remeha Gas 1020
remeha Gas 1020 DUO
14
6. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE GASTECHNISCHE INSTALLATEUR
6.1 Gasaansluiting
De ketel moet overeenkomstig de in de GAVO 1987 ge-
stelde eisen op de gastoevoerleiding worden aangeslo-
ten. In de nabijheid van het toestel dient een gashoofd-
kraan te worden opgenomen. De gasaansluiting bevindt
zich rechts achter de ketel.
Wij adviseren een gasfilter in de gastoevoerleiding op te
nemen.
6.2 Gasdruk
De verbruiksvoordruk bij aardgas bedraagt 20-30 mbar.
De ketel is bij aflevering afgesteld op de nominale belas-
ting. Nastelling op basis van branderdruk kan noodzake-
lijk zijn.
Voor propaan is een ombouwset beschikbaar, bestaande
uit inspuiters voor de aansteekbrander, de hoofdbran-
ders en de hulpbrander, pakkingen en een montage-
handleiding.