32 33
i Algemene voorzorgsmaatregelen
1. Laat uw hoortoestel niet liggen in de zon, bij open vuur of in een hete, geparkeerde auto.
2. Draag uw hoortoestel niet tijdens het douchen, zwemmen, bij zware regen of in een vochtige
omgeving,bijvoorbeeld in een stoombad of sauna.
3. Als uw hoortoestel vochtig is geworden plaatst u het in een droogdoosje met een droogmiddel. Uw
audicien kan u verschillende droogsystemen adviseren.
4. Draag uw toestellen niet tijdens het aanbrengen van cosmetica, parfum of aftershave, haarlak of
zonnebrandmiddel. Als dit in de toestellen terecht komt kunnen deze beschadigd raken.
5. Indien de draadloze functionaliteit geactiveerd is, kan er met digitaal gecodeerde transmissie met
andere draadloze apparatuur gecommuniceerd worden. Hoewel onwaarschijnlijk, is het mogelijk dat
elektronische apparaten in de nabije omgeving beïnvloed worden. Mocht dit gebeuren, zorg dan dat er
meer afstand is tussen het hoortoestel en desbetreffende apparatuur.
6. Als de toestellen bij het gebruik van de draadloze functionaliteit zelf gestoord worden door
elektromagnetische interferentie, ga dan verder van de storingsbron staan.
7. Pair alleen ReSound hoortoestellen met ReSound accessoires die bedoeld en gekwalificeerd zijn voor
gebruik met ReSound hoortoestellen. Probeer nooit zelf uw hoortoestel, oorstukjes of geluidsslangetje
te buigen of van vorm te veranderen.
8. Gebruik voor de draadloze functionaliteit alleen de ReSound Unite accessoires. Raadpleeg voor dit
gebruik de handleiding van de betreffende Resound Unite accessoire.
i Algemene waarschuwingen
1. Raadpleeg uw audicien als u een vreemd voorwerp in uw gehoorgang aantreft, als u huidirritatie
ondervindt of als u last heeft van overmatig oorsmeer bij het drag en van uw hoortoestel.
2. Verschillende soorten straling, bijvoorbeeld van NMR-, MRI- of CT-scanners kunnen uw hoortoestellen
beschadigen. Draag uw hoortoestel daarom niet tijdens deze of soortgelijke scanprocedures. Andere
soorten scanners (inbraakalarm, bewegingsmelders, radioapparatuur, mobiele telefoons) bevatten
minder straling en beschadigen uw hoortoestel niet. Ze kunnen echter wel tijdelijk de geluidskwaliteit
van hoortoestellen beïnvloeden of vreemde geluiden veroorzaken.
3. Draag uw hoortoestel niet in mijnen, olievelden of andere explosieve ruimten, tenzij deze ruimten zijn
vrijgegeven voor het gebruik van hoortoestellen.
4. Laat uw toestel niet dragen door anderen. Dit kan de hoortoestellen of het gehoor van de andere
persoon beschadigen.
5. Om verstikkingsgevaar te voorkomen, moet het gebruik van hoortoestellen bij kinderen of mensen met
een verstandelijke beperking altijd onder supervisie gebeuren.
6. Hoortoestellen mogen alleen gebruikt worden als ze zijn ingesteld door uw audicien. Gebruik met sterk
afwijkende instellingen kan mogelijk tot extra gehoorverlies leiden.
7. Gebruik het toestel niet als het kapot is.
8. Als u gaat vliegen, vergeet dan niet de vliegtuigmodus in te schakelen (die ervoor zorgt dat draadloze
modus is uitgeschakeld).
9. Houd magneten uit de buurt van huisdieren, kinderen en mensen met een verstandelijke beperking.
Neem contact op met de huisarts als een magneet is ingeslikt.
10. Schakel de draadloze functionaliteit uit door de vliegtuigmodus te gebruiken in ruimten waar het
uitstralen van radiofrequentie verboden is.
i
Opmerking:
• ReSound draadloze toestellen werken tussen de frequenties 2.4 GHz - 2.48 GHz.
• ReSound draadloze toestellen bevatten een RF transmitter die werkt tussen de fequenties 2.4 GHz -
2.48 GHz.
• Gebruik voor de draadloze functionaliteit alleen de ReSound Unite accessoires. Raadpleeg voor verdere
informatie over bijvoorbeeld pairen de handleiding van de betreffende Resound Unite accessoire.