443998
17
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/64
Next page
1
Remeha Selecta plus
• Hoog Rendement
gaswandtoestel
• Vermogens:
5 - 16 kW (cv)
5 - 24 kW (ww)
Technische informatie
Remeha Selecta plus
3
INHOUD
Voorwoord 7
1 Algemene toestelomschrijving 8
2 Constructie 11
2.1 Toesteluitvoering 11
2.2 Werkingsprincipe 11
3 Afmetingen en technische gegevens 13
3.1 Technische gegevens 13
3.2 Afmetingen 15
3.3 Bestektekst 16
4 Rendementsgegevens 17
4.1 Jaarrendement overeenkomstig de rendementsrichtlijn 17
4.2 Waterzijdig rendement 17
4.3 Jaargebruiksrendement voor tapwater 17
5 Toepassingsgegevens 18
5.1 Algemeen 18
5.2 Lucht- en rookgaszijdige toepassingsmogelijkheden 18
5.3 Hydraulische toepassingsmogelijkheden 18
5.4 Regeltechnische toepassingsmogelijkheden 18
Remeha Selecta plus
4
6 Bediening 19
6.1 Het bedieningspaneel 19
6.1.1 Algemeen 19
6.1.2 Opbouw van het bedieningspaneel 19
6.2 Betekenis van de verschillende modes 20
6.2.1 Algemeen 20
6.2.2 Temperatuurmode 20
6.2.3 Programmeermode (vrij toegankelijk) 20
6.2.4 Bedrijfsmode (vrij toegankelijk) 22
6.2.5 Mode ‘geforceerd Hoog’ 22
6.2.6 Mode ‘geforceerd Laag’ 23
6.3 Service tool voor de installateur 23
6.3.1 In gebruik nemen van de service tool 24
6.3.2 Wijzigen parameterwaarden 26
6.3.3 Temperatuur verhoging buffervat na einde warmwatervraag (II) 30
6.3.4 Driewegklep (J) 30
6.3.5 Pompstand c.v.-bedrijf (L.1) 30
6.3.6 Opwarmcyclus (o) 30
6.3.7 Detectietype w.w.-vraag (P) 30
6.4 Uitlezen van storingen 30
7 Installatievoorschrift voor de c.v.-installateur 32
7.1 Algemeen 32
7.2 Opstelling en bevestiging 32
7.3 Rookgasafvoer en luchttoevoer 34
7.3.1 Aansluitmogelijkheden 34
7.3.2 Type indeling in verband met afvoer rookgassen 34
7.3.3 Uitmonding 35
7.3.4 Overige eisen 36
7.3.5 Toelichting bij de rookgasafvoertabellen 36
7.3.6 Rookgasafvoertabel open situatie 38
7.3.7 Rookgasafvoertabel gesloten situatie 39
7.3.8 Vereenvoudigd CLV-systeem 40
7.3.9 CLV-systeem 41
5
7.4 Installatiegegevens 44
7.4.1 Condenswaterafvoer 44
7.4.2 Waterkwaliteit 44
7.4.3 Overstortventiel en expansievat 44
7.4.4 Circulatiepomp 45
7.4.5 Waterdoorstroming 46
7.4.6 Waterzijdige aansluitingen 46
7.5 Hydraulische voorschriften 46
7.5.1 Vloerverwarming 46
7.6 Zonneboilertoepassing 46
8 Installatievoorschrift voor de elektrotechnische installateur 47
8.1 Algemeen 47
8.2 Elektrotechnische specificaties 47
8.2.1 Netspanning 47
8.2.2 Beveiligingsautomaat 47
8.2.3 Watertemperatuurregeling 48
8.2.4 Watergebrekbeveiliging 48
8.2.5 Maximaalbeveiliging 48
8.3 Aansluitingen 48
8.4 Toestelregeling 49
8.4.1 Inleiding 49
8.4.2 Aan/uit-regeling 49
8.4.3 Modulerende regeling (op basis van ruimtetemperatuur) 50
8.4.4 Vorstbeveiliging 50
9 Installatievoorschrift voor de gastechnische installateur 51
9.1 Gasaansluiting 51
9.2 Gasdrukken 51
9.3 Gas-/luchtverhoudingsregeling 51
10 Inbedrijfstellingsvoorschrift 52
10.1 In bedrijf stellen 52
10.2 Uit bedrijf nemen 54
Remeha Selecta plus
6
11 Richtlijnen voor het lokaliseren en opheffen van storingen 55
11.1 Storingstabel 55
11.2 Storingscodes 55
12 Inspectie- en onderhoudsvoorschrift 58
12.1 Algemeen 58
12.2 Inspectie 58
12.2.1 Verbrandingstechnische controle van het toestel 58
12.2.2 Reiniging van de sifon en kijkglas 58
12.2.3 Controle van de ontstekingselektrode 58
12.2.4 Controle op lekkage (water-, gas- en rookgaszijdig) 59
12.2.5 Controle van de waterdruk 59
12.2.6 Controleren storingscodes 59
12.3 Onderhoud 59
7
VOORWOORD
Deze technische informatie bevat nuttige en belangrijke informatie voor het goed
functioneren en onderhouden van de Remeha Selecta plus, een condenserend c.v.-
wandtoestel met ingebouwde warmwatervoorziening. Tevens bevat het belangrijke
aanwijzingen om vóór het in bedrijf stellen en tijdens het in bedrijf zijn een veilig en
storingsvrij functioneren van het toestel mogelijk te maken. Lees vóór het in werking
stellen van het toestel deze handleiding goed door, maak u met de werking en de
bediening van de ketel goed vertrouwd en volg de gegeven aanwijzingen stipt op.
Indien u nog vragen heeft of verder overleg wenst aangaande specifieke onderwerpen
die op dit toestel betrekking hebben, aarzelt u dan niet contact met ons op te nemen.
De in deze technische informatie gepubliceerde gegevens zijn gebaseerd op de meest
recente informatie. Zij worden verstrekt onder voorbehoud van latere wijzigingen. Wij
behouden ons het recht voor om op ongeacht welk moment de constructie en/of uit-
voering van onze producten te wijzigen zonder verplichting eerder gedane leveranties
dienovereenkomstig aan te passen.
Wij wensen U veel warmte en comfort toe met uw Remeha Selecta plus.
Remeha Selecta plus
8
1 ALGEMENE TOESTELOMSCHRIJVING
De Remeha Selecta plus is een condenserend c.v.-toestel met ingebouwde warmwater-
voorziening voor wandmontage. Het toestel is gekeurd op de essentiële eisen van de
onderstaande richtlijnen:
- Gastoestellenrichtlijn nr. 90/396/EEG
- Rendementsrichtlijn nr. 92/42/EEG
- EMC-richtlijn nr. 89/336/EEG
- Laagspanningsrichtlijn nr. 73/23/EEG
- Richtlijn drukapparatuur 97/23/EEG (art. 3, lid 3)
CE identificatienummer: 0063BL3537
NOx-besluit: NOx BL017
Gaskeur HR:
De speciaal geconstrueerde aluminium warmtewisselaar is geschikt voor terugwinning
van zowel voelbare als latente warmte uit de rookgassen. Door het hoge rendement
voldoet het toestel ruimschoots aan de eisen van het label Gaskeur HR 107.
Gaskeur HR ww:
De Remeha Selecta plus is in het bezit van Gaskeur HR ww. Dankzij het hoge jaar-
taprendement 80,6% (H
i
) mag afhankelijk van de bruto warmtebehoefte voor tapwater,
volgens NEN 5128, een opwekkingsrendement tot 0,75 worden ingezet voor de EPC-
bepaling.
Gaskeur SV:
Een continu geregelde gas-/luchtkoppeling in combinatie met een volledig voor-
gemengde brander zorgt er voor dat een lage NOx- en CO-emissie bereikt wordt. Het
toestel is hierdoor tevens in het bezit van het label Gaskeur SV en voldoet derhalve
aan het NOx-besluit. De gesloten luchtkast maakt plaatsing in vrijwel elke ruimte
mogelijk.
Gaskeur NZ:
De Remeha Selecta plus is geschikt als naverwarmer voor zonneboilers. Het label
Gaskeur NZ (naverwarming zonneboilers) geldt in combinatie met de Remeha zonne-
boileraansluitset.
Gaskeur CW:
De Remeha Selecta plus is voorzien van een platenwarmtewisselaar en een c.v.-zijdig
buffervat voor een snelle warmwaterlevering. Dit toestel is in het bezit van het label
Gaskeur CW (toepassingsklasse 3). Qua comfortaspecten gaat de Remeha Selecta
plus nog duidelijk verder, dan Gaskeur CW vereist.
9
Toelichting Gaskeur CW-label:
Het Gaskeur CW-label is een prestatielabel voor gasgestookte warmwaterbereiders en
geeft aan dat het betreffende toestel bij de bereiding van warm tapwater voldoet aan
specifieke eisen met betrekking tot een aantal doelmatigheids- en comfortaspecten.
De Remeha Selecta plus voldoet aan toepassingsklasse 3 van dit label, en is daarmee
geschikt voor:
- CW tapdebiet van minimaal 6 l/min. van 60°C,
- een douchefunctie vanaf 6 l/min. tot tenminste 10 l/min. van 40°C,
- het vullen van een bad met 100 liter water van 40°C gemiddeld, binnen 12 min.,
- gelijktijdigheid van bovenstaande functies is niet vereist.
Remeha Selecta plus
10
2 CONSTRUCTIE
2.1 Toesteluitvoering
De Remeha Selecta plus is door zijn uitgekiende constructie bij uitstek geschikt voor
snelle, projectmatige installatie. De geringe afmetingen, het lage gewicht en de zeer
flexibele aansluitmogelijkheden maken het toestel breed inzetbaar in zowel nieuwbouw
als renovatieprojecten. In Afb 01 is de ruimtelijke indeling van het toestel weergegeven.
2.2 Werkingsprincipe
De Remeha Selecta plus is voorzien van een bemanteling die tevens als luchtkast
dient. Met behulp van de ventilator wordt lucht naar binnen gezogen via de luchtin-
laatklep. Aan de uitlaatzijde van de ventilator is een venturi geplaatst, waar het gas
wordt ingespoten. Afhankelijk van de instellingen, de warmtevraag en de heersende
temperaturen, gemeten door de temperatuursensoren, wordt het toerental van de ven-
tilator geregeld. De gas-/luchtkoppeling zorgt ervoor dat de hoeveelheid gas precies
op de hoeveelheid lucht wordt aangepast. Hierdoor ontstaat een optimale verbranding
over het gehele belastingbereik. Het gasluchtmengsel wordt in de venturi gemengd en
daarna naar de brander getransporteerd. Na de verbranding worden de hete rookgas-
sen door een aluminium pennenstructuur geleid. Hier zullen de rookgassen warmte
afdragen aan het c.v.-water in de warmtewisselaar. De waterdamp in de rookgassen
condenseert tegen de pennen. De warmte die bij dit condensatieproces vrijkomt (de
zogenaamde latente- of condensatiewarmte) wordt eveneens aan het c.v.-water over-
gedragen. Het gevormde condenswater wordt via een sifon aan de onderzijde van de
warmtewisselaar afgevoerd.
Combitoestel
De Remeha Selecta plus is een combitoestel. Dat wil zeggen dat er een voorziening
is ingebouwd waarmee sanitair water wordt verwarmd. Het openen van een warm-
waterkraan wordt gesignaleerd door een temperatuursensor die zich aan de koud-
waterinlaatzijde van de platenwarmtewisselaar bevindt. De pomp wordt ingeschakeld
en pompt warm c.v.-water, dat zich in een buffervat bevindt, naar de warmtewisselaar.
Hierdoor wordt een eventueel koude warmtewisselaar snel opgewarmd. Het c.v.-water
warmt vervolgens in een platenwarmtewisselaar het tapwater op. Als er gestopt wordt
met warmwater tappen, zal het toestel automatisch het buffervat weer op temperatuur
brengen. Een instelbare temperatuurschakeling houdt het buffervat op temperatuur.
