663624
10
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/386
Next page
© 2016 Raymarine UK Limited
81360-4Document nummer:
04-2016Date:
Nederlands (NL)
Naslaghandleiding
LightHouse™
Wijzigingenindesoftware
Detabellenindezeparagraafgeveneenoverzichtvandebelangrijkstewijzigingendiezijnaangebrachtsindsdelaatsteversievan
deproductsoftware.Gebruikdegenoemdelinks/referentiesvoormeerinformatieoverdeverschillendewijzigingen.
Huidigesoftwareversie:LightHouseIIversie17.
Vantoepassingopdevolgendeproducten:a65/a65WiFi/a67/a67WiFi/a68/a68WiFi/a75/a75WiFi/a77/a77WiFi/
a78/a78WiFi/a95/a97/a98/a125/a127/a128/e7/e7D/c95/c97/c125/c127/e95/e97/e125/e127/e165/eS75
/eS77/eS78/eS97/eS98/eS127/eS128/gS95/gS125/gS165/gS195.
Nieuwefuncties
OmschrijvingBijbehorendetoepassingBijbehorendehoofdstukkenofparagrafen
NieuweNMEA2000Audio-appAudio-app
Hoofdstuk21Audio-toepassing
NieuwGRIB-viewer(GriddedInformationinBinary)GRIB-viewerHoofdstuk25GRIB-viewer
Mogelijkheidtoegevoegdomwaypointsteplaatsen
tijdenshetbekijkenvanSideVision
TM
-kanalen.
FishnderWaypointsenSideVision
Nieuwefunctievoorhetvergrendelenvande
conguratievanBeginschermpictogrammen,de
GegevensbalkendeGegevenstoepassing.
SysteemHetBeginscherm,deGegevensbalkendeGegevenstoepassing
vergrendelen
Standaardkaartselectiegewijzigd
Kaart14.3Kaart-selectie
GeavanceerdekaartfunctiesvanNavionics
ondersteunen:
Ondiepwater
SonarChart
Density
SonarChart
Live
Getijdencorrectie
Visbereik
Kaart
Ondiepwateridenticeren-Navionics
Persoonlijkedieptemetingkaartenmakenmetbehulpvan
SonarChart
Live
EendichtheidvoorSonarChartsselecteren
Eenvisbereikinstellen
OndersteuningvoorC-MAPActiveCaptain
toegevoegd
Kaart
ActiveCaptain
OndersteuningvoorNavionicsDock-to-dock
KaartEenroutemakenmetbehulpvanAutomatischgenererenvan
routes
AanvullendeondersteuningvoorNMEA2000PGN
toegevoegd.
Systeem
AnnexesDNMEA2000-zinnen
UpdateFusionLink-appFusionLinkMenuZone-instellingen
Verbeteringenaandesonarvoorvergrendelingvan
lokaasscholenenzeebodemtracking
Fishnder
NVT
Mogelijkheidvoorhetmakenvaneen
toepassingspagina'smetgeplitstscherm
Schakelpaneeltoegevoegd.
Schakelpaneel
NVT
Mededelingoverhandelsmerkenenoctrooien
Raymarine,Tacktick,ClearPulse,Truzoom,HSB,SeaTalk,SeaTalk
hs
,SeaTalk
ng
,Micronet,Raytech,GearUp,MarineShield,
Seahawk,Autohelm,AutomagicenVisionalityzijngeregistreerdeofgeclaimdehandelsmerkenvanRaymarineBelgië.
FLIR,DownVision,SideVision,Dragony,Instalert,InfraredEverywhereenTheWorld’sSixthSensezijngeregistreerdeof
geclaimdehandelsmerkenvanFLIRSystems,Inc.
Alleanderehandelsmerken,handelsnamenofbedrijfsnamendiehierinwordenvermeldwordenalleengebruikttenbehoevevan
identicatieenzijneigendomvanhunrespectieveeigenaren.
Ditproductisbeschermddooroctrooien,ontwerpoctrooien,aanhangigeoctrooienenaanhangigeontwerpoctrooien.
“Fairuse”-verklaring
Umagvooreigengebruiknietmeerdandrie(3)exemplarenvandezehandleidingafdrukken.Umagnietmeerexemplaren
afdrukkenofverspreidenenumagdehandleidingnietopenigeanderemaniergebruiken,waaronderzonderbeperkinghet
commercieeluitbatenvandehandleidingofhetgevenofverkopenvanexemplarenhiervanaanderden.
Software-updates
Belangrijk:GanaardeRaymarine-websitevoordenieuwstesoftwareversievooruwproduct.
www.raymarine.nl/software
Producthandleidingen
DenieuwsteversiesvanalleEngelseenvertaaldehandleidingenkunnenalsPDFwordengedownloadviawww.raymarine.nl.
Controleertualstublieftdewebsiteomtezienofudemeestrecentehandleidinghebt.
Copyright©2016RaymarineUKLtd.Allerechtenvoorbehouden.
DUTCH
Documentnumber:81360-4
Date:04-2016
Inhoud
Hoofdstuk1Belangrijkeinformatie.....................9
Vereistenvoorplaatsingvaneentouchscreen...............9
Disclaimers...............................................................10
Geheugen-encartograekaarten...............................10
Licentieovereenkomstenvoorsoftwarevan
derden......................................................................10
Verwijderingvanhetproduct......................................11
Registratiegarantie....................................................11
IMOenSOLAS..........................................................11
Technischenauwkeurigheid........................................11
Hoofdstuk2Document-enproductinforma-
tie..........................................................................13
2.1Informatieoverdehandleiding..............................14
2.2Gebruikteregelsvoordehandleiding....................15
2.3Documentafbeeldingen.........................................17
2.4OverzichtHybridT ouch.........................................17
Hoofdstuk3Beginnen........................................19
3.1Deunitin-enuitschakelen....................................20
3.2Bediening............................................................21
3.3Basisbedieningtouchscreen.................................24
3.4Multi-T ouch-gebaren.............................................25
3.5T ouch-pictogrammen............................................26
3.6OverzichtHome-vensterdisplaysmetalleen
touchscreen..............................................................26
3.7OverzichtHome-vensterHybridTouch-displays
endisplayszondertouchscreen..................................27
3.8Pagina's..............................................................29
3.9T oepassingen......................................................31
3.10Overzichtscherm...............................................32
3.11Regelaarsvoorgesplitstscherm..........................35
3.12Proceduresvooreersteinstelling.........................36
3.13GNSS-status......................................................39
3.14Stuurautomaatbedieninginschakelen..................41
3.15Motoridenticatie................................................42
3.16AIS-functiesinschakelen.....................................44
3.17Gedeeldevoorkeuren.........................................44
3.18Geheugen-encartograekaarten........................45
3.19Simulatormodus.................................................45
3.20Updatesvansysteemsoftware............................46
3.21Hettoetsenbordkoppelen...................................48
3.22Leermiddelen.....................................................48
Hoofdstuk4Displaygegevensbeheren............49
4.1Gebruikersgegevensengebruikersinstellingen
opslaan.....................................................................50
4.2Itemsopslaanenterugzetten................................51
4.3Screenshots........................................................53
4.4Resettenvanuwsysteem.....................................53
Hoofdstuk5Uwdisplayaanuwwensen
aanpassen............................................................55
5.1T aalkeuze............................................................56
5.2Scheepsgegevens................................................57
5.3Eenheidsinstellingen...........................................58
5.4Tijd-endatuminstellingen.....................................59
5.5Display-voorkeuren..............................................60
5.6Overzichtgegevensbalkengegevenskader...........62
5.7Optiesvanhetinstellingenmenu............................63
Hoofdstuk6Document-viewer-
toepassing............................................................73
6.1Overzichtdocument-viewer...................................74
Hoofdstuk7Stuurautomaatbediening..............77
7.1Overzichtenfunctiesvandestuurautomaatbe-
diening......................................................................78
7.2Stuurautomaatbedieninginschakelen....................78
7.3DialoogvensterBedieningstuurautomaat...............79
7.4Stuurautomaabalk................................................80
7.5Instellingenstuurautomaat....................................81
7.6Destuurautomaatinschakelen..............................81
7.7Dehuidigevastgezettekoersaanpassen...............82
7.8Destuurautomaatuitschakelen.............................82
7.9Track-modus........................................................83
7.10Instellingenstuurautomaat..................................83
7.11Inbedrijfstelling...................................................86
7.12Statussymbolenvoorstuurautomaat....................89
7.13Alarmmeldingenstuurautomaat...........................89
Hoofdstuk8Alarmbeheer...................................91
8.1Overzichtalarmmeldingen....................................92
8.2OverzichtAlarmmanager......................................92
8.3Alarmopties.........................................................95
Hoofdstuk9Manoverboord(MOB).................101
9.1Manoverboord...................................................102
Hoofdstuk10IntegratievanDSC
VHF-radio...........................................................105
10.1DSC-marifoon-integratie..................................106
10.2DSC-marifoon-integratieinschakelen.................106
Hoofdstuk11Brandstofmanager.....................107
11.1Overzichtbrandstofmanager.............................108
Hoofdstuk12AIS(AutomaticIdentication
System)................................................................111
12.1OverzichtAIS....................................................112
12.2AIS-vereisten....................................................113
12.3AISinschakelen................................................114
12.4AIS-contextmenu...............................................114
12.5AIS-vectoren.....................................................115
12.6Vectoropties......................................................116
12.7Lijstgevolgdeobjecten......................................116
12.8Gevaarlijkeobjecten..........................................117
12.9Aanvaringsinformatie.........................................117
12.10Ontmoeting(Objectinterceptie)........................121
12.11VeiligheidskritischeAIS-informatie
weergeven..............................................................121
5
12.12GedetailleerdeAIS-objectinformatie
weergeven..............................................................122
12.13StilleAIS-modus.............................................122
12.14AIS-veiligheidsmeldingen................................123
12.15Buddy'svolgen...............................................123
Hoofdstuk13Waypoints,Routesen
Tracks.................................................................125
13.1Overzichtwaypoints.........................................126
13.2Routes.............................................................134
13.3Tracks.............................................................142
13.4Importerenenexporteren.................................144
13.5Opslagcapaciteitvoorwaypoints,routesen
tracks......................................................................145
Hoofdstuk14Kaarttoepassing.........................147
14.1OverzichtenfunctiesKaart-toepassing..............148
14.2Overzichtelektronischekaarten........................150
14.3Kaart-selectie...................................................151
14.4GPS-controle..................................................152
14.5Kaartbereikendraaiing.....................................153
14.6Menu-optiesvoornavigeren..............................153
14.7Zoekpatronen...................................................156
14.8Aanvaringsinformatie........................................159
14.9WedstrijdstartlijnenWedstrijdtimer....................160
14.10Scheepspositieopdekaartweergave...............161
14.11Kaartrichting...................................................161
14.12Kaartbewegingsmodus...................................162
14.13Synchronisatievanmeerderekaarten..............163
14.14Kaartweergaven.............................................164
14.15Kaartweergave...............................................166
14.16Lagen............................................................167
14.17Kaartvectoren................................................173
14.18Laylines.........................................................174
14.19Polairdiagrammen..........................................175
14.20Cartograscheobjecten..................................176
14.21Objectinformatie.............................................178
14.22Diepte-&lijnopties.........................................182
14.23OptiesvanhetNavionics-menu
Geavanceerd..........................................................183
14.24OptiesvanMijngegevens...............................184
14.25Hetmetenvanafstandenenpeilingen.............184
Hoofdstuk15Fishnder-toepassing...............187
15.1Sonar-technologieën........................................188
15.2Raymarinesonarmodules.................................191
15.3OverzichtenfunctiesvanFishnder..................191
15.4Keuzevoorsonartransducersonarmo-
dule........................................................................193
15.5Desonarcontroleren........................................194
15.6Kalibratieshnder-transducer..........................194
15.7Ondersteuningvoormeerdere
sonarmodules..........................................................195
15.8Sonar-overspraakinterferentie...........................197
15.9Aangepastekanalen.........................................198
15.10Ping-modivoordual-kanalen...........................199
15.11Hetsonarbeeld...............................................200
15.12Dieptebereik...................................................201
15.13SideVision
TM
-bereik.......................................202
15.14Scrollenvanshnder....................................202
15.15Weergavemodivandeshnder.....................203
15.16SideVision
TM
-weergaven................................205
15.17OptiesPresentatie-menu................................206
15.18Diepteenafstand...........................................207
15.19WaypointsindeFishnder-toepassing.............207
15.20Gevoeligheidsinstellingen...............................208
15.21Fishnder-alarmmeldingen..............................213
15.22Frequentie-afstemming...................................214
15.23Menu-optiesinstellenecholood.......................215
15.24Menu-optiesvoortransducer-
instellingen..............................................................216
15.25Desonarresetten...........................................217
Hoofdstuk16Radartoepassing........................219
16.1OverzichtRadar-toepassing..............................220
16.2EenQuantumradarkoppelenmetWi-Fi............222
16.3Deunitin-enuitschakelen................................223
16.4Ondersteuningmeerdereradars........................224
16.5Radarcontrole..................................................224
16.6Radarcontextmenu...........................................225
16.7Kwaliteitradarbereiken-beeld..........................226
16.8Aanvaringsinformatie........................................228
16.9OverzichtMARPA............................................229
16.10Vectoropties...................................................230
16.11Overzichtscheepsvectoren(CPA-
afbeeldingen)..........................................................231
16.12EenBewakingszonealarminstellen..................231
16.13Radarsporen.................................................232
16.14Lijstgevolgdeobjecten...................................233
16.15Afstanden,bereikenpeiling............................233
16.16Radarmodusenoriëntatie...............................235
16.17MenuRadarpresentatie..................................237
16.18
Afstemmenradar:versterkingsregelaars
ophetscherm.........................................................239
16.19Radar-modi....................................................240
16.20MenuGevoeligheidsinstellingen......................241
16.21RadarmetDualRangegebruiken....................243
16.22Radarinstellingenmenu...................................244
16.23Deradarresetten...........................................247
Gegevenstoepassing.........................................249
Hoofdstuk17Cameratoepassing.....................250
17.1OverzichtenfunctiesCamera-toepassing...........250
17.2Decamera-invoerwijzigen................................251
17.3Devideostreamwijzigen...................................251
17.4Meerderecamera-invoerkanalenweergeven
metKwadrant-weergave..........................................252
17.5Cameraroteren................................................252
17.6Camera-/video-invoerkanaleneennaam
geven.....................................................................253
17.7Hetvideobeeldaanpassen................................254
6
LightHouseMFDoperationinstructions
17.8Debeeldverhoudingselecteren.........................254
17.9Eenlocatieselecterenomopnamenopte
slaan.......................................................................255
17.10Opnemenenafspelen....................................255
17.11Foto'smaken..................................................257
17.12Foto'sbekijken...............................................258
17.13DeLED/hetlampjevaneencamera
inschakelen.............................................................259
Hoofdstuk18Toepassingvandethermische
cameradraai/kantel-camera's......................261
18.1Overzichtvandetoepassingthermische
camera...................................................................262
18.2Beeldvandethermischecamera......................262
18.3Instellenencontrolerenvandethermische
camera...................................................................263
18.4Overzichtbediening..........................................264
18.5Camerabesturing..............................................264
18.6Beeldinstellingen..............................................267
18.7Draai/kantel-cameranieuwe
camera-interface.....................................................269
18.8ModiHoogvermogenenHoogkoppel...............272
18.9Draai/kantel-cameraoudecamera-
interface..................................................................273
Hoofdstuk19Toepassingvandethermische
cameravastgemonteerdecamera's...........277
19.1Overzichtvandetoepassingthermische
camera...................................................................278
19.2Beeldvandethermischecamera......................278
19.3Instellenencontrolerenvandethermische
camera...................................................................279
19.4Overzichtbediening..........................................280
19.5Camerabesturing..............................................280
19.6Beeldinstellingen..............................................281
19.7Menuvastgemonteerdecamera's.....................282
Hoofdstuk20Wi-Fienmobiele
toepassingen.....................................................285
20.1MFDWi-Fi.......................................................286
20.2VerbindingmakenmeteenWi-Fi-
toegangspunt/mobielehotspot..................................286
20.3Uwsmart-apparaatverbindenviaWi-Fi.............288
20.4Raymarinemobieleapps..................................288
20.5InstellingenvoorWi-Fidelen.............................289
Hoofdstuk21Audio-toepassing......................291
21.1Compatibeleentertainmentsystemen.................292
21.2OverzichtAudio-toepassing..............................292
21.3Hetentertainmentsysteeminschakelen..............294
21.4Eenaudiobronselecteren.................................295
21.5Doormediabestandenbladeren........................296
21.6Audio-regelbalk................................................296
21.7MenuAudio-toepassing....................................297
Hoofdstuk22Mediaspelertoepassing.............299
22.1Aansluitingmediaspeler....................................300
22.2Bluetoothinschakelen......................................300
22.3HetkoppelenvaneenBluetooth-
mediaspeler............................................................301
22.4Audiobedieninginschakelen..............................301
22.5Mediaspelerbediening................................302
22.6Demediaspelerbedienenmeteen
afstandsbediening...................................................302
22.7EenBluetooth-apparaatontkoppelen.................303
Hoofdstuk23SiriusAudio-toepassing
(alleenNoord-Amerika).....................................305
23.1OverzichtSiriusAudio.....................................306
Hoofdstuk24Fusionlink-toepassing..............307
24.1OverzichtFusionlink-toepassing.......................308
24.2Mediabronnen..................................................309
24.3Doormuziekbladeren......................................309
24.4DefunctiesWillekeurigevolgordeenHerhalen
selecteren...............................................................310
24.5Hetvolumevooriederezoneaanpassen...........310
24.6Hettebedienensysteemselecteren...................311
24.7EenNMEA2000Fusion-unituitschakelen...........312
24.8EenNMEA2000Fusion-unitinschakelen...........312
24.9Optiesvanhetinstellingenmenu........................313
Hoofdstuk25GRIB-viewer...............................315
25.1OverzichtGRIB-viewer(GriddedInformationin
Binary)....................................................................316
25.2CompatibiliteitGRIB-viewer..............................317
25.3Inloggen..........................................................317
25.4Gegevenstypictogrammen................................318
25.5Selecteerdelocatievoorhetopslaanvande
GRIB-bestanden......................................................318
25.6Hetdownloadenenafspelenvan(tijdelijke)
GRIB-bestandenmetbehulpvanderegelaarsop
hettouchscreen.......................................................319
25.7Hetdownloadenenafspelenvan(tijdelijke)
GRIB-bestandenmetbehulpvanderegelaarsop
modellenzondertouchscreen...................................319
25.8GRIB-bestandenuitdeKaartshop
opslaan...................................................................320
25.9Opgeslagenanimatiesafspelen........................321
25.10Gegevensengraekenvooreenspecieke
locatiebekijken........................................................321
25.11Kaarttekstverbergen.......................................322
25.12Bestandenvewijderen....................................322
25.13Bestandenverplaatsenenkopiëren.................323
Hoofdstuk26Weertoepassing(alleen
Noord-Amerika).................................................325
26.1Overzichtweertoepassing.................................326
26.2Instellingenweertoepassing..............................326
26.3Overzichtweertoepassingsweergave.................327
26.4Weerkaartnavigatie..........................................330
26.5Weercontextmenu............................................330
26.6Weerinformatie.................................................331
26.7Weerrapporten.................................................331
26.8Bewegendeweerbeelden.................................332
7
26.9Menu-optiesvandeweertoepassing..................333
26.10Woordenlijstmetweertermen..........................334
Hoofdstuk27Probleemoplossing...................337
27.1Probleemoplossing...........................................338
27.2Probleemoplossingvoeding..............................339
27.3Probleemoplossingradar..................................340
27.4ProbleemoplossingGNSS................................341
27.5Probleemoplossingautomatischgenererenvan
routes.....................................................................342
27.6Probleemoplossingsonar.................................343
27.7Sonar-overspraakinterferentie...........................345
27.8Probleemoplossingthermischecamera.............346
27.9Probleemoplossingsysteemgegevens...............347
27.10Probleemoplossingvideo................................348
27.11ProbleemoplossingWiFi..................................349
27.12ProbleemoplossingBluetooth..........................351
27.13ProbleemoplossingT ouchscreen.....................352
27.14UitlijningvanhetTouchscreen.........................353
27.15Probleemoplossingdiversen...........................354
Hoofdstuk28Technischeondersteu-
ning.....................................................................355
28.1Productondersteuningenonderhoudvoor
Raymarine-producten..............................................356
28.2Leermiddelen...................................................357
28.3Ondersteuningvoorproductenvanandere
fabrikanten..............................................................357
AnnexesASchakelpaneeltoepassing.............359
AnnexesBNMEA0183-regels..........................361
AnnexesCNMEA-gegevensbridging..............362
AnnexesDNMEA2000-zinnen.........................363
AnnexesESoftwareversies..............................366
AnnexesFCompatibiliteitvanhet
multifunctioneledisplay...................................373
8
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk1:Belangrijke
informatie
Waarschuwing:Zorgvoorveilige
navigatie
Ditproductisalleenbedoeldalsnavigatiehulpen
kannooiteenvervangingzijnvoordeugdelijke
enoordeelkundigenavigatie.Alleenofciële
overheidskaartenenmededelingenvoor
zeevarendenbevattenalleactueleinformatie
dienodigisvoorveiligenavigatie.Dekapitein
isverantwoordelijkvoorzorgvuldiggebruik
hiervan.Degebruikeriszelfverantwoordelijk
voorhetgebruikvanofciëleoverheidskaarten,
mededelingenaanzeevarenden,voorzichtigheid
endeskundigheidophetgebiedvannavigatiebijde
bedieningvanditofeniganderRaymarine-product.
Waarschuwing:Minimaleveilige
diepte,breedteenhoogte
Afhankelijkvanuwcartograeleverancierworden
deinstellingenvoorminimaleveiligediepte,
breedteenhoogte,gebruiktbijhetautomatisch
genererenvanroutes,gebruiktomtevoorkomen
datrouteswordengemaaktdienietgeschiktzijn
voorhetschip.
Degegevenswordenopgehaalduitcompatibele
cartograe.Deinstellingenvoorminimale
veiligediepte,breedteenhoogtezijndoorde
gebruikergedenieerdeberekeningen.Omdat
dezebeidewaardennietbinnendeinvloedssfeer
vanRaymarinevallen,kanRaymarineniet
aansprakelijkwordengesteldvooreventuele
schade,fysiekofanderszins,diehetgevolgisvan
hetgebruikvandefunctievoorhetautomatisch
genererenvanroutesordeinstellingenMinimale
veiligediepte,Minimaleveiligebreedteof
Minimaleveiligehoogte.
Waarschuwing:Automatisch
genererenvanroutes
RoutesdiewordengemaaktmetAutomatisch
genererenvanroutesmakengebruikvangegevens
vancompatibeleelektronischecartograeendoor
degebruikergedenieerdeinstellingen.
VertrouwnietalleenopAutomatischgenereren
vanroutesomerzekervantezijndathetveilig
isomlangsderoutetenavigeren.UMOETde
voorgestelderoutenauwkeurigevaluerenende
routewaarnodigaanpassenvoordatuhemvolgt.
AutomatischgenererenvanrouteswordtNIET
gebruiktbijhetverplaatsenvanwaypoints
binnenroutes,udientextravoorzichtigtezijn
omerzekervantezijndathetroutetrajectende
verplaatstewaypointsveiligzijn.
Waarschuwing:Verkeersscheiding
DefunctiesvanAutomatischgenererenvanroutes
voldoennietaanhetVerkeersscheidingsstelsel
zoalsgeïdenticeerdinregel10vandegewijzigde
InternationaleBepalingenterVoorkomingvan
AanvaringenopZee1972.
Raymarine
®
adviseertudaaromAutomatisch
genererenvanroutesNIETtegebruikenvoorhet
makenvanroutesdieverkeerslijnenpasseren
ofdichtlangsverkeersscheidingslijnenlopen.In
dezesituatiesMOETAutomatischgenererenvan
routeswordenuitgeschakeldendientderouteof
hetroutetrajecthandmatigtewordengemaakt,
waarbijmoetwordenvoldaanaanderegelsuitde
bovengenoemderichtlijnen.
Waarschuwing:Veiligheid
radartransmissie
Deradarscannergeeftelektromagnetischeenergie
af.Zorgdatalhetpersoneeluitdebuurtvande
scannerisalsderadaraanhetwerkis.
Waarschuwing:Sonargebruik
GebruikdesonarNOOITwanneerhetschipniet
inhetwaterligt.
RaakdevoorkantvandetransducerNOOITaan
wanneerdesonarisingeschakeld.
SCHAKELdesonarUITalserkansisopduikers
binneneenafstandvan7,6m(25ft)vande
transducer.
Vereistenvoorplaatsingvaneen
touchscreen
Touchscreenszijneenalternatiefvoorhetgebruikvanfysieke
knoppenvoorhetbedienenvanuwdisplay.Devolledige
productfunctionaliteitisbeschikbaarwanneeruhettouchscreen
gebruikt.
Opmerking:
Deprestatiesvanhettouchscreenkunnenworden
beïnvloeddoordeomgevingronddeinstallatie,metname
touchscreen-displaysdiebovendekszijngeïnstalleerd,
waarzeblootwordengesteldaandeelementenkunnende
volgendeproblemenhebben:
Oververhittingvanhettouchscreen-alshetdisplayis
gemonteerdopeenplaatswaarhijlangdurigisblootgesteld
aandirectzonlicht,kanhettouchscreenergheetworden.
Incorrectewerkingvanhettouchscreenblootstelling
aanlangdurigeregenen/ofwaterkanertoeleidendat
hetdisplayreageertop'valseaanrakingen',dieworden
veroorzaaktdoorregen/waterdathetschermraakt.
Wanneeralsgevolgvandevereistelocatieblootstellingaan
dezeelementenwordtverwacht,wordtugeadviseerdhet
volgendeinoverwegingtenemen:
hettouchscreentevergrendeleneninplaatsdaarvande
fysiekeknoppentegebruikenHybridT ouch-displays
een'displaykap'vaneenanderefabrikanttebevestigen,
omblootstellingaandirectzonlichtendehoeveelheidwater
datophetdisplaykomttereduceren.
eentoetsenbordopafstandteinstalleren,bijvoorbeeldde
RMK-9,enhetdisplayopafstandtebedienendisplays
metalleentouchscreen
teupgradennaareenHybridTouch-displayeninplaats
daarvandefysiekeknoppentegebruikendisplaysmet
alleentouchscreen
Belangrijkeinformatie
9
Letop:Onderhoudvancartograe-
engeheugenkaarten
Omonherstelbareschadeaanen/ofverliesvan
gegevensvandecartograe-engeheugenkaarten
tevoorkomen:
SlaGEENgegevensofbestandenopnaareen
kaartdiecartograebestandenbevat,omdat
dezekunnenwordenoverschreven.
Zorgervoordatdecartograe-en
geheugenkaartenopdejuistemanierzijn
geplaatst.ProbeereenkaartNIETmetkracht
opzijnplaatsteduwen.
GebruikGEENmetalenvoorwerpzoalseen
schroevendraaierofpincetomeencartograe-
ofgeheugenkaartteplaatsenofteverwijderen.
Letop:Zorgervoordathet
cartograeklepjegoeddichtzit.
Omtevoorkomendaterwaterinhetproductkomt
endezedaardoorbeschadigdraaktdientuhet
klepjegoedtesluiten.
Letop:Zonnekappen
Wanneeruwproductisgeleverdmeteen
zonnekap,dientudezonnekapaltijdteplaatsen
wanneeruuwproductnietgebruiktomhette
beschermentegendeschadelijkeeffectenvan
ultraviolette(UV-)straling.
Zonnekappenmoetenwordenverwijderd
wanneerueenhogesnelheidheeft,ofditnuop
hetwaterisofwanneerhetschipoverdeweg
wordtvervoerd.
Letop:Reinigenvanhetproduct
Alsuproductenreinigt:
Alsuwproducteendisplayschermheeft,veegdit
danNIETafmeteendrogedoek,aangeziendit
krassenkanveroorzakenopdecoating.
GebruikGEENschurendeofopzurenof
ammoniagebaseerdeproducten.
GebruikGEENhogedrukspuit.
Disclaimers
Ditproduct(metinbegripvandeelektronischekaarten)
isalleenbedoeldalshulpmiddelbijhetnavigeren.Het
isontworpenalshulpmiddelbijhetgebruikvanofciële
overheidskaarten,nietalsvervangingdaarvan.Alleenofciële
overheidskaartenenmededelingenvoorzeevarendenbevatten
alleactueleinformatiedienodigisvoorveiligenavigatie.De
kapiteinisverantwoordelijkvoorzorgvuldiggebruikhiervan.
Degebruikeriszelfverantwoordelijkvoorhetgebruikvan
ofciëleoverheidskaarten,mededelingenaanzeevarenden,
voorzichtigheidendeskundigheidophetgebiedvannavigatie
bijdebedieningvanditofeniganderRaymarine-product.
Ditproductondersteuntelektronischekaartenvanandere
leveranciersdiekunnenzijnopgenomenofopgeslagenopeen
geheugenkaart.Ophetgebruikvandergelijkekaartenisde
Eindgebruikersovereenkomstvandeleveranciervantoepassing,
vervatindedocumentatievoorditproductofmeegeleverdmet
degeheugenkaart(zoalsvantoepassing).
Raymarinegarandeertnietdatditproductvrijisvanfoutenof
datdezetecombinerenismetproductendiegefabriceerdzijn
doorpersonenofentiteitenandersdanRaymarine.
Ditproductgebruiktdigitale-kaartgegevensenelektronische
informatievanhetGlobalPositioningSystem(GPS),welke
foutenkunnenbevatten.Raymarinekandenauwkeurigheidvan
dergelijkeinformatienietgaranderen;udienttewetendatfouten
indergelijkeinformatiedeoorzaakkunnenzijndathetproduct
nietofnietcorrectwerkt.Raymarineisnietaansprakelijkvoor
schadeofletselveroorzaaktdooruwgebruikofonbekwaamheid,
doorinteractievanhetproductmetproductendiedooranderen
gefabriceerdzijnofvoorfouteninkaartgegevensofinformatie
diedoorhetproductgebruiktwordenendoorderdenverstrekt
zijn.
Geheugen-encartograekaarten
UkuntMicroSD-geheugenkaartengebruikenomeen
back-up/archiefbestandtemaken(bijv.waypointsentracks).
Nadateenback-upvangegevensisopgeslagenopeen
geheugenkaart,kunnendeoudegegevensvanhetsysteem
wordengewist,waardoorruimtewordtvrijgemaaktvoornieuwe
gegevens.Degearchiveerdegegevenskunnenopieder
momentwordenteruggezet.Cartograschekaartmodulesgeven
aanvullendeofbijgewerktecartograscheinformatie.
Aanbevolenwordtregelmatigeenback-upvanuwgegevenste
makenopeengeheugenkaart.SlaGEENgegevensopopeen
geheugenkaartdiecartograegegevensbevat.
Compatibelekaarten
DevolgendesoortenMicroSD-kaartenzijncompatibelmetuw
display:
MicroSecureDigitalStandard-Capacity(MicroSDSC)
MicroSecureDigitalHigh-Capacity(MicroSDHC)
Opmerking:
Demaximalegeheugenkaartcapaciteitdiewordt
ondersteundis32GB.
MicroSD-kaartenmoetenzijngeformatteerdvoorhetFAT-
ofFAT32-bestandssysteemommetuwMFDtekunnen
wordengebruikt.
Snelheidsklasse
Voordebesteprestatieswordtugeadviseerdgeheugenkaarten
vanklasse10ofUHS(UltraHighSpeed)tegebruiken.
Cartograe
Uwproductisvoorgeladenmetelektronischecartograe
(wereldwijdebasiskaart).Alsuanderecartograegegevenswilt
gebruiken,kuntucompatibelekaartenmetcartograeinde
geheugenkaartlezervandeunitplaatsen.
Gebruikalleencartograe-engeheugenkaartenvan
bekendemerken
Wanneerugegevensarchiveertofeenelektronische
cartograekaartmaaktadviseertRaymarinegebruiktemaken
vangeheugenkaartenvankwaliteitsmerken.Hetkanzijndat
sommigegeheugenkaartmerkennietwerkeninuwunit.Neemt
ualstublieftcontactopmetdeklantenservicevooreenlijstmet
aanbevolenkaarten.
Licentieovereenkomstenvoor
softwarevanderden
Ditproductvaltonderbepaaldelicentieovereenkomstenvoor
softwarevanderden,zoalshieronderwordtopgesomd:
GNULGPL/GPL
JPEG-bibliotheken
OpenSSL
FreeType
Delicentieovereenkomstigenvoordebovenstaandeonderdelen
kuntuterugvindenopdewebsitewww.raymarine.comen
wanneermeegeleverdopdebegeleidendedocumentatie-CD.
10
LightHouseMFDoperationinstructions
Verwijderingvanhetproduct
Verwijderditproductinovereenstemmingmetde
AEEA-richtlijnen.
DerichtlijnAfvalvanElektrischeenElektronische
Apparatuur(AEEA)vereistderecyclingvanafvalvanelektrische
enelektronischeapparaten.
Registratiegarantie
OmuwRaymarine-productteregistrerengaatunaar
www.raymarine.comenregistreertuonline.
Hetisvanbelangdatuuwproductregistreertomvolledig
gebruiktekunnenmakenvanallegarantievoordelen.Inuw
verpakkingziteenbarcode-etiketwaarophetserienummervan
deunitvermeldstaat.Uhebtditserienummernodigomuw
productonlineteregistreren.Udienthetetiketvoorlatergebruik
tebewaren.
IMOenSOLAS
Deapparatuurdieinditdocumentbeschrevenwordt,isbedoeld
voorrecreatievemaritieme-enwerkvaartuigenwelkenietvallen
onderdeInternationalMaritimeOrganization(IMO)enSafetyof
LifeatSea(SOLAS)Carriageregelgeving.
Technischenauwkeurigheid
Deinformatieinditdocumentwasbijhetterpersegaan
naaronsbestewetencorrect.Raymarineisechterniet
aansprakelijkvooreventueleonnauwkeurighedenofomissies.
Daarnaastkunnenspecicatiesvolgensonsprincipevan
continueproductverbeteringzondervoorafgaandeopgave
gewijzigdworden.Raymarinekandaaromnietaansprakelijk
wordengesteldvooreventueleverschillentussenhet
productenditdocument.RaadpleegdeRaymarinewebsite
(www.raymarine.com)omnategaanofudemeestrecente
versie(s)hebtvandedocumentatievooruwproduct.
Belangrijkeinformatie
11
12
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk2:Document-enproductinformatie
Inhoudsopgave
2.1Informatieoverdehandleidingoppagina14
2.2Gebruikteregelsvoordehandleidingoppagina15
2.3Documentafbeeldingenoppagina17
2.4OverzichtHybridT ouchoppagina17
Document-enproductinformatie
13
2.1Informatieoverdehandleiding
Dezehandleidingbevatbelangrijkeinformatieoveruw
multifunctioneledisplay.
Dezehandleidingisvantoepassingopmultifunctioneledisplays
metLightHouse
TM
.
Overdezehandleiding
Indezehandleidingwordtdebedieningvanuwmultifunctionele
displaybeschreven,incombinatiemetcompatibeleelektronische
cartograeenrandapparatuur.
Erwordtvanuitgegaanuitdatallerandapparatuurdiemoet
wordenbediend,compatibelisencorrectisgeïnstalleerd.Deze
handleidingisbedoeldvoorgebruikersmetuiteenlopende
ervaring,maargaatuitvaneenalgemeenkennisniveauvoor
watbetreftgebruikvanhetdisplay,nautischeterminologieen
ervaring.
Softwareversie
Raymarinebrengtregelmatignieuweversiesuitvande
productsoftwaremetnieuwefunctiesenverbeteringenvoorde
bestaandefuncties.
Release 17
Dezehandleidingheeftbetrekkingopmultifunctionele
displaysmetsoftwareversieLightHouseIIversie17.
RaadpleeghethoofdstukSoftwareversiesvoormeer
informatieoversoftwareversies.
GanaardeRaymarine
®
-websiteomerzekervantezijndat
udemeestrecentesoftwareengebruikershandleidingen
hebt.
www.raymarine.nl/software
www.raymarine.nl/manuals
.
Productdocumentatie
Devolgendedocumentatieisvantoepassingopuwproduct:
AlledocumentenkunnenalsPDFwordengedownloadvia
www.raymarine.nl
Documentatie
OmschrijvingArtikelnummer
Installatie-instructiesaSeries/c
Series/eSeries
87247
Installatie-instructieseSSeries
87250
Installatie-instructiesgSSeries
87248
GebruiksinstructiesLightHouse
TM
multifunctioneeldisplay(dit
document)
81360
NieuwefunctiesLightHouse
TM
82331
Aanvullendedocumentatie
OmschrijvingArtikelnummer
Instructiesvoorinstallatieen
bedieningRMK-9
81351
Installatie-engebruiksinstructies
RCU-3
87139
PrintShopvoorgebruikershandleidingen
RaymarineheefteenPrintShop-service,waarueen
professioneelafgedruktegebruikershandleidingvanhoge
kwaliteitvanuwRaymarine-productkuntaanschaffen.
Gedruktehandleidingenzijnideaalomaanboordvanuwschip
tebewaren,alshandigreferentiemateriaalwanneeruhulpnodig
hebtbijuwRaymarine-product.
Brengeenbezoekaanhttp://www.rayma-
rine.co.uk/view/?id=5175omeengedruktehandleiding
tebestellenenbijutelatenaeveren.
VoormeerinformatieoverdePrintShopgaatunaar
deFAQ-pagina'svandePrintShop:http://www.rayma-
rine.co.uk/view/?id=5751.
Opmerking:
Ukuntvoordegedruktehandleidingenbetalenmet
creditcardenPayPal.
Gedruktehandleidingenkunnenwereldwijdworden
verstuurd.
Erwordendekomendemaandensteedsmeer
handleidingentoegevoegdaandePrintShop,zowelvan
nieuweproductenalsvanoudereproducten.
Raymarine-gebruikershandleidingenkunnenookgratis
wordengedownloadvanafdeRaymarine-website,inhet
populairePDF-formaat.DezePDF-bestandenkuntu
openenopeenPC/laptop,tablet,smartphone,ofopde
nieuwstegeneratieRaymarinemultifunctioneledisplays.
14
LightHouseMFDoperationinstructions
2.2Gebruikteregelsvoordehandleiding
Devolgenderegelszijnindezehandleidinggebruiktwanneerwordtgerefereerdaan:
TypeVoorbeeldRegel
PictogrammenDeterm"selecteren"wordtgebruiktvooractiesmetpictogrammenen
heeftbetrekkingophetselecterenvaneenpictogramophetscherm,óf
doordezeaanteraken,ófmetbehulpvanfysiekeknoppen.
Aanrakendrukmetuwvingerophetpictogramomhemte
selecteren.
FysiekeknoppengebruikdeJoystickomhetpictogramte
markerenendrukopdeOK-knop.
Determ"selecteren"wordtgebruiktvooractiesmetmenu'senheeft
betrekkingophetselecterenvaneenmenu-item,ófdoordezeaante
raken,ófmetbehulpvanfysiekeknoppen.
Aanrakendrukmetuwvingerophetpictogramomhemte
selecteren.
FysiekeknoppengebruikdeJoystickomhetpictogramte
markerenendrukopdeOK-knop.
Menu's
Determ"scroll"wordtgebruiktvooractiesmetmenu'sendialoogvensters
enheeftbetrekkingophetscrollendooreenlijstofmenu,ófdoordezeaan
teraken,ófmetbehulpvanfysiekeknoppen.
Aanrakendrukmetuwvingerophetmenuenbeweegnaarboven
ofnaarbenedenomtescrollen.
Fysiekeknoppendraaimetdeklokmeeoftegendeklokinom
tescrollen.
.
Toepassingen
Determ"selecteren"wordtgebruiktvooractiesmettoepassingenenheeft
betrekkingophetselecterenvaneenlocatieofobjectophetscherm,óf
doordezeaanteraken,ófmetbehulpvanfysiekeknoppen.
Aanrakendrukmetuwvingeropeenlocatieenhoudhemvastom
teselecteren,of
Aanrakendrukmetuwvingeropeenobjectenlaathemlos.
FysiekeknoppengebruikdeJoystickomdelocatieofhetobjectte
markerenendrukopdeOK-knop.
NumeriekeregelaarsDetermaanpassenwordtgebruiktinproceduresmetnumerieke
regelaarsenheeftbetrekkingophetveranderenvandenumeriekewaarde
metbehulpvanhettouchscreenoffysiekeknoppen:
Aanrakendrukmetuwvingeropdepijlnaarbovenofnaarbeneden
omdenumeriekewaardeteverhogenofteverlagen.
FysiekeknoppengebruikdeDraaiknopomdenumeriekewaarde
teverhogenofteverlagen.
Wanneerdenumeriekeregelaarwordtweergegevenkuntuookhet
toetsenbord-pictogramselecterenofopdeOK-knopdrukkenendeze
vasttehoudenomeennumeriektoetsenbordteopeneneneennieuwe
waardevoordeinstellingintevoeren.
SchuifbalkregelaarsDetermaanpassenwordtgebruiktinproceduresmetschuifbalkregelaars
enheeftbetrekkingophetveranderenvandebijbehorendenumerieke
waardemetbehulpvanhettouchscreenoffysiekeknoppen:
Aanrakendrukmetuwvingeropdepijlnaarbovenofnaarbeneden
omdenumeriekewaardeteverhogenofteverlagen.
FysiekeknoppengebruikdeDraaiknopomdenumeriekewaarde
teverhogenofteverlagen.
Document-enproductinformatie
15
Waypoint(MOB)-knop/-pictogram
Afhankelijkvanhetmodelmultifunctioneledisplayheeftueen
Waypoint(MOB)-knopofeenpictogramophetscherm.
WPT-knop
cSeries
eSeries
eSSeries
RMK-9-toetsenbord
WPT-picto-
grammen
aSeries
gSSeries
Indezehandleidingstaatdeterm:SelecteerWPTvoorhet
indrukkenvandefysiekeWPT-knopofhetindrukkenvanhet
WPT-pictogramophetscherm.
Bedieningmetenzondertouchscreen
Dezehandleidingisvantoepassingopzoweltouchscreen-
bedieningalsbedieningzondertouchscreen.
Dezehandleidingmaaktgebruikvanpictogrammenomte
latenzienofeenbepaaldeactiespeciekbetrekkingheeftop
touchscreenofniet.Wanneereentaaknietvoorzienisvaneen
touch-ofnon-touch-pictogram,kandeactiemetbeidenworden
uitgevoerd
Touch(touchscreen-bediening)touch-acties
zijnvantoepassingopmultifunctioneledisplays
dieeentouchscreenhebben.
Non-touch(bedieningmetfysiekeknoppen)
non-touch-actieszijnvantoepassingop
multifunctioneledisplaysmetfysiekeknoppen
ofmultifunctioneledisplayswaaropeen
toetsenbordopafstandisaangeslotenen
gekoppeld.
16
LightHouseMFDoperationinstructions
2.3Documentafbeeldingen
Productenkunnenenigszinsafwijkenvandeafbeeldingen
inditdocument,afhankelijkvanhetproductmodelende
productiedatum.
Dehierondergetoondeillustratiewordtinditheledocument
gebruiktvoorMFD'smetLightHouse
TM
.Tenzijandersvermeld,
isditvantoepassingopallemodellenmultifunctioneledisplays.
D12596-2
2.4OverzichtHybridTouch
AlsuwmultifunctioneledisplaybeschiktoverHybridTouch,
kuntudeunitbedienenmetbehulpvanhettouchscreenende
fysiekeknoppen.
EenHybridT ouch-displayheeftfysiekeknoppendienaasthet
touchscreenkunnenwordengebruikt.Multifunctioneledisplays
metalleentouchscreen(diegeenfysiekeknoppenhebben)
kunnenwordenaangeslotenmetHybridTouch-functionaliteit.
Ukuntallefunctiesstartenmetbehulpvanhettouchscreen.
Erzijnechtersituaties(bijvoorbeeldruwezee)waarinuhet
touchscreenlievernietgebruikt.Indergelijkeomstandigheden
adviseertRaymarinedeTouch-vergrendelinginteschakelenen
defysiekeknoppentegebruikenomuwmultifunctioneledisplay
tebedienen.
Document-enproductinformatie
17
18
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk3:Beginnen
Inhoudsopgave
3.1Deunitin-enuitschakelenoppagina20
3.2Bedieningoppagina21
3.3Basisbedieningtouchscreenoppagina24
3.4Multi-Touch-gebarenoppagina25
3.5Touch-pictogrammenoppagina26
3.6OverzichtHome-vensterdisplaysmetalleentouchscreenoppagina26
3.7OverzichtHome-vensterHybridTouch-displaysendisplayszondertouchscreenoppagina27
3.8Pagina'soppagina29
3.9T oepassingenoppagina31
3.10Overzichtschermoppagina32
3.11Regelaarsvoorgesplitstschermoppagina35
3.12Proceduresvooreersteinstellingoppagina36
3.13GNSS-statusoppagina39
3.14Stuurautomaatbedieninginschakelenoppagina41
3.15Motoridenticatieoppagina42
3.16AIS-functiesinschakelenoppagina44
3.17Gedeeldevoorkeurenoppagina44
3.18Geheugen-encartograekaartenoppagina45
3.19Simulatormodusoppagina45
3.20Updatesvansysteemsoftwareoppagina46
3.21Hettoetsenbordkoppelenoppagina48
3.22Leermiddelenoppagina48
Beginnen
19
3.1Deunitin-enuitschakelen
Hetdisplayinschakelen
1.DrukopdeAAN/UIT-knopophetdisplay.
2.SelecteerAccepterenomdedisclaimerteaccepteren.
Deunituitschakelen
MFD'sverbruikennogsteedseenkleinbeetjestroomvande
accuterwijlzezijnuitgeschakeld,alsditeenprobleemistrektu
deconnectoraandeachterkantvandeuniteruit.
1.DrukdeAan/Uit-knopinenhoudhemongeveer6seconden
ingedrukt.
Erwordteencountdowntimervan3secondenweergegeven.
Omhetuitschakelenvandeunitteannuleren,laatudeknop
losvoordathetdisplayuitschakelt.
Opmerking:
DenetwerkverbindingenvangSSeries-eneS
Series-MFD'sblijvenactiefwanneerhetMFDis
uitgeschakeld,waardoormogelijkstroomwordtafgenomen
vandeaccu.
Energiespaarmodus
Indeenergiespaarmodusblijvenallefunctiesvanhet
multifunctioneledisplayactief,maardeunitwordtineen
toestandgebrachtmetminderstroomverbruik.DeLED-lampjes
ronddedraaiknopknippereniedere1,5secondeomaan
tegevendatdeunitinenergiespaarmodusstaat.De
energiespaarmoduswordtopgehevendooropeenfysiekeknop
tedrukkenofwanneerersprakeisvaneenalarmsituatie.
Opmerking:Voordeveiligheidvandegebruikerisde
energiespaarmodusnietbeschikbaarals:
aangeslotenradarszijningeschakeld
hetmultifunctioneledisplayvoorstuurautomaatbediening
zorgtineensysteemzondereenafzonderlijke
stuurautomaatbedieningenmetingeschakelde
stuurautomaat.
AttentionWanneerueenMFDinenergiespaarmoduslaat
staan,blijfthijeenbeetjestroomgebruikenvandeaccu'svanuw
schip.Deunitkanuwaccu'sleegmakenalsdeunitgedurende
langeretijdinEnergiespaarmoduswordtgezet.Wanneerde
voedingvanuwschipwordtuitgeschakeld,dientuervoor
tezorgendatdeunitisuitgeschakeldviadeAan/Uit-knop.
Voormeerinformatieoverdehoeveelheidstroomdiedeunit
gebruiktinenergiespaarstandkuntuhethoofdstukTechnische
specicatiesraadplegen,ofdeinstallatie-instructiesvanuw
product.
Deenergiespaarmodusinschakelen
Omdeenergiespaarmodusinteschakelenvolgtude
onderstaandestappen.
1.Zorgervoordatdeophetsysteemaangeslotenradarszijn
uitgeschakeld.
2.DrukopdeAan/Uit-knop.
Hetmenumetsnelkoppelingenwordtweergegeven.
3.SelecteerEnergiespaarmodus.
Hetmultifunctioneledisplaysisnuinenergiebesparende
modus.
4.Ukuntdeunitopiedermomentactiverenvanuitde
Energiespaarmodusdooropeenfysiekeknopvanhet
multifunctioneledisplaytedrukken.
Opmerking:DeEnergiespaarmoduswordtautomatisch
geannuleerdwanneerersprakeisvaneenalarmsituatie.
Dehelderheidvanhetdisplayaanpassen
1.DrukéénkeeropdeAAN/UIT-knop.
Hetmenumetsnelkoppelingenwordtweergegeven.
2.Steldehelderheidinophetgewensteniveaumetbehulpvan
deschuifbalkregelaarvoordehelderheidophetscherm,of
3.RaakhetZon-pictogramaanomdehelderheidteverhogen
ofhetMaan-pictogramomdehelderheidteverlagen.
Opmerking:Hethelderheidniveaukanookwordenverhoogd
doormeerderekerenopdeAan/Uit-knoptedrukken.
Dehelderheidvanhetdisplayaanpassen
1.DrukéénkeeropdeAAN/UIT-knop.
Hetmenumetsnelkoppelingenwordtweergegeven.
2.Steldehelderheidinophetgewensteniveaumetbehulp
vandeDraaiknop.
Opmerking:Hethelderheidniveaukanookwordenverhoogd
doormeerderekerenopdeAan/Uit-knoptedrukken.
20
LightHouseMFDoperationinstructions
3.2Bediening
BedieningaSeries
D12 57 7-1
3
1
2
OmschrijvingFuncties
1Touchscreen
Raakhetschermaanomfunctiestebedienen,
waaronderallemenufuncties.
2
Aan/Uit-knop
EénkeerindrukkenomdeunitAANtezetten.
Drukwanneerhijisingeschakeldnogmaals
opdeAan/Uit-knopomdepaginamet
snelkoppelingenteopenen.Daarinkuntude
helderheidaanpassen,eenschermopname
maken,deenergiespaarmodusopenenof
deaan/uit-bedieningselementenvanexterne
apparatenopenen.
HouddeknopingedruktomdeunitUITte
schakelen.
Alseengeïntegreerdestuurautomaatis
ingeschakeld,gaatdestuurautomaatnaar
STAND-BY-moduswanneerudeknopindrukt
envasthoudt.
3
KaartsleufMicroSD-kaartlezer
a6xena7x=1xMicroSD-kaartsleuf
a9xena12x=2xMicroSD-kaartsleuven
e7/e7D-bediening
D12 17 9-1
2
4
5
6
7
3
1
OmschrijvingFuncties
1TouchscreenUkunthetschermaanrakenomveelgewone
functiestebedienen,waaronderallemenufuncties.
2Menu
Geefttoegangtotmenu's.Drukopnieuwomde
menu'stesluiten.
3
UniControlBevateenjoystick,draaiknopenOK-drukknop
voorgebruikinmenu'sentoepassingen.
4TerugDrukhieropomterugtekerennaareenvorigmenu
ofdialoogniveau.
OmschrijvingFuncties
5
WPT/MOB
Drukinenlaatlosvoortoegangtotde
waypoint-opties.Drukopnieuwomeen
waypointteplaatsen.
HoudhemingedruktomeenManOverboord
(MOB)-markeringteplaatsenopuwhuidige
positie.
6
AAN/UIT-knop
EénkeerindrukkenomdeunitAANtezetten.
Drukwanneerhijisingeschakeldnogmaals
opdeAan/Uit-knopomdehelderheidaan
tepassen,eenschermopnametemaken,
deenergiespaarmodusteopenenofde
aan/uit-bedieningselementenvoorexterne
apparatenteopenen.
HouddeknopingedruktomdeunitUITte
schakelen.
Alseengeïntegreerdestuurautomaatis
ingeschakeld,gaatdestuurautomaatnaar
STAND-BY-moduswanneerudeknopindrukt
envasthoudt.
7
KaartsleufOpenhetmoduleklepjeomeen
MicroSD-kaartmoduleteplaatsenofteverwijderen.
Erzijn2modulesleuven(metlabel1en2),
gebruiktvoorelektronischecartograemodules
enhetarchiverenvanwaypoints,routesen
instellingsgegevens.
Bedieningenc95/c97/c125/c127/e95/e97
/e125/e127/e165
D12 27 6-1
1
2 3
4
5
6
7
11 10
8
9
OmschrijvingFuncties
1TouchscreenUkunthetschermaanrakenomdemeest
voorkomendefunctiestebedienen,waaronderalle
menufuncties.
2HomeDrukhieropomnaarhetHome-vensterterugte
keren
3Menu
Geefttoegangtotmenu's.Drukopnieuwomde
menu'stesluiten.
4
UniControlBevateenjoystick,draaiknopenOK-drukknop
voorgebruikinmenu'sentoepassingen.
5
TerugDrukhieropomterugtekerennaareenvorig
menuofdialoogniveau.
6
Bereikin/uitDrukopdemin(-)omhetbereikuittezoomenen
deplus(+)omhetbereikintezoomen
7
WPT/MOB
Drukinenlaatlosvoortoegangtotde
waypoint-opties.Drukopnieuwomeen
waypointteplaatsen.
IngedrukthoudenomeenManOverboord
(MOB)-markeringteplaatsenopuwhuidige
positie.
Beginnen
21
OmschrijvingFuncties
8
AAN/UIT-knop
EénkeerindrukkenomdeunitAANtezetten.
Drukwanneerhijisingeschakeldnogmaals
opdeAan/Uit-knopomdehelderheidaan
tepassen,eenschermopnametemaken,
deenergiespaarmodusteopenenofde
aan/uit-bedieningselementenvoorexterne
apparatenteopenen.
HouddeknopingedruktomdeunitUITte
schakelen.
9
KaartsleufOpenhetmoduleklepjeomeen
MicroSD-kaartmoduleteplaatsenofte
verwijderen.Erzijn2modulesleuven(met
label1en2),gebruiktvoorelektronische
cartograemodulesenhetarchiverenvan
waypoints,routeseninstellingsgegevens.
10
Stuurauto-
maat
Drukinomdegeïntegreerdestuurautomaatuit
teschakelen.
IngedrukthoudenomdeAuto-modusvande
aangeslotenstuurautomaatteactiveren.
11Actieve
venster
omschakelen
Drukhieropomhetactievevensteromte
schakelennaargesplitstepagina's.
Drukinenhoudvastomhetgeselecteerde
venstertevergrotennaarvolledigscherm.
UniControl
Displayszondertouchscreen,HybridT ouch-displaysenhet
toetsenbordopafstandbeschikkenoverUniControl,datbestaat
uiteendraaiknop,eenjoystickeneendrukknop.
D12 18 0-1
1
2
3
1.Draaiknopgebruikdezeommenu-itemsteselecteren,
decursorophetschermteverplaatsenenhetbereikinde
kaart-enradartoepassingenaantepassen.
2.Richtingsknoppen/Joystickgebruikdezeomde
cursorpositieintoepassingenteverplaatsen,naarboven,
beneden,linksenrechtstekantelenindekaart-,weer-en
Fishnder-toepassingenofomdoorgegevenspagina'ste
bladerenindegegevenstoepassing.
3.OK-knopdrukophetuiteindevandejoystickomeen
selectieofinvoertebevestigen.
BedieningeSSeries
D13286-1
11 10
9
4
5
6
7
8
1
2 3
OmschrijvingFuncties
1TouchscreenUkunthetschermaanrakenomdemeest
voorkomendefunctiestebedienen,waaronderalle
menufuncties.
2HomeDrukhieropomnaarhetHome-vensterterugte
keren.
3Menu
Geefttoegangtotmenu's.Drukopnieuwomde
menu'stesluiten.
4
UniControl
Voorbedieningmetdraaiknopenjoystick.
5
OKDrukknopOK
6TerugDrukhieropomterugtekerennaareenvorig
menuofdialoogniveau.
7
WPT/MOB
Drukinenlaatlosvoortoegangtotde
waypoint-opties.Drukopnieuwomeen
waypointteplaatsen.
IngedrukthoudenomeenManOverboord
(MOB)-markeringteplaatsenopuwhuidige
positie.
8
AAN/UIT-knop
EénkeerindrukkenomdeunitAANtezetten.
Drukwanneerhijisingeschakeldnogmaals
opdeAan/Uit-knopomdehelderheidaan
tepassen,eenschermopnametemaken,
deenergiespaarmodusteopenenofde
aan/uit-bedieningselementenvoorexterne
apparatenteopenen.
HouddeknopingedruktomdeunitUITte
schakelen.
9
KaartsleufOpenhetmoduleklepjeomeen
MicroSD-kaartmoduleteplaatsenofte
verwijderen.Erzijn2modulesleuven(metlabel
1en2)diewordengebruiktvoorelektronische
cartograemodulesenhetarchiverenvan
waypoints,routeseninstellingsgegevens.
10
Stuurauto-
maat
Drukinomdegeïntegreerdestuurautomaatuit
teschakelen.
IngedrukthoudenomdeAuto-modusvande
aangeslotenstuurautomaatteactiveren.
11Actieve
venster
omschakelen
Drukhieropomhetactievevensteromte
schakelennaargesplitstepagina's.
Drukinenhoudvastomhetgeselecteerde
venstertevergrotennaarvolledigscherm.
22
LightHouseMFDoperationinstructions
UniControllereSSeries
D13321-1
1
2
3
1.Draaiknopgebruikdezeommenu-itemsteselecteren,
decursorophetschermteverplaatsenenhetbereikinde
Kaart-enRadar-toepassingenaantepassen.
2.Joystickgebruikdejoystickomdecursorpositie
intoepassingenteverplaatsen,naarboven,beneden,
linksenrechtstekantelenindeKaart-,Weer-en
Fishnder-toepassingenofomdoorgegevenspagina'ste
bladerenindeGegevens-toepassing.
3.OK-drukknopdrukdezeinomeenselectieofinvoerte
bevestigen.
BedieninggSSeries
D12701-1
1 2 3
OmschrijvingFuncties
1Touchscreen
Raakhetschermaanomfunctiestebedienen,
waaronderallemenufuncties.
2
AAN/UIT-
knop
Eénkeerindrukkenomdeunitaantezetten.
Drukwanneeringeschakeldnogeenkeeropde
Aan/Uit-knopomdepaginametsnelknoppen
teopenen.
Drukwanneeringeschakeldopdeknopenhoud
ingedruktomhetdisplayinstand-bytezetten.
Alseengeïntegreerdestuurautomaatis
ingeschakeld,gaatdestuurautomaatnaar
STAND-BY-moduswanneerudeknopindrukt
envasthoudt.
3Kaartlezer
OpenhetmoduleklepjeomeenMicroSD-
kaartmoduleteplaatsenofteverwijderen.Erzijn
2modulesleuven(metlabel1en2)dieworden
gebruiktvoorelektronischecartograemodules
enhetarchiverenvanwaypoints,routesen
instellingsgegevens.
Toetsenbordbediening
Dooreentoetsenbordaantesluitenkuntuuwmultifunctionele
displayopafstandbedienen.
D1271 1-1
1
3
5
7
9
2
4
6
8
10
1011 7
8
3 4
9 5 6 1 2
1.HomedrukhieropomnaarhetHome-vensterterugte
keren
2.Menugeefttoegangtotmenu's.Drukopnieuwomde
menu'stesluiten.
3.UniControlbevateendraaiknopeneenjoystickmeteen
OK-knopvoorgebruikinmenu'sentoepassingen.
4.Terugdrukhieropomterugtekerennaareenvorigmenu
ofdialoogniveau.
5.Bereikuitzoomenindrukkenomhetbereikuittezoomen.
6.Bereikinzoomenindrukkenomhetbereikintezoomen.
7.Actieveschakelenindrukkenomhetactievepaneelof
hetactievemultifunctioneledisplaytewisselen(insystemen
metmeerderedisplays).
8.WPT/MOBdrukinenlaatlosvoortoegangtotde
waypoint-opties.Drukopnieuwomeenwaypointte
plaatsen.HoudhemingedruktomeenManOverboord
(MOB)-markeringteplaatsenopuwhuidigepositie.
9.Stand-by(automatisch)drukhieropomde
geïntegreerdestuurautomaatuitteschakelen,houdhem
ingedruktopdeAutomatischemodusvandegeïntegreerde
stuurautomaatteactiveren.
10.Aan/uitzieonderstaandetabel:
Conguratie
Statusvanhet
displayKortindrukken
Indrukkenen
vasthouden
Uit/Stand-by*Ingeschakeld
1multifunctio-
neeldisplay
AanPaginamet
snelknoppen
openen
Uitgescha-
keld/Stand-by
Beginnen
23
Conguratie
Statusvanhet
displayKortindrukken
Indrukkenen
vasthouden
AlledisplaysUit
ofinStand-by
*Alledisplays
inschakelen
Alledisplays
aan
Opentde
paginamet
snelknoppen
ophetactieve
display
Alledisplays
uitschakelen
Meerdere
multifunctionele
displays
1displayAanen
1displayUitof
Stand-by
Opentde
paginamet
snelknoppen
ophetactieve
display
Schakeltactieve
displayuit
Opmerking:AlleenvantoepassingopgSSeries
displays/aSeries,cSerieseneSeriesdisplays
kunnennietwordeningeschakeldmetbehulpvanhet
toetsenbord.
Opmerking:Ineenconguratiemetmeerdere
displayswaarbijdedisplayseenverschillendestatus
hebben,kunnenuitgeschakeldedisplaysalleenworden
ingeschakeldmetbehulpvandeAan/uit-knopophet
display.
11.Joystickrichtingomhoog.
3.3Basisbedieningtouchscreen
Plaatsenenverplaatsenvandecursor
metbehulpvanhettouchscreen
Omdecursorteplaatsenofteverplaatsenopeen
multifunctioneeldisplaymettouchscreenvolgtude
onderstaandestappen.
1.Raakhetschermopeenwillekeurigplekaanomdecursor
daarteplaatsen.
Touchscreen-vergrendeling
OpeenmultifunctioneeldisplaymetHybridT ouchkuntuhet
touchscreenvergrendelenomonbedoeldehandelingente
voorkomen.
HetvergrendelenvanhetT ouchscreenisbijvoorbeeldmetname
handigopruwezeeofmetruwweer.
HetTouchscreenkanwordenvergrendeldvanuithet
Home-venster.Hettouchscreenkanalleenwordenontgrendeld
metdefysiekeknoppen.
Hettouchscreenvergrendelen-
HybridTouch-displays
OpHybridTouchmultifunctioneledisplaysbeschikthet
Home-vensterovereenspeciaalpictogramvoorde
vergrendelingvanhettouchscreen.
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerhetTouch-vergrendeling-pictogram.
Dekleurverandertomaantegevendathettouchscreenis
uitgeschakeld.Allefunctiesblijvenbeschikbaarenukuntze
bedienenmetdefysiekeknoppen.
Touchscreenisvergrendeld.Allefuncties
blijvenbeschikbaarenukuntzebedienen
metdefysiekeknoppen.
Hettouchscreenvergrendelen-displaysmet
alleentouchscreen
Wanneereendisplaymetalleentouchscreenwordtgekoppeld
meteeneenoptioneeltoetsenbordopafstand,kanhet
touchscreenwordenvergrendeld.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerhetInstellingen-pictogram.
2.SelecteerAanraakvergrendelingzodatAanisgemarkeerd.
Hettouchscreenisnuvergrendeld.
Hettouchscreenontgrendelen-
HybridTouch-displays
Ukunthettouchscreenontgrendelendoordeonderstaande
stappentevolgen.
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.GebruikdeUniControlomhetpictogramTouch-
vergrendelingtemarkeren.
2.DrukopdeOK-knop.
HetT ouchscreenisingeschakeld.
Touchscreenisnietvergrendeld.
Hettouchscreenontgrendelen-displaysmet
alleentouchscreen
Omhettouchscreenvaneendisplaymetalleentouchscreente
ontgrendelenwanneerhetisgekoppeldmeteentoetsenbordop
afstand,volgtudeonderstaandestappen.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
24
LightHouseMFDoperationinstructions
1.SelecteerhetInstellingen-pictogram.
2.SelecteerAanraakvergrendelingzodatUitisgemarkeerd.
Hettouchscreenisnuontgrendeld.
3.4Multi-Touch-gebaren
Raymarinea-serieengS-seriemultifunctioneledisplays
ondersteunenmulti-touch.
Multi-touchbetekentdathetdisplaymeerderegelijktijdige
aanraakcommando'skanherkennen.Dithoudtindatu2of
meervingerstegelijkertijdkuntgebruikenophetschermom
multi-touch-commando'stegeven.
'Knijpen'omtezoomen
De'knijpenomtezoomen'-gebarenkunnenwordengebruiktop
multifunctioneledisplaysdiemulti-touchondersteunen.
'Knijpen'omtezoomenbestaatuit2acties:
Beweeg2vingersuitelkaaromintezoomen.
Beweeg2vingersnaarelkaartoeomuittezoomen.
0
0
0
0
0
0
0
0
D12920-2
Knijpenomtezoomenkanwordengebruiktindevolgende
toepassingen:
Kaart-toepassing.
Weer-toepassing.
Beginnen
25
3.5Touch-pictogrammen
Multifunctioneledisplaysmettouchscreenkunnende
pictogrammenTERUGenAFSLUITENgebruikenomte
schakelentussendeverschillendemenuniveausdiebeschikbaar
zijniniederetoepassing.
Teruggaéénniveauterug(hetzelfdeeffectalsde
TERUG-knop).
Sluitensluitalleopenmenu's(heefthetzelfdeeffectals
deMENU-knop).
Decursorgebruiken
Decursorwordtgebruiktomophetschermtebewegen.
D7366_3
Decursorwordtweergegevenophetschermalseenwit
kruis.
D7368_2
Alsdecursorgedurendeeenkorteperiodenietis
gebruikt,veranderthetineencirkelmeteenkruiserin,
zodatuhemgemakkelijkerkuntvindenophetscherm.
D7369-2
WPT
Decursoriscontextafhankelijk.Wanneerhetop
eenobjectzoalseenwaypointofkaartelementwordt
geplaatst,verandertdekleurenwordtereenlabel
weergegevenmetinformatieoverhetobject.
Lijstmetcursorlabels
LabelFunctieApplicatie
A/B
LiniaalKaart
AISAIS-doel
Kaart
COGGrondkoersvector
Kaart
CTRCentrumradar
Radar
FLT
VariabeleEBL/VRM
Radar
GRD
BewaaktezoneRadar
HDG
KoersvectorKaart
MARPAMARPA-doelRadar
MOBManOverboord-
markering
Kaart,radar
POS
PositievaartuigKaart
RTEEtappevanrouteKaart
SHM
KoersmarkeringschipRadar
TIDE
Getijde-indicator
Kaart
TRACK
TracklijnKaart
VRM/EBLVRMenEBL,1of2
Radar
WINDWindindicatorKaart
WPTWaypointKaart,radar
3.6OverzichtHome-venster
displaysmetalleentouchscreen
HetHome-vensterishetcentraletoegangspuntnaarde
toepassingen,gegevenseninstellingenopuwdisplay.
