2
3
toestel functioneert in een woonomgeving. Dit toestel genereert en werkt met radiofrequentie-
energie en kan dit ook uitstralen. Als de installatie en het gebruik van het toestel niet volgens de
instucties worden uitgevoerd, kan dat leiden tot storende interferentie op radiocommunicatie.
Er is echter geen garantie dat er geen interferentie zal optreden bij een bepaalde installatie. Als
dit toestel storende interferentie veroorzaakt, bijvoorbeeld bij radio- of televisieontvangst, wat te
bepalen is door het toestel aan en uit te zetten, wordt de gebruiker aangeraden om de interfe-
rentie te corrigeren met een van de volgende maatregelen:
• De ontvangstantenne opnieuw richten of verplaatsen.
• De afstand tussen de ontvanger en het apparaat vergroten.
• Dit apparaat op een ander voedingscircuit aansluiten dan de ontvanger.
• De verkoper of een ervaren radio/televisiemonteur raadplegen.
Veranderingen of modificaties kunnen het recht tot gebruik van dit toestel ongeldig maken.
Typeaanduidingen voor hoortoestellen voor modellen in deze gebruikershandleiding zijn: FCC
ID: X26BO312 en BO13, FCC ID: X26BO13. Zie pagina 10 voor een lijst met modellen die ver-
wijzen naar beide types.
Verklaring:
Dit hoortoestel voldoet aan deel 15 van de FCC-regels.
Toepassing is uitsluitend toegestaan als aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan:
(1) Dit hoortoestel mag geen storende interferentie veroorzaken. (2) Elke vorm van interferentie
moet worden geaccepteerd, inclusief interferentie die leidt tot ongewenste werking.
Opmerking: Dit hoortoestel is getest en voldoet aan de eisen die aan een Klasse B digitaal
apparaat worden gesteld, overeenkomstig met deel 15 van de FCC-regels. Deze regels zijn
opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen storende interferentie wanneer het