Een driewegklep bepaalt of het verwarmingswater naar de c.v.-installatie stroomt, of,
via de platenwarmtewisselaar, voor warm tapwater zorgt. De driewegklep wordt elek-
trisch aangestuurd door de beveiligingsautomaat. De driewegklep is niet veerbelast en
verbruikt alleen stroom op het moment dat deze naar een andere stand loopt.
11
Comfort Master
De geavanceerde besturing van de Remeha Selecta plus, de zogenoemde Comfort
Master, zorgt voor een zeer betrouwbare warmtelevering. Dit houdt in dat het toestel
zeer praktisch om weet te gaan met negatieve invloeden uit de omgeving (zoals bij-
voorbeeld waterzijdige doorstromingsproblemen, luchttransportproblemen e.d.). Het
toestel zal bij dergelijke invloeden niet op storing gaan (vergrendeling) maar in eerste
instantie terug moduleren en eventueel, afhankelijk van de aard van de omstandighe-
den, tijdelijk uit gaan (blokkering of regelstop), om het na enige tijd gewoon opnieuw te
proberen. Zolang zich geen gevaarlijke situatie voordoet, zal het toestel altijd proberen
warmte te leveren.
Remeha Selecta plus
12
3 AFMETINGEN EN TECHNISCHE GEGEVENS
3.1 Technische gegevens
Toesteltype Remeha
Selecta plus
Algemeen
Belastingregeling modulerend
Nominaal vermogen (80/60°C) min. kW 5,1
max. (c.v.-bedrijf) kW 16
Nominale belasting (Hi) min. kW 5,2
(Hs) min. kW 5,8
Hi (c.v. / san.) max. kW 16,5 / 24,0
Hs (c.v. / san.) max. kW 18,3 / 26,7
Gas- en rookgaszijdig
Gasvoordruk mbar 20 - 30
Gasverbruik min. m
n
3
/h 0,6
(c.v. / san.) max. m
n
3
/h 1,9 / 2,7
NO
x
-jaaremissie (n = 1) ppm < 25
mg/kWh < 45
Rookgashoeveelheid (c.v. / san.) max. kg/h 26 / 39
Max. tegendruk (vollast) Pa 95
C.v.-zijdig
Waterinhoud buffervat
w.w. + pijpwerk
l
l
7
2,6
Minimale waterbedrijfsdruk bar 0,8
Maximale waterbedrijfsdruk bar 3
Watertemperatuur max. °C 110
Bedrijfstemperatuur max. °C 95
Sanitairzijdig **)
Gaskeur CW-klasse 3
Tapcapaciteit (60°C) l/min 6
Tapdrempel l/min 0,4
Jaartaprendement (H
i
) % 80,6
13
Spec. leidinglengte (10/12) *) m 18,5
Waterinhoud l 0,25
Werkdruk max. bar 8
Weerstand (nom. debiet)
incl. tapbegrenzer bar 1,2
excl. tapbegrenzer bar 0,1
Elektrisch
Opgenomen vermogen max. VA 130
stand by W 7
Beschermingsgraad IP 20
Nom. stroom kamerthermostaat A 0,11
Rest
Montagegewicht kg 41
Geluidsniveau op 1 m afstand van de ketel dB(A) 44
Tabel 01 Overzicht technische gegevens
*) De specifieke leidinglengte is de maximale, ongeïsoleerde leidinglengte (Ø 10/12 mm)
tussen het toestel en een keukentappunt, waarbij het toestel in de slechtst denkbare
zomersituatie binnen 30 seconden warmwater met een blijvende temperatuurs-
verhoging van 35°C levert.
**) Deze waarden gelden bij aardgas L
Remeha Selecta plus
14
3.2 Afmetingen
In Afb 02 zijn alle afmetingen weergegeven die van belang zijn voor de installatie van
het toestel.
Afb 02 Afmetingen
00W5H7900014
Ê Retour c.v. Ø 22 mm
É Aanvoer c.v. Ø 22 mm
Ï Gasaansluiting Ø 15 mm
Ð Verbrandingsluchttoevoer Ø 80 mm
Ñ Rookgasafvoer Ø 80 mm
Ó Sanitair koud Ø 15 mm
Ô Sanitair warm Ø 15 mm
Ò Condensafvoer Ø 25 mm
15
3.3 Bestektekst
Hoog Rendement gaswandtoestel met warmwatervoorziening (combitoestel).
Wandmontage door middel van meegeleverde ophangbeugel.
Jaarrendement overeenkomstig Gaskeur HR: 109,3% ten opzichte van Hi (98,3% t.o.v.
Hs) bij een belasting van 30% en een retourwatertemperatuur van 30°C. Hierdoor vol-
doet het toestel ruimschoots aan het Gaskeur HR 107.
Het jaartaprendement voor de Remeha Selecta plus bedraagt 80,6% ten opzichte van
Hi. Het toestel is in het bezit van het gaskeur HR ww.
Nominaal vermogen c.v.: 5,1 tot 16 kW.
Modulerend toestel met gietaluminium warmtewisselaar.
Gesloten wit gespoten plaatstalen geïsoleerde bemanteling, die tevens als luchtkast dient.
Luchttoevoer en rookgasafvoer komend van links of rechts aan te sluiten.
Belastingregeling door middel van gas-luchtkoppeling voor premix verbranding.
Aanvoertemperatuur van het toestel is instelbaar tussen 20 en 90°C.
Aansturing toestelregeling naar keuze: aan/uit door middel van twee- of driedraads
kamerthermostaten of modulerend met behulp van OpenTherm ruimtethermostaten.
Voorzien van Remeha’s Comfort Master, een microprocessor, die de besturings- en
beveiligingsautomaat aanstuurt. Isolatieklasse IP 20.
Aansluitmogelijkheden voor PC of universele service tool GST 1400 van Honeywell,
waarmee instellingen op het serviceniveau kunnen worden gewijzigd.
Het toestel heeft een ingebouwde vorst-, watergebrek- en maximaalbeveiliging. Met
ingebouwde manometer. Jaaremissie NOx < 25 ppm bij O
2
=0%, oftewel 45 mg/kWh.
en daardoor in het bezit van label Gaskeur SV.
Geschikt voor aardgas (L) met een nominale gasvoordruk van 20 - 30 mbar, en pro-
paan met een nominale gasvoordruk van 37 - 50 mbar.
Voorzien van c.v.-zijdig buffervat (7 liter), zodat snelle warmwaterlevering (6 l/min.
van 60°C) mogelijk is, waardoor het comfortniveau zelfs hoger ligt dan Gaskeur CW-3
vereist.
Zeer lage tapdrempel (0,4 l/min). Geschikt als naverwarmer voor zonneboilers (label
Gaskeur NZ)
Voorzien van interne sifon en automatische ontluchter.
Remeha Selecta plus
16
Accessoires
- Montageframe voor prefab montage (incl. koppelingen)
- Koppelingenset voor water- en gaszijdige aansluitingen
- Afdekplaat voor water- en gaszijdige aansluitingen
- Selecta plus Chip Card, voor communicatie met de universele service tool
GST 1400 van Honeywell
- Celcia regelaar
- Zonneboileraansluitset met o.a. een mengventiel.
- Geveldoorvoerset
- Servicekoffer
- Communicatiesoftware (RECOM) inclusief interface en kabel voor PC- of
PDA-koppeling
- Propaan ombouwset
17
4 RENDEMENTSGEGEVENS
4.1 Jaarrendement overeenkomstig de rendementsrichtlijn
109,3% ten opzichte van Hi (98,4% t.o.v. Hs) bij een belasting van 30% en een retour-
watertemperatuur van 30°C. Hierdoor voldoet het toestel ruimschoots aan het Gaskeur
HR 107.
4.2 Waterzijdig rendement
Tot 98% ten opzichte van Hi (88% t.o.v. Hs) bij een gemiddelde watertemperatuur van
70°C (80/60°C).
4.3 Jaargebruiksrendement voor tapwater
Het jaartaprendement voor de Remeha Selecta plus bedraagt 80,6% ten opzichte van
Hi. Het toestel is in het bezit van het gaskeur HR ww. Afhankelijk van de bruto warmte-
behoefte voor tapwater, volgens NEN 5128, kan een opwekkingsrendement tot 0,75
worden ingezet voor de EPC-bepaling.
Remeha Selecta plus
18
5 TOEPASSINGSGEGEVENS
5.1 Algemeen
De Remeha Selecta plus is zeer breed inzetbaar, zonder uitgebreide installatietech-
nische eisen. Dit, gekoppeld aan de geringe afmetingen, het lage geluidsniveau en
de mogelijkheden voor leidingmontage achter het toestel langs, zorgt er voor dat het
toestel bij uitstek geschikt is voor nieuwbouw- en renovatieprojecten. (Zie voor de
algemene voorschriften Par. 7.1 ).
5.2 Lucht- en rookgaszijdige toepassingsmogelijkheden
De Remeha Selecta plus is standaard zo uitgevoerd dat tijdens installatie nog kan
worden gekozen voor ‘open’ of ‘gesloten’ uitvoering. Doordat de rookgasaansluiting
en luchttoevoeraansluiting aan de bovenzijde van het toestel schuin achter elkaar
zijn geplaatst, kan de luchttoevoer zowel vanaf de linkerkant als vanaf de rechterkant
worden aangesloten. Luchttoevoer en rookgasafvoer in verschillende drukgebieden
behoort ook tot de mogelijkheden, net als toepassingen in een CLV-systeem. Directe
aansluiting op bouwkundige kanalen is niet toegestaan i.v.m. condensatie. Raadpleeg
Par. 7.3 voor de voorschriften en de rookgasafvoertabellen.
5.3 Hydraulische toepassingsmogelijkheden
De zeer geavanceerde Comfort Master van de Remeha Selecta plus en de relatief
lage waterzijdige weerstand zorgen ervoor dat het toestel in nagenoeg elk hydraulisch
systeem kan worden toegepast. Dankzij het c.v.-zijdige buffervat (7 liter) is een snelle
warmwaterlevering mogelijk, ook vanuit koude situaties. Dankzij de lage tapdrempel
van ca. 0,4 l/ min., kunnen praktisch alle typen mengkranen en spaardouchekoppen
worden toegepast.
5.4 Regeltechnische toepassingsmogelijkheden
De Remeha Selecta plus kan op de volgende manieren worden aangestuurd:
- twee- en driedraads aan/uit-kamerthermostaten (potentiaal-vrij)
- modulerende kamerthermostaten op basis van OpenTherm protocol (bijvoorbeeld
Remeha Celcia)
19
6 BEDIENING
6.1 Het bedieningspaneel
6.1.1 Algemeen
De Remeha Selecta plus is voorzien van een vooruitstrevende toestelbesturing, de
Comfort Master, die opgebouwd is uit o.a.:
- Besturingsautomaat met microprocessor
- Communicatiemogelijkheden met verschillende regelaars
- Eenvoudig bedieningspaneel, inclusief aansluiting voor PC, PDA of service tool.
6.1.2 Opbouw van het bedieningspaneel
De uitlezing en programmering van diverse regelparameters gebeurt d.m.v. een een-
voudig bedienbaar paneel, voorzien van een ‘reset’-toets, een display en een ‘prog.’-
toets, zie Afb 03.
Afb 03. Bedieningspaneel
00W5H7900010
Remeha Selecta plus
20
6.2 Betekenis van de verschillende modes
6.2.1 Algemeen
Nadat de elektrische voeding naar het toestel is ingeschakeld, of nadat het toestel
d.m.v. de ‘reset’-toets is ontgrendeld, wordt op het display de zogenaamde tempera-
tuurmode weergegeven. Door de ‘prog.’-toets telkens kort in te drukken, kan worden
gekozen uit de onderstaande 5 modes:
- temperatuurmode (zonder punt)
- programmeermode (punt brandt)
- bedrijfsmode (punt knippert)
- mode ‘geforceerd Hoog’ (h)
- mode ‘geforceerd Laag’ (l)
Daarnaast zijn via de PC, PDA of service tool aansluiting instellingen op service- en
fabrieksniveau te wijzigen. De instellingen die door middel van de universele service
tool van Honeywell zijn te wijzigen, staan beschreven in Par. 6.3.
