587951
7
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/40
Next page
Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding
lezen!
Montage- en gebruikershandleiding
REMKO Regelaar verswaterstation EFS 25-35
Handleiding voor de gebruiker en vakman
0066-2013-10 Versie 1, nl_NL
Made by REMKO
Montage- en gebruikershandleiding (vertaling van het origi-
neel)
Vóór het in bedrijf nemen / gebruik van dit apparaat deze
installatiehandleiding zorgvuldig lezen!!
Deze handleiding maakt deel uit van het apparaat en dient
steeds in directe nabijheid van de opstellocatie resp. bij het
apparaat bewaard te worden.
Wijzigingen voorbehouden; we aanvaarden geen aansprakelijkheid
voor drukfouten en vergissingen!
Inhoudsopgave
1 Veiligheids- en gebruiksinstructies..................................................................................................... 4
1.1 Algemene veiligheidsvoorschriften.................................................................................................. 4
1.2 Markering van instructies................................................................................................................ 4
1.3 Kwalificaties van het personeel....................................................................................................... 4
1.4 Gevaren bij het niet-opvolgen van de veiligheidsvoorschriften....................................................... 4
1.5 Veiligheidsbewust werken............................................................................................................... 5
1.6 Veiligheidsinstructies voor de exploitant......................................................................................... 5
1.7 Veiligheidsinstructies voor montage-, en inspectiewerkzaamheden............................................... 6
1.8 Eigenhandige modificaties en wijzigingen....................................................................................... 6
1.9 Gebruik conform de voorschriften................................................................................................... 6
1.10 Veiligheidsbewust werken............................................................................................................. 5
1.11 Garantie........................................................................................................................................ 6
1.12 Transport en verpakking............................................................................................................... 7
1.13 Milieubescherming en recycling.................................................................................................... 7
2 Technische gegevens........................................................................................................................... 8
2.1 productgegevens............................................................................................................................. 8
2.2 Kabelspecificatie............................................................................................................................. 9
3 Apparaatconstructie........................................................................................................................... 10
3.1 Behuizing...................................................................................................................................... 10
3.2 Weergave...................................................................................................................................... 10
4 Bediening............................................................................................................................................. 13
4.1 Bedieningstoetsen en weergave................................................................................................... 13
4.2 Bedrijfsmodi.................................................................................................................................. 13
4.3 Instelmenu..................................................................................................................................... 16
4.4 Functies......................................................................................................................................... 18
4.5 Informatiemeldingen...................................................................................................................... 24
5 Montage en demontage...................................................................................................................... 25
6Elektrische aansluiting....................................................................................................................... 27
7 Ingebruikname..................................................................................................................................... 31
8 Verhelpen van storingen en klantenservice..................................................................................... 32
9 Index..................................................................................................................................................... 36
3
1 Veiligheids- en
gebruiksinstructies
1.1 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Lees de handleiding voor het eerste gebruik van
het apparaat zorgvuldig door. Deze bevat nuttige
tips, instructies en waarschuwingen voor de veilig-
heid van personen en goederen. Het niet opvolgen
van de gebruikshandleiding kan gevaar voor per-
sonen, het milieu, de installatie en tot het verlies
van mogelijke aansprakelijkheid leiden.
Bewaar deze gebruikshandleiding en het koelmid-
delgegevensblad in de buurt van het apparaat.
1.2 Markering van instructies
Deze paragraaf geeft een samenvatting van alle
belangrijke veiligheidsaspecten voor een optimale
persoonlijke bescherming en voor een veilig en
storingvrij bedrijf.
De in deze handleiding gegeven instructies en vei-
ligheidsvoorschriften dienen opgevolgd te worden,
zodat ongelukken, persoonlijk letsel en beschadi-
gingen worden vermeden. Direct aan de apparaten
aangebrachte instructies dienen absoluut te
worden opgevolgd en in goed leesbare toestand te
worden gehouden.
Veiligheidsvoorschriften zijn in deze handleiding
gemarkeerd door bepaalde symbolen. Verder
beginnen de veiligheidsvoorschriften met bepaalde
signaalwoorden die de aard van de risico's aan-
geven.
GEVAAR!
Bij het aanraken van spanningvoerende delen
bestaat direct levensgevaar door een stroom-
stoot. Beschadiging van de isolatie of van com-
ponenten kan levensgevaarlijk zijn.
GEVAAR!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een direct gevaarlijke situatie die de
dood of zwaar letsel tot gevolg heeft, als deze
situatie niet wordt gemeden.
WAARSCHUWING!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die de
dood of zwaar letsel tot gevolg kan hebben, als
deze situatie niet wordt gemeden.
VOORZICHTIG!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die
gering of licht letsel tot gevolg kan hebben en
die materiële schade of aantasting van het
milieu kan veroorzaken, als deze situatie niet
wordt gemeden.
AANWIJZING!
Deze combinatie van symbool en signaalwoord
wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die
materiële schade of aantasting van het milieu
kan veroorzaken, als deze situatie niet wordt
gemeden.
Met dit symbool wordt gewezen op nuttige tips,
adviezen en informatie over hoe een efficiënt
en storingsvrij bedrijf gewaarborgd kan
worden.
1.3 Kwalificaties van het personeel
Het personeel voor de inbedrijfstelling, bediening,
het onderhoud, de inspectie en de montage dient
over de betreffende kwalificaties voor deze werk-
zaamheden te beschikken.
1.4 Gevaren bij het niet-opvolgen
van de veiligheidsvoor-
schriften
Het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften
kan zowel gevaar voor personen opleveren als
voor het milieu en voor apparatuur. Het niet-
opvolgen van de veiligheidsvoorschriften kan
leiden tot het verlies van iedere aanspraak op
schadevergoeding.
REMKO Regelaar verswaterstation
4
In detail kan het niet-opvolgen van de voorschriften
bijvoorbeeld de volgende risico's opleveren:
nHet uitvallen van belangrijke functies van de
apparatuur.
nHet feit dat voorgeschreven methodes betref-
fende normaal en technisch onderhoud niet
werken.
nHet in gevaar brengen van personen door elek-
trische en mechanische effecten.
1.5 Veiligheidsbewust werken
De in deze montage- en gebruikshandleiding ver-
melde veiligheidsinstructies, de bestaande natio-
nale voorschriften ter voorkoming van ongevallen
evenals eventuele interne arbeids-, bedrijfs- en
veiligheidsvoorschriften van het bedrijf moeten in
acht worden genomen.
1.6 Veiligheidsinstructies voor de
exploitant
De veiligheid van de apparaten en componenten is
alleen gegarandeerd bij het bedoeld gebruik en in
volledig gemonteerde toestand.
nHet plaatsen, installeren en onderhouden van
de apparaten en componenten mag alleen
gebeuren door vakpersoneel.
nDe bestaande voorschriften voor ongevallen-
preventie moeten in acht worden genomen.
nDe bediening van apparaten of componenten
met zichtbare defecten of beschadigingen is
verboden.
nHet aanraken van bepaalde onderdelen of
componenten van de apparaten kan brand-
wonden of letsel veroorzaken.
nRisico's door elektrische energie moeten
worden uitgesloten.
nVoorschriften van de VDE en de lokale ener-
gievoorzieningsmaatregelen moeten in acht
worden genomen.
AANWIJZING!
Materiële schade door minerale oliën!
Minerale olieproducten beïnvloeden de EPDM-
afdichtingselementen nadelig waardoor de
afdichtingseigenschappen verloren gaan. Voor
schade die door dergelijke beschadigde afdich-
tingen ontstaan, kunnen wij niet aansprakelijk
worden gesteld en verstrekken wij geen
garantie.
Vermijden u absoluut dat EPDM met mine-
rale oliehoudende substanties in contact
komt.
Gebruik een smeermiddel op basis van sili-
conen- of polyalkyleenbasis, dat vrij is van
minerale oliën, zoals bijv. Unisilikon L250L
en Syntheso Glep 1 van de firma Klüber of
siliconenspray.
5
1.7 Veiligheidsinstructies
voor montage-, en
inspectiewerkzaamheden
nDe exploitant dient ervoor te zorgen dat alle
inspectie- en montagewerkzaamheden door
bevoegd en gekwalificeerd vakpersoneel
worden uitgevoerd, dat de montage- en
gebruiksaanwijzing goed is doorgelezen en
zich zodoende afdoende geïnformeerd heeft.
nIn principe mogen de werkzaamheden aan de
pomp/installatie uitsluitend bij stilstand worden
uitgevoerd.
nBij het installeren, het repareren, het onder-
houden of het reinigen van de apparaten
moeten geschikte maatregelen worden
genomen om de van de apparaten uitgaande
gevaren voor personen te voorkomen.
nHet opstellen, aansluiten en gebruik van de
apparaten en componenten moet volgens de
gebruiks- en bedrijfsomstandigheden uit de
gebruikshandleiding en de geldende lokale
voorschriften gebeuren.
nRegionale verordeningen en wetten zoals de
wet op de waterhuishouding moeten in acht
worden genomen.
nDe elektrische voeding moet worden aange-
past aan de eisen van de apparaten.
nDe apparaten en componenten moeten vol-
doende veiligheidsafstand hebben ten opzichte
van ontvlambare, explosieve, brandbare,
agressieve en vervuilde zones en atmosferen.
nDe veiligheidsvoorzieningen mogen niet
worden veranderd of overbrugd.
