Let op
Voer niet meer dan één correctiestap per dag door, het
gebouw verwerkt veranderingen slechts langzaam.
3.2.5 Warmtapwatertemperatuur
Wanneer de warmtapwatertemperatuur door de rege-
laar geregeld wordt, kan deze met de insteller ' '
ingesteld worden.
Voert u alleen veranderingen door in overleg met uw
installateur.
3.2.6 De regelaar werkt niet correct
Indien de door u geprogrammeerde instellingen niet lei-
den tot de door u gewenste behaaglijkheid, controleer
dan of:
- de regelaar en schakelklok overeenkomstig de pro-
grammatabel
(zie gebruiksaanwijzing van de klok)
geprogrammeerd zijn;
- de elektrische zekering in orde is;
- de hoofdschakelaar ingeschakeld is;
- de olietank gevuld of de gaskraan geopend is;
- verwarming, gezien de buitentemperaturen, wel nodig
is.
Indien deze aandachtspunten niet tot een oplossing lei-
den, neemt u dan contact op met uw installateur.
Hij kan u verder helpen.
of ca 0,2 lager en
één correctiestap hoger instellen
of ca 0,2 hoger instellen
Voorbeeld steilheid of
of ca 0,2 hoger en
één correctiestap lager instellen
of ca 0,2 lager instellen
11
3.2.4 Instellen van de stooklijn (steilheid) op bedie-
ningsniveau 2
Basisinstelling (wordt door de vakman ingesteld)
Radiatorenverwarming met ontwerptemp. 90/70°C
Vloerverwarming met ontwerptemp. 50/35°C
Ingestelde waarde
2,2
1,0
Afb. 12 Bedieningsniveau 2 van de cascaderegelaars
K2R-F, K2M-F en K4BUwUw (M)
Verwarmingssysteem
Is de ruimtetemperatuur:
te laag
+5°C tot +15°C
-10° tot +5°C
te hoog
Bij buitentemperatuur
overdag van:
Correcties
Afb. 11 Bedieningsniveau 2 van de menggroeprege-
laars UM en UML