6.2.2 Temperatuurmode
In de temperatuurmode wordt met één cijfer de ketelwatertemperatuur per 10°C weer-
gegeven. Als op het display bijvoorbeeld het cijfer 6 verschijnt, wil dat zeggen dat de
temperatuur 60°C ± 5°C is. In de temperatuurmode brandt of knippert de punt niet.
6.2.3 Programmeermode (vrij toegankelijk)
De programmeermogelijkheden zijn in zes groepen (I t/m VI) verdeeld, zie Tabel 02.
In elke groep kan maximaal één instelling actief zijn. Achter de geactiveerde instelling
knippert de punt. Wilt u een andere instelling kiezen, houd dan de ‘prog.’-toets lan-
ger dan 1 sec. ingedrukt op de gewenste instelling. Deze keuze wordt dan actief. Dit
wordt bevestigd doordat het getoonde cijfer of de getoonde letter tweemaal knippert.
Als u aan het einde van de lijst bent gekomen (keuze F), en u drukt nogmaals op de
‘prog.’-toets, dan verschijnt opnieuw de letter P op het display. Als u nu de ‘prog.’-
toets langer dan 1 sec. ingedrukt houdt, verlaat u de programmeermode en komt u
terecht in de bedrijfsmode. De gewijzigde instelling wordt automatisch bewaard.
Opmerking: Als in de programmeermode 1 min. geen toets wordt ingedrukt, volgt een
automatische terugkeer naar de temperatuurmode.
In de programmeermode kunnen enkele belangrijke instellingen veranderd worden,
zoals bijvoorbeeld de gewenste taptemperatuur en het tapcomfort. Door vanuit de
temperatuurmode de ‘prog.’-toets één keer kort in te drukken, verschijnt de letter P
op het display. Wordt vervolgens de ‘prog.’-toets langer dan 1 sec. ingedrukt, dan
knippert de letter P tweemaal en komt u in de programmeermode. Door nu telkens
opnieuw kort op de ‘prog.’-toets te drukken, verschijnen op het display de cijfers en
21
letters van de betreffende parameter. Deze lopen van ! tot F, en hebben de vol-
gende betekenis:
Groep Keuze Omschrijving Toelichting
I
!
@
#
$*
Comfortniveau 1
Comfortniveau 2
Comfortniveau 3
Comfortniveau 4**)
Hoe hoger het niveau, hoe sneller
u warm water heeft. Hoe lager het
niveau, hoe zuiniger het toestel is.
(zie parameter r, Tabel 05)
II
%
^
C.V.-bedrijf AAN en
warmwaterbedrijf AAN**)
C.V.-bedrijf AAN en
warmwaterbedrijf UIT
In een vakantieperiode kunt u met
instelling ^ voorkomen dat het tap-
watersysteem op temperatuur wordt
gehouden. Met uw kamerthermos-
taat kunt u bepalen of uw huis op
temperatuur wordt gehouden.
III
&
*
(*
Taptemperatuur 45 °C
Taptemperatuur 55 °C
Taptemperatuur 60 °C **)
Met deze optie kunt u de tapwater-
temperatuur instellen.
(zie parameter 3, Tabel 05)
IV
A
B
C*
C.V.-aanvoertemperatuur
60 °C
C.V.-aanvoertemperatuur
75 °C
C.V.-aanvoertemperatuur
90 °C **)
In de minder koude perioden van het
jaar hoeven de radiatoren niet zo heet
opgestookt te worden. U kunt met
deze parameters de aanvoertempera-
tuur verlagen. Dit hoeft niet als u een
modulerende regelaar heeft.
(zie parameter 1, Tabel 05)
V
D*
E
Pomp 3 minuten
nadraaien **)
Pomp continu draaien
Indien er gevaar is dat uw ver-
warmingssysteem bevriest, is een
continue watercirculatie wenselijk. U
realiseert dit met instelling E.
(zie parameter 2, Tabel 05)
VI
F
(met knip-
perende
punt)
F
(punt knip-
pert niet)
Pompstand tijdens
C.V.-bedrijf. Parameter
F. geselecteerd (punt
knippert) betekent: pomp
draait snel
Met deze parameter kunt u kiezen
of de pomp tijdens C.V.-bedrijf snel
of langzaam draait. Als u kiest voor
de parameter F zonder knipperende
punt, dan is de pompsnelheid te
veranderen met de schakelaar op
de pomp.
(zie Par. 7.4.4)
Tabel 02. Overzicht en betekenis parameters
*) de waarde die bij deze instelling hoort is door de installateur te veranderen en werkt
natuurlijk alleen als deze instelling geactiveerd is.
**) fabrieksinstellingen
Remeha Selecta plus
22
6.2.4 Bedrijfsmode (vrij toegankelijk)
In de bedrijfsmode kan afgelezen worden met welke stap van het programma de
besturingsautomaat bezig is. Zo is te zien of het toestel aan het ventileren of aan
het ontsteken is. De bedrijfsmode is te bereiken door vanuit de temperatuurmode de
‘prog.’-toets twee keer kort in te drukken. In deze mode zal de punt knipperen. Op het
display zal nu een cijfer of letter verschijnen. In Tabel 03 kunt u zien wat de betekenis is.
Stap Omschrijving
0
Rust, geen warmtevraag.
1
Voorventileren / naventileren.
2
Ontsteken.
3
Branden c.v.-bedrijf.
4
Branden tapwaterbedrijf.
5
Wachten op voldoende hoog toerental.
6
Aanvoertemperatuur meer dan 5°C boven setpoint (= normale regelstop
tijdens c.v.-bedrijf).
7
Nadraaien pomp c.v.-mode.
8
Nadraaien pomp tapwatermode.
9
Brander uit door een:
regelstop tijdens warmwaterbedrijf of
te hoge stijgsnelheid van de aanvoertemperatuur of
te groot verschil (>45°C) tussen aanvoer- en retourtemperatuur of
aanvoertemperatuur overschrijding (> 95°C) tijdens c.v.-bedrijf.
h
Branden in mode ‘geforceerd Hoog’.
l
Branden in mode ‘geforceerd Laag’.
Tabel 03. Betekenis uitlezing Bedrijfsmode
Opmerking: Als in de bedrijfsmode 1 min. geen toets wordt ingedrukt, volgt een auto-
matische terugkeer naar de temperatuurmode.
6.2.5 Mode ‘geforceerd Hoog’
In de mode ‘geforceerd Hoog’ brandt het toestel maximaal 15 minuten op zijn maxima-
le vermogen. Dit is het vermogen dat is ingesteld voor tapwaterbedrijf. Deze mode is
te bereiken door vanuit de temperatuurmode de ‘prog.’-toets drie keer kort in te druk-
ken. De letter h verschijnt dan op het display. Bij langer dan 1 sec. indrukken van de
‘prog.’-toets, wordt de mode ‘geforceerd Hoog’ actief. Dit wordt bevestigd doordat de
letter h tweemaal knippert. U kunt deze mode voortijdig beëindigen door de ‘prog.’-
toets nogmaals langer dan 1 sec. in te drukken.
23
6.2.6 Mode ‘geforceerd Laag’
In de mode ‘geforceerd Laag’ brandt het toestel maximaal 15 minuten op zijn minimale
vermogen. Deze mode is te bereiken door vanuit de temperatuurmode de ‘prog.’-toets
vier keer kort in te drukken. De letter l verschijnt dan op het display. Bij langer dan 1
sec. indrukken van de ‘prog.’-toets, wordt de mode ‘geforceerd Laag’ actief. Dit wordt
bevestigd doordat de letter l tweemaal knippert. U kunt deze mode voortijdig beëin-
digen door de ‘prog.’-toets nogmaals langer dan 1 sec. in te drukken.
6.3 Service tool voor de installateur
Met een PC (laptop), PDA of de universele service tool GST 1400 van Honeywell, kunt
u parameters van de beveiligingsautomaat bekijken en veranderen. Daarnaast kunt u
temperaturen, toerentallen en toestanden van bepaalde in/uit-componenten uitlezen en
storingen bekijken.
Voor het gebruik van een PC (laptop) of PDA als servicetool in combinatie met de
Remeha RECOM communicatiesoftware, verwijzen wij u naar de separaat beschik-
bare documentatie (of kijk op onze internetsite voor de professionele gebruiker:
nl.remeha.com).
Er zijn 3 niveaus aangebracht in de parameterlijst:
1. Gebruikersniveau; op dit niveau zijn dezelfde instellingen te veranderen als via de
‘prog-toets’ op de ketel. Dit niveau is voor iedereen zonder toegangscode bereikbaar.
2. Installateursniveau; alleen toegankelijk door de ‘service code’ (12) in te vullen. U
kunt dan meer en verdergaande instellingen veranderen.
3. Fabrieksniveau; dit niveau is alleen bereikbaar voor Remeha.
Afb 04. Universele service tool GST 1400
pdf
Remeha Selecta plus
24
De GST 1400 heeft 6 bedieningstoetsen (zie Afb 04). Om naar een bepaald hoofdstuk
te gaan, gebruikt u de toetsen hoofdstuk-verder en hoofdstuk-terug. De meeste hoofd-
stukken zijn verdeeld in paragrafen. Deze zijn te bereiken met de paragraaf-verder
en de paragraaf-terugtoetsen. De ‘+’ toets wordt gebruikt om parameterwaarden te
verhogen en om bepaalde acties te starten (bijvoorbeeld: laden van een tabel). Met de
‘-‘ toets verlaagt u de parameterwaarden.
6.3.1 In gebruik nemen van de service tool
In gebruik nemen van de GST 1400:
- Koppel de vlakbandkabel van de GST 1400 aan de PC-connector aan de voorzijde
van de ketel
- (zie voor aansluitpunt Afb 03).
- Steek de Selecta plus Chip Card (Remeha accessoire) boven in de GST 1400.
- In het display verschijnt nu de tekst:
Identificatie
Stel uw code in
<service code>
0
- Als U in het serviceniveau instellingen wilt wijzigen, verander dan met de ‘+’-toets
de ‘0’ in een ‘12’.
- Door tweemaal op de paragraaf-verder-toets te drukken, verschijnt de tekst:
1.00 sensoren
temperaturen
De informatie in de GST 1400 is opgeslagen in hoofdstukken. In de onderstaande
tabel is weergegeven wat de inhoud van ieder hoofdstuk is.
hoofdstuk informatie
1-2 uitlezen temperaturen sensoren
3 uitlezen setwaarde temperaturen
4 uitlezen in/uit-toestanden van de in- en uitgangen
5 laden van parameters in werkgeheugen
6 wijzigen en uitlezen parameters gebruikersniveau
7 wijzigen en uitlezen parameters serviceniveau
8 wijzigen en uitlezen parameters fabrieksniveau
25
9 wegschrijven parameters uit werkgeheugen naar ander geheugen
10 laden van storingenlijst in werkgeheugen
11 uitlezen van de storingenlijst
12 wegschrijven van de storingenlijst in werkgeheugen naar tijdelijke tabel
13 wissen van storingenlijst
14 dataloggen uit automaat
15 wegschrijven logdata naar PC
Tabel 04. Hoofdstukken in GST 1400
De waarde van de parameters is opgeslagen in geheugens en tabellen. In onder-
staand schema is weergegeven hoe de relatie tussen de diverse geheugens en tabel-
len is.
- Tabel automaat: parametertabel in de beveiligingsautomaat.
- Werkgeheugen: werkgeheugen van de GST 1400. Om parameters te wijzigen, dient
de informatie eerst in dit werkgeheugen geladen te worden.
- Fabriekstabel: lijst met fabrieksinstellingen. Deze lijst staat op de Chip Card en is
alleen te lezen; niet te veranderen.
- Tabel ‘tijdelijk 1 geg.’ en ‘tijdelijk 2 geg.’: ‘parkeerplaatsen’ voor parameterwaarden.
Als u parameters wilt veranderen, is het verstandig eerst de waarden zoals die nu
in de automaat staan op te slaan in één van de tijdelijke tabellen. Zo kunt u later
altijd de originele waarden terug zetten.