ViahetHome-vensterkuntuookuwgegevenssnel
openen(waypoints,routes,tracks,foto'senvideo's)en
back-upinstellingen.
HetHome-vensterbestaatuiteenaantalHome-
vensterpagina's.Veeghetschermnaarlinksofnaarrechts
metuwvingeromdoordebeschikbareHome-vensterpagina's
tebladeren.
IedereHome-vensterpaginabestaatuiteenaantal
pictogrammen.T oepassingenwordengestartdoorhet
betreffendepictogramteselecteren.
D12580-3
1 2
3
4
5 6
SchermitemOmschrijving
1Waypointselecteerhetpictogramomdewaypoint-lijst
teopenen.Selecteerhetpictogramenhoudhem
ingedruktomeenManOverboord(MOB)-markeringte
plaatsenopdehuidigepositievanuwschip.
2Mijngegevensmetditpictogramkuntuuwgegevens
waaronderroute-,track-enwaypointlijstencentraal
beheren.Ukuntookopgeslagenfoto'senvideo'sen
back-upinstellingenopenen.
3Aanpassenselecteerditpictogramom
toepassingspagina'sendisplayvoorkeurente
congureren.
4Instellingenselecteerditpictogramomde
instellingenmenu'svanhetsysteemteopenen.
5
Pictogramiederpictogramstaatvooreen
toepassingspagina.Eenpaginakanmeerdere
toepassingentegelijkweergeven.
6
Statusbalkhetstatuspictogrambevestigtdestatus
vanexternaangeslotenapparatuur,waaronderGPS,AIS,
radar,sonarenstuurautomaat.
26
LightHouseMFDoperationinstructions
3.7OverzichtHome-venster
HybridTouch-displaysendisplays
zondertouchscreen
HetHome-vensterishetcentraletoegangspuntnaarde
toepassingen,gegevenseninstellingenopuwdisplay.
ViahetHome-vensterkuntuookuwgegevenssnel
openen(waypoints,routes,tracks,foto'senvideo's)en
back-upinstellingen.
HetHome-vensterbestaatuiteenaantalHome-
vensterpagina's.Veeghetschermnaarlinksofnaarrechts
metuwvingeromdoordebeschikbareHome-vensterpagina's
tebladeren.
IedereHome-vensterpaginabestaatuiteenaantal
pictogrammen.T oepassingenwordengestartdoorhet
betreffendepictogramteselecteren.
D12195-3
1 2 3 4
6 5
Scher-
mitemOmschrijving
1
Touch-vergrendeling(alleendisplaysmetHybridTouch)
selecteerditpictogramophettouchscreenomtevoorkomendat
uperongelukhetschermbedient.Omteontgrendelengebruikt
udeUniControlomdeselectievandeTouch-vergrendeling
ongedaantemaken.
2Mijngegevensmetditpictogramkuntuuwgegevens
waaronderroute-,track-enwaypointlijstencentraalbeheren.U
kuntookopgeslagenfoto'senvideo'senback-upinstellingen
openen.
3Aanpassenselecteerditpictogramomtoepassingspagina's
endisplayvoorkeurentecongureren.
4Instellingenselecteerditpictogramomdeinstellingenmenu's
vanhetsysteemteopenen.
5
Pictogramiederpictogramstaatvooreentoepassingspagina.
Eenpaginakanmeerderetoepassingentegelijkweergeven.
6
Statusbalkhetstatuspictogrambevestigtdestatusvan
externaangeslotenapparatuur,waaronderGPS,AIS,radar,
sonarenstuurautomaat.
Hethome-vensteropenen
Hethome-vensterkanvanuitiederetoepassingworden
geopend.
Omhethome-vensterteopenenvolgtudeonderstaande
stappen:
1.Selecteerhetpictogramvanhethome-vensterophet
scherm.
Hethome-vensteropenen
Hethome-vensterkanvanuitiederetoepassingworden
geopend.
Omhethome-vensterteopenenvolgtudeonderstaande
stappen:
1.DrukopdeHome-knop.
Opmerking:Dee7ene7Dhebbeneengecombineerde
Menu-enHome-knop,omhethome-vensterteopenenhoudt
udeMenu/Home-knop3secondeningedrukt.
Statussymbolendatabalk
Destatussymbolenopdedatabalkgevenaanofdejuiste
aansluitingenzijngemaaktopuwsysteem.
Desymbolengevendestatusvandevolgendeitemsaan:
Radarscanner
AIS-zendontvanger
Sonarmodule
GPS-ontvanger.
Stuurautomaat
Statussymbolenvoorstuurautomaat
Destatusvandestuurautomaatwordtaangegeveninde
databalk.
SymboolOmschrijving
StuurautomaatstaatinStandby-modus.
StuurautomaatstaatinTrack-modus.
StuurautomaatstaatinAuto-modus.
Geenstuurautomaatgedetecteerd.
Alarmstuurautomaatactief.
Ontwijkingsmodusactief.
Vismodusactief.
Kalibratiestuurautomaat.
Stuurbekrachtigingactief.
Windvaanmodusactief.
Beginnen
27
Statussymbolenradarscanner
DevoedingsmodusvandeRadarscannerwordtweergegevenin
destatusbalk.
Symbool
Voe-
dingsmo-
dusradarOmschrijving
Zenden
(TX)
Roterendpictogram
DeRadarisingeschakeldenzendtuit.Dit
isdegebruikelijkemaniervanwerken.
Stand-by
(STBY)
Statischpictogram
DeRadarisingeschakeldmaarzendt
nietuit.BijOpenscannerRadarsdraait
deantenneniet.DeRadarzendtniet
uitenerwordengeenRadar-gegevens
weergegevenophetscherm.Ditiseen
energiebesparendemodusdiewordt
gebruiktwanneerdeRadarvoorkortere
periodennietnodigis.Ditisdestandaard
modus.
Slaap-
stand
Statischpictogram
Radarscannersdiezijnverbondenvia
Wi-Figaaninslaapstandwanneer
zewordenuitgeschakeld,zodatde
Wi-Fi-verbindingbeschikbaarblijftom
opnieuwverbindingtemakenmetde
Radar.
Uit
Grijspictogram
ViakabelaangeslotenRadaruitgeschakeld
ofgeenRadarverbonden.
Tijdge-
bonden
zenden
Radarschakelttussenroterenden
statischpictogram
Radarschakelttussenaan/zenden
enstand-by/slaapstandindemodus
Tijdgebondenzenden.
AIS-statussymbolen
AIS-statuswordtaangegevendooreensymboolindedatabalk.
SymboolOmschrijving
AIS-unitisingeschakeldenwerkt.
AISmomenteelnietbeschikbaar.
AIS-unitisuitgeschakeldofnietaangesloten.
AIS-unitwerktinstillemodus.
AIS-unitwerktinstillemodus,metactieve
alarmen.
AIS-unitisaangesloteneningeschakeld,
maarheeftactievealarmen.
AIS-unitisaangesloteneningeschakeld,
maarhetalarmvoorgevaarlijkeenverloren
doelenisuitgeschakeld.
Statussymbolenvoorsonar
Destatusvandesonarmodulewordtaangegevenindedatabalk.
SymboolOmschrijving
Bewegendsymbool:de
sonarmoduleisaangesloten
enzendtuit.
Stilstaandsymbool:desonarmodule
isaangeslotenmaarzendtnietuit.
Grijssymbool:desonarmodule
isnietaangeslotenofwordtniet
gedetecteerd.
GPS-statussymbolen
DestatusvandeGPS-ontvangerwordtaangegeveninde
databalk.
SymboolOmschrijving
EriseenGPS-ontvanger
aangeslotendieeenpositiebepaling
heeftverkregen.
ErisgeenGPS-ontvanger
aangeslotenoferisgeen
positiebepalingverkregen.
HetBeginscherm,deGegevensbalkende
Gegevenstoepassingvergrendelen
HetBeginscherm,deGegevensbalkendeGegevenstoepassing
kunnenwordenvergrendelomtevoorkomendatonbedoeld
wijzigingenwordenaangebrachtindeindelingendeconguratie.
Wijadviserenueenback-uptemakenvanuwinstellingenen
gegevensvoordatuhetBeginschermvegrendelt,raadpleeg:4.1
Gebruikersgegevensengebruikersinstellingenopslaanvoor
instructies.
1.SelecteerAanpasseninhetBeginscherm.
2.SelecteerBeginscherm.
3.SelecteerBeginschermvergrendelen.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
4.Voerhetwachtwoordindatuwiltgebruiken.
Belangrijk:ZorgervoordatuuwBeginscherm-wachtwoord
nietvergeet.Alsuuwwachtwoordvergeet,dientu
eenHerstartresetuittevoerenomhetBeginschermte
ontgrendelen.
5.SelecteerVergrendelen.
DeindelingendeconguratievanhetBeschinscherm,
deGegevensbalkendeGegevenstoepassingzijnnu
vergrendeldenkunnennietwordengewijzigd.Deopties
Instellingenengegevensresettenzijnnietbeschikbaar
wanneerhetBeginschermisvergrendeld.
28
LightHouseMFDoperationinstructions
OmhetBeginschermteontgrendelen,selecteertu:
Beginscherm>Aanpassen>Beginscherm>Beginscherm
ontgrendelenenvoertuhetwachtwoordvooruwBeginscherm
in.
3.8Pagina's
Pagina'sbestaanuit1tot4venstersdiewordengebruiktvoor
hetweergevenvantoepassingenopuwmultifunctioneledisplay
(MFD).
Pagina'swordengeopendmetbehulpvandepictogrammenin
hetHome-venster.
Ukuntmaximaal2toepassingsvenstersperpaginamakenbij
eenMFDmeteenschermafmetingvan7inchofminder.
Ukuntmaximaal4toepassingsvenstersperpaginamakenbij
eenMFDmeteenschermafmetingvanmeerdan7inch.
MFD'smeteenschermafmetingvan7inchofminderkunnen
pagina'sweergevenmetmeerdan2toepassingsvensters,
maaralleenalszehetHome-vensterdelenmeteenMFDdie
dezepagina'skanmaken.
Pagina'skunnenwordenaangepast,waardooruuw
toepassingenkuntgroepereninverschillendepagina's,diezijn
ontworpenvoorverschillendedoeleinden.Ukuntbijvoorbeeld
eenpaginahebbendiedekaart-enFishnder-toepassingen
bevatvoorvisseneneenanderepaginadiedekaart-en
gegevenstoepassingenbevat,diegeschiktisvooralgemeen
varen.
Pictogramvooreenpaginametéén
toepassing.
Pictogramvooreenpaginamet
meerderetoepassingen.
Ukuntookdelayoutdeniërenvooriederepagina,daarmee
wordtbepaaldhoedetoepassingenophetschermworden
weergegeven.
Destartpaginabijinschakeleninstellen
Ukuntuwmultifunctioneledisplayzoinstellen,datbijhet
opstarteneenpaginawordtweergegeveninplaatsvanhet
Home-venster.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerDisplay-voorkeuren.
3.SelecteerStartpagina.
Erwordteenlijstweergegevenmetopties.
Home-vensterbijhetopstartenwordthetHome-venster
weergegeven.
Laatstepaginadealslaatsteweergegevenpagina
wordtweergegevenalsstartpagina
Selecteerpaginadepaginadieuselecteertwordt
weergegevenalsstartpagina
4.AlsudeoptieSelecteerpaginaselecteert,wordthet
Home-vensterweergegeven.
Beginnen
29
5.Selecteerhetpictogramvandepaginadieuwiltweergeven
wanneerhetdisplaywordtingeschakeld.
Deinstellingvoordestartpaginaisvantoepassingopiedere
afzonderlijkedisplayenwordtnietautomatischgedeeldopvia
hetnetwerkaangeslotendisplays.
EenbestaandepaginaophetHome-venster
wijzigen
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerHome-venster.
3.SelecteerPaginabewerken.
4.Selecteerhetpaginapictogramdatuwiltwijzigen.
Deoptiesvanhetmenu"Aanpassen"wordenweergegeven.
5.Selecteerdegewenstelayoutvoordepagina(bijvoorbeeld
“Gesplitstscherm”).
6.Selecteerdetoepassing(en)dieuopdepaginawilt
weergeven,doorófhetbetreffendemenu-itemteselecteren
ófdoordezenaardeweergegevenpaginateslepen.
7.SelecteerVoltooien.
HetdialoogvensterPaginahernoemenwordtweergegeven.
8.Gebruikhetschermtoetsenbordomdepaginaeennaamte
gevenenselecteerOpslaan.
Eenlegepaginawijzigen
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerHome-venster.
3.SelecteerPaginabewerken.
4.Selecteereenlegepagina-pictogram(methetlabel
“Aanpassen”).
Deoptiesvanhetmenu"Aanpassen"wordenweergegeven.
5.Selecteerdegewenstelayoutvoordepagina(bijvoorbeeld
“Gesplitstscherm”).
6.Selecteerdetoepassing(en)dieuopdepaginawilt
weergeven,doorófhetbetreffendemenu-itemteselecteren
ófdoordezenaardeweergegevenpaginateslepen.
7.SelecteerVoltooien.
Hetdialoogvenster"Paginahernoemen"wordtweergegeven.
8.Gebruikhetschermtoetsenbordomdepaginaeennaamte
gevenenselecteerOpslaan.
EenpaginaophetHome-vensterverplaatsen
WanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerhetpictogramAanpassen.
2.SelecteerHome-venster.
3.SelecteerPagina'sverwisselen.
4.Selecteerhetpaginapictogramdatuwiltverplaatsen.
5.Selecteerhetpaginapictogramdatuvanplaatswiltwisselen.
Hetpaginapictogramisverplaatstnaardenieuwepositie.
EenpaginaophetHome-vensterhernoemen
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerhetpictogramAanpassen.
2.SelecteerHome-venster.
3.SelecteerPaginahernoemen.
4.Selecteerdepaginadieuwilthernoemen.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
5.Gebruikhetschermtoetsenbordomdenieuwenaamvoor
depaginaintevoeren.
6.SelecteerOPSLAAN.
Eenpaginaverwijderenvanuithet
Home-venster
WanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerhetpictogramAanpassen.
2.SelecteerHome-venster.
3.SelecteerPaginaverwijderen.
4.Selecteerdepaginadieuwiltverwijderen.
Depaginaisverwijderd.
HetHome-vensterresettennaardestandaard
instellingen
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerhetpictogramAanpassen.
2.SelecteerHome-venster.
3.SelecteerReset.
Erwordteenwaarschuwingweergegevenwaarinuwordt
gevraagddeactietebevestigen.
4.SelecteerJaomhetHome-vensterteresettennaarde
standaardpagina's,ofNeeomdeactieteannuleren.
30
LightHouseMFDoperationinstructions
3.9Toepassingen
Kaart-toepassinggeefteengrasche2D-of
3D-weergavevanuwkaartenomutehelpen
bijhetnavigeren.Metdewaypoint-,route-en
track-functieskuntunaareenspeciekelocatie
navigeren,routesmakenofvastleggenwaaru
bentgeweest.Cartograemodulesbiedenmeer
detailsen3D-weergave.
Fishnder-toepassingmeteentransducer
eneenMFDmetsonarofeencompatibele
sonarmodulekuntudeshnder-toepassing
gebruiken.Hiermeekuntunauwkeurig
onderscheidmakentussenverschillende
visgrootten,(zee)bodemstructuurenobstakels
onderwater.Ukuntookdezeediepteen
temperatuurgegevensbekijkeneninteressante
plaatsenzoalsvisplaatsenofwrakkenmarkeren.
Radar-toepassingmeteengeschikte
radarscannerkuntuderadar-toepassing
gebruikenomobjectentevolgenenafstanden
enpeilingentemeten.Eriseenaantal
voorkeursinstellingenvoorautomatische
signaalversterkingenenkleurmodibeschikbaar
dieuhelpenhetbesteuituwradarscannerte
halen.
Gegevenstoepassingbekijksysteem-en
instrumentgegevensopuwMFDvaneengroot
aantalcompatibeleinstrumenten.Gebruik
dejoystickofhettouchscreenomdoorde
beschikbaregegevenspagina'stebladeren.
Weertoepassing(alleenNoord-Amerika).
Wanneerereengeschikteweerontvanger
isverbondenmetuwsysteem,plaatstde
weertoepassingeenlaagopdewereldkaartmet
historische,huidigeenvoorspeldeweerbeelden.
Thermischecam-toepassingbekijken
bestuureenthermischecamerametbehulpvan
eencompatibelMFD.
Opmerking:Detoepassingvande
thermischecameraisnietbeschikbaaropde
a6x-ena7x-modellenMFD's.
Camera-toepassingbekijkeenvideo-of
camerabronopuwMFD.
Doc-viewerbekijkpdf-documentendiezijn
opgeslagenopeenMicroSD-kaart.
FUSIONLink-toepassingverbindenomeen
compatibelFusion-entertainmentsysteemvanaf
uwMFDtebedienen.
SiriusAudio-toepassingbedieneenSirius
radiovanafuwMFD.Alleenbeschikbaarinde
VS.
GebruikershandleidingopentdeEngelse
versievandegebruikershandleidingvanhet
productdieisopgeslagenophetdisplay.Om
devertaaldehandleidingenteopenendiezijn
opgeslagenopeengeheugenkaartgebruiktu
deDoc-viewer.
GRIBViewer-deGRIB-viewergenereert
geanimeerdevisualisatiesvandegegevensin
compatibeleGRIB-bestanden.GRIB-bestanden
kunnendirectvanuitdeGRIB-viewerworden
gedownload,maarzekunnenookhandmatig
wordengedownload.
Audio-toepassingbedieningvan
compatibeleNMEA2000-compliant
entertainmentsystemenvanafuwMFD.
Schakelpaneelbedieningcompatibele
digitaleschakelsystemenvanafuwMFD.
Beginnen
31
3.10Overzichtscherm
D12196-2
7
6
1
2 3
4
5
SchermitemOmschrijving
1Home
Displaysmeteentouchscreenselecteer
hetHome-pictogramophetschermomhet
Home-vensterteopenen.
Displayszondertouchscreenen
HybridTouch-displaysgebruikdefysieke
Home-knopomhetHome-vensterteopenen.
2
Gegevensbalkgeeftinformatieoveruwschipen
deomgeving.Hettypeinformatieindegegevensbalk
kunnenzonodigwordenaangepastviahetmenu
Home-venster>Aanpassen>Instellingen
gegevensbalk.
3
Menumenuoptieszijnspeciekvoordetoepassing
dieuopdatmomentgebruikt.
4
Statusbalkgeeftinformatiediespeciekisvoorde
toepassing.Dezeinformatiekannietwordenbewerkt
ofverplaatst.
5
Contextmenugeeftinformatieenoptiesdie
speciekzijnvoordetoepassing.
6Menu-optiesmenuoptieswordenweergegeven
wanneerMenuisgeselecteerd.
7
Pop-upberichtenwaarschuwenuovereen
situatie(zoalseenalarm),ofwanneereenfunctieniet
beschikbaaris.Voorpop-upberichtenkanhetnodig
zijndatueenreactiegeeft,bijvoorbeelddoorOKte
selecterenomalarmsignalenuittezetten.
Menu's
Metmenu'skuntuinstellingenenvoorkeurencongureren.
Menu'swordengebruiktin:
HetHome-vensteromuwmultifunctioneledisplayen
externaangeslotenapparatentecongureren.
Toepassingenomdeinstellingenvoordietoepassingte
congureren.
D12281- 4
3
4
5
1 2
Schermi-
temOmschrijving
1Terugopdisplaysmeteentouchscreenkuntuop
hetschermophet<<-pictogram(terug)drukkenom
naarhetvoorgaandemenuterugtekeren.Opdisplays
zondertouchscreenofHybridTouch-displaysgebruiktude
Terug-knop.
2
Sluitenopdisplaysmeteentouchscreenkuntuop
hetschermophetX-pictogram(sluiten)drukkenom
naarhetvoorgaandemenuterugtekeren.Opdisplays
zondertouchscreenofHybridTouch-displaysgebruiktude
Terug-knopomdemenustructuurteverlaten.
3
Geselecteerdemenu-optiedemenu-optiedieopdit
momentisgeselecteerdisgemarkeerd.
4
Schuifbalkgeeftaandaternogmeermenu-items
beschikbaarzijnwanneeruverderdoorhetmenubladert.
Opdisplaysmeteentouchscreenhoudtuhetmenu
ingedruktomhetomhoogofomlaagteslepenomdoor
debeschikbaremenu-itemstebladeren.Opdisplays
zondertouchscreenofHybridTouch-displaysgebruiktude
Draaiknop.
5
Aan/Uit-schakelaaropdisplaysmeteentouchscreen
kuntumenu-itemsophetschermselecterenomfuncties
AanofUitteschakelen.Opdisplayszondertouchscreenof
HybridTouch-displaysgebruiktudeOK-knopomdefunctie
AanofUitteschakelen.
Dialoogvensters
Dialoogvensterszijnmenu'sopvolledigschermwaarmeeu
gegevensitemszoalswaypointsenrouteskuntbeheren.
D12277-2
1 4
5
2 3
SchermitemOmschrijving
1Terug
Displaysmeteentouchscreenselecteerhet
Terug-pictogramophetschermomterugtegaan
naarhetvorigemenu.
DisplayszondertouchscreenofHybridTouch-
displaysgebruikdeTerug-knopomterugtegaan
naarhetvorigemenu.
2Functiepictogrammensommigedialoogvensters
bevattenpictogrammendiekunnenworden
geselecteerdomextrafunctiesteopenen.Inhet
Waypoint-lijst-dialoogvensterkanhetpictogram
Sorterenopbijvoorbeeldwordengebruiktomte
veranderenhoedewaypoints-lijstisgesorteerd.
3
Menu-/lijst-item
Displaysmeteentouchscreendooreenitemkort
aanterakenwordthetautomatischgeselecteerden
wordthetitemopties-menuweergegeven.
DisplayszondertouchscreenofHybridTouch-
displays-gebruikdeDraaiknopomeenitemte
markerenendeOK-knopomhetteselecterenen
hetoptiemenuvanhetitemweertegeven.
32
LightHouseMFDoperationinstructions
SchermitemOmschrijving
4
Sluiten
Displaysmeteentouchscreenselecteer
hetSluiten-pictogramophetschermomhet
dialoogvenstertesluiten.
DisplayszondertouchscreenofHybridTouch-
displaysgebruikdeTerug-knopomomhet
dialoogvenstertesluiten.
5
Schuifbalk
Displaysmeteentouchscreen-omdoorde
beschikbareitemstebladerenhoudtudeschuifbalk
ingedruktensleeptuhetomhoogofomlaag.
DisplayszondertouchscreenofHybridTouch-
displaysomdoordebeschikbaremenu-itemste
bladerengebruiktudeDraaiknop.
Paginametsnelkoppelingen
Ukunteenaantalhandigefunctiesopenenvanuitdepaginamet
snelkoppelingen.
D13004-1
1
3
5
7
8
4
2
6
1Dehelderheidvanhetdisplayverhogen
2Dehelderheidvanhetdisplayverlagen
3
Radarinschakelen/uitschakelen
4
Radarstand-by/Radarzendt
5
Stuurautomaatstand-by(tijdensactievenavigatie)
6Dialoogvensterstuurautomaatbedieningweergeven
7
Energiespaarmodus
8
Screenshot
Bewerkingsvensters
Metbewerkingsvensterskuntudedetailsvangegevensitems
diezijnopgeslagenopuwmultifunctioneledisplay,zoals
waypoints,routesentracks,bewerken.
Wanneerueentekstveldselecteertverschijnteen
schermtoetsenbord,datkanwordengebruiktomdegegevens
tebewerken.
Informatieindialoogvenstersbewerken
Doehetvolgendemethetdialoogvensterophetscherm:
1.Selecteerhetvelddatuwiltbewerken.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven:
2.Gebruikhetschermtoetsenbordomdegegevenstewijzigen.
3.SelecteerOPSLAANomdewijzigingenopteslaan.
Specialekaraktersenkaraktersmetaccenteninvoeren
Doehetvolgendewanneerhetschermtoetsenbordis
weergegeven:
1.Selecteerdeàèò-toetsvanhetschermtoetsenbord.
2.Selecteerhetkarakterwaarueenaccentaantoewiltvoegen.
Debeschikbarekaraktersmetaccentwordenweergegeven
bovenhettekstinvoerveld.
3.Voorkarakterswaarvoormeerdereaccentenbeschikbaar
zijn,gebruiktudetoetsvanhetkarakteromtussende
mogelijkhedenteschakelen.
4.Selecteerdeàèò-toetsomhetkarakterintevoeren.
Numeriekemenu-items
Numeriekemenu-itemsgevennumeriekegegevenswaarmee
uofeenvoorafgedenieerdewaardekuntselecteren,ofde
waardenaarwensenkuntverhogenofverlagen.
Numeriekeinstellingenbewerken
Omnumeriekewaardentewijzigenkuntudedenumerieke
regelaarophetscherm,hetnumerieketoetsenbordophet
schermofdeDraaiknopgebruikenomdewaardeteverhogen
ofteverlagen.
D12567-2
1 2 3 4
Beginnen
33
1.Selecteerhetnumeriekegegevensvelddatuwiltbewerken.
Denumeriekeregelaarwordtweergegeven.
2.Steldeinstellinginopdegewenstewaardemetbehulpvan:
i.DeDraaiknopdisplayszondertouchscreenof
HybridTouch-displays,of
ii.Depijlenomhoogenomlaagophetschermdisplays
mettouchscreen.
3.Doehetvolgendeomhetnumeriekeschermtoetsenbordte
openen:
Bedieningviatouchscreenselecteerhetpictogramvoor
hetschermtoetsenbordindenumeriekeregelaar.
BedieningzondertouchscreendrukopdeOk-knopen
houdhemvast.
Hetnumeriekeschermtoetsenbordwordtweergegeven.
4.Voerdegewenstewaardein.
5.SelecteerOKomhetnumerieketoetsenbordtesluitenen
naarhetmenuterugtekeren.
Schuifbalkregelaarsgebruiken
Schuifbalkregelaarsgeveneengrascheweergavevan
numeriekegegevenswaarmeeusnelinstellingenkuntwijzigen.
1
2
3
D12 57 0-1
Artikel
Omschrij-
ving
Gebruikzonder
touchscreen
Gebruikmet
touchscreen
1Huidige
waarde
NVTNVT
2
Schuifrege-
laar
GebruikdeDraaiknop
omdewaardeaante
passen
Schuifde
schuifregelaar
OmhoogofOmlaag
omdewaardeaante
passen.
3Automa-
tisch
DrukopdeOK-knop
omteschakelen
tussenAutomatischen
handmatigaanpassen.
Selecteerde
betreffendeinstelling
omteschakelen
tussenAutomatischen
handmatigaanpassen.
Bedieningsvenstersgebruiken
Metbedieningsvensterskuntuexternaangeslotenapparatuur
zoalseenstuurautomaatbedienen.
Devolgendeafbeeldingtoontdebelangrijkstefunctiesvaneen
typischbedieningsvenster:
D12279-2
1
3
2
SchermitemOmschrijving
1
Statusgeeftstatusinformatievoordeaangesloten
apparatuur.Hetbedieningsvenstervande
stuurautomaatgeeftbijvoorbeelddevastgezette
headingendehuidigenavigatiemodusweervaneen
aangeslotenstuurautomaat.
2Besturingspictogrammenhiermeekunnen
aangeslotenapparatendirectwordenbediend.
MetdepictogrammenStand-byenVolgeninhet
bedieningsvenstervandestuurautomaatkuntu
bijvoorbeeldeenaangeslotenstuurautomaatinstructies
gevenoverhetuitvoerenvanbepaaldefuncties.
3
Sluitensluithetdialoogvenstervandebediening.
34
LightHouseMFDoperationinstructions
3.11Regelaarsvoorgesplitstscherm
Wanneerueenpaginabekijktwaaropmeerdan1toepassing
wordtweergegevenkuntudetoepassingenschakelentussen
weergaveopgesplitstschermenweergaveopvolledigscherm.
Voorbeeld1paginagesplitstscherm
Voorbeeld2shnder-toepassingvergroottotvolledig
scherm
Hetactievepaneelofdisplaywisselenmet
behulpvanhettoetsenbord
DeknopActieveschakelenwordtgebruiktomhetactievepaneel
opeenpaginametmeerderetoepassingentewisselenen/ofom
hetactievedisplayteveranderen.
Doehetvolgendewanneermeerderedisplayszijnaangesloten
en/oféénofmeerpagina'smetmeerderetoepassingenwordt
weergegeven:
Roteersequentie
D12880-2
2 3
4
1
5
1.DrukopdeknopActieveschakelenomdewisselaarmodus
teopenen.
2.Gebruikdedraaiknopomdoordebeschikbarevensters
en/ofdisplaysteroteren.
Hettoetsenbordbladertdoordedisplaysindevolgorde
waarinzezijngekoppeld.Oppagina'smetmeerdere
toepassingenkunnendeBereik-knoppenwordengebruikt
omdeactievetoepassingteschakelentussenvolledigen
gesplitstscherm.
3.DrukopdeTerug-knopofdeknopActieveschakelenom
deschakelmodusteverlaten.
Hetvergrotenenverkleinenvaneen
toepassingingesplitstscherm
DevolgendestappenzijnvantoepassingopMFD'sdieeen
Actievevensteromschakelen-knophebbenofwaaropeen
MFD-toetsenbordisaangesloten.
Doehetvolgendewanneereenpaginametmeerdere
toepassingenwordtweergegeven:
1.Selecteerdetoepassingdieuwiltvergroten.
2.DrukopdeknopActievevensteromschakelenen
houdhemvast.
Hetactievevensterisvergrootnaarvolledigscherm.
3.Omterugtekerennaargesplitstschermhoudtudeknop
Actievevensteromschakelenopnieuwingedrukt.
Hetvergrotenenverkleinenvaneen
toepassingingesplitstschermmetbehulp
vanmenuopties
DevolgendestappenzijnvantoepassingopMFD'sdiegeen
Actievevensteromschakelen-knophebben.
Doehetvolgendewanneereenpaginametmeerdere
toepassingenwordtweergegeven:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerWeergavevolledigschermomeenactieve
toepassingtevergrotennaarvolledigscherm,of
3.SelecteerWeergavegesplitstschermomterugtekeren
naarweergavemetgesplitstscherm.
Beginnen
35
3.12Proceduresvooreersteinstelling
Zodrauwdisplayisgeïnstalleerdeninbedrijfisgesteldadviseert
Raymarineudeprocedurevooreersteinstellingenenkele
aanvullendeproceduresuittevoeren.
Opstart-wizard
Wanneeruhetdisplayvoordeeerstekeeraanzetofnaeen
systeemresetwordtdeopstart-wizardweergegeven.De
wizardbegeleidtudoordevolgendebasisinstellingenvoorde
conguratie:
1.Taal
2.Scheepstype
3.Eenhedencongureren(meeteenheden)
4.Scheepsgegevens(parameters)
Opmerking:Dezeinstellingenkuntuookopiederander
momentaanpassenmetbehulpvandemenu'sdieuopent
viaBeginscherm>Aanpassen.
Aanvullendeinstellingen
Naastdeinstellingendiedoordewizardwordendoorlopen,
wordtookgeadviseerdeerstdevolgendeinstellingstakenuit
tevoeren:
Aanwijzenvandedatamaster
Instellenvanuwvoorkeurenvoordatumentijd
Selecterenvangegevensbronnen
Vertrouwdrakenmethetproductmetbehulpvande
Simulator-modus
Waarschuwing:Minimaleveilige
diepte,breedteenhoogte
Afhankelijkvanuwcartograeleverancierworden
deinstellingenvoorminimaleveiligediepte,
breedteenhoogte,gebruiktbijhetautomatisch
genererenvanroutes,gebruiktomtevoorkomen
datrouteswordengemaaktdienietgeschiktzijn
voorhetschip.
Degegevenswordenopgehaalduitcompatibele
cartograe.Deinstellingenvoorminimale
veiligediepte,breedteenhoogtezijndoorde
gebruikergedenieerdeberekeningen.Omdat
dezebeidewaardennietbinnendeinvloedssfeer
vanRaymarinevallen,kanRaymarineniet
aansprakelijkwordengesteldvooreventuele
schade,fysiekofanderszins,diehetgevolgisvan
hetgebruikvandefunctievoorhetautomatisch
genererenvanroutesordeinstellingenMinimale
veiligediepte,Minimaleveiligebreedteof
Minimaleveiligehoogte.
Minimaleveiligescheepsdiepte
AlsonderdeelvandeOpstartwizardkandeMinimaleveilige
dieptewordeningesteld.
DeMinimaleveiligedieptekanwordenvastgestelddoorde
volgendewaardenbijelkaaroptetellen:
Maximalediepgangvanhetschip(d.w.z.deafstandtussen
dewaterlijnenhetlaagstepuntvandekiel)
Veiligheidsmarge(voldoenderuimteonderdekielomte
compenserenvoorvariatiesindediepgangenveranderingen
indewater-ofbodemomstandigheden.)
Dus:Minimaleveiligediepte=maximalediepgang+
veiligheidsmarge.
D13159-1
2
4
1
3
1.Waterlijn
2.Maximalediepgang
3.Veiligheidsmarge
4.Minimaleveiligediepte
Belangrijk:Deinformatiehieronderisalleenbedoeldals
richtlijnenkanonvolledigzijn.Erkunnenfactorenvaninvloed
zijndieuniekzijnvoorbepaaldeschepenen/ofgebiedendie
hiernietwordengenoemd.Udienterzekervantezijndatu
metALLEfactorendievaninvloedzijnopuwhuidigesituatie
rekeninghebtgehoudenbijhetmakenvandeberekening.
Enkelefactorendievaninvloedzijnopdediepgangvaneen
schipwordenhieronderweergegeven:
Waterverplaatsing(gewicht)dediepgangvaneenschip
wordtgroterwanneerhijvolledigisbeladenvergelekenmet
dewaterverplaatsingwanneerhetnietbeladenis.
Watertypedediepgangvaneenschipwordtongeveer2%
tot3%hogerinzoetwatervergelekenmetzeewater.
Enkelefactorenwaarmeerekeningmoetwordengehoudenbij
hetberekenenvandeveiligheidsmargezijn:
Manoeuvreerkarakteristiekenvanhetschipdediepgang
vaneenschipwordtgroteralsgevolgvansquaten,trimmen,
rollen,stampenenkantelen.
Kaartnauwkeurigheiddediepteopdeelektronischekaart
ismisschiennietnauwkeurigofdewerkelijkedieptekanzijn
veranderdsindsdelaatstemeting.
Weersomstandighedenhogeluchtdrukendekrachten
richtingvandewindkunnenvaninvloedzijnopdehoogte
vandegolven.
Minimaleveiligebreedte
AlsonderdeelvandeOpstartwizardkandeMinimaleveilige
breedtewordeningesteld.Deminimaleveiligebreedteisvereist
wanneeruEenvoudigroutemakenvanJeppesen
®
gebruikt.
DeMinimaleveiligebreedtekanwordenvastgestelddoorde
volgendewaardenbijelkaaroptetellen:
Maximalescheepsbreedte
Veiligheidsmarge(voldoendevrijeruimteaanbeidezijden
vanhetschip.)
Bijv.:Minimaleveiligebreedte=Veiligheidsmargebakboord
+breedte+veiligheidsmargestuurboord.
D1322-1
2
1
3
1.Veiligheidsmargebakboord
2.Maximalescheepsbreedte
3.Veiligheidsmargestuurboord
Belangrijk:Deinformatiehieronderisalleenbedoeldals
richtlijnenkanonvolledigzijn.Erkunnenfactorenvaninvloed
zijndieuniekzijnvoorbepaaldeschepenen/ofgebiedendie
hiernietwordengenoemd.Udienterzekervantezijndatu
metALLEfactorendievaninvloedzijnopuwhuidigesituatie
rekeninghebtgehoudenbijhetmakenvandeberekening.
36
LightHouseMFDoperationinstructions
Enkelefactorenwaarmeerekeningmoetwordengehoudenbij
hetberekenenvandeveiligheidsmargezijn:
Manoeuvreerkarakteristiekenvanhetschipalsgevolg
vanrollenisdebenodigdevrijeruimtevoorhetschipgroter.
Kaartnauwkeurigheiddegegevensvandeelektronische
kaartzijnmisschiennietnauwkeurigofkunnenzijnveranderd
nadatzevoorhetlaatstzijngemeten.
Minimaleveiligehoogte
AlsonderdeelvandeOpstartwizardkandeMinimaleveilige
hoogtewordeningesteld.Deminimaleveiligehoogteisvereist
wanneeruEenvoudigroutemakenvanJeppesen
®
gebruikt.
DeMinimaleveiligehoogtekanwordenvastgestelddoorde
volgendewaardenbijelkaaroptetellen:
Maximalescheepshoogtevanafdewaterlijn
Veiligheidsmarge(voldoendevrijeruimtebovenhetschipom
tecompenserenvoorgetijdeneneffectenvanhetwater.)
bijv.:Minimaleveiligehoogte=Maximalescheepshoogte+
veiligheidsmarge.
1
2
3
D13323-1
1.Veiligheidsmarge
2.Maximalehoogtevanafdewaterlijn
3.Waterlijn
Belangrijk:Deinformatiehieronderisalleenbedoeldals
richtlijnenkanonvolledigzijn.Erkunnenfactorenvaninvloed
zijndieuniekzijnvoorbepaaldeschepenen/ofgebiedendie
hiernietwordengenoemd.Udienterzekervantezijndatu
metALLEfactorendievaninvloedzijnopuwhuidigesituatie
rekeninghebtgehoudenbijhetmakenvandeberekening.
Enkelefactorendievaninvloedzijnopdehoogtevaneenschip
wordenhieronderweergegeven:
Waterverplaatsing(gewicht)dehoogtevaneenschip
(vanafdewaterlijn)wordtlagerwanneerhijvolledigisbeladen
vergelekenmetdewaterverplaatsingwanneerhetniet
beladenis.
Watertypedehoogtevaneenschipwordtongeveer2%tot
3%lagerinzoetwatervergelekenmetzeewater.
Enkelefactorenwaarmeerekeningmoetwordengehoudenbij
hetberekenenvandeveiligheidsmargezijn:
Manoeuvreerkarakteristiekenvanhetschipdehoogte
vaneenschipverandertalsgevolgvansquaten,trimmen,
rollen,stampenenkantelen.
Kaartnauwkeurigheiddegegevensvandeelektronische
kaartzijnmisschiennietnauwkeurigofkunnenzijnveranderd
nadatzevoorhetlaatstzijngemeten.
Weersomstandighedenlageluchtdrukendekrachten
richtingvandewindkunnenvaninvloedzijnophetwaterpeil.
Deminimaleveiligediepte,breedteen
hoogtevanhetschipinstellen
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerScheepsgegevens.
3.SelecteerMin.veiligediepte,Min.veiligebreedteofMin.
veiligehoogte.
4.Voerdeberekendewaardeninvoordeminimaleveilige
instellingen.
Instellenvanvoorkeurenvoordatumentijd.
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerInstellingentijdendatum.
3.GebruikhetmenuDatumformaat,TijdformaatenLokale
tijd:UTComuwvoorkeurenvoortijdendatumintestellen.
Datamaster
BijsystemenmetmeerdanéénMFDmoeteenDatamaster-MFD
zijnaangewezen.DeDatamasterisdeprimaireMFDin
hetnetwerk,ditdienthetMFDtezijndatverbindingheeft
methetSeaTalk
ng®
-/NMEA2000-CAN-bus-netwerkenalle
andereapparatenengegevensbronneninuwsysteem.De
DatamasterbrugtdegegevensviahetSeaTalk
hs
-netwerknaar
allecompatibeleviahetnetwerkverbonden'repeater'-MFD's.
GegevensdiedoordeDatamasterwordengedeeldzijnonder
andere:
Cartograe
Routesenwaypoints
Radar
Sonar
Gegevensontvangenvandestuurautomaat,GNSS-ontvanger,
instrumenten,transducers,demotorenalleandere
compatibeleexternebronnen.
Opmerking:Hetkanzijndatuwsysteemisverbondenvoor
redundantiemetgegevensverbindingennaarrepeat-displays.
Dezeverbindingenwordenechteralleenactiefinhetgeval
vaneenstoringen/ofopnieuwtoewijzenvaneendatamaster.
Opmerking:Ineenstuurautomaatsysteemzonderspeciale
stuurautomaatbediening,werktdedatamasterookals
stuurautomaat-bedienunit.
MeerdereDatamastersoplossen
Erwordteenalarmgeactiveerdalshetsysteemmeerdanéén
Datamasterdetecteert.ErmoetéénDatamaster-displayworden
geselecteerdvoordatudeviahetnetwerkverbondenMFD's
kuntgebruiken.
1.SelecteerOK.
DeDatamaster-lijstwordtweergegeven.
Beginnen
37
2.SelecteereenMFDindelijstdatuwiltaanwijzenalsde
Datamaster.DitdienthetMFDtezijndatisverbondenmet
hetSeaTalk
ng®
-/NMEA2000-netwerk.
Opmerking:Apparatenengegevensvanhet
SeaTalk
ng®
-/NMEA2000-netwerkzijnNIETbeschikbaarvoor
viahetnetwerkaangeslotenMFD's,alsdeaangewezen
DatamasternietisverbondenmethetSeaTalk
ng®
-/NMEA
2000-netwerk.
ProbleemDatamasternietgevondenoplossen
AlsdehuidigeDatamasternietinhetsysteemwordtgevonden,
wordteenalarmgeactiveerd.DeDatamasterkaninbepaalde
omstandighedentijdelijknietbeschikbaarzijn,bijvoorbeeld
omdathetMFDopnieuwopstartnaeensoftware-updateof
nadathetisuitgeschakeld.
1.Alsugeenwijzigingenhebtaangebrachtinuwsysteem
WACHTutotdatdeDatamasterbeschikbaarkomt.Wanneer
deDatamasterbeschikbaaris,wordthetalarmgeannuleerd
enkuntuuwMFDnormaalgebruiken.
2.AlsdeDatamasternietbeschikbaarkomt,controleerdande
stroomkabelendestatusvanhetDatamaster-MFDenlos
eventueleproblemenop.
3.AlsdeproblemenmetdeDatamaster-MFDniet
kunnenwordenopgelost,selecteertuOptiesinhet
waarschuwingsberichtDatamasterverloren.
DekeuzelijstDatamasterwordtweergegeven.
4.SelecteereenMFDindelijstdatuwiltaanwijzenalsde
nieuweDatamaster.
Opmerking:AlsditniethetMFDisdatisverbondenmet
hetSeaTalk
ng®
-/NMEA2000-netwerk,danzijnapparaten
engegevensvanhetnetwerknietbeschikbaarvoorviahet
netwerkaangeslotenMFD's.
DeDatamasterwijzigen
InnetwerkenmetmeerdereMFD'szoekthetsysteemeerst
deDatamaster-MFD.AlsermeerdanéénDatamasterwordt
gevonden,ofalsergeenDatamasterwordtgevonden,wordtu
gevraagdeenDatamasterteselecterenvoordatuuwMFD's
kuntgebruiken.
UkuntuwDatamaster-MFDopiedermomentwijzigen:
1.SelecteerhetInstellingen-pictograminhetBeginscherm.
2.SelecteerOnderhoud.
3.SelecteerDatamaster.
4.SelecteereenMFDindelijstdatuwiltaanwijzenalsde
Datamaster.DitdienthetMFDtezijndatisverbondenmet
hetSeaTalk
ng®
-/NMEA2000-netwerk.
Opmerking:Apparatenengegevensvanhet
SeaTalk
ng®
-/NMEA2000-netwerkzijnNIETbeschikbaarvoor
viahetnetwerkaangeslotenMFD's,alsdeaangewezen
DatamasternietisverbondenmethetSeaTalk
ng®
-/NMEA
2000-netwerk.
38
LightHouseMFDoperationinstructions
3.13GNSS-status
MetdepaginaGPS-statuskuntudestatusvandebeschikbare
satellietenbekijkendiecompatibelzijnmetuwontvanger.
Desatellietconstellatieswordengebruiktomuwschipinde
Kaart-enWeer-toepassingentepositioneren.Ukuntuw
ontvangerinstellenendestatuservancontrolerenviahet
GPS-instellingenmenu:Home-venster>Instellingen>
Systeeminstellingen>GPS-instellingen.Vooriederesatelliet
wordtophetschermdevolgendeinformatieweergegeven:
1
2
3
D13122-1
1.Luchtweergave
2.Satellietstatus
3.Positie-enxinformatie
Luchtweergave
Luchtweergaveiseenvisuelerepresentatiediedepositievan
navigatiesatellietenenhuntypelaatzien.Satelliettypenzijn:
Cirkeleencirkelstaatvooreensatellietvande
GPS-constellatie.
*Ruiteenruitstaatvooreensatellietvande
GLONASS-constellatie.
Vierkanteenvierkantstaatvooreen(SBAS)differentiële
satelliet.
Opmerking:*GLONASS-satellietenzijnalleenbeschikbaar
wanneeraangeslotenopeencompatibeleGNSS-ontvanger.
RaadpleegdeTechnischespecicatiesvanuwproductom
uwtypeontvangertebepalen.
Satellietstatusgebied
HetSatellietstatusgebiedlaatdevolgendeinformatiezienover
iederesatelliet:
Typeidenticeerttotwelkeconstellatiedesatellietbehoort.
IDtoonthetidenticatienummervandesatelliet.
CNO(Carrier-to-noiseratio)laatdesignaalsterktezienvan
iederesatellietdiewordtweergegevenindeLuchtweergave:
Grijs=zoekennaarsatelliet
Groen=satellietingebruik
Oranje=satellietvolgen
Azimuthenelevatiegeeftdeelevatie-enazimuth-hoek
tussendelocatievandeontvangerendesatelliet.
Positie-enxinformatie
Devolgendepositie-enxinformatiewordtgegeven:
Horizontaleonnauwkeurigheid(HorizontalDilution
ofPrecision,HDOP)HDOPiseenmaatvan
satellietnavigatienauwkeurigheid,berekendaandehand
vaneenaantalfactorenwaarondersatellietgeometrie,
systeemfoutenindedatatransmissieensysteemfoutenin
deontvanger.Eenhogergetalstaatvooreengroterefout
indepositie.Ontvangershebbennormaalgesprokeneen
nauwkeurigheidvan5tot15m.Alsvoorbeeldgaanweuit
vaneenontvangerfoutvan5m,indatgevalstaateenHDOP
van2vooreenfoutvanongeveer15m.Denkeraandateen
zeerlaagHDOP-getalNIETgarandeertdatuwontvangereen
nauwkeurigepositieweergeeft.Ingevalvantwijfelcontroleert
udeweergegevenscheepspositieindeKaart-toepassingaan
dehandvanuwfeitelijkeafstandtoteenbekendobjectopde
kaart.
GeschatteHorizontalePositiefout(EstimatedHorizontal
PositionError,EHPE)EHPEiseenmaatvande
geschattefoutvaneenpositie-xinhethorizontalevlak.De
weergegevenwaardeheeftaandatuwpositie50%vandetijd
binneneenradiusvandegenoemdeomvangis.
Fix-statusgeeftdemodusaandiedeontvanger
rapporteert:
Fixsatellietxisopgehaald.
Geenxerkangeensatellietxwordenopgehaald.
D-xeriseendifferentiëlebakenxopgehaald.
SD-xeriseendifferentiëlesatellietxopgehaald.
Positielaatdebreedtegraad-enlengtegraadpositievan
uwontvangerzien.
Datum/tijdtoontdehuidigedatumentijdgegenereerd
doordepositie-xinUTC-formaat.
Modusidenticeertofdeontvangerindifferentiëlemodus
ofinnon-differentiëlemoduswerkt.
Datumdedatuminstellingvandeontvangerisvaninvloed
opdenauwkeurigheidvandescheepspositie-informatiedie
wordtweergegevenindeKaart-toepassing.Omervoorte
zorgendatuwontvangerenMFDnauwkeurigovereenkomen
metuwpapierenkaarten,dienenzedezelfdedatumte
gebruiken.
GlobalNavigationSatelliteSystems(GNSS)
EenGNSSiseensysteemmetsatellietendatautonome
geospatialepositiegegevensgeeftwaarmeeelektronische
apparatenmetcompatibeleontvangershunlocatiekunnen
bepalen(lengtegraad,breedtegraadenhoogte).
OperationeleGNSS
GPS(NAVSTAR)GlobalPositioningSystem
EensatellietconstellatiedateigendomisvandeVSendatin
1995volledigoperationeelwerd.
GLONASSishetacroniemvoor"GLObalnaya
NAavigatsionnayaSputnikovayaSistema"of“Global
NavigationSatelliteSystems”
DitiseensatellietconstellatiedateigendomisvanRuslanden
datin2010mondialedekkinghad.
GeplandeGNSS
Galileo
Europesesatellietconstellatieindeeerstestationeringsfase
waarvanwordtverwachtdathetin2020operationeelis.
COMPASS/Beidou-2
ChineesregionaalNavigatiesatellietsysteem(Beidou)is
wordtopditmomentuitgebreidvoorwereldwijdedekking
(COMPASSofBeidou-2)in2020.
Satellitebasedaugmentationsystems
(SBAS)
Satellitebasedaugmentationsystems(SBAS)zijnsystemen
diewordengebruiktalsaanvullingopbestaandeGNSS
metdifferentiëlecorrectiesdiedeeigenschappenvan
GNSS,bijvoorbeeldnauwkeurigheid,beschikbaarheiden
betrouwbaarheid,verbeteren.
Deonderstaandeafbeeldinglaatderegionaledekkingvan
SBASzien.
WAAS
EGNOS
GAGAN
MSAS
D13121-1
WAASWideAreaAugmentationSystem(geëxploiteerd
doordeFederalAviationAuthority(FAA)indeVS.)
EGNOSEuropeanGeostationaryNavigationOverlay
Service(geëxploiteerddoorhetEuropeanSpaceAgency.)
Beginnen
39
GAGANGPSAidedGeoAugmentedNavigation
(geëxploiteerddoorIndia.)
MSASMulti-functionalSatelliteAugmentationSystem
(geëxploiteerddoorhetJapanseministerievanland,
infrastructuurentransportenhetJapanCivilAviationBureau
(JCAB)
QZSSQuasi-ZenithSatelliteSystem(voorgestelddoor
Japan)
CompatibiliteitvanRaymarine
GPS-/GNSS-ontvangers
RaymarineGPS-ontvangersenGNSS-ontvangers
(GPS/GLONASS)zijncompatibelmetdevolgendeGNSSen
SBAS.
Status/typeNaamCompatibeleontvangers
Operationele
GNSS
GPS
AlleinterneenexterneRaymarine
GPS-ontvangersenGNSS-receivers
Operationele
GNSS
GLONASSeSSeriesena9x,a12xinterne
GNSS-ontvanger
Geplande
GNSS
COMPASS/
Beidou–2
*eSSeriesena9x,a12xinterne
GNSS-ontvanger
Geplande
GNSS
Galileo*eSSeriesena9x,a12xinterne
GNSS-ontvanger
Operationele
SBAS
WAAS
AlleinterneenexterneRaymarine
GPS-ontvangersenGNSS-receivers
Operationele
SBAS
EGNOS
AlleinterneenexterneRaymarine
GPS-ontvangersenGNSS-receivers
Operationele
SBAS
MSAS
AlleinterneenexterneRaymarine
GPS-ontvangersenGNSS-receivers
Operationele
SBAS
GAGAN
AlleinterneenexterneRaymarine
GPS-ontvangersenGNSS-receivers
Geplande
SBAS
QZSS*eSSeriesena9x,a12xinterne
GNSS-ontvanger
Opmerking:*Momenteelnietoperationeelmaarwordt
ondersteundviaeensoftware-updateindetoekomst.
GPS-selectie
Ukunteeninterne(wanneerbeschikbaar)ofexterne
GPS-ontvangerofGNSS-ontvangergebruiken.
UwmultifunctioneledisplaykanovereeninterneGPS-of
GNSS-ontvangerbeschikken.
Ukunthemookaansluitenopeenexterneontvangermet
behulpvanSeaTalk
ng
ofNMEA0183.
Wanneervantoepassinggebruiktuhetmenu
Systeeminstellingenomdeinterneontvangerinofuitte
schakelen.
Hetin-ofuitschakelenvandeinterne
ontvanger
AlsuwmultifunctioneledisplayovereeninterneGPS-ontvanger
ofGNSS-ontvangerbeschikt,dankandezemetdeonderstaande
stappenwordenin-enuitgeschakeld.
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerSysteeminstellingen.
3.OmdeinterneontvangerinteschakelenselecteertuInterne
GPSzodatAanisgemarkeerd.
4.Omdeinterneontvangeruitteschakelenselecteertu
InterneGPSzodatUitisgemarkeerd.
Differentiëlesatellietenin-enuitschakelen
Ukuntselecterenofuwelofnietwiltdatuwontvanger
differentiëlegegevensgebruiktdiewordtaangeleverddoor
SBAS-constellaties.
DoehetvolgendeinhetGPS-instellingenmenu:Home-venster
>Instellingen>Systeeminstellingen>GPS-instellingen:
1.SelecteerDifferentiëleGPS.
WanneeruDifferentiëleGPSselecteert,wordtdeontvangst
vandedifferentiëlesatelliet(SBAS)Aan(standardwaarde)
enUitgezet.
Differentiëlesatellietenselecteren
UkuntselecterenwelkeSBAS-constellatieuwontvanger
gebruikt.
DoehetvolgendeinhetGPS-instellingenmenu:Home-venster
>Instellingen>Systeeminstellingen>GPS-instellingen:
1.SelecteerDifferentieelsysteem.
Devolgendedifferentiëlesystemenzijnbeschikbaar:
WAAS
EGNOS
MSAS
GAGAN
Alleoverige
2.Selecteerhetbetreffendedifferentiëlesysteeminhetmenu
omdeontvangstvoordatsysteemAan(standardwaarde)of
Uittezetten.
COG/SOG-lter
HetCOG/SOG-ltermiddeltdesnelheidsvectorenomte
compenserenvoordeheen-enweergaandebewegingvanhet
schip,waardooreenmeernauwkeurigeindicatiewordtgegeven
vandekoersensnelheidvanhetschip.
Hetlterisnietvaninvloedopdeberekeningvandegemeldde
positievanuwontvanger.Desnelheidsvectorendieworden
berekendvanuithetsignaalgeveneendirectemetingvande
snelheidenderichtingvandeontvanger.DeCOGenSOG
kunnendaardoorinbepaaldeomstandighedenincorrectlijken.
Wanneereenschipbijvoorbeeldlangzaamdoorruwezeevaart,
beweegtdeontvangerzowelvanlinksnaarrechtsalsinde
vaarrichting.
Langzaamvarendeschepen,ofschependieopruwezeevaren,
hebbenbaatbijeenhogereinstelling,terwijleenmotorbootdie
snelvansnelheidenrichtingkanverandereneerdereenlage
instellinggebruikt.
COG/SOG-lterselecteren
Ukunthetniveauvanhetlterdatwordttoegepastop
COG/SOGwijzigen.
DoehetvolgendeinhetGPS-instellingenmenu:Home-venster
>Instellingen>Systeeminstellingen>GPS-instellingen:
1.SelecteerCOG/SOG-lter.
Erwordteenlijstweergegevenmetbeschikbarelterniveaus.
Laag
Gemiddeld(standardwaarde)
Hoog
2.Selecteerhetgewensteniveauindelijst.
DeGNSS-ontvanger(GPS/GLONASS)
opnieuwopstarten
OmdeGNSS-ontvanger(GPS/GLONASS)opnieuwopte
startenvolgtudeonderstaandestappen:
DoehetvolgendeinhetGPS-instellingenmenu:Home-venster
>Instellingen>Systeeminstellingen>GPS-instellingen:
1.SelecteerGPSherstarten.
Deontvangerwordtopnieuwopgestart.
40
LightHouseMFDoperationinstructions
3.14Stuurautomaatbediening
inschakelen
Destuurautomaatbedieningsfunctie
inschakelenSeaTalk-enSPX
SeaTalk
ng
-stuurautomaten
OmdebedieningvanuwSeaTalk-ofSPXSeaTalk
ng
-
stuurautomaatvanafuwmultifunctioneledisplayinteschakelen
volgtudeonderstaandestappen.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerSysteeminstellingen.
3.SelecteerStuurautomaatbedieningzodatAanis
gemarkeerd.
WanneeruStuurautomaatbedieningselecteertwordtde
bedieningAanenUitgeschakeld.
Opeensysteemmetmeerderedisplayswordtde
stuurautomaatbedieningingeschakeldvooralledisplaystegelijk.
Destuurautomaatbedieningsfunctie
inschakelenEvolution-stuurautomaten
OmdebedieningvanuwEvolution-stuurautomaatvanafuw
multifunctioneledisplayinteschakelenvolgtudeonderstaande
stappen.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster.
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerSysteeminstellingen.
3.SelecteerExterneapparaten.
4.SelecteerInstellingenstuurautomaat.
5.SelecteerStuurautomaatbedieningzodatAanis
gemarkeerd.
WanneeruStuurautomaatbedieningselecteertwordtde
bedieningvandestuurautmaatAanenUitgeschakeld.
Beginnen
41
3.15Motoridenticatie
MotorgegevenskunnenwordenweergegevenopuwMFDmet
behulpvandeGegevens-toepassing,dezebeschiktoverenkele
voorafingesteldeMotor-pagina'svoordeweergavevande
meestevoorkomendesoortenmotorgegevens.
Belangrijk:Voordatumotorgegevenskuntweergevenop
uwMFD,dientu:
ervoortezorgendatuwMFDLightHousesoftwareversie
8ofhogerheeft.
Raadpleegdebelangrijkeinformatieover"De
motorinstellenmeteenECI-interface"en"De
motoridenticatiewizardgebruiken".
Maakdegegevensverbindingenovereenkomstigde
instructiesinde87202Installatie-instructiesECI.
Zorgervoordatallegegevensbussenvanvoeding
zijnvoorzien(waarondermotorgegevens-CAN-bussen,
gatewaysendeSeaTalk
ng
-bus).
Startdemotor.Hetisbelangrijkdaterslechtséénmotor
tegelijkdraait,omerzekervantezijndathetsysteemde
juistemotorgegevensberichtenkanherkennen.
VoerdeMotoridenticatiewizarduitomtecontroleren
ofuwmotorenindejuistevolgordewordenweergegeven
indeGegevens-toepassing.
42
LightHouseMFDoperationinstructions
DemotorinstellenmeteenECI-interface
VoordatuwdisplaymotorgegevenskanweergevenopuwMFD,kuntude"motoridenticatiewizard”vanhetMFDgebruiken
omdemotorenintestellen.
Belangrijk:Bijhetinstellenvaneensysteemmetmeerderemotoren,dienendemotorenaltijdvanbakboordnaarstuurboord
tewordenaangezet.
Deonderstaandetabelgeeftgedetailleerdeinformatieoverdeverschillendesoortenmotorendiewordenondersteunddoorde
ECI-interfaceendevereisteinstellingenvooriederesoort:
Motor-CAN-busprotocolAantalmotoren
Motor-CAN-
busconguratieAantalECI-units
Instellenviawizardop
MFDvereist
NMEA20001
EnkeleCAN-bus
1
NMEA20002+
EnkelegedeeldeCAN-bus
1
NMEA20002+
AfzonderlijkeCAN-busvoor
iederemotor
1vooriedereCAN-bus
J19391
EnkeleCAN-bus
1
J19392+
EnkelegedeeldeCAN-bus
1
J19392+
AfzonderlijkeCAN-busvoor
iederemotor
1vooriedereCAN-bus
Communicatiemetmotorzondereen
ECI-unit
VoormotorenmeteenNMEA2000-CAN-buskanhet
mogelijkzijnomeenRaymarineMFDaantesluitenviaeen
SeaTalk
ng
-systeemzondereenRaymarineECI-unittegebruiken.
Neemcontactopmetdedealervanuwmotorenuwplaatselijke
Raymarine-dealervooradviesoverdevereistenvooruwmotor
enpassendeverbindingskabels.
Demotoridenticatiewizardgebruiken
Alsuwmotorgegevensindeverkeerdevolgordewordt
weergegevenopdemotorpagina's,kuntuditcorrigerendoorde
motoridenticatiewizarduittevoeren.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerInstellingen>Systeeminstellingen>Externe
apparaten>Motoreninstellen.
2.Wijzigwanneernodighetaantalmotorendatuwschipheeft
doorAantalmotoren:teselecterenenhetjuisteaantal
motorenintevoeren.
Ukuntmaximaal5motorenselecteren.
3.SelecteerMotorenidenticeren.
Belangrijk:Hetisbelangrijkdaterslechtséénmotortegelijk
draait,omerzekervantezijndathetsysteemdejuiste
motorgegevensberichtenkanherkennen.
4.Volgdeinstructiesopuwschermomdemotoridenticatiewi-
zardtevoltooien.
Demotorendieopgenomenindeidenticatiewizardworden
bepaalddoorhetaantalmotorendatinstap2hierbovenis
ingevoerd.
i.SchakelALLEscheepsmotorenuitenselecteer
Volgende.
Dewizardgaatlangsallemotoren(max.5zoals
ingevoerdinstap2hierboven)opvolgordevanbakboord
naarstuurboord.
ii.ZetdemotorbakboordaanenselecteerOK.
Dewizardzoektnunaargegevensenwijstde
gedetecteerdemotortoealsmotorbakboord.
iii.ZetdemotormiddenbakboordaanenselecteerOK.
Dewizardzoektnunaargegevensenwijstde
gedetecteerdemotortoealsmotormiddenbakboord.
iv.ZetdemotormiddenaanenselecteerOK.
Dewizardzoektnunaargegevensenwijstde
gedetecteerdemotortoealsmotormidden.
v.ZetdemotormiddenstuurboordaanenselecteerOK.
Dewizardzoektnunaargegevensenwijstde
gedetecteerdemotortoealsmotormiddenstuurboord.
vi.ZetdemotorstuurboordaanenselecteerOK.
Dewizardzoektnunaargegevensenwijstde
gedetecteerdemotortoealsmotorstuurboord.
5.SelecteerOKinhetbevestigingsdialoogvensterMotoren
identiceren.
Demotorenverschijnennuopdejuisteplaatsopde
motorgegevenspagina.
Beginnen
43
3.16AIS-functiesinschakelen
VoordatuverdergaatdientuerzekervantezijndatuwAIS-unit
isaangeslotenopNMEA-poort1.
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerSysteeminstellingen.
3.SelecteerNMEA-instellingen.
4.SelecteerNMEA-invoerpoort1.
5.SelecteerdeoptieAIS38400.
6.SelecteerTerugomterugtekerennaarhetmenu
Systeeminstellingen.
7.SelecteerExterneapparaten.
8.SelecteerInstellenAIS-unit.
HetinstellingenmenuvandeAIS-unitwordtweergegeven.
9.PasdeAIS-optieswaarnodigaan.
3.17Gedeeldevoorkeuren
MetGedeeldevoorkeurenkunnenallecompatibelevia
hetnetwerkaangeslotenMFD'seninstrumentdisplaysde
gebruikersvoorkeurendelen.Wanneerdegebruikersvoorkeuren
wordengewijzigdop1display,wordenallecompatibeleviahet
netwerkaangeslotendisplaysautomatischbijgewerktmetde
aangepastevoorkeuren.
Gedeeldevoorkeurenzijnbeschikbaaropdevolgende
apparaten:
MFD'sviahetnetwerkaangeslotenmetbehulpvanSeaTalk
hs
MFD'sviahetnetwerkaangeslotenmetbehulpvanSeaTalk
ng
SeaTalk
ng
-instrumentdisplaysviahetnetwerkaangesloten
metbehulpvanSeaTalk
ng
SeaTalk-instrumentdisplaysviahetnetwerkaangeslotenvia
eenSeaTalknaarSeaTalk
ng
-converter.
Opmerking:Omdecompatibiliteittegaranderen,dientu
tecontrolerenofalleapparatenzijnvoorzienvandemeest
recentesoftwareversies.GanaardeRaymarine-website
www.raymarine.nlvoordemeesterecentesoftwarevooruw
producten.
Lijstmetgedeeldevoorkeuren
Deonderstaandetabelgeefteenoverzichtvandeinstellingen
diewordengedeeldviaGedeeldevoorkeuren.
Eenheden
Snelheidseenheden
Afstandseenheden
Diepte-eenheden
Windeenheden
Temperatuureenheden
Brandstofverbruikeenheden
Volume-eenheden
Drukeenheden
Scheepsgegevens
Scheepstype
Aantalmotoren
Aantalbrandstoftanks
Aantalaccu's
Tijdendatum
Datumformaat
Tijdformaat
Correctielokaletijd(UTC)
Systeemvoorkeuren
Peilmodus
Variatie(handmatig
Taal
Gegevenstoepassing
Maximaaltoerentalbereik
Toerentalrodezone
Waardetoerentalrodezone
44
LightHouseMFDoperationinstructions
3.18Geheugen-encartograekaarten
UkuntMicroSD-geheugenkaartengebruikenomeen
back-up/archiefbestandtemaken(bijv.waypointsentracks).
Nadateenback-upvangegevensisopgeslagenopeen
geheugenkaart,kunnendeoudegegevensvanhetsysteem
wordengewist,waardoorruimtewordtvrijgemaaktvoornieuwe
gegevens.Degearchiveerdegegevenskunnenopieder
momentwordenteruggezet.Cartograschekaartmodulesgeven
aanvullendeofbijgewerktecartograscheinformatie.
Aanbevolenwordtregelmatigeenback-upvanuwgegevenste
makenopeengeheugenkaart.SlaGEENgegevensopopeen
geheugenkaartdiecartograegegevensbevat.
Compatibelekaarten
DevolgendesoortenMicroSD-kaartenzijncompatibelmetuw
display:
MicroSecureDigitalStandard-Capacity(MicroSDSC)
MicroSecureDigitalHigh-Capacity(MicroSDHC)
Opmerking:
Demaximalegeheugenkaartcapaciteitdiewordt
ondersteundis32GB.
MicroSD-kaartenmoetenzijngeformatteerdvoorhetFAT-
ofFAT32-bestandssysteemommetuwMFDtekunnen
wordengebruikt.
Snelheidsklasse
Voordebesteprestatieswordtugeadviseerdgeheugenkaarten
vanklasse10ofUHS(UltraHighSpeed)tegebruiken.
Cartograe
Uwproductisvoorgeladenmetelektronischecartograe
(wereldwijdebasiskaart).Alsuanderecartograegegevenswilt
gebruiken,kuntucompatibelekaartenmetcartograeinde
geheugenkaartlezervandeunitplaatsen.
Gebruikalleencartograe-engeheugenkaartenvan
bekendemerken
Wanneerugegevensarchiveertofeenelektronische
cartograekaartmaaktadviseertRaymarinegebruiktemaken
vangeheugenkaartenvankwaliteitsmerken.Hetkanzijndat
sommigegeheugenkaartmerkennietwerkeninuwunit.Neemt
ualstublieftcontactopmetdeklantenservicevooreenlijstmet
aanbevolenkaarten.
DeMicroSD-kaartuitdeadapterverwijderen
MicroSD-geheugen-encartograekaartenwordennormaal
gesprokenineenSD-kaartadaptergestokengeleverd.Dekaart
dientuitdeadaptertewordenverwijderdvoordatudezeinuw
displayplaatst.
