uw terminal is uitgerust met een beheersysteem voor de
verbruiksartikelen. Deze geeft aan wanneer uw
tonercartridge moet worden vervangen. Volgende
melding verschijnt op het scherm van de terminal.
Om dit scherm te verlaten, druk op OK.
Ga als volgt te werk om de tonercartridge te vervangen.
Als op het display staat:
1 Druk op de toetsOK.
2 Ga voor het apparaat staan.
3 Druk aan de linkerkant en aan de rechterkant van
het luikje en trek ze tegelijk naar u toe.
4 Hef de tonercartridge op en haal ze uit de
multifunctionele terminal.
5 Pak de nieuwe cartridge uit de verpakking.
Rol de cartridge 5 of 6 keer zachtjes over een weer
om de toner gelijk te verdelen binnen in de
cartridge.
Door de toner in de cartridge goed te verdelen gaat
uw cartridge lager meer.
Plaats ze in de behuizing zoals aangegeven op de
tekening hierna.
6 Sluit de klep weer af.De volgende melding zal
verschijnen:
7 Druk op de toetsOK.
8 Vanaf de verschijning van het bericht, verschijnt,
plaats de bijgeleverde chipkaart samen met de
nieuwe tonercartridge zoals aangegeven op de
tekening hierna.
AANWIJZING
Voor uw veiligheid: lees de
veiligheidsinformatie in hoofdstuk
Beveiliging, pagina 1.
AANWIJZING
Deze procedure is van toepassing
wanneer de instelling
T
ONER
REGIE
is
ingesteld op
M
ET
[0-10%]
.
Indien ingesteld op Met [0-100%],
volgt u de procedure vanaf stap 2.
Indien ingesteld op
Z
ONDER
, volgt u
de procedure vanaf stap 2 tot stap 7.
TONER BIJNA
OP
TONER LEEG
VERVANGEN <OK>
OPEN VOORKLEP
VERVANG TONER
HEBT U VERVANGEN
DE TONER? <OK>
PLAATS DE
TONER KAART
Laser Facsimile
- 51 -
9 - Onderhoud
9 Er verschijnt een wachtbericht.
De chipkaart wordt gelezen.
Verwijder de chipkaart uit de lezer, uw terminal is
weer klaar om te drukken.
Problemen met de chipkaart
Als u een al gebruikte chipkaart gebruikt, zal op de
terminal het volgende verschijnen:
dan,
Als u een defecte chipkaart gebruikt, zal op de terminal
het volgende verschijnen:
dan,
In het geval van een druk op de knop
C
tijdens het lezen van
de chipkaart, zal op de terminal het volgende verschijnen:
Reiniging
Leeseenheid van de scanner reinigen
Ga te werk zoals onderstaand beschreven, wanneer op
de gemaakte kopieën een of meerdere verticale strepen
verschijnen:
1 Maak de twee pinnen van de scanner los.
2 Til de scanner op om toegang te krijgen tot de
glasplaat voor analyse.
3
Reinig de twee transparante ruiten van de scanner met
een zachte, niet pluizende doek met isopropylalcohol.
4 Sluit de kap van de scanner en controleer of de
pinnen juist zijn ingesteld.
5 Maak een kopie en controleer of de defecten zijn
verdwenen.
Printer reinigen
Stof, vuil of papiersnippers op het oppervlak en binnen in
de printer kunnen nadelig zijn voor een goede werking.
Maak het apparaat regelmatig schoon.
Reiniging van de buitenkant van de printer
Maak de buitenkant van de printer schoon met een zachte
doek die u bevochtigd heeft met een milde
huishoudreiniger.
A.U.B.
WACHTEN
NIEUWE TONER
VERWIJDER KAART
AANWIJZING
Om verder te gaan met het
afdrukken van uw documenten
wanneer het bericht T
ONER BIJNA OP
verschijnt, stelt u de instelling
T
ONER REGIE op ZONDER.
Aanwijzing : deze procedure is niet
aangewezen want door tonerbeheer
uit te schakelen (parameter
ingesteld op Z
ONDER) kunt u faxen
verliezen en kan toner in het
afdrukmechanisme vloeien.