Afb 05. Gegevensstroom parameters
pdf
Remeha Selecta plus
26
6.3.2 Wijzigen parameterwaarden
Om de instellingen van de automaat te wijzigen, dient u deze eerst te laden in het
werkgeheugen van de GST 1400. Ga daarvoor naar paragraaf 5.02. In het display
verschijnt de tekst:
5.02 parameters auto-
maatgegevens
laden
+ = Laden
- druk op de ‘+’ toets om de automaatgegevens in de GST 1400 te laden.
- ga naar de te wijzigen parameter in hoofdstuk 6 of 7
- wijzig de parameter naar wens
Om de nieuwe waarde(n) in de beveiligingsautomaat te zetten, dient u het huidige
werkgeheugen (met aangebrachte wijzigingen) over te schrijven naar de automaat.
- Ga naar paragraaf 9.01. In het display verschijnt de tekst:
9.01 werkgeh.
schrijven naar
automaat
+ = Schrijven
- Druk nu op de ‘+’ toets en de (gewijzigde) gegevens van het werkgeheugen worden
overgezet in de automaat.
Ontkoppel de GST 1400 van het bedieningspaneel en de Comfort Master werkt nu
volgens de laatst geprogrammeerde instellingen.
Par. nr. in
GST 1400
Toelichting Display-aanduiding
in GST 1400
Para-
meter
Instelbereik Fabr.
inst.
6.01 maximale
aanvoertem-
peratuur tijdens
c.v.-bedrijf
6.01 gebruiknivo
1 max. Ta bij
c.v.-bedrijf
90 °C
1 20 t/m 90 °C 90
6.02 pompnadraai-tijd
na c.v.-bedrijf
6.02 gebruiknivo
2 pompnadr.tijd
c.v.-bedrijf
3 min
2 0: 10 sec.
1-15: min
3
27
6.03 warmwater-tem-
peratuur
6.03 gebruiknivo
3 temperatuur
warmwater
61 °C
3 20 t/m 75 °C 61
6.04 detectie-tempe-
ratuur voor w.w.-
vraag
6.04 gebruiknivo
r detectietemp.
w.w.-vraag
32 °C
r 25 t/m 65 °C 35
Tabel 05. parameters gebruikersniveau
Par. nr. in
GST 1400
Toelichting Display-aanduiding
in GST 1400
Para-
meter
Instelbereik Fabr.
inst.
7.01 Maximale
aanvoertem-
peratuur tijdens
gedwongen
deellast
7.01 servicenivo
4 max. aanv.temp
gedwongen deell.
89 °C
4 20 t/m 90 °C 89
7.02 Niet wijzigen 7.02 servicenivo
6.1 vollasttoer.
vent. c.v.-bedr.
3900 omw/min
6 10 t/m 60
omw/min
(honderdtallen)
39
7.03 Niet wijzigen 7.03 servicenivo
6.2 vollasttoer.
vent. c.v.-bedr.
0 (x1)omw/min
6 0 t/m 99
omw/min
(eenheden)
00
7.04 Ventilatortoe-
rental vollast
c.v.-bedrijf (hon-
derd-tallen)
7.04 servicenivo
C.1 vollasttoer.
vent. w.w.-bedr.
5400 omw/min
C 10 t/m 60
omw/min
(honderdtallen)
54
7.05 Niet wijzigen 7.05 servicenivo
C.2 vollasttoer.
vent. w.w.-bedr.
50 (x1)omw/min
C 0 t/m 99
omw/min
(eenheden)
50
7.06 Niet wijzigen 7.06 servicenivo
7.1 deell.toer.
vent. w.w. + c.v
2300 omw/min
7 10 t/m 60
omw/min
(honderdtallen)
23
Remeha Selecta plus
28
7.07 Niet wijzigen 7.07 servicenivo
7.2 deell.toer.
vent. w.w. + c.v
0 (x1)omw/min
7 0 t/m 99
omw/min
(eenheden)
00
7.08 Startpunt terug-
modu-leren op
T
7.08 servicenivo
8 startp. terug-
moduleren op T
25 °C
8 5 t/m 30 K
verschil tussen
aanvoer- en
retourtempera-
tuur
25
7.09 Niet wijzigen 7.09 servicenivo
b inschakeldiff.
w.w.-bedrijf
1 °C
b 1 t/m 5°C 1
7.10 Gedwongen
deellasttijd na
start op c.v.
7.10 servicenivo
G tijd gedwongen
deell. c.v.-bedrijf
3 min.
G 0 t/m 15 min. 3
7.11 Niet wijzigen 7.11 servicenivo
H starttoerental
2500 omw/min
H 10 t/m 60
omw/min
(honderdtallen)
25
7.12 Temperatuur-
verhoging buf-
fervat na einde
w.w.- vraag (zie
toelichting in
Par. 6.3.3)
7.12 servicenivo
|| temp.verhoging
buffervat
na einde w.w.
13 °C
II -5 t/m 15°C 12
7.13 Driewegklep (zie
toelichting in
Par. 6.3.4)
7.13 servicenivo
J driewegklep
normaal
J normaal/
geïnverteerd
nor-
maal
7.14 Pompstand tij-
dens c.v.-bedrijf
(zie toelichting in
Par. 6.3.5)
7.14 servicenivo
L.1 pompstand
c.v.-bedrijf
laag
L laag/hoog laag
7.15 Pompstand tij-
dens nadraaien
na c.v.-bedrijf
7.15 servicenivo
L.2 pompstand
na c.v.-bedrijf
laag
L laag/hoog laag
29
7.16 Niet wijzigen 7.16 servicenivo
n inschakeldiff.
c.v.-bedrijf
3 °C
n 0 t/m 20°C 3
7.17 Opwarm-cyclus
bij stromings-
schakelaar (zie
toelichting in
Par. 6.3.6)
7.17 servicenivo
o opwarmcyclus
bij strom.schak.
7 uur
o 1 t/m 10 uur 7
7.18 Detectietype
w.w.-vraag (zie
toelichting in
Par. 6.3.7)
7.18 servicenivo
P detectietype
w.w.-vraag
sensor
P combi met
buffer
combi zonder
buffer
solo
combi
met
buffer
7.19 Maximale blok-
keringstijd bij
blijvende warm-
tevraag
7.19 servicenivo
U max.blokk.tijd
blijv. warmtevr.
15 min.
U 0 t/m 99 min 15
min.
7.20 Niet wijzigen 7.20 servicenivo
51 diff. einde
w.w.- vraag
8 °C
51 5 t/m 30°C 8
7.21 Niet wijzigen 7.21 servicenivo
I overtemp. w.w.
I 0 t/m 30°C 20
7.22 Minimale bui-
tentempera-tuur
voor stook-lijn
7.22 servicenivo
min.buiten
stooklijn
52 - 15 t/m 1°C - 3
7.23 Niet wijzigen 7.23 servicenivo
overtemp. primair
warmtevr.
53 0 t/m 60°C 20
7.24 Niet wijzigen 7.24 servicenivo
max. vermogen c.v.
-- 0
7.25 Niet wijzigen 7.25 servicenivo
minimaal % c.v.
laaglastt
-- 100
Tabel 06. parameters serviceniveau
Remeha Selecta plus
30
6.3.3 Temperatuur verhoging buffervat na einde warmwatervraag (II)
Instelbaar van –5°C tot en met 15°C, fabrieksinstelling: 12.
Na elke tapwatervraag wordt het buffervat opgewarmd tot een temperatuur van
T
set ww
+ parameter II. (bijvoorbeeld: 60°C + 12°C = 72°C) Indien u een hogere T
set ww
kiest, kan het nodig zijn om deze parameter te verlagen.
6.3.4 Driewegklep (J)
Instelbaar op normaal of geïnverteerd, fabrieksinstelling: normaal
Normaal zit de A-poort richting c.v. en de B-poort richting w.w.. Als na uitwisseling
van de driewegklep blijkt, dat deze poorten zijn omgedraaid, dan kunt u dit eenvoudig
herstellen door deze parameter te wijzigen in: geïnverteerd.
6.3.5 Pompstand c.v.-bedrijf (L.1)
Instelbaar op laag of hoog, fabrieksinstelling: laag
Indien bij de laagste stand de restopvoerhoogte niet voldoende is, kunt een hogere
pompstand instellen. Wijzig deze parameter dan in: hoog
6.3.6 Opwarmcyclus (o)
Instelbaar van 1 tot en met 10 uur, fabrieksinstelling: 7
Bij tapdetectie met een stromingsschakelaar (parameter P), zal het buffervat om de
7 uur opgewarmd worden. Zet u deze parameter lager, dan wordt het tapcomfort hoger
(sneller warm water). De fabrieksinstelling zal vrijwel altijd voldoen.
6.3.7 Detectietype w.w.-vraag (P)
Instelbaar op combi met buffervat, combi zonder buffervat en solo, fabrieksinstelling:
combi met buffervat
Het openen van een warmwaterkraan wordt gesignaleerd door een temperatuursensor
die zich aan de koudwaterinlaatzijde van de platenwarmtewisselaar bevindt. Bij toe-
passing van een zonneboiler zal de tapwaterdetectie geschieden door middel van een
(meegeleverde) stromingsschakelaar. Deze wordt automatisch gedetecteerd door de
besturingsautomaat.
6.4 Uitlezen van storingen
Het uitlezen van storingen kan, behalve via een PC (laptop) of PDA in combinatie
met de Remeha RECOM communicatiesoftware, ook met de GST 1400. De storingen-
informatie wordt ook opgeslagen in een werkgeheugen en tabellen. In Afb 06 stro-
mingsschema is weergegeven hoe de informatiestroom loopt.
31
Afb 06. Gegevensstroom storingen
pdf
In hoofdstuk 10 kunt u storingen van de automaat laden in het werkgeheugen.
Ga naar parargraaf 10.01. In het display verschijnt de tekst:
10.01 storingen
uit automaat
laden
+ = Laden
In hoofdstuk 11 kunt u vervolgens de storingsinformatie bekijken. Bij elke storing wordt
weergegeven:
1. de storingscode (zie paragraaf 11.1)
2. de programmastap waarin de storing is opgetreden (zie paragraaf 11.2)
3. de temperaturen tijdens het optreden van de storing (zie paragraaf 11.3)
4. de tijd tussen deze storing en de vorige (paragraaf 11.4)
In hoofdstuk 12 kunnen storingen van de ketelautomaat worden weggeschreven naar
een tijdelijke tabel (‘tijdelijk 1’).
Tenslotte kunt u in hoofdstuk 13 alle storingsinformatie wissen (storingen uit de auto-
maat, paragraaf 13.1 en storingen uit de tijdelijke tabel, paragraaf 13.2).
Remeha Selecta plus
32
7 INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE C.V.-INSTALLATEUR
7.1 Algemeen
Voor installatie van de Remeha Selecta plus dient u rekening te houden met de vol-
gende voorschriften:
- NEN 2757: Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgassen van verbran-
dingstoestellen.
- NEN 1078: Eisen en bepalingsmethoden voor huishoudelijke gasleidinginstallaties.
- NPR 3378: Leidraad bij NEN 1078.
- NEN 2078: Eisen voor industriële gasinstallaties.
- NEN 1010 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties.
- Eventuele lokale voorschriften, voor zover van toepassing.
- Het Bouwbesluit.
- Werkblad VEWIN nr. 4.4B, september 1993.
7.2 Opstelling en bevestiging
Het toestel moet worden opgehangen in een ruimte die, ook bij strenge koude, vorstvrij
blijft. Indien de ruimte hieraan niet voldoet,
zal een voorziening hiervoor aangebracht
moeten worden. Dit kan door middel van een
vorstthermostaat, die volgens Par. 8.3 en het
schema in Afb 17 is aan te sluiten.