AANWIJZING!
Functiestoring!
De verswatermodule moet in de potentiaalver-
effening van de elektrische installatie zijn geïn-
stalleerd. Als deze niet door het aansloten lei-
dingnet gewaarborgd, dient u een
potentiaalvereffeningsverbinding met de hoofd-
potentiaalaansluiting tot stand te brengen con-
form de voorschriften.
1.8 Eigenhandige modificaties en
wijzigingen
De bedrijfsveiligheid van de verswatermodule
wordt uitsluitend gewaarborgd bij gebruik conform
de voorschriften, overeenkomstig hoofdst. 1.8 van
de gebruiksaanwijzing. De in het gegevensblad
aangegeven grenswaarden mogen in geen enkel
geval worden overschreden.
Het modificeren of wijzigen van de apparaten of
componenten is niet toegestaan en kan storingen
veroorzaken. De veiligheidsvoorzieningen mogen
niet worden veranderd of overbrugd. De originele
reserveonderdelen en door de fabrikant geautori-
seerde accessoires zijn afgestemd op de vereiste
veiligheid. Het toepassen van andere onderdelen
kan leiden tot het vervallen van de aansprakelijk-
heid voor gevolgen daarvan.
1.9 Gebruik
conform de voorschriften
De verswaterregelaar, hierna als regelaar aange-
duid, is een onafhankelijk gemonteerde tempera-
tuurregelaar voor de opbouwmontage. De inte-
gratie in een pompgroep is mogelijk, als de
technische gegevens van de regelaar in acht
worden genomen. De onderhoudsvrije regelaar is
uitsluitend bestemd voor de besturing en bewaking
van een REMKO-verswaterstation. Gebruik uitslui-
tend REMKO-accessoires in combinatie met de
regelaar.
Ander of verdergaand gebruik geldt als niet toe-
passelijk gebruik. Voor de hieruit voortvloeiende
schade is de fabrikant / leverancier van de
machine niet aansprakelijk. Het risico wordt uitslui-
tend door de gebruiker gedragen. Bij het toepasse-
lijk gebruik hoort ook het inachtnemen van de
bedienings- en installatie-instructies en het
nakomen van de onderhoudsbepalingen.
De in de technische specificaties opgegeven
grenswaarden mogen in geen geval worden over-
schreden.
1.10 Veiligheidsbewust werken
De in deze montage- en gebruikshandleiding ver-
melde veiligheidsinstructies, de bestaande natio-
nale voorschriften ter voorkoming van ongevallen
evenals eventuele interne arbeids-, bedrijfs- en
veiligheidsvoorschriften van het bedrijf moeten in
acht worden genomen.
1.11 Garantie
Voorwaarde voor eventuele aanspraken op
garantie is, dat de inkoper of zijn afnemer tegelijk
met de verkoop en het in gebruik nemen, de bij het
apparaat meegeleverde "Garantieoorkonde" vol-
ledig ingevuld naar REMKO GmbH & Co. KG
teruggestuurd heeft. De garantievoorwaarden zijn
opgenomen in de "Algemene verkoop- en leve-
ringsvoorwaarden". Daarnaast kunnen alleen
tussen de bij de overeenkomst betrokken partijen
speciale afspraken gemaakt worden. Neem
daarom eerst contact op met uw directe handels-
partner.
REMKO Regelaar verswaterstation
6
1.12 Transport en verpakking
De apparaten worden in een stabiele transportver-
pakking resp. in de warmwaterpompbehuizing
geleverd. Controleer het apparaat direct bij de
levering en noteer eventuele schade of ontbre-
kende onderdelen op de pakbon en informeer de
transporteur en uw leverancier. Bij klachten ach-
teraf wordt geen garantie verleend.
WAARSCHUWING!
Plastic folie en tassen etc. zijn gevaarlijk
speelgoed voor kinderen!
Daarom:
- Verpakkingsmateriaal kan niet worden
onzorgvuldig.
- Verpakking mag niet toegankelijk zijn voor
kinderen!
1.13 Milieubescherming en
recycling
Afvoeren van de verpakking
Alle producten worden voor het transport zorg-
vuldig verpakt in milieuvriendelijke materialen.
Lever een waardevolle bijdrage aan de verminde-
ring van afval en het recyclen van grondstoffen en
lever het verpakkingsmateriaal alleen in bij de
daarvoor aangewezen inzamelplaatsen.
Afvoeren van de apparaten en componenten
Bij de productie van de apparaten en compo-
nenten worden uitsluitend recyclebare materialen
gebruikt. Draag bij aan de bescherming van het
milieu, door er voor te zorgen dat apparaten of
componenten (bijv. batterijen) niet in het huisvuil
komen maar alleen op milieuvriendelijke wijze vol-
gens de plaatselijk geldende voorschriften, bijv.
door een erkend afvalverwerkingsbedrijf en recyc-
ling of via een inzamelpunt worden verwerkt.
7
2 Technische gegevens
2.1 productgegevens
Serie EFS 25-35
In-/ uitgangen
Meetspanning (systeemspanning) V/Hz 115... 230V / 50/60 Hz
Eigenverbruik W 0,8 W, twee temperatuursensoren Pt1000
aangesloten
Uitgangen R1, R2 - aantal
Type
Schakelstroom
Spanning
2
Triac
2,0 (2,0) A
115... 230V / 50/60 Hz
Lconst - schakelstroom
Spanning
2,0 (2,0) A
115... 230V / 50/60 Hz
Totaal - schakelstroom
Spanning
4,2 (4,2) A
115... 230V / 50/60 Hz
Signaalin-/uitgangen
Signaalingangen 1 ... 5 - aantal
Type signaalingangen 1 ... 4
Type signaalingang 5
5
Pt1000 (temperatuurregistratie)
Buscommunicatie voor cascade
Signaaluitgang RS -type
Max. contactbelasting Potentiaalvrije sluiter
1 (0) A, 24 V
Signaaluitgangen PWM R1, PWM R2 -
type
Max. belastbaarheid
PWM, 250 Hz, 11 V;
Eigenschap: 0% PWM = Pomp uit
100% PWM = max. toerental
10 mA
Hydrauliekvarianten
Aantal 5
Weergave
Type LCD met achtergrondverlichting
Gebruiksvoorwaarden
Beschermingsgraad IP 22, DIN 40050 [zonder frontplaat: IP 20]
Beschermingsklasse I
Omgevingstemperatuur °C 0... +50°C, bij vrije wandmontage
REMKO Regelaar verswaterstation
8
Apparaatgegevens (vervolg)
Serie EFS 25-35
Fysikalische waarden
Afmeting L x B x H mm 110 x 160 x 51
Gewicht g 350
Softwareklasse A
Werking: Type 1.Y
Bevestigingssoort vast aangesloten
leidingen Type X
Vervuilingsgraad 2
Temperatuur van de kogeldrukcontrole Behuizingskuip: 125°C,
resterende behuizingsonderdelen: 75 °C
Overspanningscategorie Klasse II (2500 V)
2.2 Kabelspecificatie
Netsnoer
Type nettoevoerleiding
Externe doorsnede mantel
Aderdoorsnede enkeldraads (stug)
Fijndradig (met adereindhulsen)
H05 VV-... (NYM…)
6,5 mm tot 10 mm
≤ 2,5 mm2
≤ 1,5 mm2
Doorsnede van de interne trekontlasting mm 6,5 tot 10
Signaalkabel
Lengte sensorkabel m ≤ 100 m, inclusief verlenging
Verlengkabel sensor uitvoering
Doorsnede per ader
Ader paargewijs getwist voor lengte > 10 m
0,75 mm2 voor lengte < 50m
1,5 mm2 voor lengte > 50 m
9
3 Apparaatconstructie
3.1 Behuizing
2
1
4
3
5
6
Afb. 1: Vooraanzicht van de regelaar
Nr. Element Zie
1 Toets Bedrijfsmodus
(onder de frontplaat)
2 Bedieningstoetsen
r, SET, ESC, s
3 Weergave
Ä
op pagina 10
4 Frontplaat
5 Klemafdekking 1)
6 Bevestigingsbout van
de klemafdekking
1) Hier vindt u de omschrijving van de aansluit-
klemmen onder de klemafdekking.
3.2 Weergave
Overzicht
error
v
1
2
3
4
1
2
4
3
Afb. 2: Overzicht van de bereiken van de weer-
gave (alle elementen zichtbaar)
1 Systeemgrafiek
2 Instelmenu
3 Pictogrammen voor functies
4 Bedrijfs- en instelwaarden
De bereiken van de weergave worden hieronder
beschreven.
Symbolen op de systeemgrafiek
De volgende tabel beschrijft de symbolen in de
systeemgrafiek (Nr. 1 in Afb. 2).