A.U.B.
WACHTEN
VERWIJDER KAART
AL GEBRUIKT
A.U.B.
WACHTEN
KAART ONBEKEND
VERWIJDER KAART
HANDELING GEANN.
VERWIJDER KAART
Pin onder het
voorpaneel
Pin aan de
achterzijde van
de terminal
Glasplaat voor
analyse
Laser Facsimile
- 52 -
9 - Onderhoud
Problemen met de printer
Foutmeldingen
Wanneer één van de onderstaand beschreven fouten bij
de printer optreedt, verschijnt hierover een melding op het
display van het faxapparaat.
Vastgelopen papier
Tijdens het afdrukken kan het zijn dat een papier
vastloopt in de printer of de papierlade en een blokkering
veroorzaakt.
Als papier vastloopt in de terminal, zal de volgende
melding verschijnen:
1 Open het luik vastgelopen papier dat zich aan de
achterkant van de terminal bevindt.
2 Verwijder het vastgelopen papier en sluit het luik.
3 Open en sluit de Voorkap.
De printer zal automatisch terug opstarten.
Als het papier vastloopt, zal de volgende melding
verschijnen:
1 Verwijder de tonercartridge, kijk even na of er geen
papier vastzit.
2 Verwijder het papier dat de oorzaak is van het
vastlopen van het papier.
3 Plaats de tonercartridge terug in de terminal, of
haal de papierlade eruit en verwijder het
vastgelopen papier.
4 Controleer dat de bladen in de papierlade goed
recht liggen in een nette stapel.
5 Plaats de papierlade weer in de terminal.
Melding Actie
CONTROLEER TONER
Controleer de aanwezigheid
van een tonercartridge in de
terminal.
TONER BIJNA OP
Kondigt het naderende einde van
uw verbruiksgoederen aan.
VERVANG PAPIER
Papier bijvullen in de papierlade
OPWARMEN
Melding bij het opstarten van
de terminal.
SLUIT PRINTERKAP
De voorklep van de terminal is
open, sluit deze.
TONER LEEG
VERVANGEN <OK>
Vervang de tonercartridge
PAPIER ZIT VAST
VERWIJDER TONER
Een papier zit vast in de
terminal. Verwijder de
tonercartridge en verwijder het
vastgelopen papier. Haal de
papierlade uit de printer en
verwijder het vastgelopen
papier. Open en sluit dan de
Voorkap.
PAPIER ZIT VAST
EXTERNE BAK
Een papier zit vast in de terminal.
Open het luik van het
vastgelopen papier. Verwijder
het vastgelopen papier. Open en
sluit dan de Voorkap.
AFDRUKPAPIER OP
Papier bijvullen in de
papierlade
Opmerking
Na een van bovenstaande
foutberichten kan het gebeuren dat
de afdruktaak wordt geannuleerd.
In geval een ontvangen fax wordt
afgedrukt wordt de afdruktaak altijd
opnieuw gestart na het oplossen
van de fout.
PAPIER ZIT VAST
EXTERNE BAK
AANWIJZING
De fuser kan een hoge
temperatuur bereiken tijdens de
werking. Om verwondingen te
vermijden, raakt u deze zone best
niet aan.
Zie de paragraaf Plaats van
waarschuwings- en
aawijzingslabels op het
apparaat, pagina 2.
PAPIER ZIT VAST
VERWIJDER TONER
Laser Facsimile
- 53 -
9 - Onderhoud
Problemen met de scanner
Als papier vastloopt in de sheet-feedscanner, verschijnt
het bericht:
1 Open het scanluik van de scanner.
2 Verwijder het vastgelopen papier zonder het te
scheuren.De volgende melding zal verschijnen:
3 Sluit de kap van de scanner.
Diverse problemen
Bij het opstarten verschijnt er niets op het scherm.
Controleer de aansluiting van het netsnoer en stopcontact.
De terminal vindt het document niet dat u in de sheet-
feedscanner hebt geplaatst.