D13468-1
3.19Simulatormodus
MetdeSimulatormoduskuntuoefenenmethetwerkenmetuw
displayzondergegevensvaneenGPS-antenne,radarscanner,
AIS-unit,ofFishnder.
Desimulatormoduswordtaan/uit-geschakeldinhetMenu
systeeminstellingen.
Opmerking:RaymarineadviseertudesimulatormodusNIET
tegebruikentijdenshetnavigeren.
Opmerking:DesimulatortoontGEENfeitelijkegegevensen
dusookgeenveiligheidswaarschuwingen(zoalsbijvoorbeeld
waarschuwingenontvangenvanAIS-units).
Opmerking:Eventuelesysteeminstellingendieuwijzigt
indesimulatormoduswordenNIETnaarandereapparaten
verzonden.
Simulatormodusin-enuitschakelen
Ukuntdesimulatormodusin-enuitschakelendoorde
onderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerSysteeminstellingen.
3.SelecteerSimulator:.
4.SelecteerAanomdesimulatormodusinteschakelen,of
5.SelecteerUitomdesimulatormodusuitteschakelen.
Opmerking:DeoptieDemo-lmisalleenvoor
demonstratiedoeleinden.
Beginnen
45
3.20Updatesvansysteemsoftware
Raymarinesteltregelmatigsoftware-updatesvoorproducten
terbeschikking,voornieuweenuitgebreiderefunctionaliteiten
betereprestatiesenbruikbaarheid.Udientnategaanofude
meestrecentesoftwarevooruwproductenhebtdoorregelmatig
deRaymarine
®
-websitetebezoeken.Raymarine
®
-MFD's
kunnenwordengebruiktomdesoftwarevancompatibele
Raymarine
®
-productentecontrolerenenbijtewerken.
Ukuntdeversiesvanproductsoftwarebepalenmetbehulpvan
deDiagnose-paginaopuwMFD:Home-venster>Instellingen
>Onderhoud>Diagnose>Selecteerapparaat.
Hetbijwerkenvandesoftwarekanwordengebruiktvoorhet
bijwerkenvanallecompatibeleproductendiezijnaangesloten
viaSeaTalk
hs
enSeaTalk
ng®
.
RaadpleeghethoofdstukSoftware-updatesvande
Raymarine
®
-websitewww.raymarine.nl/softwarevoormeer
informatieovercompatibeleproducten.
Letop:Software-updates
installeren
Hetsoftware-updateprocesvoertuvooreigen
risicouit.Voordatuhetupdateprocesstart,dientu
ervoortezorgendatueenback-uphebtgemaakt
vanallebelangrijkebestanden.
Zorgervoordatdeuniteenbetrouwbare
voedingheeftendathetupdateprocesnietwordt
onderbroken.
Beschadigingenveroorzaaktdooronvolledige
updatesvallennietonderdeRaymarine-garantie.
Doorhetsoftware-updatepakkettedownloaden,
gaatuakkoordmetdevoorwaardenervan.
UwMFDgebruikenomonlinetecontroleren
opsoftwareupdates
WanneeruwMFDisaangeslotenopeentoegangspuntmet
internetverbinding,dankanhetMFDonlinecontrolerenop
beschikbaresoftwareupdatesvooruwRaymarine-producten.
Opmerking:Omtecontrolerenopsoftwareupdates
vooraangeslotenSeaT alk
ng®
-producten,dientuhet
datamaster-MFDtegebruiken.
Ganaarhetonderhoudsmenu:Home-venster>Instellingen
>Onderhoud>.
1.SelecteerControleeronlinevoorupdates.
HetMFDprobeertnuverbindingtemakenmethetinternet.
Volgtualstublieftdeinstructiesophetscherm.
2.NadathetMFDverbindingheeftgemaakt,controleerthet
ofernieuwesoftwareupdatesbeschikbaarzijnvooruw
Raymarine-producten.
3.Selecteerdesoftwareupdatesdieuwiltdownloaden.
Opmerking:
Softwarebestandenwordengedownloadnaarhetinterne
geheugenofnaarMicroSD-kaart,afhankelijkvande
beschikbarevrijeruimte.
Gedownloadesoftwarebestandenwordengewistnadathet
updateprocesisvoltooid.
4.SelecteerDownloadeneninstalleren.
DesoftwarewordtnugedownloadnaaruwMFDen
vervolgensgeïnstalleerdopdegeselecteerdeproducten.
Software-updatesdownloadennaar
MicroSD-kaart
Software-updateskunnenwordengedownloadvanafde
Raymarine-website.
Omeensoftware-updateuittevoerenhebtuhetvolgendenodig:
EenPCofAppleMacmetinternetverbindingeneenkaartlezer.
EenFAT32-geformatteerdeMicroSD-kaartmet
SD-kaartadapter.
Opmerking:Gebruikgeencartograschekaart
voorsoftware-updatesofback-upbestandenmet
gebruikersgegevens/instellingen.
1.GanaardesectieSoftwarevandeRaymarine
®
-website
www.raymarine.nl/software
2.Vergelijkdemeestrecentesoftwaremetdesoftwareversie
vanuwRaymarine
®
-producten.
3.Alsdesoftwareopdewebsiterecenterisdandesoftware
vanuwproducten,kuntuhetbetreffendesoftwarepakket
downloaden.
4.DoedeMicroSD-kaartindekaartlezervanuwPCofMac.
Afhankelijkvandekaartlezervanuwcomputerdientu
eventueeleenSD-kaartadaptertegebruiken.
5.Pakhetgedownloadesoftwarepakket(‘zip’-bestand)uitnaar
deMicroSD-kaart.
6.AlsueenSD-kaartadaptergebruikt,verwijdertude
MicroSD-kaartuitdeSD-kaartadapter.
46
LightHouseMFDoperationinstructions
Hetuitvoerenvansoftware-updates.
AttentionVoerGEENsoftware-updatesuitterwijluonderweg
bent.
1.Maakeenback-upvanuwgebruikersgegevensen
instellingen.
2.DoedeMicroSD-kaartmetdesoftware-updatebestandenin
dekaartlezervanuwDatamaster-MFD.
Alsdegeplaatstekaartnieuwesoftwarebevatvooreen
apparaatopuwsysteem,wordtnaenkelesecondeneen
pop-upweergegeven.Alsusoftwareopnieuwwiltinstalleren,
ofeendowngradewiltuitvoeren,selecteertudeoptie
ControleerdekaartopupdatesinhetmenuOnderhoud:
Home-venster>Instellingen>Onderhoud.
3.SelecteerJa.
Erwordteentweedepop-upweergegeven.
4.SelecteerOK.
Desoftware-updatepaginawordtweergegeven.
g
S95 (This De vic e ) v13.30 v13.30
e
7 v13.30 v13.30 P a r tial
a
97 v 12.26 v13.30
R
MK-9 v11.1 6 v9.3 0
CP10 0 v11.1 2
i
70 v2 .16 v2.1 8
Estimat e d tim e: approx. 9 mins
D13270-1
2
4
6
1
3
5
1
Geensoftware-updatebeschikbaaropgeheugenkaart
2
Software-updatebeschikbaaropgeheugenkaart
3
Softwareopgeheugenkaartisouderdandesoftwaredieop
hetproductisgeïnstalleerd
4
Software-updatebeschikbaaropgeheugenkaart
5
Gedeeltelijkesoftware-updatebeschikbaaropgeheugenkaart
6
Softwareversieopgeheugenkaartisdezelfdealsdesoftware
dieophetproductisgeïnstalleerd
Alsereensoftware-updatebeschikbaarisopde
geheugenkaart,wordthetvakjeUpdaten?automatisch
geselecteerd.
5.Opdisplaysmettouchscreenkuntudebeschikbare
softwareversieselecterenenvasthoudenvoormeer
informatieoverdesoftwarediewordtgeïnstalleerd.
6.Selecteerdeproductendieuwiltupdaten.
g
S95 (This De vic e ) v13.30 v13.30
e
7 v13.30 v13 .3 0 Pa rtia l
Re-in s tall
Downgrade
a
97 v 12.26 v13.30
R
MK-9 v11.1 6 v9.3 0
CP10 0 v11.1 2
i
70 v2 .16 v2.1 8
Estimat e d tim e: approx. 9 mins
D13271-1
1
2
1
Software-downgradewordtuitgevoerd
2
Dezelfdesoftwareversiewordtopnieuwgeïnstalleerd
7.SelecteerNuinstalleren.
Hetinstallatieprocesbegint.
Tijdenshetupdateproceswordtinformatieoverdevoortgang
vandeverschillendeproductenweergegeven.HetMFDdat
desoftware-updatesaanstuurt,wordtalslaatstebijgewerkt.
8.SelecteerOKindepop-upSoftware-updates.
9.VerwijderdeMicroSD-kaartuitdekaartlezer.
Opmerking:Wanneerueendisplayinschakeltterwijlereen
geheugenkaartisgeplaatstmetsoftware-update-bestanden
inderoot-map,wordteensoftware-updateuitgevoerdvoor
alleendatdisplay.
Beginnen
47
3.21Hettoetsenbordkoppelen
Hettoetsenbordkanwordengebruiktvoorhetbedienenvan
1ofmeermultifunctioneledisplays.Erkunnenmeerdere
toetsenbordenwordenaangeslotenopeensysteem.
Iedertoetsenbordkanwordengekoppeldmetmaximaal4
multifunctionedisplays.
Doehetvolgendewanneerhettoetsenbordisaangeslotenop
hetmultifunctioneledisplay:
1.SelecteerExterntoetsenbordinhetmenuExterne
apparaten:Home-venster>Instellingen>
Systeeminstellingen>Externeapparaten>
Externtoetsenbord.
2.SelecteerToetsenbordkoppelen.
3.Drukopeenwillekeurigeknopophetexternetoetsenbord.
4.Selecteerderichtingvanhettoetsenbordinhet
pop-upbericht.
Zoweldeliggendealsdestaanderichtingisbeschikbaar.
Hettoetsenbordisnugekoppeld.
Hettoetsenbordontkoppelen
Hettoetsenbordkanwordenlosgekoppeldvaneenafzonderlijk
display.
1.SelecteerExterntoetsenbordinhetmenuExterne
apparaten:Home-venster>Instellingen>
Systeeminstellingen>Externeapparaten>
Externtoetsenbord.
2.SelecteerKoppelingenwissen.
3.SelecteerJaomhettoetsenbordvanhetdisplayloste
koppelen.
3.22Leermiddelen
Raymarineheefteenbreedaanbodaanleermiddelen
samengesteldomutehelpenhetoptimaleuituwproductente
halen.
Video-cursussen
OfcieelRaymarine-kanaalop
YouTube:
http://www.you-
tube.com/user/RaymarineInc
Videogalerie:
http://www.rayma-
rine.co.uk/view/?id=2679
Video'svoorproductondersteuning:
http://www.rayma-
rine.co.uk/view/?id=4952
Opmerking:
Omdevideo'saftespeleniseenapparaatmet
internetverbindingnodig
Sommigevideo'szijnalleeninhetEngelsbeschikbaar.
Opleidingen
Raymarinebiedtregelmatigmeerderediepgaandeopleidingen
aandieuhelpenhetoptimaleuituwproductentehalen.Ga
naardeTraining-sectieopdeRaymarine-websitevoormeer
informatie:
http://www.raymarine.co.uk/view/?id=2372
FAQ'senKnowledgeBase
RaymarineheefteenFAQ'seneenKnowledgeBaseopgesteld
omutehelpeninformatietevindenenproblemenoptelossen.
http://www.raymarine.co.uk/knowledgebase/
Forumvoortechnischeondersteuning
UkunthetForumvoortechnischeondersteuninggebruikenom
eentechnischevraagtestellenovereenRaymarine-productof
omuittevindenhoeandereklantenhunRaymarine-apparatuur
gebruiken.Deleermiddelenwordenregelmatigbijgewerktmet
bijdragenvanRaymarine-klantenen-medewerkers:
http://forum.raymarine.com
48
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk4:Displaygegevensbeheren
Inhoudsopgave
4.1Gebruikersgegevensengebruikersinstellingenopslaanoppagina50
4.2Itemsopslaanenterugzettenoppagina51
4.3Screenshotsoppagina53
4.4Resettenvanuwsysteemoppagina53
Displaygegevensbeheren
49
4.1Gebruikersgegevensen
gebruikersinstellingenopslaan
Gebruikersgegevens,instellingenenmediabestandenkunnen
wordenopgeslagenopeengeheugenkaart.
Waypoints,routesentrackswordenopgeslagenmetde
.gpx-bestandsindeling.Degpx-bestandsindelingiseen
apparaatafhankelijkegegevensindelingdiehetgemakkelijk
maaktgegevensuittewisselentussenuwdisplayen
andereGPS-apparaten/softwarediedegpx-bestandsindeling
ondersteunt.
GegevensBestandsindelingGegevenstype
Waypoints
.gpx
Gebruikersgegevens
Routes
.gpx
Gebruikersgegevens
Tracks
.gpx
Gebruikersgegevens
Afbeeldingsbestanden
.png
Mediabestand
Videobestanden.mp4Mediabestand
Gebruikersinstellingen
.tgz
Gebruikersinstellingen
Weergegevens.grb
Gebruikersgegevens
Opmerking:Wijadviserenuregelmatiguw
gebruikersgegevensengebruikersinstellingenopte
slaan.
Opmerking:SlaGEENgebruikersgegevensofinstellingen
opopeenkaartdiecartograegegevensbevat.
OndersteuningvoorLegacyarchive.fsh
MetdelanceringvanLightHouseIIversie9heeftRaymarine
ondersteuningtoegevoegdvoordebestandsindelingGPS
Exchange(GPX)voorhetarchiverenenoverzettenvan
waypoint-,route-entrackgegevens.DeGPX-bestandsindeling
iseenapparaatonafhankelijkeuniverselebestandsindelingdie
deuitwisselingvangegevenstussenRaymarine-producten
enproductenvanandereleveranciersvereenvoudigt.Met
delanceringvanLightHouseIIversie14isdeondersteuning
voordeoudarchiveringsindelingvanRaymarinearchive.fsh
verwijderd.
Omeenarchive.fsh-bestandteconverterennaareenbestand
metdeGPX-bestandsindelingdoetuhetvolgende:
1.WanneerueenMFDgebruiktmetLightHouseIIversie
8oflager,exporteertudegebruikersgegevensnaareen
MicroSD-kaart(archive.fsh-indeling).
2.UpdatedeMFDnaarLightHouseIIversie13.
3.Importeerhetarchive.fsh-bestandvandeMicroSD-kaart.
4.ExporteerdegebruikersgegevensnaardeMicroSD-kaart
(GPX-indeling).
5.UpdatedeMFDnaarLightHouseIIversie14ofhoger.
6.Importeerdegebruikersgegevens(GPX-indeling)vanafde
MicroSD-kaart.
AlsalternatiefkuntuookdeVoyagePlanner-software
vanRaymarinegebruikenomeenarchive.fsh-bestandte
converterennaardeGPX-indeling.
Allegebruikersgegevensopslaanopeen
geheugenkaart
Ukuntallegebruikersgegevensopslaaninéénarchiefbestand.
DoehetvolgendewanneeruinhetBeginschermbent:
1.Zorgervoordatueengeheugenkaarthebtgeplaatst(GEEN
cartograschekaartmodule)ineenmodulesleuf.
2.SelecteerMijngegevens.
3.SelecteerImporteren/Exporteren.
4.SelecteerGegevensopslaan.
5.SelecteerAllesopslaan.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
6.Gebruikhettoetsenbordomdebestandsnaamintevoeren
waaronderuhetbestandopwiltslaan.
7.SelecteerOPSLAAN.
HetdialoogvensterKieseenexterngeheugenwordt
weergegeven.
8.SelecteerSD1(enkeleofbovenstekaartsleuf)ofSD2
(onderstekaartsleuf).
Erwordteenbevestigingsdialoogvensterweergegeven.
9.SelecteerOK.
Waypoints,RoutesenTracksopslaan
DoehetvolgendewanneeruinhetBeginschermbent:
1.Zorgervoordatueengeheugenkaarthebtgeplaatst(GEEN
cartograschekaartmodule)ineenmodulesleuf.
2.GanaarhetBeginschermenselecteerMijngegevens>
Importeren/Exporteren>Gegevensopslaan.
3.SelecteerófWaypointsopslaan,Routesopslaan,Tracks
opslaanofAllesopslaan.
Debijbehorendelijstwordtweergegeven.
VoorbeeldWaypointlijst
4.Selecteerdegroepofgroependieuwiltopslaan,ofselecteer
Allesselecteren.
5.SelecteerOpslaan.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
6.Gebruikhettoetsenbordophetschermomdebestandsnaam
intevoerenwaaronderuhetbestandopwiltslaan.
7.SelecteerOPSLAAN.
8.SelecteerSD1(enkeleofbovenstekaartsleuf)ofSD2
(onderstekaartsleuf).
Wanneervoltooidwordtereenbevestigingsdialoogvenster
weergegeven.
9.SelecteerOK.
Waypoints,RoutesenTracksimporteren
DoehetvolgendewanneeruinhetBeginschermbent:
1.Zorgervoordatudegeheugenkaartmetgpx-bestand(en)in
eenkaartsleufhebtgeplaatst.
2.GanaarhetBeginschermenselecteerMijngegevens>
Importeren/Exporteren>Ophalenvankaart.
Debestandsbrowserwordtgeopend.
3.Navigeernaarhetbestanddatuwiltimporterenenselecteer
het.
Erwordteenbevestigingsdialoogvensterweergegeven.
4.SelecteerOK.
Gebruikersbestandenwissenvaneen
geheugenkaart
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.Zorgervoordatdegeheugenkaartmetdegegevensinéén
vandemodulesleuvenzit.
2.SelecteerMijngegevens.
3.SelecteerImporteren/Exporteren.
4.SelecteerWissenvankaart.
Debestandsbrowserwordtgeopend.
50
LightHouseMFDoperationinstructions
5.Navigeernaarhetbestanddatuwiltwissenenselecteerhet.
Erwordteenbevestigingsdialoogvensterweergegeven.
6.SelecteerJa.
Waypoints,routesentrackswissenvanhet
systeem
Opmerking:Devolgendeprocedurewistdegeselecteerde
ofALLEwaypoints,routesoftracksdieopuwdisplayzijn
opgeslagen.Zorgervoordatueenback-uphebtgemaakt
vanallegegevensdieuopeengeheugenkaartwiltbewaren
VOORDATuverdergaat.
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerMijngegevens.
2.SelecteerImporteren/Exporteren.
3.SelecteerWissenvansysteem.
4.SelecteerWaypointswissenvansysteem,Routeswissen
vansysteemofTrackswissenvansysteem.
5.Selecteerdegegevensitemsdieuwiltwissen,ofselecteer
Alleswissen.
Erwordteenberichtweergegevenwaarinuwordtgevraagd
deactietebevestigen.
6.SelecteerJaomdoortegaanmethetwissen,ofNeeom
deactieteannuleren.
Eenback-upvandegebruikersinstellingen
maken
Doehetvolgendeopuwdatamaster-MFD:
1.Zorgervoordatueengeheugenkaarthebtgeplaatst(GEEN
cartograschekaartmodule)ineenmodulesleuf.
2.GanaarhetBeginschermenselecteerMijngegevens>
Import/Export>Back-upMFD-instellingen.
3.SelecteerSD1(enkeleofbovenstekaartsleuf)ofSD2
(onderstekaartsleuf).
Erwordteenbevestigingsdialoogvensterweergegeven.
4.SelecteerOK.
Gebruikersinstellingenherstellen
DoehetvolgendeopuwDatamaster-MFD:
1.Zorgervoordatueengeheugenkaarthebtgeplaatst(GEEN
cartograschekaartmodule)ineenmodulesleuf.
2.GanaarhetBeginschermenselecteerMijngegevens>
Importeren/Exporteren>Instellingenherstellen.
3.SelecteerSD1(enkeleofbovenstekaartsleuf)ofSD2
(onderstekaartsleuf).
Erwordteenbevestigingsdialoogvensterweergegeven.
4.SelecteerOK.
4.2Itemsopslaanenterugzetten
Deonderstaandetabelgeefteenoverzichtvande
gegevensitemsdiewordenopgeslagenopenteruggezetvanaf
eengeheugenkaartopuwmultifunctioneledisplay.
Home-venster-eninstellingen
MenuInstelling
Home-venster
Standaardpaginaconguratie
Instellingen>Systeeminstellin-
gen
Bedieningstuurautomaat
DSC-waarschuwingen
Instellingen>Systeeminstellin-
gen>GPS-instellingen
GPS-scherm
Instellingen>Systeeminstel-
lingen>Externeapparaten>
InstellingenAIS-unit
Stillemodus
AIS-veiligheidsmeldingen
Instellingen>Systeeminstel-
lingen>Externeapparaten>
Afstandsbediening
Snelknop
Instellingen>Systeeminstel-
lingen>Externeapparaten>
Weerinstellingen
Bron
Instellingen>Systeeminstel-
lingen>Externeapparaten>
Motoreninstellen.
Aantalmotoren
Instellingen>Systeeminstellin-
gen>Systeemvoorkeuren
Peilmodus
Variatiebron
Handmatigevariatie
Systeemdatum
Instellingen>Systeeminstellin-
gen
Simulator
AanpassenTaal
Aanpassen>ScheepsgegevensScheepstype
Aantalmotoren
Aantalbrandstoftanks
Aantalaccu's
Aanpassen>Eenheidsinstellin-
gen
Afstandseenheden
Snelheidseenheden
Diepte-eenheden
Temperatuureenheden
Drukeenheden
Volume-eenheden
Eenhedenbrandstofbesparing
Eenhedenwindsnelheid
Aanpassen>Tijdendatum
instellen
Datumformaat
Tijdformaat
Correctielokaletijd
Aanpassen>Gegevensbalkin-
stellingen
Inhoudgegevensbalk(cel1toten
met6)
Kompasintitelbalk
Statuspictogrambalk
Displaygegevensbeheren
51
MenuInstelling
Gegevensbalkautomatisch
verbergen
Aanpassen>Displayvoorkeuren
Startpagina
Toetssignaal
Kleurthema
Cursorautomatischverbergen
Bereikregelaars
Kaartcontextmenu
Bedieningsbalkstuurautomaat
Bestandmetscreenshot
Alarmmanager
MenuInstelling
VeiligheidsalarmmeldingenAankomstwaypoint
Uitkoers-alarm
Ankeralarm
Laagbrandstofpeil
MOB-gegevenstype
Gevaarlijkeradarobjecten
GevaarlijkeAIS-objecten
AlgemenealarmmeldingenWekker
Countdowntimer
Watertemperatuur
Algemenealarmmeldingen>
Visalarm
Inschakelen
Visalarm-dieptelimieten
Visalarm-ondieptelimiet
Visalarm-dieptelimiet
Kaart-toepassing
MenuInstelling
PresentatieKaartweergave
Presentatie>Lagen
Luchtfotolaag
Kaartraster
2D-kleurschakering
Community-bewerkingen
Kaarttekst
Kaartgrenzen
Scheepsafmetingen
Gegevenskader1
Inhoudgegevenskader1
Gegevenskader2
Inhoudgegevenskader2
Presentatie>VectorenVectorlengte
Vectorbreedte
Presentatie>Objecten
Rotsenweergeven
Nav-markeringen
Nav-markeringssymbolen
MenuInstelling
Lichtsectoren
Routeringssystemen
Waarschuwingsgebieden
Maritiemeeigenschappen
Landeigenschappen
Zakelijkediensten
Panoramafoto's
Wegen
Aanvullendewrakinformatie
Gekleurde(zee)bodemgebieden
Scheepspictogram
Presentatie>Diepte&
dieptelijnen
Peilingenweergeven
Dieptelijnenweergeven
Ondieptelijn
Veiligheidsdieptelijn
Dieptelijn
Diepwaterkleur
Radar-toepassing
MenuInstelling
PresentatieBereikringen
Presentatie>GegevenskadersGegevenskader1
Inhoudgegevenskader1
Gegevenskader2
Inhoudgegevenskader2
Fishnder-toepassing
MenuInstelling
KanaalKanalen
Presentatie>Instellingen
gegevenskaders
Gegevenskader1
Inhoudgegevenskader1
Gegevenskader2
Inhoudgegevenskader2
Gegevens-toepassing
MenuInstelling
Gegevenspagina'seninhoud
PresentatieKleurthema
Regelaarkleur
Aantalmotoren
Maximaaltoerentalbereik
Weer-toepassing
MenuInstelling
Instellingengegevenskaders
Gegevenskader1
Inhoudgegevenskader1
Gegevenskader2
Inhoudgegevenskader2
52
LightHouseMFDoperationinstructions
4.3Screenshots
Ukunteenscreenshotmakenvanwateropdatmomentophet
schermwordtweergegeven.
Screenshotswordenin.png-formaat(PortableNetworkGraphic)
opeenMicroSD-kaartopgeslagen.Deopgeslagenafbeeldingen
kunnenwordenbekekenopeenapparaatdat.png-afbeeldingen
kanweergeven.
Eenscreenshotmaken
Ukunteenscreenshotmakendoordeonderstaandestappen
tevolgen.
1.DoeeenMicroSD-kaartmetvoldoendevrijeruimteinde
kaartlezer.
2.DrukopdeAan/Uit-knop.
Depaginametsnelknoppenwordtweergegeven:
3.SelecteerhetCamera-pictogram.
Erwordteenbevestigingsberichtweergegeven.
4.SelecteerOK.
DescreenshotisnuopgeslagenopdeMicroSD-kaart.
TipAlsuwdisplayeenTerug-knopheeftkuntuookeen
screenshotmakendoordeTerug-knopintedrukkenenvastte
houdentoteenbevestigingsberichtwordtweergegeven.
EenSD-kaartsleufselecterenvoor
screenshots
Alsuwmultifunctioneledisplay2kaartsleuvenheeft,moetu
selecterennaarwelkekaartsleufudescreenshotwiltopslaan.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster.
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerDisplay-voorkeuren.
3.SelecteerScreenshot-bestand:.
4.SelecteerMicroSD1ofMicroSD2.
EenafbeeldingbekijkenophetMFD
UkuntuwMFDgebruikenomafbeeldingen,zoalsscreenshots,
tebekijken.
1.Zorgervoordatudegeheugenkaartmetdeafbeeldingdieu
wiltbekijkenineenkaartsleufhebtgeplaatst.
2.SelecteerMijngegevensinhetBeginscherm.
3.SelecteerMijnbestanden.
Debestandsbrowserwordtweergegeven.
4.Gebruikdebestandsbrowseromhetbestandtezoeken.
5.Selecteerhetbestanddatuwiltbekijken.
Hetbestandwordtnugeopend.
6.SelecteerTerugofSluitenomdeafbeeldingtesluiten.
4.4Resettenvanuwsysteem
Uwsysteemkanzonodigteruggezetwordennaarde
fabrieksinstellingen.
Erzijn2typenresets,diebeideinvloedhebbenophetdisplay
datugebruiktENeventueledisplaysophetnetwerk.
Resettenvandeinstellingen.
Resettenvandeinstellingenendegegevens.
Resettenvandeinstellingen
Metdezeoptiewordenuwsetupmenu's,paginasetsen
databalkinstellingenteruggezetnaardefabrieksinstellingen.Dit
heeftGEENinvloedopuwwaypoints,routesoftracks.
Resettenvandeinstellingenendegegevens.
Naastdebovenstaanderesets,zullenbijhetresettenvande
instellingenendegegevensALLEwaypoints,routesentracks
verwijderdworden.
Systeeminstellingenresetten
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerOnderhoud.
3.SelecteerResetsysteeminstellingen.
Erwordteenberichtweergegevenwaarinuwordtgevraagd
deactietebevestigen.
4.SelecteerJaomdoortegaanmethetresettenvande
instellingen,ofNeeomteannuleren.
Systeeminstellingenengegevensresetten
Opmerking:Wanneerudesysteeminstellingenengegevens
resetwordenALLEwaypoints,routesentracksvanuw
systeemgewist.Zorgervoordatueenback-uphebtgemaakt
vanallegegevensdieopeengeheugenkaartwiltbewaren
VOORDATuverdergaatmethetresettenvandeinstellingen
endegegevens.
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerOnderhoud.
3.SelecteerResetsysteeminstellingenengegevens.
Erwordteenberichtweergegevenwaarinuwordtgevraagd
deactietebevestigen.
4.SelecteerJaomdoortegaanmethetresettenvande
instellingenendegegevens,ofNeeomteannuleren.
Displaygegevensbeheren
53
54
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk5:Uwdisplayaanuwwensenaanpassen
Inhoudsopgave
5.1T aalkeuzeoppagina56
5.2Scheepsgegevensoppagina57
5.3Eenheidsinstellingenoppagina58
5.4Tijd-endatuminstellingenoppagina59
5.5Display-voorkeurenoppagina60
5.6Overzichtgegevensbalkengegevenskaderoppagina62
5.7Optiesvanhetinstellingenmenuoppagina63
Uwdisplayaanuwwensenaanpassen
55
5.1Taalkeuze
Hetsysteembeschiktoverdevolgendetalen:
Engels(VS)Engels(Brits)
Arabisch
Bulgaars
Chinees
vereenvoudigd
Chineestraditioneel
KroatischTsjechischDeens
NederlandsFinsFrans
Duits
Grieks
Hebreeuws
HongaarsIJslandsIndonesisch
ItaliaansJapansKoreaans
LetsLitouwsMaleisisch
NoorsPools
Portugees(Brazilië)
Russisch
SloveensSpaans
ZweedsThaisTurks
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerTaal.
3.Selecteeruwtaalindetalenlijst.
Taalmaaktdeeluitvandegedeeldevoorkeuren.Nadat
eennieuwetaalisgeselecteerd,verandertdetaalvande
gebruikersinterfacevanalleviaSeaTalk
hs
ofSeaTalk
ng
aangeslotenMFD'sen,alsdetaalwordtondersteund,vanalle
viaSeaTalk
ng
aangesloteninstrumentdisplays.
56
LightHouseMFDoperationinstructions
5.2Scheepsgegevens
Ukuntdeverschillendeinstellingenaanpassenaanuwschip.
Menu-itemOmschrijvingOpties
Scheepstype
Ukuntdeweergavevanhetschipindekaart-toepassing
veranderen.Selecteerdeoptiediehetmeestlijktophettype
endeomvangvanuwschip.
Opmerking:Wanneerscheepstypeisgeselecteerd
tijdensdeeersteinstellingvanhetmultifunctionele
display,danbepaalthetscheepstypedeconguratievan
degegevenspaginaindeGegevens-toepassing.
Powercruiser1(standardwaarde)
Powercruiser2
Powercruiser3
Speedbootmetbinnenboordmotor
Speedbootmetbuitenboordmotor
Werkboot
RIB
Zeilcruiser
Wedstrijdzeiler
Catamaran
Sportvisserij
Pro-visserij
PolairdiagramimporterenHiermeekuntueenpolairdiagramin.csv-indeling
importeren.Dezeoptieisbeschikbaarwanneervoordeoptie
Scheepstypeeenzeilschipisgeselecteerd.
Opentdebestandsbrowser
PolairdiagramverwijderenEengeïmporteerdpolairdiagramkanvanhetsysteem
wordenverwijderd.
Verwijderenbevestigen
Min.veiligediepteDeinstellingvoordeminimaleveiligediepteisvereist
wanneeruroutesmaaktmetdefunctieAutomatischroute
makenofEenvoudigroutemaken.
Dieptemeting
Min.veiligebreedteDeinstellingvoordeminimaleveiligebreedteisvereist
wanneeruroutesmaaktmetdefunctieEenvoudigroute
maken.
Breedtemeting
Min.veiligehoogteDeinstellingvoordeminimaleveiligehoogteisvereist
wanneeruroutesmaaktmetdefunctieEenvoudigroute
maken.
Hoogtemeting
Aantalmotoren
Hiermeekuntuhetaantalmotorendatuwschipheeft
speciceren.Dezeinstellingbepaalthetaantalmotorendat
wordtweergegevenindemotorgegevens-toepassing.
1tot5
AantalbrandstoftanksHiermeekuntuhetaantalbrandstoftanksdatuw
schipheeftspeciceren.Dezeinstellingbepaalt
hetaantalbrandstoftanksdatbeschikbaarisinde
Gegevens-toepassing.
1tot5
Aantalaccu's
Hiermeekuntuhetaantalaccu'sdatuwschipheeft
speciceren.Dezeinstellingbepaalthetaantalaccu'sdat
beschikbaarisindeGegevens-toepassing.
1tot16
TotalebrandstofcapaciteitHiermeekuntudetotalebrandstofcapaciteitvanuwschip
speciceren,ditisnodigomdebrandstofmanagertekunnen
gebruiken.
Metingtotalebrandstofcapaciteit
Hetscheepspictogramaanpassen
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerScheepsgegevens.
3.SelecteerScheepstype.
4.Selecteerhetpictogramdiehetmeestlijktophettypeende
omvangvanuwschip.
Uwdisplayaanuwwensenaanpassen
57
5.3Eenheidsinstellingen
Ukuntuwvoorkeurenspecicerenvoordemeeteenhedendieinalletoepassingenwordengebruikt.
Menu-itemOmschrijvingOpties
Afstandseenheden
Demeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtotafstand.
Nautischemijlen
NM&m(groteeenheden=nautischemijlen,
kleineeenheden=meter)
Landmijlen
Kilometers
Snelheidseenheden
Demeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtotsnelheid.
Knopen
MPH(mijlperuur)
KPH(kilometerperuur)
Diepte-eenhedenDemeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtotdiepte.
Voet
Meter
Vadem
TemperatuureenhedenDemeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtot
temperatuur.
Fahrenheit
Celsius
DrukeenhedenDemeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtotdruk.
Bar
PSI
Kilopascal
Volume-eenhedenDemeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtot
volume/inhoud.
Amerikaansegallons
Imperialgallons
Liter
Eenhedenbrandstofbesparing
Demeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtot
brandstofverbruik.
Afstandperinhoud
Inhoudperafstand
Literper100km
EenhedenwindsnelheidDemeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtot
windsnelheid.
Knopen
Meterperseconde
Devoorkeursmeeteenhedenspeciceren
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerInstellingeneenheden.
3.Selecteerhettypemeeteenheiddatuwiltveranderen
(bijvoorbeeldafstandseenheden).
4.Selecteerdevoorkeurseenheid(bijvoorbeeldlandmijlen).
58
LightHouseMFDoperationinstructions
5.4Tijd-endatuminstellingen
Ukuntuwvoorkeurspecicerenvoordemanierwaaroptijdendatumwordenweergegeveninalletoepassingen.
Menu-itemOmschrijvingOpties
DatumformaatHiermeekuntuhetvoorkeursformaatspecicerenvoorhet
weergegevenvandatuminformatieinalletoepassingen.
MM:DD:YY(maand,dag,jaar)
DD:MM:YY(dag,maand,jaar)
TijdformaatHiermeekuntuhetvoorkeursformaatspecicerenvoorhet
weergegevenvantijdinformatieinalletoepassingen.
12-uurs
24-uurs
Lokaletijd:UTCHiermeekuntudetegebruikenlokaletijdzonespeciceren,
meteenverschuivingtenopzichtevanUTC(Universal
CoordinatedTime),instappenvan0,5uur.
–13tot+13uur(instappenvan0,5uur)
Uwdisplayaanuwwensenaanpassen
59
5.5Display-voorkeuren
Ukuntuwalgemenevoorkeurenaangevenvoorhetdisplay.
Menu-itemOmschrijvingOpties
Startpagina
Hiermeekuntuselecterenwelkepaginaophetdisplaywordt
weergegevennahetopstarten.
Home-venster(standardwaarde)
Laatstepaginanainschakelenwordtdeals
laatstegebruiktepaginaweergegeven.
Selecteerpaginanainschakelenwordtde
geselecteerdepaginaweergegeven.
ToetssignaalEenhoorbaargeluiddatiederekeerdateenknopwordt
ingedruktofhettouchscreenwordtgebruiktklinkt.
AAN(standardwaarde)
UIT
Kleurthema
Hiermeekuntuhetkleurthemavandegebruikersinterface
wijzigen.
Donker(standardwaarde)
Licht
Cursorautomatischverbergen
AlsditisingesteldopAan,danwordtdecursorautomatisch
verborgennaeenbepaaldetijdzonderbeweging.Alsditis
ingesteldopUit,danblijftdecursorophetschermtotdathij
wordtbewogen.
AAN
UIT(standardwaarde)
Bereikregelaars
OpHybridTouch-displayskuntuspecicerenofde
pictogrammenvoorhetin-enuitzoomenvanhet
bereikwordenweergegevenindeKaart-,Radar-en
Weer-toepassingen.
Opmerking:
Bereikregelaarsophetschermzijnnietbeschikbaarop
displayszondertouchscreen.
Bereikregelaarsophetschermkunnennietworden
verborgenopdisplaysmetalleentouchscreen.
Weergeven(standardwaarde)
Verbergen
Bijschriftenaanrakenkaart(Alleendisplaysmettouchscreen)Bepaaltofbijschriften
wordenweergegevenindeKaart-toepassing.
Aan(standardwaarde)
Uit
Stuurautomaatbedieningsbalk
Hiermeekuntudestuurautomaatbalkopiederdisplay
afzonderlijkin-enuitschakelen,wanneeraangeslotenop
eenSPX-ofSeaTalk-stuurautomaat.
Opmerking:VoorEvolution-stuurautomatenkuntu
deoptievoordestuurautomaatbalkterugvindenopde
paginaInstellingenstuurautomaat.
Weergegeven
Verborgen
GedeeldehelderheidUkuntgedeeldehelderheidsgroepen(of“zones”)instellen
omdehelderheidopmeerdereunitstegelijkaantepassen.
Helderheiddelen
AAN(standardwaarde)
UIT
Helderheidsgroep
Roer1(standardwaarde)
Roer2
Stuurhut
Flybridge
Mast
Groep1totenmetGroep5
BestandmetscreenshotHiermeekuntudestandaardgeheugenkaartlezer
specicerenvoorhetopslaanvanscreenshots.
Opmerking:Dezeoptieisalleenbeschikbaarop
displaysmeermeerderekaartsleuven.
MicroSD1
MicroSD2
Bereikregelaarsophetscherm
Ukuntdebereikregelaarsophetschermvan
HybridTouch-displaysin-enuitschakelendoorde
onderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerDisplay-voorkeuren.
3.SelecteerBereikregelaars.
WanneerudeBereikregelaarsselecteertwordtgeschakeld
tussenweergevenenverbergenvandebereikregelaarsop
hetscherm.
60
LightHouseMFDoperationinstructions
Gedeeldehelderheid
UkuntGedeeldehelderheidsgroepeninstellen,waarmeeude
helderheidvanalleunitsdiedeeluitmakenvandezelfdegroep
tegelijkertijdkuntaanpassen.
DevolgendeproductenzijncompatibelmetGedeelde
helderheid:
MFD'smetLightHouse
TM
SeaTalk
ng®
-instrumentdisplaysen-stuurautomaatbedieningen
Ray50/Ray52/Ray60/Ray70DSC-marifoons
IedereaanpassingaandeGedeeldehelderheidwordt
doorgevoerdopalleunitsdieaandezelfdegroepzijn
toegewezen.
LightHouse
TM
-MFD
Instrumentdisplay/
Stuurautomaat-bedienunit
Ray50/Ray52/Ray60/Ray70
DSC-marifoon
- Backlight -
9
Erkunnenmeerderehelderheidsgroepenworden
gecongureerd.Dezegroepenkunnenwordengebruiktvoorhet
onderscheidenvanverschillendefysiekeplaatsenvandeunits
opuwschip.Deunitsbijhetroerkunnenbijvoorbeeldworden
toegewezenaanééngroependeunitsopdebrugaaneen
andere.
VoorGedeeldehelderheidgeldendevolgendevereisten:
alleunitsmoetencompatibelzijnmetdefunctieGedeelde
helderheid(ziedelijstmetcompatibeleunitshierboven).
deinstellingvoorGedeeldehelderheidmoetzijningesteldop
Aanvooralleunitsindehelderheidsgroep.
unitsmoetenzijntoegewezenaannetwerkgroepen.
alledisplaysindiegroepmoetenwordengesynchroniseerd.
Gedeeldehelderheidinstellen
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerDisplay-voorkeuren.
3.SelecteerGedeeldehelderheid.
4.SelecteerdeoptieAanvoorhetmenu-itemGedeelde
helderheid.
5.SelecteerHelderheidsgroep.
6.Selecteerdejuistehelderheidsgroep.
7.Herhaalditprocesvoordeanderedisplaysdieuaande
helderheidsgroepwilttoevoegen.Alshetdisplaygeen
multifunctioneeldisplayiskuntudedocumentatieraadplegen
vandieunit,voorinstructiesoverhetinstellenvangedeelde
helderheid.
8.Nadatallevereistedisplayszijntoegevoegdaandezelfde
helderheidsgroepselecteertuSynchroniseerhelderheid
ophetmultifunctioneledisplay.
Erwordteenberichtweergegevenvoorgedeeldehelderheid.
9.Zorgervoordatalledisplaysindehelderheidsgroepzijn
ingeschakeld.
10.SelecteerSynchroniseren.
Wanneerditisvoltooidwordteenberichtweergegevendat
bevestigtdatdegedeeldehelderheidisgecongureerd.
Nadatdegedeeldehelderheidisgecongureerd,zalhet
veranderenvandehelderheidvaneendisplayindie
helderheidsgroepautomatischookdehelderheidvanalle
anderedisplaysindiegroepaanpassen.
Uwdisplayaanuwwensenaanpassen
61
5.6Overzichtgegevensbalken
gegevenskader
Ukuntdegegevensdieopdegegevensbalkeninde
gegevenskadersophetschermwordenweergegeven
aanpassen.
Gegevensdieukuntaanpassenwordenweergegeven
indegegevensbalk,deuitgebreidegegevensbalk(alleen
HybridTouch-displays)ofgegevenskaders.Degegevensbalk,
uitgebreidegegevensbalkengegevenskaderszijnbeschikbaar
inalletoepassingen.
Degebiedenophetschermwordenhierondergetoonden
omschreven:
D12296-3
2 3
5
1
4
1.Gegevensbalkwordtweergegevenbovenaanhet
scherminalletoepassingen.Degegevensbalkbevatcellen
diekunnenwordenaangepast.Dezekunnengegevens
bevattenuiteengrootaantalcategorieën.Degegevensbalk
kanookwordenverborgen,voormeerruimteophetscherm.
2.Uitgebreidegegevensbalk(alleendisplaysmet
touchscreen)wordtweergegevenwanneerude
gegevensbalkaanraakt.Deuitgebreidegegevensbalkkan
wordenweergegeven.Deuitgebreidegegevensbalkwordt
weergegeventotdathetschermopnieuwwordtaangeraakt.
3.Statuspictogrammen-ukuntdestatuspictogrammen
weergevenonderdeuitgebreidegegevensbalk.Ditgeeft
statusinformatievoordeexternaangeslotenapparatuur:
4.Statusbalkwordtpermanentweergegeveninalle
toepassingen.Destatusbalkbevatinformatieoverdeopdat
momentgeselecteerdeinstellingenvandeophetscherm
weergegeventoepassing.
5.Gegevenskaderserkunnenmaximaal2gegevenskaders
wordenweergegeven.Iederkaderkanééngegevensitem
weergevenuitdebeschikbaregegevenscategorieën.
Gegevenswordenpermanentophetschermweergegeven.
DegegevensbalkkanookwordeningesteldopAutomatisch
verbergen,zodatalleendeStatusbalkophetschermzichtbaar
is.
Degegevensbalkautomatischverbergen
Opmultifunctioneledisplaysmeteentouchscreen,kande
gegevensbalkdiewordtweergegevenbovenalletoepassingen
automatischwordenverborgen.Hierdoorwordthetschermvoor
detoepassingspagina'sgroter.
D13003-1
1 2
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerSet-upgegevensbalk.
3.SelecteerAutomatischverbergenzodatAanis
geselecteerd.
Bijhetbekijkenvandetoepassingspagina's,wordtde
gegevensbalkautomatischverborgenna10seconden.Ukunt
degegevensbalkweerziendoordestatusbalkmetuwvinger
aanteraken.
GegevenskadersindeKaart-toepassing
aanpassen
Omgegevenskadersin-enuitteschakelenengegevens
teselecterendiemoetenwordenweergegevenvolgtude
onderstaandestappen.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLaag.
3.SelecteerGegevenskaders.
4.SelecteerGegevenskader1>Aan.
5.SelecteerGegevenskader2>Aan.
6.KiesdeSelecteergegevens-optievoorhetbetreffende
gegevenskader.
7.Selecteerdecategoriemethettypegegevensdatuinhet
gegevenskaderwiltweergeven.Voorbeeld:dieptegegevens.
8.Selecteereengegevensitem.
Degegevensdieuhebtgeselecteerdwordenophetscherm
weergegeveninhetbijbehorendegegevenskader.
Gegevenskadersaanpassen
DoehetvolgendeindeRadar-,Fishnder-ofWeer-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerGegevenskaders.
4.SelecteerGegevenskader1>AAN.
5.SelecteerGegevenskader2>AAN.
6.Kieshetmenu-itemSelecteergegevenskader1of
Selecteergegevenskader2.
7.Selecteerdecategoriemethettypegegevensdatuinhet
gegevenskaderwiltweergeven.Voorbeeld:dieptegegevens.
8.Selecteereengegevensitem.
Degegevensdieuhebtgeselecteerdwordenophetscherm
weergegeveninhetbijbehorendegegevenskader.
Degegevensbalkaanpassen
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerInstellingengegevensbalk.
3.SelecteerGegevensbalkbewerken.
4.Selecteerdecelindegegevensbalkdieuwiltwijzigen.
Hetmenu"Selecteergegevenscategorie"wordt
weergegeven.
5.Selecteerdecategoriemethettypegegevensdatuindecel
wiltweergeven.Voorbeeld:dieptegegevens.
6.Selecteereengegevensitem.
Degegevensdieuhebtgeselecteerdwordenophetscherm
weergegevenindebijbehorendecel.
7.SelecteerHomeofTerugwanneeruklaarbent.
Statuspictogrammenweergegevenindegegevensbalk
Opmultifunctioneledisplaysmettouchscreenkuntu
statuspictogrammenweergevenindegegevensbalk.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerInstellingengegevensbalk.
3.SelecteerStatuspictogrambalkzodatAanisgemarkeerd.
Destatuspictogrammenwordennuweergegevenonderde
uitgevouwengegevensbalk.
62
LightHouseMFDoperationinstructions
5.7Optiesvanhetinstellingenmenu
MethetInstellingen-menukuntuuwMFDenaangeslotenapparatencongureren.
Devolgendemenu'szijnbeschikbaar:
Menu-itemOmschrijvingOpmerkingen
Touch-vergrendelingHiermeekuntuhettouchscreenvaneendisplaymet
alleentouchscreenvergrendelenwanneerhetdisplayis
gekoppeldmeteentoetsenbordopafstand.
Opmerking:Dezeoptieisnietbeschikbaarvoor
displaysmetalleentouchscreenwanneerergeen
toetsenbordopafstandisaangesloten.
Opmerking:Dezeoptieisnietbeschikbaarvoor
displaysmetfysiekeknoppen.
AAN
UIT(standardwaarde)
Alarmmeldingen
DeAlarmmanagerweergeven.RaadpleegHoofdstuk
8Alarmbeheer
BrandstofmanagerGeeftdebrandstofmanagerpaginaweer
Stuurautomaat-bedienunits
HiermeewordthetdialoogvensterBediening
stuurautomaatweergegeven.
Dezeoptieisalleenbeschikbaarwanneerereen
Raymarine-stuurautomaatisgedetecteerdopuw
systeemenBedieningstuurautomaatisingesteldop
Aan.
Stuurautomaatrespons
Hiermeekuntuhetniveauvandestuurautomaatrespons
selecterenwanneeraangeslotenopeen
Evolution-stuurautomaat.
Opmerking:Stuurautomaatresponsisniet
beschikbaaropSPX-enSeaTalk-stuurautomaten.
Vrijetijd
Kruisen
Prestaties
Audio-regelaars
Geefthetpop-upvenstervandeaudioregelaarsweer.
Opmerking:Nietbeschikbaaropdisplayszonder
touchscreen.
Isalleenbeschikbaarwanneeraangeslotenopeen
audio-apparaatviaBluetooth.
DraadlozeverbindingenHiermeekuntudeWi-Fi-enBluetooth-menu'sopenen.
Resetsreisteller
ZetdegeselecteerdeafstandstellervanGrondreisop
nul.
Systeeminstellingen
Hiermeekuntudeinstellingenvanexterneapparaten
dieophetdisplayzijnaangeslotencongureren.
OnderhoudHierwordtdiagnose-informatiegegeven.Ukunthier
ookdedatamastertoewijzenendefabrieksinstellingen
vanhetdisplayterugzetten.
Uwdisplayaanuwwensenaanpassen
63
MenuGrondreisresetten
Metditmenukuntudegekozengrondreis-afstandstelleropnulzetten.
Menu-itemOmschrijving
Grondreis1resettenZetdeafstandstellervanGrondreis1opnul.
Grondreis2resettenZetdeafstandstellervanGrondreis2opnul.
Grondreis3resettenZetdeafstandstellervanGrondreis3opnul.
Grondreis4resettenZetdeafstandstellervanGrondreis4opnul.
MenuSysteeminstellingen
Menu-itemOmschrijvingOpties
Stuurautomaatbe-
diening
Schakeltdestuurauto-
maatbedieningenvan
uwmultifunctioneledis-
playaanenuit.
Aan
Uit
DSC-
waarschuwingen
SchakeltDSC-
radiowaarschuwingen
opuwmultifunctionele
displayaanenuit.
Aan
Uit
GPS-instellingen
Bevatoptiesvoor
GPS-instellingen.
Satellietstatus
bekijken
DifferentiëleGPS
COG/SOG-lter
GPSherstarten
InterneGPSSchakeltdeinterneGPS
vanhetmultifunctionele
displayAanofUit.
Opmerking:Niet
vantoepassingop
MFD'sdiegeen
interneGPS/GNSS-
ontvangerhebben.
Aan
Uit
Gegevensbronnen
Hiermeekande
voorkeurvoorde
gegevensbronnenvoor
aangeslotenapparatuur
wordengeselecteerd.
Opmerking:
Hetmenu
Gegevensbronnen
isalleenbeschikbaar
opdisplaysdie
zijningesteldals
Datamaster.
GPS
GPS-datum
Tijdendatum
Heading
Diepte
Snelheid
Wind
ExterneapparatenHiermeekunnen
compatibeleextern
aangeslotenapparaten
wordeningesteld.
Raadpleegdesectie
Menuexterneapparaten
vandezehandleiding.
NMEA-instellingenHiermeekuntude
instellingenvoor
NMEA-apparaten
congureren.
Raadpleegde
sectieMenu
NMEA-instellingenvan
dehandleiding.
Systeemvoorkeu-
ren
Hiermeekuntude
systeeminstellingen
congureren
Raadpleegde
sectieMenu
systeemvoorkeuren
vandezehandleiding.
SimulatorSchakeltde
simulatormodusAan
ofUit.
Uit
Aan
Aan(Demo-lm)
OverzichtMultipelegegevensbronnen(MDS)
Wanneereensysteemmeerdereversiesvaneengegevensbron
bevat,wordtdegegevensbronvanvoorkeurautomatisch
geselecteerd.Debronvanvoorkeurvanhetsysteemismogelijk
nietdebronvanuweigenvoorkeur,ofalsutemakenkrijgtmet
eengegevensconict,kuntudegegevensbronvanuwvoorkeur
handmatigselecteren.
MetMDSkuntudebronvanvoorkeurselecterenvoorde
volgendegegevenstypen:
GPS-positie
GPS-datum
Tijd&datum
Koers
Diepte
Snelheid
Wind
Normaalgesprokenwordtdezehandelinguitgevoerdtijdens
deeersteinstallatie,ofwanneernieuweapparatuurwordt
toegevoegd.
MDSisalleenbeschikbaaralsalleproducteninhetsysteem
diedebovengenoemdegegevensbronnengebruiken
MDS-compliantzijn.Hetsysteemgeefteenlijstmetproducten
dieNIETMDS-compliantzijn.Desoftwarevandezeproducten
kanmogelijkwordengeüpgrade,omzecomplianttemaken.
BezoekdeRaymarine-website(www.raymarine.nl)voorde
meestrecentesoftwarevooruwproducten.
AlsergeenMDS-compliantsoftwarebeschikbaarisvoorhet
productenuwiltdegegevensbronvanvoorkeurvanhetsysteem
nietgebruiken,dandientualleproductendienietcompliantzijn
uithetsysteemteverwijderen.Daarnazouhetmogelijkmoeten
zijndegegevensbronvanuwvoorkeurteselecteren.
Opmerking:Nadatuklaarbentmethetinstellenvande
gegevensbronnenvanuwvoorkeur,kunnendeproductendie
nietcompliantwarenmogelijkwélaanhetsysteemworden
toegevoegd.
64
LightHouseMFDoperationinstructions
Gegevensbronnenmenu
Metditmenukuntudeexternesensorenenapparatenselecterendiedegegevensleverenaanhetdisplay.
Automatische/handmatigeselectie
Meteendialoogvensterkuntudegegevensbronvanuwvoorkeurbekijkenenselecteren.Degegevensbronkanhandmatigof
automatischwordengeselecteerd:
Automatischhetdisplayselecteertautomatischeenapparaatenprobeerteventuelegegevensconicteninhetgevalvan
meerdanééngegevensbronvoordiebepaaldegegevensbronoptelossen(bijvoorbeeldmeerdereGPS-ontvangers).
Handmatignadathetdisplayeenzoekactieheeftuitgevoerdnaaraangeslotenapparaten,kuntuuwvoorkeursapparaat
handmatigselecterenindelijst.
Opmerking:WanneerukiestvoordeoptieAutomatischkanhetsysteemeengegevensbronkiezendieunietwiltgebruiken.
Apparaatselectie
Menu-itemOmschrijving
GPSHiermeekuntuzoekennaarexternaangeslotenGPS-apparatenenkiezenwelkeuwilt
gebruiken.
GPS-datumOmervoortezorgendatuwGPS-ontvangerenmultifunctioneledisplaynauwkeurig
overeenkomenmetuwpapierenkaarten,dienenzedezelfdedatumtegebruiken.Metdeze
optiekuntudegegevensbronvoordezedatumkiezen.
Tijdendatum
Hiermeekuntuhetapparaatselecterendatuwiltgebruikenvoordetijd-endatuminformatie
diedoorhetdisplaywordtgebruikt.
KoersHiermeekuntuhetapparaatselecterendatuwiltgebruikenvoorkoersgegevens.
DiepteHiermeekuntuhetapparaatselecterendatuwiltgebruikenvoordieptegegevens.
Snelheid
Hiermeekuntuhetapparaatselecterendatuwiltgebruikenvoorsnelheidsgegevens.
WindHiermeekuntuhetapparaatselecterendatuwiltgebruikenvoorwindgegevens.
Uwdisplayaanuwwensenaanpassen
65
MenuExterneapparaten
Metditmenukuntudeexterneapparatendieophetdisplayzijnaangeslotencongureren.
Menu-itemOmschrijvingOpmerkingen
InstellingenstuurautomaatWanneeraangeslotenopeenEvolution-
stuurautomaatkuntumetdezeoptiede
stuurautomaatbedieningendestuurautomaatbalk
in-enuitschakelen.Ukuntookbepaalde
instellingenenmodivoordestuurautomaat
openen.
InstellingenFishnder
Hiermeekuntueenexternetransducerselecteren
endeoptiesvandeunitcongureren,bijvoorbeeld
dedieptecorrectie.Ukuntookdeoptiesvaneen
interneofexternesonarmodulecongureren.
Vooreenuitlegvandezeoptiesraadpleegtude
optiesvanhetTransducer-instellingenmenuinde
Fishnder-sectievanditdocument.
InstellenAIS-unitHiermeekuntuextrafunctiesvanAIS-units
congureren,zoalsdestillemodus.Ditmenu-item
isalleenbeschikbaarwanneereenAIS-unitis
gedetecteerdofwanneerdeSimulator-modusAan
is.
Vooreenuitlegvandezeoptiesraadpleegtude
optiesvanhetAIS-menuindeAIS-sectievandit
document.
AfstandsbedieningHiermeekuntubepaaldebedieningsfunctiesvan
deRaymarineBluetooth-afstandsbedieningen
aanpassen(bijvoorbeeldRCU-3).
Vooreenuitlegvandezeoptiesraadpleegtude
sectieAfstandsbedieningvanditdocument.
InstellentransducersToonteenlijstvanaangeslotentransducersdieu
kuntselecterenenkalibreren.
WeerinstellingenHiermeekuntuuwRaymarine-weerontvanger
selecteren:
SR6
SR50
SR100
SR150(standardwaarde)
Instellenschakelpaneel
Hiermeekuntuconguratiebestandenvoor
hetschakelpaneelinstallerenofdeinstallatie
ongedaanmaken.
Externtoetsenbord
Hiermeekuntutoetsenbordenopafstand
koppelenofontkoppelen.
Motoreninstellen
Hiermeekuntudemotoridenticatiewizard
uitvoeren
Vooreenuitlegvandezeoptiesraadpleegtude
sectieMotoridenticatiewizardvanditdocument.
66
LightHouseMFDoperationinstructions
MenuDraadlozeverbindingen
MetditmenuopentudeBluetooth-enWi-Fi-functiesvanhetMFD.
Bluetooth
Menu-itemOmschrijvingOpties
Bluetooth
Bluetoothophetdisplayin-ofuitschakelen.
Aan
Uit(standardwaarde)
VerbindingsbeheerToonteenlijstmetBluetooth-apparatenbinnenbereik.
WanneerueenverbindingindelijstmarkeertenopOKdruk,
zijndevolgendeoptiesbeschikbaar:
Ontkoppelen/vergeetditapparaatverbreektde
verbindingmethetapparaatenverwijderthemuitdelijst
metverbindingen.Alsueenapparaatopdezemanier
ontkoppelt,dientuhetapparaatopnieuwtekoppelenals
uhemopnieuwwiltverbindenmethetmultifunctionele
display.
AudiobedieningalsdezeoptieAanstaat,kuntu
deaudiovaneencompatibeledraadlozemediaspeler
bedienenvanafhetmultifunctioneledisplay.
Ontkoppelen/vergeetditapparaat.
AudiobedieningAan/Uit.
NieuweBluetooth-verbinding.Wanneeruditmenu-itemselecteertwordthet
Bluetooth-koppelingsprocesgestart.Ditisnoodzakelijk
omeendraadlozeafstandsbedieningofmediaspelerte
verbindenmethetmultifunctioneledisplay.
WiFi
Menu-itemOmschrijvingOpties
WiFi
WiFiophetdisplayin-ofuitschakelen.
Aan
Uit(standardwaarde)
Wi-Fi-netwerken
GeefteenlijstmetalleWi-Fi-toegangspuntendieopdat
momentbinnenbereikzijn.
Verbinden
Vergeten
Wi-FidelenWiFi-naam
HiermeekuntueenSSID(Wi-Fi-naam)speciceren
voorhetverbindenvanWi-Fi-apparatenmetbehulpvan
eenversleuteldeverbinding.Alsuwiltvoorkomendat
ongeautoriseerdeapparatenverbindingmakenmetuw
displaydientudezelfdeSSIDtespecicerenvoorhet
multifunctioneledisplayenhetdraadlozeapparaatdatuwilt
verbindenmethetdisplay.
WiFi-wachtwoord
Hiermeekuntueenwachtwoordspecicerenvoorde
Wi-Fi-verbinding.Alsuwiltvoorkomendatongeautoriseerde
apparatenverbindingmakenmetuwdisplaydientuhetzelfde
wachtwoordtespecicerenvoorzowelhetmultifunctionele
displayalshetdraadlozeapparaatdatuwiltverbindenmet
hetdisplay.
WiFi-kanaal
Standaardselecteerthetmultifunctioneledisplayautomatisch
eenbeschikbaarWi-Fi-kanaal.Alsuproblemenhebtmet
draadlozevideo-streaming,kanhetnodigzijnhandmatigeen
Wi-Fi-kanaaltespecicerenvoorzowelhetmultifunctionele
displayalshetapparaatwaaruvideonaartoewiltstreamen.
WiFi-beveiliging
UkuntdeWi-Fi-verbindingversleutelenophet
multifunctioneledisplayomtevoorkomendat
ongeautoriseerdeapparatentoegangkrijgentotde
verbinding.Metditmenu-itemkuntuhettypeselecterenvan
deWPA-versleuteling(Wi-FiProtectedAccess)datuwilt
gebruiken.WPA2biedteensterkerebeveiligingdanWPA.
MobieleApps
Hiermeekunthetgebruiktetypemobieleappselecteren:
AlleenweergevenRayView
AfstandsbedieningRayRemoteofRayControl
WiFi-kanaal
1totenmet11(2GHz)
WiFi-beveiliging
Geen
AlleenWPA
AlleenWPA2.(standardwaarde)
WPA/WPA2.
MobieleApps
Uit(standardwaarde)
Alleenweergeven
Afstandsbediening
Uwdisplayaanuwwensenaanpassen
67
MenuNMEA-instellingen
MetditmenukuntudeinstellingenvanNMEA-apparatencongureren.
Menu-itemOmschrijvingOpties
BruggenvanNMEA-headingAlsditisingesteldopAANwordendeNMEA-
headinggegevensgebrugdnaardeSeaTalk-gegevensbus
enwordtnaaralleviaNMEAaangeslotenapparaten
verstuurd.AlsditisingesteldopUITwordende
NMEA-headinggegevensNIETgebrugdnaarde
SeaTalk-bus.Dezeinstellingkanbijvoorbeeldworden
gebruiktwanneerMARPAwordtgebruiktmeteensnelle
koerssensor,inwelkgevaldezeoptiedientteworden
ingesteldopUITomervoortezorgendatalleviaNMEA
aangeslotenunitsgegevensontvangenvandeexterne
headingsensor.
Aan
Uit(standardwaarde)
InstellingenNMEA-uitvoer
HiermeekuntudeafzonderlijkeNMEA-“regels”diedoor
hetmultifunctioneledisplaywordenverzondennaaralle
apparatendiezijnaangeslotenviadeNMEA-uitvoerpoortin-
enuitschakelen.
APB
BWC
BWR
DBT
DPT
GGA
GLL
GSA
GSV
MTW
MWV
RMA
RMB
RMC
RSD
RTE
TTM
VHW
VLW
VTG
WPL
ZDA
NMEA-invoerpoort1
Hiermeekuntudejuistepoortsnelheidspecicerenvoor
deapparatuurdieisaangeslotenopNMEA-invoerpoort1.
GebruikdeoptieAIS38400voorAIS-ontvangers.
NMEA4800
AIS38400
NMEA-invoerpoort2
Hiermeekuntudejuistepoortsnelheidspecicerenvoor
deapparatuurdieisaangeslotenopNMEA-invoerpoort2.
GebruikdeoptieAIS38400voorAIS-ontvangers.
NMEA4800
AIS38400
68
LightHouseMFDoperationinstructions
Menusysteemvoorkeuren
Menu-itemOmschrijvingOpties
PeilmodusBepaalthoeallepeiling-enheadinggegevensworden
weergegeven.Ditheeftgeeninvloedopdemanierwaarop
kaart-ofradardisplayswordenopgebouwd.
Waar(standardwaarde)
Magnetisch
VariatiebronDezeinstellingcompenseertdenatuurlijkoptredende
verschuivingvanhetmagnetischeveldvandeaarde.
WanneerdezeisingesteldopAutomatisch,compenseerthet
systeemditautomatischengeeftdecompensatiewaarde
weertussenhaakjes.Omuweigencompensatiewaardeinte
voerengebruiktudeoptieHandmatig,daarnaspeciceertu
dewaardemetbehulpvandeinstellingHandmatigevariatie
(ziehieronder).Dezewaardewordtookovergedragennaar
andereaangeslotenRaymarine-instrumenten.
Automatisch(compensatiewaardewordt
weergegeven)(standardwaarde)
Handmatig
HandmatigevariatieWanneerhetmenu-itemVariatiebronisingesteldop
Handmatig(ziehierboven),gebruiktudeinstelling
Handmatigevariatieomdecompensatiewaardete
specicerendieuwiltgebruiken.
Bereik:0tot30graden,oostofwest
SysteemdatumOmervoortezorgendatuwGPS-ontvangeren
multifunctioneledisplaynauwkeurigovereenkomenmetuw
papierenkaarten,moetenzedezelfdedatumgebruiken.
Destandaarddatumvooruwmultifunctioneledisplay
isWGS1984.Alsditnietdedatumisdiedooruw
papierenkaartenwordtgebruikt,kuntudedatumvanuw
multifunctioneledisplaywijzigen.
Wanneerudedatumvooruwmultifunctioneledisplaywijzigt,
danverplaatsthetkaartroosterautomatischovereenkomstig
denieuwedatumendelengte-/breedtegraadvan
decartograschefunctiesverandereneveneens.
Uwmultifunctioneledisplayprobeertalleeventuele
GPS-ontvangersalsvolgtintestellenopdenieuwedatum:
DeinterneGPS-ontvangercorreleertautomatischophet
momentdatudedatumverandert.
AlsueenRaymaringGPS-ontvangerheeftdieSeaTalkof
SeaTalk
ng
gebruikt,danzalhijiederekeerdatudedatum
verandertopuwmultifunctioneledisplayautomatisch
correleren.
AlsueenRaymarineGPS-ontvangerheeftdieNMEA
0183gebruikt,ofeenGPS-ontvangervaneenandere
fabrikant,dandientudezeafzonderlijktecorreleren.
Hetkanmogelijkzijnuwmultifunctioneledisplaytegebruiken
omeenNMEA0183GPS-ontvangertecorreleren.Gain
hethome-vensternaarInstellingen>Systeeminstellingen
>GPS-instellingen>Weergavesatellietstatus.Alsde
datumversiewordtweergegeven,kuntudezewellicht
veranderen.Gainhethome-vensternaarInstellingen>
Systeeminstellingen>Gegevensbronnen>GPS-datum.
Opmerking:Raymarineadviseertudeweergegeven
scheepspositieindekaarttoepassingtecontroleren
aandehandvanuwfeitelijkeafstandtoteenbekend
objectopdekaart.GPSheeftnormaalgesprokeneen
nauwkeurigheidvan5tot15m.
Uwdisplayaanuwwensenaanpassen
69
Onderhoudsmenu
Inditmenukuntudesysteeminstellingenendiagnosegegevensbekijken.
Menu-itemOmschrijvingOpties
Diagnose
Diagnosegeeftgedetailleerdeinformatieoverhet
multifunctioneledisplayendeaangeslotenapparaten.
Dezeinformatiebevatonderanderedeserienummersvan
producten,softwareversieennetwerkstatus.Wanneeruhet
menu-itemDiagnoseselecteert,scanthetmultifunctionele
displayalleaangeslotenapparatenenkuntuhetproduct
selecterendatuwiltbekijken.Ukuntdediagnosegegevens
ookopslaanopeengeheugenkaart.Ditismetname
handigwanneeruinhetgevalvaneentechnisch
probleemgedetailleerdeinformatiewiltversturennaar
Raymarine
®
-klantenservice.