Symbool Beschrijving
Buisleidingen
Externe warmtewisselaar
Afnamelocatie gerecycled water
Reservoir
3-weg-klep met vermelding van de
stroomrichting
Pomp, ingeschakeld
Pomp, uitgeschakeld
Temperatuursensor
V
Volumestroomsensor
REMKO Regelaar verswaterstation
10
Instelmenu
Het instelmenu (Nr. 2 in Afb. 2) bevat de volgende
invoer:
2
1
4
35
Afb. 3: Instelmenu
1: Tijd
2: Functies
3: Thermische desinfectie
4: Streeftemperatuur warm drinkwater
5: Herstellen naar fabrieksinstelling
Pictogrammen voor functies
De volgende tabel beschrijft de pictogrammen voor
functies (Nr. 3 in Afb. 2).
Symbool Beschrijving
Handmatige modus
Pomp wordt toerentalgeregeld
aangestuurd 1)
Alarmuitgang 1)
Legio
Thermische desinfectie 1)
1) Symbool is zichtbaar zo lang de functie/de para-
meter in het instelmenu wordt bewerkt.
11
Bedrijfs- en instelwaarden
De weergave van de bedrijfs- en instelwaarden (Nr. 4 in Afb. 2) bestaat uit de volgende elementen:
2
1
4
35
6
Afb. 4: Weergave bedrijfs- en instelwaarden
1 Symbool wordt weergegeven als een storing optreedt
2 Symbool voor de tijdbesturing van functies. Het symbool wordt weergegeven als:
• een tijdbegrenzing/-besturing wordt ingesteld
• de status van de tijdbegrenzing/-besturing wordt weergegeven
• de tijdbegrenzing een temperatuurbesturing blokkeert (symbool knippert)
3 Nummer van het tijdvenster, dat zojuist in het instelmenu werd ingesteld/weergegeven of waarin de
huidige tijd zich bevindt. De tijdbesturing van een functie bestaat uit 1 of 3 instelbare tijdvensters.
Voorbeeld:
Tijdvenster 1: 06:00 – 08:00
Tijdvenster 2: 11:00 – 12:30
Tijdvenster 3: 17:00 – 19:00
4 Aanvullende informatie:
on, off: Schakelmodus/schakelvoorwaarde aan/uit
max, min: max. waarde, min. waarde
Σ: opgetelde bedrijfswaarde sinds de eerste ingebruikname, niet herstelbaar
Δ: opgetelde bedrijfswaarde sinds de laatste reset op 0
5 Weergave van:
• Meetwaarden
• Instelwaarden
• Foutcodes
• Overige informatie, bijv. softwareversie
6 Fysikalische eenheid van de in nr. 5 weergegeven waarde: °C, l/min, %‚ h, kWh, MWh
REMKO Regelaar verswaterstation
12
4 Bediening
4.1 Bedieningstoetsen en weer-
gave
Dit gedeelte bevat algemene informatie betref-
fende de bediening van de regelaar.
Bedieningstoetsen
De bediening volgt met de toetsen r, s, SET,
ESC en als volgt:
r• Bladert in het menu omhoog
• Verhoogt een instelwaarde met 1
niveau
s• Bladert in het menu omlaag
• Verlaagt een instelwaarde met 1
niveau
SET • Selecteert een instelwaarde voor het
wijzigen (instelwaarde knippert)
• Bevestigt een instelwaarde of gaat
een menuniveau lager
• Roept het instelmenu op (niet bij
handm. modus)
ESC • Wist een instelling
• Springt een bedieningsniveau hoger
Stelt de bedrijfsmodus in
Wij adviseren om gewijzigde instellingen in een
schrift te noteren.
Weergave tijdens het bedienen
nKnippert een component in de systeemgrafiek
betekent: de weergegeven bedrijfs- of instel-
waarde geldt voor de knipperende compo-
nenten. Uitzondering: knippert in hand-
matige modus altijd.
nWeergaven die automatisch bij het wisselen
worden weergegeven, zijn in de afbeeldingen
overlappend weergegeven. Voorbeeld: Afb. 6.
4.2 Bedrijfsmodi
Bedrijfsmodi schakelen
AANWIJZING!
Risico van schade aan de pomp door droog-
lopen. Schakel de bedrijfsmodi handmatige
modus en automatisch uitsluitend in als de
installatie is gevuld.
1. Frontplaat verwijderen.
2. Toets 2 seconden indrukken om de
bedrijfsmodus te wisselen.
3. Indien gewenst, stap 2 herhalen.
4. Frontplaat aanbrengen.
2
13
Afb. 5: Bedrijfsmodi schakelen
1: Off
2: Handmatige modus
3: Automatisch
13
Bedrijfsmodus uit
Werkingsprincipe
nAlle uitgangen zijn uitgeschakeld (uitgangen,
besturingsuitgangen zonder spanning, relais
geopend)
GEVAAR!
De pompleidingen staan nog onder spanning
omdat deze continu worden voorzien van 230
V
n"OFF" en de softwareversie worden afwisse-
lend weergegeven. Voorbeeld in Afb. 6: Soft-
wareversie St 1.3
nAchtergrondverlichting is rood
nVariantenweergave kan worden opgeroepen
(zie Afb. 6)
Bediening
1. Toets "SET" indrukken om de weergave van
de voorafingestelde Friwa-variant op te
roepen.
Afb. 6: Bedrijfsmodus Off - bediening
2. Toetsen "r" en " s" gelijktijdig 2 seconden
indrukken om de variantkeuze te openen. De
vooraf ingestelde REMKO-fabrieksinstelling
is for het EFS 25 de variant 02 en for het
EFS 35 de variant 04.
AANWIJZING!
De variant mag uitslutiend door een technicien
worden gewijzigd. Bij het omstellen van de
variant kan anders de juiste functie van de
regelaar niet worden gewaarborgd.
Bedrijfsmodus handmatige modus
Werkingsprincipe
nAchtergrondverlichting is rood, symbool
steeksleutel knippert.
nDe uitgangen van de regelaar (pompen,
kleppen) kunnen handmatig worden gescha-
keld.
Mogelijke schakelmodi:
0: uit
1: in
0% ... 100%: Aansturing van de HE-pomp via
PWM (alleen H1, H2)
A: Automatische modus conform instellingen in
het instelmenu
nHuidige temperaturen en bedrijfsuren kunnen
worden weergegeven (statusweergave).
nDe weergave van de warmwatertemperatuur
geeft een niet afgevlakte waarde.
nBij het schakelen in handmatige modus zijn
alle uitgangen op A geschakeld, R1 wordt
weergegeven.
nKenmerkende toepassing: Functietest (onder-
houd), zoeken naar fouten.
Bediening
Zo schakelt u de uitgangen aan en uit:
1. Indien gewenst "r s" indrukken om een
andere uitgang te selecteren.
2. " SET" indrukken. De schakelmodus knip-
pert.
3. "r s" indrukken om de schakelmodus te
wijzigen.
4. "SET" indrukken om de wijziging te accep-
teren.
Zie hiertoe (
2
) in de volgende afbeelding.
REMKO Regelaar verswaterstation
14
Zo geeft u de huidige temperaturen en
bedrijfsuren weer:
1. "ESC" indrukken. De temperatuur-/bedrijfs-
urenwaarde wordt weergegeven. De bijbeho-
rende component knippert (
3
), weergave is
niet weergegeven).
2. "r s" indrukken om een andere component
te selecteren.
3. "SET" indrukken om de weergave van de
temperatuur-/bedrijfsurenwaarde te verlaten.
2
3
Afb. 7: Bedrijfsmodus Handmatige modus - bedie-
ning
Bedrijfsmodus Automatisch
Werkingsprincipe
De bedrijfsmodus Automatisch is vooraf in de
fabriek ingesteld. Automatisch is de normale
bedrijfsmodus, het systeem wordt automatisch
aangestuurd. De volgende acties zijn mogelijk:
nStatus weergeven (statusweergave): Status
van de externe componenten weergeven (tem-
peraturen, schakelmodi, looptijden)
4
nOpgeslagen min.-/max.-waarde (temperatuur-
sensor) of som-/verschilwaarden (bedrijfsuren1)
van de pompen en kleppen) weergeven
5
Somwaarde (symbool Σ): Bedrijfsuren sinds de
eerste ingebruikname. Somwaardes kunnen
niet worden hersteld.
Verschilwaarde (symbool Δ): Bedrijfsuren sinds
de laatste reset naar 0
nOpgeslagen min.-/max.-/verschilwaarden
resetten
6
nInstelmenu openen
7
1) opgestelde inschakeltijden van de uitgangen
15
Bediening
√ De regelaar bevindt zich in de statusweergave.
Zo geeft u de opgeslagen min.-/max.-/verschil-
waarden weer en herstelt u ze:
1. Indien gewenst "r s" indrukken om een
andere component weer te geven
4
, compo-
nent knippert).
2. " SET" indrukken. De min.-/max.-/verschil-
waarden worden afwisselend weergeven
5
.
3. Indien gewenst gedurende 2 seconden
"SET" indrukken om de huidige (!) weerge-
geven waarde te resetten
6
.
4. "ESC" indrukken. De statusweergave wordt
weergegeven.
5. Indien gewenst, stap 1 t/m 4 herhalen.
Zo geeft u de status van de externe component
weer:
"r s" indrukken om de status van een andere
component weer te geven (
4
).
Zo roept u het instelmenu op:
"SET" 2 seconden indrukken
7
. Het instelmenu
wordt weergegeven.