Het bericht K
LAAR verschijnt niet op het scherm.
Bij het begin en tijdens het scannen verschijnt
D
OCUMENT VERWIJDEREN op het scherm.
1 Verwijder het document of druk op de toets .
2 Controleer of het document niet te dik is (50 bladen
maximum van papier van 80 g/m2).
3 Schud de bladen desnoods los.
4 Duw de bladen tot tegen de stop.
De terminal ontvangt geen faxen.
1 Controleer de aansluiting van het telefoonsnoer.
2 Controleer of u een toon krijgt op de lijn via de toets
.
U ontvangt een blanco pagina.
1 Maak een fotokopie van een document. Als hij
goed is, werkt uw terminal normaal.
2 Bel de verzender op en vraag hem om het
document nog een keer op te sturen. Het werd
waarschijnlijk verkeerd ingevoerd door de
verzender.
U kunt niet verzenden.
1 Controleer de aansluiting van het telefoonsnoer.
2 Controleer of er een kiestoon is met de toets
.
3 Controleer of het prefix goed is geprogrammeerd
en gebruikt.
Communicatiestoringen
Bij communicatiestoringen waarschuwt de terminal u dat
hij automatisch weer probeert op een later uur.
Voorbeeld van wat wordt getoond :
Verzenden uit de lader
U kunt kiezen tussen :
wachten tot de verzending gebeurt op het vermelde
uur,
de verzending direct herbeginnen door te drukken op
de toets
,
de verzending annuleren met de toets . Om het
document uit te werpen, drukt u weer op de toets .
Verzenden uit het geheugen
U kunt kiezen tussen :
wachten tot de verzending gebeurt op het vermelde
uur,
de verzending direct herbeginnen via de wachtrij van
de verzendingen. Als het document meerdere
pagina's telt, herbegint de verzending met de pagina
waar de storing optrad.
de verzending annuleren door
de overeenkomstige
opdracht in de wachtrij van de verzendingen te wissen
.
De terminal voert maximum 5 nieuwe pogingen
automatisch uit. Het niet verzonden document wordt
automatisch uit het geheugen verwijderd, en er wordt een
verzendrapport afgedrukt met een foutcode en de
oorzaak van de onvoltooide communicatie, (zie Codes
voor communicatiestoringen).
Codes voor communicatiestoringen
De codes voor communicatiestoringen verschijnen in de
logboeken en op de verzendrapporten.
Algemene codes
Code 01 - Bezet of geen antwoord van fax
Die code verschijnt na 6 mislukte pogingen. U moet later
opnieuw proberen verzenden.
Code 03 - Gestopt door bediener
Communicatie gestopt door de bediener met de toets .
DOCUMENT VERWIJDEREN
BEVESTIGEN <STOP>
SLUIT HET LUIK
SCANNER
1
2
Huidige uur VRIJ 12 DEC 20:13
Uur van de nieuwe poging 0142685014 20:18
Laser Facsimile
- 54 -
9 - Onderhoud
Code 04 - Geprogrammeerd nummer ongeldig
Nummer ingevoerd met een One-Touch-toets of afgekort
nummer is ongeldig, controleer het. (bijvoorbeeld: een
uitgetelde verzending werd geprogrammeerd met een
Ont-Touch-toets en die toets werd ondertussen gewist).
Code 05 - Fout bij scannen
Er was een probleem waar het te verzenden document is,
het blad is bijvoorbeeld vastgelopen.
Code 06 - Printer niet beschikbaar
Er was een probleem in het printergedeelte : geen papier
meer, vastgelopen papier, opening van het luik. Bij
ontvangen verschijnt die code alleen als de instelling
Ontvangst zonder papier is ingesteld op Z
ONDER PAPIER.
Code 07 - Verbinding verbroken
De verbinding werd verbroken (slechte verbinding).
Controleer het telefoonnummer.
Code 08 - Kwaliteit
Het document dat u verzond, werd slecht ontvangen.
Neem contact op met uw contactpersoon om te weten of
het nodig is om uw document weer te verzenden.
De storing kan op een lege plek van het document
zijn.