MetdeoptieInterfaceskuntudestatistiekenende
bufferinformatievoordeNMEA0183-poorten1en2en
NMEA2000/SeaTalk
ng®
bekijken.
DeSirius-optiewordtalleenweergegevenwanneer
aangeslotenopdebetreffendehardware.Hiermeekunt
uontvangenberichten,hetgeheugenenfoutmeldingen
bekijken.
Selecteerapparaat
Sirius
Loggegevensopslaan
Loggegevenswissen
Interfaces
LogbestandAIS-alarmmeldingen
DatamasterAaniedersysteemmetmeerdanéénviaeennetwerk
aangeslotenmultifunctioneeldisplaymoeteendatamaster
zijntoegewezen.Dedatamasterishetdisplaydatfungeert
alsprimairegegevensbronvooralledisplays,hethandelt
ookalleexterneinformatiebronnenaf.
MFD-selectie
ControleerkaartvoorupdatesScantdegeplaatstegeheugenkaartenopsoftwarebestanden
vooraangeslotenproducten.
Dezeoptiekanopiedermomentwordengebruiktomhet
updateprocesvoordesysteemsoftwarehandmatigtestarten.
Controleeronlinevoorupdates
WanneeruwMFDisaangeslotenopeentoegangspuntmet
internetverbinding,dankanhetMFDdeRaymarine-website
controlerenopsoftwareupdatesvooraangeslotenapparaten.
ResettensysteeminstellingenMetdezeoptiewordendemenu-opties,gegevenspagina's
engegevensbalkinstellingengeresetnaarde
fabrieksinstellingen.HetheeftGEENeffectopuwwaypoints,
routesoftrackgegevens.
Ja
Nee
Resettensysteeminstellingen&
gegevens
Naasthetresettenvanhierbovengenoemdeinstellingen
kuntuookeenresetuitvoerenvandeinstellingenende
gegevens,daardoorwordenookALLEwaypoints,routes
entrackgegevensverwijderd.
Ja
Nee
UitlijningtouchscreenAlshetTouchscreennietgoedisuitgelijndmetuwaanraking
kuntuhetopnieuwuitlijnenomdenauwkeurigheidte
verbeteren.Voorhetopnieuwuitlijnenhoeftualleeneen
objectophetschermuittelijnenmetuwaanraking.Voorde
besteresultatenkuntudithetbestedoenwanneeruwschip
voorankerofaangemeerdligt.
Opmerking:Uitlijnenvanhettouchscreenisnietnodig
voorgSSeries-MFD'senMFD'szondertouchscreen.
70
LightHouseMFDoperationinstructions
Diagnose-menu
AlsuproblemenondervindtmetuwmultifunctioneledisplayofrandapparatuurkuntuhetDiagnose-menugebruikenominformatie
tebekijkenoveruwapparaatenaangeslotenapparatuur.
Selecteerapparaat
Hiermeekuntudelijstbekijkenmetapparatendiezijn
aangeslotenophetSeaTalk
hs
-netwerk.
Ukuntookeenitemindelijstselecterenvoormeer
gedetailleerdeinformatieoverdatapparaat.
Apparaat
Serienr.
Netwerk
Software
SiriusWanneeraangeslotenopeenSirius-weerontvanger
kuntumetdezeoptiedeSirius-weerstatistieken
bekijken.
Loggegevensopslaan
Hiermeekuntulogbestandenvanfoutmeldingen
opslaanopeenMicroSD-kaarttenbehoevevan
probleemoplossing.
LoggegevenswissenWanneerudezeoptieselecteert,worden
crashlogbestandenophetapparaatgewist.
InterfacesHiermeekuntudestatistiekenbekijkenendebuffers
vanNMEA-invoerendeSeaTalk
ng
-busbekijkenen
opslaan.
Opmultifunctioneledisplaysmetmeerdere
MicroSD-kaartsleuvenkuntuookselecterennaar
welkeMicroSD-kaartsleufdebufferwordtopgeslagen.
NMEA1
NMEA2
SeaTalk
ng
Bestandopslaan
LogbestandAIS-alarmmeldingen
Eenlijstweergegevenmetgegenereerde
AIS-alarmmeldingen.
Uwdisplayaanuwwensenaanpassen
71
72
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk6:Document-viewer-toepassing
Inhoudsopgave
6.1Overzichtdocument-vieweroppagina74
Document-viewer-toepassing
73
6.1Overzichtdocument-viewer
Uwmultifunctioneledisplaybeschiktovereen
pdf-document-viewer.
Dedocument-viewerisbeschikbaarvanuithethome-vensteren
wordtgebruiktompdf-documenten(zoalsproducthandleidingen)
weertegevenenerintezoeken.
D12755-1
1
2
3
1
OpentdebestandsbrowservandeSD-kaart.
2
Opentdegebruikershandleidingdieisopgeslagenop
hetmultifunctioneledisplay.
3
Opentdeinformatieoverdebetreffende
licentieovereenkomst.
Opmerking:Dedocument-viewerondersteuntgeenmet
wachtwoordbeveiligdedocumentenofdocumentendie
beveiligingscerticatenbevatten.Erwordteenfoutbericht
weergegevenwanneeruprobeertdergelijkedocumentente
openen.
D12597-1
1
7
3 42
5
6
1
Huidigepaginanummer(paginaxvany)
2
Zoeken-werkbalk(wordtalleenweergegeventijdens
hetzoekenineendocument.)
Opmerking:DeknoppenVorige,Volgende
enAnnulerenwordenalleenweergegeven
opproductendiealleentouchscreenhebben.
Voorproductenzondertouchscreenenvoor
Hybridtouch-productenwordendefysieke
knoppengebruikt.
3
Naamhuidigepdf
4Menudocument-viewer
5
Schuifbalk
6
Zoomregelaarsophetscherm(alleenopdisplays
mettouchscreen.)
7
Inhoudpdf-document
Devolgendeoptieszijnbeschikbaarinhetmenuvande
document-viewer:
Bestandopenenhiermeekuntueenpdf-document
opzoekendatuwiltopenen.
Ganaarpagina:hiermeekuntudirectnaareenbepaald
paginanummergaan.
Zoekenhiermeekuntuinhetdocumentzoekenop
speciekewoorden.
Aanhoogteaanpassenpastdehoogtevanhet
geopendedocumentaantodatdezeevenhoogisalshet
toepassingsvenster.
Aanbreedteaanpassenpastdebreedtevanhet
geopendedocumentaantodatdezeevenbreedisalshet
toepassingsvenster.
Bestandsluitensluithetgeopendedocument.
Degebruikershandleidingopenen
Degebruikershandleidingvanhetproductisopgeslagenophet
internegeheugen.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerDoc-viewer.
2.SelecteerGebruikershandleiding.
Degebruikershandleidingvanhetproductwordtgeopend.
Opmerking:Degebruikershandleidingkanookworden
geopenddoorhetGebruikershandleidingpictograminhet
Home-vensterteselecteren.
EenPDF-documentopenen
UkuntPDF-documentendiezijnopgeslagenopeeninternof
externgeheugenopenendoordeonderstaandestappente
volgen.
Opmerking:ZorgerbijhetopslaanvanPDF-documenten
opMicroSD-kaartenvoordatugeenbelangrijkegegevens
overschrijft.
1.ZorgervoordatudegeheugenkaartmethetPDF-bestand
datuwiltbekijkenineenkaartsleufhebtgeplaatst.
2.SelecteerBestandopeneninhetmenuvandeDocument
Viewer.
Debestandsbrowserwordtweergegeven.
3.Ganaardeplaatswaarhetdocumentdatuwiltbekijkenis
opgeslagen.
4.Selecteerhetdocumentdatuwiltbekijken.
Hetdocumentwordtnugeopend.
5.Alshetfoutbericht'Kanbestandnietopenen'verschijnt,
selecteertuOkomtebevestigenenprobeertuhetbestand
opnieuwteopenen.ControleerofhetPDF-bestandniet
corruptis.ControleerookofhetPDF-bestandnietmeteen
wachtwoordisbeveiligdofeenveiligheidscerticaatheeft.
PDF-veiligheidsfunctieswordennietondersteunddoorde
DocumentViewer.
Opmerking:HetopenenvangrotePDF-documentenkan
enigetijdduren.
Eengeopenddocumentsluiten
IederexemplaarvanDoc-viewerstaatafzonderlijk,hetals
laatstegeopendedocumentwordtautomatischgeopendde
volgendekeerdatudatexemplaarvandeDoc-vieweropent,
tenzijhetisgeslotenmetdemenuoptieBestandsluiten.
Doehetvolgendewanneereendocumentgeopendis:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBestandsluiten.
Hetdocumentwordtgeslotenendehoofdpaginavande
Doc-viewerwordtweergegeven.
Dooreengeopenddocumentbladeren
Optouchscreen-displayskuntuopdehieronderbeschreven
manierdoorpdf-documentenbladeren.
Doehetvolgendewanneereenpdf-documentgeopendis:
74
LightHouseMFDoperationinstructions
Beweeguwvingeromhoogomomlaagdoorhet
documenttebladeren.
Beweeguwvingeromlaagomomhoogdoorhet
documenttebladeren.
Wanneerhetdocumentbrederisdandebreedtevanhet
toepassingsvenster,beweegtuuwvingernaarlinksofnaar
rechtsomdehelebreedtevanhetdocumenttebekijken.
Opmerking:Ukuntookdeschuifbalkengebruikenomdoor
hetdocumenttenavigeren.
Dooreengeopenddocumentbladeren
OpdisplaysmetHybridT ouchendisplayszondertouchscreen
kuntudoorpdf-documentenbladerendoordeonderstaande
stappentevolgen.
Doehetvolgendewanneereenpdf-documentgeopendis:
1.BeweegdeJoystickOmhoogofOmlaagomomhoogen
omlaagdoorhetdocumenttebewegen.
2.BeweegdeJoystickNaarlinksofNaarrechtsomdehele
breedtetebekijken.
Dezoom-factorwijzigen
Opdisplaysmettouchscreenkuntudezoom-factorvaneen
geopenddocumentwijzigendoordeonderstaandestappente
volgen.
Doehetvolgendewanneereenpdf-documentgeopendis:
1.SelecteerhetInzoomen-pictogramophetschermominte
zoomen,of
2.SelecteerhetUitzoomen-pictogramophetschermomuit
tezoomen.
Dezoom-factorwijzigen
OpHybridT ouch-displaysendisplayszondertouchscreen(met
uitzonderingvane7ene7D)kuntudezoom-factorvaneen
geopenddocumentwijzigendoordeonderstaandestappente
volgen.
Doehetvolgendewanneereenpdf-documentgeopendis:
1.GebruikdeUitzoomen-knopomuittezoomen,of
2.GebruikdeInzoomen-knopomintezoomen.
Opmerking:Nieuwea-serieene7/e7Dmultifunctionele
displayshebbengeenknoppenvoorInzoomenenUitzoomen.
Opmerking:OpeenNieuwec-serie-displaykanalleende
Draaiknopwordengebruiktomdezoomfactorteveranderen.
Eenpaginaselecteren
Ukuntdoorgaannaardepaginadieuwiltbekijkendoorhet
paginanummerintevoeren.
Doehetvolgendewanneereenpdf-documentgeopendis:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerGanaarpagina:.
Hetnumerieketoetsenbordwordtweergegeven.
3.Voerhetpaginanummerinvandepaginadieuwiltbekijken.
4.SelecteerOkomdepaginatebekijken.
Document-hyperlinksgebruiken
Opdisplaysmettouchscreenkuntuhyperlinksnaarinterne
documentengebruiken.
Doehetvolgendewanneereenpdf-documentisgeopendop
eenpaginadieeenhyperlinkbevat:
1.Raakdehyperlinkkortaanmetuwvinger.
Uwordtdoorgestuurdnaardepaginawaarnaardehyperlink
verwijst.
Opmerking:Document-hyperlinkskunnennietworden
geactiveerdopeenNieuwec-seriedisplay.
Tekstzoeken
OmdeZoeken-functietegebruikenvoorhetzoekenvantekst
opeendisplaymetalleentouchscreenvolgtudeonderstaande
stappen.
Doehetvolgendewanneereenpdf-documentgeopendis:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerZoeken.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
3.Voerhetwoordinwaaropuwiltzoeken.
4.SelecteerOPSLAAN.
Dedocument-viewergaatinzoek-modusen:
Uziethet‘Bezigmetzoeken...’-pictogramterwijlalle
exemplarenvanhetwoordwordengezocht.
DeZoeken-werkbalkwordtweergegeven.
Deeerstekeerdathetwoordinhetdocumentvoorkomt
wordtgemarkeerd.
5.SelecteerVolgendeomdevolgendekeerdathetwoord
voorkomttemarkeren,of
6.SelecteerVorigeomterugtegaannaardevorigekeerdat
hetwoordinhetdocumentvoorkomt.
7.UkuntopiedermomentAnnulerenselecterenomde
zoeken-werkbalktesluitenenterugtekerennaarnormale
weergave.
Tekstzoeken
OpdisplaysmetHybridT ouchendisplayszondertouchscreen
kuntudezoek-functiegebruikenomteksttezoekenineen
geopendpdf-documentdoordeonderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendewanneereenpdf-documentgeopendis:
1.DrukopdeMenu-knop.
2.SelecteerZoeken.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
3.Voerhetwoordinwaaropuwiltzoeken.
4.SelecteerOPSLAAN.
Dedocument-viewergaatinzoek-modusen:
Uziethet‘Bezigmetzoeken...’-pictogramterwijlalle
exemplarenvanhetwoordwordengezocht.
DeZoeken-werkbalkwordtweergegeven.
Deeerstekeerdathetwoordinhetdocumentvoorkomt
wordtgemarkeerd.
5.BeweegdeJoysticknaarbenedenomdevolgendekeer
dateenwoordvoorkomttemarkeren,of
6.BeweegdeJoysticknaarbovenomdevoorgaandekeer
dateenwoordvoorkomttemarkeren.
7.UkuntopiedermomentopdeTerug-knopdrukkenomde
zoeken-werkbalktesluitenenterugtekerennaarnormale
weergave.
Trefwoordnietgevonden
Dedocument-viewerlaatuwetenalshettrefwoordwaaropu
hebtgezochtnietvoorkomtinhetdocument.
Alshettrefwoordnietisgevonden,danwordtopde
Zoeken-werkbalkeenuitroeptekenweergegevenenerverschijnt
eenpop-upberichtophetscherm.
Document-viewer-toepassing
75
WanneeruOpnieuwzoekenselecteertkeertuterugnaarhet
toetsenbordophetschermzodatuhetmeteenandertrefwoord
kuntproberen.WanneeruAnnulerenselecteertwordtde
Zoeken-werkbalkgeslotenenkeertuterugnaarnormale
weergave.
76
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk7:Stuurautomaatbediening
Inhoudsopgave
7.1Overzichtenfunctiesvandestuurautomaatbedieningoppagina78
7.2Stuurautomaatbedieninginschakelenoppagina78
7.3DialoogvensterBedieningstuurautomaatoppagina79
7.4Stuurautomaabalkoppagina80
7.5Instellingenstuurautomaatoppagina81
7.6Destuurautomaatinschakelen.oppagina81
7.7Dehuidigevastgezettekoersaanpassenoppagina82
7.8Destuurautomaatuitschakelen.oppagina82
7.9Track-modusoppagina83
7.10Instellingenstuurautomaatoppagina83
7.11Inbedrijfstellingoppagina86
7.12Statussymbolenvoorstuurautomaatoppagina89
7.13Alarmmeldingenstuurautomaatoppagina89
Stuurautomaatbediening
77
7.1Overzichtenfunctiesvande
stuurautomaatbediening
Raymarine
®
-stuurautomatenkunnendirectwordenbediend
vanafeencompatibeleLightHouse-ondersteundeMFD,metof
zondereenspecialestuurautomaatbedienunit.
Opmerking:Voorinformatieoverhetaansluitenvaneen
Raymarine
®
-stuurautomaatopeencompatibeleMFD
raadpleegtudedocumentatievanuwstuurautomaat.
MetdeMFDkuntu:
Eenaangeslotenstuurautomaat
bedienen.
3.14Stuurautomaatbediening
inschakelen
Overschakelenvande
stuurautomaatnaarTrack-modus
(naareengespeciceerdelocatie
gaanofeenroutevolgen)of
Automatischemodus(opdehuidige
koersblijven).
7.6Destuurautomaat
inschakelen.
Dehuidigevastgezettekoers
aanpasseninAutomatische
modus.
7.7Dehuidigevastgezettekoers
aanpassen
Destuurautomaatuitschakelen.7.8Destuurautomaat
uitschakelen.
IntegrerenmetdeKaart-toepassing
voornaadlozenavigatie.
14.6Menu-optiesvoornavigeren
Verschillendeprestatiemodi
selecterenwanneeraangeslotenop
eenEvolution-stuurautomaat.
7.5Instellingenstuurautomaat
DeStuurautomaatinstellingen
aanpassenwanneeraangesloten
opeenEvolution-stuurautomaat.
7.10Instellingenstuurautomaat
Alarmmeldingenvande
stuurautomaatbeheren.
7.13Alarmmeldingen
stuurautomaat
Opmerking:Ineensysteemzondereenspeciale
stuurautomaatbedienunitkandedatamaster-MFDniet
wordenuitgeschakeldofinEnergiezuinigemodusworden
gezetterwijldestuurautomaatisingeschakeld.
7.2Stuurautomaatbediening
inschakelen
Destuurautomaatbedieningsfunctie
inschakelenSeaTalk-enSPX
SeaTalk
ng
-stuurautomaten
OmdebedieningvanuwSeaTalk-ofSPXSeaTalk
ng
-
stuurautomaatvanafuwmultifunctioneledisplayinteschakelen
volgtudeonderstaandestappen.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerSysteeminstellingen.
3.SelecteerStuurautomaatbedieningzodatAanis
gemarkeerd.
WanneeruStuurautomaatbedieningselecteertwordtde
bedieningAanenUitgeschakeld.
Opeensysteemmetmeerderedisplayswordtde
stuurautomaatbedieningingeschakeldvooralledisplaystegelijk.
Destuurautomaatbedieningsfunctie
inschakelenEvolution-stuurautomaten
OmdebedieningvanuwEvolution-stuurautomaatvanafuw
multifunctioneledisplayinteschakelenvolgtudeonderstaande
stappen.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster.
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerSysteeminstellingen.
3.SelecteerExterneapparaten.
4.SelecteerInstellingenstuurautomaat.
5.SelecteerStuurautomaatbedieningzodatAanis
gemarkeerd.
WanneeruStuurautomaatbedieningselecteertwordtde
bedieningvandestuurautmaatAanenUitgeschakeld.
78
LightHouseMFDoperationinstructions
7.3DialoogvensterBediening
stuurautomaat
HetdialoogvensterBedieningstuurautomaatkanworden
gebruiktomfunctiesvandestuurautomaattebedienen.
DialoogvensterBedieningstuurautomaat(stand-by)
Hetonderstaandevoorbeeldtoontdeoptiesinhet
dialoogvensterBedieningstuurautomaatwanneerhet
dialoogvensterwordtgeopendvanuithetmenuofmetde
specialestuurautomaat-knop.
WanneerAutowordtgeselecteerd,wordtdestuurautomaat
ingeschakeldendehuidigekoersaangehouden.
DialoogvensterBedieningstuurautomaat(Auto)
Hetonderstaandevoorbeeldtoontdeoptiesinhetdialoogvenster
voordestuurautomaatbedieningwanneerAuto(vergrendelde
koers)isingeschakeld.
D12882-1
1
2
3
4
5 6
8
7
Omschrijving
1
Statusstuurautomaathuidigestuurautomaatmodus.
2Pijlnaarlinksverkleindevastgezettekoershoek.
3
Roerbalkgeeftdepositievanhetroerweer.
4
STAND-BYschakeltdestuurautomaatuitenkeertterugnaar
handmatigebesturingvanhetschip.
5
Huidigevastgezettekoers.
6TrackschakeltdestuurautomaatinTrack-modusenstuurtuw
schipautomatischnaareenbestemmingswaypointoflangseen
routedieisuitgezetopuwkaartplotter.
7
Pijlnaarrechtsvergrootdevastgezettekoershoek.
8
SluitensluithetdialoogvensterBedieningstuurautomaat.
DialoogvensterBedieningstuurautomaat(navigeren
starten)
Hetonderstaandevoorbeeldtoontdeoptiesinhetdialoogvenster
vandeStuurautomaatwanneerGanaarcursor,Ganaar
waypointofVolgrouteisgeselecteerd.
D12206-2
1
2
3
4
5 6
9
8
7
Omschrijving
1
Statusstuurautomaathuidigestuurautomaatmodus.
2Huidigekoers.
3
Nee(stand-by)schakeltdestuurautomaatuitenkeertterug
naarhandmatigebesturingvanhetschip.
4
Roerbalkgeeftdepositievanhetroerweer.
5
Draaihoekdedraaihoekisalleenbeschikbaarvoor
SeaTalk
ng
-stuurautomaten.Ditgeeftderichtingendematevan
dedraaiingaan.
6
Ja(track)schakeltdestuurautomaatinTrack-modusenstuurt
uwschipautomatischnaareenbestemmingswaypointoflangseen
routedieisuitgezetopuwMFD.
7
Afstandnaarvolgendwaypoint(DTW)enpeilingnaarvolgend
waypoint(BTW).
8Naamvolgendwaypoint.
9
SluitensluithetdialoogvensterBedieningstuurautomaat.
DialoogvensterBedieningstuurautomaat(Track)
Hetonderstaandevoorbeeldtoontdeoptiesinhetdialoogvenster
Bedieningstuurautomaatwanneerintrack-modus.
Handmatighetdialoogvenstervande
stuurautomaatbedieningweergeven
Ukunthetdialoogvenstervandestuurautomaatbedieningaltijd
openenvanuithetHome-vensterofdekaarttoepassing.
1.DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
i.SelecteerInstellingen.
ii.SelecteerBesturingenstuurautomaat.
2.Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
i.SelecteerMenu.
ii.SelecteerNavigatie.
iii.SelecteerBesturingenstuurautomaat.
HetdialoogvensterBedieningstuurautomaat
weergeven
HetdialoogvensterBedieningstuurautomaatwordtweergegeven
indevolgendesituaties:
1.WanneerdefysiekeStuurautomaat-knopisingedrukt.
2.WanneerBedieningstuurautomaatisgeselecteerdopde
paginametsnelknoppen.
3.WanneerudeoptieMenu>Navigatie>Ganaar
waypoint,GanaarcursorofVolgrouteselecteertinde
Kaart-toepassing.
4.WanneeruGanaarwaypointofGanaarcursorselecteert
metbehulpvanhetKaart-contextmenu.
5.Wanneerudecursoropeenactieverouteofwaypointin
deKaart-toepassingplaatstenStopGanaar,Stopvolgen
ofDoorgaannaarvolgendewaypointselecteertinhet
contextmenu.
6.Wanneerueenroutevolgtofnaareenwaypoint-of
cursorpositiegaatenMenu>Navigatie>StopGa
naar,StopvolgenofDoorgaannaarvolgendwaypoint
selecteert.
Stuurautomaatbediening
79
7.Wanneeruophetbestemmingswaypointaankomt.
Opmerking:Wanneeruopeenwaypointaankomtwordtde
titelbalkvanhetdialoogvensterroodomaantegevendatop
bentaangekomenophetwaypoint.
7.4Stuurautomaabalk
Destuurautomaatbalkgeeftinformatieoverdestatus
vandestuurautomaat.Voordisplaysmettouchscreen
kuntudestuurautomaatuitschakelenmetbehulpvande
stuurautomaatbalk.
StuurautomaatbalkTrack-modus
StuurautomaatbalkAuto-modus
Destuurautomaatbalkwordtweergegevenwanneerde
stuurautomaatbedieningisingeschakeld,destuurautomaatbalk
isingeschakeldendestuurautomaatisingeschakeld.
Wanneerdestuurautomaatisuitgeschakeld,wordtde
stuurautomaatbalkverborgen.
Opeensysteemmetmeerderedisplayskande
stuurautomaatbalkwordenuitgeschakeldofingeschakeldop
iederdisplay.
Destuurautomaatbalkinschakelen
WanneeraangeslotenopeenSeaT alkofSeaTalk
ng
SPX-stuurautomaat,kandestuurautomaatbalkworden
ingeschakelddoordeonderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendeinhetHome-venster,terwijlde
stuurautomaatregelaarszijningeschakeld:
1.SelecteerAanpassen.
2.SelecteerDisplay-voorkeuren.
3.SelecteerStuurautomaatbedieningsbalkzodat
Weergegevenisgemarkeerd.
WanneeruStuurautomaatbedieningsbalkselecteert,wordt
destuurautomaatbalkheenenweergeschakeldtussen
WeergegevenenVerborgen.
4.Destuurautomaatinschakelen.
Destuurautomaatbalkwordtnuweergegevenaandeonderkant
vanhetschermvanalletoepassingterwijldestuurautomaatis
ingeschakeld.
Opmerking:WanneeraangeslotenopeenEvolution-
stuurautomaat,wordtdestuurautomaatbalkingeschakeld
vanuitdepaginavoorInstellingenstuurautomaat.
80
LightHouseMFDoperationinstructions
7.5Instellingenstuurautomaat
WanneeraangeslotenopeenEvolution-stuurautomaat,isde
paginavoorstuurautomaatinstellingenbeschikbaar.
D12883-1
9 10
4
6
7
5
8
21 3
1Teruggaterugnaarhetvorigemenu.
2
Statusstuurautomaathuidigestuurautomaatmodus.
3
Sluitensluitdepaginametstuurautomaatinstellingenenkeert
terugnaarhetHome-venster.
4
Stuurautomaatbedieningschakeltdestuurautomaatbediening
viahetmultifunctioneledisplayinenuit.
5
Stuurautomaatbalkschakeltdestuurautomaatbalkinenuit.
6
Stuurautomaatinstellingentoontdebeschikbare
stuurautomaatinstellingendiekunnenwordengecongureerdvanaf
hetmultifunctioneledisplay.
Opmerking:HetmenuStuurautomaatinstellingenisalleen
beschikbaarophetdatamastermultifunctioneledisplay.
7
Vrijetijdplaatstdestuurautomaatinvrijetijdsmodus.De
vrijetijdsmodusisgeschiktvoorlangetochtenwaarhetnauwkeurig
aanhoudenvandekoersnietessentieelis.
8Prestatieplaatstdestuurautomaatinprestatiemodus.
Deprestatiemodusgarandeerteengoedekoerszonderde
stuurautomaatteoverbelasten.
9KruisenPlaatstdestuurautomaatinkruismodus.Dekruismodus
zorgtervoordatdekoersnauwkeurigwordtaangehouden.
10
Roerbalkgeeftdepositievanhetroerweer.
Depaginametstuurautomaatinstellingen
openen.
WanneeraangeslotenopeenEvolution-stuurautomaat,kunt
udepaginametstuurautomaatinstellingenopenendoorde
onderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerSysteeminstellingen.
3.SelecteerExterneapparaten.
4.SelecteerInstellingenstuurautomaat.
7.6Destuurautomaatinschakelen.
Letop:Zorgdatueraltijdzichtop
hebt
Metautomatischekoersbesturingishetbesturen
vanuwschipgemakkelijker,maarhetisGEEN
vervangingvangoedzeemanschap.ZorgALTIJD
voorperfectzichtbijhetroer.
Automatischeenkoerssturen
DoehetvolgendewanneerStuurautomaatbedieningis
ingeschakeldopuwMFD:
1.Brenguwschipopdegewenstekoers.
2.VooraandrijvingssystemenmetStuurwielofHelmstok,
volgtudeonderstaandeinstructiesomdemechanische
aandrijvingtekoppelen.
Stuurwielbesturing:koppeldeaandrijvingskoppelingvan
hetstuurwieldoordekoppelingmetdeklokmeetedraaien
(waardoordehendelvolledigvastzitaandecentreernok.
Helmstokbesturing:plaatshetuiteindevandedrijfstang
opdehelmstokpin.Verlengofverkortdedrijfstang
wanneernodigdoorAutomatischteselectereninhet
dialoogvensterStuurautomaatbedieningendepositievan
destangaantepassenmetdePijlnaarlinksendePijl
naarrechts.
AttentionBediendekoppelingshendelaltijdachterhet
stuurwiellangs(nieterdoorheen).
D05341-4
Wheel pilot
Tiller pilot
a
b
3.SelecteerAutomatisch,alsditnognietisgeselecteerd.
Destuurautomaatstuurtnuautomatischdegeselecteerde
vergrendeldekoers.
Stuurautomaatbediening
81
7.7Dehuidigevastgezettekoers
aanpassen
WanneerdestuurautomaatinAutomatischemodusis,
kandehuidigevastgezettekoerswordenaangepastin
hetdialoogvensterBedieningstuurautomaateninde
Stuurautomaatbalk.
DoehetvolgendewanneerdeStuurautomaatbalkofhet
dialoogvensterBedieningstuurautomaatwordtweergegeven:
1.GebruikdePijlnaarlinksomdehuidigevastgezettekoers
teverlagen,of
2.GebruikdePijlnaarrechtsomdehuidigevastgezettekoers
teverhogen.
7.8Destuurautomaatuitschakelen.
Letop:Destuurautomaat
uitschakelen.
Opgeïntegreerdemultifunctioneledisplayszonder
specialestuurautomaatknopkandestuurautomaat
ineennoodsituatiewordenuitgeschakelddoorde
aan/uit-knopintedrukkenenvasttehouden.
Destuurautomaatuitschakelen
(stand-by-modus)
Destuurautomaatkanwordenuitgeschakelddoorde
onderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendewanneerStuurautomaatbedieningis
ingeschakeldopuwMFD:
1.SelecteerStand-by.
2.Vooraandrijvingssystemenmetstuurwielofhelmstokvolgtu
deonderstaandeinstructiesomdemechanischeaandrijving
lostekoppelenenterugtekerennaarhandmatigebesturing
Stuurwielbesturing:koppeldeaandrijvingskoppeling
vanhetstuurwiellosdoordekoppelingtegendeklokin
tedraaien(waardoordehendelvolledigloskomtvande
centreernok.AttentionBediendekoppelingshendelaltijd
achterhetstuurwiellangs(nieterdoorheen).
Helmstokbesturing:verwijderdeaandrijfunitvan
destuurstokpin.Verlengofverkortdedrijfstang
wanneernodigdoorAutomatischteselectereninhet
dialoogvensterStuurautomaatbedieningendepositievan
destangaantepassenmetdePijlnaarlinksendePijl
naarrechts.
Opaandrijvingssystemenmeteenstuurwieldientueraltijdvoor
tezorgendatdekoppelingvolledigisontkoppeldvoordatuhet
schipverlaat.
82
LightHouseMFDoperationinstructions
7.9Track-modus
UkuntdeTrack-modusgebruikenomuwschipautomatischte
besturen.
IndeTrack-modusstuurtdestuurautomaatuwschip
automatischnaareenbestemmingswaypointoflangseenroute
dieisuitgezetopuwmultifunctioneledisplay.Hetvoertalle
noodzakelijkekoersveranderingenuitdienodigzijnomuw
schipopkoerstehoudenencompenseertautomatischvoor
getijdenstromenendrift.
Track-modusisalleenbeschikbaaralsuuwstuurautomaathebt
aangeslotenopeendaarvoorgeschiktmultifunctioneeldisplay
endestuurautomaatbedieningisingeschakeld.
D121 11-2
1 2 2 3
NummerOmschrijving
1
Huidigeganaar/waypoint
2Volgendewaypointsineenroute
3Laatstewaypointinderoute
7.10Instellingenstuurautomaat
DeoptieInstellingenstuurautomaatisbeschikbaaropeen
datamastermultifunctioneeldisplaywanneerhetisgeïntegreerd
ineenEvolution-stuurautomaat.
MetInstellingenstuurautomaatkuntueenEvolution-
stuurautomaatinstelleneninbedrijfstellenmetbehulpvaneen
multifunctioneeldisplay.
Instellingenstuurautomaatbevatdevolgendeopties:
Scheepsinstellingen
Aandrijvingsinstellingen
Zeilbootinstellingen
Inbedrijfstelling
Eersteinstellingeninbedrijfstelling
Scheepsinstellingen
Descheepsinstellingenzijnontwikkeldvooroptimale
stuurprestatiesvoorgebruikelijkeschepen.
Hetisbelangrijkhetscheepsromptypeteselecterenals
onderdeelvandeeersteinstallatie,omdatheteenbelangrijk
elementvormtvanhetkalibratieprocesvandestuurautomaat.
Ukuntdeoptiesookopiedermomentopenendoor:
Stuurautomaatinstellingen>Scheepsinstellingente
selecteren.
Descheepsinstellingenbevattendevolgendeopties:
Scheepsromptype
Aandrijvingstype
Kompascorrectie
Kalibratievergrendeling
Selectievanhetscheepsromptype
Deoptiesvoorhetscheepsromptypezijnontwikkeldvoor
optimalestuurprestatiesvoorgebruikelijkeschepen.
Hetisbelangrijkhetscheepsromptypeteselecteren
alsonderdeelvandeeersteinstallatie,omdatheteen
belangrijkelementvormtvanhetinbedrijfstellingsproces.Alsde
stuurautomaatinstand-by-modusiskuntudeoptiesookopieder
momentopenenvanuitdepaginaStuurautomaatinstellingen
door:Stuurautomaatinstellingen>Scheepsinstellingen>
Scheepsromptypeteselecteren.
Houddaarbijalsalgemenerichtlijnaandeoptieteselecteren
diehetmeestlijktopuwscheepstypeenstuurkarakteristieken.
Deoptieszijn:
Zeilen.
Zeilen(langzaamdraaien).
Zeilencatamaran.
AAN/UIT-knop
Motorboot(langzaamdraaien).
Motorboot(sneldraaien).
Hetisbelangrijkdatuzichervanbewustbentdatdekrachten
bijhetsturen(endaardoordedraaisnelheid)aanzienlijkkan
variërenafhankelijkvandecombinatievanscheepstype,
stuursysteemenaandrijvingstype.Debeschikbareopties
voorhetscheepsromptypevormendaaromslechtseen
richtlijn.Uzouervoorkunnenkiezenteexperimenterenmet
deverschillendeoptiesvoorhetscheepsromptype,omdatude
stuurprestatiesvanuwschipmogelijkkuntverbeterendooreen
anderscheepstypeteselecteren.
Bijhetkiezenvaneengeschiktscheepstypedientdenadrukte
liggenopveiligeenbetrouwbarestuurrespons.
Belangrijk:Alsuhetscheepstypewijzigtnadatude
dokpierwizardhebtuitgevoerd,wordenalleinstellingenvan
deinbedrijfstellinggeresetnaardestandaardinstellingenen
dientudedokpierwizardopnieuwuittevoeren.
Eenscheepsromptypeselecteren
Ukunthetscheepsromptypeopenenvanuitdepagina
Instellingenstuurautomaat.
1.SelecteerInstellingenstuurautomaat.
Stuurautomaatbediening
83
2.SelecteerScheepsinstellingen.
3.SelecteerScheepsromptype.
4.Selecteerdeoptiediehetmeestlijktopuwscheepstype.
Denieuweselectiewordttoegepast.
Eentypeaandrijvingselecteren
Hetaandrijvingstypekanwordengeselecteerdvanuitde
dokpierwizardenookviahetscheepsinstellingenmenu
Instellingenstuurautomaat>Instellingenstuurautomaat>
Scheepstype>Aandrijvingstype.
DoehetvolgendewanneerhetmenuAandrijvingstypewordt
weergegeven:
1.Selecteeruwaandrijvingstypeindelijst.
Opmerking:Debeschikbareaandrijvingstypeszijn
onafhankelijkvanhetACU-type.Wanneeruwaandrijvingniet
indelijststaat,neemdancontactopmetuwRaymarine-dealer
vooradvies.
2.SelecteerOKomuwinstellingenopteslaanendevolgende
instellingenpaginaweertegeven.
Opmerking:Ukuntdedokpierwizardopiedermoment
annulerendoorSTAND-BYteselecteren.
Dekoersuitlijnen
Dekoersvandestuurautomaatkanwordenuitgelijndmet
dekompasvanhetschipmetbehulpvandeinstelling
Kompascorrectie.
Opmerking:Omdezeprocedureuittevoerendientueenvia
hetnetwerkaangeslotenapparaattehebben,bijvoorbeeld
eeninstrument,stuurautomaatbedieningofmultifunctioneel
display,omdehuidigestuurautomaatkoersophetscherm
weertegeven.
Verschillendefactorenkunnenverschillenveroorzakentussen
dekoersendegrondkoers(courseoverground,COG),u
dientdekoerszouittelijnen,dathetovereenkomstmethet
stuurkompasvanhetschip(ofeenbekendetransitpeiling).
150
o
155
o
5
1 2
D12928-1
1.Stuuruwschipineenbekendekoersencontroleerhet
stuurkompas.
2.Controleerdestuurautomaatkoersopuwmultifunctionele
display.
3.SelecteerInstellingenstuurautomaatindepagina
Instellingenstuurautomaat.
4.SelecteerScheepsinstellingen.
5.SelecteerKompascorrectie.
6.PasdeKompascorrectiezoaan,datdestuurautomaatkoers
overeenkomtmetdekoersvanhetstuurkompas.
Bijv.alsdekoersvanhetstuurkompas155°endekoersvan
destuurautomaat150°,betekenteenkompascorrectievan
datdekoersenvanhetstuurkompasendestuurautomaat
zijnuitgelijnd.
Dekompascorrectiewordtzonodigautomatischgewijzigd
wanneerdeprocedureKompasuitlijnenmetGPSwordt
uitgevoerd.
Aandrijvingsinstellingen
Deaandrijvingsinstellingenzijnontwikkeldvooroptimale
prestatiesvandeaandrijving.
Hetisbelangrijkdatudeaandrijvingsinstellingencontroleerten
zonodigaanpastaandehandvanuwaandrijving.
Deaandrijvingsinstellingenbevattendevolgendeinstellingen:
*Roerdemping.
AutoTurn.
Stuurbekrachtiging.
Omkerenroerstandindicator.
Roercorrectie.
Roerlimiet.
Hardover-tijd.
Opmerking:*Deinstellingvoorroerdempingdientniette
wordenaangepastvoordatuadvieshebtingewonnenbijde
technischeondersteuningvanRaymarine.
DeAutoTurn-hoekinstellen
Ukuntdehoekwaarmeehetscheepdraaittijdenshetuitvoeren
vaneenAutoTurnspecicerenmetbehulpvaneenaangesloten
stuurautomaatbediening.
DoehetvolgendeindepaginaInstellingenstuurautomaat:
1.SelecteerInstellingenstuurautomaat.
2.SelecteerAandrijvingsinstellingen.
3.SelecteerAutoTurn.
4.SteldeAutoTurn-instellinginopdegewenstewaarde.
5.SelecteerTerugofOKomdeinstellingtebevestigen.
Stuurbekrachtiging
Alseropuwstuurautomaateenjoystickofeen
p70R-stuurautomaatbedieningisaangesloten,kuntude
gebruiksmodusdaarvanselecteren.Voormeerinformatiekuntu
dedocumentatieraadplegendieismeegeleverdmetuwjoystick
ofuwp70R.
Degebruiksmodizijndevolgende:
Uitjoystickbedieningisuitgeschakeld.
Proportioneeldeproportionelemoduspasthetroertoein
verhoudingmetdejoystickbeweginghoemeerdejoystick
wordtverplaatst,hoemeerroererwordttoegepast.
Bang-BangDebang-bang-moduspastcontinuroertoe
inderichtingvandejoystickbeweging,omdecontrolete
verbeterenverandertdesnelheidvanderoerbewegingmet
dehoekvandejoystick.Voormaximalesnelheidduwtude
joystickhelemaaltotheteinde.Alsudejoystickterugbrengt
naardemiddenpositie,blijfthetroerindehuidigepositie.
Deroerstandfaseomkeren
Opschependiezijnuitgerustmeteenroerstandtransducerkunt
u,wanneerderoerbalkindeverkeerderichtingbeweegt,dit
corrigerendoordefasevanderoerstandomtekeren.
Opmerking:Dezeprocedureisnietnodigvoorschepen
zondereenroerstandtransducer.
DoehetvolgendeindepaginaInstellingenstuurautomaat:
1.SelecteerInstellingenstuurautomaat.
2.SelecteerAandrijvingsinstellingen.
3.SelecteerOmkerenroerstandindicatoe.
WanneeruOmkerenroerstandindicatorselecteert,wordt
heenenweergeschakeldtussenAanenUit.
Deroercorrectieinstellen
Opschependiezijnuitgerustmeteenroerstandtransducerkunt
uwanneernodigeencorrectieinstellenvoormiddenpositievan
hetroer.
Opmerking:Dezeprocedureisnietnodigvoorschepen
zondereenroerstandtransducer.
84
LightHouseMFDoperationinstructions
Opmerking:Omdezeprocedureuittevoerenishet
wenselijkdatubeschiktovereenviahetnetwerkaangesloten
apparaatzoalseeninstrument,stuurautomaatbedieningof
multifunctioneeldisplaywaaropdehuidigeroerstandophet
schermkanwordenweergegeventijdenshetuitvoerenvan
deaanpassing.
1.Gebruikhetstuurwielomhetroertecentreren.
2.SelecteerInstellingenstuurautomaatindepagina
Instellingenstuurautomaat.
3.SelecteerAandrijvingsinstellingen.
4.SelecteerRoercorrectie.
5.Pasdewaardenvoorderoercorrectieaantotdatderoerbalk
aangeeftdathetroerindemiddenpositiestaat.
Deroeraanpassingisbeperkttot±9°,alsdebenodigde
aanpassingvoorhetcentrerenvanderoerbalkpositiebuiten
dezegrenswaardenvalt,danmoetdeuitlijningvande
roerstandsensorfysiekwordenaangepast.
Deroerlimieteninstellen
Opschependiezijnuitgerustmeteenroerstandtransducer,
moetenderoerlimietenwordeningesteld.Deroerlimietwordt
gebruiktomderoerregelingintestellen.Deroerlimietenmoeten
netbinnendemechanischeeindaanslagenwordeningesteldom
overbelastingvanhetstuursysteemtevoorkomen.
Opmerking:Dezeprocedureisnietnodigvoorschepen
zondereenroerstandtransducer.
Opmerking:Omdezeprocedureuittevoerenishet
wenselijkdatubeschiktovereenviahetnetwerkaangesloten
apparaatzoalseeninstrument,stuurautomaatbedieningof
multifunctioneeldisplaywaaropdehuidigeroerstandophet
schermkanwordenweergegeventijdenshetuitvoerenvan
deaanpassing.
Delimietenmoetenongeveerlagerwordeningestelddan
demaximaleroerhoek.
1.Draaihetstuurwielhelemaalnaarbakboordennoteerde
hoekopderoerbalk.
2.Draaihetstuurwielhelemaalnaarstuurboordennoteerde
hoekopderoerbalk.
3.SelecteerInstellingenstuurautomaatindepagina
Instellingenstuurautomaat.
4.SelecteerAandrijvingsinstellingen.
5.SelecteerRoerlimiet.
6.Stelderoerlimietzoin,dathijlagerisdandekleinste
hoekdieuhebtgenoteerdindestappen1en2hierboven.
7.SelecteerTerugofOKomdeinstellingentebevestigen.
Deboord-boordtijdinstellen
Nadatdeboord-boordtijdisvastgesteld,kandezeworden
ingestelddoordevolgendestappentevolgen.
DoehetvolgendeindepaginaInstellingenstuurautomaat:
1.SelecteerInstellingenstuurautomaat.
2.SelecteerAandrijvingsinstellingen.
3.SelecteerHardover-tijd.
4.Voeruwboord-boordtijdinsecondenin.
Zeilbootinstellingen
Wanneerhetscheepstypeisingesteldopzeilboot,danishet
menuZeilbootinstellingenbeschikbaar.
DeZeilbootinstellingenbestaanuitdevolgendeopties:
Windtrimrespons-dewindtrimresponsbepaalthoesnelde
stuurautomaatreageertopveranderingenindewindrichting.
Eenhogereinstellingvoordewindtrimresponsresulteertin
eensysteemdatgevoeligerreageertopwindveranderingen.
Gijponderdrukker-wanneerdegijponderdrukkeris
ingeschakeld,voorkomtdestuurautomaatdathetschipvande
windafdraait,omonbedoeldgijpentevoorkomen.Wanneer
degijponderdrukkerisuitgeschakeldkuntueenAutoT ack
uitvoeren,naarofvandewindaf.Degijponderdrukkerheeft
geeninvloedopAutoTurn.
WindtrimdezeoptiebepaaltofhetschipnaardeSchijnbare
ofdeWarewindwindstuurtindeWindvaan-modus.
KompasuitlijnenmetGPS
UkunthetstuurautomaatkompasuitlijnenmetuwCOG-koers.
Hetkompasdienttewordenuitgelijndwanneerudwarsopde
getijdenstroomvaartofbijgetijdenkentering.
DoehetvolgendeindepaginaInstellingenstuurautomaat:
1.SelecteerInstellingenstuurautomaat.
2.SelecteerInbedrijfstelling.
3.SelecteerKompasuitlijnenmetGPS.
4.StuuruwschipopeencontinuekoersenselecteerStart.
5.Zorgvoorvoldoendesnelheid,alsutelangzaamvaartwordt
hetbericht‘Gasneller’weergegeven.
6.Alsdeuitlijningmetsuccesisuitgevoerd,selecteertuOK
omdeproceduretevoltooien.
Wanneernodigcorrigeertdezeprocedureautomatischde
kompascorrectiewaardedieukuntopenenvanuithetmenu
Scheepsinstellingen.
Opmerking:Alsdeuitlijningnietslaagtbetekentditdatde
afwijkingtussenuwCOG-koersendestuurautomaatsensor
meerdan10°is,indatgevalmoetdepositievande
stuurautomaatsensorwordengecontroleerd.
Stuurautomaatbediening
85
7.11Inbedrijfstelling
UkunteenEvolution-stuurautomaatinbedrijfstellenmetbehulp
vanhetstuurautomaatinstellingenmenuopuwmultifunctionele
display.Alleinstellingeneninbedrijfstellingsproceduresdienen
tewordenuitgevoerdvoordatudestuurautomaatgebruikt.
Hetinbedrijfstellenvanhetstuurautomaatsysteembestaatuit
devolgendeprocedures:
Selectievanhetscheepsromptype
Selectieaandrijvingstype.
Roercontrole
Motorcontrole
Voorwaardenvoorinbedrijfstelling
Voordatuuwsysteemvoordeeerstekeerinbedrijfstelt
moetucontrolerenofdeonderstaandeprocessencorrectzijn
uitgevoerd:
Deinstallatievandestuurautomaatisafgerond
overeenkomstigdeinstallatiehandleiding.
HetSeaT alk
ng
-netwerkisgeïnstalleerdovereenkomstigde
SeaTalk
ng
-gebruikershandleiding.
EeneventueleGPS-installatieenverbindingenzijnaangelegd
overeenkomstigdeGPS-installatiehandleiding.
Gaooknaofdetechnicusdiehetsysteeminbedrijfsteltbekend
ismetdeinstallatieendecomponentenvandestuurautomaat,
waaronder:
Scheepstype.
Systeeminformatiescheepsbesturing.
Hetdoelvandestuurautomaat.
Systeemontwerp:componentenenverbindingen(uzouover
eenstroomschemamoetenbeschikkenvandestuurautomaat
vanhetschip).
Selectievanhetscheepsromptype
Deoptiesvoorhetscheepsromptypezijnontwikkeldvoor
optimalestuurprestatiesvoorgebruikelijkeschepen.
Hetisbelangrijkhetscheepsromptypeteselecteren
alsonderdeelvandeeersteinstallatie,omdatheteen
belangrijkelementvormtvanhetinbedrijfstellingsproces.Alsde
stuurautomaatinstand-by-modusiskuntudeoptiesookopieder
momentopenenvanuitdepaginaStuurautomaatinstellingen
door:Stuurautomaatinstellingen>Scheepsinstellingen>
Scheepsromptypeteselecteren.
Houddaarbijalsalgemenerichtlijnaandeoptieteselecteren
diehetmeestlijktopuwscheepstypeenstuurkarakteristieken.
Deoptieszijn:
Zeilen.
Zeilen(langzaamdraaien).
Zeilencatamaran.
AAN/UIT-knop
Motorboot(langzaamdraaien).
Motorboot(sneldraaien).
Hetisbelangrijkdatuzichervanbewustbentdatdekrachten
bijhetsturen(endaardoordedraaisnelheid)aanzienlijkkan
variërenafhankelijkvandecombinatievanscheepstype,
stuursysteemenaandrijvingstype.Debeschikbareopties
voorhetscheepsromptypevormendaaromslechtseen
richtlijn.Uzouervoorkunnenkiezenteexperimenterenmet
deverschillendeoptiesvoorhetscheepsromptype,omdatude
stuurprestatiesvanuwschipmogelijkkuntverbeterendooreen
anderscheepstypeteselecteren.
Bijhetkiezenvaneengeschiktscheepstypedientdenadrukte
liggenopveiligeenbetrouwbarestuurrespons.
Belangrijk:Alsuhetscheepstypewijzigtnadatude
dokpierwizardhebtuitgevoerd,wordenalleinstellingenvan
deinbedrijfstellinggeresetnaardestandaardinstellingenen
dientudedokpierwizardopnieuwuittevoeren.
Eenscheepsromptypeselecteren
Ukunthetscheepsromptypeopenenvanuitdepagina
Instellingenstuurautomaat.
1.SelecteerInstellingenstuurautomaat.
2.SelecteerScheepsinstellingen.
3.SelecteerScheepsromptype.
4.Selecteerdeoptiediehetmeestlijktopuwscheepstype.
Denieuweselectiewordttoegepast.
Dedokpierwizarduitvoeren
Dedokpierwizarddienttewordenuitgevoerdvoordathet
Evolution-stuurautomaatsysteemvoordeeerstekeerkan
wordengebruikt.Dedokpierwizardbegeleidtudoordestappen
diemoetenwordenuitgevoerdvoorinbedrijfstelling.
DeDokpierwizardbevatverschillendestappen,afhankelijk
vandevraagoferopuwschipeenroerstandterugmelderis
gemonteerdofniet:
DevolgendeDokpierwizardproce-
dureszijnalleenvantoepassingop
schepenzondereenroerstandte-
rugmelder:
Selectieaandrijvingstype.
Instellenroerlimiet.
Instellenvandeboord-boordtijd
(Raymarineadviseertdeze
informatietespeciceren
nadatdeDokpierwizardende
roeraandrijvingscontrolezijn
uitgevoerd,metbehulpvande
menu-optieBoord-boordtijd).
Controleroeraandrijving.
DevolgendeDokpierwizardproce-
dureszijnalleenvantoepassingop
schepenmeteenroerstandterug-
melder:
Selectieaandrijvingstype.
Roeruitlijnen(roeruitlijning).
Instellenroerlimiet.
Controleroeraandrijving.
Omdewizardteopenen,dientuerzekervantezijndat
destuurautomaatinstand-by-modusis.Daarnadoetuhet
volgendevanuitdepaginametstuurautomaatinstellingen:
1.SelecteerInstellingenstuurautomaat.
2.SelecteerInbedrijfstelling.
3.SelecteerDokpierwizard.
Eentypeaandrijvingselecteren
Hetaandrijvingstypekanwordengeselecteerdvanuitde
dokpierwizardenookviahetscheepsinstellingenmenu
Instellingenstuurautomaat>Instellingenstuurautomaat>
Scheepstype>Aandrijvingstype.
DoehetvolgendewanneerhetmenuAandrijvingstypewordt
weergegeven:
1.Selecteeruwaandrijvingstypeindelijst.
Opmerking:Debeschikbareaandrijvingstypeszijn
onafhankelijkvanhetACU-type.Wanneeruwaandrijvingniet
indelijststaat,neemdancontactopmetuwRaymarine-dealer
vooradvies.
2.SelecteerOKomuwinstellingenopteslaanendevolgende
instellingenpaginaweertegeven.
Opmerking:Ukuntdedokpierwizardopiedermoment
annulerendoorSTAND-BYteselecteren.
Deroeruitlijningcontroleren
Dezeproceduresteltderoerlimietenvoorbakboorden
stuurboordvastvoorsystemendiegebruikmakenvaneen
roerstandtransducer.
Deroercontrolemaaktdeeluitvanhetdokpierwizard.
86
LightHouseMFDoperationinstructions
Devolgendeprocedureisalleen
vantoepassingopschepenmeteen
roerstandtransducer.
1.CentreerhetroerenselecteerOK.
2.Wanneerdaaromwordtgevraagd,draaituhetroervolledig
naarbakboordenselecteertuOK.
3.Wanneerdaaromwordtgevraagd,draaituhetroervolledig
naarstuurboordenselecteertuOK.
4.Wanneerudaaromwordtgevraagd,centreertuhetroer
opnieuwenselecteertuOK.
Opmerking:Ukuntdedokpierwizardopiedermoment
annulerendoorSTAND-BYteselecteren.
Instellenroerlimiet
Alsonderdeelvandedokpierwizardstelthetsysteemde
roerlimietenin.
Voorschepenmeteenroerstandtransducerdeze
proceduresteltderoerlimietvast.Deroerlimietworden
weergegevenmeteenberichtwaarmeewordtbevestigddat
deroerlimietisbijgwerkt.Dezewaardekanwanneernodig
wordenaangepast.
Voorschepenzonderroerstandtransducererwordteen
standaardwaardevan30gradenweergegeven,dezekan
zonodigwordenaangepast.
Hardover-tijd
Deinstellingvoordehardover-tijdkanwordengespeciceerdin
dedokpierwizard.
Devolgendeinformatieisalleenvan
toepassingopschepenzondereen
roerstandtransducer.
Alsudehardover-tijdalweetvanhetstuursysteemvanuw
schip:voerdezetijdintijdensdedokpierwizardprocedure.
Alsudehardover-tijdNIETweetvanhetstuursysteem
vanuwschip:sladezestapovertijdensde
dokpierwizarddoorOPSLAANteselecterenen
voltooidedokpierwizardprocedure.Nadatdewizardis
voltooid,berekentudehardover-tijdenpastudezeaan.
Deroeraandrijvingcontroleren
Alsonderdeelvandedokpierwizardcontroleerthetsysteem
deaandrijfverbinding.Wanneerdecontrolemetsuccesis
uitgevoerdverschijntereenberichtwaarmeeuwordtgevraagd
ofhetveiligiswanneerhetsysteemhetroeroverneemt.
Tijdensdezeprocedurebeweegtdestuurautomaathetroer.
ZorgervoordathetveiligisomdoortegaanvoordatuOK
selecteert.
Doehetvolgendeindedokpierwizard,terwijldepagina
Motorcontrolewordtweergegeven:
1.Centreerhetroerenlaathetlos.
2.Ontkoppelalleroeraandrijvingskoppelingen.
3.SelecteerDOORGAAN.
4.ControleerofhetveiligisomdoortegaanvoordatuOK
selecteert.
Opschepenmeteenroerstandterugmelderverplaatstde
stuurautomaathetroernuautomatischnaarbakboorden
daarnanaarstuurboord.
5.Opschepenzondereenroerstandterugmelderwordtu
gevraagddebewegingvanhetroernaarbakboordte
bevestigendoorJAofNEEteselecteren.
6.SelecteerOKalshetveiligishetroernaardeandererichting
teverplaatsen.
7.Uwordtgevraagddeverplaatsingvanhetroernaar
stuurboordtebevestigendoorJAofNEEteselecteren.
8.Dedokpierwizardisnuafgerond,selecteerDOORGAAN.
Opmerking:Alsubevestigdhebtmet"NEE"voorde
roerbewegingvoorzowelbakboordalsstuurboord,wordtde
wizardafgesloten.Hetkanzijndathetstuursysteemhetroer
nietheeftbewogenenudientmisschienhetstuursysteemte
controlerenvoordatudedokpierwizardprocedureopnieuw
kuntuitvoeren.
Opmerking:Wanneerhetroerindetegengestelderichting
beweegtdanuzouverwachtenkanhetnodigzijndefase
vanderoerstandunitomtekeren.Ditkuntudoendoorhet
volgendemenu-itemteopenen:Instellenstuurautomaat>
Instellingenstuurautomaat>Aandrijvingsinstellingen>
Omkerenroerstandindiactor.
Ukuntdedokpierwizardopiedermomentannulerendoorop
STAND-BYtedrukken.
Waarschuwing:Roercontrole
Wanneerergeenroerstandindicatorisgeïnstalleerd
MOETumaatregelennemenomtevoorkomendat
hetstuurmechanismedeeindaanslagenraakt.
Deboord-boordtijdaanpassen
Opschepenzondereenroerstandterugmelderishetbelangrijk
deboord-boordtijdcorrectintestellen,omdecorrectewerking
vandestuurautomaattegaranderen.Deboord-boordtijdisde
tijddiehetstuursysteemvanhetschipnodigheeftomhetroer
vanvolledigbakboordnaarvolledigstuurboordteverplaatsen.
Voordatudevolgendeprocedureprobeertuittevoeren,dientu
ervoortezorgendatudewaarschuwingvoorroercontroleindit
documenthebtbegrepeneninachthebtgenomen.
Devolgendeinformatieisalleenvan
toepassingopschepenzondereen
roerstandterugmelder.
1.Wanneerdestuurautomaatin'Stand-by'-modusis,draaitu
hetroervolledignaarbakboord.
2.Zetdestuurautomaatin‘Auto’-modus.
3.Startdetimeropeenstopwatchen
4.draai180gradentenopzichtevanuwhuidigekoers.
5.Zodrahetroerderoerlimiet,dieisgespeciceerdals
onderdeelvandedokpierwizard,heeftbereikt,stoptude
timer.
6.Verdubbeldegemetentijdomuwboord-boordtijdte
berekenen.
7.OpennuhetmenuHardover-tijdomdezeboord-boordtijd
tespeciceren.
Deboord-boordtijdinstellen
Nadatdeboord-boordtijdisvastgesteld,kandezeworden
ingestelddoordevolgendestappentevolgen.
DoehetvolgendeindepaginaInstellingenstuurautomaat:
1.SelecteerInstellingenstuurautomaat.
2.SelecteerAandrijvingsinstellingen.
3.SelecteerHardover-tijd.
4.Voeruwboord-boordtijdinsecondenin.
Kompaslinearisatie
BijEvolution-stuurautomatenmoethetkompasvandeEV-unit,
wanneerdezevoorheteerstisgeïnstalleerdeningeschakeld,
compenserenvoorplaatselijkemagnetischevariatiesen
hetmagnetischeveldvandeaarde.Ditwordtbereiktdoor
eengeautomatiseerdprocesdatbekendstaatonderde
Stuurautomaatbediening
87
naamlinearisatie,wateenbelangrijkonderdeelvormtvan
hetinstallatie-,inbedrijfstelling-eninstellingsprocesvande
stuurautomaat.
Linearisatie
BijEvolution-systemenwordthetlinearisatieprocesautomatisch
alsachtergrondtaakuitgevoerddoordeEV-unitnadatde
snelheidvanhetschiptussen3en15knopenis.Erisgeen
actiedoordegebruikervereistmaarerdientweleenbocht
tewordengevarenvantenminste270graden.Ditproces
vindtplaatstijdensuweerstereismetdestuurautomaaten
neemtnormaalgesprokennietmeerdan30minuteninbeslag,
maarditkanvariërenafhankelijkvandekenmerkenvanhet
schip,deinstallatie-omgevingvandeEV-unitendematevan
magnetischeinterferentieophetmomentdathetproceswordt
uitgevoerd.Bronnenmetaanzienlijkemagnetischeinterferentie
kunnenervoorzorgendatdetijddienodigisvoorhetvoltooien
vanhetlinearisatieproceslangerwordt.Voorbeeldenvan
dergelijkebronnenzijnonderandere:
Maritiemepontons.
Schepenmetstalenromp.
Onderzeesekabels.
Opmerking:Ukunthetlinearisatieprocesversnellendoor
eenbochtvan360gradentevaren(bijeensnelheidvan
315knopen).Ukunthetlinearisatieprocesookopieder
momentherstartendoorhetmenu-itemKompasherstarten
teselecteren.
Dekompasdeviatie-indicatorgebruiken
Hetgebruikvandekompasdeviatie-indicatoropde
stuurautomaatbedieningkanvanpaskomentijdensditproces,
metnamewanneerdeEV-unitisgeïnstalleerdopeenplaats
ophetschipwaardematevanmagnetischeinterferentiezo
hoogis,datdeEV-unithetnietgoedkancompenseren.Alsdit
hetgevalis,geeftdedeviatieweergaveeenwaardeaanvan25
gradenofmeer.InditgevaladviseertRaymarinetenzeerstede
EV-unitteverplaatsenenopnieuwteinstallerenopeenplaats
waarmindersprakeisvanmagnetischeinterferentie.Als“-
-”wordtweergegevenalsdeviatiewaarde,betekentditdatde
linearisatienognietmetsuccesisvoltooid.
Controleerdekompaskoersgegevens
Alsonderdeelvanhetinbedrijfstellingsprocesvande
stuurautomaatadviseertRaymarineudekompaskoerswaarde
opuwstuurautomaatbedieningofmultifunctioneeldisplay
tecontrolerenentevergelijkenmeteenbekendegoede
gegevensbronvoorkoersinformatiebijverschillendekoersen.
Dithelptutebepalenwanneerhetlinearisatieprocesvande
EV-unitisvoltooid.
Opmerking:Nadathetlinearisatieprocesisvoltooid,ishet
mogelijkdatdekoerswaardeeenkleineafwijkingheeftvan2
tot3graden.Ditisnormaalwanneerderuimtevoorinstallatie
beperktisendeEV-unitnietgeheellangsdelengte-as
vanhetschipkanwordenuitgelijnd.Inditgevalkuntude
kompascorrectiewaardehandmatigaanpassenmetbehulp
vandestuurautomaatbedieningofmultifunctioneeldisplayen
dekoersjnafstellenopdejuistewaarde.
Opmerking:UkuntNIETvertrouwenopdenauwkeurigheid
vandekoers,totdatuzekerbentdatdelinearisatieende
uitlijningvanhetkompaszijnuitgevoerd.
Controlerenenaanpassenvanhetsysteem
Omoptimaleprestatiesnaheteerstelinearisatieproceste
garanderen,blijftdeEVdekompaslinearisatiecontrolerenen
aanpassenaandegeldendeomstandigheden.
Alsdeomstandighedenvoorlinearisatienietideaalzijn,wordt
hetautomatischelinearisatieprocestijdelijkonderbroken,
totdatdeomstandighedenzichweerverbeteren.Devolgende
omstandighedenkunnenertoeleidendathetlinearisatieproces
tijdelijkwordtonderbroken:
Desnelheidvanhetschipisminderdan3knopen.
Desnelheidvanhetschipismeerdan15knopen.
Dedraaisnelheidistelaag.
Erissprakevansignicanteexternemagnetischeinterferentie.
Kompasvergrendeling
Wanneerutevredenbentmetdenauwkeurigheidvanhet
kompas,kuntudeinstellingvergrendelenomtevoorkomendat
hetstuurautomaatsysteemintetoekomstverdereautomatische
linearisatiesuitvoert.
Dezefunctieisinhetbijzondernuttigvoorschepenin
omgevingenwaarzeregelmatigwordenblootgesteldaan
sterkemagnetischestoringen(zoalsbijvoorbeeldoffshore
windmolenparkenofzeerdrukkerivieren).Indergelijkesituaties
kanhetwenselijkzijndekompasvergrendelingtegebruikenom
hetcontinuelinearisatieprocesvanhetkompastevergrendelen,
omdatdemagnetischeinterferentienaverloopvantijdtot
koersfoutenkanleiden.
Opmerking:Dekompasvergrendelingkanopiedermoment
wordenopgeheven,omhetcontinuelinearisatieprocesvan
hetkompasteherstarten.Ditismetnamehandigbijhet
plannenvaneenlangereis.Hetmagnetischeveldvande
aardekanopverschillendegeograscheplaatsenaanzienlijk
afwijkenenhetkompaskancontinucompenserenvoordeze
afwijkingen,watervoorzorgtdatdekoersgegevenstijdensde
helereisnauwkeurigblijven.
88
LightHouseMFDoperationinstructions
7.12Statussymbolenvoor
stuurautomaat
Destatusvandestuurautomaatwordtaangegeveninde
databalk.
SymboolOmschrijving
StuurautomaatstaatinStandby-modus.
StuurautomaatstaatinTrack-modus.
StuurautomaatstaatinAuto-modus.
Geenstuurautomaatgedetecteerd.
Alarmstuurautomaatactief.
Ontwijkingsmodusactief.
Vismodusactief.
Kalibratiestuurautomaat.
Stuurbekrachtigingactief.
Windvaanmodusactief.
7.13Alarmmeldingenstuurautomaat
Destuurautomaatfunctiebeschiktoveralarmmeldingendieu
waarschuwenvoorsituatieswaarinactieisvereist.
Uwmultifunctioneledisplaygeeftalarmmeldingenvande
stuurautomaat,daarbijmaakthetnietuitoferactievenavigatieis
ophetsysteem.Alsdestuurautomaatbedieningisingeschakeld
endestuurautomaatgenereerteenalarm,dangenereerthet
multifunctioneledisplayeenwaarschuwingssignaal(alleen
wanneerhetalarmnognietisuitgeschakeld).Hetdialoogvenster
Stuurautomaatbedieningwordtweergegeven,metdaarineen
nieuwalarm.Bovendienwordthetstatuspictogramvande
stuurautomaatroodweergegeven,enblijftroodtotdathetalarm
isopgeheven.
Alarmmeldingenvandestuurautomaat
uitzetten
1.SelecteerBeëindigen.
Hetalarmwordtuitgezet,destuurautomaatblijftin
automatischemodusengaatverdermetdehuidige
vastgezetteheading.
2.SelecteerAutomatisch.
Hetalarmwordtuitgezet,destuurautomaatblijftin
automatischemodusengaatverdermetdehuidige
vastgezetteheading.
3.SelecteerTrack.
Hetalarmwordtuitgezetendestuurautomaat'volgt'detrack
naarhetvolgendewaypoint.
Alarmmeldingenvandestuurautomaat
uitzettenendestuurautomaatuitschakelen
1.SelecteerSTAND-BY.
Hetalarmwordtuitgezet,destuurautomaatwordtuitgeschakeld
engaatovernaarstand-by-modus.
Stuurautomaatbediening
89
90
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk8:Alarmbeheer
Inhoudsopgave
8.1Overzichtalarmmeldingenoppagina92
8.2OverzichtAlarmmanageroppagina92
8.3Alarmoptiesoppagina95
Alarmbeheer91
8.1Overzichtalarmmeldingen
Alarmmeldingenwaarschuwenuvooreensituatieofgevaardie
uwaandachtvereist,zoalsondiepwaterofeenverandering
indewatertemperatuur.
Alarmmeldingenwordengeactiveerddoorsysteemfunctiesen
externeapparatendiezijnaangeslotenopuwmultifunctionele
display(MFD).