7
7
7
7
6
6
6
6
Afb. 8: Bedrijfsmodus Automatisch - bediening
4.3 Instelmenu
Overzicht
De onderstaande grafiek geeft een overzicht van
de structuur van het instelmenu.
Streeftemperatuur
warm drinkwater

Tijd
SET
instellen
Tijd
Functies
SET
Warmtehoeveel-
heid F:01

Thermische
desinfectie

Fabrieksinstelling

Circulatie
F:02

SET
5 Sek.
Herstellen naar
fabrieksinstelling
Verdeelklep in
terugloop - F:03

Comfortfunctie
F:04

Bypass
F:05

Gaan na
F:06

Geleidende warm-
watertemp. F:07


Thermische
desinfectie F:08
Cascade
F:09

Instelmenu oproepen en de menu-invoer selec-
teren
√ Bedrijfsmodus "Automatisch" of "Off" is geselec-
teerd.
1. Gedurende twee seconden "SET" indrukken.
Het instelmenu wordt weergegeven, de
menu-invoer knippert.
2. "r s" indrukken om een andere menu-
invoer te selecteren.
3. Instellingen wijzigen, zoals in de volgende
gedeeltes wordt beschreven.
REMKO Regelaar verswaterstation
16
Tijd instellen
knippert.
1. " SET" indrukken. De uren knipperen.
2. "rs" indrukken om de uren in te stellen.
3. " SET" indrukken. De minuten knipperen.
4. "rs" indrukken, om de minuten in te stellen.
5. " SET" indrukken.
6. Herhaal stap 4 en 5 om ook het jaar, de
maand en de dag in te stellen.
Functies instellen
Func
knippert.
Ga als volgt te werk, zoals in
Ä
Hoofdstuk 4.4
„Functies“ op pagina 18 beschreven.
Streeftemperatuur warm drinkwater instellen
Werkingsprincipe
De regelaar probeert de warmwatertemperatuur te
regelen naar de ingestelde waarde. De warmwa-
tertemperatuur kan binnen de volgende grenzen
worden gewijzigd:
Minimaal: 20 °C
Maximaal 90 °C
Fabrieksinstelling: 50°C
Bediening
Para
knippert.
1. " SET" indrukken. De streeftemperatuur van
het warme drinkwater wordt weergegeven,
de bijbehorende component in de sys-
teemgrafiek knippert (Afb. 9).
2. " SET" indrukken. De temperatuurwaarde
knippert.
3. "r s" indrukken om de waarde te wijzigen.
4. "SET" indrukken, de wijziging wordt overge-
nomen.
Afb. 9: Streeftemperatuur warm drinkwater
instellen
Thermische desinfectie inschakelen
Werkingsprincipe
De verswatermodule stelt naar wens hogere tem-
peraturen voor het warme drinkwater beschikbaar
om zo gevaarlijke bacteriën te doden. Gelijktijdig
wordt de circulatiepomp aangestuurd, voor zover
de circulatiefunctie werd geactiveerd. Als er geen
circulatiefunctie is geactiveerd, wordt alleen de
streeftemperatuur van het warme drinkwater ver-
hoogt tot de desinfectietemperatuur. Via het instel-
menu wordt de thermische desinfectie handmatig
gestart. Na een handmatig starten moet de thermi-
sche desinfectie weer handmatig worden gestopt.
Voor de veiligheid wordt de thermische desinfectie
bij een handmatige start na een uur looptijd auto-
matisch gedeactiveerd.
Gedetailleerde instellingen van de thermische des-
infectie moeten in de bijbehorende functie (F:08)
worden aangebracht, zie
Ä
„Thermische desin-
fectie“ op pagina 23.
In cascademodus worden tijdens de desinfec-
tieperiode beide modules van de Master-rege-
laar vrijgegeven.
17
Bediening
√ De functie "Thermische desinfectie (F:08) werd
geactiveerd, zie het gedeelte "Thermische Desin-
fectie". Anders wordt "---" weergegeven.
Legio
knippert.
1. "StArt" wordt weergegeven
2. " SET" indrukken. "oFF" wordt weergegeven.
3. " SET" indrukken. "oFF" knippert.
4. "rs" indrukken. "on" en
Legio
knipperen.
5. " SET" indrukken. De wijziging wordt aange-
bracht.
Legio
knippert. De regelaar blijft in
het legio-menu totdat de thermische desin-
fectie handmatig wordt gedeactiveerd.
Herstellen naar de fabrieksinstelling
knippert, "RESEt" wordt weergegeven.
1. "SET" 5 seconden indrukken.
2. Na een korte loopweergave schakelt de
regelaar in de bedrijfsmodus "Automatisch".
4.4 Functies
Algemeen betreffende de bediening van de
functies
Functies weergeven
Bij het weergeven van de functies is de volgende
informatie zichtbaar:
nFunctienummer, bijv. F:01 (Afb. 10)
nSchakelmodus:
- "on": Functie is ingeschakeld.
- "off": Functie is uitgeschakeld (Afb. 10)
Als de functie niet wordt weergegeven of als on
of off niet wordt weergegeven, kan de functie
niet worden gebruikt.
Mogelijke redenen:
Het ingestelde systeem accepteert de
functie niet
Alle uitgangen zijn bezet
Zo geeft u de functies weer:
Func
knippert.
1. " SET" indrukken. F:01 knippert.
2. "rs" indrukken, om de volgende functie in
te stellen.
Afb. 10: Functies weergeven
Functie activeren
Om een functie te kunnen gebruikt, moet u (active-
ring = "on") en uw kengetallen volledig zijn inge-
steld. Als de functie wordt geactiveerd en vervol-
gens wordt verlaten, voordat alle noodzakelijke
kengetallen zijn ingesteld, zal kort "oFF" (Afb. 11).
Vervolgens wordt de functie met de schakelmodus
"oFF" weergegeven (functie is gedeactiveerd).
Het activeren van een functie:
√ Functienummer knippert.
1. " SET" indrukken. De functie is geselecteerd
en knippert.
2. " SET" indrukken. "oFF" wordt weergegeven.
3. " SET" indrukken. "oFF" knippert.
4. "rs" indrukken. "on" knippert.
5. " SET" indrukken. De functie is geactiveerd.
6. Kengetallen instellen zoals hieronder wordt
beschreven.
Afb. 11: Functie activeren
REMKO Regelaar verswaterstation
18
Kengetallen instellen
De functies hebben een verschillend aantal kenge-
tallen. De waarde van een kengetal wordt altijd
met dezelfde bedieningsstappen ingesteld.
Zo stelt u de waarde van een kengetal in:
√ De functie werd geactiveerd, zoals hiervoor werd
beschreven.
1. "rs" indrukken om een ander kengetal te
selecteren.
2. " SET" indrukken. De waarde van het ken-
getal en het bijbehorende component knip-
pert in de systeemgrafiek.
3. "r s" indrukken om de waarde te wijzigen.
4. "SET" indrukken om de wijziging te accep-
teren.
5. Stap 1 t/m 4 voor overige kengetallen her-
halen.
6. "ESC" indrukken als alle kengetallen van de
functie zijn ingesteld. Het functienummer
knippert.
Kengetallen
Hieronder zijn belangrijke kengetallen van de func-
ties beschreven. De afbeeldingen geven voor-
beelden weer.
Temperatuurbesturing
Als een functie temperatuurgestuurd moet worden,
moet de temperatuurbesturing worden ingescha-
keld (tc = temperature control). In de Afb. 12 is de
temperatuurbesturing ingeschakeld ("on").
Afb. 12: Kengetal temperatuurbesturing
Tijdsturing
Als een functie tijdgestuurd moet worden, moet de
tijdbesturing worden ingeschakeld en het tijdven-
ster worden ingesteld (cc = clock control). In de
Afb. 13 is de tijdbesturing ingeschakeld ("on").
Afb. 13: Kengetal tijdbesturing
Starttijd van het tijdvenster
Bij het instellen van de starttijd van een tijdvenster
wordt links van de starttijd het volgende weerge-
geven (zie Afb. 14):
n
nNummer van het tijdvenster 1 ... 3, waarvan de
starttijd werd ingesteld (hier: 1)
n"on"
Afb. 14: Kengetal tijdvenster Start
19
Eindtijd van het tijdvenster
Bij het instellen van de eindtijd van een tijdvenster
wordt links van de eindtijd het volgende weerge-
geven (zie Afb. 15):
n
nNummer van het tijdvenster 1 ... 3, waarvan de
eindtijd werd ingesteld (hier: 1)
n"off"
Afb. 15: Kengetal tijdvenster Eind
De starttijd ligt altijd voor de eindtijd! Word
geprobeerd de starttijd later dan de eindtijd in
te stellen, wordt de eindtijd automatisch mee-
geschoven.
Aftapbesturing
Als een functie aftapgestuurd moet worden, moet
de aftapbesturing worden ingeschakeld (Fc = flow
control). In de Afb. 16 is de aftapbesturing inge-
schakeld ("on").
Afb. 16: Kengetal aftapbesturing
Toerentalregeling van de circulatiepomp.
Als een functie toerentalgeregeld gestuurd moet
worden, moet het toerental van de circulatiepomp
worden ingesteld.