De gas- en wateraansluitingen bevinden zich
aan de onderzijde van het toestel. Aan de
achterzijde van het toestel is ruimte vrijge-
laten waardoor leidingen achter het toestel
langs kunnen lopen. Doordat alle onderdelen
vanaf de voorzijde bereikbaar zijn, is links en
rechts van het toestel praktisch geen ruimte
nodig. Wij adviseren echter een minimale
afstand van 2,5 cm, voor het eenvoudig
kunnen openen van de kast. Monteer direct
onder het toestel een gaskraan. Vóór het
toestel advisren wij een vrije ruimte van 100
cm. Onder het toestel is in principe een vrije
ruimte van 25 cm voldoende, boven het toe-
stel 40 cm (zie Afb 07). Afwijkingen van deze
maten zijn alleen mogelijk na overleg met
onze afdeling Sales support en het plaatselijk
energiebedrijf.
Afb 07. Opstellingstekening
00W5H7900004
33
Hang de Remeha Selecta plus waterpas aan een voldoende stevige wand d.m.v. de
meegeleverde ophangbeugel. In de verpakkingsdoos bevindt zich een aftekenmal
waarop de posities van de bevestigingsgaten zijn aangegeven. Voor prefab-montage is
een speciaal montageframe leverbaar.
(zie Afb 08). Hierdoor is voormontage mogelijk van alle leidingen, inclusief rookgasaf-
voer en luchttoevoer. Ook kunt u de installatie al afpersen vóór plaatsing van het toe-
stel. Door middel van een eenvoudige kantel-en-klik beweging kunt u de ketel plaatsen
op het allerlaatste moment, net voor de uiteindelijke projectoplevering.
Afb 08. Montageframe
00W5H7900008
Remeha Selecta plus
34
Afb 09. Rookgasmeetpunt
00W5H7900013
7.3 Rookgasafvoer en luchttoevoer
7.3.1 Aansluitmogelijkheden
Tijdens de installatie kan nog worden gekozen voor een 'gesloten' of 'open' uitvoe-
ring. Na het ophangen en voor het aansluiten c.q. plaatsen van het luchttoevoer en
rookgasafvoersysteem dienen de stofdoppen uit het luchttoevoergat en de rookgasaf-
voerpijp te worden verwijderd.
7.3.2 Type indeling in verband met afvoer rookgassen
Indeling volgens CE:
Type B23:
Open toestel zonder trekonderbreker, lucht uit opstellingsruimte, rookgasafvoer boven-
daks.
Type B33:
Open toestel zonder trekonderbreker, met rookgasafvoer luchtomspoeld, lucht uit
opstellingsruimte, rookgasafvoer bovendaks.
Type C13:
Gesloten toestel, aangesloten op gecombineerde geveldoorvoer.
Type C33:
Gesloten toestel, aangesloten op gecombineerde dakdoorvoer.
Type C43:
Gesloten toestel in cascade, aangesloten op een gemeenschappelijk luchttoevoer- en
rookgasafvoerkanaal (CLV systeem).
35
Type C53:
Gesloten toestel, aangesloten op separate luchttoevoer- en rookgasafvoerkanalen,
uitmondend in verschillende drukvlakken.
Type C63:
Gesloten toestel, op de markt aangeboden zonder bijbehorend aansluit en/of uitmon-
dingsmateriaal.
Type C83:
Gesloten toestel aangesloten op een separaat luchttoevoer- en gemeenschappelijk
rookgasafvoerkanaal uitmondend in verschillende drukvlakken, met rookgasafvoerka-
naal altijd in onderdruk.
Open uitvoering
Open toestellen betrekken de benodigde verbrandingslucht uit hun omgeving. Een
rookgasafvoertabel voor de Remeha Selecta plus in open uitvoering vindt u in
Par.7.3.6
Gesloten uitvoering
Door toepassing van een luchttoevoerleiding verkrijgt men een gesloten systeem. Het
aantal plaatsingsmogelijkheden neemt hierdoor toe, terwijl er ten aanzien van de uit-
mondingsplaats (in de gevel of op het dak) minder strenge eisen van toepassing zijn,
omdat de luchttoevoer en de rookgasafvoer in het algemeen in hetzelfde drukgebied
plaatsvinden. Daarnaast is de buitenlucht over het algemeen schoner, wat de levens-
duur van het toestel ten goede komt. Een rookgasafvoertabel voor de Remeha Selecta
plus in gesloten uitvoering vindt u in Par. 7.3.7. Zie voor uitmonding in twee verschil-
lende drukgebieden Par. 7.3.8.
7.3.3 Uitmonding
Zie voor uitmondingen de NEN 2757 en de NPR 3378.
Over het algemeen kan gebruik worden gemaakt van standaard dak- en geveldoor-
voersets. Bij toepassing van een geveldoorvoer direct boven de ketel dient de Remeha
geveldoorvoerset te worden toegepast (als accessoire leverbaar).
Voor type C1, C3 en C5 rookgasafvoer dient gebruik te worden gemaakt van de Mugro
3000. In de situatie C6 moet het afvoermateriaal voldoen aan Gastec QA en altijd
trekkend zijn.
Remeha Selecta plus
36
7.3.4 Overige eisen
Rookgasafvoer materiaal:
Enkelwandig, star: roestvaststaal, dikwandig aluminium.
Flexibel: roestvaststaal.
Rookgasafvoer constructie:
De toe te passen rookgasafvoerleiding dient qua constructie op naden en verbindingen
lucht en waterdicht te worden uitgevoerd of naadloos. Horizontale gedeelten in de
rookgasafvoer moeten op afschot liggen richting toestel (min. 5 cm per m).
Voeringkanalen:
Als voeringkanalen worden toegepast, dienen deze vervaardigd te worden uit een
luchtdichte, dikwandige starre aluminium of roestvaststalen constructie (ook buigbare
kunststof en roestvaststalen voeringpijpen zijn toegestaan). Aluminium is toegestaan,
mits er geen contact is met het bouwkundige gedeelte van het rookgasafvoerkanaal.
Inspectie van het voeringkanaal moet mogelijk zijn.
Luchttoevoer materiaal:
Enkelwandig, star of flexibel: aluminium, roestvaststaal of kunststof.
Luchttoevoer constructie:
Bij toepassing van de gesloten toesteluitvoering dient ook de luchttoevoerleiding
luchtdicht te worden uitgevoerd. Dit ter voorkoming van aanzuiging van 'valse' lucht.
Horizontale gedeelten in de luchttoevoer moeten op afschot liggen richting toevoerope-
ning.
7.3.5 Toelichting bij de rookgasafvoertabellen
In Tabel 07, Tabel 08 en Tabel 09, wordt voor verschillende situaties de maximaal te
overbruggen afstand tussen ketel en doorvoer aangegeven. Deze maximale afstand
is begrensd op 40 meter (open uitvoering) of 20 meter (gesloten uitvoering). Voor die
situaties waarin de tabellen niet voorzien, doordat er meer bochten toegepast dienen
te worden dan in de voorbeeldsituaties zijn opgenomen, is tevens aangegeven hoe-
veel meter pijp per extra 45° of 90° bocht op de tabelwaarden in mindering dient te
worden gebracht. In een dergelijk geval kan, indien aangegeven, worden uitgegaan
van de tussen haakjes vermelde weerstandslengte.
37
Let op:
- Neem als uitgangspunt altijd die standaardsituatie die het dichtst bij de werkelijke
situatie komt en trek dan de weerstandslengte voor de eventuele extra bochten van
de tabelwaarde af.
- Indien uit de berekening een lengte komt van meer dan 40 m (open uitvoering)
of 20 m (gesloten uitvoering), dient de lengte toch op 40 m, resp. 20 m te worden
begrensd. Raadpleeg onze afdeling Sales support indien u grotere lengten wenst
toe te passen.
Voorbeeld 1:
Selecta plus; open uitvoering, vrije uitmonding, 5 meter horizontaal, 7 meter verticaal
(dus 'L' = 12 m), 3 bochten van 90°. Volgens Tabel 07 is de maximale weerstands-
lengte in situatie 3 (2 bochten van 90°) bij Ø 80 mm: 63 m. Hiervan moet 1 x 4 m voor
de extra 90°-bocht worden afgetrokken, waardoor het totaal op ruim 59 m komt. Dus Ø
80 mm voldoet.
Voorbeeld 2:
Selecta plus, open uitvoering, vrije uitmonding, totale lengte 31 m, 4 bochten van 90°.
Volgens Tabel 07 is de maximale weerstandslengte in situatie 3 bij Ø 70 mm: 29 m en
bij Ø 80 mm: 63 m (dus meer dan 40 m). Hiervan moet 2 x 4 m = 8 m worden afge-
trokken. Bij Ø 70 mm kan maar 29 m overbrugd worden, dus kan deze niet toegepast
worden. Bij Ø 80 mm komt de lengte op 63 m – 8 m = 55 m. Dit is meer dan 31 m,
dus Ø 80 mm voldoet.
Voorbeeld 3:
Selecta plus, gesloten uitvoering, totale lengte 20 m, twee bochten van 90° in zowel
luchttoevoer als rookgasafvoer.
Volgens Tabel 08, situatie 7, is met rond Ø 90 mm 20 m te overbruggen. Stel dat er
echter 3 bochten van 90° in zowel luchttoevoer als rookgasafvoer verwerkt dienen te
worden, ga dan uit van de waarde vermeld tussen haakjes (dus 53 m) en trek hier 2 x
4 m vanaf (1 x voor de bocht in de luchttoevoer en 1 x voor de bocht in de rookgasaf-
voer). De resterende weerstandslengte wordt dan 45 m. De maximale lengte dient op
20 m begrensd te worden. In dit geval is dit net de te overbruggen lengte, dus Ø 90
mm is toepasbaar.
Remeha Selecta plus
38
7.3.6 Rookgasafvoertabel open situatie
Afb 10. Rookgasafvoerconfiguraties ‘open uitvoering’
00W5H7900007 (nr 1 t/m 4)
Uitvoering rookgasafvoerleiding
1 = Rookgasafvoerkanaal zonder bochten
2 = Rookgasafvoerkanaal met 2 bochten 45°
3 = Rookgasafvoerkanaal met 2 bochten 90°
4 = Rookgasafvoerkanaal met haakse instroming en een bocht 90°
39
Maximaal toegestane afstand ‘L tussen toestel en uitmonding [m].
Rookgasafvoer uitgevoerd in dikwandig aluminium met lippenring, gegoten
bochten.
D [mm]
Ø 70 Ø 80 Ø 90
‘Vrije uitmonding’ in
gebied I, bovendaks
Max. afstand ‘L [m]
(Max. weerstand [m
rechte pijp])
1 35 40 (70) -
2 34 40 (68) -
3 29 40 (63) -
4 30 40 (64)
‘Niet-vrije uitmonding’
in gebied III, rekening
houdend met P
statisch
+25 Pa (land)
+40 Pa (kustgebied)
Max. afstand ‘L [m]
(Max. weerstand [m
rechte pijp])
1 land 26 40 (51) 40 (91)
kust 20 40 (40) 40 (73)
2 land 25 40 (49) 40 (92)
kust 19 38 40 (71)
3 land 19 40 (44) 40 (86)
kust 13 32 40 (65)
4 land 20 40 (45) 40 (87)
kust 14 33 40 (66)
Aantal meters aftrekken per extra
bocht 90° [m]
3,5 4 4,5
Aantal meters aftrekken per extra
bocht 45° [m]
1,1 1,2 1,3
Tabel 07. Rookgasafvoertabel ‘open uitvoering’
Remeha Selecta plus
40
7.3.7 Rookgasafvoertabel gesloten situatie
Afb 11. Rookgasafvoerconfiguraties‘gesloten uitvoering’
00W5H7900007 (nr 5 t/m 7)
Uitvoering rookgasafvoerleiding
5 = Luchttoevoer- en rookgasafvoerleiding horizontaal
6 = Luchttoevoer- en rookgasafvoerleiding zonder bochten
7 = Luchttoevoer- en rookgasafvoerleiding met twee bochten 90° in zowel luchttoevoer
als rookgasafvoer
Maximaal toegestane afstand ‘L tussen toestel en gecombineerde dakdoor-
voer [m]. Rookgasafvoer uitgevoerd in dikwandig aluminium met lippenring,
gegoten bochten.