Erwordenhoorbareenzichtbarewaarschuwingenweergegeven
opalleviahetnetwerkaangeslotenMFD'swanneereenalarm
wordtgeactiveerd.Hetalarmberichtgeeftinformatieoverde
redenvoorhetalarm.
Alarmberichtenhebbeneenkleurcoderingwaarmeedeernst
wordtaangegeven:
Rodewaarschuwingenerisdirecteactievereistdoor
mogelijkofdirectlevensgevaarofgevaarvoorhetschip.
Rodewaarschuwingenblijvenhoorbaartotdatzeworden
bevestigdoftotdatdeomstandighedendiehetalarmhebben
geactiveerdnietlangeraanwezigzijn.Rodewaarschuwingen
wordenbegeleiddooreenurgenthoorbaargeluidssignaal.
Oranjewaarschuwingengebruiktomeengebruikerte
waarschuwenvooreenveranderingindesituatiewaardeze
vanopdehoogtemoetzijn.Oranjewaarschuwingenworden
begeleiddooreennormaalgeluidssignaal.
Blauwewaarschuwingengebruiktomdegebruiker
overietsteinformeren.Blauwewaarschuwingenworden
ookgebruiktvoorgebruikersbevestigingenendisclaimers.
Blauwewaarschuwingenwordennietbegeleiddooreen
geluidssignaal.
Eenactiefalarmbevestigen
Alsereenalarmgebeurtenisoptreedtkandezewordenbevestigd
doorOKteselecteren,hierdoorwordenhetalarmberichtenhet
geluidssignaaluitgeschakeld.
Tijdenseenactievealarmgebeurtenis(d.w.z.erwordteen
alarmberichtweergegeven):
1.SelecteerOK.
Hetalarmberichtenhetgeluidssignaalwordenuitgeschakeld.
TipAlshetalarmberichteenBewerken-knopbevat,dan
kuntudeinstellingenvanhetalarmdirectopenenvanuit
hetalarmbericht.
Demeestealarmmeldingenblijvenactieftotdatde
omstandighedendiehetalarmhebbengeactiveerdniet
langeraanwezigzijn,hetOndieptealarmwordtbijvoorbeeld
automatischuitgeschakeldwanneerdediepteweerdieper
wordt.Alseenalarmactiefis,wordthetmetbepaalde
tussenpozengeactiveerd.
8.2OverzichtAlarmmanager
DeAlarmmanagerwordtgebruiktomhetgedragvan
alarmmeldingentecongurerenenomalarmmeldingente
beheren.
DeAlarmmanagerkanwordengebruiktvoor:
Hetin-enuitschakelenvanalarmmeldingen
Hetaanpassenvanalarmdrempels
Hetbekijkenvandealarmhistorie
Hetbekijkenvandelijstmetopdatmomentactieve
alarmmeldingen
OphetInstellingen-tabbladwordenalarmmeldingen
weergegevenindevolgendecategorieën:
Veiligheidsalarmmeldingen
Algemenealarmmeldingen
*Alarmmeldingenvanhetschakelpaneel
**Motoralarmmeldingen
Opmerking:
*DecategorieAlarmmeldingenvanhetschakelpaneel
wordtalleenweergegevenwanneerereencorrect
gecongureerddigitaalschakelsysteemvanRaymarineop
uwschipisgeïnstalleerd.
**Motoralarmmeldingenwordenalleengeactiveerd
wanneerdebetreffendemotorgegevensbeschikbaar
zijnophetnetwerkendejuisteNMEA-berichtenworden
doorgegeven.
Alarminstellingen
OphetInstellingen-tabbladkuntualarmmeldingenin-en
uitschakelenenalarmdrempelsinstellen.
Alarmmeldingenmetzwartetekstzijnopditmoment
ingeschakeld,alarmmeldingenmetgrijzetekstzijnopdit
momentuitgeschakeld.Detekstvanhetopdatmoment
gemarkeerdealarmiseveneenszwart.
Alarmhistorie
92
LightHouseMFDoperationinstructions
HetAlarmhistorie-tabbladgeeftinformatieoveralarmmeldingen
endedatumentijdwaaropzezijngeactiveerd/bevestigd.De
Alarmhistoriekantot1.000alarmgebeurtenissenweergegeven
engeeftzeoptijdgesorteerdweer.
WanneerdeAlarmhistoriehetmaximumvan1.000
gebeurtenissenheeftbereikt,wordendeoudstegebeurtenissen
indelijstautomatischgewistwanneerereennieuwe
alarmgebeurtenisoptreedt.
Alarmgebeurtenissenwordenalleenuitdelijstverwijderd
wanneer
Alarmhistoriewissenisgeselecteerd.
EreenResetsysteeminstellingenengegevenswordt
uitgevoerd.
Zeautomatischwordengewistdoordathetmaximumvan
1.000gebeurtenissenisbereikt.
ActieveAlarmmeldingen
HetActieveAlarmmeldingen-tabbladgeefteenoverzichtvan
deopdatmomentactievealarmmeldingen.Alarmmeldingen
wordenuitdelijstverwijderdwanneer:
deomstandighedendiehetalarmhebbengeactiveerdniet
langeraanwezigzijn.
hetalarmisuitgeschakeld.
DeAlarmmanageropenen
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerAlarmmeldingen.
DeAlarmmanagerwordtweergegeven.
Eenalarminschakelen/uitschakelen
Ukuntalarmmeldingenin-enuitschakelenmetbehulpvande
Alarmmanager.
DoehetvolgendeindeAlarmmanager:Home-venster>
Instellingen>Alarmmeldingen:
1.SelecteerhettabbladInstellingen.
2.Selecteerdealarmcategorievanhetalarmdatuwiltin-of
uitschakelen.
AlarmmeldingenzijnindeAlarmmanageringedeeldinde
volgendecategorieën:
Veiligheidsalarmmeldingen
Algemenealarmmeldingen
*Alarmmeldingenvanhetschakelpaneel
Motoralarmmeldingen
Opmerking:*DecategorieAlarmmeldingenvanhet
schakelpaneelwordtalleenweergegevenwanneerer
eencorrectgecongureerddigitaalschakelsysteemvan
Raymarineopuwschipisgeïnstalleerd.
3.Selecteerhetbetreffendealarm.
Alarmmeldingenmetzwartetekstzijnopditmoment
ingeschakeld,alarmmeldingenmetgrijzetekstzijnopdit
momentuitgeschakeld.
Hetalarmwordtuitgevouwenomdealarminstellingenweer
tegeven.
AlshetkeuzevakjeInschakelenisaangevinkt,danishet
alarmingeschakeld.
4.Omhetalarmuitteschakelenselecteertuhetkeuzevakje
Inschakelenzodathetvinkjeverdwijnt.
5.Omhetalarminteschakelenselecteertuhetkeuzevakje
Inschakelenzodateenvinkjewordtweergegeven.
Alarmdrempelswijzigen
Alarmdrempelszijndekenmerkendiehorenbijiederalarmen
waarmeewordtbepaaldwanneerdealarmgebeurteniswordt
geactiveerd.
DoehetvolgendewanneerdeAlarmmanagerwordt
weergegeven:
1.SelecteerhettabbladInstellingen.
2.Selecteerdealarmcategorievoorhetalarmwaarvanude
drempelwaardenwiltwijzigen.
3.Selecteerhetbetreffendealarm.
Hetalarmwordtuitgevouwenomdealarminstellingenweer
tegeven.
4.Selecteerdebetreffendedrempel.
Denumeriekeregelaarwordtweergegeven.
5.Wanneerdenumeriekeregelaarwordtweergegeven,
selecteertudepijlenomhoogenomlaagophetschermom
dealarmdrempelwaardetewijzigen,of
6.Gebruikhetnumerieketoetsenbord:
i.Selecteerdewaardeofhettoetsenbordpictogram.
Hetnumerieketoetsenbordwordtweergegeven.
Alarmbeheer93
ii.Gebruikhettoetsenbordophetschermomdegewenste
waardevoordealarmdrempelintevoeren.
iii.SelecteerOKomdenieuwewaardevoorde
alarmdrempelopteslaan.
iv.Ukuntookdeeenhedenvoordealarmdrempeldieuaan
hetwijzigenbentaanpassendoordebetreffendeeenheid
teselecterenophetnumerieketoetsenbord.
Dealarmhistoriewissen
Ukuntdehistorievanalarmmeldingenbekijkeninde
Alarmmanager.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerAlarmmeldingen.
DeAlarmmanagerwordtweergegeven.
3.SelecteerHistorie.
Dealarmhistoriewordtweergegeven.
4.SelecteerAlarmhistoriewissen.
Erwordteenbevestigingsberichtweergegeven.
5.SelecteerJa.
Dealarmhistorieisgewist.
DealarmhistoriewordtookgewistalseenResetsysteemen
gegevenswordtuitgevoerd.
94
LightHouseMFDoperationinstructions
8.3Alarmopties
Veiligheidsalarmmeldingen
Menu-itemOmschrijvingOpties
AankomstwaypointWanneeringeschakeld,wordteenalarmgegenereerdwanneer
uopeenwaypointaankomt.Metdezeinstellingkuntude
radiusvandeAankomstcirkelwaypointspeciceren.De
Aankomstcirkelwaypointiseendenkbeeldigecirkelrondomhet
bestemmingswaypoint.Wanneeruwschipbinnendezecirkelkomt,
wordthetAankomstwaypoint-alarmgegenereerd.
Opmerking:HetAankomstwaypoint-alarmisaltijd
ingeschakeldalsuwsysteemeenRaymarine-stuurautomaat
bevat.
Inschakelen:
Ingeschakeld(aangevinkt)(standardwaarde)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)
Radiusaankomstwaypoint
Standaardwaarden:
19misvantoepassingopdemeeteenhedenkm
ennm&m.
61ftisvantoepassingopdemeeteenheden
NautischemijlenenLandmijlen.
Radius/afstandbereik:
19tot18520m
61tot60.761ft
0,01tot10nm
0,012tot11,508sm
0,019tot18,52km
UitkoersWanneerdezeoptieisingeschakeld,danwordttijdensactieve
navigatieeenalarmgegenereerdwanneeruwschipeengrotere
koersafwijkingheeftdandooruaangegevenindeXTE-instelling.
Inschakelen:
Ingeschakeld(aangevinkt)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)(standardwaarde)
UitkoersXTE
Standaardwaarden:
556misvantoepassingopdemeeteenhedenkm.
0,300nmisvantoepassingopdemeeteenheden
nmennm&m.
0,345smisvantoepassingopdemeeteenheden
sm.
Radius/afstandbereik:
19tot18520m
61tot60.761ft
0,01tot10nm
0,012tot11,508sm
0,019tot18,52km
Gevaarlijkeradarobjecten
Alarmmeldingenwordengegenereerdwanneerobjectengevaarlijk
worden.MARPA-objectenwordengevaarlijkgenoemdwanneerze
zichbinnendegespeciceerdewaardenbevindenvoor:
Afstand/radiuskleinstenaderingsafstand(ClosestPointof
Approach,CPA),of
Tijdtijdtotkleinstenaderingsafstand(TimetoClosestPoint
ofApproach,TCPA)
MARPA-objectalarmmeldingenkunnennietwordenuitgeschakeld.
Veiligeafstand
0,1nm/0,1sm/0,2km
0,2nm/0,2sm/0,5km
0,5nm/0,5sm/1km(standardwaarde)
1nm/1sm/2km
2nm/2sm/5km
Tijdtotveiligeafstand
3min(standardwaarde)
6min
12min
24min
GevaarlijkeAIS-objectenAIS-objectalarmmeldingenkunnenwordeningeschakelden
uitgeschakeld.WanneerhetAIS-objectalarmisuitgeschakeld,
activerenAIS-objectengeenalarmwanneerzegevaarlijkworden.
Ingeschakeld(aangevinkt)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)(standardwaarde)
Alarmbeheer95
Menu-itemOmschrijvingOpties
Ankeralarm(drift)Wanneerditisingeschakeld,danwordthetAnkerdriftalarm
gegenereerdwanneeruwschipmeerdandevoordeinstelling
Ankerdriftbereikingevoerdeafstandafdrijftvanuwankerpositie.
Inschakelen:
Ingeschakeld(aangevinkt)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)(standardwaarde)
Driftbereik
Standaardwaarden:
185m/608ft
Afstandbereik:
19tot3.047m
61tot9.999ft
0,01tot1,646nm
0,012tot1,894sm
0,019tot3,048km
LaagbrandstofpeilAlsdeBrandstofmanageropdatmomentnietisingeschakeld,dan
geefthetalarmvoorlaagbrandstofpeil(LFR)eenmeldingwaarmee
uwordtgevraagdofudeBrandstofmanagerwiltinschakelen.
Hetalarmvoorlaagbrandstofpeilkanwordeningeschakeldende
drempelkanwordeningesteldzonderdatdeBrandstofmanager
isingeschakeld,hetalarmwordtechternietgeactiveerdtotdatde
Brandstofmanagerisingeschakeld.
Opmerking:UkuntdewaardevoorLaagbrandstofpeilniet
hogerinstellendandetotalebrandstofcapaciteit.
Inschakelen:
Ingeschakeld(aangevinkt)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)(standardwaarde)
Brandstofpeil
Standaardwaarde:
Alsdetotalebrandstofcapaciteit(TFC)isingesteldin
debrandstofmanager,danisdestandaardwaarde
20%vandetotalebrandstofcapaciteit.
Inhoudbereik:
0tot99.999ltr/0totTFC
0tot99.999Gal/0totTFC
DSCWanneerhetDSC-alarmisingeschakeld,worden
DSC-noodoproepenweergegevenophetschermvanalleviahet
netwerkaangeslotenMFD's.
DSC-waarschuwingen:
Ingeschakeld(aangevinkt)(standardwaarde)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)
AISWanneerhetAIS-alarmisingeschakeld,worden
AIS-veiligheidsmeldingenweergegevenophetscherm
vanalleviahetnetwerkaangeslotenMFD's.
AIS-veiligheidsmeldingen:
Ingeschakeld(aangevinkt)(standardwaarde)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)
MOBBepaaltofPositie-ofGegistbestek-gegevensworden
weergegeven.Uitgaandevaneensituatiewaarinuwschipende
MOBonderhevigzijnaandezelfdegetijde-enwindeffectengeeft
deinstelling'Gegistbestek'eenmeernauwkeurigekoers.
MOB-gegevenstype
Gegistbestek
Positie(standardwaarde)
Algemenealarmmeldingen
Menu-itemOmschrijvingOpties
WekkerWanneerdezeisingeschakeld,danwordteenalarmmelding
gegenereerdophettijdstipdatuhebtgespeciceerdvoorde
instellingWekkertijd.
Inschakelen:
Ingeschakeld(aangevinkt)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)(standardwaarde)
Wekkertijd
00:00tot23:59uur(uu:mm)
Countdowntimer
Wanneerdezeisingeschakeld,danwordtdetijdteruggeteldvoor
deperiodedieisgespeciceerdvoordeTijdperiodeenwordteen
alarmgegenereerdwanneerdetelleropnulkomt.
Inschakelen:
Ingeschakeld(aangevinkt)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)(standardwaarde)
Tijdperiode
00:00:01tot99:59:59(uu:mm:ss)
96
LightHouseMFDoperationinstructions
Menu-itemOmschrijvingOpties
Vissenaankomst
ondiepwater
Wanneerdezeisingeschakeld,wordteenalarmgegenereerd
wanneerdedieptedewaardekrijgtdieisgespeciceerdinde
instellingvoorhetOndieptelimiet-alarm.Dezeoptieisalleen
beschikbaarwanneeropdatmomentdieptegegevensbeschikbaar
zijn.
Opmerking:DeOndieptelimietkannietwordeningesteld
opeendieptediegroterisdandedieptedieisgespeciceerd
voordeinstellingDieptelimiet..
Inschakelen:
Ingeschakeld(aangevinkt)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)(standardwaarde)
Ondieptelimiet
Standaardwaarden:
1,5m/5,0ft/0,89fa(standardwaarde)
Bereik:
0,6mtotmax.dieptelimietvandeaangesloten
sonarmodule
2fttotmax.dieptelimietvandeaangesloten
sonarmodule
0,3fatotmax.dieptelimietvandeaangesloten
sonarmodule
Vissenaankomstdiep
water
Wanneerdezeisingeschakeld,wordteenalarmgegenereerd
wanneerdedieptedewaardekrijgtdieisgespeciceerdinde
instellingvoorhetDieptelimiet-alarm.Dezeoptieisalleen
beschikbaarwanneeropdatmomentdieptegegevensbeschikbaar
zijn.
Opmerking:DeDieptelimietkannietwordeningesteldop
eendieptedielagerisdandedieptedieisgespeciceerdvoor
deinstellingOndieptelimiet..
Inschakelen:
Ingeschakeld(aangevinkt)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)(standardwaarde)
Dieptelimiet
Standaardwaarden:
1,5m/5,0ft/0,89fa(standardwaarde)
Bereik:
Ondieptelimiettot914m
Ondieptelimiettot3.000ft
Ondieptelimiettot500fa
WatertemperatuurWanneerdezeisingeschakeld,wordteenalarmgegenereerd
wanneer:
dewatertemperatuurgelijkisaanoflagerdandetemperatuur
zoalsgespeciceerdindeinstellingLaagstetemperatuurlimiet,
of
dewatertemperatuurgelijkisaanofhogerdande
temperatuurzoalsgespeciceerdindeinstellingHoogste
temperatuurlimiet.
Inschakelen:
Ingeschakeld(aangevinkt)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)(standardwaarde)
Bovenstetemperatuurlimiet
Standaardwaarden:
23,9°C/75°F(standardwaarde)
Bereik:
Laagstetemperatuurlimiettot37,7°C
Laagstetemperatuurlimiettot99,9°F
Laagstetemperatuurlimiet
Standaardwaarden:
15,6°C/60°F(standardwaarde)
Bereik:
–23,3°Ctothoogstetemperatuurlimiet
–9,98°Ftothoogstetemperatuurlimiet
VisAlshetvisalarmisingeschakeld,wordteenalarmgegenereerd
alsereenobjectwordtgedetecteerddatvoldoetaande
Visalarmgevoeligheid.
Devolgendeoptieszijnbeschikbaarvoorhetvisalarm.
Ingeschakeldschakeltvisalarmmeldingeninenuit.
Visalarmgevoeligheidalshetvisalarmisingeschakeld
wordteenalarmgegenereerdwanneerdevisretoursterktede
doorugespeciceerdegevoeligheidbereikt.
Visalarm-dieptelimietenschakeltdevisalarm-dieptelimiet
endevisalarm-ondieptelimietinenuit.
Visalarm-ondieptelimietspeciceertdeonderstewaarde
voordevisalarm-dieptelimiet.
Visalarm-dieptelimietspeciceertdebovenstewaardevoor
devisalarm-dieptelimiet.
Inschakelen:
Ingeschakeld(aangevinkt)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)(standardwaarde)
Visalarmgevoeligheid
Standaardwaarde:5
Bereik:1tot10
Visalarm-dieptelimieten:
Ingeschakeld(aangevinkt)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)(standardwaarde)
Visalarm-ondieptelimiet
Standaardwaarden:
0,6m/2ft/0,3fa(standardwaarde)
Bereik:
Alarmbeheer97
Menu-itemOmschrijvingOpties
0,6mtotVisalarm-dieptelimiet
2fttotVisalarm-dieptelimiet
0,3fatotVisalarm-dieptelimiet
Visalarm-dieptelimiet
Standaardwaarden:
305m/1.000ft/167fa
Bereik:
Visalarm-ondieptelimiettot914m
Visalarm-ondieptelimiettot3.000ft
Visalarm-ondieptelimiettot500fa
Alarmmeldingenvanhetschakelpaneel
Menu-itemOmschrijvingOpties
Alarmmeldingenvanhet
schakelpaneel
HetonderdeelAlarmmeldingenvanhetschakelpaneelwordtalleen
weergegevenwanneeraangeslotenopeencorrectgecongureerd
digitaalschakelsysteemvanRaymarine.
Ingeschakeld(aangevinkt)(standardwaarde)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)
Motoralarmmeldingen
Menu-itemOmschrijvingOpties
Laatdealarmmeldingen
voormotorfoutenzien
Wanneeringeschakeld,wordenalarmmeldingenvanaangesloten,
compatibelemotormanagementsystemenweergegevenophet
MFD.
Ingeschakeld(aangevinkt)(standardwaarde)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)
Controleermotor
Dehierondergetoondemotoralarmmeldingenkunnenwordenin-
enuitgeschakeldmetbehulpvandeAlarmmanager
Temperatuurtehoog
Lageoliedruk
Laagoliepeil
Lagebrandstofdruk
Lagesysteemspanning
Laagkoelvloeistofpeil
Waterstroom
Waterinbrandstof
Acculaadtnietop
Hogeturbodruk
Toerentallimietoverschreden
EGR-systeem
Gasklep-positiesensor
Noodstop
Waarschuwingsniveau1
Waarschuwingsniveau2
Vermogensreductie
Onderhoudvereist
Communicatiefout
Sub-ofsecondairegasklep
Beveiligingstarteninvrijstand
Motorslaataf
Onbekendefout1(foutmeldingvandefabrikant)
Onbekendefout2(foutmeldingvandefabrikant)
Onbekendefout3(foutmeldingvandefabrikant)
Onbekendefout4(foutmeldingvandefabrikant)
Onbekendefout5(foutmeldingvandefabrikant)
Onbekendefout6(foutmeldingvandefabrikant)
Ingeschakeld(aangevinkt)(standardwaarde)
Uitgeschakeld(nietaangevinkt)
98
LightHouseMFDoperationinstructions
Menu-itemOmschrijvingOpties
Onbekendefout7(foutmeldingvandefabrikant)
Onbekendefout8(foutmeldingvandefabrikant)
Controleertransmissie
Temperatuurtransmissietehoog
Transmissielageoliedruk
Transmissielaagoliepeil
Alarmbeheer99
100
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk9:Manoverboord(MOB)
Inhoudsopgave
9.1Manoverboordoppagina102
Manoverboord(MOB)
101
9.1Manoverboord
WanneereenpersoonofobjectoverboordslaatkuntudeMan
Overboord(MOB)-functiegebruikenomdepositietemarkeren
waarhetschipwasophetmomentdatdeMOB-functiewerd
geactiveerd.
DeMOB-functieisaltijdbeschikbaar,ongeachtdetoepassing
dieopdatmomentactiefis.MOBkanwordeningesteldopde
modusGegistbestekofPositie.DemodusGegistbestekhoudt
rekeningmetdeeffectenvanwindengetijden.Ditresulteert
meestalineenmeernauwkeurigekoers.DePositie-modus
houdtgeenrekeningmetdezefactoren.
OmeenMOB-positieteactiveren,dientuwmultifunctionele
displayeenGPS-xtehebben.AlsuGegistbestekgebruikt
moetenookkoers-ensnelheidsgegevensbeschikbaarzijn.
WanneerMOBisgeactiveerd:
ErklinkteenhoorbaarMOB-alarmiedere30secondentotdat
hetMOB-alarmwordtgeannuleerd.
ErwordteenMOB-alarmdialoogvensterweergegeventotdat
hetwordtbevestigd.
HetsysteemstuurtMOB-alarmmeldingennaarandere
Raymarine-apparatuur.
DeactieveKaart-toepassingverandertnaar2D-weergave
metweinigdetails,meteeneerstebereikvan15m(50
ft).DebewegingsmoduswordtingesteldopAutomatisch
bereik.WanneerhetschipuitderichtingvandeMOB-positie
wegbeweegt,wordteenstippellijnweergegevendiede
MOB-positieverbindtmetdepositievanhetschip.
Hetactievebereikvanderadar-toepassingverandertin230
m(760ft).
AlleGanaar-enVolgen-functieswordeninalletoepassingen
uitgeschakeld.Denavigatienaaractievewaypointwordt
gestoptenallebestaandenavigatiefunctiesworden
geannuleerd.
Wanneerpositie-ofkoers-ensnelheidsinformatiebeschikbaar
iswordteenMOB-waypointgeplaatstopdehuidige
scheepspositieinalletoepassingendiewaypointsende
scheepspositiekunnenweergeven.
MOB-gegevenswordenweergegevenindegegevensbalken
vervangendeaanwezigegegevens.
MOB-gegevenswordenweergegevenophetHome-venster
envervangendestatuspictogrammen.
WanneerhetMOB-alarmwordtgeannuleerd:
MOB-gegevenswordenverwijderduitallebetreffende
toepassingen.
Debewegingsmodusvandekaart-toepassingwordt
teruggezet.
Dekaartwordtgecentreerdophetschipendekanteling/rotatie
wordtingesteldopdestandaardwaarde.
GANAARenroutefunctieswordenteruggezet.
Degegevensbalkmoduswordtteruggezet.
EensignaalvoorMOB-normaalwordtverstuurdnaaralle
instrumentenopSeaT alk.
Waypoint(MOB)-knop/-pictogram
Afhankelijkvanhetmodelmultifunctioneledisplayheeftueen
Waypoint(MOB)-knopofeenpictogramophetscherm.
WPT-knop
cSeries
eSeries
eSSeries
RMK-9-toetsenbord
WPT-picto-
grammen
aSeries
gSSeries
Indezehandleidingstaatdeterm:SelecteerWPTvoorhet
indrukkenvandefysiekeWPT-knopofhetindrukkenvanhet
WPT-pictogramophetscherm.
HetManOverboord(MOB)-alarmactiveren
Opmultifunctioneledisplaysmetfysiekeknoppen,ofwanneer
ueentoetsenbordopafstandgebruikt,kuntudeWPT
(MOB)-knopgebruikenomhetMOB-alarmteactiveren
1.HouddeknopWPT/MOB3secondeningedrukt.
HetManOverboord(MOB)-alarm
activeren-displaymetalleentouchscreen
OpeendisplaymetalleentouchscreenkuntuhetWPT
(MOB)-pictogramophetschermgebruikenomhetMOB-alarm
teactiveren
1.HoudhetWPTS/MOB-pictogramophetscherm3seconden
ingedrukt.
HetManOverboord(MOB)-alarm
annuleren-displaymetalleentouchscreen
OpeendisplaymetalleentouchscreenkuntueenMOB-alarm
annulerenenterugkerennaarnormaalgebruikdoorde
onderstaandestappentevolgen:
1.HoudhetWPT/MOB-pictogramophetscherm4seconden
ingedrukt.
HetMOB-alarmwordtgeannuleerdenukeertterugnaar
normaalgebruik.
102
LightHouseMFDoperationinstructions
HetManOverboord(MOB)-alarmannuleren
Opeenmultifunctioneeldisplaymetfysiekeknoppenofwanneer
ueentoetsenbordopafstandgebruikt,kuntuhetMOB-alarm
annulerenenterugkerennaarnormaalgebruikdoorde
onderstaandestappentevolgen:
1.HouddeknopWPT/MOB4secondeningedrukt.
HetMOB-alarmwordtgeannuleerdenukeertterugnaar
normaalgebruik.
Manoverboord(MOB)
103
104
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk10:IntegratievanDSCVHF-radio
Inhoudsopgave
10.1DSC-marifoon-integratieoppagina106
10.2DSC-marifoon-integratieinschakelenoppagina106
IntegratievanDSCVHF-radio
105
10.1DSC-marifoon-integratie
UkuntuwDSC-marifoonaansluitenopuwmultifunctionele
displayeninformatieovernoodberichtenenGPS-
positiegegevensweergevenvanandereschepen
WanneerueenDSC-marifoonaansluitopuwmultifunctionele
displayhebtubeschikkingoverdevolgendeextrafuncties:
NoodberichtenwanneeruwDSC-marifooneenDSC-bericht
ofalarmontvangtvaneenandereDSC-marifoon,wordende
scheepsidenticatie(MMSI),GPS-positieentijdstipvanhet
noodberichtweergegevenopuwmultifunctioneledisplay.
Wanneerhetnoodberichtisweergegevenkuntudeknoppen
gebruikenom:hetberichttewissen,eenwaypointteplaatsen
opdekaartopdeGPS-positievaneenschipinnood,ofdirect
tenavigeren(Ganaarschip)naardeGPS-positievanhet
schipinnood.
Positiegegevensmetdeknop"Positieopvragen"opuw
DSC-marifoonkuntuGPS-positiegegevensverzendennaar
enontvangenvanandereschependiezijnuitgerustmeteen
DSC-marifoon.
Voorinformatieoverhetinstallerenenbedienenvanuw
DSC-marifoonkuntudehandleidingvandemarifoon
raadplegen.
Devolgendeafbeeldingtoonteenvoorbeeldvaneen
noodberichtdatisweergegevenophetmultifunctioneledisplay:
10.2DSC-marifoon-integratie
inschakelen
WanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerSysteeminstellingen.
3.SelecteerdeoptieDSC-waarschuwingenzodatAanwordt
weergegeven.
106
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk11:Brandstofmanager
Inhoudsopgave
11.1Overzichtbrandstofmanageroppagina108
Brandstofmanager
107
11.1Overzichtbrandstofmanager
Debrandstofmanagergeefteenschattingvanderesterende
brandstofendeafstandendetijddieunogkuntvarenvoordat
detanksleegzijn.Omdezewaardentekunnenberekenen
dientudetotalebeschikbarebrandstofcapaciteitvoorde
motorentecongurerenenvastteleggenwanneerutankt.
Indebrandstofmanagerkuntuookeenalarminstellenvoor
laagbrandstofpeil,datwanneerhetisgeactiveerdeenmelding
geeftwanneerderesterendebrandstofvanuwschipondereen
gespeciceerdewaardekomt.
Debrandstofmanagerpaginabevatdehuidigeschattingenen
regelaarsvoorgebruikvandebrandstofmanagerfunctie.
D12 56 9-1
1
2
3
6
7
5
8
10
9
4
ArtikelOptieOmschrijving
1TerugTerugnaarhetmenu
Systeeminstellingendisplays
mettouchscreen(voordisplays
zondertouchscreengebruiktude
Terug-knop).
2
Geschatteresterende
brandstof(%)
Grascheweergavevanhet
percentagevanderesterende
brandstofindebrandstoftank(s).
3Alletanksvol
Zetderesterendebrandstofterug
naardecapaciteitvandevolle
tanks.
4
In-/uitschakelenSchakeldebrandstofmanagerin
enuit.
5
Sluiten
TerugnaarhetHome-venster
displaysmettouchscreen(voor
displayszondertouchscreen
gebruiktudeTerug-knop).
6
Geschatteresterende
brandstof(vol)
Inhoudvanderesterende
brandstofindebrandstoftank(s).
7
Reset(Brandstof
gebruiktditseizoen.)
Zetdegebruiktebrandstofdit
seizoenterugnaarnul.
8
Reset(Brandstof
gebruiktdezereis.)
Zetdegebruiktebrandstofdeze
reisterugnaarnul.
9
GedeeltelijkbijvullenSpeciceerdehoeveelheid
bijgevuldebrandstof
10Instellen
Speciceerdeinstellingenvande
brandstofmanager.
Omdebrandstofmanagertegebruikendientu:
Eencompatibelemotorinterfaceaantesluitenopiederemotor
dieuwiltmonitoren(omgegevensoverhetbrandstofverbruik
doortegevenaanhetnetwerk).
Detotalebrandstofcapaciteitintevoerenvande
brandstoftanksvanhetschip.
Debrandstofmanagerfunctieinteschakelen.
Detanksvolledigtevullen.
‘Alletanksvol’teselecteren.
Iederevolgendekeerdatutankt,zowelvolalsgedeeltelijk,
intevoeren.
Opmerking:
Debrandstofmanagerschatdehoeveelheidbrandstofaan
boordopbasisvandebijhettankendoordegebruiker
ingevoerdegegevensendehoeveelheidbrandstofdieis
gebruiktdoordemotor(en).Iedereincorrecteinvoerkan
grotegevolgenhebbenvoorhetgeschattebrandstofverbruik
en-capaciteit,watkanleidentoteenbrandstoftekort.
Ditsysteemisgeenvervangingvananderesoorten
brandstofberekeningen.
Detotalehoeveelheidbrandstofaanboordiseenschatting
enisonnauwkeurigalshettankennietwordtingevoerdof
wanneerbrandstofwordtgebruiktdoorandereapparaten
(bijv.generatorenetc.).Degeschatteafstandentijdtotleeg
isgebaseerdopberekeningenenwaardenvanderesterende
brandstofenhoudengeenrekeningmetinvloedenvanhet
weerengetijden.
Ukuntnietvolledigvertrouwenopberekeningenvande
brandstofmanagervoorhetnauwkeurigplannenvaneenreis
ofinnoodgevallenofveiligheidskritischesituaties.
Debrandstofmanagerinschakelen
Omdebrandstofmanagerinenuitteschakelenvolgtude
onderstaandestappen.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster.
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerBrandstofmanager.
3.SelecteerInschakelen.
Dedisclaimervoordebrandstofmanagerwordtweergegeven.
4.SelecteerACCEPTERENomdedisclaimerteaccepteren,
daarnakuntudebrandstofmanagergebruiken.
Hetpop-upberichtBrandstofmanagerinitialiserenwordt
weergegeven.
5.SelecteerOK.
Debrandstofmanagerstartdevolgendekeerdatophet
pictogramAlletanksvolwordtgedrukt.
Debrandstofmanageruitschakelen
Doehetvolgendeindebrandstofmanagerpagina:
1.SelecteerUitschakelen.
Hetpop-upberichtBrandstofmanagerdeactiverenwordt
weergegeven.
2.SelecteerJaomdebrandstofmanageruitteschakelen.
Debrandstofmanagerinstellen
Omdegewenstewaardenvandebrandstofmanagerintestellen
volgtudeonderstaandestappen.
Doehetvolgendewanneerdebrandstofmanager-paginawordt
weergegeven:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerTotalebrandstofcapaciteit.
Hetnumerieketoetsenbordwordtweergegeven.
3.Voerdetotalebrandstofcapaciteitvanuwschipin.
4.SelecteerOK.
5.SelecteerEenhedenbrandstofbesparing.
Erwordteenlijstweergegevenmetbeschikbareopties:
Afstandperinhoud
Inhoudperafstand
Literper100km
6.Selecteerdegewensteeenhedenvoorbrandstofbesparing.
7.SelecteerBrandstofberekeningenomdegewenste
rekenmethodeteselecteren.
Devolgendeoptieszijnbeschikbaar:
Gebruiktebrandstof(PGN127497)
108
LightHouseMFDoperationinstructions
Brandstofverbruik
Opmerking:AlsGebruiktebrandstof(PGN127497)
nietbeschikbaarisopuwnetwerk,dientudeoptie
Brandstofverbruiktegebruiken.WanneerBrandstofverbruikis
geselecteerd,moetuwmultifunctioneledisplayingeschakeld
blijvenwanneerdemotorendraaien,omervoortezorgendat
debrandstofkanwordenberekend.
8.SelecteerTerugomterugtegaannaarde
Brandstofmanager-pagina.
Loggenvanbrandstof
Udientervoortezorgenalletankbeurtenwordenopgenomenin
debrandstofmanager.
Doehetvolgendeindebrandstofmanager-pagina:
1.WanneerualletanksvolledighebtgevuldselecteertuAlle
tanksvol.
Degeschattewaardenvoorresterendebrandstofwordt
geresetnaardecapaciteitvanuwbrandstoftanks.
2.Wanneerueentankslechtsgedeeltelijkvultnoteertude
hoeveeldieaandetankistoegevoegdenselecteertu
Gedeeltelijkbijvullen.
3.Voerdewaardeindieueerderhebtgenoteerd,ditwordt
toegevoegdaandewaardevoorderesterendebrandstof.
Opmerking:Geadviseerdwordtzovaakmogelijk‘Alle
tanksvol’tetankenomdatgedeeltelijkbijvulleneen
hogerecumulatieveonnauwkeurigheidveroorzaaktinde
berekeningen.
Hetalarmvoorlaagbrandstofpeilinstellen
Indebrandstofmanagerkuntuookeenalarminstellenvoor
laagbrandstofpeil,datwanneerhetisgeactiveerdeenmelding
geeftwanneerderesterendebrandstofvanuwschipondereen
gespeciceerdewaardekomt.
Doehetvolgendindecorrectingesteldebrandstofmanager:
1.SelecteerInstellingeninhetHome-venster.
2.SelecteerAlarmmeldingen.
3.SelecteerBrandstofmanager.
Deinstellingenvoorhetalarmvoorlaagbrandstofpeilworden
weergegeven.
4.SelecteerLaagbrandstofpeilzodatAanisgemarkeerd
DoorLaagbrandstofpeilteselecterenwordthetalarmvoor
laagbrandstofpeilAanenUitgeschakeld.
5.SelecteerBrandstofpeil.
Denumeriekeregelaarvoorbrandstofpeilwordt
weergegeven.
6.Stelhetbrandstofpeilinopdegewenstewaarde.
Hetalarmvoorlaagbrandstofpeilklinktnuwanneer
deresterendebrandstofindetanklagerwordtdande
gespeciceerdewaarde.
Opmerking:Hetalarmvoorlaagbrandstofpeilisstandaard
uitgeschakeld.
Metingenvangebruiktebrandstofresetten
Ukuntdewaardevangebruiktebrandstofditseizoenof
gebruiktebrandstofdezereisresettendoordeonderstaande
stappentevolgen.
Doehetvolgendeindebrandstofmanagerpagina:
1.SelecteerResetvoorgebruiktebrandstofditseizoen,of
2.SelecteerResetvoorgebruiktebrandstofdezereis.
DewaardewordtingesteldopnulnadatResetisgeselecteerd.
Opmerking:Hetuitvoerenvaneenseizoen-resetzorgt
automatischookvooreenresetvandereiswaarde.
Brandstofbereikringen
Debrandstofbereikringgeefteengeschatbereikvanhetschip
metdegeschattehoeveelheidbrandstofaanboord.
Debrandstofbereikringringkangraschwordenweergegevenin
dekaarttoepassingengeefteengeschatbereikvanhetschip
met:
Hethuidigebrandstofverbruik.
Degeschattehoeveelheidbrandstofaanboord.
Eenkoersaangehoudenineenrechtelijn.
Aanhoudendehuidigesnelheid.
Opmerking:
Debrandstofbereikringiseengeschatbereikbijhethuidige
verbruikvandebrandstofaanboordenisgebaseerdop
eenaantalexternefactorendiehetgeschattebereikkunnen
vergrotenofverkleinen.
Dezeschattingisgebaseerdopdegegevensdieworden
ontvangenvanexternebrandstofmanagementapparaten,of
viadeBrandstofmanager.Hethoudtgeenrekeningmetde
heersendeomstandighedenzoalsgetijden,stroom,ruwezee,
windetc.
Ukuntnietvolledigvertrouwenopdebrandstofbereikringvoor
hetnauwkeurigplannenvaneenreisofinnoodgevallenof
veiligheidskritischesituaties.
Debrandstofbereikringinschakelen
Doehetvolgendeindekaarttoepassing,in2D-weergave:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerLagen.
4.SelecteerBrandstofbereikringzodatAanisgeselecteerd.
Hetpop-upberichtvoordebrandstofbereikringwordt
weergegeven.
5.SelecteerOKomdebrandstofbereikringeninteschakelen.
Brandstofmanager
109
110
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk12:AIS(AutomaticIdenticationSystem)
Inhoudsopgave
12.1OverzichtAISoppagina112
12.2AIS-vereistenoppagina113
12.3AISinschakelenoppagina114
12.4AIS-contextmenuoppagina114
12.5AIS-vectorenoppagina115
12.6Vectoroptiesoppagina116
12.7Lijstgevolgdeobjectenoppagina116
12.8Gevaarlijkeobjectenoppagina117
12.9Aanvaringsinformatieoppagina117
12.10Ontmoeting(Objectinterceptie)oppagina121
12.11VeiligheidskritischeAIS-informatieweergevenoppagina121
12.12GedetailleerdeAIS-objectinformatieweergevenoppagina122
12.13StilleAIS-modusoppagina122
12.14AIS-veiligheidsmeldingenoppagina123
12.15Buddy'svolgenoppagina123
AIS(AutomaticIdenticationSystem)
111
12.1OverzichtAIS
AISgebruiktdigitaleradiosignalenom‘realtime’informatieuit
tewisselentussenschepenenstationsaanwalviaspeciale
marifoonfrequenties.Dezeinformatiewordtgebruiktom
schepenindedirecteomgevingteidenticerenentevolgenen
snelle,automatischeennauwkeurigeaanvaringsinformatiete
geven.SchepenuitgerustmetAIS-zendersdiezichbinnenhet
bereikvindenkunnenwordenweergegevenalsobjecteninde
Kaart-enRadar-toepassingen.
Belangrijk:Hetisnietverplichtvoorandereschepenom
tezijnuitgerustmetAIS-apparatuur.Daarommaguerniet
vanuitgaandatuwMFDALLEschepeninuwomgeving
weergeeft.Udientvoorzichtigenkritischmetdeinformatie
omtegaan.AISdienttewordengebruiktalsaanvullingop
radar,niettervervangingdaarvan.
WanneerereenAIS-unitopuwsysteemisaangeslotenkuntu:
Objectenweergevenvooralleanderezendendeschepenmet
AISbinnenbereik.Erkunnentot100objectentegelijkworden
weergegeven.Ukuntalleobjectenweergeven,ofalleende
gevaarlijkeobjecten.
Positie-informatieweergevendiewordtuitgezondendoordeze
objecten,zoalshunpositie,koers,snelheidendraaisnelheid.
VectorenweergegevenvoorAIS-objecten.Vooriederobject
kunnenvectorenwordenweergegeven.Dezevectoren
gevendevaarrichtingvanhetschipendeafstanddiehet
zalaeggenineenbepaaldeperiode(COG/SOG-vector).
Objectendiemethunvectorenwordenweergegevenworden
‘actieveobjecten’genoemdenzewordenweergegevenin
eenschaalovereenkomstigdeomvangvanhetschip.Hoe
groterhetschip,hoegroterhetobject.
Basis-ofgedetailleerdeinformatieweergevenvoorieder
object,waaronderveiligheidskritischeobjectinformatie.
EenAlarmgevaarlijkobjectinstellendatuwaarschuwt
wanneereenAIS-objecttedichtindebuurtkomt.
Afbeeldingenvoorobjectinterceptietebekijkenvoorobjecten
omdeaanvaringsinformatieteverbeteren.
VriendenenregelmatigecontactendiemetAISzijnuitgerust
toevoegenaaneen“Buddy-lijst”
AIS-simulatormodus
Raymarineraadtuaandesimulatorfunctietegebruikenom
uzelfvertrouwdtemakenmetdeAIS-functies.Wanneerde
simulatorfunctieisingeschakeldgaatunaar(Home-venster>
Instellingen>Systeeminstellingen>Simulator).Hetlaat20
AIS-objectenbinneneenbereikvan25nmzien.Dezeobjecten
wordenweergegevenmethetbijbehorendestatussymboolvan
hetAIS-objectenzebewegenoverhetschermalswerkelijke
objecten.
Opmerking:Wanneerdesimulatorisingeschakeldworden
binnenkomendeveiligheidsmeldingenNIETweergegeven.
AIS-objecttypen
Uwdisplaytoonteenreekssymbolendiestaanvoorde
verschillendesoortenenstatussenvanAIS-objecten.
AIS-objecttypen
Onbekend
scheepstype
Jacht
VrachtschipHogesnelheid
Walstation
*Blueforce
SAR(opspo-
rings-enred-
dingsvliegtuig)
AToN(navigatie-
hulpmiddel)
VirtueleAToN
SART(opspo-
rings-enred-
dingstranspon-
ders)
Opmerking:*Militairobjectenwetshandhaving
(goedgekeurdeSTEDS-EAIS-AIS-hardwarevereist).
AIS-objectstatus
Verloren
gegaanobject
(geenrand,
doorgestreept)
Gevaarlijkobject
(knippertrood)
Buddy-object
(driehoek
gevuld)
Twijfelachtig
object
(stippellijn)
Gevaarlijken
twijfelachtig
object
(stippellijn,
knippertrood)
AToN-objectuit
positie(rode
rand)
Wanneerdestatusvaneenobjectverandert,veranderthet
symboolook.
AIS-statussymbolen
AIS-statuswordtaangegevendooreensymboolindedatabalk.
SymboolOmschrijving
AIS-unitisingeschakeldenwerkt.
AISmomenteelnietbeschikbaar.
AIS-unitisuitgeschakeldofnietaangesloten.
AIS-unitwerktinstillemodus.
AIS-unitwerktinstillemodus,metactieve
alarmen.
112
LightHouseMFDoperationinstructions
SymboolOmschrijving
AIS-unitisaangesloteneningeschakeld,
maarheeftactievealarmen.
AIS-unitisaangesloteneningeschakeld,
maarhetalarmvoorgevaarlijkeenverloren
doelenisuitgeschakeld.
12.2AIS-vereisten
UdientdejuisteAIS-hardwareaantesluitenopuw
multifunctioneledisplayomgebruiktekunnenmakenvande
AIS-functies.
OmmetAIStewerkenhebtuhetvolgendenodig:
EenalleenontvangendeAIS-unitofeencomplete
AIS-zendontvanger(eenunitdiezowelzendtalsontvangt).
EenVHF-antenne.
EenGPS-voordepositiegegevens.
DeAIS-laagingeschakeldindekaart-ofradartoepassing,
waarvantoepassing.
Opmerking:Meteenontvangerkuntugegevensoverandere
schepeninuwomgevingontvangen,maarandereschepen
kunnenuniet'zien'.Eencompletezendontvangerverzendt
enontvangtAIS-gegevens,daarmeekuntugegevensover
andereschepenontvangen.HiermeekunnenanderemetAIS
uitgerusteschepenuookzieneninformatieontvangenover
uwschip.Dezeinformatiekanuwpositie,koers,snelheid
endraaisnelheidzijn.
WanneerdeAIS-unitisaangeslotenopuwmultifunctionele
display,danwordtdestatusvandeunitweergegevendooreen
AIS-pictogramindestatusbalk.
UkunteenAIS-unitaansluitenopuwmultifunctioneledisplay
metbehulpvanNMEA0183ofSeaTalk
ng
,afhankelijkvande
AIS-unit.WanneerudeunitaansluitviaNMEA0183,dandient
udeinstelling38.400baudtespeciceren(Home-venster
>Instellingen>Systeeminstellingen>Instellingen
NMEA)voordeNMEA-invoerpoortdiecommuniceertmetde
AIS-zendontvangerof-ontvanger.
AIS(AutomaticIdenticationSystem)
113
12.3AISinschakelen
AISinschakelenindeKaart-toepassing
OmdeAIS-laagindeKaart-toepassinginteschakelenvolgt
udeonderstaandestappen.
OmdeAIS-laaginteschakelendientuwsysteemovereen
AIS-ontvangerof-zendontvangertebeschikken.DeAIS-laagis
nietbeschikbaarin3D-weergave.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLagen.
3.SelectAIS:zodatAanisgeselecteerd.
WanneeruAISselecteertwordtAISheenenweer
geschakeldtussenAanenUit.
VoorAIS-informatieraadpleegtuHoofdstuk12AIS(Automatic
IdenticationSystem).
AISinschakelenindeRadar-toepassing
DoehetvolgendeinhetRadar-toepassingsmenu:
1.SelecteerAIS.
2.SelecteerAISweergeven:.
3.Selecteerdebetreffendeoptieindelijst:
i.AllealleAIS-objectenbinnenbereikworden
weergegeven.
ii.GevaarlijkalleenAIS-objectendiezichbinnende
doorugespeciceerdeVeiligeafstandbevindenworden
weergegeven.
iii.UitAIS-objectenwordennietweergegeven.
12.4AIS-contextmenu
WanneereenAIS-objectisgeselecteerd,bevathetcontextmenu
indeKaart-toepassingAIS-objectinformatieenmenuopties.
HetcontextmenubevatdevolgendeAIS-objectgegevens:
NaamBuddy/naamschip/MMSI
CPA
TCPA
COG
SOG
Hetcontextmenubevateveneensdevolgendemenu-opties:
AIS-vectorin-/uitschakelenobjectvectoren,AanenUit.
AIS-gegevensin-/uitschakelenobjectgegevensophet
scherm,AanenUit.
Interceptiesweergevenin-/uitschakelenindividuele
objectinterceptie,AanenUit.
AIS-gegevensbekijken
BuddytoevoegenvoegobjecttoeaanBuddy-lijst.
Objectovernemen(alleenbeschikbaaralsdeRadar-laag
isingeschakeld.)
IR-camerazwenken(alleenbeschikbaarwanneer
dedraai/kantel-thermischecameraisaangeslotenen
functioneert.)
Hetcontextmenuopenen
1.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.Beweegdecursoroverhetgebiedofobjectendrukop
deOk-knop.
2.HybridTouch-displaysendisplaysmetalleentouchscreen:
i.Selecteereengebiedofobjectenhoudhetvast,of
ii.WanneerhetKaart-bijschriftwordtweergegeven,
selecteertuhetkadervanhetbijschrift.
114
LightHouseMFDoperationinstructions
12.5AIS-vectoren
VectorenkunnenwordenweergegevenvoorAIS-objecten.
D13375-1
3
1
2
1.COG-vectordelengtevandeCOG-vectorvoorspelt
deafstanddiehetobjectzalaeggenbinneneen
gespeciceerdeperiode.DeCOG-vectorkanworden
ingesteldop‘Relatieve’(oranje)of‘Ware’(blauw)beweging.
2.DraaisnelheidklasseA-objectenkunnen,wanneer
beschikbaar,eenindicatorvoordedraaisnelheid(ROT)
weergeven.
3.Koersdekoerslijnheefteenvastelengte.
Vectorbewegingsmodus
DeCOG-vectorkanwordeningesteldopRelatieveofWare
bewegingsmodus,onafhankelijkvandebewegingsmodusvan
deKaart-ofRadar-toepassing.
Warebeweging
IndemodusWarebewegingtoontdeCOG-vectordewerkelijke
voorspeldekoers/positievanhetobject.
Relatievebeweging
IndemodusRelatievebewegingwordtdeCOG-vector
weergegeveninrelatietotdepositievanuweigenschip.
Opmerking:Standaardwordtdebewegingsmodusvoor
objectvectorengesynchroniseerdmetdebewegingsmodus
vandetoepassingwaarinzewordenweergegeven.Wanneer
debewegingsmodusvandetoepassingwordtgewijzigd,
verandertookdebewegingsmodusvoordeobjectvectoren.
AIS-vectorenin-enuitschakelen
Doehetvolgendeindekaart-ofradartoepassing:
1.SelecteereenAIS-object.
HetAIS-objectcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerAIS-vector.
WanneeruAIS-vectorselecteertwordtgeschakeldtussen
AanenUit.
Opmerking:Devectorinstellingenzijnvantoepassingop
zowelMARPA-alsAIS-objecten.
AIS(AutomaticIdenticationSystem)
115
12.6Vectoropties
UkuntdeVectoroptiesopenenvanuithetmenu
Aanvaringsinformatie.
DeplaatsvandeVectoroptieshangtafvandetoepassingende
lagendieuhebtingeschakeld:
Radar-toepassing:Menu>Aanvaringsinformatie.
Kaart-toepassingmetRadar-enAIS-lageningeschakeld:
Menu>Radar&AIS>Aanvaringsinformatie
Kaart-toepassingmetalleendeRadar-laagingeschakeld:
Menu>Radar>Aanvaringsinformatie
Kaart-toepassingmetalleendeAIS-laagingeschakeld:Menu
>AIS>Aanvaringsinformatie
ParameterOmschrijvingOpties
VectorlengteDelengtevande
weergegevenvectorlijnen
hangtafvandeafstanddie
eenAIS/MARPA-objectaegt
indetijddieuspeciceert
voordezeinstelling.
0,5min
1min
3min
6min
12min
30min
60min
Objecthistorie
Devorigepositie
vanMARPA-objecten
wordtgedurendede
gespeciceerdetijd
weergegeveninde
vormvaneenlichtgrijs
objectpictogram.
Uit(standard-
waarde)
0,5min
1min
3min
6min
12.7Lijstgevolgdeobjecten
Alleobjectendieopditmomentwordengevolgdworden
weergegevenindeLijstgevolgdeobjecten.MARPA-en
AIS-objectenwordenweergegevenopapartetabbladen.
DeplaatsvandeLijstgevaarlijkeobjectenhangtafvande
toepassingendeLagendieuhebtingeschakeld:
Radar-toepassing:Menu>Gevolgdeobjecten.
Kaart-toepassingmetRadar-enAIS-lageningeschakeld:
Menu>Radar&AIS>Gevolgdeobjecten
Kaart-toepassingmetalleendeRadar-laagingeschakeld:
Menu>Radar>Gevolgdeobjecten
Kaart-toepassingmetalleendeAIS-laagingeschakeld:Menu
>AIS>Gevolgdeobjecten
AIS-objecten
AlsueenAIS-objectselecteertindelijst,kuntu:
AlleAIS-gegevensbekijken
HetobjecttoevoegenalseenBuddy(alleenAIS-objecten)
HetobjectweergevenindeKaart-toepassing
BestaandeBuddy-gegevensbewerken:
Buddyverwijderen
Buddy-MMSIbewerken
Buddy-naambewerken
DeoptiesinLijst:kunnenwordengebruiktomdeAIS-objectlijst
telterenzodatalleenBuddy'swordenweergegeven.
MARPA-objecten
AlsueenMARPA-objectselecteertindelijst,kuntu:
Hetobjectannuleren
HetobjectweergevenindeKaart-toepassing
WanneeruAlleobjectenannuleren.selecteert,wordthet
volgenvanalleMARPA-objectenindelijstgestopt.Ukunt
ookindividueleobjectenannulerendooropdeXindekolom
Annulerentedrukken.
116
LightHouseMFDoperationinstructions
12.8Gevaarlijkeobjecten
Objectenwordenalsgevaarlijkbeschouwd,wanneerhetobject
dichterindebuurtisdandegespeciceerdeVeiligeafstand
binnendegespeciceerdeTijdtotveiligeafstand.
DeplaatsvandepaginaGevaarlijketargetshangtafvande
toepassingendeLagendieuhebtingeschakeld:
Radar-toepassing:Menu>Aanvaringsinformatie>
Gevaarlijkeobjecten.
Kaart-toepassingmetRadar-enAIS-lageningeschakeld:
Menu>Radar&AIS>Aanvaringsinformatie>Gevaarlijke
objecten
Kaart-toepassingmetalleendeRadar-laagingeschakeld:
Menu>Radar>Aanvaringsinformatie>Gevaarlijke
objecten
Kaart-toepassingmetalleendeAIS-laagingeschakeld:Menu
>AIS>Aanvaringsinformatie>Gevaarlijkeobjecten
Bijv.:wanneerTijdtotveiligeafstandisingesteldop6minuten
endeVeiligeafstandisingesteldop0,5nm,wordenAIS
-objectenroodengaanknipperenwanneerzedeVeiligeafstand
binnendevolgende6minutenbereiken.
Alarmmeldingen
Erkanookeenalarmwordengeactiveerdwanneereenobject
gevaarlijkwordt.
HetAlarmgevaarlijkeobjectenvoorRadar-objectenis
permanentingeschakeldenkannietwordenuitgeschakeld.
HetAlarmgevaarlijkeobjectenvoorAIS-objectenkaninof
uitwordengeschakeld.
ErwordtookeenalarmgeactiveerdwanneereenGevaarlijk
objectverlorengaat(bijv.gedurende20secondengeensignaal
ontvangen).
HetAlarmgevaarlijkAIS-objectkanookwordeningeschakeldin
deAlarmmanager:(Beginscherm>Instellingen>Alarmen>
Veiligheidsalarmen>GevaarlijkeAIS-objecten).
AlleenGevaarlijkeAIS-objectenweergeven
UkuntselecterenofuwMFDalleAIS-objectenbinnenhetbereik
weergeeft,ofalleenGevaarlijkeAIS-objecten.
DeplaatsvanmenuhangtafvandetoepassingendeLagen
dieuhebtingeschakeld:
Radar-toepassing:Menu>AIS.
Kaart-toepassingwaarindeRadar-enAIS-lagenzijn
ingeschakeld:Menu>Radar-&AIS>AIS-opties>Toon
AIS-objecten.
Kaart-toepassingmetalleendeRadar-laagingeschakeld:
Menu>Radar>AIS-opties>ToonAIS-objecten.
Kaart-toepassingmetalleendeAIS-laagingeschakeld:Menu
>AIS>AIS-opties>ToonAIS-objecten.
1.SelecteerToonAIS-objecten:zodatGevaarlijkis
geselecteerd.
AlleenGevaarlijkeAIS-objectenwordenweergegeven.
2.SelecteerToonAIS-objecten:zodatAlleisgeselecteerd.
AlleAIS-objectenbinnenbereikwordenweergegeven.
12.9Aanvaringsinformatie
DeKaart-toepassingbevatfunctiesdiedeaanvaringsinformatie
helpenverbeteren.DefunctieObjectinterceptievolgt
AIS-objecteninrelatietotdegrondkoers(COG)engrondsnelheid
(SOG)vanuweigenschip.Objectinterceptiezonesgeven
gebiedenaanmetverhoogdrisicoopaanvaringen.Zoneszijn
gebaseerdopuwhuidigesnelheidenvanobjectenontvangen
AIS-gegevensenkunnenuhelpentebepalenofuuwkoers
en/ofsnelheiddientaantepassenomrisico'stevermijden.
DeafbeeldingenvanObjectinterceptiewordenautomatisch
vernieuwdwanneeruwsysteemnieuwepositiegegevensvoor
hetobjectofvooruweigenschipontvangt.
321
D13388-1
1.Objectinterceptiezone(voorspelderisicogebiedopbasisvan
demeestrecentgerapporteerdepositievanhetobject.)
2.COG-lijnobject
3.AIS-object(laatstontvangenpositie)
Belangrijk:Udientnogsteedsalertteblijvenop:
schependienietzijnuitgerustmetAISofmetAISuitgeruste
schependiehunpositieopdatmomentnietuitzenden,
omdatdezeobjectennietwordenweergegeveninde
Kaart-toepassing.
metAISuitgerusteschependieeenonnauwkeurige
GPS-positiedoorgevenofonnauwkeurigheidinde
GPS-positievanuweigenschip,omdatditervoorkan
zorgendatdepositievanuwschipen/ofdepositie
vanhetAIS-objectonjuistwordtweergegeveninde
Kaart-toepassing.
Erzijn3mogelijkescenario's:
Uweigenschipvaartsnellerdanhetobject
Hetobjectvaartsnellerdanuweigenschip
Beideobjectenvarenmetdezelfdesnelheid
Waarschuwing:Aanvaringsinfor-
matieendeIRPCS
DefunctieAanvaringsinformatieiseengrasch
hulpprogrammadatdegebruikerinformeertover
mogelijkekansopaanvaring.Hetisbelangrijkdat
ugoedinzichthebtindeInternationalebepalingen
tervoorkomingvanaanvaringenopzee(IRPCS),
zodatallemaatregelenwordengenomenin
overeenstemmingzijnmetdeIRPCS.
Inhetgevalvaneenconicthebbende
IRPCS-bepalingenvoorrang.
Voorwaardenvoorobjectinterceptie
AfbeeldingenvanObjectinterceptiewordenweergegeveninde
Kaart-toepassingwanneer:
AIS(AutomaticIdenticationSystem)
117
deAIS-laagisingeschakeld
deSOGvanuweigenschiphogerisdan2,0knopen
deSOGvanhetobjectschiphogerisdan2,0knopen(Bijeen
SOGvanminderdan2,0knopenwordtdeinterceptiezone
vanhetobjectweergegevenalseencirkelrondhetobject.)
ObjectinterceptieszijningesteldopAanendegrondkoers
(COG)vanhetobjectkruistmetuweigenCOGbinnende
gespeciceerdeInterceptieafstand,of
eriseenindividueleinterceptiegestartmetbehulpvanhet
contextmenu.Voorhetweergevenvandeafbeeldingenvan
Objectinterceptiemaakthetnietuitofuwvaarwegenelkaar
kruisenofniet.
Afbeeldingenobjectinterceptie
D13377-1
54
7
6
2
1
3
1.InterceptieafstandwanneerObjectinterceptiesis
ingeschakeld,wordenafbeeldingenvoorobjectinterceptie
weergegevenvoorobjectenwaarvandeCOGzoukunnen
kruisenmetuweigenkoersbinnendeInterceptieafstand
dieisgespeciceerdopdeObjectintercepties-pagina.
2.InterceptiezonedeInterceptiezonesuggereerteenvrije
omgevingrondomdelocatievanhetobject.Hiermeekuntu
uwkoersveiligplannenenmogelijkeaanvaringsgebieden
vermijden.
3.InterceptiepunthetInterceptiepuntwordtalleen
weergegevenwanneereenindividueleobjectinterceptieis
gestartinhetcontextmenu.
Opmerking:Wanneerueenontmoetingwilthebbenmet
eenobject,isdathetpuntwaarudatkuntdoen.
4.COG-lijnobjectdeCOGvanhetobject.
5.Objectditisdelaatstgerapporteerdepositievanhet
object.
6.COG-lijneigenschip
7.Eigenschip
Voorbeeldscenario1eigenschipvaart
snellerdanhetobjectschip
Opmerking:Dezescenario'szijnalleenvoorbeelden.
D13382-1
InhetvoorbeeldhierbovenkruistdeCOGvanhetschipbinnen
deInterceptiezonemetdeCOGvanhetobject,wattoteen
aanvaringkanleiden.Udientdekoersen/ofdesnelheidte
wijzigenomeenmogelijkeaanvaringtevoorkomen.
Scenario1,voorbeeldenvankoerswijziging
2
3
4
D13378-1
1
1.WijzigingvandekoersomvóórdeInterceptiezonetevaren
Weesvoorzichtig,erisaltijdsprakevaneeninherent
risicowanneeruvóórandereschepenlangsvaart.
2.Wijzigingvandekoersomvóórhetobjectschiplangste
varendezemanoeuvrewordtnietaanbevolen,omdatuw
schipnogsteedsdeInterceptiezonevanhetobjectkruist.
3.Wijzigingvandekoersomachterhetschipende
Interceptiezonelangstevarendezemanoeuvrewijzigt
dekoersvanuwschipzodathetnietincontactkomtmetde
Interceptiezonevanhetobjectenachterhetobjectlangs
vaart.
4.Wijzigingvandekoersomruimachterhetobjectschip
endeInterceptiezonelangstevaren.Dezemanoeuvre
heeftdevoorkeur,omdathetdekoersvanuwschipopde
juistewijzeverandertzodathetzichvoldoendebuitende
Interceptiezonevanhetobjectbevindtenopeenveilige
afstandachterhetobjectlangsvaart.Dezemanoeuvrelaat
uwkoerswijzigingookduidelijkaanhetobjectschipzien.
118
LightHouseMFDoperationinstructions
Scenario1,voorbeeldenvansnelheidswijziging
1
25 Kts
2
15 Kts
3
10 Kts
4
5 Kts
D13379-1
1.Versnellen
(1)
desnelheidvanhetschipverhogenom
voorhetobjectschiplangstevaren.Weesvoorzichtig,eris
altijdsprakevaneeninherentrisicowanneeruvóórandere
schepenlangsvaart.
2.Geensnelheidsveranderinghetnietwijzigenvande
snelheidisgeenoptie,omdatdittoteenaanvaringkan
leiden.
3.Vertragenwanneerudesnelheidvoldoendeverlaagt,
kanhetobjectschipveiligvooruwschiplangsvaren.
4.Vertragen
(2)
wanneerudesnelheidvoldoendeverlaagt,
kanhetobjectschipveiligvooruwschiplangsvaren.
Opmerking:
(1)
Inditvoorbeeldkruisendepadennogsteedsbinnen
deInterceptieafstand,deafbeeldingenwordendusnog
steedsweergegeven.
(2)
Inditvoorbeeldkruisendepadennietmeerbinnen
deInterceptieafstand,deafbeeldingenwordenniet
weergegeven.
Voorbeeldscenario2objectschipvaart
snellerdanuwschip
Opmerking:Dezescenario'szijnalleenvoorbeelden.
Wanneerinbepaaldesituatieshetobjectschipsnellervaartdan
uwschip,kunnenerverschillendepuntenzijnwaaropuwpaden
kunnenkruisenbinnendeInterceptieafstand.Alsdithetgeval
is,wordteentweedeInterceptiezoneweergegeven.
D13383-1
1
st
2
nd
1.1
ste
deeersteInterceptiezone(hetdichtstindebuurtvan
hetobjectschip)geefteenboeg-boeg-aanvaringaan.
2.2
de
detweedeInterceptiezone(weergegevenhetverst
uitdebuurtvanhetobjectschip)staatvoorhetobjectschip
datuvanachterenovervaart.
Bijhetwijzigenvandekoersendesnelheid,dienenbeide
Interceptiezonestewordenontweken.
Scenario2,voorbeeldenvankoerswijziging
2
3
4
D13380-1
1
1.WijzigingvandekoersomvóórdeInterceptiezonelangste
varen.Alshetobjectschipsnellervaartdanuwschip,vaart
uachterhetobjectlangs.
2.WijzigingvandekoersomvóórdeeersteInterceptiezone
langstevaren.Hoeweldezekoerswijzigingvoldoendeisom
eenboeg-boeg-aanvaringtevoorkomen,isereentweede
Interceptiezoneontstaanwaarhetobjectuvanachteren
kanovervaren.
3.Wijzigingvandekoersomtussende2Interceptiezones
doortevaren.Ditlijktdesnelsteoptie.Weesvoorzichtig
omdathetgattussendetweeInterceptiezoneszichsnelkan
sluiten,vooralwanneerudesnelheidvanuwschipverlaagt.
4.Wijzigingvandekoersomruimachterhetobjectschip
endeInterceptiezonelangstevaren.Dezemanoeuvre
heeftdevoorkeur,omdathetdekoersvanuwschipopde
juistewijzeverandertzodathetzichvoldoendebuitende
Interceptiezonevanhetobjectbevindtenopeenveilige
afstandachterhetobjectlangsvaart.Dezemanoeuvrelaat
uwkoerswijzigingookduidelijkaanhetobjectschipzien.
AIS(AutomaticIdenticationSystem)
119
Scenario2,voorbeeldenvansnelheidswijziging
1
25 Kts
2
15 Kts
3
10 Kts
4
5 Kts
D13381-1
1.Versnellendesnelheidvanhetschipverhogenomvoor
hetobjectschiplangstevaren.Weesvoorzichtig,eris
altijdsprakevaneeninherentrisicowanneeruvóórandere
schepenlangsvaart.
2.Geenveranderinghetnietwijzigenvandesnelheid
wordtnietaanbevolen,omdatdittoteenaanvaringkan
leiden.
3.Vertragenwanneerudesnelheidverlaagt,kanditertoe
leidendatde2Interceptiezonesdichterbijelkaarkomen
ofsamenkomentot1zone.
4.Vertragenwanneerudesnelheidvoldoendeverlaagt,
kanhetobjectschipveiligvooruwschiplangsvarenende
Interceptiezone(s)ontwijken.
Voorbeeldscenario3beideschepenvaren
metdezelfdesnelheid
Opmerking:Dezescenario'szijnalleenvoorbeelden.
Koerswijziging
Wanneerbeideschepenmetdezelfdesnelheidvaren,dienen
koerswijzigingentewordendoorgevoerdovereenkomstigde
richtlijnenindevoorbeelden1en2.