Afb. 17: Kengetal toerentalregeling pomp
Functiebeschrijvingen
De tabellen in dit gedeelte beschreven de kengetallen van de functies als volgt:
nDe regels bevatten de kengetallen in dezelfde volgorde zoals ze in de weergave verschijnen.
nDe kolommen bevatten van links naar rechts de volgende informatie:
Kolom Beschrijving
Weergave Voorbeeld voor de weergave bij het instellen van de kengetallen.
Kengetal Aanduidingen van de kengetallen en de onderlinge afhankelijkheid. Afhankelijk kenge-
tallen kunnen uitsluitend worden geselecteerd en ingesteld als de bovengelegen ken-
getal de waarde "on" heeft. Dit wordt als volgt weergegeven:
nBovengelegen kengetal: vet lettertype
nAfhankelijke kengetallen: onder de bovengelegen kengetallen naar rechts
geschoven
Voorbeeld: In de tabel van de functie Circulatie worden de kengetallen sensoringang,
inschakeltemperauur en uitschakeltemperatuur alleen weergegeven als de tempera-
tuurbesturing de waarde "on" heeft.
min., max.,
fabrieksinstelling onder- (min.) en bovengrens (max.) van het waardebereik van een kengetal alsook de
fabrieksinstelling. Bevat een waardebereik slechts enkele waardes, dan worden deze
afzonderlijk vermeld. Voorbeeld: "on", "oFF".
REMKO Regelaar verswaterstation
20
Warmtehoeveelheid
Berekent de geregistreerde warmtehoeveelheid
aan de hand van de volgende kengetallen:
nWarmwatertemperatuur, secundair
nKoudwatertemperatuur, secundair
nVolumestroom, secundair
Er zijn geen verdere instellingen noodzakelijk. De
functie kan alleen worden geactiveerd resp.
gedeactiveerd.
Afb. 18: Warmtehoeveelheid, berekening
Meetwaardeweergave: De weergave van de
meetwaarde geschiedt in het statusmenu. De hui-
dige capaciteit en de hoeveelheid dagwarmte
worden aansluitend in de verswaterwaarde weer-
gegeven.
Huidige thermische capaciteit: Door op "SET" te
drukken, wordt de bijbehorende max-waarde weer-
gegeven.
Afb. 19: Huidige thermische capaciteit, max.
waarde
Hoeveelheid dagwarmte: Door op "SET" te
drukken, worden afwisselend de totale warmtehoe-
veelheid en de hoeveelheid dagwarmte weerge-
geven.
Afb. 20: Weergave van totale warmtehoeveelheid
en de hoeveelheid dagwarmte
In de cascademodus geeft elke regelaar zijn
"eigen" berekende warmtehoeveelheid aan.
Kengetal min. max. Fabrieksinstelling
Activering on, oFF on
Circulatie
Schakelt een circulatiepomp temperatuur-, tijd en/
of aftapgestuurd aan en uit. De drie besturings-
modi zijn naar willekeur te combineren.
Temperatuurbesturing: Onderschrijdt de tempe-
ratuur op de circulatieterugloop de waarde Ton,
wordt de circulatiepomp dusdanig lang ingescha-
keld, totdat de temperatuur de waarde Toff bereikt.
De temperatuurbesturing is bij geactiveerde tijdbe-
sturing tijdelijk begrensd.
Tijdbesturing: Als de huidige tijd binnen een van
de 3 instelbare tijdvensters ligt, is de circulatie-
pomp:
ncontinu ingeschakeld, als de temperatuurbe-
sturing is uitgeschakeld ("oFF")
ntemperatuurgestuurd, als de temperatuurbestu-
ring is geactiveerd ("on")
Aftapbesturing: Kort aftappen (<5s) schakelt de
circulatiepomp voor de inschakelduur in. Na het
verstrijken van de inschakelduur blijft de circulatie-
pomp ten minste gedurende de duur van de wacht-
tijd uitgeschakeld. De aftapbesturing functioneert
onafhankelijk van de tijdbesturing.
21
Kengetal min. max. Fabrieksin-
stelling
Activering on, oFF oFF
Toerental-
regeling 0% 100% 40%
Temperatuur-
besturing (tc) on, oFF oFF
Inschakel-
temperatuur Ton 0 °C Toff -2 K 30 °C
Uitschakel-
temperatuur Toff Ton+2 K 95 °C 35 °C
Tijdbesturing
(cc) on, oFF oFF
Dag day: 1 tot day: 7 -
Tijdvenster 1
Start/Einde 0:00 23:59 6:00/8:00
Tijdvenster 2
Start/Einde 0:00 23:59 12:00/13:30
Tijdvenster 3
Start/Einde 0:00 23:59 18:00/20:00
Aftapbesturing
(fc) on, oFF oFF
Inschakelduur 1 min 10 min 2 min
Wachttijd 0 min 60 min 10 min
Verdeelklep in terugloop
Schakelt de verdeelklep in terugloop dicht. De
koudwatersensor is op uitgang R2 vooraf gedefini-
eerd.
Er zijn geen verdere instellingen noodzakelijk.
De functie kan alleen worden geactiveerd resp.
gedeactiveerd.
R2 aan bij TKW ≥ 28 °C
R2 uit bij TKW ≥ 23 °C
Afb. 21: Verdeelklep in terugloop
Meetwaardeweergave: De weergave van de meet-
waarde geschiedt in het statusmenu. De tempera-
tuur van de koudwatersensor en de bedrijfsuren
van de verdeelklep worden aansluitend op de ver-
swaterwaarden weergegeven.
Temperatuur van de koudwatersensor: Door op
"SET" te drukken, worden de bijbehorende min/
max-waarde weergegeven.
Afb. 22: Weergave van min/max-waarde
Bedrijfsuren van de verdeelklep: Door op "SET" te
drukken worden afwisselend de deltawaarde en de
opgetelde waarde van de bedrijfsuren weerge-
geven.
Afb. 23: Weergave van de deltawaarde en de
opgetelde waarde van de bedrijfsuren
In de cascademodus mag deze functie alleen
bij Master-regelaar zijn geactiveerd. In de
Slave-regelaar is deze functie geblokkeerd. De
Slave-regelaar verstuurt de koudwatertempera-
tuur aan de Master-regelaar. Als beide stations
actief zijn, wordt de hogere koudwatertempera-
tuur als schakelwaarde afgetrokken.
Kengetal min. max. Fabrieksinstelling
Activering on, oFF oFF
REMKO Regelaar verswaterstation
22
Geleidende warmwatertemperatuur
Dit past de streeftemperatuur van het warme drink-
water aan het temperatuurniveau van het bufferre-
servoir aan, voor voorwaarschuwingssystemen, die
uit bufferreservoirs zonder naverwarming worden
gevoed (Tww-streef= TVL - 5 K).
Deze functie functioneert met vaste parameters. Er
zijn geen verdere instellingen noodzakelijk. Als de
functie in bedrijf is, wordt deze door een knippe-
rende temperatuur weergegeven.
De functie kan alleen worden geactiveerd resp.
gedeactiveerd.
Afb. 24: Geleidende warmwatertemperatuur
In de cascademodus adviseren wij om deze
functie uitsluitend bij uitzonderingen te
gebruiken omdat bij het omschakelen van de
module rekening moet worden gehouden met
hogere temperatuurschommelingen. Als de
functie toch wordt geselecteerd, moet deze in
de master- en slave-regelaar worden geacti-
veerd. De functie werkt in beide regelaars
onafhankelijk van elkaar.
Kengetal min. max. Fabrieksinstelling
Activering on, oFF on
Thermische desinfectie
Het verswaterstation stelt hogere temperaturen
voor het warme drinkwater beschikbaar om zo
gevaarlijke bacteriën te doden. Gelijktijdig wordt de
circulatiepomp aangestuurd, voor zover de circula-
tiefunctie werd geactiveerd. Als er geen circulatie-
functie is geactiveerd, wordt alleen de streeftempe-
ratuur van het warme drinkwater verhoogt tot de
desinfectietemperatuur tijdens de gedefinieerde
periode.
Afb. 25: Thermische desinfectie
Voor de thermische desinfectie staat slechts één
tijdvenster per dag ter beschikking.
Kengetal min. max. Fabrieksin-
stelling
Activering on, oFF oFF
Desinfectietem-
peratuur 60 °C 80 °C 73 °C
Tijdsturing on, oFF on
Dag day: 1 tot day: 7 -
Tijdvenster 0:00 23:59 1:00/2:00
Cascade
Stuurt de cascademodus van twee verswatersta-
tions aan.
Beide regelaars worden via een communicatiebus
met elkaar verbonden. De verbindingskabel wordt
op beide regelaars op aansluiting 5, ^ aange-
sloten. Bij een minimale doorsnede van 0,25 mm2
mag de lengte van de buskabel niet langer zijn dan
3 meter. Er moeten 2-weg-kleppen in de koudwa-
terleiding zijn geïntegreerd en een R1 worden aan-
gesloten. De circulatiepomp moet daarbij ter
plaatse door beide modules in een gezamenlijke
circulatieboom zijn gemonteerd. Gebruik uitslui-
tend de originele REMKO-accessoires.