Code 0A - Geen document om af te roepen U probeerde
een document af te roepen bij een contactpersoon, maar
die laatste heeft geen document klaargemaakt (niet
opgeslagen) of het ingevoerde wachtwoord is verkeerd.
Code 0B - Aantal pagina's verkeerd
Het aantal pagina's vermeld bij het klaarmaken van de
verzending verschilt van het aantal verzonden pagina's.
Controleer het aantal pagina's van het document.
Code 0C - Fout ontvangen document
Vraag aan de contactpersoon die u oproept, om de lengte
van zijn document te controleren (het is te lang om
volledig te worden ontvangen).
Code 0D - Document slecht verstuurd
Vraag aan de contactpersoon die u oproept, om zijn
document weer te verzenden.
Code 13 - Geheugen vol
Uw terminal kan niets meer ontvangen, want het
geheugen is vol. Er zijn te veel niet afgedrukte ontvangen
documenten of te veel documenten in de wachtrij voor
verzending.
Druk de ontvangen documenten af, en wis of verzend
direct de documenten in de wachtrij voor verzending.
Code 14 - Geheugen vol
Geheugen voor ontvangen documenten is vol.
Code 19 - Geannuleerd door de contactpersoon
Communicatie geannuleerd door uw contactpersoon
Controleer het (bijvoorbeeld : een terminal wil de uwe
afroepen, terwijl hij geen documenten heeft opgeslagen).
Code 1A - Verbinding verbroken
De verzending is niet begonnen. De telefoonlijn is te veel
gestoord.
Code 1B - Document slecht verstuurd
Bij verzending : verzending herbegonnen
Bij ontvangst : vraag uw contactpersoon om zijn
document weer te verzenden.
Eigenschappen
Fysische eigenschappen
Elektrische eigenschappen
Milieukenmerken
Eigenschappen randapparatuur
Printer
Copier
Scanner
Bedrukkingsdragers
PC-verbinding (Model MFP)
Voor de verbetering van het product kunnen gegevens worden veranderd zonder voorafgaande verwittiging.
Afmetingen : 380 x 356 x 394 mm
Gewicht: 11,4 kg
Elektrische voeding : eenfasig 220-240 V - 50/60 Hz - 4,5 A
Stroomverbruik: 12 W in stand-by
16 W in stand-by
340 W gemiddeld tijdens het afdrukken (900 W piek)
Omgevingstempératuur bij werking : 10 °C tot 27 °C met een luchtvochtigheid in de omgeving tussen
15 en 80 % (tot 32 °C met een luchtvochtigheid in de omgeving
tussen 15 en 54 %).
Type: Laser (op normaal papier)
Resolutie: 600dpi
Snelheid: maximum 16 ppm
Opwarmtijd : 21s
Afdruktijd van de eerste pagina : 13s
Type: Autonoom Zwart en Wit
Afdruksnelheid: maximum 16 ppm
Resolutie: 600dpi
Multikopie: maximum 99 pagina's
Zoompagina: 25% tot 400%
Type: Kleurenscanner
Kleurkwaliteit: 36 bits
Resolutie: 600 dpi (optisch)
2400 dpi (geïnterpoleerd)
Compatibiliteit software: TWAIN
Maximum papierformaat: Letter
Maximum capaciteit papierlade : 250 vellen max (60 g/m2), 200 vellen max (80 g/m2),
Maximum capaciteit papieruitvoer: 50 vellen
Papierformaat hoofdlade: A4, A5, Legal, Letter
Papier 60 tot 105 g/m²
Papierformaat voor het handmatig printen: A4, A5, Legal, Brief, B5, exec, A6
Papier 52 tot 160 g/m²
Port USB 2.0 slave (PC-verbinding)
Port USB 2.0 master (lezer, USB-geheugenkaartlezer)
gebruiksomgeving: Windows 98 SE, 2000, ME, XP
H320-8651
47


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Ricoh F111 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Ricoh F111 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,22 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Ricoh F111

Ricoh F111 User Manual - English - 59 pages

Ricoh F111 User Manual - German - 6 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info