Snelheidswijziging
Wanneerbeideschepenmetdezelfdesnelheidvaren,verandert
hetaanvaringsscenariowanneeruuwsnelheidwijzigtinéén
vandescenario'sbeschrevenindevoorbeelden1en2.
Objectinterceptieinschakelen
AfbeeldingenvoorObjectinterceptiezijnstandaard
uitgeschakeld.Zekunnenwordeningeschakeldopdepagina
Objectintercepties,datukuntopenenvanuithetmenuvande
Kaart-toepassing.
1.ZorgervoordatdeAIS-laagisingeschakeld.
DeAIS-laagkanwordeningeschakeldvanuithet
Lagen-menu(Menu>Presentatie>Lagen).
2.OpendepaginaObjectinterceptie:(Menu>Radar&AIS>
Aanvaringsinformatie>Objectintercepties,ofMenu>
AIS>Aanvaringsinformatie>Objectintercepties).
3.SelecteerdeschuifregelaarzodatAanwordtweergegeven.
4.SelecteerhetkaderAfstandvooruitenselecteerdegewenste
Interceptieafstand.
5.SelecteerTerugofSluitenomterugtekerennaarhetvorige
menuofnaarhetschermvandeKaart-toepassing.
AfbeeldingenvoorObjectinterceptiewordennuweergegeven
vooralleAIS-objectendiekruisenmetuwhuidigekoersbinnen
degespeciceerdeInterceptieafstand,opbasisvanuwhuidige
snelheidendekoersensnelheidvanhetobject,diezijnafgeleid
vanhunAIS-gegevens.
Objectinterceptievoorindividueleobjecten
weergeven
Afbeeldingenvoorobjectinterceptiekunnenworden
weergegevenvoorindividueleobjectenalsudezewiltvolgen
ofonderscheppen.
1.ZorgervoordatdeAIS-laagisingeschakeld.
DeAIS-laagkanwordeningeschakeldvanuithet
Lagen-menu(Menu>Presentatie>Lagen).
2.SelecteereenAIS-object.
3.OpenhetcontextmenuenselecteerInterceptiesweergeven
zodatAanisgeselecteerd.
Afbeeldingenvoorobjectinterceptiewordennuweergegeven
voorhetgeselecteerdobject,daarbijmaakthetnietuitofhet
objectuwvaarroutekruistofniet(wanneeruwvaarroutesniet
kruisen,wordtalleendeCOG-lijnweergegeven).
120
LightHouseMFDoperationinstructions
12.10Ontmoeting(Objectinterceptie)
HetInterceptiepuntwordtweergegevenwanneerueen
individueleInterceptieuitvoert.Ditkanwordengebruiktom
bevriendeschepenteontmoetenofvoorloodsbotenende
kustwachtomschepenteonderscheppen.HetInterceptiepunt
wordtweergegevenbinnendeInterceptiezone.
Bijhetuitvoerenvaneenindividueleinterceptiezetuuwschipop
aanvaringskoersmethetobjectschip.HetisNOODZAKELIJK
datuuwkoersverandertnaareenparallellekoersomeen
aanvaringtevoorkomen.
Vereisten:
UdientopdehoogtetezijnvandeIRPCS.
UdientvertrouwdtezijnmetdeAIS-functie.
UdientgoedinzichttehebbenindefunctieObjectinterceptie.
D13387-1
1.Afbeeldingeneersteobjectinterceptie
2.Daadwerkelijkebewegingenvanhetschipvoorhet
uitvoeringvaneenontmoeten.
EenindividueleObjectinterceptieuitvoeren
Vereisten:
DeAIS-laagmoetzijningeschakeld
1.SelecteerhetAIS-objectwaarvoorudeinterceptiewilt
uitvoeren.
2.OpenhetcontextmenuenselecteerInterceptiesweergeven
zodatAanisgeselecteerd.
Erwordennuafbeeldingenvoorobjectinterceptie
weergegevenvoorhetgeselecteerdeobject.
Alsergeeninterceptiepuntwordtweergegeven,danheeft
uwschipnietvoldoendesnelheidomhetobjectschipinte
halen.Udientteversnellenofhetobjectschiptevragen
langzamertegaanvaren.
3.BeginmetnavigerennaarhetInterceptiepunt.
RememberWanneerhetobjectbeweegt,beweegt
hetInterceptiepuntovereenkomstig.Dekoersdientte
wordenaangepastzodatuwCOG-lijnenkruisenophet
Interceptiepunt.
4.Pasdekoersensnelheidzonodigaanomhetobjectinte
halen.
5.Zorgervoordatuuwkoerswijzigtnaareenparallellekoers
voordatuhetinterceptiepuntbereikt.
12.11Veiligheidskritische
AIS-informatieweergeven
Doehetvolgendeindekaart-ofradartoepassing:
1.SelecteerhetAIS-object.
HetAIS-objectcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerAIS-gegevenszodatAanisgemarkeerd.
WanneeruAIS-gegevensselecteertwordtheenenweer
geschakeldtussenAanenUit.
DeveiligheidskritischeAIS-gegevenswordennuweergegeven
naasthetobjectindetoepassing.
AIS(AutomaticIdenticationSystem)
121
12.12GedetailleerdeAIS-
objectinformatieweergeven
Doehetvolgendeindekaart-ofRadar-toepassing:
1.SelecteereenAIS-object.
HetAIS-object-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerAIS-gegevensbekijken.
AIS-gegevens
DevolgendeAIS-gegevensworden,wanneerbeschikbaar,
weergegevenopuwMFD:
Type
Status
Bestemming
Laatstgezien
ETA
MMSI
Callsign
IMO-nr.
Lengte
Breedte
Diepgang
Koers
Rotatie
Positie
COG
SOG
CPA
TCPA
Opmerking:Debeschikbaarheidvangegevenshangtafvan
welkeinformatiewordtuitgezondendoorhetobjectenhet
typeAIS-unitdatopuwsysteemisaangesloten.
12.13StilleAIS-modus
MetdestilleAIS-moduskuntudezendfunctievanuw
AIS-apparatuuruitschakelen.Ditishandigwanneerude
AIS-gegevensvanuwschipnietnaarandereAIS-ontvangerswilt
sturen,maarwelgegevenswiltontvangenvanandereschepen.
Opmerking:NietalleAIS-apparatuurondersteuntstille
modus.Voormeerinformatieraadpleegtudedocumentatie
vanuwAIS-unit.
DeStillemoduskanAanenUitwordengezetinhetAIS-menu.
DeplaatsvanAIS-menuhangtafvandetoepassingende
Lagendieuhebtingeschakeld:
Radar-toepassing:Menu>AIS.
Kaart-toepassingmetdeRadar-enAIS-lageningeschakeld:
Menu>Radar-&AIS>AIS-opties>Stillemodus:
Kaart-toepassingmetalleendeRadar-laagingeschakeld:
Menu>Radar>AIS-opties>Stillemodus:
Kaart-toepassingmetalleendeAIS-laagingeschakeld:Menu
>Radar>AIS-opties>Stillemodus:
122
LightHouseMFDoperationinstructions
12.14AIS-veiligheidsmeldingen
WanneerAIS-veiligheidsmeldingenzijningesteldop
Aan,wordenallebinnenkomendeveiligheidsberichtenvan
omliggendeschepen,kuststationsenmobielestations
weergegevenineendialoogvenster.
Indienbekendwordtinhetberichtdepositievanhetzendende
schipinlengte-/breedtegraadweergegeven.Uhebtdeopties
om:
Hetberichtteverwijderen(OK).
Eenwaypointteplaatsenopuwkaart/radaromdepositievan
hetzendendeschiptemarkeren(Plaatswaypoint).
Naardepositievanhetzendendeschiptegaan(Ganaar
Waypoint).
AIS-veiligheidsmeldingenkunnenwordenin-enuitgeschakeld
inhetinstellingenmenuvandeAIS-unit:(Home-venster>
instellingen>Systeeminstellingen>Externeapparaten>
InstellenAIS>AIS-veiligheidsmeldingen.
Opmerking:UontvangtGEENveiligheidsmeldingeninde
Simulatormodus.
12.15Buddy'svolgen
Met'Buddyvolgen'kuntumetAISuitgerustevriendenen
regelmatigecontactentoevoegenaaneen“Buddy-lijst”opuw
MFD.WanneereenschipvanuwBuddy-lijstzichbinnenhet
bereikvanuwAIS-unitbevindt,wordteenBuddy-pictogram
weergegeveninplaatsvandenormalepictogrammen.
Vereisten:
Kaart-toepassingdeAIS-laagmoetzijningeschakeld
Radar-toepassingAIS-objectenmoetenzijningeschakeld
Buddy-
pictogram
onbekend
scheepstype
Buddy-
pictogramjacht
Buddy-
pictogram
schipmethoge
snelheid
Buddy-
pictogram
vrachtschip
DeBuddy-lijstopenen
Doehetvolgendeindekaart-ofradartoepassing:
1.SelecteerhetAIS-Buddyobject.
HetAIS-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerMijnBuddy's.
DeBuddy-lijstwordtweergegeven.
UkuntdeBuddy-lijstookopenenvanuit:
deRadar-toepassing:(Menu>AIS>MijnBuddy's
deKaart-toepassingmetalleendeAIS-laagingeschakeld:
Menu>AIS>AIS-opties>MijnBuddy's.
deKaart-toepassingmetalleendeRadar-laagingeschakeld:
Menu>Radar>AIS-opties>MijnBuddy's.
deKaart-toepassingwaarindeRadar-enAIS-lagenzijn
ingeschakeld:Menu>Radar-&AIS>AIS-opties>Mijn
Buddy's.
EenschiptoevoegenaanuwBuddy-lijst
DoehetvolgendeindeKaart-ofRadar-toepassing:
1.SelecteerhetAIS-object.
HetAIS-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerBuddytoevoegen.
i.SelecteerJaomeennaamintevoerenvoorhet
Buddy-schip
ii.SelecteerNeeomhetschipopteslaaninuwBuddy-lijst
zondereennaamintevoerenvoorhetBuddy-schip.
HetschipwordtnutoegevoegdaanuwBuddy-lijst.
UkuntookAIS-objectentoevoegenaanuwBuddy-lijstdoorze
teselecterenindeLijstgevolgdeobjectenendaarnaBuddy
toevoegenteselecteren.
DegegevensvaneenBuddybewerken
Doehetvolgendeindekaart-ofradartoepassing:
1.SelecteerhetAIS-Buddyobject.
HetAIS-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerMijnBuddy's.
DeBuddy-lijstwordtweergegeven.
3.SelecteerdeBuddydieuwiltbewerken.
4.OmhetMMSI-nummertewijzigenselecteertuBuddy-MMSI
bewerken.
5.SelecteerBuddy-naambewerkenomdeBuddy-naamte
wijzigen.
Ditkanbijvoorbeelddenaamvanhetschipzijn,ofdenaam
vandebevriendeeigenaarvanhetschip.
6.VoerdenieuwegegevensinenselecteerOPSLAAN.
UkeertnuterugnaardeBuddy-lijst.
EenBuddyverwijderen
Doehetvolgendeindekaart-ofradartoepassing:
AIS(AutomaticIdenticationSystem)
123
1.SelecteerhetAIS-Buddyobject.
HetcontextmenuvoorAIS-Buddywordtweergegeven.
2.SelecteerBuddyverwijderen.
3.SelecteerJaomtebevestigen.
DeBuddyisnuverwijderduitdelijst.
AanvullendeBuddy-informatieweergeven
Doehetvolgendeindekaart-ofradartoepassing:
1.SelecteerhetAIS-buddyobject.
HetcontextmenuvoorAIS-buddywordtweergegeven.
2.SelecteerBuddy-gegevenszodatAanisgemarkeerd.
WanneeruBuddy-gegevensselecteertwordtheenenweer
geschakeldtussenAanenUit.
DeBuddy-MMSIen-naamwordennuweergegevennaasthet
pictogramvandebuddy.
124
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk13:Waypoints,RoutesenTracks
Inhoudsopgave
13.1Overzichtwaypointsoppagina126
13.2Routesoppagina134
13.3Tracksoppagina142
13.4Importerenenexporterenoppagina144
13.5Opslagcapaciteitvoorwaypoints,routesentracksoppagina145
Waypoints,RoutesenTracks
125
13.1Overzichtwaypoints
Waypointszijnpositiemarkeringendiewordengebruiktvoorde
navigatie.Uwdisplaykanwaypointsmaken,diedaarnaworden
geselecteerdvooractievenavigatie.
Hetsysteembeschiktovereenaantalfunctiesvoorhetplaatsen,
navigerenenbeherenvanwaypoints,ukuntdezeopenen
vanuithetWaypoints-menuenhetWaypoint-contextmenu.
Waypointswordenophetschermweergegevenmetbehulpvan
waypoint-symbolendieunaarwenskuntaanpassen.Waypoints
kunnenwordengemaakt,verplaatstenverwijderd.Waypoints
kunnenookwordengeïmporteerdengeëxporteerd.
VoorbeeldenvanWaypoint-weergave
WaypointsindeKaart-toepassing
IndeKaart-toepassingwordenzowelactievealsinactieve
waypointsweergegeven.Eenactiefwaypointishetwaypoint
waarunaartoenavigeert.
D117 61-3
1 2
3
NummerOmschrijving
1
Inactiefwaypoint
2
Actiefwaypoint
3Alternatievewaypoint-symbolen
Hetstandaardwaypoint-symbooliseenrode‘X’.Wanneernodig
kunnenalternatievesymbolenwordengebruikt.
WaypointsindeRadar-toepassing
IndeRadar-toepassingwordenzowelactievealsinactieve
waypointsweergegeven.Eenactiefwaypointishetwaypoint
waarunaartoenavigeert.
D117 59-3
21
3
1.Inactiefwaypoint
2.Actiefwaypoint
3.Alternatievewaypoint-symbolen
Hetstandaardwaypoint-symbooliseenrode‘X’.Wanneernodig
kunnenalternatievesymbolenwordengebruikt.
WaypointsindeFishnder-toepassing
WaypointsindeFishnder-toepassingwordenweergegeven
dooreenverticalelijnmethetlabelWPT .
WaypointsenSideVision
BijhetbekijkenvanSideVision
-kanalenwordenwaypoints
weergegevenindevormvanwaypointsymbolenenkunnen
wordengeplaatstvanuithetcontextmenuofmetbehulpvande
knopofhetpictogramWPT.
Waypoint(MOB)-knop/-pictogram
Afhankelijkvanhetmodelmultifunctioneledisplayheeftueen
Waypoint(MOB)-knopofeenpictogramophetscherm.
WPT-knop
cSeries
eSeries
eSSeries
RMK-9-toetsenbord
WPT-picto-
grammen
aSeries
gSSeries
Indezehandleidingstaatdeterm:SelecteerWPTvoorhet
indrukkenvandefysiekeWPT-knopofhetindrukkenvanhet
WPT-pictogramophetscherm.
Waypoint-contextmenu
Wanneerudecursoropeenwaypointindekaart-of
radartoepassingplaatstwordteencontextmenuweergegeven
metdewaypoint-positiegegevensenmenu-items.
126
LightHouseMFDoperationinstructions
Hetcontextmenugeeftdevolgendepositiegegevensvoorhet
waypointtenopzichtevanuwschip:
Breedtegraad
Lengtegraad
Afstand
Peiling
Voorinactievewaypointszijndevolgendemenu-items
beschikbaar:
GanaarWaypoint
Volgenvanafhier(alleenbeschikbaarwanneerhetwaypoint
deeluitmaaktvaneenroute.)
Waypointbewerken
Waypointwissen
Waypointverwijderen(alleenbeschikbaarwanneerhet
waypointdeeluitmaaktvaneenroute.)
Waypointverplaatsen
Meten
Routemaken
Objectovernemen(alleenbeschikbaaralsdeRadar-laag
isingeschakeld.)
Thermischecamerazwenken(alleenbeschikbaarwanneer
dethermischecameraisaangeslotenenfunctioneert.)
Vooractievewaypointszijndevolgendemenu-items
beschikbaar:
StopGanaar
XTEherstarten
DoorgaannaarvolgendWaypoint
Meten
Routemaken
Objectovernemen(alleenbeschikbaaralsdeRadar-laag
isingeschakeld.)
Thermischecamerazwenken(alleenbeschikbaarwanneer
dethermischecameraisaangeslotenenfunctioneert.)
Hetcontextmenuopenen
1.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.Beweegdecursoroverhetgebiedofobjectendrukop
deOk-knop.
2.HybridTouch-displaysendisplaysmetalleentouchscreen:
i.Selecteereengebiedofobjectenhoudhetvast,of
ii.WanneerhetKaart-bijschriftwordtweergegeven,
selecteertuhetkadervanhetbijschrift.
Plaatsingvanwaypoints
Eenwaypointplaatsen
Ukunteenwaypointplaatsenopeenmultifunctioneeldisplay
mettouchscreendoordeonderstaandestappentevolgen.
D117 63-2
DoehetvolgendeindeKaart-,Radar-ofFishnder-toepassing:
1.Selecteerdegewenstelocatieophetschermenhouddeze
vast.
Hetcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerWaypointplaatsen.
Hetdialoogvenster"Waypointopgeslagen"wordt
weergegeven.
3.SelecteerhetSymbool-veldomhetsymbooldatwordt
gebruiktomhetwaypointweertegevenindeKaart-of
Radar-toepassingtewijzigen.
4.SelecteerhetNaam-veldomdenaamvanhetwaypointte
wijzigen.
5.SelecteerhetGroep-veldomdegroepwaaraanhet
waypointistoegewezentewijzigen.
6.SelecteerOKomdewaypointgegevenstebevestigen.
Opmerking:Alsergedurende5secondengeeninteractie
istussendegebruikerenhetdialoogvensterWaypoint
opgeslagen,danwordthetWaypointopgeslagenmet
destandaardinstellingenenwordthetdialoogvenster
automatischgesloten.
Eenwaypointplaatsen
DoehetvolgendeindeKaart-,Radar-ofFishnder-toepassing:
1.Plaatsdecursoropdegewenstepositie.
2.DrukopdeWPT-knop.
Hetcontextmenuwordtweergegeven.
3.SelecteerWaypointplaatsen.
Hetdialoogvenster"Waypointopgeslagen"wordt
weergegeven.
4.SelecteerhetSymbool-veldomhetsymbooldatwordt
gebruiktomhetwaypointweertegevenindeKaart-of
Radar-toepassingtewijzigen.
5.SelecteerhetNaam-veldomdenaamvanhetwaypointte
wijzigen.
6.SelecteerhetGroep-veldomdegroepwaaraanhet
waypointistoegewezentewijzigen.
7.SelecteerOKomdewaypointgegevenstebevestigen.
Opmerking:Alsergedurende5secondengeeninteractie
istussendegebruikerenhetdialoogvensterWaypoint
opgeslagen,danwordthetWaypointopgeslagenmet
destandaardinstellingenenwordthetdialoogvenster
automatischgesloten.
Waypoints,RoutesenTracks
127
Eenwaypointplaatsenopdepositievanuwschip
Naastdeinformatieoverdepositie,wordtvooreenwaypointdat
wordtgeplaatstopdepositievanhetschipinformatievastgelegd
overdetemperatuurendeecholooddiepte(alsdedaarvoor
bestemdesensorenzijnaangeslotenopuwsysteem).
DoehetvolgendeindeKaart-,Radar-ofFishnder-toepassing:
1.SelecteerWPT.
Hetwaypoint-menuwordtweergegeven.
2.SelecteerWPTopnieuwofselecteerWaypointplaatsen
opschipinhetmenu.
Hetdialoogvenster"Waypointopgeslagen"wordt
weergegeven.
3.SelecteerhetSymbool-veldomhetsymbooldatwordt
gebruiktomhetwaypointweertegevenindeKaart-of
Radar-toepassingtewijzigen.
4.SelecteerhetNaam-veldomdenaamvanhetwaypointte
wijzigen.
5.SelecteerhetGroep-veldomdegroepwaaraanhet
waypointistoegewezentewijzigen.
6.SelecteerOKomdewaypointgegevenstebevestigen.
Opmerking:Alsergedurende5secondengeeninteractie
istussendegebruikerenhetdialoogvensterWaypoint
opgeslagen,danwordthetWaypointopgeslagenmet
destandaardinstellingenenwordthetdialoogvenster
automatischgesloten.
Eenwaypointplaatsenopeenbekendepositie
(breedtegr./lengtegr.)
Ukunteenwaypointplaatsenopeenbepaaldepositiemet
behulpvanbreedte-enlengtegraden:
1.SelecteerWPT.
2.SelecteerWaypointplaatsenopbreedte-/lengtegraad.
Hetdialoogvenster"Waypoint-gegevens"wordt
weergegeven.
3.SelecteerhetveldPositie.
4.Voerdebreedte-/lengtegraadvandepositiein
VoorHybridT ouch-displayskuntudeDraaiknopende
Ok-knopgebruikenomdegewenstecoördinatensnelinte
voeren.
5.SelecteerOPSLAAN.
6.Ukuntookhetsymbool,denaamendegroepvanhet
waypointbewerkendoordebetreffendeveldenteselecteren.
7.SelecteerSluitenofTerugomhetdialoogvenstertesluiten.
Waypoint-groepen
Waypointszijngeorganiseerdingroepen.Standaardworden
allewaypointsindegroep"ONGESORTEERD"geplaatst.
Erkunnennieuwewaypoint-groepenwordengemaaktenieder
waypointkanwordentoegewezenaaneenwaypoint-groep.
Ukuntbijvoorbeeldeenwaypoint-groepmakenmetdenaam
"Vissen"enallewaypointswaaruvishebtgevangenindie
groepplaatsen.
Waypoint-groepenkunnenwordenbeheerdvanuitde
Waypoint-groepenlijst.
7 8 9
5
1 2 3 4
6
D13010-1
1.Sorteren:waypoint-groepenkunnenwordengesorteerd
opnaamofdatumdoorhetSorterenop:-veldteselecteren.
2.Ongesorteerdstandaardwordennieuwewaypoints
toegevoegdaandewaypoint-groepONGESORTEERD.
Wanneereengroepwordtgeselecteerd,wordteenlijst
weergegevenmetallewaypointsdienietzijntoegewezen
aaneenspeciekegroep.
3.Zoekenukuntwaypointszoekenmetbehulpvan
trefwoordendoorZoekenteselecteren.
4.Importeren/exporterenwaypointskunnenworden
geëxporteerdnaarofgeïmporteerdvaneenmicroSD-kaart
doorImporteren/exporterenteselecteren.Raadpleeg4.1
Gebruikersgegevensengebruikersinstellingenopslaanvoor
meerinformatie.
5.AllewaypointswanneeruALLEWAYPOINTS
selecteert,wordteenlijstweergegevenmetallewaypoints
dieopuwsysteemzijnopgeslagen.
6.Waypoint-groepenallewaypoint-groepenworden
weergegevenindelijst.
7.Nieuwegroeperkaneennieuwewaypoint-groepworden
toegevoegddoorNieuwegroepteselecteren.
128
LightHouseMFDoperationinstructions
8.Nieuwwaypointnieuwewaypointskunnenhandmatig
wordentoegevoegddoorNieuwewaypointteselecteren.
9.Weergeven/verbergenukuntkiezenwelke
waypoint-groepenwordenweergegevenenwelkegroepen
wordenverborgendoordebetreffendegroepteselecteren
indelijstendaarnaWeergeven/verbergenteselecteren.
Wanneerueenwaypoint-groepselecteertindelijst,wordt
eenlijstmetallewaypointsindegroepweergegeven.Erzijn
aanvullendefunctiesbeschikbaardieuhelpenuwwaypoints
tebeheren.
D13013-1
5 6 7 8
4
1 2 3
1.Sorterenop:sorteertwaypointsopnaam,bereik,
symboolofdatum.
2.Zoekenzoekwaypointsmetbehulpvantrefwoorden.
3.Exporterenexporteertdewaypoint-groepdieopdat
momentwordtweergegevennaareengeheugenkaart.
4.Waypoint-groepditisdeopdatmomentgeselecteerde
waypoint-groep.
5.Groephernoemendehuidigegroephernoemen.
6.Wptswissenwistallewaypointsindegroep.
7.Wptsverplaatsenverplaatstallewaypointsindegroep.
8.Symbooltoewijzenwijsteennieuwsymbooltoeaan
allewaypointsindegroep.
Dewaypoint-groepenlijstweergeven
Doehetvolgendeineenwillekeurigetoepassing:
1.SelecteerWPT.
2.SelecteerWaypoints.
Dewaypoint-groepenlijstwordtweergegeven.
Eennieuwewaypoint-groepmaken.
Doehetvolgendewanneerdewaypoint-groepenlijstwordt
weergegeven:
1.SelecteerNieuwegroep.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
2.Gebruikhetschermtoetsenbordomdegewenstenaaminte
voerenvoordenieuwegroep.
3.SelecteerOPSLAAN.
Eenwaypoint-groephernoemen
DoehetvolgendewanneerdeWaypoint-groepenlijstwordt
weergegeven:
1.Selecteerdegroepdieuwilthernoemen.
Degroepsgegevenswordenweergegeven.
2.SelecteerGroephernoemen.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
3.Gebruikhetschermtoetsenbordomdegroepsnaamzonodig
tewijzigen.
4.SelecteerOPSLAAN.
Eennieuwsymbooltoewijzenaaneenwaypoint-groep
Ukunteennieuwwaypoint-symbooltoewijzenaanalle
waypointsineengroep.
DoehetvolgendeindeWaypoints-groepenlijst:
1.Selecteerdegroepwaaraanueennieuwwaypoint-symbool
wilttoewijzen.
Erwordteengroepsdetaillijstweergegevenmetalle
waypointsindegeselecteerdegroep.
2.SelecteerSymbooltoewijzen.
Erwordteenlijstweergegevenmetallebeschikbare
symbolen.
3.Selecteerhetsymbooldatuwiltgebruikenvoordewaypoints
indegeselecteerdegroep.
Erwordteenbevestigingsdialoogvensterweergegeven.
4.SelecteerJaomdenieuwesymbolentoetepassenopde
waypoints,ofselecteerNeeomteannuleren.
Eenwaypointverplaatsennaareenanderegroep
DoehetvolgendewanneerdeWaypoint-groepenlijstwordt
weergegeven:
1.SelecteerALLEWAYPOINTS.
Erwordteenlijstweergegevenmetallewaypointsopuw
systeem.
2.Selecteerhetwaypointdatuwiltverplaatsen.
DeWaypoint-detailpaginawordtweergegeven.
3.SelecteerhetGroep-veld
Erwordteenlijstmetallegroepenweergegeven.
4.SelecteerdeGroepwaarnaaruhetwaypointwilt
verplaatsen,of
5.SelecteerNieuwegroepmakenomhetwaypointnaareen
nieuwegroepteverplaatsen.
Hetwaypointwordtverplaatstnaardenieuwegroep.
Allewaypointsineengroepverplaatsennaareenandere
groep
Ukuntallewaypointsineengroepverplaatsennaareenandere
groep.
DoehetvolgendewanneerdeWaypoints-groepenlijstwordt
weergegeven:
1.Selecteerdegroepdiedewaypointsbevatdieuwilt
verplaatsen.
2.SelecteerWptsverplaatsen.
Erwordteenlijstmetallegroepenweergegeven.
3.Selecteerdegroepindelijstwaarnaarudewaypointswilt
verplaatsen.
Erwordteenbevestigingsdialoogvensterweergegeven.
4.SelecteerJaomdewaypointsteverplaatsen,ofNeeom
teannuleren.
Dewaypointszijnnuverplaatstnaardenieuwegroep.
Allewaypointsineengroepwissen
Ukuntallewaypointsineengeselecteerdegroepwissen.
Doehetvolgendewanneerdewaypoint-groepenlijstwordt
weergegeven:
1.Selecteerdegroepdiedewaypointsbevatdieuwiltwissen.
Erwordteenlijstweergegevenmetallewaypointsinde
geselecteerdegroep.
2.SelecteerWptswissen.
Erwordteenbevestigingsdialoogvensterweergegeven.
3.SelecteerJaomallewaypointsindegroeptewissen,of
Neeomteannuleren.
Allewaypointsindegeselecteerdegroepwordengewistvanhet
systeemendegroepisnuleeg.
Waypoints,RoutesenTracks
129
Eenwaypoint-groepwissen
Voordatueenwaypoint-groepkuntwissen,dientueerstde
waypointsdieaandiegroepzijntoegewezenteverplaatsen
oftewissen.
Doehetvolgendewanneerdewaypoint-groepenwordt
weergegeven:
1.Selecteerdewaypoint-groepdieuwiltwissen.
2.SelecteerGroepwissen.
Degroepisverwijderdvanhetsysteem.
Waypoint-informatie
Wanneerueenwaypointcreëert,wijsthetsysteeminformatie
toemetbetrekkingtotdegemarkeerdelocatie.Ukuntde
informatieoveriederwaypointdatisgemaaktenopgeslagen
bekijkenenbewerken.
Devolgendeinformatiewordttoegewezenaanofvastgelegd
vooriederwaypoint:
Symbool(erwordteenstandaardsymbooltoegewezen,u
kuntookeenalternatiefselecteren.)
Naam(erwordteenstandaardnaamtoegewezen,ukuntook
eenalternatiefselecteren.)
Positie(breedtegraadenlengtegraadvanhetwaypoint.)
PeilingenBereik(peilingenbereikvanafschip.)
Temperatuur(hiervooriseensensornodig,alleenvoor
waypointsdiewordenvastgelegdopdepositievanhetschip.)
Diepte(hiervooriseensensornodig,alleenvoorwaypoints
diewordenvastgelegdopdepositievanhetschip.)
Datumentijd
Opmerking(ukuntuweigenteksttoevoegenaaneen
waypoint.)
Vanafdewaypoint-informatiepaginakuntuookdevolgende
actiesuitvoeren:
Ganaar(startactievenavigatienaarhetwaypoint.)
Weergevenopkaart(laatdelocatievanhetwaypointzienin
deKaart-toepassing.)
Verwijderen(verwijderhetwaypointuitdewaypoints-lijst.)
Dewaypoint-lijstweergeven
Doehetvolgendeineenwillekeurigetoepassing:
1.SelecteerWPT.
2.SelecteerWaypoint-lijst.
Dewaypoint-lijstwordtweergegeven.
Opmerking:Ukuntdewaypoint-lijstookdirectvanuithet
Home-vensteropenendoorWPTteselecterenofnaar
hetMijngegevens-menutegaanenWaypoint-lijstte
selecteren.
Waypoint-gegevensbewerken
Doehetvolgendewanneerdewaypoint-lijstwordtweergegeven:
1.Selecteerhetwaypointdatuwiltbewerken.
Dewaypoint-informatiepaginawordtweergegeven.
2.Selecteerhetvelddatuwiltbewerken.
3.Gebruikhetschermtoetsenbordomdewijzigingenin
tevoeren,selecteerdaarnadeknopOPSLAANophet
schermtoetsenbord.
EenWaypointbewerkenmetbehulpvanhetcontextmenu
Doehetvolgendewanneerdetoepassingspaginais
weergegeven:
1.Selecteerhetwaypoint-symboolophetscherm.
Hetwaypoint-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerWaypointbewerken.
Hetdialoogvenster"Waypointbewerken"wordt
weergegeven.
3.Selecteerhetvelddatuwiltbewerken.
4.Gebruikhetschermtoetsenbordomdewijzigingenin
tevoeren,selecteerdaarnadeknopOPSLAANophet
schermtoetsenbord.
Waypointsverplaatsen
EenWaypointverplaatsenmetbehulpvanhetcontextmenu
Doehetvolgendewanneerdetoepassingspaginais
weergegeven:
1.Selecteerhetwaypoint-symboolophetscherm.
Hetwaypoint-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerWaypointverplaatsen.
3.Selecteerdenieuwepositievoorhetwaypoint.
Eenwaypointverplaatsendoornieuwecoördinateninte
voeren
Doehetvolgendewanneerdewaypoint-lijstwordtweergegeven:
1.SelecteerAllewaypoints.
2.Selecteerhetbetreffendewaypoint.
Dewaypoint-informatiepaginawordtweergegeven.
3.SelecteerhetveldPositie.
4.Gebruikhetschermtoetsenbordomdewijzigingenin
tevoeren,selecteerdaarnadeknopOPSLAANophet
schermtoetsenbord.
Waypointswissen
EenWaypointwissenmetbehulpvanhetcontextmenu
Doehetvolgendewanneerdetoepassingspaginais
weergegeven:
1.Selecteerhetwaypoint-symboolophetscherm.
Hetwaypoint-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerWaypointwissen.
Hetpop-up-berichtWaypointwissenwordtweergegeven.
3.SelecteerJaomtebevestigenofNeeomteannuleren.
Eenwaypointwissenmetbehulpvandewaypoint-lijst
Doehetvolgendewanneerdewaypoint-lijstwordtweergegeven:
1.SelecteerAllewaypoints.
2.Selecteerhetwaypointdatuwiltwissen.
Dewaypoint-informatiepaginawordtweergegeven.
3.SelecteerWissen.
Hetpop-up-berichtWaypointwissenwordtweergegeven.
4.SelecteerJaomtebevestigenofNeeomteannuleren.
130
LightHouseMFDoperationinstructions
Allewaypointswissen
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerMijngegevens.
2.SelecteerImporteren/Exporteren.
3.SelecteerWissenvansysteem.
4.SelecteerWaypointswissenvansysteem.
Erwordteenlijstweergegevenmetallewaypoint-groepen.
5.SelecteerAlleswissen.
Erwordteenberichtweergegevenomhetverwijderente
bevestigen.
6.SelecteerJaomtebevestigenofNeeomteannuleren.
Waypoint-zoekfunctie
MetdeWaypoint-zoekfunctiekuntuwaypointszoekenopuw
systeem.
DezoekfunctieisbeschikbaardoorZoekenteselectereninde
Waypoints-lijst.
Ukuntwaypointszoekenop:
Naamoftrefwoord
Symbool
Gebied
Vanuitdezoekresultatenkuntuallewaypointsinde
resultatenlijstwissen,zeverplaatsennaareenbestaandeof
nieuwewaypoint-groepofallewaypointstoewijzenaanhetzelfde
waypoint-symbool.
Zoekennaarwaypointsopnaamoftrefwoord
Ukuntnaarwaypointszoekenopnaamofoptrefwoord.
DoehetvolgendeindeWaypoints-lijst:
1.SelecteerZoeken.
DepaginaZoekenwordtweergegeven.
2.Gebruikhettoetsenbordophetschermomdewaypoint-naam
ofhettrefwoordintevoeren.
3.SelecteerZoeken.
Dezoekresultatenwordenweergegeven.
4.SelecteerWaypointswissenomdelijstmetwaypointsvan
uwsysteemtewissen,of
5.SelecteerWaypointsverplaatsenomdewaypointsnaar
eennieuweofbestaandegroepteverplaatsen,of
6.SelecteerSymbooltoewijzenomeennieuwsymbooltoete
wijzenaanallewaypointsindelijstmetzoekresultaten.
Ukuntookeenwaypointselecterenindelijstomdegegevens
ervantebekijken,ofeenGanaarintestellenofhetwaypointin
deKaart-toepassingweertegevenalsudelijsthebtgeopend
vanuitdeKaart-toepassing.
Naarwaypointszoekenopsymbool
Ukuntwaypointszoekenopsymbool.
DoehetvolgendeindeWaypoints-lijst:
1.SelecteerZoeken.
DepaginaZoekenwordtweergegeven.
2.SelecteerSymbool.
Hetwaypoint-symboolwordtweergegeven.
3.Selecteerhetsymbooldatistoegewezenaandewaypoints
waarnaaruwiltzoeken.
Erwordteenlijstweergegevenmetallewaypointsdiehet
geselecteerdesymboolgebruiken.
4.SelecteerWaypointswissenomdelijstmetwaypointsvan
uwsysteemtewissen,of
5.SelecteerWaypointsverplaatsenomdewaypointsnaar
eennieuweofbestaandegroepteverplaatsen,of
6.SelecteerSymbooltoewijzenomeennieuwsymbooltoete
wijzenaanallewaypointsindelijstmetzoekresultaten.
Ukuntookeenwaypointselecterenindelijstomdegegevens
ervantebekijken,ofeenGanaarintestellenofhetwaypointin
deKaart-toepassingweertegevenalsudelijsthebtgeopend
vanuitdeKaart-toepassing.
Naarwaypointszoekenopgebied
Ukuntnaarwaypointszoekendooreengebiedteselecteren
indeKaart-toepassing.
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerMijngegevens.
3.SelecteerWaypoints.
Dewaypoint-lijstwordtweergegeven.
4.SelecteerZoeken.
DepaginaZoekenwordtweergegeven.
Waypoints,RoutesenTracks
131
5.SelecteerGebied.
DeKaart-toepassingwordtweergegevenenhetMenu
Gebiedzoekenisgeopend.
6.Selecteerdepositievandeeerstehoekvanhetzoekgebied.
7.Selecteerdepositievanhettegenoverliggendepuntvanhet
zoekgebied.
Erwordteenvakgetekendophetschermvoorhet
geselecteerdegebied.
Alshetvakopdeverkeerdeplekwordtgetekend,kuntueen
nieuwegebiedtekenendoor2nieuwehoekpuntentekiezen.
8.SelecteerZoekeninhetmenu.
Erwordteenlijstweergegevenmetallewaypointsinhet
geselecteerdegebied.
9.SelecteerWaypointswissenomdelijstmetwaypointsvan
uwsysteemtewissen,of
10.SelecteerWaypointsverplaatsenomdewaypointsnaar
eennieuweofbestaandegroepteverplaatsen,of
11.SelecteerSymbooltoewijzenomeennieuwsymbooltoete
wijzenaanallewaypointsindelijstmetzoekresultaten.
Ukuntookeenwaypointselecterenindelijstomdegegevens
ervantebekijken,eenGanaarintestellenofhetwaypointinde
Kaart-toepassingweertegeven.
Waypoint-symbolen
Eriseenaantalwaypoint-symbolenbeschikbaar,diekunnen
wordengebruiktomverschillendesoortenwaypointsweerte
geven.
ZwartkruisRoodkruis
ZwartecirkelRodecirkel
ZwartvierkantRoodvierkant
ZwartedriehoekRodedriehoek
Blauwkruis
Groenkruis
Blauwecirkel
Groenecirkel
Blauwvierkant
Groenvierkant
Blauwedriehoek
Groenedriehoek
AnkerWrak
Boei
Brandstof
ToilettenRestaurant
HellingLetop
Groenracesymbool
tegenklokin
Groenracesymboolmet
klokmee
Geelracesymbool
tegenklokin
Geelracesymboolmet
klokmee
Roodracesymbool
tegenklokin
Roodracesymboolmet
klokmee
MarkeringRestrictie
BodemmarkeringBovenmarkering
Startroute
Einderoute
DuikerbenedenDuikerbeneden2
Booreiland
Gevuldecirkel
FAD
(vislokapparaat)
Betonpuin
132
LightHouseMFDoperationinstructions
Zeewier
Oester
Groeneconische
boei
Groeneplatteboei
RodeconischeboeiRodeplatteboei
GeleconischeboeiGeleplatteboei
FuikKreupelhout
Voorkeursmarkerin-
gen
Zuil
KlipVis
Vis1sterVis2sterren
Vis3sterren
Schoolmetvis
Kreeft
Kleinevis
Rotsen
Rif
Privé-rifOpenbaarrif
Doljn
Haai
Spitssnuitvis
Tank
Rifbal
Zeilboot
Sportvisser
Trawler
ZwemmerMartini
BoomToren
Hillofheuveltop
Brug
VliegtuigAuto
Schedel
DiamantT
Diamantkwart
Gevuldedriehoek
Waypoint-groepenweergevenenverbergen
Doehetvolgendeindekaart-ofRadar-toepassing:
1.SelecteerWPT.
2.SelecteerWptsweergevenop:kaart,ofWptsweergeven
op:radarafhankelijkvandetoepassingdieuhebtgeopend.
DelijstWaypointweergeven/verbergenwordtweergegeven.
Inhetvoorbeeldhierbovenwordtdedagreisgroepniet
weergegevenindeKaart-toepassing.
3.SelecteerSorterenopomteschakelentussenGroepen
enSymbolen.
Erwordteenlijstmetsymbolenofgroepenweergegeven.
4.SelecteerdeGroepofhetSymboolindelijstdatuwilt
weergevenofverbergen.
AlsWeergevenwordtweergegevenindelijst,danworden
degroepenofsymbolenweergegeven,alsVerbergenwordt
weergegevenindelijst,danwordendegroepenofsymbolen
nietweergegevenindetoepassing.
5.Herhaalstap4vooriederewaypoint-groepof-symbooltype
datuwiltweergevenofverbergen.
6.Alsalternatiefkuntuookallewaypointsweergevenof
verbergen,daarvoorselecteertuAllesweergevenofAlles
verbergenomallewaypointsweertegevenofteverbergen.
Ukuntdelijstmetwaypointsensymbolenopenenvanhet
toepassingsmenu:
Kaart-toepassing:Menu>Mijngegevens>Waypoints.
Radar-toepassing:Menu>Presentatie>Selecteer
waypointsomweertegeven.
Waypoints,RoutesenTracks
133
13.2Routes
Eenrouteiseenreekswaypointsdienormaalgesprokenwordt
gebruiktbijrouteplanningennavigatie.
Eenroutewordtophetschermweergegevenalseenreeks
waypointsdiezijnverbondendooreenlijn.
D
117 50-1
Route-eigenschappen
Erzijneenaantalroute-eigenschappenbeschikbaarvoorhet
maken,navigerenenbeherenvanroutes.
Metderoute-eigenschappenkuntu:
Eenroutemakenenopslaanvoorlatergebruik(opgeslagen
inderoutelijst).
Routesnavigeren(volgen).
Ophetsysteemopgeslagenroutesbeherenenbewerken.
Eenroutemakenvaneenbestaandetrack.
Ukuntderoute-eigenschappenopenenvanuitde
Kaart-toepassing:
dooreenbestaanderouteteselecteren.
doordeoptieRoutemakeninhetkaartcontextmenute
gebruiken.
doorhetmenuvandeKaart-toepassingtegebruiken:Menu>
Navigatie>RoutevolgenofRoutemaken.
Opmerking:Ukuntderoutelijstookopenenvanuithet
Home-vensterdoorMijngegevensendaarnaRouteste
selecteren.
Routesopbouwen
Eenroutekanbestaanuiteencombinatievan:
Nieuwewaypoints
Bestaandewaypoints
Eenbestaandetrack
Iederekeerdateenwaypointwordttoegevoegd,wordteen
indexcijfertoegewezendatovereenkomtmetdepositieervan
inderouteenhetwordtopdekaartgetekendmethetopdat
momentgespeciceerdesymbool.Hetvolgendedientteworden
opgemerkt:
Wanneereenroutewordtopgebouwdishetnietactiefenniet
vaninvloedopuwhuidigenavigatie.
Ukunteennieuweroutenietopslaanwanneeréénofmeer
waypointsdaarinopdatmomentactiefzijn.
Eenroutemaken
Ukunteenrouteopeenmultifunctioneeldisplaymet
touchscreenmakendoordeonderstaandestappentevolgen.
D117 62-1
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteereenlocatieophetschermenhouddezevast.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerRoutemaken.
Hetmenu'Routemaken'wordtweergegeven.
3.Selecteereenlocatieophetschermalsstartpositie.
4.Selecteerrelevantelocatiesvoordevolgendewaypointsin
dejuistevolgorde.
Deroutewordtopgeslagenenweergevenalsallewaypoint
zijngeplaatst.
5.WanneeruwroutecompleetisselecteertuRoutemaken
voltooien.
Erwordteenpop-upberichtmet'Routemakenvoltooid'
weergegeven.
6.SelecteerVolgenomderoutedirecttevolgen,of
7.SelecteerBewerkenomderoutenaamofderoutekleurte
veranderen,of
8.SelecteerAfsluitenomderouteopteslaanenterugte
kerennaardekaarttoepassing.
Opmerking:Alsueenwaypointhebtgeplaatstopde
verkeerdepositieselecteertuWaypointongedaanmaken
inhetroutemenu.
Eenroutemaken
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerNavigatie.
3.SelecteerRoutemaken.
Hetmenu'Routemaken'wordtweergegeven.
4.SelecteerPlaatsWpt.
5.GebruikdeJoystickomeenlocatieophetschermte
selecteren.
6.DrukopdeOK-knopomheteerstewaypointvanderoutete
plaatsen.
7.GebruikdeJoystickendeOK-knopomdevolgende
waypointsteplaatsen.
Deroutewordtopgeslagenenweergevenalsallewaypoints
zijngeplaatst.
8.WanneeruwroutecompleetisselecteertuRoutemaken
voltooien.
Erwordteenpop-up-berichtmet'Routemakenvoltooid'
weergegeven.
9.SelecteerVolgenomderoutedirecttevolgen,of
10.SelecteerBewerkenomderoutenaamofderoutekleurte
veranderen,of
11.SelecteerAfsluitenomderouteopteslaanenterugte
kerennaardekaarttoepassing.
Opmerking:Alsueenwaypointhebtgeplaatstopde
verkeerdepositieselecteertuWaypointongedaanmaken.
Eenroutemakenmetdewaypoint-lijst
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerNavigatie.
3.SelecteerRoutemaken.
Hetmenu'Routemaken'wordtweergegeven.
4.SelecteerWPT-lijstgebruiken.
Dewaypoint-lijstwordtweergegeven.
5.Selecteerhetgewenstewaypoint.
Ukeertterugnaarhetmenu'Routemaken'.
6.Volgendewaypointstoevoegenaanderoute.
Deroutewordtopgeslagenenweergevenalsallewaypoint
zijngeplaatst.
7.WanneeruwroutecompleetisselecteertuRoutemaken
voltooien.
Erwordteenpop-up-berichtmet'Routemakenvoltooid'
weergegeven.
8.SelecteerVolgenomderoutedirecttevolgen,of
134
LightHouseMFDoperationinstructions
9.SelecteerBewerkenomderoutenaamofderoutekleurte
veranderen,of
10.SelecteerAfsluitenomderouteopteslaanenterugte
kerennaardekaarttoepassing.
Opmerking:Alsuniethetjuistewaypointhebtgeselecteerd,
selecteerdanWaypointongedaanmakeninhetroutemenu.
EenroutemakenmetbehulpvanRacemark-ID's
Ukuntsneleenroutemakendooreenlijstmetracemark-ID's
intevoeren.IedereRacemark-IDmoetuniekzijnenmoet
zijningevoerdinhetveldOpmerkingenvandebetreffende
waypoints.
Racemark-ID's:
mogenalleenalfanumeriekekaraktersbevatten
mogengeenspatiesbevatten
moetenmeteenspatiewordengescheidenvanandere
informatieinhetveld.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerMijngegevens.
2.SelecteerRoutes.
3.SelecteerMakenmetbehulpvanRacemark-ID's.
Erwordteenpop-upmetinstructiesweergegeven,tenziju
eerderNietmeerweergevenhebtgeselecteerd.
4.Alsdepop-upwordtweergegeven,selecteertuDoorgaan.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
5.VoerdebetreffendeRacemark-ID'sinopdejuistevolgorde,
gebruikeenkommatussendeID'sdieuinuwroutewilt
opnemen.
Wanneerubijv.A2,HK,M5,S,4invoertenROUTEMAKEN
selecteert,wordende5waypointsmetdebijbehorendeID's
opgezochtenwordtdaarmeeeenroutegemaakt.
Nadatderouteisgemaakt,kuntudeverschillendewaypoints
selectereneninstructiesvoorrondingtoepassen.
Instructiesvoorrondingtoevoegenaanwaypointsineen
route
Erkunneninstructiesvoorrondingwordentoegevoegdaan
waypointsineenrouteomderichtingaantegevenwaarinhet
schiphetwaypointmoetronden.
OmdeRonding-functietegebruiken,moetdeinstelling
Scheepstypezijningesteldopeenzeilschip.
Doehetvolgendewanneerhetrouteplanwordtweergegeven:
1.Selecteerhetwaypointwaarvoorueenrichtingvanronding
wilttoevoegen.
2.SelecteerRichtingvanronding.
3.Selecteereenrondingsoptie:
Geen
Aanbakboordlaten
Aanstuurboordlaten
Waypointsymbolenmetvoorafgedenieerdeinstructies
voorronding
Sommigewaypointsymbolenhebbenvoorafgedenieerde
instructiesvoorrondingdienietkunnenwordengewijzigdof
verwijderd.
Groeneracemark
tegenklokin
Groeneracemarkmet
klokmee
Geleracemark
tegenklokin
Geleracemarkmetklok
mee
Roderacemark
tegenklokin
Roderacemarkmetklok
mee
Hetkaartbereikaanpassentijdenshetmakenvaneen
route
Doehetvolgendeinhetmenu'Routemaken':
1.GebruikdepictogrammenBereikinzoomenenBereik
uitzoomenophetschermomhetbereikvandekaartte
vergrotenofteverkleinen.
Hetkaartbereikaanpassentijdenshetmakenvaneen
route
Doehetvolgendeinhetmenu'Routemaken':
1.GebruikdeknoppenBereikinzoomenenBereikuitzoomen
omhetbereikvandekaarttevergrotenofteverkleinen.
Eenroutemakenvaneentrack
Ukunteenroutemakenvaneenopgenomentrack.
Wanneereentrackwordtomgezet,creëerthetsysteem
dedichtstbijzijnderouteviahetopgenomentrack,meteen
minimumaantalwaypoints.Iedergecreëerdwaypointwordt
opgeslagenmetdediepte-entemperatuurgegevens(wanneer
vantoepassing)voordiepositie.
Waypoints,RoutesenTracks
135
D
117 52-2
Opmerking:Alsersprakeisvaneentrackonderbreking
wordtalleenhetlaatstesegmentomgezetnaareenroute.
Eenroutemakenvaneentrack
Doehetvolgendeindelijstmettracks:
vanuithetHome-venster:Mijngegevens>Tracks
vanuitdeKaart-toepassing:Menu>Mijngegevens>Tracks
1.Selecteerdetrackdieuwiltomzettenineenroute.
Hetdialoogvenstermettrackoptieswordtweergegeven.
2.SelecteerCreëerroutevantrack.
Wanneerderouteisvoltooidwordtdemaximaleafwijkingvan
deroutetenopzichtevandevastgelegdetrackweergegeven
ineendialoogvensterendenieuweroutewordtaande
routelijsttoegevoegd.Hetkannuwordenweergegeven,
bewerktengewistetc.,opdezelfdemanieralsandereroutes
inhetsysteem.
3.SelecteerOKomtebevestigen.
4.SelecteerBewerkenomdenaamendelijnkleurvande
gecreëerderoutetewijzigen.
Eenroutemakenvanuiteentrackdiewordtweergegeven
opeenkaart
Volgdevolgendestappenvanuitdekaarttoepassing:
1.Selecteerhetgewenstetrack.
Hettrackcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerCreëerroutevantrack.
Wanneerderouteisvoltooidwordtdemaximaleafwijkingvan
deroutetenopzichtvandeopgenomentrackweergegeven
ineenpop-up-berichtendenieuweroutewordtaande
routelijsttoegevoegd.Hetkannuwordenweergegeven,
bewerktengewistetc.,opdezelfdemanieralsandereroutes
inhetsysteem.
3.SelecteerOKomtebevestigen.
4.SelecteerBewerkenomdenaamendelijnkleurvande
gecreëerderoutetewijzigen.
Automatischgenererenvanroutes
Automatischgenererenvanrouteskanwordengebruiktvoorhet
automatischmakenvandekortsteroutetussen2waypoints.
Automatischgenererenvanrouteskanwordengebruiktvoor
hetmakenvannieuweroutesofvoorhettoevoegenvaneen
routetrajectaaneenbestaanderoute.
Degegenereerderouteisgebaseerdopdebeschikbare
gegevensvancompatibelecartograediewordenvergeleken
metdoordegebruikergedenieerdeinstellingen.Bijhet
automatischgenererenvanwaypointswordtvoorkomendat
dezeingebiedenwordengeplaatstdienietvoldoenaandedoor
degebruikergedenieerdeinstellingen.
Belangrijk:Devolgendebeperkingenzijnvantoepassing:
Automatischgenererenvanrouteskanalleenworden
gebruiktvoorhetgenererenvanroutesingebiedendie
wordengedektdooruwcompatibelecartograe.
Automatischgenererenvanrouteskanwordengebruikt
tussenwaypointsdieminderdan100nmuitelkaarliggen.
Automatischgenererenvanroutesgebruiktaltijdde
minimaledieptemetingvandecartograebijhetberekenen
vanroutes.RaadpleeghethoofdstukVerschillendetussen
defunctiesvoorautomatischroutegenererenvoormeer
informatie.
Automatischgenererenvanrouteswerktnietalsde
gegenereerderoutedecapaciteitvoorhetmaximaleaantal
waypointsofroutelengtevanhetMFDoverschrijft.
Automatischgenererenvanrouteswerktooknietalser
onvoldoendecartograschegegevensbeschikbaarzijn.
Letop:Eenvoudigroutemaken-
baggergebieden
DefunctievoorhetmakenvanroutesvanJeppesen
kansommigegevareninbaggergebiedennegeren.
Eenvoudigroutemakenisbedoeldvoorhet
plannenvantrajectentussenhavensennietbinnen
havens.
Waarschuwing:Verkeersscheiding
DefunctiesvanAutomatischgenererenvanroutes
voldoennietaanhetVerkeersscheidingsstelsel
zoalsgeïdenticeerdinregel10vandegewijzigde
InternationaleBepalingenterVoorkomingvan
AanvaringenopZee1972.
Raymarine
®
adviseertudaaromAutomatisch
genererenvanroutesNIETtegebruikenvoorhet
makenvanroutesdieverkeerslijnenpasseren
ofdichtlangsverkeersscheidingslijnenlopen.In
dezesituatiesMOETAutomatischgenererenvan
routeswordenuitgeschakeldendientderouteof
hetroutetrajecthandmatigtewordengemaakt,
waarbijmoetwordenvoldaanaanderegelsuitde
bovengenoemderichtlijnen.
Automatischegenererenvanroutes-compatibele
cartograe
Voorhetautomatischgenererenvanroutesiscompatibele
Navionics
®
-ofC-MAPbyJeppesen-cartograevereist.
DeAutorouting-functievanNavionics
®
isbeschikbaarbijde
volgendecartograe:
Navionics-updates
NavionicsPlatinum
NavionicsPlatinum+
DeDock-to-dock-functievanNavionics
®
isbeschikbaarbij
devolgendecartograe:
Navionics+
NavionicsPlatinum+
Navionics-updates
NavionicsHotmaps
DefunctieEenvoudigroutemakenvanC-MAPbyJeppesen
isbeschikbaarbijdevolgendecartograe:
C-MAP4DMAX+
136
LightHouseMFDoperationinstructions
Automatischgenererenvanroutes-doordegebruiker
gedenieerdeinstellingen
Dedoordegebruikergedenieerdeinstellingenmoetenworden
ingesteldvoordathetautomatischgenererenvanrouteswordt
gebruikt.Deinstellingendiewordengebruiktvoorhetgenereren
vanrouteshangenafvandecartograeleverancier.
Gebruikersinstelling
Navionics
®
Automatischroute
maken
en
Dock-to-dock
C-MAPbyJeppesen
Eenvoudigroute
maken
Minimaleveiligediepte
Minimaleveilige
breedte
Minimaleveilige
hoogte
Raadpleeg3.12Proceduresvooreersteinstellingvoormeer
informatieoverhetinstellenvandevereistedoordegebruiker
gedenieerdeinstellingen.
Verschillentussendefunctiesvoorautomatischroute
genereren
Erzijnbelangrijkeverschillentussendemanierwaarop
Navionics
®
enJeppesen
®
automatischroutesgenereren.
Navionics
®
Automatisch
routemakenen
Dock-to-dock
C-MAPbyJeppesen
Eenvoudigroute
maken
Getijdenhoogte
diepteonderderomp
Automatischroute
makenvermijdt
ondiepegebieden
opbasisvande
doordegebruiker
gedenieerdeinstelling
Minimaleveilige
dieptepluseenextra
veiligheidsmarge
vanNavionics.
Automatischroute
makengaatuitvanhet
laagstegetijdenniveau,
normaalgesproken
hetLaagste
astronomischegetijde
(LowestAstronomical
Tide,LAT).Hetgetijde
kanlagerzijndan
LATtengevolgevan
atmosferischeeffecten
zoalshogeluchtdruk,
windrichting,etc.
Eenvoudigroutema-
kengaatervanuitdat
ersprakeisvanenige
getijdeschommelin-
gen.Degebruiker
moetzijn/haarei-
genveiligheidsmarge
toepassenovereen-
komstigdegeldende
omstandigheden.
Routetrajectendie
doorgebiedenlopen
dieondieperzijndan
dedoordegebruiker
gedenieerdeinstel-
lingMinimaleveilige
dieptewordengemar-
keerdmetsymbolen
voorgevaarlijkeway-
points,hetisbelangrijk
datdezetrajectenwor-
dengecontroleerdom
erzekervantezijndat
ervoldoendediepteis
omgevaarlijkesitua-
tiestevoorkomen.
Breedte-
/hoogtebeperkingen
Automatischroute
makenmaaktgeen
gebruikvande
doordegebruiker
gedenieerde
instellingMinimale
veiligebreedteof
Minimaleveilige
hoogtevoorhet
genererenvanroutes.
Objectenmetbreedte-
/hoogtebeperkingen
wordengemarkeerd
metsymbolenvoor
gevaarlijkewaypoints,
hetisbelangrijkdat
dezetrajectenworden
gecontroleerdomer
zekervantezijndater
voldoenderuimteisom
gevaarlijkesituatieste
voorkomen.
Eenvoudigroute
makengebruiktde
doordegebruiker
gedenieerdeinstelling
Minimaleveilige
breedteenMinimale
veiligehoogteom
vasttestellenofer
voldoenderuimte
is.Degebruiker
moetzijn/haareigen
veiligheidsmarge
toepassen
overeenkomstig
degeldende
omstandigheden.
Hethoogtebasispunt
moetworden
gecontroleerd,omdat
dithetgemiddelde
laagwaterpeil(Mean
HighWaterSprings,
MHWS)ofhethoogste
astronomischegetij
(HighestAstronomical
Tide,HAT)kanzijn.In
beidegevallenkanhet
getijhogerzijndanhet
basispunttengevolge
vanatmosferische
effectenzoalshoge
luchtdruk,windrichting,
etc.
Waypoints,RoutesenTracks
137
BeperkingenvoorEenvoudigroutemakeningesplitst
scherm
DefunctieEenvoudigroutemakenvanJeppesenisbeschikbare
opalleRaymarine-MFD'smetLightHouse
TM
.Enkele
MFD-modellenkunnenechterwanneerdezefunctiewordt
gebruikteenpaginametslechtsééntoepassingweergeven.
Volledigscherm/gesplitstschermAlleenvolledigscherm
eSSeries,allemodellen
a6x
gSSeries,allemodellen
a7x
c12xa9x
e12xc9x
e165
e7/e7D
a12x
EenroutemakenmetbehulpvanAutomatischgenereren
vanroutes
Automatischgenererenvanrouteskanwordengebruiktom
eenvolledigeroutetemakenofkanopiedermomentworden
geactiveerdtijdenshetmakenvaneennieuweroute.
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.SelecteerRoutemakeninhetKaart-contextmenuofhet
menuNavigeren.
Hetmenu'Routemaken'wordtweergegeven.
2.SelecteerAutomatischroutemaken,Dock-to-dock
AutoroutingofEenvoudigroutemakenzodatAanis
geselecteerd.
Hetautomatischemakenvanrouteskanopiedermoment
tijdenshetmakenvanderoutewordenin-enuitgeschakeld.
3.Selecteerdepositieopdekaartwaaruwiltdatderouteof
hetroutetrajectstart.
4.Selecteerdepositieopdekaartwaaruwiltdatderouteof
hetroutetrajecteindigt.
Hetsysteemprobeertautomatischdekortsteveiligeroutete
berekenentussende2punten.
AlsAutomatischgenererenvanrouteseenrouteheeft
kunnenberekenen,danwordtdezeweergegeven.
Waypointsopderoutediezijnberekendmetbehulp
vanAutomatischgenererenvanrouteskrijgeneen
markeringssymbool.
5.Erkunnenvolgenderoutetrajectenwordentoegevoegddoor
devolgendegewenstelocatieopdekaartteselecteren.
6.WanneeruwroutecompleetisselecteertuRoutemaken
voltooien.
Dewaarschuwing'Routemakenvoltooid'wordt
weergegeven.
7.SelecteerAfsluitenomderoutetevoltooienenhetRoute
maken-menutesluiten.
8.SelecteerVolgenomdegegenereerderoutedirecttevolgen.
9.SelecteerBewerkenomdeRouteindeRoutelijstweerte
geven
138
LightHouseMFDoperationinstructions
Ukuntderoutevanuitderoutelijstverderaanpassen.
Hetevaluerenvanderoutelijstisgeengeschiktemanier
omderoutetecontroleren,raadpleegEenautomatisch
gegenereerderouteevaluerenvoorinformatieoverhet
evaluerenvaneenroute.
Nadatautomatischgegenereerderouteszijnvoltooid,gedragen
zezichalsiedereandereroute.
Waarschuwing:Automatisch
genererenvanroutes
RoutesdiewordengemaaktmetAutomatisch
genererenvanroutesmakengebruikvangegevens
vancompatibeleelektronischecartograeendoor
degebruikergedenieerdeinstellingen.
VertrouwnietalleenopAutomatischgenereren
vanroutesomerzekervantezijndathetveilig
isomlangsderoutetenavigeren.UMOETde
voorgestelderoutenauwkeurigevaluerenende
routewaarnodigaanpassenvoordatuhemvolgt.
AutomatischgenererenvanrouteswordtNIET
gebruiktbijhetverplaatsenvanwaypoints
binnenroutes,udientextravoorzichtigtezijn
omerzekervantezijndathetroutetrajectende
verplaatstewaypointsveiligzijn.
Eenautomatischgegenereerderouteevalueren
Voordatueenroutevolgt,dientuallewaypointsenroutetrajecten
teevaluerenomerzekervantezijndathetverstandigisde
routetevolgen.
Doehetvolgendewanneerdevolledigeroutewordt
weergegeven:
1.GebruikBereikinzoomenopderouteom
waarschuwingsgebiedenteidenticeren.
Waarschuwingsgebiedenmoetenwordengeïdenticeerd
doorhetgebruikvanhetWaarschuwingswaypointsymbool
vóórennahetwaarschuwingsgebied.
2.GebruikBereikinzoomenomhetgebiedrondentussende
waarschuwingssymbolennadertebeoordelen.
Inhetonderstaandevoorbeeldlooptderoutevlaklangseen
boeiopdekaart.
3.Nadatderedenvoordewaarschuwingisgeïdenticeerd,
kuntuderouteaanpassendoordewaarschuwingswaypoints
teverplaatsenzodathetwaarschuwingsgebiedwordt
vermeden.
4.Looplangsdegehelerouteomeventueleanderegebieden
teidenticerendieuwaandachtvereisenendienietzijn
gemarkeerdmetwaarschuwingssymbolen.
Belangrijk:Doorverschillenindegedetailleerdheid
endenauwkeurigheidvancartograeopverschillende
zoom-niveaus,kanhetzijndatAutomatischgenererenvan
routesnietallegebiedendieuwaandachtvereisenmarkeert
opderoute.Hetisdaaromvanessentieelbelangdatude
geheleroutecontroleertvoordatuhemvolgt.
Voorbeeldroutetraject
Inhetonderstaandevoorbeeldheeftdeautomatisch
gegenereerderoutedepaalnietalsgevaargeïdenticeerd.
D13331-1
Waypoints,RoutesenTracks
139
Probleemoplossingautomatischgenererenvanroutes
Deinformatiehierondergeeftinformatieoverdewaarschuwingendiekunnenwordenweergegevenbijhetgebruikvanhet
automatischegenererenvanroutes,eenbeschrijvingvandebetekenisvandewaarschuwingendetenemenstappenom
hetprobleemoptelossen.
VoorbeeldwaarschuwingOmschrijvingResolutie
Genererenvanroutegeslaagd
DeroutekanwordengevolgdNADAThijis
geëvalueerdomerzekervandetezijndatde
gegenereerderouteveiligisvooruwschip.
Hetgenererenvanderouteisgeslaagd,de
routelooptechterdichtlangsgebiedenwaarvoor
waarschuwingengelden(bijv.boeiopdekaart).
Dewaarschuwingsgebiedenzijnde
gebiedentussendewaypointsmeteen
waarschuwingssymbool.
Deroutedientalsvolgttewordengeëvalueerd:
Identiceerdewaypointsmethet
waarschuwingssymbool(ditzijnaltijd
parenvan2)enbekijkhetgebiedtussende
waarschuwingssymbolenomderedenvande
waarschuwingteidenticeren.
Verplaatswanneermogelijkdewaypointsom
risico'stevermijden.
Evalueeralleroutetrajectenendewaypoints
omerzekervantezijndathetveiligisomde
routetevolgen.
Hetstart-ofeindpuntvanderoutevoldoet
nietaandeminimaleveiligheidswaardendie
zijngedenieerdindeinstellingenvoorde
Scheepsgegevens.
Destart-eneindwaypointswordengemaakt
engekoppeldmeteenrechtroutetraject,er
zijnechtergeenautomatischgegenereerde
waypointsendewaypointsymbolenzijngewijzigd
inwaarschuwingssymbolen.
Voerdevolgendecontrolesuit:
Controleerofdewaardendiezijngespeciceerd
indeinstellingenvoordeScheepsgegevens
correctzijn.
Gebruikhetcontextmenuomhet
Kaartobjecten-menutecontrolerenop
deexactelocatievandestart-eneindpunten
omvasttestellenofhetDieptebereikvoldoet
aanuwMinimaleveiligediepte.
Opmerking:
Alsergeenminimalewaardevoorde
dieptebeschikbaarisopdegewenste
locatie,wordtuitgegaanvaneen
minimaledieptevan0voet.
Automatischroutegenererenvoegt
eeneigenveiligheidsmargetoevan0,8
mof20%vandeingesteldeminimale
veiligewaarden,welkevanbeide
groteris.
Controleeroferanderegevarenzijndie
ervoorzorgendatergeenroutekanworden
gegenereerd.
Erzijnonvoldoendegegevensbeschikbaarinde
cartograeomderoutetegenereren.
Destart-eneindwaypointswordengemaakt,
erzijnechtergeenautomatischgegenereerde
waypointsendewaypointsymbolenzijngewijzigd
inwaarschuwingssymbolen.
Plaatscompatibelecartograe
Voerupdatevanbestaandecartograeuit
Opmerking:Erkunnengebiedenzijnwaar
nognietvoldoendegegevensbeschikbaarzijn,
ooknietindemeestrecentecartograe.
Destart-eneindpuntenvandegewensteroute
liggenverderdan100nmuitelkaar.
Maakkleinereroutetrajecten,maakbijv.inplaats
vaneenroutevanpuntAnaarpuntBeenroute
vanpuntAnaarpuntBnaarpuntCnaarpuntD,
opdezemanierkaneenroutewordengemaakt
dielangerisdan100nmvooriederroutetraject.