23
Afb. 26: Cascade
De cascadefunctie moet in beide regelaars zijn
geactiveerd, waarbij de ene regelaar als Master
(MA), de andere als Slave (SL) moet worden inge-
steld.
De Master-regelaar geeft de volgende informatie
aan de Slave door:
nOpdracht "dichtschakelen"
nOpdracht "wegschakelen"
nStreeftemperatuur warm drinkwater
nTijd en datum
Kengetal min. max. Fabrieksinstelling
Activering on, oFF oFF
Master /
Slave MA, SL MA
Alarmuitgang
Stuurt bij de volgende fouten de ingestelde uitgang
aan:
nSensorfout door kortsluiting of onderbreking
nVolumestroomfout: Er:1 1)
nElektronische overbelastingscontrole-/-zeke-
ring is geactiveerd: Er:2 ... Er:5 1)
1) meer hiertoe in
Ä
Hoofdstuk 8 „Verhelpen van
storingen en klantenservice“ op pagina 32
De alarmuitgang is altijd actief
AANWIJZING!
De signaaluitgang RS mag alleen met lage
spanning tot 24 V en begrensde capaciteit
worden gebruikt.
4.5 Informatiemeldingen
Weer-
gave
Beschrijving
knippert
De geleidende temperatuur van het
warme drinkwater is actief.
REMKO Regelaar verswaterstation
24
5 Montage en demontage
AANWIJZING!
Hieronder wordt uitsluitend de installatie van
de regelaar beschreven. Volg bij het installeren
van de externe componenten (kleppen enz.) de
handleiding van de desbetreffende fabrikant.
Behuizing openen/sluiten
Frontplaat verwijderen
nFrontplaat
1
aan zijdelingse greepribben vast-
pakken
2
en naar voren trekken
3
(Afb. 27).
22
13
5
4
Afb. 27: Frontplaat verwijderen
1: Frontplaat
2: Greepribben
3: Frontplaat naar voren trekken
4: Schroef
5: Klemafdekking
Frontplaat aanbrengen
nFrontplaat
1
voorzichtig plaatsen en op de
behuizing drukken zodat deze vastklikt.
Klemafdekking verwijderen
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok!
Regelaar voor het verwijderen van de kle-
mafdekking van de stroomvoorziening kop-
pelen.
Controleer of de stroomvoorziening van het
geopende apparaat niet onbevoegd kan
worden ingeschakeld.
nSchroef
4
losdraaien (Afb. 27).
nKlemafdekking
5
verwijderen.
Klemafdekking plaatsen
nAfdekking
5
plaatsen.
nSchroef
4
met aanhaalmoment 0,5 Nm vast-
schroeven.
Behuizing monteren
De regelaar is goed gemonteerd. Dit gedeelte
hoeft alleen in acht te worden genomen bij service
(wissel van de regelaar).
√ De montagelocatie voldoet aan de noodzakelijke
toepassingsvoorwaarden; meer hiertoe in .
√ Het montageoppervlak is verticaal en maakt een
vrije montage op een goed toegankelijke positie
mogelijk.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok!
Voor het openen van de behuizing de rege-
laar loskoppelen van de stroomvoorzie-
ning.
Controleer of de stroomvoorziening bij een
geopende behuizing niet onbevoegd kan
worden ingeschakeld.
Behuizing niet als boorsjabloon gebruiken.
25
1. Indien noodzakelijk, de klemafdekking verwij-
deren.
2. Schroef voor bovenste montageopening
1
(Afb. 28) indraaien, zodat de schroefkop een
afstand van 5 ... 7 mm tot het montageopper-
vlak heeft.
3. Regelaar op bovenste montageopening in de
schroef hangen en verticaal uitlijnen.
4. Onderste montageopening
2
door de regel-
aarbehuizing markeren.
5. Regelaar verwijderen en de montageopening
voor de onderste schroef voorbereiden.
6. Regelaar op de bovenste montageopening
1
hangen en met de schroef door de
onderste montageopening
2
fixeren.
7. Klemafdekking plaatsen.
2
1
Afb. 28: Achterzijde van de regelaar met monta-
geopeningen boven
1
en onder
2
Demontage
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok!
Voor het openen van de behuizing het
apparaat loskoppelen van de stroomvoor-
ziening.
Alle werkzaamheden aan een geopend
apparaat moeten door een vakman worden
uitgevoerd.
1. Regelaar in omgekeerde volgorde zoals bij
de installatie demonteren; meer hiertoe in
Ä
Hoofdstuk 5 „Montage en demon-
tage“ op pagina 25.
2. De elektrische en elektronische compo-
nenten van de installatie verwijderen conform
de richtlijnen inzake het afvoeren van oude
elektro- en elektronica-apparatuur. Bij vragen
staan de plaatselijke instanties u ter beschik-
king.
REMKO Regelaar verswaterstation
26
6 Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting herstellen
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok!
Controleer of bij de in dit gedeelte omschreven
werkzaamheden voldoen aan de volgende
voorwaarden:
Tijdens de installatie moeten alle tot de
regelaar behorende leidingen worden los-
gekoppeld van de stroomvoorziening en
mogen deze niet onbevoegd op de stroom-
voorziening worden gekoppeld!
De aardlek-kabel (PE) van de stroomvoor-
ziening, pomp- en klepleidingen zijn in het
klemmenblok op een geaarde kabel aange-
sloten.
Alle leidingen worden dusdanig geplaatst
dat er niemand op kan staan of over kan
struikelen.
De kabels voldoen aan de in vermelde ver-
eisten.
De plaatselijke stroomvoorziening komt
overeen met de gegevens die op het type-
bordje van de regelaar staan.
De stroomkabel moet als volgt op de
stroomvoorziening worden aangesloten:
- met een stekker op een wandcontactdoos
of
- middels een gescheiden voorziening voor
volledige scheiding bij vaste plaatsing
De stroomvoorziening moet conform de
wettelijke en plaatselijke bepalingen van
het nutsbedrijf worden geplaatst.
AANWIJZING!
Risico op schade en onjuist functioneren.
Uitsluitend componenten aansluiten die de
in- en uitgangen van de regelaar niet over-
belasten; meer hiertoe op het typebordje
en in .
AANWIJZING!
De polariteit van de signaalin- en uitgangen
1-4 en RS is bij het aansluiten willekeurig.
Uitsluitend temperatuursensoren van het
type Pt1000 zijn toegestaan.
Sensorkabels met een min. afstand van
100 mm tot de stroomkabels plaatsen.
Gebruik geschermde sensorkabels als
inductieve bronnen aanwezig zijn, zoals
bijv. hoogspanningskabels, draadloze radi-
ozenders, magnetrons.
27
Positie van de aansluitklemmen
R3
E1
E2
Afb. 29: Aansluitklemmen in het onderste gedeelte van de regelaar (klemafdekking verwijderd)
Klemmenblok stroomaansluitingen:
L 1x fasekabel (stroomingang)
R1, Uitgang (Triac, voor pompen of kleppen)
R2 Schakelcontact REMKO RES klep (zwart)
R3 Uitgang (Relais, voor pompen of kleppen)
Lconst. 2x fasekabel continufase REMKO RES klep (bruin)
N 4x Null-kabel (gezamenlijk Null-kabel REMKO RES klep (blauw)
Opmerking: De uitgangen R1 en R2 zijn beveiligd middels een elektronische beveiliging.
Klemmenblok geaarde leiding:
PE 4x aarding (gezamenlijk aarding voor klemmenblok stroomaansluitingen)
Klemmenblok signalen:
1-4 4x sensoringang (temperatuursensor Pt1000)
5 1x communicatie-aansluiting voor cascade
RS1x signaaluitgang (potentiaalvrij relaiscontact voor lage spanningen)
PWM R1 2x besturingsuitgang (besturen van hoge efficiëntie pompen)
PWM R2 Aansluiten: PWM = bruin, ^ = blauw
^7x massa (gezamenlijke massa voor sensoringangen en communicatieaanslui-
tingen, alsook besturingsuitgangen)
Stiftbalk, alleen voor intern gebruik, 2 x ingang voor REMKO-FlowSonic (wit)
Kabelopeningen op de achterzijde van de behuizing
Trekontlastingen boven (2 identieke kunststofbruggen met elk 2 trekontlastingen, opgenomen in
de leveringsomvang)
Trekontlastingen onder
Kabelopeningen op de onderzijde van de behuizing
REMKO Regelaar verswaterstation
28
Kabelopeningen voorbereiden
De kabels kunnen door de openingen in de achter-
zijde van de behuizing of in de onderzijde van de
behuizing worden gebracht. De openingen zijn
voorgestanst en moeten voor het monteren naar
wens worden voorbereid.
Zo bereidt u de kabelopeningen aan de achter-
zijde van de behuizing voor:
1. Kabelopeningen
5
(Afb. 29) met een
geschikt werktuig uitbreken.
2. Kanten ontbramen
Zo bereidt u de kabelopeningen aan de onder-
zijde van de behuizing voor:
1. Benodigde kabelopeningen
8
(Afb. 29) links
en rechts met een geschikt mes insnijden en
uitbreken.