D [mm]
Ø 70 Ø 80 Ø 90 *)
Uitmonding in gebied I of III, boven-
daks d.m.v. een gecombineerde
dakdoorvoer Max. afstand ‘L [m]
(Max. weerstand [m rechte pijp])
5 12 20 (29) 20 (57)
6 15 20 (34) 20 (61)
7 9 20 (26) 20 (53)
Aftrekken per extra bocht 90° [m] 3,5 4 4,5
Aftrekken per extra bocht 45° [m] 1,1 1,2 1,3
Tabel 08. Rookgasafvoertabel ‘gesloten uitvoering’
*) concentrische doorvoer Ø 80 mm
41
7.3.8 Vereenvoudigd CLV-systeem
Uitvoering rookgasafvoerleiding
8 = Rookgasafvoerkanaal met drie bochten 90° ( 1 x in luchttoevoer, 2 x in rookgasaf-
voer). Verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer in verschillende drukgebieden (zgn.
vereenvoudigde CLV-systemen, zie Afb 12) is mogelijk, m.u.v. het 'kustgebied'. Het
maximale toegestane hoogteverschil tussen verbrandingsluchttoevoer en rookgasaf-
voer bedraagt 36 m. Voor meer informatie kunt U contact opnemen met onze afdeling
Sales Support.
Afb 12. Vereenvoudigd CLV-systeem
00W5H7900009
Maximaal toegestane totale lengte ‘L [m] en de maximale weerstand [m rechte
pijp]. Maximale trekhoogte T = 36 meter. Uitvoering dikwandig aluminium met
lipring afdichting, gegoten bochten. ‘Vrije uitmonding’ in gebied I, bovendaks
zonder Tregakap.
Situatie
80 mm
Max. afstand ‘L [m]
(max. weerstand [m rechte pijp])
zie Par. 7.3.5 voor toelichting
8 36 (48)
Aantal meters af te trekken per extra bocht 90°
45°
4
1,2
Tabel 09. Rookgasafvoertabel 'vereenvoudigd CLV-systeem'
Remeha Selecta plus
42
Afb 13. Concentrisch CLV-systeem
00W5H7900006
7.3.9 CLV-systeem
De gemeenschappelijke luchttoevoer en de gemeenschappelijke rookgasafvoer, kun-
nen worden uitgevoerd als een concentrisch, of als een parallel systeem.
43
- Per verdieping kunnen tot twee toestellen worden aangesloten.
- De aansluiting van ieder toestel kan op dezelfde hoogte worden aangebracht.
- Het gezamenlijke systeem kan zowel in metaal als in steenachtig of keramisch
materiaal zijn uitgevoerd.
- Het gedeelte voor afvoer van rookgas van het CLV-systeem dient door middel van
een condensatiewaterafvoer in verbinding te staan met het riool.
- De opvanginrichting en de afvoeraansluiting voor het condensatiewater dienen
bereikbaar te zijn door middel van een luik in de schachtwand. De afmetingen van
het luik dienen ten minste 50 x 50 cm te bedragen.
- Ter voorkoming van drukverschillen tussen de inlaat van het luchttoevoergedeelte
en de uitlaat van de rookgasafvoer dienen beide openingen zich in elkaars nabij-
heid te bevinden.
- Tussen de afvoer en de toevoer bevindt zich aan de onderzijde van het systeem
een drukvereffeningsopening die als standaardmaat gelijk is aan de doortocht van
het afvoersysteem Die opening voor drukvereffening bevindt zich op voldoende
afstand van ten minste 1 m van het laagst aangesloten toestel ter voorkoming van
recirculatie van rookgas bij de start van dat toestel in een koud systeem.
- De afmetingen van het CLV-systeem voor de Remeha Selecta plus worden weerge-
geven in Tabel 10.
Remeha Selecta plus Concentrische CLV
Aantal ketels
D [mm] RGA D [mm]LTV
1 80 140
2 140 260
3 160 300
4 180 335
5 180 335
6 200 375
7 200 375
8 220 412
9 220 412
10 220 412
Tabel 10. Afmetingen rookgasafvoer en luchttoevoer CLV-systeem
Remeha Selecta plus
44
7.4 Installatiegegevens
7.4.1 Condenswaterafvoer
Voer het condenswater direct af naar het riool. Pas, gezien de zuurgraad (pH 3 tot
5), alleen kunststof materiaal toe als verbindingsleiding. Vul de sifon na montage met
water. Maak de aansluiting op de riolering met een open verbinding. De afvoerende
leiding dient een afschot te hebben van minimaal 30 mm/m. Afvoeren van condenswa-
ter in een dakgoot is niet toegestaan. Dit met oog op bevriezingsgevaar en aantasting
van de normaal toegepaste materiaalsoorten voor dakgoten.
7.4.2 Waterkwaliteit
Waterbehandeling is onder normale omstandigheden niet vereist (zie onze publicatie
'Waterbehandelingsvoorschrift'). Het ongecontroleerd toevoegen van chemische mid-
delen wordt dringend ontraden. De installatie dient te worden gevuld met genormali-
seerd drinkwater. De pH-waarde van het water dient te liggen tussen 7 en 9.
7.4.3 Overstortventiel en expansievat
Monteer de veiligheidsklep tussen eventuele afsluiters en het toestel, het liefst bin-
nen 0,5 m, maar niet verder dan 4 m vanaf het toestel. Omdat de interne driewegklep
in de aanvoer is geplaatst, dienen het expansievat en de veiligheidsklep te worden
opgenomen in de retourleiding (zie Afb 14). De doorlaat van de veiligheidsklep moet
tenminste ½ " zijn (deze wordt niet meegeleverd).
Afb 14. Schema expansievat, radiatoren en veiligheidsventiel
pdf
45
7.4.4 Circulatiepomp
De Remeha Selecta plus is voorzien van een circulatiepomp, fabrikaat Grundfos, type
UPR 15-50 A0S1. Deze pomp heeft drie standen. Tijdens warmwaterbedrijf zal de
pomp op de hoogste stand draaien en tijdens c.v.-bedrijf op de laagste of de hoogste
stand (door de gebruiker in te geven in de besturingsautomaat, zie Par. 6.2.3). Indien
tijdens c.v.-bedrijf de middelste stand gewenst is, zet u de schakelaar op de pomp in
de middelste stand. Indien in de besturingsautomaat parameter L op “ hoog” staat,
heeft de besturingsautomaat voorrang op de pompschakelaar. Indien in de besturings-
automaat parameter L op “ laag” staat, heeft de pompschakelaar voorrang op de
besturingsautomaat. Een aantal technische gegevens van de pomp is weergegeven in
Tabel 11.
In Afb 15 is de restopvoerhoogte weergegeven. Dit is de voor de installatie beschik-
bare opvoerhoogte, na aftrek van de ketelweerstand.
Opmerking: De standaard nadraaitijd van de pomp is 3 minuten. Naar wens kan deze
op een andere waarde worden ingesteld (zie Par. 6.2.3).
Grundfos UPR 15-50 A0S1
Pompstand Opgenomen vermogen (max.) Opgenomen stroom (max.)
I 45 W 0,21 A
II 70 W 0,32 A
III 95 W 0,42 A
Tabel 11. Technische gegevens Grundfos UPR 15-50 A0S1
Restopvoerhoogte UPR15-50 A0S1 in Selecta NL
0
1
2
3
4
5
6
0.0 0.5 1.0 1.5 2.0
Debiet [m3/h]
Restopvoerhoogte [mWk]
III
I
II
Ketelweerstand
T=20°
Afb 15. Restopvoerhoogte t.b.v. c.v.-installatie
pdf
Remeha Selecta plus
46
7.4.5 Waterdoorstroming
Het maximale temperatuurverschil tussen aanvoer en retour wordt door de module-
rende regeling van het toestel begrensd. Hierdoor is het toestel nagenoeg ongevoelig
voor te kleine waterdoorstroming. De minimale waterdoorstroming bedraagt 0,15 m
3
/h.
7.4.6 Waterzijdige aansluitingen
De waterzijdige aansluitingen bevinden zich aan de onderzijde van het toestel (zie
Afb 02). De c.v.-aansluitingen zijn uitgevoerd in pijpen van Ø 22 mm uitwendig, de
sanitairaansluitingen Ø 15 mm uitwendig. De benodigde knelkoppelingen zitten stan-
daard in het Remeha montageframe (zie Afb 08). Wordt geen gebruik gemaakt van het
Remeha montageframe, kan de set koppelingen ook separaat worden besteld.
De sanitaire aansluitingen dienen overeenkomstig de algemene voorschriften voor
drinkwaterinstallaties NEN 1006 (AVWI-1981) en de daarbij behorende werkbladen
te worden uitgevoerd. Vóór de platenwarmtewisselaar is een doorstroombegrenzer
ingebouwd. In installaties met lage waterleidingdrukken kan de doorstroombegrenzer
indien nodig worden verwijderd. Hiertoe koppeling losdraaien en de doorstroombe-
grenzer verwijderen.
7.5 Hydraulische voorschriften
7.5.1 Vloerverwarming
Het toestel kan direct op een vloerverwarmingsinstallatie worden aangesloten. In
installaties waarin zuurstofdiffusie door kunststofleidingen kan worden verwacht, wordt
geadviseerd een hydraulische scheiding middels een TSA op te nemen, of een filter
voor het toestel te plaatsen.
7.6 Zonneboilertoepassing
De Remeha Selecta plus is geschikt als naverwarmer bij zonneboilers. Het Gaskeur/
NZ (Naverwarming Zonneboiler) is geldig bij toepassing van de Remeha zonneboi-
leraansluitset in combinatie met het Remeha Zenta zonneboilersysteem of met elke
andere zonneboiler. De zonneboileraansluitset bestaat o.a. uit een mengventiel en een
stromingsschakelaar.
Bij het aansluiten op de zonneboiler moet speciale aandacht besteed worden aan
het volgende: De gemonteerde doorstroombegrenzer dient u te verwijderen en op te
nemen in de installatie met behulp van een speciale behuizing (deze zit in de zon-
neboileraansluitset). De stromingsschakelaar wordt automatisch gedetecteerd door de
besturingsautomaat.
47
8 INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE
INSTALLATEUR
8.1 Algemeen
De Remeha Selecta plus is uitgevoerd met een elektronische regel- en beveiligings-
automaat. In deze automaat is een ionisatie-vlambeveiliging opgenomen. Het hart van
de toestelbesturing is een microprocessor, de Comfort Master, die het toestel zowel
beveiligt als bestuurt. Het toestel is geheel voorbedraad, alle externe aansluitingen
kunnen op de aansluitconnector (24 Volt) worden uitgevoerd. De aansluiting op het
elektriciteitsnet dient te worden uitgevoerd volgens de voorschriften van het plaatselijk
elektriciteitsbedrijf en NEN 1010.
8.2 Elektrotechnische specificaties
8.2.1 Netspanning
Het toestel is geschikt voor een 230V/50 Hz voeding met fase/nul/aarde systeem en
voorzien van steker met randaarde (snoerlengte ca. 2m.). Andere aansluitwaarden zijn
alleen toegestaan m.b.v. een scheidingstransformator. Het toestel is niet fasegevoelig.
Het maximaal opgenomen vermogen is 130 W.
8.2.2 Beveiligingsautomaat
In Afb 16 is de indeling van de beveiligingsautomaat weergegeven. In deze schets
is te zien waar de connectoren en de zekeringen geplaatst zijn. In Tabel 12 zijn de
belangrijkste eigenschappen van de beveiligingsautomaat opgesomd.
Afb 16. Beveiligingsautomaat
00W5H7900011
Remeha Selecta plus
48
Fabrikaat GasModul Type MCBA 1459D
Aansluitspanning 230 VAC/50Hz
Voorspoeltijd 3 s
Naspoeltijd 10 s
Ontsteektijd 2,4 s
Veiligheidstijd 4,2 s
Antipendeltijd 150 s
Nadraaitijd pomp c.v.-stand instelbaar (zie Par. 6.2.3 en 6.3.5)
Zekeringwaarde F1 (230V) 2AT
Zekeringwaarde F2 (24V) 4AT
DC-ventilator 24 VDC
Tabel 12. Karakteristieken beveiligingsautomaat
8.2.3 Watertemperatuurregeling
De Remeha Selecta plus is voorzien van een elektronische temperatuurregeling op
basis van een aanvoer- en een retourtemperatuursensor. De aanvoertemperatuur is
instelbaar tussen 20 en 90°C, zie Par. 6.3 (fabrieksinstelling 90°C).