Erkongeenveiligeroutewordengegenereerd
Heteerstewaypointwordtgeplaatstmaarhet
eindwaypointwordtnietgeplaatst.
Controleerhetkaartgebiedlangsdeverwachte
routeomgebiedenteidenticerenwaarniet
doorheenkanwordengenavigeerdalsgevolgvan
obstakelsoflandmassa.
140
LightHouseMFDoperationinstructions
Eenroutebekijkenofbewerken
Erzijnverschillendekenmerkengekoppeldaanroutes.Deze
kunnenwordenbekekenenbewerkt.
Ukunt:
Eenrouteophetkaartschermweergevenofverbergen.
Dedetailsvaneenroutebekijken
Denaamofdekleurvanderoutewijzigen.
Waypointstoevoegenaan,verplaatseninofverwijderenuit
eenroute.
Debreedtevanroutelijnenwijzigen.
Opmerking:Eenactieveroutekanwordenbewerkt,met
uitzonderingvanhetactievewaypoint.Alshetwaypointdat
wordtbewerktactiefwordt,danannuleerthetsysteemde
bewerking.Hetwaypointbehoudtzijnoorspronkelijkepositie.
Routesentracksweergevenofverbergen
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerMijngegevens.
3.SelecteerRoutesofTracks.
4.SelecteerWeergeven/verbergen.
5.Selecteerderouteoftrackomteschakelentussen
WeergevenenVerbergen.
Eenrouteselecterenomtebekijkenoftebewerken
1.Doeéénvandevolgendedingenomdegewensteroutete
selecteren:
SelecteervanuitdeKaart-toepassingeenrouteophet
schermomhetroutecontextmenuweertegeven.
SelecteervanuitdeKaart-toepassing:Menu>Mijn
gegevens>Routesenselecteerdegewensteroutein
delijst.
VanuithetHome-vensterselecteertu:Mijngegevens>
Routesenselecteertudegewensterouteindelijst.
HetRouteplanweergeven
TijdenshetvolgenvaneenroutekanhethuidigeRouteplan
wordenbekekenenbewerkt.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerNavigatie.
2.SelecteerRouteplan.
Opmerking:UkunthetRouteplanookopenendoorRoute
bewerkenteselectereninhetRoute-contextmenu.
Eenwaypointtoevoegenaaneenrouteophetkaartvenster
Volgdevolgendestappenvanuitdekaarttoepassing:
1.Selecteerhetjuistetrajectvanderoute.
Hetroutecontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerWaypointinvoegen.
3.Selecteerdenieuwelocatievoorhetwaypoint.
Hettrajectvanderoutewordtvergrootenbevathetnieuwe
waypoint.
Eenwaypointverwijderenuiteenroute
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.Selecteerhetwaypointdatuwiltwissen.
Hetwaypoint-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerWaypointverwijderen.
Hetdialoogvenster"Waypointverwijderen"wordt
weergegeven.
3.SelecteerJaomtebevestigenofNeeomdeactiete
annuleren.
Dewaypointwordtverwijderduitderoutemaarblijftbeschikbaar.
Eenwaypointineenrouteverplaatsen
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Plaatsdecursorophetwaypointdatuwiltverplaatsen.
Hetwaypoint-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerWaypointverplaatsen.
3.Selecteerdenieuwelocatievoorhetwaypoint.
Routeswissen
Eenweergegevenroutewissen
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteerderoute.
Hetroutecontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerRoutewissen.
Hetpop-up-berichtRoutewissenwordtweergegeven.
3.SelecteerJaomtebevestigenofNeeomdeactiete
annuleren.
Eenroutewisseninderoutelijst
DoehetvolgendeinhetKaart-toepassingsmenuofinhet
Home-venster:
1.SelecteerMijngegevens.
2.SelecteerRoutes.
Deroutelijstwordtweergegeven.
3.Selecteerderoutedieuwiltwissen.
4.SelecteerRoutewissen.
HetdialoogvensterRouteswissenwordtweergegeven.
5.SelecteerJaomtebevestigenofNeeomdeactiete
annuleren.
Opmerking:Ukuntiedereroutewissen,behalvederoutedie
uopdatmomentvolgt.Wanneerueenroutewist,worden
alleendewaypointsdieaandieroutezijngekoppeldgewist.
Allerouteswissen
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerMijngegevens.
2.SelecteerImporteren/Exporteren.
3.SelecteerWissenvansysteem.
4.SelecteerRouteswissenvansysteem.
HetdialoogvensterRouteswissenvansysteemwordt
weergegeven.
5.SelecteerAlleswissen.
Erwordteendialoogvensterweergegevenomhet
verwijderentebevestigen.
6.SelecteerJaomtebevestigenofNeeomdeactiete
annuleren.
Routecontextmenu
Wanneerudecursoropeenrouteindekaarttoepassingplaatst
wordteencontextmenuweergegeven,waarbijhettrajectvande
routeisgemarkeerddoordecursorenmenu-items.
Waypoints,RoutesenTracks
141
Hetcontextmenubevatdevolgendemenu-items:
Routevolgen
Routevolgeninomgekeerderichting
Routeverbergen
Waypointinvoegen
Routebewerken
Routewissen
Routetrajecttoevoegen
Objectovernemen(alleenbeschikbaaralsdeRadar-laag
isingeschakeld.)
Tijdenshetvolgenvaneenrouteveranderendeoptiesvanhet
contextmenunaar:
Stopvolgen
XTEherstarten
DoorgaannaarvolgendWaypoint
Waypointinvoegen
Routebewerken
Routewissenuitgeschakeld
Routetrajecttoevoegen
Objectovernemen(alleenbeschikbaaralsdeRadar-laag
isingeschakeld.)
Hetcontextmenuopenen
1.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.Beweegdecursoroverhetgebiedofobjectendrukop
deOk-knop.
2.HybridTouch-displaysendisplaysmetalleentouchscreen:
i.Selecteereengebiedofobjectenhoudhetvast,of
ii.WanneerhetKaart-bijschriftwordtweergegeven,
selecteertuhetkadervanhetbijschrift.
13.3Tracks
Trackskunnenwordengebruiktomeenpermanenteopnamete
makenvanwaarubentgeweest.Trackszijnopgebouwduit
trackpuntendieautomatischenmetgespeciceerdeintervallen
wordengemaakt.Trackskunnenwordenomgezetinroutesdie
laterkunnenwordengevolgd.
D117 54-2
Iederetrackkantot10.000trackpuntenbevatten,wanneer
detracklimietwordtbereikt,wordtdetrackopgeslagenen
wordtautomatischeennieuwetrackgestart.Erkunnentot15
trackswordenopgeslageneneen16detrackkanactiefzijn(op
datmomentopgenomen),alsdetracklimietisbereiktvoorde
16detrack,wordtdegebruikergevraagdeenbestaandetrack
teverwijderenofdeopnametestoppen,anderswordende
vroegstetrackpuntenoverschrevenmetdenieuwetrackpunten.
Eentrackcreëren
Doehetvolgendeinhetmenuvandekaarttoepassing:
1.SelecteerNavigatie.
2.SelecteerTrackstarten.
Hetpop-up-berichtTrackstartenwordtweergegeven.
3.SelecteerOK.
Tijdenshetnavigerenvanuwschipwordtuwroute
automatischvastgelegd.
Opmerking:Alsdestroomuitvaltterwijleentrackwordt
opgenomen,ofwanneerdepositie-xverlorengaat,ontstaat
eenonderbrekingindetrack.
Opmerking:Alshetmaximaleaantaltrackpuntenisbereikt,
wordtautomatischeennieuwetrackgestart,tenzijudelimiet
vanhetaantaltrackshebtbereikt.
4.OmuwtracktevoltooienselecteertuStoptrackinhet
menuNavigeren:Menu>Navigeren>Stoptrack.
Hetpop-up-berichtTrackgestoptwordtweergegeven.
5.SelecteerOpslaan,WissenofAnnuleren.
Opslaandetrackwordtopgeslagenenhet
dialoogvenster'Trackeigenschappenbewerken'wordt
geopend.Daarkuntdetrackeennaamgeveneneen
kleurkiezenvoordetracklijn.
Wissendetrackwordtgewist.
Annulerendeactie'Stoptrack'wordtgeannuleerd.
Trackinterval
Hettrackintervalspeciceertdeperiodeofdeafstandtussen
puntenvandetrack.
Ukunthetintervaltussentrackpuntenaanpassenenhet
intervaltype(bijv.afstandoftijd)selecteren,waardooruoptimaal
gebruikmaaktvandebeschikbareopslag.
Deinstellingenzijntoegankelijkviadeinstellingsoptiesvan
tracks.
Trackvastleggenopspeciceerthetintervaltype
(automatisch/tijd/afstand).
Track-intervalspeciceertdewaardevoorhetinterval
(bijv.15minuten).
Wanneerubijvoorbeeldeentrackmaaktvaneenlangereis,
kaneenopAutomatischingesteldeintervalervoorzorgendat
debeschikbareopslagruimtevoortrackpuntensnelvolraakt.
142
LightHouseMFDoperationinstructions
Indatgevalkuntueenhogerewaardeselecterenvoorhet
Track-interval,daardoorkrijgtuvoldoenderuimteomeenlanger
trackopteslaan.
Hettrackintervalinstellen
DoehetvolgendevanuithetmenuMijngegevensinde
Kaart-toepassingofinhetHome-venster:
1.SelecteerTracks.
2.SelecteerTrackinstellen.
3.SelecteerTracksvastleggenper:ensteldegewenste
waardein:
Automatisch—hettrackintervalwordtautomatisch
ingesteld(automatischminimaliseerthetaantal
trackpuntenterwijldecorrelatiewordtbehoudentussende
trackendewerkelijkeroute).
Tijd—detrackpuntenwordengeplaatstmetregelmatige
tussenpozen.
Afstand—detrackpuntenwordengeplaatstopregelmatige
afstanden.
4.SelecteerTrackintervalensteldegewenstewaardein:
Tijdseenheden(beschikbaarindien"trackvastleggenper"
isingesteldoptijd).
Afstandseenheden(beschikbaarindien"trackvastleggen
per"isingesteldopafstand).
NietbeschikbaarerisgeenTrackintervalbeschikbaar
indien"trackvastleggenper"isingesteldopautomatisch).
Eentrackbekijkenenbewerken
Ukuntaspectenvanopgeslagentracksbekijkenenbewerken.
Ukunt:
Eentrackwissen.
Eenroutemakenvaneentrack.
Eentrackweergevenofverbergenopdekaart(alleen
beschikbaarvanuitdekaarttoepassing).
Denaamvandetrackwijzigen.
Dekleurvandetrackwijzigen.
Routesentracksweergevenofverbergen
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerMijngegevens.
3.SelecteerRoutesofTracks.
4.SelecteerWeergeven/verbergen.
5.Selecteerderouteoftrackomteschakelentussen
WeergevenenVerbergen.
Eentrackselecterenomtebekijkenoftebewerken
1.Doeéénvandevolgendedingenomdegewenstetrackte
selecteren:
SelecteervanuitdeKaart-toepassingeentrackophet
schermomhettrack-contextmenuweertegeven.
GavanuitdeKaart-toepassingnaarhetvolgendemenu:
Menu>Mijngegevens>Tracks,enselecteerde
gewenstetrack.
VanuithetHome-vensterselecteertu:Mijngegevens>
Tracksenselecteertudegewenstetrackindelijst.
Ukuntnudoorgaanendegewenstetrackbekijkenofbewerken
metbehulpvandebeschikbareopties.
Eentrackhernoemen
Ukuntdenaamvaneenopgeslagentrackwijzigen.
Doehetvolgendewanneerdetracklijstwordtweergegeven.
1.Selecteerdetrackdieuwiltbewerken.
Depaginamettrackoptieswordtweergegeven.
2.SelecteerNaambewerken.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
3.Gebruikhetschermtoetsenbordomdetracknaamtewijzigen.
4.WanneeruklaarbentselecteertuOPSLAAN.
Ukuntdetrack-gegevensookbewerkendoorTrackbewerken
teselectereninhettrack-contextmenu.
Dekleurvandetrackwijzigen
Ukuntdekleurvaneenopgeslagentrackwijzigen.
Doehetvolgendewanneerdetracklijstwordtweergegeven.
1.Selecteerdetrackdieuwiltbewerken.
Depaginamettrackoptieswordtweergegeven.
2.SelecteerKleurbewerken.
Erwordteenlijstmetkleurenweergegeven.
3.Selecteerdekleurdieuwiltgebruiken.
Ukuntdetrack-gegevensookbewerkendoorTrackbewerken
teselectereninhettrack-contextmenu.
Trackswissen
Eentrackwissen
DoehetvolgendeinhetmenuMijngegevens:
1.SelecteerTracks.
Detracklijstwordtweergegeven.
2.Selecteerdetrackdieuwiltwissen.
3.SelecteerTrackwissen.
Hetpop-up-berichtTrackwissenwordtweergegeven.
4.SelecteerJaomtebevestigenofNeeomdeactiete
annuleren.
Alletrackswissen
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerMijngegevens.
2.SelecteerImporteren/Exporteren.
3.SelecteerWissenvansysteem.
4.SelecteerTrackswissenvansysteem.
DeTracks-lijstwordtweergegeven.
5.SelecteerAlleswissen.
Erwordteendialoogvensterweergegevenomhet
verwijderentebevestigen.
6.SelecteerJaomtebevestigenofNeeomdeactiete
annuleren.
Trackcontextmenu
Wanneerueentrackindekaarttoepassingselecteertwordteen
contextmenuweergegeven,waarbijdetracklengte,hetaantal
puntenenmenu-itemswordenweergegeven.
Hetcontextmenubevatdevolgendemenu-items:
Stop"Ganaar"(alleenbeschikbaartijdensactievenavigatie.)
Trackwissen
Trackverbergen
Creëerroutevan
Hernoemen
Kleurenbewerken
Objectovernemen(alleenbeschikbaaralsdeRadar-laag
isingeschakeld.)
Tijdenshetmakenvaneentrackveranderendeoptiesvanhet
contextmenunaar:
Stop"Ganaar"(alleenbeschikbaartijdensactievenavigatie.)
Stoptrack
Routewissenuitgeschakeld
Creëerroutevan
Hernoemen
Waypoints,RoutesenTracks
143
Kleurenbewerken
Objectovernemen(alleenbeschikbaaralsdeRadar-laag
isingeschakeld.)
Hetcontextmenuopenen
1.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.Beweegdecursoroverhetgebiedofobjectendrukop
deOk-knop.
2.HybridTouch-displaysendisplaysmetalleentouchscreen:
i.Selecteereengebiedofobjectenhoudhetvast,of
ii.WanneerhetKaart-bijschriftwordtweergegeven,
selecteertuhetkadervanhetbijschrift.
13.4Importerenenexporteren
Waypoints,routesentrackskunnenwordengeïmporteerden
geëxporteerdmeteengeheugenkaart.
Voormeerinformatieoverhetimporterenenexporteren
vanwaypoints,routesentracksraadpleegtu:4.1
Gebruikersgegevensengebruikersinstellingenopslaan.
144
LightHouseMFDoperationinstructions
13.5Opslagcapaciteitvoorwaypoints,
routesentracks
Waypoints
3.000waypoints(verdeeldover100waypointgroepen)
Routes
150routes(iedereroutekantot200waypointsbevatten)
Tracks
15tracks(iederetrackkantot10.000puntenbevatten)
Waypoints,RoutesenTracks
145
146
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk14:Kaarttoepassing
Inhoudsopgave
14.1OverzichtenfunctiesKaart-toepassingoppagina148
14.2Overzichtelektronischekaartenoppagina150
14.3Kaart-selectieoppagina151
14.4GPS-controleoppagina152
14.5Kaartbereikendraaiingoppagina153
14.6Menu-optiesvoornavigerenoppagina153
14.7Zoekpatronenoppagina156
14.8Aanvaringsinformatieoppagina159
14.9WedstrijdstartlijnenWedstrijdtimeroppagina160
14.10Scheepspositieopdekaartweergaveoppagina161
14.11Kaartrichtingoppagina161
14.12Kaartbewegingsmodusoppagina162
14.13Synchronisatievanmeerderekaartenoppagina163
14.14Kaartweergavenoppagina164
14.15Kaartweergaveoppagina166
14.16Lagenoppagina167
14.17Kaartvectorenoppagina173
14.18Laylinesoppagina174
14.19Polairdiagrammenoppagina175
14.20Cartograscheobjectenoppagina176
14.21Objectinformatieoppagina178
14.22Diepte-&lijnoptiesoppagina182
14.23OptiesvanhetNavionics-menuGeavanceerdoppagina183
14.24OptiesvanMijngegevensoppagina184
14.25Hetmetenvanafstandenenpeilingenoppagina184
Kaarttoepassing
147
14.1Overzichtenfuncties
Kaart-toepassing
DeKaart-toepassingisbedoeldvoorrouteplanningennavigatie.
DeKaart-toepassingisvoorgeladenmetbasiswereldkaarten.
Erkunnencompatibeleelektronischekaartenwordengebruikt
omdeinformatieoverendetailsvanuwomgevingen
objectenopdekaartuittebreiden.Afhankelijkvanuwtype
cartograemodule,kandeKaart-toepassingwordeningesteld
op2D-of3D-weergave.
DeKaart-toepassingbevatdevolgendefuncties,dieuhelpen
uwschipveiligenefciënttenavigeren:
Kenmerken
Satellietnavigatie.3.13GNSS-status
Routeplanningmetwaypoints,
routesentracks.
13.1Overzichtwaypoints
13.2Routes
13.3Tracks
4.1Gebruikersgegevensen
gebruikersinstellingenopslaan
Navigerenmetbehulpvan
waypoints,routesentracks.
14.6Menu-optiesvoornavigeren
Keuzevoorelektronische2D-en
3D-cartograe.
Opmerking:Omvolledige
3D-detailstekrijgendientu
cartograschekaartmoduleste
hebbenmet3D-cartograevoor
hetbetreffendegeograsche
gebied.
14.2Overzichtelektronische
kaarten
2D-en3D-kaartweergaven
selecteren
Graschelageninschakelen.
14.16Lagen
Eenback-upmakenvanwaypoints,
routesentracksendezeoverzetten
4.1Gebruikersgegevensen
gebruikersinstellingenopslaan
Kaartvectorenweergeven14.17Kaartvectoren
Geanimeerdestroom-en
getijdeninformatieweergeven
Bewegendestromingsinformatie
Bewegendegetijdeninformatie
Informatievanobjectenopde
kaartbekijkenenselecteren
welkeobjectenmoetenworden
weergegevenofverborgen.
14.20Cartograscheobjecten
14.21Objectinformatie
Hetinformatieniveaudatin
deKaart-toepassingwordt
weergegevenregelen.
14.15Kaartweergave
Kaartdetail
Afstandenenpeilingenmeten.14.25Hetmetenvanafstanden
enpeilingen
DerichtingvandeKaart-toepassing
aanpassenaanuwbehoefte.
14.11Kaartrichting
Wijzigen(corrigeren)van
descheepspositieinde
Kaart-toepassing.
14.12Kaartbewegingsmodus
SynchronisatievandeKaart-toepassing
Synchroniserenvandedraadloze
elektronischekaart(plotter)en
waypointsmetdeNavionicsMobile
Marine-App.
RaadpleegdeNavionics-
website:www.navionics.comvoor
meerinformatie
Uwreisthuisplannenenderoutes
vervolgensoverzettennaaruw
MFD.
Raadpleegdehandleidingvan
VoyagePlannervoormeer
informatie(81339).
Functievoorwedstrijdzeilen
DeKaart-toepassingbevatfunctiesdieondersteunenbij
wedstrijdzeilen,dezefunctieszijnbeschikbaarwanneerde
Scheepstype-instellingisingesteldopéénvandebeschikbare
zeilschiptypen.
FunctieInformatieHoofdstuk/paragraaf
Laylines
laatdemeestefciënte
manierzienvoor
eenzeilschipom
debestemming
tebereikenbij
degeldende
windomstandigheden.
14.18Laylines
Wedstrijdstartlijneenstartlijnmaken14.9
Wedstrijdstartlijn
enWedstrijdtimer
Wedstrijdtimereencountdowntimer
gebruiken
14.9
Wedstrijdstartlijn
enWedstrijdtimer
Routesmakenmet
racemark-ID's
Sneleenroutemaken
metbehulpvan
racemark-ID's
Eenroutemaken
metbehulpvan
Racemark-ID's
Richtingvanronding.Eenrichtingvan
rondingtoepassen
opwaypointsineen
route
Instructiesvoor
rondingtoevoegen
aanwaypointsin
eenroute
Kaartdatum
Dekaartdatuminstellingisvaninvloedopdenauwkeurigheid
vandescheepspositie-informatiediewordtweergegeveninde
kaarttoepassing.
OmervoortezorgendatuwGPS-ontvangerenmultifunctionele
displaynauwkeurigovereenkomenmetuwpapierenkaarten,
moetenzedezelfdedatumgebruiken.
Destandaarddatumvooruwmultifunctioneledisplayis
WGS1984.Alsditnietdedatumisdiedooruwpapieren
kaartenwordtgebruikt,kuntudedatumvanuwmultifunctionele
displaywijzigenopdepaginasysteemvoorkeuren.Depagina
systeemvoorkeurenkuntuopenenvanuithetHome-venster:
Instellingen>Systeeminstellingen>Systeemvoorkeuren>
Systeemdatum.
Wanneerudedatumvooruwmultifunctioneledisplaywijzigt,
danverplaatsthetkaartrasterautomatischovereenkomstigde
nieuwedatumendebreedte-/lengtegraadvandecartograsche
functiesverandereneveneens.Uwmultifunctioneledisplay
probeertalleeventueleGPS-ontvangersalsvolgtintestellenop
denieuwedatum:
Alsuwmultifunctioneledisplayeeningebouwde
GPS-ontvangerheeft,danzalhijiederekeerdatudedatum
verandertautomatischcorreleren.
AlsueenRaymarineGPS-ontvangerheeftdieSeaTalk
ofSeaTalk
ng
gebruikt,danzalhijiederekeerdatude
datumverandertopuwmultifunctioneledisplayautomatisch
correleren.
AlsueenRaymarineGPS-ontvangerheeftdieNMEA0183
gebruikt,ofeenGPS-ontvangervaneenanderefabrikant,dan
dientudezeafzonderlijktecorreleren.
Ukuntmogelijkuwmultifunctioneledisplaygebruikenom
eenNMEA0183GPS-ontvangertecorreleren.Gainhet
Home-vensternaarInstellingen>Systeemisntellingen
>GPS-instellingen>Weergavesatellietstatus.Alsde
148
LightHouseMFDoperationinstructions
datumversiewordtweergegeven,kuntudezemisschien
veranderen.GainhetHome-vensternaarInstellingen>
Systeemomstellingen>Gegevensbronnen>GPS-datum.
Opmerking:Raymarineadviseertudeweergegeven
scheepspositieindekaarttoepassingtecontrolerenaande
handvanuwfeitelijkeafstandtoteenbekendobjectopde
kaart.GPSheeftnormaalgesprokeneennauwkeurigheid
van5tot15m.
Kaart-bijschriftengebruiken
OpMFD'smettouchscreenwordt,wanneereengebiedop
hetschermwordtaangeraakt,eenbijschriftweergegevenmet
informatieoverdegeselecteerdelocatieofobject.
Bijschriftenzijnstandaardingeschakeldenkunnenworden
uitgeschakeldvanuithetHome-venster:Home-venster>
Aanpassen>Displayvoorkeuren>Kaart-bijschriften
aanraken.
1.Wanneereengebiedofobjectwordtaangeraakt,wordthet
bijschriftgeopend.
Hetbijschriftwordtautomatischna10secondengesloten,of
kanwordengeslotendooreenandereplekaanteraken,
doorhetkaartgebiedtedraaienoftezoomen,ofdoorop
deTerug-knoptedrukken.
2.Wanneeruhetbijschriftaanraakt,wordthetContextmenu
geopend.
3.Wanneerunietdecorrectelocatiehebtgeselecteerd,kuntu
delocatievanhetbijschriftveranderendoormetuwvinger
overeenandergebiedofobjecttevegen.
Kaartcontextmenu
Hetcontextmenugeeftpositiegegevensvoordecursorpositie
tenopzichtevanuwschipentoegangtotmenuopties.
Devolgendemenuoptieszijnbeschikbaar:
GanaarCursor
Stopganaar/Stopvolgen
Waypointplaatsen
Foto
Getijdenstation(alleenbeschikbaaralsereengetijdenstation
isgeselecteerd.)
Stroomstation(alleenbeschikbaaralsereenstroomstation
isgeselecteerd.)
PilotBook(alleenbeschikbaarvoorbepaaldehavens.)
Animatie(alleenbeschikbaaralsereengetijden-of
stroomstationisgeselecteerd.)
Kaartobjecten
Zoekdichtstbijzijnde
Meten
Routemaken
Objectovernemen(alleenbeschikbaaralsdeRadar-laag
isingeschakeld.)
Thermischecamerazwenken(alleenbeschikbaarwanneer
dethermischecameraisaangeslotenenfunctioneert.)
Hetcontextmenuopenen
1.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.Beweegdecursoroverhetgebiedofobjectendrukop
deOk-knop.
2.HybridTouch-displaysendisplaysmetalleentouchscreen:
i.Selecteereengebiedofobjectenhoudhetvast,of
ii.WanneerhetKaart-bijschriftwordtweergegeven,
selecteertuhetkadervanhetbijschrift.
Kaarttoepassing
149
14.2Overzichtelektronischekaarten
Uwmultifunctioneledisplaybevatbasiswereldkaarten.
Elektronischekaartengevenaanvullendecartograsche
informatie.
Hetbeschikbarecartograschedetailniveauvarieertvoorde
verschillendekaartleveranciers,kaarttypen,geograsche
locatiesenkaartschalen.Degebruikteschaalvandekaart
wordtaangegevendooreenschaalindicator,deweergegeven
waardeisdeafstanddiedelijnrepresenteertoverhetscherm.
Ukuntopiedermomentkaartenverwijderenenplaatsen.
Hetkaartschermwordtautomatischopnieuwopgebouwd
wanneerhetsysteemdetecteertdatereencompatibelekaartis
verwijderdofgeplaatst.
Wanneerueenpaginabekijktmetdubbeleweergave,ishet
mogelijkverschillendesoortencartograschekaartentegelijk
weertegeven.
Letop:Onderhoudvancartograe-
engeheugenkaarten
Omonherstelbareschadeaanen/ofverliesvan
gegevensvandecartograe-engeheugenkaarten
tevoorkomen:
SlaGEENgegevensofbestandenopnaareen
kaartdiecartograebestandenbevat,omdat
dezekunnenwordenoverschreven.
Zorgervoordatdecartograe-en
geheugenkaartenopdejuistemanierzijn
geplaatst.ProbeereenkaartNIETmetkracht
opzijnplaatsteduwen.
GebruikGEENmetalenvoorwerpzoalseen
schroevendraaierofpincetomeencartograe-
ofgeheugenkaartteplaatsenofteverwijderen.
LightHouse
CHARTS
LightHouse-kaarten
MetdelanceringvandeLightHouseII-software,ondersteunen
Raymarinemultifunctioneledisplaysnuhetgebruikvan
Raymarine’snieuweLightHouse-kaarten.
LightHouse-kaartenzijnafgeleidvanvector-en
rastergebaseerdekaarten,waardoorRaymarinemetde
LightHouse-kaartenginenieuwekaarttypenenregio'soverde
helewereldkanaanbieden.
GanaardeLightHouseChartStorevan
Raymarine:https://charts.raymarine.comvoor
demeestrecenteinformatieoverbeschikbare
LightHouse-kaarten.
VolgdebovenstaandelinkenganaardepaginaAande
slagvooruitgebreideinstructiesoverhetdownloadenvan
LightHouse-kaartennaareenMicroSD-kaartmetbehulpvande
LightHouseDownloadManager.
Raster-kaarten
Raster-kaartenzijneenexactekopie/scanvaneenbestaande
papierenkaart.Alleinformatieisdirectindekaartgeïntegreerd.
Bijhetin-enuitzoomenvanrasterkaartenlijktallesgroterof
kleinertewordenophetscherm,waarondertekst.Wanneeru
derichtingvandeKaart-toepassingverandert,dandraaitalles
opdekaartmee,waarondertekst.Omdatrasterkaarteneen
gescandbeeldzijn,isdebestandsgroottenormaalgesproken
groterdandatvaneenvergelijkbarevectorkaart.
Vectorkaarten
Vectorkaartenzijndoordecomputergegenereerdenbestaan
uiteenaantalpuntenenlijnendiesamendekaartvormen.
Kaartobjectenen-lagenopvectorkaartenkunnenwordenin-en
uitgeschakeldenkaartobjectenkunnenwordengeselecteerd
voormeerinformatie.Wanneeruhetbereikvanvectorkaarten
in-enuitzoomt,lijkengeograscheelementengroterofkleiner
ophetscherm,tekst-enkaartobjectenhoudenechterdezelfde
grootte,onafhankelijkvanhetbereik.Wanneeruderichtingvan
deKaart-toepassingverandert,draaiengeograscheelementen,
maartekst-enkaartobjectenblijvendejuisterichtinghouden
ophetdisplay.Omdatvectorkaartengegenereerdzijnengeen
gescandeafbeelding,isdebestandsgroottenormaalgesproken
kleinervergelekenmeteenrasterkaart.
Navionics-kaarten
UwmultifunctioneledisplayiscompatibelmetNavionics-
cartograe.
DeonderstaandeNavionics-cartograetypenzijnbeschikbaar
vooruwmultifunctioneledisplay:
ReadytoNavigate
Silver
Gold
Gold+
Platinum
Platinum+
Fish'NChip
Hotmaps
150
LightHouseMFDoperationinstructions
OmdeactuelebeschikbaarheidvanNavionicscartograsche
kaartenenmodulesoortennategaan,gaatunaar
www.navionics.comofwww.navionics.it.
Opmerking:RaadpleegdeRaymarine-website
(www.raymarine.nl)voordemeestrecentelijstmet
ondersteundecartograemodules.
C-MAPvanJeppesencharts
Uwdisplaywordtgeleverdmetwereldbasiskaartenenafhankelijk
vandeoptiesbijaankoopmetJeppesen-cartograekaarten.U
kuntookextraJeppesen-cartograekaartenaanschaffenvoor
nogmeergedetailleerdekaartenenextrakaartfuncties.
Uwdisplayiscompatibelmetdeonderstaande
Jeppesen-cartograekaarten:
C-MAPEssentials
C-MAP4DMAX
C-MAP4DMAX+
RaadpleegdeRaymarine-website(www.raymarine.nl)voorde
meestrecentelijstmetondersteundecartograekaarten.
OmdehuidigebeschikbaarheidvanJeppesen-
cartograekaartenensoortenkaartentebekijkengaatunaar:
www.jeppesen.comofc-map.jeppesen.com.
14.3Kaart-selectie
WanneereenversievandeKaart-toepassingvoorheteerst
wordtgeopend,wordeneventuelecartograekaarteninde
kaartlezergedetecteerdendecartograedieopdekaartis
opgeslagenwordtweergegeven.
Wanneerermeerderesoortenkaartenbeschikbaarzijn,isde
volgordealsvolgt:eerstLightHouse-kaarten,daarnaNavionics
envervolgensC-Map.Ukuntopiedermomentwisselentussen
decartograetypenmetbehulpvandepaginaKaartselectie.
Degeselecteerdecartograeisvantoepassingopdeactieve
versievandeKaart-toepassingenblijftbehoudenwanneerhet
MFDwordtuitgeschakeld.
Eencartograetypeselecteren
Ukunthetcartograetypeselecterendatuwiltweergeveninde
Kaart-toepassing.
Zorgervoordatudecartograemodulehebtgeplaatstdiehet
cartograetypebevatdatuwiltweergeven.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerKaartselectie.
Erwordteenlijstweergegevenmetbeschikbare
cartograemodules.
3.Selecteerhetcartograetypedatuwiltweergeven
HetKaart-vensterwordtopnieuwopgebouwdengeeftnuhet
geselecteerdecartograetypeweer.
Kaarttoepassing
151
14.4GPS-controle
DewerkingvanGPScontroleren
UkuntcontrolerenofdeGPSwerktmetbehulpvande
kaarttoepassing.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerdeKaart-toepassing.
2.Bekijkhetvenster.
Ditzouumoetenzien:
Depositievanuwboot(ditgeefteenGPS-xaan).Uw
huidigepositiewordtweergegevendooreenbootsymbool
ofeendichtecirkel.Uwpositiewordtookweergegevenin
dedatabalkonderVESPOS.
Eendichtecirkelbetekentdatergeengegevensbeschikbaar
zijnoverdekoersendegrondkoers(CourseOverGround,
COG).
Opmerking:Raymarineadviseertudeweergegeven
scheepspositieindeKaart-toepassingtecontrolerenaande
handvanuwfeitelijkeafstandtoteenbekendobjectopde
kaart.GPS/GNSS-ontvangershebbennormaalgesproken
eennauwkeurigheidvan5tot15m.
Opmerking:UkuntdeGPS-statuspaginaopenenvanuithet
menuGPS-instellingen:(Home-venster>Instellingen>
Systeeminstellingen>GPS-instellingen>Satellietstatus
weergeven).HierzietuHDOP-enEHPE-gegevensdieu
eenindicatiegevenvanhoenauwkeurigdeGPS-positievan
uwschipis.
GNSS-status
MetdepaginaGPS-statuskuntudestatusvandebeschikbare
satellietenbekijkendiecompatibelzijnmetuwontvanger.
Desatellietconstellatieswordengebruiktomuwschipinde
Kaart-enWeer-toepassingentepositioneren.Ukuntuw
ontvangerinstellenendestatuservancontrolerenviahet
GPS-instellingenmenu:Home-venster>Instellingen>
Systeeminstellingen>GPS-instellingen.Vooriederesatelliet
wordtophetschermdevolgendeinformatieweergegeven:
1
2
3
D13122-1
1.Luchtweergave
2.Satellietstatus
3.Positie-enxinformatie
Luchtweergave
Luchtweergaveiseenvisuelerepresentatiediedepositievan
navigatiesatellietenenhuntypelaatzien.Satelliettypenzijn:
Cirkeleencirkelstaatvooreensatellietvande
GPS-constellatie.
*Ruiteenruitstaatvooreensatellietvande
GLONASS-constellatie.
Vierkanteenvierkantstaatvooreen(SBAS)differentiële
satelliet.
Opmerking:*GLONASS-satellietenzijnalleenbeschikbaar
wanneeraangeslotenopeencompatibeleGNSS-ontvanger.
RaadpleegdeTechnischespecicatiesvanuwproductom
uwtypeontvangertebepalen.
Satellietstatusgebied
HetSatellietstatusgebiedlaatdevolgendeinformatiezienover
iederesatelliet:
Typeidenticeerttotwelkeconstellatiedesatellietbehoort.
IDtoonthetidenticatienummervandesatelliet.
CNO(Carrier-to-noiseratio)laatdesignaalsterktezienvan
iederesatellietdiewordtweergegevenindeLuchtweergave:
Grijs=zoekennaarsatelliet
Groen=satellietingebruik
Oranje=satellietvolgen
Azimuthenelevatiegeeftdeelevatie-enazimuth-hoek
tussendelocatievandeontvangerendesatelliet.
Positie-enxinformatie
Devolgendepositie-enxinformatiewordtgegeven:
Horizontaleonnauwkeurigheid(HorizontalDilution
ofPrecision,HDOP)HDOPiseenmaatvan
satellietnavigatienauwkeurigheid,berekendaandehand
vaneenaantalfactorenwaarondersatellietgeometrie,
systeemfoutenindedatatransmissieensysteemfoutenin
deontvanger.Eenhogergetalstaatvooreengroterefout
indepositie.Ontvangershebbennormaalgesprokeneen
nauwkeurigheidvan5tot15m.Alsvoorbeeldgaanweuit
vaneenontvangerfoutvan5m,indatgevalstaateenHDOP
van2vooreenfoutvanongeveer15m.Denkeraandateen
zeerlaagHDOP-getalNIETgarandeertdatuwontvangereen
nauwkeurigepositieweergeeft.Ingevalvantwijfelcontroleert
udeweergegevenscheepspositieindeKaart-toepassingaan
dehandvanuwfeitelijkeafstandtoteenbekendobjectopde
kaart.
GeschatteHorizontalePositiefout(EstimatedHorizontal
PositionError,EHPE)EHPEiseenmaatvande
geschattefoutvaneenpositie-xinhethorizontalevlak.De
weergegevenwaardeheeftaandatuwpositie50%vandetijd
binneneenradiusvandegenoemdeomvangis.
Fix-statusgeeftdemodusaandiedeontvanger
rapporteert:
Fixsatellietxisopgehaald.
Geenxerkangeensatellietxwordenopgehaald.
D-xeriseendifferentiëlebakenxopgehaald.
SD-xeriseendifferentiëlesatellietxopgehaald.
Positielaatdebreedtegraad-enlengtegraadpositievan
uwontvangerzien.
Datum/tijdtoontdehuidigedatumentijdgegenereerd
doordepositie-xinUTC-formaat.
Modusidenticeertofdeontvangerindifferentiëlemodus
ofinnon-differentiëlemoduswerkt.
Datumdedatuminstellingvandeontvangerisvaninvloed
opdenauwkeurigheidvandescheepspositie-informatiedie
wordtweergegevenindeKaart-toepassing.Omervoorte
zorgendatuwontvangerenMFDnauwkeurigovereenkomen
metuwpapierenkaarten,dienenzedezelfdedatumte
gebruiken.
152
LightHouseMFDoperationinstructions
14.5Kaartbereikendraaiing
Bereikin-enuitzoomen
Deonderstaandetabellaatdebereikregelaarsziendie
beschikbaarzijnopdeverschillendedisplaymodellen.
Draaiknop
eSSeries
Draaiknop
cSeries
eSeries
RMK-9-toetsenbord
KnoppenBereik
inzoomenenBereik
uitzoomen
cSeries
eSeries(met
uitzonderingvan
e7ene7D)
RMK-9-toetsenbord
Schermpictogrammen
Bereikinzoomenen
Bereikuitzoomen
aSeries
eSeries
gSSeries
eSSeries
0
0
0
0
0
0
0
0
Multi-Touch-gebaar
'knijpen'omtezoomen
aSeries
gSSeries
eSSeries
Draaienvandekaart.
Ukunthetkaartgebiedopeenmultifunctioneeldisplaymet
touchscreendraaiendoordeonderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Veegmetuwvingervanrechtsnaarlinksoverhetscherm
omnaarrechtstedraaien.
2.Veegmetuwvingervanlinksnaarrechtsoverhetscherm
omnaarlinkstedraaien.
3.Veegmetuwvingerschuinvanbovennaarbenedenover
hetschermomnaarboventedraaien.
4.Veegmetuwvingerschuinvanbenedennaarbovenover
hetschermomnaarbenedentedraaien.
Draaienvandekaart.
Ukunthetkaartgebiedopeenmultifunctioneeldisplayzonder
touchscreendraaiendoordeonderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.BeweegdeJoystickinderichtingwaarinuwiltdraaien.
14.6Menu-optiesvoornavigeren
DeKaart-toepassingbeschiktoverfunctiesdiehelpente
navigerennaareengekozenlocatie.
DenavigatieoptieskuntuterugvindeninhetNavigatie-menu:
Menu>Navigatie
Stuurautomaatbedieningenopenthetdialoogvenstervoor
stuurautomaatbedieningwanneerStuurautomaatbediening
isingeschakeld.
Ganaarcursorsteltdecursorpositieinalsdeactieve
bestemming.
Ganaarwaypointgeeftoptiesomnaareenophet
systeemopgeslagenwaypointtenavigeren
StopganaarstoptdeactieGanaarcursorofGanaar
waypoint.
Stopvolgenstopthetvolgenvandehuidigeroute.
XTEherstartenherstartdeCrossTrackError.
Doorgaannaarvolgendwaypointtijdenshetvolgenvan
eenroutegaatuhiermeedoornaarhetvolgendewaypoint
vanderoute.
Volgroutegeeftoptiesomnaareenophetsysteem
opgeslagenroutetenavigeren
Starttrack/Stoptrackstarteentrackophetschermom
uwkoersvastteleggentijdenshetvarenofstoptdetrackdie
opdatmomentwordtvastgelegd.
Routemakengeeftoptiesvoorhetmakenvaneenroute.
Wedstrijdstartlijnbevatoptiesvoorhetmakenvaneen
virtuelestartlijn.
Wedstrijdtimerbevateencountdowntimer/stopwatch.
RaadpleegHoofdstuk13Waypoints,RoutesenTracksvoor
meerinformatieoverhetmakenvanwaypoints,routesentracks.
Navigatie
Navigerennaareenwaypoint
WanneerStuurautomaatbedieningisingeschakeldopuwMFD,
kuntuuwschipautomatischnaareenwaypointnavigerendoor
deonderstaandestappentevolgen.
D
117 53-2
Doehetvolgendeindekaart-ofradartoepassing:
1.VooraandrijvingssystemenmetStuurwielofHelmstok,
volgtudeonderstaandeinstructiesomdemechanische
aandrijvingtekoppelen.
Stuurwielbesturing:koppeldeaandrijvingskoppelingvan
hetstuurwieldoordekoppelingmetdeklokmeetedraaien
(waardoordehendelvolledigvastzitaandecentreernok.
Helmstokbesturing:plaatshetuiteindevandedrijfstang
opdehelmstokpin.Verlengofverkortdedrijfstang
wanneernodigdoorAutomatischteselectereninhet
dialoogvensterStuurautomaatbedieningendepositievan
destangaantepassenmetdePijlnaarlinksendePijl
naarrechts.
AttentionBediendekoppelingshendelaltijdachterhet
stuurwiellangs(nieterdoorheen).
Kaarttoepassing
153
D05341-4
Wheel pilot
Tiller pilot
a
b
2.Selecteerhetwaypoint.
Hetwaypoint-contextmenuwordtweergegeven.
3.SelecteerGanaarwaypoint.
HetdialoogvensterStuurautomaatbedieningwordt
weergegeven.
4.SelecteerJa(Track).
Opmerking:
InTrack-moduskuntuopiedermomentdeoptieStop"Ga
naar"selectereninhetwaypoint-contextmenuomterugte
kerennaarAutomatischebesturing(vastgezettekoers)of
ukuntStand-byselecterenomterugtekerennaar
handmatigebesturingvanhetschip.
Navigerennaareenwaypointmetbehulpvande
waypointlijst
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.SelecteerWPT.
Hetwaypoint-menuwordtweergegeven.
2.SelecteerWaypoints.
Dewaypoint-groepenlijstwordtweergegeven.
3.Bladerindewaypointlijstnaarhetbetreffendewaypoint.
4.Selecteerhetwaypoint.
Hetdialoogvenstermetwaypoint-optieswordtweergegeven.
5.VooraandrijvingssystemenmetStuurwielofHelmstok,
volgtudeonderstaandeinstructiesomdemechanische
aandrijvingtekoppelen.
Stuurwielbesturing:koppeldeaandrijvingskoppelingvan
hetstuurwieldoordekoppelingmetdeklokmeetedraaien
(waardoordehendelvolledigvastzitaandecentreernok.
Helmstokbesturing:plaatshetuiteindevandedrijfstang
opdehelmstokpin.Verlengofverkortdedrijfstang
wanneernodigdoorAutomatischteselectereninhet
dialoogvensterStuurautomaatbedieningendepositievan
destangaantepassenmetdePijlnaarlinksendePijl
naarrechts.
AttentionBediendekoppelingshendelaltijdachterhet
stuurwiellangs(nieterdoorheen).
D05341-4
Wheel pilot
Tiller pilot
a
b
6.SelecteerGanaar.
HetdialoogvensterStuurautomaatbedieningwordt
weergegeven.
7.SelecteerJa(Track).
Navigerennaareenlocatieopdekaart
D
117 64-2
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.VooraandrijvingssystemenmetStuurwielofHelmstok,
volgtudeonderstaandeinstructiesomdemechanische
aandrijvingtekoppelen.
Stuurwielbesturing:koppeldeaandrijvingskoppelingvan
hetstuurwieldoordekoppelingmetdeklokmeetedraaien
(waardoordehendelvolledigvastzitaandecentreernok.
Helmstokbesturing:plaatshetuiteindevandedrijfstang
opdehelmstokpin.Verlengofverkortdedrijfstang
wanneernodigdoorAutomatischteselectereninhet
dialoogvensterStuurautomaatbedieningendepositievan
destangaantepassenmetdePijlnaarlinksendePijl
naarrechts.
AttentionBediendekoppelingshendelaltijdachterhet
stuurwiellangs(nieterdoorheen).
154
LightHouseMFDoperationinstructions
D05341-4
Wheel pilot
Tiller pilot
a
b
2.Selecteerdegewenstelocatieophetscherm.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
3.SelecteerGanaarcursor.
HetdialoogvensterStuurautomaatbedieningwordt
weergegeven.
4.SelecteerJa(Track).
Opmerking:
InTrack-moduskuntuopiedermomentdeoptieStop"Ga
naar"selectereninhetwaypoint-contextmenuomterugte
kerennaarAutomatischebesturing(vastgezettekoers)of
ukuntStand-byselecterenomterugtekerennaar
handmatigebesturingvanhetschip.
Hetnavigerennaareenwaypointannuleren
Actievenavigatiekanwordengeannuleerddoordeonderstaande
stappentevolgen.
DoehetvolgendewanneerStuurautomaatbedieningis
ingeschakeldopuwMFD:
1.SelecteerStand-by.
2.Vooraandrijvingssystemenmetstuurwielofhelmstokvolgtu
deonderstaandeinstructiesomdemechanischeaandrijving
lostekoppelenenterugtekerennaarhandmatigebesturing
Stuurwielbesturing:koppeldeaandrijvingskoppeling
vanhetstuurwiellosdoordekoppelingtegendeklokin
tedraaien(waardoordehendelvolledigloskomtvande
centreernok.AttentionBediendekoppelingshendelaltijd
achterhetstuurwiellangs(nieterdoorheen).
Helmstokbesturing:verwijderdeaandrijfunitvan
destuurstokpin.Verlengofverkortdedrijfstang
wanneernodigdoorAutomatischteselectereninhet
dialoogvensterStuurautomaatbedieningendepositievan
destangaantepassenmetdePijlnaarlinksendePijl
naarrechts.
3.Selecteereenpositieopeenwillekeurigeplekophetscherm.
Hetwaypoint-contextmenuwordtweergegeven.
4.SelecteerStopGanaar.
5.UkuntookindeKaart-toepassingMenu>Navigatie>Stop
Ganaarselecteren.
Opmerking:Wanneerhetnavigerennietlangeractiefis
krijgthetwaypoint-symboolweerzijnnormalestatusende
stippellijntussenuwschipenhetwaypointwordtverwijderd.
Aankomstopeenwaypoint
Wanneeruwschipeenwaypointnadert,danwordhetAankomst
waypoint-alarmgeactiveerd.
DoehetvolgendewanneerhetAankomstwaypoint-alarmwordt
weergegeven:
1.SelecteerOK.
Nadathetalarmisbevestigd:
hetdialoogvensterwordtgeslotenenhetgeluidssignaalwordt
uitgeschakeld.
alsulangseenroutenavigeertwordthetvolgendewaypoint
geselecteerd.
Opmerking:Ukuntderadius(afstand)vandeAankomstcirkel
waypointinstellendiewordtgebruiktomhetAankomst
waypoint-alarmteactiveren.
Debestemmingwijzigentijdensactievenavigatie
WanneerueenGanaarhebtgeactiveerd,kuntudegewenste
bestemmingwijzigendooreennieuweGanaarteactiveren.
Opmerking:Wanneerudezefunctiegebruiktterwijler
eenniet-Evolution-stuurautomaatisaangesloten,moet
Stuurautomaat-integratiezijningesteldopUit.
Doehetvolgendetijdensactievenavigatie(behalvetijdenshet
volgenvaneenroute):
1.Selecteerdenieuwebestemming.
2.Openhetcontextmenu.
3.SelecteerGanaarcursorofGanaarwaypoint
CrossTrackError(XTE)
CrossTrackError(XTE)isdematevandeafwijkingvande
bedoelderouteofwaypoint,uitgedruktineenafstand.
D117 65-2
XTE
Wanneeruvankoersafvaartkuntudirectnaaruwobjectgaan
doordeXTEteresetten.
CrossTrackError(XTE)resetten
Doehetvolgendeterwijlueenroutevolgtindekaarttoepassing:
1.Selecteerderoute.
Hetroutecontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerXTEherstarten.
HetresettenvandeXTEresulteertineennieuwekoersvanaf
dehuidigescheepspositienaarhethuidigeobject-waypoint.Dit
heeftgeeninvloedopdeopgeslagenroute.
Kaarttoepassing
155
D12 29 5-1
UkuntdeXTEookresettenvanuithetNavigatiemenu:Menu>
Navigatie>XTEherstarten.
Langseenroutenavigeren
Ukuntiedereroutedieopuwdisplayisopgeslagenvolgen.
Bijhetvolgenvaneenroutebezoektuiederwaypointinde
betreffendevolgorde.UkuntookdeRoutevolgen-opties
gebruikenincombinatiemeteencompatibelestuurautomaatom
automatischlangsdedoorugekozenroutetenavigeren.
D
117 51-2
UkuntdeoptieRoutevolgenopeenaantalmanierenselecteren:
Eenopgeslagenrouteineenroutelijstgebruiken.
Vanuiteengeselecteerdwaypointofeenwillekeurig
trajectvaneenroute.
Ukunteenrouteookinomgekeerderoutevolgen.
Eenopgeslagenroutevolgen
Volgdeonderstaandestappenwanneerdemechanische
aandrijvingisgekoppeld.
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerNavigatie.
3.SelecteerRoutevolgen.
Deroutelijstwordtweergegeven.
4.Selecteerderoutedieuwiltvolgen.
5.SelecteerRoutevolgenof
6.SelecteerVolgrouteintegengestelderichtingomderoute
integengestelderichtingtevolgen.
Hetnavigerenvaneenrouteannuleren
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.Ontkoppeluwmechanischeaandrijvingwanneernodig
2.SelecteerdeRouteophetscherm.
Hetroutecontextmenuwordtweergegeven.
3.SelecteerStopvolgen.
Doorgaannaarhetvolgendewaypointineenroute
Ukunthethuidigeactievewaypointopiedermomentoverslaan
endoorgaannaarhetvolgendewaypointineenroute.
Doehetvolgendeterwijlueenroutevolgtindekaarttoepassing:
1.Selecteerderoute.
Hetroutecontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerDoorgaannaarvolgendWaypoint.
Opmerking:Alsdehuidigebestemminghetlaatstewaypoint
is,dangaatdekaartdoornaarheteerstewaypointinderoute.
14.7Zoekpatronen
Zoekeninwaterkanuitdagendzijn,doordeuitgestrektheid
vandeoceaan,hetmoeilijkkunnenvaststellenoferietsinhet
waterzitendoorgetijdeneffecten,waardoorhetobjectdatu
zoektzichnooitopdelaatstebekendeplaatsbevindt.Erzijn
zoekpatronenbeschikbaarterondersteuningvanopsporings-
enreddingsmissies(SearchAndRescue,SAR).
Debeschikbarezoekpatronenzijn:
Sector
Vierkant
Kruipende/parallellelijn
Nadateenzoekpatroonisgemaakt,wordthetopgeslagen
alseenroutedieopdezelfdemanierkanwordenbeheerden
genavigeerdalsandereopgeslagenRoutes.
Opmerking:Voordatubegintmethetvolgenvaneen
zoekpatroon,dientudeRadiusaankomstwaypointopde
minimalewaardeintestellen,anderszoektvolgtderoute
hetzoekpatroonniet.
EenSector-zoekpatroonmaken
HetSector-zoekpatroonbestaatuit3driehoekigesectoren
vangelijkeomvang.Elkvandedriehoekigesectorenbestaat
uit3trajectenvandezelfdeduur(deTrackafstandverandert
afhankelijkvanhetweerenofutegendedriftinofmetdedrift
meevaart).
Opmerking:Omdathetpatroonrekeninghoudtmetdrift,kan
deRouteafwijkenvandegetoondepatronen.
OmeenSector-zoekpatroontemakenvolgtudeonderstaande
stappen:
1.SelecteerZoekpatroneninhetNavigatie-menu:(Menu>
Navigatie>Zoekpatronen).
2.SelecteerSector.
3.SelecteerhetkaderStartzoekpunt.
4.Voerdebreedtegraadenlengtegraadinvoorhetstartpunt
vanhetzoekpatroon.
Standaard,ennadathetMFDisuitgeschakeld,worden
decoördinatenopnullenteruggezet.Alsualeen
zoekpatroonhebtgemaakt,danwordtdepositievanhet
156
LightHouseMFDoperationinstructions
laatstStartzoekpunt(CommenceSearchPoint,CSP)
weergegeven.
5.Voerdegerapporteerde/geboserveerdeRichtingen
Snelheidvandedriftindebetreffendevakkenin.
6.SelecteerhetvakZoeksnelheidenvoeruwzoeksnelheidin.
DeZoeksnelheidisdeSnelheiddoorwater(SpeedThrough
theWater,STW).
7.SelecteerhetvakTrajecttijdenvoerdetijdindienodigis
vooriedertraject.
DeTrajectafstandwordtautomatischberekendmetbehulp
vandegespeciceerdeZoeksnelheidenTrajecttijd.
8.SelecteerNieuwezoekcorrectiede-’-of+’-knoppenom
depeilingtecorrigerennaarheteerstewaypoint.
HeteerstewaypointnahetCSP-waypointisaltijdinde
richtingvandegespeciceerdedriftrichting,ditkanworden
aangepastdooreencorrectietoetepassen.
9.Controleeruwinstellingengoed.
10.SelecteerPatroonmaken.
HetpatroonwordtnugemaaktindevormvaneenRoute
dieukuntvolgen.
DrifteffectenopSector-zoekpatronen
Omdathetzoekpatroonrekeninghoudtmetdrift,kandeRoute
afwijkenvanhethierbovengetoondepatroon.
VoorbeeldDrift
Richting:
Snelheid:0Kts
Richting:45°
Snelheid:0Kts
Richting:
Snelheid:0.5Kts
Richting:
Snelheid:1Kts
EenVierkant-zoekpatroonmaken
HetVierkant-zoekpatrooniseennaarbuitenuitwaaierend
vierkantpatroon.
Opmerking:Omdathetpatroonrekeninghoudtmetdrift,kan
deRouteafwijkenvandegetoondepatronen.
OmeenVierkant-zoekpatroontemakenvolgtudeonderstaande
stappen:
1.SelecteerZoekpatroneninhetNavigatie-menu:(Menu>
Navigatie>Zoekpatronen).
2.SelecteerVierkant.
3.SelecteerhetkaderStartzoekpunt.
4.Voerdebreedtegraadenlengtegraadinvoorhetmiddelste
startpuntvanhetzoekpatroon.
Standaard,ennadathetMFDisuitgeschakeld,worden
decoördinatenopnullenteruggezet.Alsualeen
zoekpatroonhebtgemaakt,danwordtdepositievanhet
laatstStartzoekpunt(CommenceSearchPoint,CSP)
weergegeven.
5.VoerdegerapporteerdeRichtingenSnelheidvande
getijdendriftindebetreffendevakkenin.
6.SelecteerhetvakZoeksnelheidenvoeruwzoeksnelheidin.
DeZoeksnelheidisdeSnelheiddoorwater(SpeedThrough
theWater,STW).
7.SelecteerhetvakTrajecttijdenvoerdetijdindienodigis
voorheteerstetraject.
DeTrajectafstandwordtautomatischberekendmetbehulp
vandegespeciceerdeZoeksnelheidenTrajecttijd.Daarop
volgendetrajecttijdenwordenautomatischberekend.
8.SelecteerhetvakAantaltrajectenenvoerhettotaleaantal
trajectenvoorhetpatroonin.
9.Controleeruwinstellingengoed.
10.SelecteerPatroonmaken.
HetpatroonwordtnugemaaktindevormvaneenRoute
dieukuntvolgen.
Opmerking:HeteerstewaypointnahetCSP-waypointis
altijdinderichtingvandegespeciceerdedriftrichting.
Kaarttoepassing
157
DrifteffectenopVierkant-zoekpatronen
Omdathetzoekpatroonrekeninghoudtmetgetijdendrift,kande
Routeafwijkenvanhethierbovengetoondepatroon.
VoorbeeldDrift
Richting:
Snelheid:0Kts
Richting:45°
Snelheid:0Kts
Richting:
Snelheid:0.5Kts
Richting:
Snelheid:1Kts
EenKruipend/Parallellijnpatroonmaken
HetzoekpatroonvoorKruipende/Parallellelijnheeftbetrekking
opeenrechthoekiggebied,hetgebiedwordtafgezochtóf
beginnendbijéénuiteindevandezoeklijn(kruipend),watzorgt
voorbeteredekkingmaarmeertijdkostomhethelegebiedaf
tezoeken,ófdoorhetgebiedindelenterichtingaftezoeken
(Parallel),watzorgtvoorsnelzoekenmeteenredelijkedekking.
DezoekactiemetKruipendelijnmoetwordengebruiktwanneer
ereenlogischpuntisinhetzoekgebiedwaarvanuituuw
zoekactiewiltstarten.
OmeenzoekpatroonmetKruipende/Parallellelijntemaken
volgtudeonderstaandestappen:
1.SelecteerZoekpatroneninhetNavigatie-menu:(Menu>
Navigatie>Zoekpatronen).
2.SelecteerZoekenkruipende/parallellelijn.
3.SelecteerhetkaderStartzoekpunt.
4.Voerdebreedtegraadenlengtegraadinvoorhetstartpunt
vanhetzoekpatroon.
Standaard,ennadathetMFDisuitgeschakeld,worden
decoördinatenopnullenteruggezet.Alsualeen
zoekpatroonhebtgemaakt,danwordtdepositievanhet
laatstStartzoekpunt(CommenceSearchPoint,CSP)
weergegeven.
Depositievanhetstartzoekpuntinrelatietotdecoördinaten
van‘AbepalenofereenKruipendelijn-ofParallelle
lijn-zoekpatroonwordtgemaakt.
5.Voerdecoördinateninvoorde4hoekenvanhet
zoekpatroon,diedelabelsA,B,CenDkrijgen.
Alsdecoördinatengeschiktzijnvoorhetmakenvaneen
zoekpatroon,danwordtdeKruiprichtingweergegeven.
6.SelecteerhetkaderTrackafstandenvoerdeafstandtussen
deverschillendelijnenin.
7.SelecteerhetbetreffendeLijntype.
8.Controleeruwinstellingengoed.
9.SelecteerPatroonmaken.
HetpatroonwordtnugemaaktindevormvaneenRoute
dieukuntvolgen.
Deonderstaandetabellaatzowelzoekpatronenzienmet
KruipendelijnalsmetParallellelijn,diezijngemaaktmetbehulp
vandezelfdehoekpuntcoördinaten.
KruipendelijnParallellelijn
Vereistenvoorzoekpatronenmet
kruipende/parallellelijn
Defunctiezoekpatronenwordtnormaalgesprokengebruikt
insamenhangmeteengecoördineerdeopsporings-en
reddingsmissie,waarbijdekustwachtdebetreffendegegevens
verstrektvoorhetmakenvaneenzoekpatroon.Metde
richtlijnenhieronderkuntuuweigenzoekpatroonmetkruipende
ofparallellelijnmaken.
Hoekpunten
D13440-1
B
CD
A
0°
85°
95°
0°
85° 95°
0°
85°95°
0°
85°
95°
Dehoekpuntenmoetenwordengeplaatstomeenrechthoekige
vormtemaken.
Iederehoekmoettussen85°en95°zijn(d.w.z.haaksehoek
±5°)tenopzichtevanhetaanliggendehoekpunt.
158
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoekpuntenkunnennietwordengeplaatstboven85°N
breedtegraadofonder85°Sbreedtegraad(hetgebiedinde
Kaart-toepassing).
CSP
D13441-1
= CSP
B
CD
A
HetCSPmoetzichopéénvanderandenvanhetzoekpatroon
bevinden.
VooreenzoekpatroonmetkruipendelijnmoethetCSPzich
opéénvandelangerekantenbevinden.
VooreenzoekpatroonmetparallellelijnmoethetCSPzich
opéénvandekorterekantenbevinden.
HetCSPmoeteenpeilinghebbenvantussen85°en95°
(d.w.z.haaksehoek±5°)tenopzichtevandevoorgaande
hoek.
HetCSPdientzicheenhalvetrackbreedtevanafhethoekpunt
tebevinden.
14.8Aanvaringsinformatie
DeRadar-enKaart-toepassingenhebbenfunctiesdieuhelpen
informatietekrijgenoverdekansopmogelijkeaanvaringen.
DefunctiesvanAanvaringsinformatiezijnonderanderede
volgende:
AISSchepenuitgerustmetAIS-zenders
diezichbinnenhetbereikvinden
kunnenwordenweergegevenals
objecten.
RaadpleegHoofdstuk12AIS
(AutomaticIdenticationSystem)
voormeerinformatie.
Kaart-enRadar-
toepassingen
MARPA
MARPA(MiniAutomaticRadar
PlottingAid)verbetertde
aanvaringsinformatiedoor
opgehaaldeobjectentevolgen
enhunsnelheidenkoerste
berekenenomderisico'stekunnen
analyseren.
Raadpleeg16.9OverzichtMARPA
voormeerinformatie.
Kaart-enRadar-
toepassingen
Objectintercep-
tie
DefunctieObjectinterceptie
volgtAIS-objecteninrelatie
totdegrondkoers(COG)en
grondsnelheid(SOG)vanuweigen
schip.Hetdoelvandezefunctie
isutehelpentebepalenofuuw
snelheiden/ofkoersaanmoet
passenomrisico'stevermijden.
Raadpleeg12.9Aanvaringsinfor-
matievoormeerinformatie.
Kaart-toepassing
Bewakings-
zone-alarm
HetBewakingszone-alarm
waarschuwtualserradarecho's
wordengedetecteerdbinnende
gespeciceerdegrenzenvande
Bewakingszone.
Raadpleeg16.12Een
Bewakingszonealarminstellen
voormeerinformatie.
Radar-toepassing
Gevaarlijke
objecten
AIS-enopgehaalde
MARPA-objectenwordenals
gevaarlijkbeschouwd,wanneerhet
objectdichterindebuurtisvanuw
schipdandegespeciceerdeVeilige
afstandbinnendegespeciceerde
Tijdtotveiligeafstand.
Raadpleeg12.8Gevaarlijke
objectenvoormeerinformatie.
Kaart-enRadar-
toepassingen
VRM/EBLDeVRM/EBL-functiekanworden
gebruiktomvasttestellenwat
dekoersenafstandvaneen
opgehaaldMARPAobjectzijn.
Raadpleeg16.15Afstanden,bereik
enpeiling
voormeerinformatie.
Radar-toepassing
Radarsporen
Radarsporen(ookbekendals
wakes)latendehistoriezienvan
deobjectpositiegedurendeeen
gespeciceerdeperiode.
Raadpleeg16.13Radarsporenvoor
meerinformatie.
Radar-toepassing
Kaarttoepassing
159
14.9Wedstrijdstartlijnen
Wedstrijdtimer
EenWedstrijdstartlijnmaken
EenWedstrijdstartlijnkanwordengemaaktdoorbakboord-en
stuurboordeindpuntenteplaatsenindeKaart-toepassing.
Deeindpuntenkunnenwordengemaaktdoor:
bestaandewaypointstegebruiken
debreedtegraadenlengtegraadvaniedereindpuntinte
voeren
dehuidigelocatievanuwschiptepingen
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerNavigatie.
2.SelecteerWedstrijd.
3.SelecteerWedstrijdstartlijn.
4.SelecteerBakboordpuntdeniëren.
SelecteerPingopscheepspositieomheteindpuntopde
huidigelocatievanuwschiptemaken,of
SelecteerWaypointselecterenomeenwaypointte
selecterenindewaypointlijst,of
SelecteerLat/longinvoerenomdecoördinatenvanhet
eindpuntintevoeren.
5.SelecteerTerugomterugtekerennaarhetmenu
Wedstrijdstartlijn.
6.SelecteerStuurboordpuntdeniëren
SelecteerPingopscheepspositieomheteindpuntopde
huidigelocatievanuwschiptemaken,of
SelecteerWaypointselecterenomeenwaypointte
selecterenindewaypointlijst,of
SelecteerLat/longinvoerenomdecoördinatenvanhet
eindpuntintevoeren.
7.SelecteerTerugomterugtekerennaarhetmenu
Wedstrijdstartlijn.
8.ZorgervoordatdeoptieStartlijn:isingesteldop
Weergeven.
9.Wanneernodigkuntudebakboord-enstuurboordeindpunten
verwisselendoorRichtingwisselenteselecteren.
10.DeWedstrijdstartlijnkanopiedermomentwordenverwijderd
doorWissenteselecteren.
Opmerking:Erdientrekeningtewordengehoudenmetde
plaatselijkeomstandigheden,zoalsdeeffectenvangetijden
enwindopstartschepenendestartlijnen,wanneerude
functieWedstrijdstartlijngebruikt.
DeWedstrijdtimergebruiken
IndeKaart-toepassingiseenWedstrijdtimerbeschikbaar.
Wanneerdetellervandewedstrijdtimeropnulkomt,verandert
dekleurentelthijomhoog.Na10secondenwordtde
wedstrijdtimerautomatischverborgenophetscherm,maarblijft
tellen.
DoehetvolgendeinhetNavigatie-menuvande
Kaart-toepassing:
1.SelecteerWedstrijd.
2.SelecteerWedstrijdtimer.
3.SelecteerWedstrijdtimerweergevenopkaart.
4.SelecteerAftellenvanaf:.
5.Steldetimerinopdegewenstewaarde.
DeWedstrijdtimerkanwordeningesteldtussen1minuuten
30minuten.
6.SelecteerTerugomterugtekerennaarhetmenu
Wedstrijdtimer.
7.SelecteerStartomhetaftellenvandeWedstrijdtimerte
starten.
UkunthetaftellenvandeWedstrijdtimersynchroniseren
doorOverslaannaarvolgendeminuutteselecteren.
UkuntdeWedstrijdtimerstoppenenresettendoor
Stoppen&resettenteselecteren.
8.WanneeruhetaftellenvandeWedstrijdtimerhebtgestopt,
kuntudetimerverbergendoorWedstrijdtimerverbergen
teselecteren.
9.WanneerdeWedstrijdtimerisverborgen,kuntuhem
weergevendoorWedstrijdtimerweergevenopkaartte
selectereninhetmenu.
DeWedstrijdtimergebruikenregelaars
ophettouchscreen
DeWedstrijdtimerkanwordeningesteldmetbehulpvande
Wedstrijdtimerophetscherm.
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing,wanneerde
Wedstrijdtimerwordtweergegeven:
1.RaakdeWedstrijdtimeraanomhetaftellentestarten.
2.Wanneerdetimerloopt,kuntudeWedstrijdtimeraanraken
omtesynchroniseren.
3.RaakdeWedstrijdtimeraanenhoudhemvastomdetimer
teresetten.