2. Kanten ontbramen.
Elektrische kabels aansluiten
√ Alle kabels zijn zonder spanning.
√ De kabelopeningen zijn voorbereid.
Sluit de leidingen met in acht neming van de vol-
gende punten aan:
nKabeladers toewijzen aan de aansluitklemmen,
zoals in het volgende gedeelte
Ä
„Klemmen-
toewijzing“ op pagina 30 wordt omschreven.
nStroomin- en uitgangen: Eerst PE aansluiten
en vervolgens N en L.
nTrekontlastingen:
- Eerst de trekontlastingen onder, vervolgens
de trekontlastingen boven toekennen.
- Bij het gebruiken van een trekontlasting
boven de kunststofbrug plaatsen, zoals hier-
onder wordt beschreven.
- Als de opening van een trekontlasting te groot
is, bijv. bij dunne kabels, moet u de trekontlas-
tingsbeugel omdraaien (buiging omlaag).
- Trekontlastingen uitsluitend gebruiken bij
kabelgeleiding door de onderzijde van de
behuizing. Bij kabelgeleiding door de achter-
zijde van de behuizing moeten externe trekont-
lastingen worden gebruikt.
Kunststofbruggen plaatsen/verwijderen
Zo plaatst u de kunststofbrug:
1. Rechter kunststofbrug eerst met de vergren-
deling plaatsen
1
(Afb. 30).
2. Andere zijde van de kunststofbrug omlaag
duwen
2
, totdat de veerklem vastklikt.
3. Linker kunststofbrug gespiegeld plaatsen
(vergrendeling links, veerklem rechts).
Afb. 30: Rechter kunststofbrug plaatsen
Zo verwijdert u de kunststofbrug:
1. Schroevendraaier op de rechter kunststof-
brug tussen de behuizing en veerklem
1
plaatsen
2
(Afb. 31).
2. Schroevendraaier voorzichtig naar links
drukken
3
. Daarbij de veerklem
1
naar
rechts heffen totdat de kunststofbrug
4
vrij
is.
3. Kunststofbrug met de vrije hand naar boven
wegtrekken
5
.
4. Linker kunststofbruggen overeenkomstig ver-
wijderen.
Afb. 31: Rechter kunststofbrug verwijderen
29
Klemmentoewijzing
De volgende tabellen en schakelschema's
beschrijven de toekenning van de externe compo-
nenten (pompen, sensor) tot de regelaarklemmen
van de desbetreffende Friwa variant.
Ingangen
Klem Stand-alone-bedrijf / cascade-
modus
1, ^Voorlooptemperatuur, primair (TVL)
2, ^---
3, ^---
4, ^Koudwatertemperatuur, secundair
(TKW)
E.1, T Warmwatertemperatuur, secundair
E.1, V Volumestroom, secundair
Uitgangen
Klem Stand-alone-
bedrijf
Cascademodus
R1, N --- Schakelklep
R2, N Terugloopklep
(optioneel)
Terugloopklep
(optioneel op de
Master-regelaar)
R3, N --- ---
Lconst, N Primaire pomp,
secundaire pomp
(circulatie)
Primaire pomp,
secundaire pomp
(circulatie, op de
Master-regelaar)
PWM
R1, ^Primaire pomp Primaire pomp
PWM
R2, ^
Secundaire pomp
(circulatie)
Secundaire pomp
(circulatie, op de
Master-regelaar)
Rs, Rs Alarm Alarm
E.1
E.11
4
R2 R1
Lconst.
PWM (R)2
Lconst.
PWM (R)1
Afb. 32: De actieve klep R1 wordt in de regelaar-
weergave niet weergegeven.
REMKO Regelaar verswaterstation
30
7 Ingebruikname
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok!
Voer voor de eerste ingebruikname de in de
gedeeltes
Ä
Hoofdstuk 5 „Montage en demon-
tage“ op pagina 25 en
Ä
Hoofdstuk 6 „Elektri-
sche aansluiting“ op pagina 27 omschreven
maatregelen volledig uit.
Na een langere loskoppeling van de
stroomvoorziening moeten bij het inscha-
kelen de tijd en de datum worden ingesteld
(zie de stappen hieronder 1-5).
Opgeslagen functies, die niet met een tij-
dinstelling zijn verbonden, blijven ook na
een langere stroomuitval (> 15 minuten)
hun instellingen behouden.
De regelaar wordt voor de levering vooraf inge-
steld. U hoeft uitsluitend de tijd en datum in te
stellen (Afb. 33).
T
Afb. 33: Tijd instellen
T: Tijd
Opmerkingen betreffende de bediening
Binnen het bedieningsmenu kunnen waarden ach-
teraf worden gewijzigd. Dit geldt met name voor:
n"s/ESC/r" blokgewijs vooruit- en terugnavi-
geren
(Afb. 33: "s" = vooruit; "ESC/r" = terug).
nNavigeren (met "s/ESC/r") is uitsluitend
mogelijk na het afsluiten van een blok.
nHet achteraf wijzigen van een blok wordt opge-
start met "SET".
Zo neemt u de regelaar in gebruik:
1. Stroomvoorziening van de regelaar her-
stellen.
- Tijd 12:00 wordt weergegeven.
- 12 knippert (Afb. 34)
2. "sr" indrukken om de uren in te stellen.
3. " SET" indrukken. De minuten knipperen.
4. "sr" indrukken om de minuten in te stellen.
5. " SET" indrukken.
6. Herhaal stap 4 en 5 om ook het jaar, de
maand en de dag in te stellen.
Afb. 34: Tijd instellen
31
8 Verhelpen van storingen
en klantenservice
Foutoplossing
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok!
Apparaat direct van de stroomvoorziening
loskoppelen als een bedrijf zonder gevaar
niet meer kan worden gewaarborgd, bijv.
bij zichtbare schade.
Apparaat van stroomvoorziening loskop-
pelen, voordat u de behuizing opent.
Alle werkzaamheden aan een geopend
apparaat moeten door een vakman worden
uitgevoerd.
De regelaar is een kwaliteitsproduct en werd
duurzaam vervaardigd voor jarenlang continu
gebruik. Neem de volgende punten in acht:
De oorzaak van een fout ligt veelal niet bij
de regelaar maar bij een van de aange-
sloten componenten.
De hieronder vermelde opmerkingen
betreffende foutopsporing verwijzen naar
de meest voorkomende oorzaken.
Stuur de regelaar pas op als u er zeker van
bent dat het niet een van de onderstaande
oorzaken betreft.
Algemene fouten:
De apparaten en componenten worden volgens de
modernste methodes gefabriceerd, en meervoudig
op feilloze werking gecontroleerd. Als er deson-
danks toch storingen optreden, controleer dan de
werking volgens de onderstaande lijst. Bij installa-
ties met binnen- en buitenunit moet eveneens het
hoofdstuk "Verhelpen van storingen en service" uit
beide bedieningshandleidingen worden opgevolgd.
Als alle controles zijn uitgevoerd en het apparaat
nog steeds niet probleemloos werkt, licht dan uw
gespecialiseerd bedrijf in!
REMKO Regelaar verswaterstation
32
Beschrijving van de fout Oorzaak Oplossing
Regelaar zonder functie
Weergave leeg/donker Stroomvoorziening van de regelaar
is onderbroken
nStroomkabel van de regelaar
controleren
nZekering van de stroomvoorzie-
ning controleren
Regelaar geeft continu 12:00 weer
"12" knippert Stroomvoorziening van de regelaar
is langer dan15 minuten onder-
broken
Tijd instellen Opgeslagen functies,
die niet met een tijdinstelling zijn
verbonden, blijven ook na een lan-
gere stroomuitval hun instellingen
behouden. De functies circulatie
(als tijdvenster "cc" werd geacti-
veerd) en thermische desinfectie
zijn uitgeschakeld
Primaire pomp loopt niet, hoewel drinkwater wordt afgetapt
Pompsymbool roteert Stroomvoorziening of besturingssig-
naal van de pomp is onderbroken Stroomkabel en besturingskabel
van de pomp controleren
Pomp zit vast Pomp soepel laten lopen, indien
nodig vervangen
Pompsymbool roteert niet Max. temperatuur van het warme
drinkwater werd kortstondig over-
schreden
geen fout
nPompsymbool roteert niet
nWeergave is rood
n knippert
Handmatige modus is ingescha-
keld, uitgang R1 is ingesteld op 0
(uit)
Bedrijfsmodus Automatisch inscha-
kelen
nPompsymbool roteert niet
nWeergave is rood
Kortsluiting of onderbreking van de
temperatuursensor
nOp de regelaar de huidige
waarde van de aangesloten
temperatuursensor opvragen
nSensoren en kabels controleren
Primaire pomp loopt, hoewel geen drinkwater wordt afgetapt
Pompsymbool roteert nComfortfunctie actief
nThermische desinfectie actief
nCirculatie actief
nSensor herkent aftappen
nPomp loopt ondanks blokkeer-
beveiliging
nevt. geen fout
nFuncties evt. deactiveren
nSensorfout E.1 (continue weer-
gave van een doorsstroming)
nPompsymbool roteert
nWeergave is rood
n wordt weergegeven
Handmatige modus is ingescha-
keld, uitgang H1 is ingesteld op
>10%
Bedrijfsmodus Automatisch inscha-
kelen
Primaire pomp loopt, drinkwater wordt afgetapt, geen warmtetransport in de warmtewisselaar
Pompsymbool roteert Lucht in het primaire circuit Primaire circuit op lucht controleren
Blokkeerkraan gesloten Blokkeerkraan controleren
Warmtewisselaar vervuild of ver-
kalkt Warmtewisselaar volgens de hand-
leiding van de fabrikant spoelen en
reinigen.