8.2.4 Watergebrekbeveiliging
De Remeha Selecta plus is voorzien van een watergebrekbeveiliging op basis van
temperatuurmetingen. Door terug te moduleren op het moment dat de waterdoorstro-
ming te klein dreigt te worden, blijft het toestel zo lang mogelijk in bedrijf. Bij een te
geringe doorstroming (T 45°C) gaat het toestel in blokkeringsmode (geen storing).
8.2.5 Maximaalbeveiliging
De maximaalbeveiliging vergrendelt het toestel bij een te hoge watertemperatuur
(110°C). Na het opheffen van de storing kan het toestel ontgrendeld worden met de
'reset'-toets.
8.3 Aansluitingen
Alle externe aansluitingen kunnen op de standaard aansluitconnector (X4) van de
ketel worden gemaakt. In Afb 17 is aangegeven hoe de indeling van de klemmen op
de aansluitconnector X4 is. Deze connector bereikt u door de frontmantel los te nemen
en het instrumentenpaneel naar beneden te scharnieren. In Afb 16 is aangegeven
waar de connector zich op de beveiligingsautomaat bevindt. De externe aansluitmoge-
lijkheden worden in de volgende paragrafen toegelicht.
49
Afb 17. Externe aansluitingen op aansluitconnector X4
00W5H7900001
8.4 Toestelregeling
8.4.1 Inleiding
De belasting van de Remeha Selecta plus kan op de volgende manieren worden gere-
geld:
- Aan / uit regeling, waarbij de belasting tussen de minimale en de maximale waarde
varieert op basis van de op het toestel ingestelde aanvoertemperatuur.
- Modulerend, waarbij de belasting tussen de minimale en de maximale waarde vari-
eert op basis van de door de modulerende regelaar bepaalde aanvoertemperatuur.
8.4.2 Aan/uit-regeling
De Remeha Selecta plus is geschikt voor het aansluiten van een 2- of 3-draads aan/uit
kamerthermostaat. Voer bij het aansluiten de volgende handelingen uit:
- Sluit de 2-draads 24V-kamerthermostaat aan op de klemmen 2 en 3 van de aan-
sluitconnector. Een anticipatieweerstand (220 ) wordt los meegeleverd en kan (indien
nodig) aangesloten worden op de klemmen 1 en 4 (zie Afb 17). Het warmteversnel-
lerelement van de regelaar moet (indien aanwezig) worden ingesteld op 0,11 A.
- Sluit de 3-draads 24V-klokthermostaat aan op de klemmen 2, 3 en 4 van de
aansluitconnector. De thermostaat komt op klemmen 2 en 3. De klok komt op de
klemmen 3 en 4 (zie Afb 17). Bij toepassing van een aan/uit regelaar moduleert het
toestel op de ingestelde maximale aanvoertemperatuur. Deze is instelbaar in de
programmeermode, zie Par.6.2.3 en 6.3.1.
Remeha Selecta plus
50
8.4.3 Modulerende regeling (op basis van ruimtetemperatuur)
Bij toepassing van een modulerende regelaar wordt het modulerende karakter van
het toestel optimaal benut. De regelaar communiceert met de ketel via een digitale
busverbinding. De regelaar vraagt op basis van de ruimtetemperatuur continu een
aanvoertemperatuur van de ketel, die vervolgens probeert deze gevraagde tempera-
tuur te bereiken. Hierdoor neemt het aantal bedrijfsuren toe, en wordt het aantal starts
drastisch gereduceerd. In combinatie met de gas-/luchtkoppeling betekent dit per saldo
een hoger rendement, een hoger comfort en lagere onderhoudskosten.
De Remeha Selecta plus is voorbereid voor communicatie via het OpenTherm proto-
col. Dit betekent dat zonder verdere aanpassingen geschikte modulerende ruimterege-
laars (zoals de Remeha Celcia) kunnen worden aangesloten. Deze regelaars zijn via
de groothandel verkrijgbaar. De regelaars worden gemonteerd in een referentieruimte.
Aansluiting vindt plaats met behulp van een twee-aderige kabel op de klemmen 5 en 6
van de aansluitconnector (zie Afb 17).
Let op: De Remeha Selecta plus zal een tapwatertemperatuur leveren, volgens de
instelling op de modulerende OpenTherm regelaar, ongeacht de instellingen in de pro-
grammeermode van de ketel.
8.4.4 Vorstbeveiliging
Het toestel moet in een vorstvrije ruimte worden opgesteld i.v.m. mogelijke bevriezing
van de condensafvoerleiding. Als het c.v.-water in het toestel te ver in temperatuur
daalt, treedt de ingebouwde toestelbeveiliging in werking. Deze werkt als volgt, als de
watertemperatuur:
- lager is dan 7°C, wordt de circulatiepomp ingeschakeld
- lager is dan 3°C, wordt de ketel ingeschakeld
- hoger is dan 10°C, wordt de ketel uitgeschakeld en draait
de circulatiepomp 15 min. na
Let op: Dit is dus alleen een beveiliging voor de ketel en niet voor de installatie.
In vorstgevaarlijke ruimtes is het aan te bevelen een vorstthermostaat (Tv) te plaatsen
en parallel aan de kamerthermostaat (Tk) aan te sluiten op de klemmen 2 en 3 van de
aansluitconnector.
Wanneer de vorstthermostaat inschakelt, komt het toestel in bedrijf met als begrenzing
de geprogrammeerde maximum aanvoertemperatuur. Dit gebeurt ook als een module-
rende ruimteregelaar is aangesloten.
51
9 INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE GASTECHNISCHE INSTALLATEUR
9.1 Gasaansluiting
Het toestel is geschikt voor het stoken van aardgas L en propaan categorie II
2L3P
. Het
toestel moet op de gasleiding worden aangesloten overeenkomstig de in de NEN 1078
gestelde eisen. In de nabijheid van het toestel dient een gashoofdkraan te worden
opgenomen. De gasaansluiting bevindt zich aan de onderzijde van het toestel en is
uitgevoerd in Ø 15 mm (zie Afb 02). Voor het aansluiten op de gasleiding kunt u de
knelkoppeling uit de accessoire set van Remeha gebruiken. De knelkoppeling is stan-
daard in het Remeha montageframe verwerkt (zie Afb 08).
Wij adviseren om in de gastoevoerleiding een gasfilter te installeren om vervuiling van
het gasblok te voorkomen.
9.2 Gasdrukken
De vereiste gasvoordruk bedraagt 20 tot 30 mbar (nominaal 25 mbar).
9.3 Gas-/luchtverhoudingsregeling
Het toestel is voorzien van een gas-/luchtverhoudingsregeling. De branderdrukinstel-
ling voor aardgas (L) is in de fabriek uitgevoerd en hoeft in principe niet nageregeld te
worden.
Doel van deze regeling is, dat bij een variërende belasting de verhouding tussen de
gas- en luchthoeveelheid in de brander altijd zo optimaal mogelijk gehouden wordt.
Hiermee wordt een schone en betrouwbare verbranding zekergesteld over het gehele
belastingsbereik. Tevens wordt hiermee een hoog deellastrendement bereikt.
Remeha Selecta plus
52
10 INBEDRIJFSTELLINGSVOORSCHRIFT
10.1 In bedrijf stellen
1. Haal de stekker van de ketel uit het stopcontact.
2. Verwijder de frontmantel.
3. Controleer de gasaansluiting in de ketel op dichtheid.
4. Controleer of de elektrische aansluiting inclusief aarding juist is uitgevoerd.
5. Draai het dopje van de automatische ontluchter open (= linksom). De lucht kan nu
uit de installatie ontsnappen.
6. Draai het dopje van de automatische ontluchter volledig dicht (= rechtsom). Nu
staat de onluchter op stand: ‘automatisch’.
7. Vul het toestel en de installatie met water (advies 1,5 bar, minimale druk 0,8 bar,
maximale druk 3 bar).
8. Ontlucht de installatie. Let op de circulatiepomp: deze dient apart te worden ont-
lucht. Voorkom met behulp van een doek dat water bij de elektronica kan komen.
9. Vul de sifon met water.
10. Controleer de waterzijdige aansluitingen op dichtheid.
11. Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en luchttoevoer op dichtheid.
12. Open de gaskraan in de gasleiding naar het toestel.
13. Ontlucht de gasleiding.
14. Stop de stekker van de ketel in het stopcontact.
15. Controleer de ingebouwde circulatiepomp. Eventueel met een schroevendraaier
gangbaar maken.
16. Stel de kamerthermostaat of ketelregeling in op warmtevraag.
17. Het toestel komt nu in bedrijf. Het bedrijfsverloop is via de bedrijfsmode zichtbaar
(zie Par. 6.2.4).
18. Controleer de juiste afstelling van de gas/luchtverhoudingsregeling. Dit moet in
deellast en vollast gebeuren met behulp van een O
2
-meter of CO
2
-meter op basis
van O
2,
die u aansluit op het rookgasmeetpunt (zie Afb 09).
Let op: De opening rond de meetsonde tijdens de meting goed afdichten!!!
Een eventuele bijstelling kan worden uitgevoerd d.m.v. de instelpunten op het gasblok
(zie Afb 18). In Tabel 13 zijn de instelgegevens O
2
en CO
2
gegeven.
53
Afb 18. Instelpunten gasblok
00W5H7900005
toerental
ventilator
CO
2
O
2
omw./min % %
Deellast
Vollast
ca. 2300
ca. 5450
9,5 (+/- 0,1)
9,5 (+/- 0,1)
3,9 (+/- 0,1)
3,9 (+/- 0,1)
Tabel 13. CO
2
- en O
2
-gehalte
18. Toestel op vollast laten werken door in de temperatuurmode de ‘prog.’-toets drie
keer kort in te drukken. De letter H verschijnt dan op het display. Bij langer dan
1 sec. indrukken van de ‘prog’-toets, wordt de mode geforceerd Hoog actief. Dit
wordt bevestigd doordat de letter H tweemaal knippert.
a. Meet, na het bereiken van het vollast toerental, het O
2
/CO
2
-percentage en
vergelijk deze met de waarde in de tabel. Corrigeer, indien nodig, met behulp
van stelschroef A (met de klok meedraaien = gastoevoer dicht) op het gas-
blok de gas/luchtverhouding (zie Afb 18). Controleer de vlam via het kijkglas:
de vlam mag niet afblazen, het branderoppervlak vertoont gloeiende (oranje)
puntjes.
Remeha Selecta plus
54
b. Toestel op deellast laten werken door vanuit de temperatuurmode de 'prog.'-
toets vier keer kort in te drukken. De letter L verschijnt dan op het display.
Bij langer dan 1 sec. indrukken van de 'prog.'-toets, wordt de mode 'gefor-
ceerd Laag' actief. Dit wordt bevestigd doordat de letter L tweemaal knip-
pert.
c. Meet, na het bereiken van het deellast toerental, het O
2
/CO
2
-percentage en
vergelijk deze met de waarde in de tabel. Corrigeer, indien nodig, met behulp
van stelschroef B (met de klok meedraaien = gastoevoer open) op het gas-
blok de gas/ luchtverhouding (zie Afb 18). Controleer de vlam via het kijkglas:
de vlam mag niet afblazen en het branderoppervlak dient een gelijkmatige,
oranje gloed te vertonen.
d. Na het inregelen in deellast dient een controle op vollast te worden uitge-
voerd. Indien nodig corrigeren en deze handeling, vanaf punt 18b, zo vaak
als nodig herhalen tot het gewenste resultaat is bereikt.
e. Verwijder de meetapparatuur en dicht het meetpunt af met één van de mee-
geleverde afdichtdopjes (zie Afb 09). Vervolgens kan de frontmantel weer
aangebracht worden en het toestel weer op 'temperatuurmode’ teruggebracht
worden door de 'prog.'-toets nogmaals langer dan 1 sec. in te drukken.