33
Foutmeldingen
Fouten worden weergegeven zoals hieronder weergegeven, de achtergrondverlichting is rood. De afbeel-
dingen van dit gedeelte geven systeemvoorbeelden.
Weergave
(voorbeeld) Beschrijving Oplossing
Op de weergegeven sensoringang werd
een onderbreking herkend (hier: senso-
ringang 4).
Op de sensoringang aangesloten kabel
en sensor controleren.
Op de weergegeven sensoringang werd
een kortsluiting herkend (hier: senso-
ringang 4).
Op de sensoringang aangesloten kabel
en sensor controleren.
De streeftemperatuur van het warme
drinkwater wordt niet bereikt. Mogelijke
oorzaken:
nReservoir niet voldoende verwarmd
nBlokkeerkraan in het primaire circuit
gesloten
nLucht in de leidingen
nPrimaire pomp defect
nWarmtewisselaar verkalkt
nReservoir verwarmen
nBlokkeerkraan controleren
nSysteem ontluchten
nPomp controleren
nWarmtewisselaar ontkalken
Op de uitgang R1 bestaat een kortsluiting
Mogelijke oorzaken:
nKlep defect
nBekabelingsfout
nKlep controleren
nBekabeling van R1 controleren
Uitgang R1 werd overbelast.
Oorzaak: De toegestane waarden op het
typebordje voor R1 worden continu over-
schreden, de uitgang is uitgeschakeld.
Elektrische gegevens van de klep contro-
leren, klep indien nodig vervangen. R1
wordt automatisch weer ingeschakeld.
Op de uitgang R2 bestaat een kortsluiting
Mogelijke oorzaken:
nKlep defect
nBekabelingsfout
nKlep controleren
nBekabeling van R2 controleren
Uitgang R2 werd overbelast. Oorzaak: De
toegestane waarden op het typebordje
voor R1 worden continu overschreden, de
uitgang is uitgeschakeld.
Elektrische gegevens van de klep contro-
leren, klep indien nodig vervangen. R2
wordt automatisch weer ingeschakeld.
REMKO Regelaar verswaterstation
34
Fout op sensor
Een fout op de sensor beïnvloedt alleen de functionaliteit waarvoor de sensor wordt gebruikt. De regelaar
kan de desbetreffende functie niet meer juist uitvoeren en stopt de regeling van deze functie. Alle overige
functies van de regelaar blijven conform de voorschriften functioneren.
Fout op sensor Klem Effect op de regelaar
Voorlooptemperatuur, primair (TVL) 1, ^De regelaar neemt 75°C als voorlopige
waarde aan, opdat de regeling verder kan
worden gebruikt.
Warmwatertemperatuur, secundair (TWW) 2, ^Regelaar gebruikt de temperatuurwaarde van
de sensor E.1, T voor de regeling.
Brontemperatuur, primair (TQ) 3, ^De brontemperatuur heeft geen effect op de
regeling.
Koudwatertemperatuur, secundair (TKW) 4, ^De koudwatertemperatuur heeft geen effect
op de regeling.
Warmwatertemperatuur, secundair E.1, T FriwaMini Basic en Premium: De regeling
stopt. FriwaMidi, FriwaMaxi, FriwaMega: Voor
de regeling wordt de warmwatertemperatuur
op de klemmen 2, ^ gebruikt. Daarom heeft
een fout op E.1, T geen effect op de regeling.
Volumestroom, secundair E.1, V‘ De regeling stopt.
Temperatuursensor Pt1000 controleren
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok!
Controleer of voor het openen van het apparaat alle kabels die naar het apparaat leiden van de stroom-
voorziening zijn losgekoppeld en dat deze niet onvoorzien op de stroomvoorziening kunnen worden aan-
gesloten!
1. Klemafdekking verwijderen.
2. Temperatuursensor afklemmen.
3. Weerstand van de temperatuursensor met Ohmmeter meten en met de onderstaande tabel verge-
lijken. Beperkte afwijkingen zijn toegestaan.
4. Klemafdekking plaatsen.
Toekenning temperatuur - weerstand
Temperatuur
[°C]
-30 -20 -10 0 10 20 30 40 50 60 70
Weerstand [Ω] 882 922 961 1000 1039 1078 1117 1155 1194 1232 1271
Temperatuur
[°C]
80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180
Weerstand [Ω] 1309 1347 1385 1423 1461 1498 1536 1573 1611 1648 1685
35
9 Index
A
Apparaat afvoeren............................................... 7
B
Bedrijfsmodus
Automatisch.................................................. 15
Handmatige modus....................................... 14
Off................................................................. 14
Vervangen..................................................... 13
Behuizing openen en sluiten.............................. 25
D
Demontage van de regelaar.............................. 26
F
Fout
Algemeen...................................................... 32
Meldingen..................................................... 34
Op de sensor................................................ 35
Oplossing...................................................... 32
Temperatuursensor....................................... 35
Functie activeren................................................ 18
Functies............................................................. 18
Functies instellen............................................... 17
Functies weergeven........................................... 18
G
Garantie............................................................... 6
Gebruik conform de voorschriften........................ 6
H
Herstellen naar de fabrieksinstelling.................. 18
I
Ingebruikname, tijd instellen.............................. 31
Instelmenu......................................................... 11
Instelmenu openen............................................ 16
Instelmenu – overzicht....................................... 16
K
Kabelspecificatie.................................................. 9
Kengetal
Aftapbesturing............................................... 20
Eindtijd van het tijdvenster............................ 20
Instellen......................................................... 19
Starttijd van het tijdvenster............................ 19
Temperatuurbesturing................................... 19
Tijdsturing..................................................... 19
Toerentalregeling van de circulatiepomp...... 20
Voorbeelden.................................................. 19
Klantendienst..................................................... 32
P
Pictogrammen voor functies.............................. 11
productgegevens................................................. 8
R
Recycling............................................................. 7
S
Storingen
Controle........................................................ 32
Mogelijke oorzaken....................................... 32
Oplossing...................................................... 32
Streeftemperatuur warm drinkwater instellen.... 17
Symbolen op de systeemgrafiek........................ 10
T
Thermische desinfectie inschakelen.................. 17
Tijd instellen................................................. 17, 31
V
Veiligheid
Algemene........................................................ 4
Eigenhandige modificaties ............................. 6
Eigenhandig herstellen van reserveon-
derdelen.......................................................... 6
Gevaren bij het niet-opvolgen van de vei-
ligheidsvoorschriften....................................... 4
Kwalificaties van het personeel....................... 4
Markering van instructies................................ 4
Opmerkingen voor de exploitant..................... 5
Opmerkingen voor inspectiewerkzaamheden. 6
Opmerkingen voor montagewerkzaamheden. 6
Veiligheidsbewust werken........................... 5, 6
Verhelpen van storingen en klantenservice....... 32
Verpakking, verwijderen....................................... 7
W
Weergave, overzicht.......................................... 10
Z
Zorg voor het milieu............................................. 7
REMKO Regelaar verswaterstation
36
37
REMKO Regelaar verswaterstation
38
Het advies
Via onze intensieve training
brengen we de vakkennis van
onze adviseurs steeds op de
nieuwste stand. Dit heeft ons de
reputatie opgeleverd, meer te
zijn dan een goede, betrouwbare
leverancier:
REMKO, een partner, die helpt
bij het oplossen van problemen.
De verkoop
REMKO beschikt niet alleen over
een goed uitgebouwd netwerk
van vertegenwoordigingen in
binnen- en buitenland, maar
ook over hoog gekwalificeerd
vakkundig personeel voor de
verkoop.
REMKO-medewerkers in de
buitendienst zijn meer dan alleen
verkoper: voor alles dienen zij
voor onze klanten adviseurs te
zijn in de airconditioning- en
warmtetechniek.
De servicedienst
Onze apparaten werken
nauwkeurig en betrouwbaar.
Als er onverhoopt toch een
storing optreedt, dan is de
REMKO servicedienst snel ter
plaatse. Ons omvangrijk netwerk
van ervaren speciaalzaken
waarborgt u altijd een snelle en
betrouw-bare service.
REMKO INTERNATIONAL
… en altijd dicht bij u in de buurt!
Maak gebruik van onze ervaring en advies
Technische wijzigingen en specificaties onder voorbehoud!
REMKO GmbH & Co. KG
Koel- en verwarmingstechniek
Im Seelenkamp 12 D-32791 Lage
Postfach 1827 D-32777 Lage
Telefon +49 5232 606-0
Telefax +49 5232 606-260
E-mail info@remko.de
Internet www.remko.de
7


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for REMKO EFS35 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of REMKO EFS35 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,65 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of REMKO EFS35

REMKO EFS35 User Manual - Dutch - 28 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info