19. De installatie opwarmen tot ongeveer 80°C en het toestel uitschakelen.
20. De installatie ontluchten en de waterdruk controleren.
21. Het toestel is nu bedrijfsklaar.
22. De ruimtethermostaat of de toestelregeling op de gewenste waarden instellen.
Opmerking: De Remeha Selecta plus wordt met een aantal fabrieksinstellingen gele-
verd. Indien andere instellingen worden gewenst, zie Par 6.2.3 en 6.3.2
10.2 Uit bedrijf nemen
Tijdelijk uit bedrijf nemen met vorstbeveiliging:
- Ga vanuit de temperatuurmode naar de programmeermode P.
- Ga naar keuzeparameter 6.
- Houd de programmeertoets vast totdat het cijfer 6 knippert. Als u nu ook de
kamerthermostaat laag instelt, is het toestel uit bedrijf, terwijl de vorstbeveiliging
actief blijft.
- Gaskraan open laten.
- Elektrische voeding ingeschakeld laten.
Volledig uit bedrijf nemen zonder vorstbeveiliging:
- De elektrische voeding van het toestel uitschakelen. Hierdoor wordt ook de eventu-
ele regelaar spanningsloos.
- Gaskraan sluiten.
55
11 RICHTLIJNEN VOOR HET LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN
11.1 Storingstabel
Voer de onderstaande stappen in de gegeven volgorde uit:
1 Er verschijnt geen cijfer op
het toesteldisplay
Controleer:
- de voedingsspanning 230 V.
- de zekeringen in de beveiligingsautomaat
(zie Afb 16).
2 Wordt op het toesteldisplay
een storingscode weergege-
ven (2 cijfers worden om en
om weergegeven)?
- Ja, ga verder bij Par 11.2.
- Nee, ga verder bij 3.
3 Controleer de bedrijfstoe-
stand van het toestel (zie
Par 6.2.4)
- 0 (geen warmtevraag): ga verder bij 4.
- 1-9, h of l: probeer m.b.v. de gegeven
bedrijfstoestand de oorzaak van de storing te
achterhalen.
4 Toestel komt niet in bedrijf
(zonder storingsmelding)
Controleer de regelaar. Deze kan defect zijn
of verkeerd zijn aangesloten of ingesteld. Het
toestel komt ook niet in bedrijf als de aanvoer- of
retourtemperatuur te hoog is.
5 Open de luchtkast en con-
troleer de werking van het
toestel door een draadbrug
aan te sluiten op de 6-polige
aansluitconnector X4
(Afb 17) tussen de klemmen
2 en 3 (Tk).
Komt het toestel in bedrijf?
- ja, controleer de instellingen van de regelaar.
- nee, verifieer of de aanvoer- of retourtempera-
tuur niet te hoog is.
- Controleer de bedrading.
- Controleer de instellingen van de beveili-
gingsautomaat. Werkt het toestel nog niet,
controleer dan de beveiligingsautomaat (dit
kan door tijdelijk een vervangende automaat te
plaatsen).
Tabel 14 Storingstabel bij modulerende regelaars en aan/uit regelaars
11.2 Storingscodes
Bij een storingsmelding knipperen in het display twee cijfers om en om, waarbij bij het
laatste cijfer ook de punt brandt. Zie voor een verklaring van de verschillende storings-
codes en de eventuele oorzaken, de volgende storingstabel, Tabel 15.
Remeha Selecta plus
56
Belangrijk:
Noteer alvorens te resetten nauwkeurig de storingscode (cijfers, inclusief knipperen
en punten) en geef deze altijd door bij vraag om ondersteuning. De storingscode
is belangrijk voor het correct en snel opsporen van de aard van de storing. De sto-
ringscode is uit te lezen met behulp van de universele service tool GST 1400 van
Honeywell, een PDA of PC met behulp van Remeha’s communicatiesoftware RECOM.
Code Omschrijving Oorzaak / controlepunten
0)
Onterechte vlamdetectie - Gasklep lekt of blijft in geopende positie staan
0!
Kortsluiting 24V Controleer de bedrading.
0@
Geen vlamvorming of
geen ionisatie (na 5
start pogingen)
Opmerking:
Meting ionisatie in
Volts tussen klem 4
van de klemmenstrook
en aarde (1V = 1 µA)
a. Geen ontstekingsvonk, controleer:
- de aansluiting van ontstekingskabel en
bougiedop
- de ontstekingskabel en de elektrode op
‘doorslag’
- de elektrodeafstand, deze moet 3 à 4 mm zijn
- de aarding
b. Wel ontstekingsvonk, maar geen vlam,
controleer of:
- de gaskraan is geopend
- de gasvoordruk voldoende is
- de gasleiding ontlucht is
- de gasklep wordt bekrachtigd tijdens
ontsteken en open gaat
- de elektrode juist gemonteerd, en schoon is
- er een verstopping / montagefout in de gaslei-
ding zit
- de gas / luchtverhouding juist is ingeregeld
(Par 10.1)
- er recirculatie van rookgassen optreedt
(intern/extern)
- er een verstopping in de luchttoevoer of rook-
gasafvoer zit (bv: verstopte sifon)
c. Wel vlam maar geen of onvoldoende
(< 5 µA) ionisatie, Controleer:
- de aarding
- of één van de temperatuursensoren defect is
(lekstroom)
0$
Spanningswegval tijdens storingsvergrendeling
0%
Externe invloeden Eventuele externe EMC-invloeden wegnemen
57
1!
Storing interne
communicatiebus
- Er zit vocht op het display.
- Evt. externe EMC-invloeden.
1*
Te hoge aanvoer-
temperatuur
Controleer:
- de doorstroming, zie Par 7.4.5
- of de installatie goed ontlucht is
- de aanvoer- en retoursensoren op afwijkingen
- de waterdruk (min. 0,8 bar)
1(
Te hoge retour-
temperatuur
2$
Aanvoer- en retour-
wisseling
- Aanvoer en retourtemperatuursensor verwisseld.
- Aanvoer en retouraansluitingen verwisseld.
3!
Temperatuursensor
fout
Kortsluiting aanvoertemperatuursensor.
3@
Kortsluiting retourtemperatuursensor.
3^
Aanvoertemperatuursensor niet aangesloten of
defect.
3&
Retourtemperatuursensor niet aangesloten of
defect.
7&
Ionisatiewegval tijdens
bedrijf (na 4 herstarts
tijdens 1 warmtevraag)
- Recirculatie rookgassen (interne lekkage of
uitmondingsconstructie niet juist).
- Onvoldoende luchttransport door verstopping
- Afstelling van het toestel is niet juist.
4#
Parameters buiten
bereik
Controleer de parameters in het geheugen.
Overige
codes
Automaatstoring - Druk eerst op reset.
- Komt de storing terug, controleer dan de
bekabeling op eventuele kortsluiting.
- Blijft de storing optreden, wissel dan de auto-
maat uit.
Tabel 15 Storingscodes
Remeha Selecta plus
58
12 INSPECTIE- EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFT
12.1 Algemeen
De Remeha Selecta plus is nagenoeg onderhoudsvrij. Eenmaal per jaar dient het toe-
stel gecontroleerd en zonodig gereinigd te worden.
12.2 Inspectie
De jaarlijkse inspectie van de Remeha Selecta plus kan beperkt blijven tot:
- Verbrandingstechnische controle van het toestel
- Reiniging van de sifon
- Controle van de afstelling van de ontstekingselektrode
- Controle op lekkage (water-, gas- en rookgaszijdig)
- Controle van de waterdruk
- Eventueel uitlezen van storingsgeheugen
12.2.1 Verbrandingstechnische controle van het toestel
Deze kan geschieden door middel van meting van het CO
2
/O
2
-percentage via het rook-
gasmeetpunt op het toestel (zie Afb 09 en Tabel 16). Stook hiervoor het toestel op tot
een watertemperatuur van ca. 70°C. De rookgastemperatuur kan ook op het rookgas-
meetpunt gemeten worden. Deze mag niet meer dan 30°C boven de retourtempera-
tuur liggen. Blijkt uit deze controle dat de verbranding van het toestel niet optimaal is
voor het komende jaar, reinig dan volgens de aanwijzingen in Par.12.3
Toerental
Ventilator
CO
2
O
2
omw./min % %
deellast
vollast (sanitair)
ca. 2300
ca. 5450
9,5 (+/- 0,1)
9,5 (+/- 0,1)
3,9 (+/- 0,1)
3,9 (+/- 0,1)
Tabel 16. CO
2
- en O
2
-gehalte
12.2.2 Reiniging van de sifon en kijkglas
- Maak het toestel spanningsvrij.
- Verwijder de sifon uit het toestel en reinig deze. Vul de sifon met schoon water en
monteer de sifon.
- Controleer kijkglas en reinig deze indien nodig.
12.2.3 Controle van de ontstekingselektrode
Controleer de afstelling van de ontstekingselektrode (tussen 3 en 4 mm) en de
kwaliteit van de pakking en het porselein.
59
12.2.4 Controle op lekkage (water-, gas- en rookgaszijdig)
Voer een visuele inspectie uit. Controleer de dichtheid van de verbindingen in de
water- en gasleidingen en de rookgasafvoerleiding (m.b.v. lekzoekspray). Kijk ook de
elektrische verbindingen en de staat van de bedrading na.
12.2.5 Controle van de waterdruk
De waterdruk moet minimaal 0,8 bar bedragen. Wij adviseren de installatie te vullen
tot ca. 1,5 bar. Loopt de druk tijdens het opstoken sterk op, controleer dan of het druk-
vat defect is.
12.2.6 Controleren storingscodes
Eventueel storingscodes uitlezen van het storingsgeheugen van de universele service
tool GST 1400 van Honeywell, een PDA of een PC met behulp van Remeha’s com-
municatiesoftware RECOM.
12.3 Onderhoud
Indien uit de verbrandingstechnische controle van het toestel blijkt dat de verbranding
of warmtewisseling niet optimaal meer is, dient onderhoud uitgevoerd te worden. Dit
onderhoud bestaat uit:
- de warmtewisselaar reinigen met een speciaal reinigingsgereedschap, of met pers-
lucht. Eventueel doorspoelen met water.
- de ventilator reinigen.
- de sifon reinigen.
Volgorde van handelen:
1. De elektrische voeding van het toestel uitschakelen.
2. Sluit de toestelkraan in de gasleiding naar het toestel.
3. Verwijder de frontmantel d.m.v. het losdraaien van de 2 schroeven.
4. Neem de dop van de ontstekingselektrode los.
5. Verwijder de aardedraad van de ontstekingspen.
6. Verwijder de elektrische aansluiting van de ventilator.
7. Draai de wartelmoer van de gasleiding aan onderzijde van het gasblok los.
8. Verwijder de 9 moeren aan de voorzijde van de warmtewisselaar.
9. Neem de voorplaat van de warmtewisselaar, met ventilator, venturi en brander
recht naar voren toe weg.
Remeha Selecta plus
60
Attentie:
- De pakking tussen de voorplaat en de warmtewisselaar kan kleven. Zorg ervoor dat
het pakkingband niet scheurt bij het wegnemen van de voorplaat. Een beschadigde
of uitgeharde pakking moet vervangen worden.
- Controleer de branderpakking c.q. het RVS-isolatiedeel tussen warmtewisselaar en
voorplaat. Bij beschadiging vervangen.
Om de venturi te inspecteren/reinigen, dient de venturi losgenomen te worden van de
ventilator:
10. Verwijder de schroeven aan de inlaatzijde van de ventilator. Gebruik voor het
reinigen een kunststof borstel; verwijder losse stofdelen uit de ventilator alvorens
deze weer samen te bouwen.
11. Monteer alle losgenomen delen in omgekeerde volgorde. De 9 moeren aan de
voorzijde van de warmtewisselaar, dienen met 5 Nm vastgezet te worden.
12. Neem het toestel weer in bedrijf.
17


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Remeha Selecta Plus at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Remeha Selecta Plus in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 0,34 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Remeha Selecta Plus

Remeha Selecta Plus Manual - Dutch - 2 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info