160
LightHouseMFDoperationinstructions
14.10Scheepspositieopde
kaartweergave
Uwhuidigepositiewordtweergegevenophetschermmeteen
scheepssymbool.
Descheepssymbolenwordenalleenweergegevenwanneer
koers-ofCOG-gegevensbeschikbaarzijn.
Hetscheepssymboolvarieertafhankelijkvandegeselecteerde
instellingenendebeschikbaarheidvankoersgegevens.
MotorschipHetmotorschipsymboolwordt
gebruiktwanneertijdensde
Opstart-wizardmotorschipals
scheepstypeisgeselecteerd.
ZeilbootHetzeilbootsymboolwordt
gebruiktwanneertijdensde
Opstart-wizardzeilbootals
scheepstypeisgeselecteerd.
KleinschipHetkleinescheepssymbool
wordtgebruiktwanneerde
instellingvoorScheepsomvang
isingesteldopKlein.
ZwartestipErwordteenzwartestip
weergegevenwanneerergeen
koers-enCOG-gegevens
beschikbaarzijn.
Scheepspositiegegevenskunnenookwordenweergegevenop
degegevensbalk.
Uwschiplokaliseren
Hetscheepspictogramkanwordengeherpositioneerdophet
middenvanhetschermdoordeonderstaandestappentevolgen.
1.SelecteerhetpictogramZoekschip:aande
linkerkantvanhetscherm.
Uwschiplokaliseren
Hetscheepspictogramkanwordengeherpositioneerdophet
middenvanhetschermdoordeonderstaandestappentevolgen.
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerZoekschip.
14.11Kaartrichting
Derichtingvaneenkaartheeftbetrekkingopdekaartin
verhoudingtotderichtingwaarinuvaart.
KaartrichtingwordtgebruiktsamenmetdeBewegingsmodus
omteregelenhoeuwschipendekaarttenopzichtevanelkaar
enhoezeophetschermwordenweergegeven.
Demodusdieukiestwordttoegepastopdeactievekaarten
wordtteruggezetbijhetopstartenvanhetsysteem.
Devolgendeoptieszijnbeschikbaar:
Noordboven
N
D12300-2
IndeNoordboven-modusisdeKaartrichtingvast,waarbijhet
warenoordennaarbovenwijst(ditisdegebruikelijkerichting
vannautischekaarten).Wanneeruwkoersverandert,draait
hetsymboolvanhetschipovereenkomstig.Ditisdestandaard
richtingvoordeKaart-toepassing.
Boegboven
N
D12298-2
IndeKoersomhoog-moduslaatdeKaart-toepassingde
huidigekoersvanhetdisplaydirectomhoog.Alsdekoers
vanhetschipverandert,blijfthetsymboolvanhetschipvast
opzijnpositieendraaithetbeeldvandekaart.Wanneerde
Koersnietbeschikbaaris,wordtinplaatsdaarvanstabiele
grondkoersgegevensgebruikt.Alsdekoersofdestabiele
grondkoersgegevensnietlangerbeschikbaarzijn,wordt
deRichtingsmodusonderbrokenenisderichtingvande
Kaart-toepassing0gradendirectomhoogalsergeenactieve
navigatieis,ofKoersomhoogalseractiefwordtgenavigeerd.
Opmerking:Omtevoorkomendathetbeeldcontinunaar
linksenrechtsdraaitwanneerhetschipheenenweergiert,
wordtdekaartnietbijgewerkttenzijdekoersminimaal10
gradenveranderttenopzichtevandevorigerichting.
Opmerking:HetisnietmogelijkBoegboventeselecteren
alsdeBewegingsmodusisingesteldeopWarenoorden.
Koersboven
N
D12299-2
Kaarttoepassing
161
TijdensactievenavigatieindeKoersboven-modus,wordt
hethuidigebestemmingswaypointvanhetschipinde
Kaart-toepassingerdirectbovenweergegeven.Wanneerhet
bestemmingswaypointwijzigt,draaithetbeeldvandekaart
mee.Dereferentiediewordtgebruiktvoor"Koersboven"hangt
afvandeinformatiedieopeenbepaaldmomentbeschikbaar
is.Hetsysteembepaaltdeprioriteitvandezeinformatieinde
onderstaandevolgorde:
1.Peilingstartpuntnaarwaypoint
2.Vastgezettekoersvaneenstuurautomaat
3.BTW(peilingnaarMOB-waypoint)
4.Koers-snapshot
5.Stabielegrondkoers
6.Noordboven
Alsdekoersofdestabielegrondkoersgegevensnietlanger
beschikbaarzijn,wordtdeRichtingsmodusonderbrokenenis
derichtingvandeKaart-toepassing0gradendirectomhoog
alsergeenactievenavigatieis,ofKoersomhoogalseractief
wordtgenavigeerd.
Dekaartrichtinginstellen
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerWeergave&beweging.
3.SelecteerKaartrichting.
4.SelecteerdegewensteoptieBoegboven,Noord
boven(standardwaarde)ofKoersboven.
Nadatudithebtgeselecteerdwordthetschermbijgewerkt
zodathetdenieuwerichtingweergeeft.
14.12Kaartbewegingsmodus
Debewegingsmodusregeltdeverhoudingtussendekaarten
uwschip.
Wanneerdebewegingsmodusactiefis,wordtdekaartna
bewegingvanuwschipbijgewerktomhetschipophetscherm
tehouden.De3bewegingsmodizijn:
Relatievebeweging(standardwaarde)
Warebeweging
Automatischbereik.
Opmerking:Inde3D-kaartweergaveisalleenRelatieve
bewegingbeschikbaar.
Dehuidigebewegingsmodusisvantoepassingopdeactieve
versievandeKaart-toepassing.
Wanneerudekaartkanteltisdebewegingsmodusnietlanger
actief.Ditwordtaangegevenopdestatusbalkdoorhaakjes
omdebewegingsmodusbijvoorbeeld(Relatievebeweging).
Hierdoorkuntueenandergebiedvandekaartbekijkentijdens
hetnavigeren.Omdebewegingsmodusterugtezettenen
uwschipterugtelatenkerenophetschermselecteertuhet
pictogramZoekschipofselecteertuZoekschipinhetmenu.
Hethandmatigwijzigenvanhetbereikofkantelenvande
kaartinAutomatischbereikonderbreektdebewegingsmodus
eveneens.Destandaardinstellingisrelatievebewegingmetde
positievanhetscheepspictograminhetmiddenvanhetscherm.
Demodusdieuselecteertwordtgeactiveerdwanneeruhet
apparaatinschakelt.
Scheepsposities(alleenrelatievebeweging)
PositieVoorbeeld
Midden
Gedeelte-
lijkecorrec-
tie
Volledige
correctie
WanneerdezemodusisingesteldopRelatievebeweging,dan
wordtdepositievanuwschipvastgezetophetschermen
bewegenalleobjectentenopzichtevanhetschip.Ukuntde
menu-optiesMenu>Presentatie>Weergave&beweging
>Scheepspositiegebruikenomtebepalenofhetschipis
vastgezetinhetmiddenvanhetschermofisgecorrigeerd.Als
udepositiewijzigtnaarGedeeltelijkecorrectieofVolledige
correctie,wordtdeweergavevanhetbeeldvooruwschip
vergroot.
162
LightHouseMFDoperationinstructions
Werkelijkebeweging
D
12 30 4-1
WanneerdebewegingsmodusisingesteldopWerkelijke
beweging,danwordtdekaartvastgezetenbeweegthetschip
inwerkelijkeverhoudingtotvastelandmassa'sophetscherm.
Alsdepositievanhetschipderandvanhetschermnadert,
wordthetkaartbeeldautomatischgeresetentoonthetgebied
voorhetschip.
Opmerking:HetisnietmogelijkWerkelijkebewegingte
selecterenwanneerderichtingisingesteldopBoegboven.
Automatischbereik
D12 30 5-1
Automatischbereiktselecteertdegrootstmogelijkeschaalvan
dekaartdiezowelhetschipalshetobject-waypointweergeeft
enhoudtdezevast.Automatischbereikisnietbeschikbaar
wanneerradar/kaart-synchronisatieisingeschakeld.
Debewegingsmodusinstellen
Omdebewegingsmodustewijzigenvolgtudeonderstaande
stappen.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerWeergave&beweging.
3.SelecteerBewegingsmodus:.
4.SelecteerdegewensteoptieWerkelijkebeweging,Relatieve
bewegingofAutomatischbereik.
Nadatudithebtgeselecteerdwordthetschermbijgewerktzodat
hetdenieuwemodusweergeeft.
Depositievanhetscheepspictogram
wijzigen
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerWeergave&beweging.
3.SelecteerScheepspositie.
4.SelecteerMidden,GedeeltelijkecorrectieofVolledige
correctie.
14.13Synchronisatievanmeerdere
kaarten
Ukuntdekoers-,bereik-endepositie-informatietussen
verschillendekaartweergavenenviahetnetwerkaangesloten
displayssynchroniseren.
Wanneerkaartsynchronisatieisingeschakeld:
isditzichtbaardoor“KRTSync”indetitelbalkvande
kaarttoepassing.
Allewijzigingeninkoers,bereikenpositieinverschillende
kaartenwordendoorgevoerdnaaralleanderekaarten.
Opmerking:Wanneerde2D-en3D-kaartweergavenzijn
gesynchroniseerd,danisdeBewegingsmodusaltijdRelatieve
beweging.
Meerderekaartensynchroniseren
DoehetvolgendeinhetmenuWeergave&bewegingin
deKaart-toepassing:(Menu>Presentatie>Weergave&
beweging)
1.SelecteerKaartsynchronisatie.
2.SelecteerKaartindelijst.
Erwordteenvinkjegeplaatstnaastdegeselecteerdeoptie.
3.Herhaaldebovenstaandestappenvooriederekaarten
wanneernodigvooriederophetnetwerkaangeslotenMFD
waarmeeudekaartweergavewiltsynchroniseren.
Opmerking:Ukuntnietsynchroniserenmeteenandere
kaartalsRadarsynchronisatieisingeschakeld.
Kaarttoepassing
163
14.14Kaartweergaven
Wanneerditwordtondersteunddooruwtypecartograemodule,
kandeKaart-toepassingwordeningesteldop2D-of
3D-weergave.
2D-en3D-kaartweergavenselecteren
Ukuntheenenweerschakelentussen2D-en3D-weergavein
deKaart-toepassingalsditdooruwcartograemodulewordt
ondersteund.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerWeergave&beweging.
3.SelecteerKaartweergaveom2Dof3Dteselecteren.
2D-kaartweergave
De2D-kaartweergavekanallerleiinformatieweergevendieu
helptbijhetnavigeren.
D12 30 6-3
1 2 3 6 74 5
14 15 16
13
8
11
9
10
12
ArtikelOmschrijving
1
Bereikhorizontalekaartschaalindicator(weergegevenin
degeselecteerdesysteemeenheden).
2
Waypointinactief.
3Richtingvermeldtderichting-modusdiedekaartgebruikt
(noordboven,boegboven,ofkoersboven).
4
Scheepssymbooltoontuwhuidigepositie.
5
Navigatielijnvertrekpunttijdenshetnavigerenlaatdit
eenononderbrokenlijnzienvanafhetvertrekpuntnaarhet
bestemmingswaypoint.Hetvertrekpuntkandeoorspronkelijke
locatievanhetschipzijn,hetpuntvanXTE-resetofhetpunt
waarophethuidigetrajectvanderoutewerdingezet.
6Bewegingsmodustoontdehuidigebewegingsmodus
(relatief,werkelijkofautomatischbereik).
7
Kaarttypegeefthettypevandegebruiktekaartaan
VisofNavigatie.
8PictogramZoekschipgebruiktvoorhetzoekenen
centrerenvanuwschipopdekaart.
9
Scheepspositielijntijdenshetnavigerenlaatditeen
stippellijnzienvanafdehuidigepositievanhetschipnaarhet
bestemmingswaypoint.
10
Cursorwordtgebruiktomdekaartobjectenoverdekaart
tebewegen.
11Bestemmingswaypointhuidigebestemmingswaypoint.
12
Gegevenskaderswordtgebruiktvoorhetweergevenvan
gegevenszoalsdiepteophetkaartvenster.
13
AIS-objecteenschipdatAIS-informatieuitzendt
(optioneel).
14Bereikuitzoomenselecteerditpictogramomhetbereikuit
tezoomen(alleendisplaysmettouchscreen).
ArtikelOmschrijving
15Bereikinzoomenselecteerditpictogramomhetbereikin
tezoomen(alleendisplaysmettouchscreen).
16
Cartograscheobjectenhetniveauvandecartograsche
objectenwordtbepaalddoorhetcartograetype.
3D-kaartweergave
De3D-kaartweergavekanallerleiinformatieweergevendieu
helptbijhetnavigeren.
0
00 °T
1 5 6 9
10
11
12
3
2
84 7
1413
D12 30 7-2
ArtikelOmschrijving
1
Bereikhorizontalekaartschaalindicator(weergegeven
indegeselecteerdesysteemeenheden).
2Diepteschaaldieptebijbenaderingonderuwschip
(optioneel).
3Waypointoptioneel.
4
Middenvanweergavehetwittekruisgeefthet
middenvandekaartweergaveopwaterniveauaan
(optioneel).
5
Richtingvermeldtderichtingmodusdiedekaart
gebruikt.
6
Cartograscheobjectengebruikhet
instellingenmenuvandecartograeomteselecteren
welkeobjectenmoetenwordenweergegeven.
7
Rotatietoonttotopdegraadnauwkeurighoeveelde
weergaveophetschermisgedraaidtenopzichtevande
koersvanhetschipendekantelhoekvanuwschip.
8
Noordpijl3D-weergavevanhetgeograschenoorden
tenopzichtevandekaartweergave.Denoordpijlkantelt
ookomdekantelhoekaantegeven.
9
Kaarttypegeefthettypevandegebruiktekaartaan
VisofNavigatie.
10PictogramZoekschipgebruiktvoorhetzoekenen
centrerenvanuwschipopdekaart.
11
Scheepssymbooltoontdehuidigepositievanuw
schip.
12
Gegevenslaaggebruiktvoorhetweergevenvan
gegevenszoalsdiepteophetkaartvenster.
13Bereikuitzoomengebruikditpictogramomhet
bereikuittezoomen(alleendisplaysmettouchscreen).
14Bereikinzoomengebruikditpictogramomhetbereik
intezoomen(alleendisplaysmettouchscreen).
Aanpassenvande3D-kaartweergave
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Metdekaartin3D-modusgaatunaarhetmenuKijkhoek
aanpassen:Menu>Kijkhoekaanpassen.
2.SelecteerAanpassen:zodatKantelenenroterenis
gemarkeerd.
3.Omdekantelingaantepassen:
164
LightHouseMFDoperationinstructions
i.DisplayszondertouchscreenofHybridT ouch-displays
verplaatsdeJoystickomhoogofomlaagomde
kantelingaantepassen
ii.HybridT ouch-displaysofdisplaysmetalleentouchscreen
beweeguwvingerschuinomhoogofomlaagoverhet
schermomdekantelingaantepassen.
D117 55-1
4.Omderotatieaantepassen:
i.DisplayszondertouchscreenofHybridT ouch-displays
verplaatsdeJoysticknaarlinksofnaarrechtsomde
rotatieaantepassen
ii.HybridT ouch-displaysofdisplaysmetalleentouchscreen
beweeguwvingerschuinnaarlinksofnaarrechtsover
hetschermomderotatieaantepassen.
D
117 56-1
Opties3D-weergave
Devolgendeoptieszijnbeschikbaarmetdekaarttoepassingin
3D-weergave:
Middenvanweergavezeteendradenkruisaanenuitin
hetmiddenvanhetschermopzeeniveau.
Vergrotinghetaanpassenvandevergrotingzorgtervoor
datobjectenopdekaartverticaalwordenuitgerekt,waardoor
hunvormenpositiebetertezienis.
Transducer-kegelschakelteentransducer-kegelwaarmee
dedekkingvandeshnder-transducerwordtaangegeven
aanenuit.
Diepteschaalschakelteendiepteschaalopuw
scheepspositieaanenuit.
Middenvanweergaveinschakelen
Omin3D-weergavehetdradenkruisinhetmiddenvande
weergaveinteschakelenvolgtudeonderstaandestappen:
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerWeergave&beweging.
3.SelecteerOpties3D-weergave.
4.SelecteerMiddenvanweergavezodatAanisgemarkeerd
WanneeruMiddenvanweergaveselecteertwordt
geschakeldtussenhetdradenkruisaanenuit.
De3D-vergrotingaanpassing
Doehetvolgendeinde3D-kaartweergave.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerWeergave&beweging.
3.SelecteerOpties3D-weergave.
4.SelecteerVergroting:.
DenumeriekeregelaarvoorVergrotingwordtweergegeven.
5.Steldenumeriekeregelaarinopdegewenstewaarde,
tussen1,0en20,0
6.SelecteerOKofTerugomdeinstellingtebevestigenende
numeriekeregelaartesluiten.
Detransducer-kegelinschakelen
Omin3D-weergavedetransducer-kegeldiehetdekkingsgebied
vanuwFishnder-transduceraangeeftinteschakelen,volgt
udeonderstaandestappen:
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerWeergave&beweging.
3.SelecteerOpties3D-weergave.
4.SelecteerTransducerkegelzodatAanisgemarkeerd.
WanneeruTransducerkegelselecteertwordtdefunctieAan
enUitgeschakeld.
Diepteschaalinschakelen
Omin3D-weergavedediepte-indicatoropdelocatievanuw
schipinteschakelenvolgtudeonderstaandestappen:
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerWeergave&beweging.
3.SelecteerOpties3D-weergave.
4.SelecteerDiepteschaal:zodatAanisgemarkeerd.
Wanneerudediepteschaalselecteertwordtde
diepte-indicatorin-enuitschakeld.
Eenvoudigeweergaveinschakelenen
uitschakelen
Eenvoudigeweergaveisbeschikbaarwanneeru
Navionics
®
-cartograegebruikt.Eenvoudigeweergave
vergrootveelgebruiktepictogrammenentekstomhetscherm
gemakkelijkerleesbaartemaken.
DoehetvolgendeinhetmenuWeergave&beweging:Menu>
Presentatie>Weergave&beweging.
1.SelecteerEenvoudigeweergavezodatAanisgeselecteerd.
2.EenvoudigeweergavekanwordenuitgeschakelddoorUit
teselecteren.
Detekst-ensymboolgrootteaanpassen
Degroottevandetekstendesymbolenbijgebruikvan
Jeppesen
®
-cartograekanwordenaangepastzodathetscherm
beterleesbaaris.
DoehetvolgendeinhetmenuWeergave&beweging:Menu>
Presentatie>Weergave&beweging.
1.SelecteerTekst-/symboolgroottezodatGrootis
geselecteerd.
2.Detekst-ensymboolgroottekunnenwordenteruggezetop
normaaldoorNormaalteselecteren.
Kaarttoepassing
165
14.15Kaartweergave
Demenu-optieKaartweergavebepaalthetdetailniveauvande
weergaveophetscherm.
Demenu-optieKaartweergaveisalleenbeschikbaarbijhet
gebruikvancartograeopvectorbasis.
Deoptiesvoorkaartweergavestaanhieronderweergegeven.
Eenvoudig
Gedetailleerd
Extragedetailleerd
Hetdetailniveauophetschermwordtookbeïnvloeddoorde
cartograe-instellingenKaartdetail.GanaarKaartdetailvoor
meerinformatie.
Hetweergavedetailniveauvandekaart
wijzigen
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerKaartdetail.
Devolgendeoptieszijnbeschikbaar:
Eenvoudig
Gedetailleerd
Extragedetailleerd
3.Selecteerdegewensteoptie.
166
LightHouseMFDoperationinstructions
14.16Lagen
Erzijnverschillendelagenbeschikbaardiehelpenbijhetnavigereneninformatiegevenoverdesituatie.
Opmerking:Detabelhierondergeefteenoverzichtvandelagendiedoordeverschillendecartograeleveranciersworden
ondersteund,hetisechtermogelijkdateenlaagnietwordtondersteunddoorallecartograeniveausdiedoordebetreffende
leverancierwordengeleverd.Gaatualstublieftbijuwcartograeleveranciernawelkefunctionaliteitenwordenondersteund.
LaagOmschrijvingLightHouseNavionics
®
Jeppesen
®
AISAIS-objectenin-enuitschakelen.Voordezefunctieisextra
hardwarenodigenisnietbeschikbaarin3D-weergave.
Radar
SchakeltdeRadar-laaginenuit,hiervoorisextrahardware
nodigenisnietbeschikbaarin3D-weergave.
LuchtfotoGeefteenluchtfoto-/satellietfotolaagmetinstellingenvoorde
transparantie.
Luchtfotolaag:WanneerLuchtfotoisingeschakeld,bepaaltdezefunctiehet
dekkingsgebiedvandeluchtfotolaag.
Reliëf-kleurschakering
Voegteenlaagtoemetkleurschakeringenwaarmeedediepte
enhoogtevanterreinwordtaangegeven
NOWRadVoegtdeNOWRad-weerlaagtoe,hiervoorisextrahardware
eneenabonnementvereist.Delaagisnietbeschikbaarin
3D-weergave.
GegevenskadersBepaaltofgegevenskaderswordenweergegevenophetscherm
enwelkegegevenswordenweergegeven.
Kaartraster
Bepaaltoflijnenvoordelengte-enbreedtegradenworden
weergegevenopdekaart.Delaagisnietbeschikbaarin
3D-weergave.
2D-kleurschakering
Bepaaltofterreinkleurschakeringwordtweergegevenin
2D-weergave.
Bewerkingen
community
Bepaaltofdecommunity-laagisingeschakeldofuitgeschakeld.
Kaarttekst
Bepaaltofkaarttekstwordtweergegeven(plaatsnamenetc.).
Kaartgrenzen
Bepaaltofereenlijnwordtweergegevenomdekaartgrensaan
tegeven.
BereikringenBereikringenweergevenindeKaart-toepassing.Delaagisniet
beschikbaarin3D-weergave.
BrandstofbereikringDebrandstofbereikringweergeven.Delaagisnietbeschikbaar
in3D-weergave.
Scheepsgrootte
Bepaaltdeomvangvanhetscheepspictogram.
Naamwaypoint
Bepaaltofdewaypoint-namenwordenweergegevennaastde
waypoints.
RoutebreedteBepaaltdebreedtevanderoutelijnen.Delaagisniet
beschikbaarin3D-weergave.
Track-breedteBepaaltdebreedtevandetrack-lijnen.Delaagisniet
beschikbaarin3D-weergave.
AISinschakelenindeKaart-toepassing
OmdeAIS-laagindeKaart-toepassinginteschakelenvolgt
udeonderstaandestappen.
OmdeAIS-laaginteschakelendientuwsysteemovereen
AIS-ontvangerof-zendontvangertebeschikken.DeAIS-laagis
nietbeschikbaarin3D-weergave.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLagen.
3.SelectAIS:zodatAanisgeselecteerd.
WanneeruAISselecteertwordtAISheenenweer
geschakeldtussenAanenUit.
VoorAIS-informatieraadpleegtuHoofdstuk12AIS(Automatic
IdenticationSystem).
Radarlaag
UkuntRadar-enMARPA-functiesalslaaggebruikeninde
Kaart-toepassingomobjectentekunnenvolgenofomute
helpenonderscheidtemakentussenvasteobjectenenander
maritiemverkeer.
UkuntdefunctionaliteitvandeKaart-toepassinguitbreidendoor
devolgenderadarfunctiestecombineren:
MARPAdefunctie"MiniAutomaticRadarPlotting
Aid"(MARPA)wordtgebruiktvoorobject-trackingen
risico-analyse.MARPA-objectenzijnalleenbeschikbaarin
deKaart-toepassingwanneerkoersgegevensbeschikbaar
zijn.WanneerMARPA-objectenwordengevolgd,danworden
zeweergegevenindeKaart-toepassing,onafhankelijkvan
hetfeitofdeRadar-laagisingeschakeld.Bijbehorende
MARPA-functieskunnenwordengeopendmetbehulpvan
hetmenu.
Radaroverlayukuntderadarbeeldlaagoveruw
kaartbeeldleggenombeteronderscheidtekunnenmaken
Kaarttoepassing
167
tussenvasteobjectenenandermaritiemverkeer.Voorde
besteresultatenschakeltuderadar-kaartsynchronisatiein
omervoortezorgendathetradarbereikendekaartschaal
zijngesynchroniseerd.
Radarlaagmetbehulpvankoers
Voorderadarlaagzijnkoersgegevensnodigvanafeen
aangesloten:
Evolution-stuurautomaatsensor(zoalsdeEV-1ofEV-2,of
Fluxgate-kompas
Wanneerkoersgegevensbeschikbaarzijn,kunnenzowelde
Radar-laagalsMARPA-objectenwordenweergegeveninde
Kaart-toepassing.
Hetsysteemgebruiktaltijdkoersgegevensvoordelaagwanneer
ditbeschikbaaris.
WanneerdeRadar-laagkoersgegevensgebruikt,wordt‘OVL
weergegevenindehoeklinksbovenvandeKaart-toepassing.
Radar-laagmetbehulpvanstabielegrondkoers
DeRadar-laagkanzowordeningestelddatdegrondkoers
wordtgebruiktalsergeenkoersgegevensbeschikbaarzijn
ofverlorenzijngegaan.Omdegrondkoersvoordelaagte
kunnengebruikenmoetditstabielzijn,d.w.z.datervoldoende
SOG-gegevensmoetenzijn.
Wanneerdegrondkoerswordtgebruiktvoordelaag,zijn
MARPA-objectennietbeschikbaar.
Alserkoersgegevensbeschikbaarkomen,schakeltdelaag
automatischterugnaarhetgebruikvankoersgegevens.
WanneerdeRadar-laagdegrondkoersgebruikt,wordt
‘OVL-COG’weergegevenindehoeklinksbovenvande
Kaart-toepassing.
Opmerking:Wanneerdelaagdegrondkoersgebruikt,
kunnenuitlijningsafwijkingenontstaanalsgevolgvangetijden
enstroming.
DeRadar-laaginschakelen
GanaarhetLagen-menuwanneerdeRadarAanenopBezig
metzendenstaat:(Menu>Presentatie>Lagen)
1.SelecteerRadarzodatAanisgeselecteerd.
DemenuoptieRadarlaaginstellingenverschijntinhet
Lagen-menu.
2.SelecteerRadarlaaginstellingen.
3.SelecteerLaag.
4.Pasdetransparantievandelaagaannaarhetgewenste
niveau.
Opmerking:Deradarlaagisnietbeschikbaarin
3D-weergave.
GrondkoersgebruikenvoordeRadar-laag
DegrondkoerskanwordengebruiktvoordeRadar-laagalser
geenkoersgegevensbeschikbaarzijnofverlorenzijngegaan.
GanaarhetLagen-menuvandeKaart-toepassing:(Menu>
Presentatie>Lagen)
1.SelecteerRadarzonderkoers:zodatAanisgemarkeerd.
DeRadar-laagisnuzoingesteld,datautomatischwordt
overgeschakeldnaardegrondkoersgegevensalser
geenkoersgegevensbeschikbaarzijnofalsdegegevens
verlorenzijngegaan.Alsdekoersgegevensdaarnaweer
beschikbaarkomen,dankeerthetsysteemautomatisch
terugnaarhetgebruikvandekoersgegevens.Erwordt
eenwaarschuwingsberichtweergegevenwanneerwordt
overgeschakeldnaardegrondkoers.
Opmerking:Wanneerdelaagdegrondkoersgebruikt,
kunnenuitlijningsafwijkingenontstaanalsgevolgvangetijden
enstroming.
HetopenenvanRadarbesturingenvanuitde
Kaart-toepassing
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerRadarofRadar&AIS.
Opmerking:AllewijzigingenindeRadar-optiesdieinde
Kaart-toepassingwordenaangebrachtwordendoorgevoerd
naardeRadar-toepassing.
Synchronisatievankaartschaalenradarbereik
Ukuntinalleradarvenstershetradarbereiksynchroniserenmet
dekaartschaal.
Wanneersynchronisatieisingeschakeld:
Hetradarbereikinalleradarschermenwordtveranderdom
overeentekomenmetdekaartschaal.
Indelinkerbovenhoekvanhetkaartvensterwordt'Sync'
aangegeven.
Alsuhetradarbereikwijzigtineenradarvenster,verandertde
schaalvanallegesynchoniseerdekaartweergavenmee.
Alsudeschaalvaneengesynchroniseerdekaartwijzigt,
veranderthetbereikvanalleradarvenstersmee.
Hetkaart-enhetradarbereiksynchroniseren
Doehetvolgendeinde2D-kaartweergave:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerWeergave&beweging
4.SelecteerKaartsynchronisatie.
5.SelecteerRadar.
Opmerking:Radarbereiksynchronisatieisnietbeschikbaar
wanneerdekaartbewegingsmodusisingesteldop
Automatischbereik.
Luchtfotolaag
Uwelektronischekaartenkunnenluchtfoto'sbevatten.
Luchtfoto'shebbenbetrekkingopbevaarbarewaterentot3mijl
(4,8km)binnendekustlijn.Deresolutiehangtafvanderegio
waaropuwcartograschekaartmodulebetrekkingheeft.
Deluchtfotolaaginschakelen
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
168
LightHouseMFDoperationinstructions
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerLagen.
4.SelecteerLuchtfoto.
Detransparantieschuifregelaarvoorluchtfotowordt
weergegevenmethethuidigetransparantiepercentage.
5.Pasdeschuifregelaaraannaardegewenstetransparantie,
of
6.selecteerUitomdeluchtfotolaaguitteschakelen.
Hetluchtlaaggebiedspeciceren
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLagen.
3.SelecteerLuchtlaag:.
Erwordteenlijstweergegevenmetlaagopties.
4.SelecteerofAanland,Aanlandenondiep,ofAanlanden
zee.
Dekaartweergavewordtopnieuwgetekendwaarbijde
nieuwelaagwordtweergegeven.
NOWRad-weerlaag
Wanneereengeschikteweerontvangerisaangeslotenopuw
multifunctioneledisplay,kuntuNOWRad-weerinformatieals
laagweergevenopuwkaartweergave.
DeNOWRad-weerlaaggeeftNOWRad-weerinformatieen
-rapportenindekaarttoepassing.Ukuntdeintensiteitvande
laagaanpassen,vooroptimalezichtbaarheidvanzowelde
kaart-alsdeweerinformatie.
Opmerking:DeNOWRad-weerlaagkanalleenworden
gebruiktinNoord-Amerikaendekustwaterenaldaar.
DeNOWRad-weerlaagopdekaartinschakelen
Doehetvolgendeinde2D-kaartweergave:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerLagen.
4.SelecteerNOWRad.
DetransparantieschuifregelaarvoorNOWRadwordt
weergegevenmethethuidigetransparantiepercentage.
5.Pasdeschuifregelaaraannaardegewenstetransparantie,
of
6.SelecteerUitomdeNOWRad-laaguitteschakelen.
Weerrapportenbekijkenvanuitdekaarttoepassing
Doehetvolgendeinde2D-kaartweergave:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerWeerrapporten.
3.SelecteerRapportopomteschakelentussenrapportenvan
deSchip-locatieendeCursor-locatie.
4.UkuntTropischemeldingen,Maritiemewaarschuwingen,
MaritiemezonevoorspellingenofWatchbox-waarschuwingen
selecteren.
Gegevenskaders
Gegevenskaderskunnenwordenweergegeveninhet
toepassingsvenster.
Degegevenskaderskunnenwordenin-enuitgeschakeldende
weergegevengegevenskunnenwordenaangepast.
GegevenskadersindeKaart-toepassingaanpassen
Omgegevenskadersin-enuitteschakelenengegevens
teselecterendiemoetenwordenweergegevenvolgtude
onderstaandestappen.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLaag.
3.SelecteerGegevenskaders.
4.SelecteerGegevenskader1>Aan.
5.SelecteerGegevenskader2>Aan.
6.KiesdeSelecteergegevens-optievoorhetbetreffende
gegevenskader.
7.Selecteerdecategoriemethettypegegevensdatuinhet
gegevenskaderwiltweergeven.Voorbeeld:dieptegegevens.
8.Selecteereengegevensitem.
Degegevensdieuhebtgeselecteerdwordenophetscherm
weergegeveninhetbijbehorendegegevenskader.
ActiveCaptain
MetdeinstellingActiveCaptainkuntuinhoudvande
ActiveCaptain
-communitydiebeschikbaarisopcompatibele
C-Map-cartograebekijken.
DevolgendeC-Map-cartograeiscompatibelmetActiveCaptain:
C-Map4DMAX
C-Map4DMAX+
Decartograekaartenkunnenzijnvoorgeprogrammeerdmet
ActiveCaptain-content,bestaandecartograekaartenkunnen
wordengeüpgradeindeC-MAP-webwinkel.
PictogramTypeinhoudPictogramTypeinhoud
LuchthavenInlaatsluis
AnkerplaatsLokale
informatie
Aanlegsteiger
Schutsluis
Kaarttoepassing
169
PictogramTypeinhoudPictogramTypeinhoud
BrugJachthaven
DamWatersportwin-
kel
VeerbootWinkel
GevaarSlepen
ActiveCaptaininschakelen
OmActiveCaptain-inhoudinteschakelenopuwcompatibele
C-Map-cartograevolgtudeonderstaandestappen.
DoehetvolgendeinhetLagen-menu(Menu>Presentatie>
Lagen):
1.SelecteerActiveCaptainVAD:ZodatAanwordt
weergegeven.
DeActiveCaptain-pictogrammenwordennuweergegevenin
deKaart-toepassing.
ActiveCaptain-inhoudbekijken
WanneerActiveCaptainisingeschakeld,kuntugegevensover
community-inhoudbekijken.
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.SelecteereenActiveCaptain-pictogramenopenhet
contextmenu.
2.SelecteerKaartobjecten.
3.SelecteerhetbetreffendeobjectindelijstKaartobjecten.
Degegevensvanhetobjectwordenweergegeven:
DebronisActiveCaptain.
4.Wanneerhetbeedtegr./-lengtegr.-veldwordtgeselecteerd,
wordtdegegevenspaginageslotenenwordthetobject
gecentreerdophetKaart-venster.
Kaartraster
UkunteenrasteralslaagoverdeKaart-toepassingheenleggen
HetKaartrasterstaatvoordebreedtegraad-enlengtegraadlijnen.
HetKaartrasterisstandaarduitgeschakeld.
Hetkaartrasterin-enuitschakelen
Hetkaartrasterkanwordenin-enuitgeschakelddoorde
onderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLagen.
3.SelecteerKaartraster:zodatAanisgeselecteerdomhet
kaartrasterinteschakelen,of
4.SelecteerKaartraster:zodatUitisgeselecteerdomhet
kaartrasteruitteschakelen.
2D-kleurschakering
Wanneerondersteunddoorhettypevanuwcartograemodule,
kuntudekleurschakeringvanland-enzeelijnenin-en
uitschakelen.
D13002-1
1
2
1.2D-kleurschakeringaan.
2.2D-kleurschakeringuit.
2D-kleurschakeringisstandaardingeschakeld.
2D-kleurschakeringin-enuitschakelen
2D-kleurschakeringkanwordenin-enuitgeschakelddoorde
onderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLagen.
3.Selecteer2D-kleurschakering:zodatAanisgeselecteerd
omdekleurschakeringinteschakelen,of
4.Selecteer2D-kleurschakering:zodatUitisgeselecteerd
omdekleurschakeringuitteschakelen.
Reliëf-kleurschakering
Reliëf-kleurschakeringisbeschikbaarbijJeppesen
®
-cartograe
envoegteenlaagtoediedediepteenhoogtevanhetterrein
aangeeft.
Reliëf-kleurschakeringAanReliëf-kleurschakeringUit
Reliëf-kleurschakeringin-enuitschakelen
DoehetvolgendeinhetLagen-menu:Menu>Presentatie
>Lagen.
1.SelecteerReliëf-kleurschakering:zodatAanis
geselecteerdomdekleurschakeringinteschakelen,of
2.SelecteerReliëf-kleurschakering:zodatUitisgeselecteerd
omdekleurschakeringuitteschakelen.
170
LightHouseMFDoperationinstructions
Community-laag
Wanneerondersteunddoorhettypevanuwcartograsche
module,kuntudoorgebruikersgegenereerdecontent(UGC)
weergevenindeKaart-toepassing.
D13008-1
1
2
1.Community-functieAan.
2.Community-functieUit.
OmnategaanofuwNavionics-cartograehetdownloaden
vancommunity-bewerkingenondersteuntraadpleegtude
Navionics-website:voorinformatieeninstructiesoverhet
downloadenvandeupdatesnaaruwcartograschekaart.
Decommunity-bewerkingenin-enuitschakelen
Wanneerditwordtondersteunddooruwtypecartograemodule,
kandelaagmetdoorgebruikersgegenereerdecontent(UGC)
inenuitwordengeschakelddoordeonderstaandestappente
volgen.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLagen.
3.SelecteerCommunity-bewerkingen:zodatAanis
geselecteerdomUGCweertegeven,of
4.SelecteerCommunity-bewerkingen:zodatUitis
geselecteerdomUGCuitteschakelen.
Kaarttekst
Wanneerditwordtondersteunddooruwtypecartograemodule,
kantekstopdekaartzoalsplaatsnamenenwaarschuwingstek-
stenetc.wordenin-enuitgeschakeld.
D13006-1
1
2
1.Kaarttekstaan.
2.Kaarttekstuit.
DestandaardinstellingvoorkaarttekstisAan.
Kaarttekstin-enuitschakelen
Dekaarttekstkanwordenin-enuitgeschakelddoorde
onderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLagen.
3.SelecteerKaarttekst:zodatAanisgeselecteerdomde
kaarttekstinteschakelen,of
4.SelecteerKaarttekst:zodatUitisgeselecteerdomde
kaarttekstuitteschakelen.
Kaartgrenzen
Kaartgrenslijnenkunnenophetschermwordenweergegeven,
dezelijnengevendegrenzenaanvandeopditmoment
gebruiktecartograemodule.
D13005-1
1
2
1.KaartgrenzenAan.
2.KaartgrenzenUit.
Standaardzijndekaartgrenslijneningeschakeld.
Kaartgrenslijnenin-enuitschakelen
Kaartgrenslijnenkunnenwordenin-enuitgeschakelddoorde
onderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLagen.
3.SelecteerKaartgrenzen:zodatAanisgeselecteerdom
kaartgrenzenweertegeven,of
4.SelecteerKaartgrenzen:zodatUitisgeselecteerdom
kaartgrenzenuitteschakelen.
Bereikringen
Bereikringengevenueenoplopendeweergaveophetscherm
vandeafstandvanafuwschip,omutehelpenafstandenin
éénoogopslaginteschatten.
Deringenzijnaltijdgecentreerdronduwschipendeschaal
varieertafhankelijkvanuwkaartbereik.Iedereringheefteen
labelmetdeafstandvanafuwschip.
Debereikringenzijnstandaarduitgeschakeld.Bereikringen
wordennietweergegevenin3D-weergave.
Bereikringenin-enuitschakelen
Debereikringenkunnenwordenin-enuitgeschakelddoorde
onderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing,in2D-weergave:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerLagen.
Kaarttoepassing
171
4.SelecteerBereikringen:zodatAanisgeselecteerden
bereikringenwordenweergegeven,of
5.SelecteerBereikringen:zodatUitisgeselecteerdom
bereikringenuitteschakelen.
Brandstofbereikringen
Debrandstofbereikringgeefteengeschatbereikvanhetschip
metdegeschattehoeveelheidbrandstofaanboord.
Debrandstofbereikringringkangraschwordenweergegevenin
dekaarttoepassingengeefteengeschatbereikvanhetschip
met:
Hethuidigebrandstofverbruik.
Degeschattehoeveelheidbrandstofaanboord.
Eenkoersaangehoudenineenrechtelijn.
Aanhoudendehuidigesnelheid.
Opmerking:
Debrandstofbereikringiseengeschatbereikbijhethuidige
verbruikvandebrandstofaanboordenisgebaseerdop
eenaantalexternefactorendiehetgeschattebereikkunnen
vergrotenofverkleinen.
Dezeschattingisgebaseerdopdegegevensdieworden
ontvangenvanexternebrandstofmanagementapparaten,of
viadeBrandstofmanager.Hethoudtgeenrekeningmetde
heersendeomstandighedenzoalsgetijden,stroom,ruwezee,
windetc.
Ukuntnietvolledigvertrouwenopdebrandstofbereikringvoor
hetnauwkeurigplannenvaneenreisofinnoodgevallenof
veiligheidskritischesituaties.
Debrandstofbereikringinschakelen
Doehetvolgendeindekaarttoepassing,in2D-weergave:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerLagen.
4.SelecteerBrandstofbereikringzodatAanisgeselecteerd.
Hetpop-upberichtvoordebrandstofbereikringwordt
weergegeven.
5.SelecteerOKomdebrandstofbereikringeninteschakelen.
DeBrandstofbereikringuitschakelen
Doehetvolgendeindekaarttoepassing,in2D-weergave:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerLagen.
4.SelecteerBrandstofbereikringzodatUitisgeselecteerd.
Degroottevanhetscheepssymboolwijzigen
Degroottevanhetscheepssymboolkanwordengewijzigddoor
deonderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLagen.
3.SelecteerScheepsomvang:zodatGrootisgeselecteerden
hetgrotescheepssymboolwordenweergegeven,of
4.SelecteerScheepsomvang:zodatKleinisgeselecteerden
hetkleinescheepssymboolwordenweergegeven.
Waypoint-namenweergeven
Waypoint-namenkunnenwordenweergegevennaasthun
betreffendewaypoint-symbolen.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing.
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLagen.
3.SelecteerWaypoint-naam:zodatWeergevenis
geselecteerdomdewaypointnamenweertegeven,of
4.SelecteerWaypoint-naam:zodatVerbergenisgeselecteerd
omdewaypointnamenteverbergen.
Route-entrackbreedte
Debreedtevanderoute-entracklijnenkanwordengewijzigd.
Instel-
lingRouteTrack
Dun
Nor-
maal
Dik
Delijnbreedtesvaneenrouteoftrackwijzigen
Debreedtevandelijnwaarmeeroutesentracksworden
aangegevenkanwordengewijzigddoordeonderstaande
stappentevolgen.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing.
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerLagen.
3.SelecteerRoutebreedteofTrackbreedte.
4.Selecteerdebreedtedieuwiltinstellenindelijst.
172
LightHouseMFDoperationinstructions
14.17Kaartvectoren
Kaartvectorenkunnenwordenweergegevenin2D-weergave.
D13007-2
5
4
1
2
3
Num-
merOmschrijvingen
1Koersvectoreenpaarselijnwaarmeedehuidigekoersvan
hetschipwordtaangegeven.
2
COG-vectoreendonkergroenelijndiedewerkelijke
grondkoersvanhetschipaangeeft.
3Windpijlwindrichtingwordtweergegevenalseengelelijn
meteendichtepijldieinderichtingvanuwschipwijst,waarmee
dewindrichtingwordtaangegeven.Debreedtevandepijlgeeft
dewindkrachtaan.
4
Laylineslaatdemeestefciëntemanierzienvooreen
zeilschipomdebestemmingtebereikenbijdegeldende
windomstandigheden.
5
Getijdenpijlgetijdenwordenweergegevenalseenblauwe
lijnmeteendichtepijldievanuwschipafwijst,inderichtingvan
degetijdenstroom.Debreedtevandepijlgeeftdegetijdenkracht
aan.
Opmerking:
Alsergeengrondsnelheidsgegevens(SOG)of
koersgegevensbeschikbaarzijnkunnengeenvectoren
wordenweergegeven.
Laylineswordenalleenweergegevenwanneerdeinstelling
voorScheepstypeisingesteldopeenzeilschip.
Vectorlengte
Delengtevandekoers-enCOG-vectorlijnenkanworden
ingesteldopdeafstanddieuwschipaegtindetijddieu
speciceertbijuwhuidigesnelheidofkanwordeningesteldop
oneindig.
Kaartvectorenin-enuitschakelen
Ukuntdebeschikbaarkaartvectorenin-enuitschakelendoorde
onderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendeinde2D-kaartweergave:
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerVectoren.
3.Selecteerhetbetreffendemenu-itemomteschakelentussen
Koersvector,COG-vector,GetijdenpijlofWindpijlAan
ofUit.
Devectorlengte-enbreedteinstellen
Ukuntdelengteendebreedtevankoers-enCOG-vectoren
specicerendoordeonderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendeinde2D-kaartweergave.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerVectoren.
3.SelecteerVectorlengte.
Erwordteenlijstmettijdenweergegeven.
4.SelecteereentijdinstellingofselecteerOneindig.
5.SelecteerVectorbreedte.
Erwordteenlijstmetbreedtenweergegeven.
6.SelecteerSmal,NormaalofBreed.
Kaarttoepassing
173
14.18Laylines
Laylineswordengebruiktbijhetzeilen,omtelatenzien
hoeverhetschipviahethuidigerakmoetzeilenomnade
overstagmanoeuvrebijhetbestemmingswaypointtekomen,
opbasisvandegeldendewindomstandigheden.Laylineszijn
gebaseerdopdewarewindrichting(TrueWindDirection,TWD)
envasteofpolairezeilhoekentegendewindinofmetdewind
mee.Wanneerulangslaylineszeilt,wordtuwVelocityMade
Good(VMG)naarloefzijdegemaximaliseerd.
Laylineswordenweergegevenindevolgendeomstandigheden:
DeinstellingScheepstypewordtingesteldopéénvande
beschikbarezeilschepen
Erwordtactiefgenavigeerdmethetschipinderichtingvan
eenwaypoint
Delengtevandelaylinenaarhetbestemmingspuntisminder
dan150nm
Dehoektussendebakboord-enstuurboord-laylinesiskleiner
dan170°
D13319-1
1
4
3
2
5
1.Bestemming
2.Bestemmingslaylinestuurboord
3.Scheepslaylinebakboord
4.Bestemmingslaylinebakboord
5.Scheepslaylinestuurboord
Laylineskunnenerverschillenduitzien,afhankelijkvanhet
bestemmingspuntendescheepspositiemetbetrekkingtot
dewind.Wanneerhetbestemmingswaypointbovenwindsis,
wordthetparallelogramvandelaylineweergegevenzoals
hierboventezienis.Nadatuwschiphetbestemmingswaypoint
isgepasseerd(enugereedbentomoverstagtegaan)worden
slechts2zijdenvanhetparallelogramweergegeven.Alshet
bestemmingswaypointbenedenwindsis,danwordenalleende
scheepslaylinesindezelfdekleurweergegeven,ditgeeftde
bestezeilhoekaan.
Layline-typen
Erzijn3typenlaylines:
GespiegeldeTWA(warewindhoek)devectorengebruiken
dehuidigeTWA-gegevensomlaylinestemakennaareen
bovenwindsbestemmingspunt,dezewordengespiegeldaan
detegenovergesteldekantvandewind.Dezeoptielaatde
huidigekoersopdetegenovergesteldetackzien.
Vastehoekendevectorenwordengemaaktopbasisvan
gespeciceerdebovenwindseenbenedenwindsehoeken.
Dezehoekenzijnstandaardingesteldop45°en165°en
kunneninhetmenuwordengecongureerd.
Polaircoördinatendevectorengebruikeneen
geïmporteerdpolairdiagramvooruwschipomdelaylineste
maken.
Laylines-berekeningenvandrift
DeLaylines-functiesgebruikenberekeningenopbasisvanhet
geselecteerdescheepstypeomdedriftteberekenen.
Scheepstype<5knopen5tot18knopen>18knopen
Wedstrijdzeiler
tot
Zeilcruiser
tot10°
Catamaran10°tot20°
Alsuwrompzichandersgedraagtdanverwacht,probeerdan
deinstellingScheepstypetewijzigen.
Laylinesin-enuitschakelen
WanneerdeinstellingScheepstypeisingesteldopZeilkruiser,
WedstrijdzeilerofCatamaran,kunnenLaylineswordenin-en
uitgeschakeld.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerVectoren.
3.SelecteerLaylineszodatAanisgemarkeerdomlaylinesin
teschakelen,of
4.SelecteerLaylineszodatUitisgemarkeerdomlaylinesuit
teschakelen.
Layline-typewijzigen
DoehetvolgendeinhetmenuVectorenvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerLaylines-instellingen.
2.SelecteerLaylines-type.
3.SelecteerhettypeLaylinesdatuwiltgebruiken.
DeoptiePolaircoördinatenisalleenbeschikbaaralsereen
polairdiagramisgeïmporteerd.
Laylinescorrigerenvoorgetijdenstroming
Eriseenoptiebeschikbaarvoorhetautomatischcorrigerenvan
delaylinesomtecompenserenvoorgetijdenstroming.
DoehetvolgendeinhetmenuLaylines-instellingen:
1.SelecteerCorrigerenvoorgetijdenzodatAanis
gemarkeerd.
Historischelayline-gegevensweergeven
AlsWarewindrichting(TWD)constantverandert,verandert
naverloopvantijdookdepositievandelaylines.Deze
veranderingenwordenweergegeveninlichtergekleurde
driehoeken,diestaanvoordeminimaleenmaximaleTWD
binneneengespeciceerdeperiode.
TipIndeafbeeldinghieronderzietuhetvolgende:
WanneerdeTWDzijnmaximalewaardehoudt,kanhet
schipoverstaggaannaarstuurboordenhoudtdelaylineaan
naarhetwaypointwanneerhetschiphetgekleurdegebied
binnengaat.WanneerdeTWDechterweerterugvaltnaar
deminimalewaarde,bereikthetschipdelaylinenietenkan
hetnodigzijneenpaarkeerextraoverstagtegaanomhet
waypointtebereiken.
WanneerdeTWDzijnminimalewaardehoudt,kanhetschip
overstaggaannaarstuurboordenkanalleendelayline
aanhoudennaarhetwaypointwanneerhetschipheteinde
vanhetgekleurdegebiedbereikt.WanneerdeTWDechter
weeromhooggaatnaardemaximalewaarde,vaarthetschip
voorbijdelaylineenmoethetschipverdervarenomhet
waypointtebereiken.
Afhankelijkvandesituatieisdetenemenactienormaal
gesprokenoverstagtegaanwanneerhetschipzich
halverwegehetgekleurdegebiedis.Ditisechtermogelijkniet
dekortsteofdesnelstemethode.
174
LightHouseMFDoperationinstructions
Doehetvolgendeomhistorischelaylinegegevensweertegeven
1.SelecteerLaylines-instellingeninhetLaylines-menu.
2.SelecteerMin&maxlaylines:.
3.Selecteerdeperiodewaarvoorudehistorischegegevens
wiltweergeven.
Historischelaylineskunnenopiedermomentwordengereset
doorMin&maxlaylinesresetteninhetLaylines-instellingen
-menuteselecteren.
14.19Polairdiagrammen
Polaircoördinatendiagrammenvooruwschipkunnenworden
geïmporteerdmetde.csv-bestandsindeling.Deindelingvan
het.csv-bestandmoetvoldoenaandehieronderweergegeven
indeling.
Spreadsheetprogramma'szoalsMicrosoftExcelkunnenworden
gebruiktvoorhetwerkenmet.csv-bestanden.
Devolgendebeperkingenvoordetabelindelingzijnvan
toepassing:
Kolom1
Deeerstecelwordtgenegeerd
Kolom1moetdebetreffendeTWA-hoekenbevatten
Erzijnminimaal3TWA-hoekenvereist
Rijen
Deeerstecelwordtgenegeerd
Rij1moetdebetreffendeTWS-waardeninknopenbevatten
Erzijnminimaal3TWS-waardenvereist
Voorbeeldtabelindeling
1.0
45
65
120
165
2.5 5.0 7.0
xx
##
##
##
##
##
##
##
##
##
##
y
0 1.6
2.1
4.1
5.0
5.3
6.1
2.1 5.1 6.4
1.0 2.6 3.7
0
0
0
y
D13324-1
2 3
1
1.TWS-waardeninknopenverhogen
2.TWA-waardeningradenverhogen
3.Waardenobjectschipsnelheidinknopen
Eenpolairdiagramimporteren
Nadateenpolairdiagramisgemaaktenopgeslagenals
.csv-bestand,kanhetwordengeïmporteerdinhetMFDmet
behulpvaneenMicroSD-kaart.
DoehetvolgendewanneerdeMicroSD-kaartmethet
.csv-bestandindekaartlezervanuwMFDisgeplaatst:
DoehetvolgendeinhetLaylines-instellingenmenuinde
Kaart-toepassing:Menu>Presentatie>Vectoren>
Laylines-instellingen.
1.SelecteerPolairdiagramimporteren.
2.Bladernaarhet.csv-bestandopuwMicroSD-kaarten
selecteerhet.
Hetpolairdiagramisnugeïmporteerdendeoptie
PolaircoördinatenisbeschikbaarinhetmenuLaylines-type.
Opmerking:HetPolairdiagramkanaltijdwordengewistvan
hetsysteemdoorPolairdiagramverwijderenteselecteren
inhetLaylines-instellingen-menu.
Kaarttoepassing
175
14.20Cartograscheobjecten
Kaartdetail
DeinstellingKaartdetailisbeschikbaarwanneeruNavionics
®
-
ofLightHouse-vectorkaartengebruiktenbepaalthet
detailniveaudatwordtweergegevenindeKaart-toepassing.
Low(Laag)
Hoog
WanneerdeoptieLaagwordtgeselecteerdvoorKaartdetail
wordendevolgendeobjectenenlagenuitgeschakeld:
2D-kleurschakering
Community-bewerkingen
Kaarttekst
Kaartgrenzen
Lichtsectoren
Routeringssystemen
Waarschuwingsgebieden
Maritiemeeigenschappen
Landeigenschappen
Panoramafoto
Wegen
Aanvullendewrakinformatie
Gekleurde(zee)bodemgebieden
Dieptelijnen
Hetdetailniveauvandekaartwijzigen
DoehetvolgendeinhetmenuvandeKaart-toepassing:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerObjecten.
3.SelectKaartdetailomteschakelentussenHoogenLaag.
176
LightHouseMFDoperationinstructions
Cartograscheobjecten
Wanneerditwordtondersteunddooruwcartograemodule,kunnencartograscheobjectenafzonderlijkwordenin-enuitgeschakeld.
UkunthetObjecten-menuopenenvia:Menu>Presentatie>Objecten.
Opmerking:HetObjecten-menuisalleenbeschikbaarwanneerdegebruiktecartograemoduledezefunctiesondersteunt.
Opmerking:Detabelhierondergeefteenoverzichtvandeobjectendiedoordeverschillendecartograeleveranciersworden
ondersteund,hetisechtermogelijkdateenobjectnietwordtondersteunddoorallecartograeniveausdiedoordebetreffende
leverancierwordengeleverd.Gaatualstublieftbijuwcartograeleveranciernawelkefunctionaliteitenwordenondersteund.
ObjectOmschrijvingLightHouseNavionics
®
Jeppesen
®
*SportvisserijBepaaltofValueAddedData(VAD)voorsportvisserijvan
Jeppesenwordtweergegeven.
*Beschermde
gebieden
BepaaltofValueAddedData(VAD)voorbeschermdegebieden
opzeevanJeppesenwordtweergegeven.
*Interessante
gebiedenvisserij
BepaaltofValueAddedData(VAD)voorinteressantegebieden
(AOI)voorvisserijvanJeppesenwordtweergegeven.
RotsenweergevenBepaaltdedieptewaaroprotsenwordenweergegeven.
Nav.markeringen
Bepaaltofnavigatiemarkeringenwordenweergegeven.
Nav.markerings-
symbolen
Bepaaltwelkenavigatiemarkeringenwordengebruikt
InternationaalofAmerikaans.(Dezesymbolenkomenovereen
metpapierenkaarten.)
Lichtsectoren
Bepaaltofdelichtstraalsectorvaneenvastbakenwordt
weergegeven.
Routeringssyste-
men
Bepaaltofrouteringsgegevenswelofnietwordenweergegeven.
Waarschuwingsge-
bieden
Bepaaltofwaarschuwingsgegevenswordenweergegeven.
Maritieme
eigenschappen
Bepaaltofdecartograscheeigenschappenvoorwater,zoals
kabels,getijdenenstromingsstationsenhaveninformatieetc.
wordenweergegeven.
Landeigenschappen
Bepaaltofdecartograscheeigenschappenvoorland,zoals
gebouwen,torens,mastenenkustwachtstationsetc.worden
weergegeven.
Zakelijkediensten
Bepaaltofsymbolendiedelocatievaneenbedrijfaangeven
wordenweergegeven.
Panoramafoto'sBepaaltoferpanoramafoto'sbeschikbaarzijnvoor
landmarkeringenzoalshavensenaanlegplaatsen.
Wegen
Bepaaltofgrotekustwegenwordenweergegevenopdekaart:
Aanvullende
wrakinformatie
Bepaaltoferuitgebreideinformatiewordtweergegevenvoor
nieuwewrakken.
Gekleurde
zeebodemgebieden
Toontmeerdetailsvandezeebodem.Ditheeftalleenbetrekking
opbeperktegebiedenwaarvoormeerdetailsbeschikbaarzijn.
Opmerking:*VAD-objecten:
zijnbeschikbaartegenextrabetalingbijJeppesen
®
.
zijnmogelijknietinallegebiedenbeschikbaar.
Kaarttoepassing
177
14.21Objectinformatie
Wanneerditwordtondersteunddooruwtypecartograemodule,
kuntumeergedetailleerdeinformatieoverbepaalde
cartograscheobjectenweergeven.
Afhankelijkvanhetcartograetypedatugebruiktkunteendeel
vandeonderstaandeaanvullendeinformatiebekijken,ofalle
informatie:
Informatieoveriedercartograschobjectdatopdekaartis
gemarkeerd,waaronderbroninformatievoorstructuren,lijnen,
gebiedenopopenzeeetc.
Informatieoverhavens,havendienstenenzakelijkediensten.
Logboekinformatievoordestuurautomaat(vergelijkbaarmet
deinformatieineenmaritiemealmanak).Pilotbookinformatie
isbeschikbaarvoorbepaaldehavens.
Panoramafoto'svanhavensenaanlegplaatsen.De
beschikbaarheidvanfoto'swordtweergegevendooreen
camerasymboolopdekaartweergave.
Ukuntookzoekennaareenbepaaldkaartobjectmetbehulp
vandeoptieZoekdichtstbijzijnde.Ukuntzoekennaarde
volgendeobjecten:
ObjectLightHouseNavionics
®
Jeppesen
®
Haven(zoeken
opnaam)
Waypoints
Havens
Getijdenstation
Stromingssta-
tion
Obstructies
Wrakken
Havendiensten
Zakelijke
diensten
Interessante
plaats
Openluchtre-
creatie(Out-
doorRecrea-
tionalAreas,
ORA)
ORA-diensten
Faciliteitkleine
vaartuigen
Havenfaciliteit
UkuntdezeinformatieopenenviadeoptiesKaartobjectenof
Zoekdichtstbijzijndeinhetkaartcontextmenu:
Selecteereenkaartobjectophetschermenselecteer
Kaartobjecteninhetkaartcontextmenuomdeinformatieover
hetgeselecteerdeobjecttebekijken.
SelecteerZoekdichtstbijzijndeinhetkaartcontextmenuom
tezoekennaarobjectenindebuurt.
Kaartobjectinformatieweergeven
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteereenobject.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerKaartobjecten.
HetdialoogvensterKaartobjectwordtweergegeven.
3.Wanneerudebeschikbareoptiesselecteertwordt
gedetailleerdeinformatieoverdatitemweergegeven.
4.Wanneerudepositieselecteertinhetdialoogvensterwordt
hetinformatievenstergeslotenendecursorophetobject
geplaatst.
Zoekennaarhetdichtstbijzijndekaartobject
ofservice
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteereenlocatieophetscherm.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerZoekdichtstbijzijnde.
Erwordteenlijstweergegevenmetkaartobjecttypes.
3.Selecteerhetkaartobjectofserviceindelijst.
Erwordteenlijstweergegevenmetbeschikbareobjectenof
servicesvanhetbetreffendetype.
4.Selecteerhetitemdatuwiltzoeken.
Decursorwordtophetgeselecteerdeobjectgeplaatst,ofer
wordteenlijstmetobjectenweergegeven.
Eenhavenzoekenopnaam
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteereenlocatieophetscherm.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerZoekdichtstbijzijnde.
Erwordteenlijstweergegevenmetkaartobjecttypes.
3.SelecteerHaven(zoekenopnaamindelijst).
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
4.Gebruikhetschermtoetsenbordomdegewenstehavennaam
intevoeren.
5.SelecteerOPSLAAN.
Dezoekresultatenwordenweergegeven.
6.Selecteerdepositieuitdelijstomdecursoropdiepositiete
plaatsen.
Logboekinformatieweergeven
Doehetvolgendeindekaarttoepassing,wanneereen
havensymboolwordtweergegevenvooreenhavendateen
logboekheeft:
1.Selecteerhethavensymbool.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerLogboek.
3.Selecteerhetbetreffendehoofdstuk.
Panoramafoto'sweergeven
Doehetvolgendeindekaarttoepassing,wanneereen
camerasymboolwordtweergegeven,waarmeewordt
aangegevendatereenfotobeschikbaaris:
1.Selecteerhetcamerasymbool.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
178
LightHouseMFDoperationinstructions
2.SelecteerFoto.
Defotowordtweergegevenophetscherm.
Opmerking:Nietalletypencartograschekaartenkunnen
panoramafoto'sweergeven.
Stromingsinformatie
Bewegendestromingsinformatie
Afhankelijkvandegebruiktecartograekande
stromingsinformatiealsanimatiewordenweergegeven.
D117 48-3
Bewegendestromingsinformatieisbeschikbaarinde
kaarttoepassingwaareenruitvormigsymboolmeteen"C"wordt
weergegeven:
Ditsymboolidenticeertdelocatievaneenstromingsstationende
beschikbaarheidvanstromingsinformatievoordelocatie.
Wanneerueenstromingsstationssymboolselecteertwordthet
kaartcontextmenuweergegeven,metdaarindeoptieAnimatie.
Deanimatiekancontinuwordenbekeken,ofmeteendoor
ugespeciceerdtijdsinterval.Ukuntookdedatumvoorde
animatieinstellenendeanimatiestartenofherstartenopieder
momentbinneneenperiodevan24uur.Alshetsysteemgeen
geldigedatumentijdheeft,wordt12uur'smiddagsgebruiktals
standaardsysteemtijd.
Navionicsbewegendestroming
Voorbeeldstromingsanimatie
Erwordenpijlengebruiktomderichtingvandestromingaan
tegeven.Delengtevandepijlgeeftdeveranderingvande
stromingssnelheidaanendekleurvandepijlstaatvoorde
stromingssnelheid:
Rood:stijgendestromingssnelheid.
Blauw:dalendestromingssnelheid.
Opmerking:Nietalleelektronischekaartenondersteunen
bewegendegetijdeninformatie.Gaditnaopde
Navionics-website:www.navionics.comomerzekervan
tezijndatdefunctiesbeschikbaarzijnophetdooru
geselecteerdecartograeniveauof-type.
C-MAPbyJeppesen,bewegendestroming
Erwordenpijlengebruiktomderichtingvandestromingaante
geven.Degrootteendekleurgevendestromingssterkteaan:
Geel
0tot0,1knopen
Geel
0,2tot1,0knopen
Oranje
1,1tot2,0knopen
Oranje
2,1tot3,0knopen
Rood3,1tot9,9knopen
Opmerking:Nietalleelektronischekaartenondersteunen
bewegendegetijdeninformatie.Gaditnaopde
Jeppesen-website:c-map.jeppesen.comomerzeker
vantezijndatdefunctiesbeschikbaarzijnophetdooru
geselecteerdecartograeniveau.
Bewegendestromingsinformatiebekijken
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteereenruitvormigstromingspictogram.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerAnimatie.
Hetanimatiemenuwordtweergegevenende
stromingspictogrammenwordenvervangendoordynamische
stromingspijlen
Bedienenvananimaties
Doehetvolgendeindekaarttoepassing,methetmenuAnimatie
weergegeven:
1.Omdeanimatietestartenoftestoppenselecteertu
Animatie:omteschakelentussenAfspelenenPauzeren.
2.OmdeanimatieinstappentebekijkenselecteertuStap
achteruitofStapvooruit.
3.Omdeintervalvandestappenvandeanimatieintestellen
pauzeertualleanimatiesenselecteertuIntervalinstellen.
4.Omdedatumvandeanimatieintestellenselecteertu
Datuminstellenengebruiktuhetschermtoetsenbordomde
gewenstedatumintevoeren.
5.Omdeanimatiedatumintestellenopdedatumvanvandaag
selecteertuVandaag.
6.Omdeanimatiedatumintestellenop24uurvoordedatum
vanvandaagselecteertuVorigedag.
7.Omdeanimatiedatumintestellenop24uurnadedatum
vanvandaagselecteertuVolgendedag.
Stromingsgraeken
Stromingsgraekengeveneengraschoverzichtvande
stroomactiviteit.
D12 30 9-1
1 4
5
2
9
6
10
3
8
7
1.Terugkeerterugnaarhetvorigemenuofweergave.
2.Indicatorzonsopkomstgeeftaanwanneerdezon
opkomt.
Kaarttoepassing
179
3.Indicatorzonsonderganggeeftaanwanneerdezon
ondergaat.
4.Afsluitensluithetdialoogvenster.
5.Indicatorschemeringhetgrijzegebiedvandegraek
geeftdeschemeringaan.
6.Stroomrichtinggeeftderichtingvandestromingaan
(tenopzichtevanhetnoorden).
7.Eb/vloedtoonteenlijstmeteb,kenteringenvloed.
8.Datumnavigatiegebruikdepictogrammenomnaarde
vorigeofvolgendedagtegaan.
9.Tijddehorizontaleasvandegraekgeeftdetijdaan
overeenkomstighettijdformaatgespeciceerdindeopties
vanInstellingeneenheden.
10.Huidigesnelheiddeverticaleasvandegraekgeeft
desnelheidaanovereenkomstigdesnelheidsvoorkeuren
gespeciceerdindeoptiesvanInstellingeneenheden.
Opmerking:Degegevensindestromingsgraekzijnalleen
bedoeldterinformatieenmogenNIETwordengebruiktter
vervangingvanweloverwogennavigatie.Alleenofciële
overheidskaartenenberichtenaanzeevarendenbevattenalle
stromingsinformatiedienodigisvoorveiligenavigatie.Zorg
altijdvooreenpermanentewacht.
Informatieoverstromingenweergeven
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteerhet
C
ruitvormigestromingspictogram.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerStromingsstation.
Degraekvoorhetgeselecteerdestationwordt
weergegeven.
Getijdeninformatie
Bewegendegetijdeninformatie
Deelektronischekaartenkunnengebruikmakenvanbewegende
beeldenvandegetijdeninformatievangetijdenstations.
Bewegendegetijdeninformatieisbeschikbaarinde
kaarttoepassingwaareenruitvormigsymboolmeteen'T'wordt
weergegeven:
Ditsymboolidenticeertdelocatievaneengetijdenstationende
beschikbaarheidvangetijdeninformatievoordelocatie.
Wanneerueengetijdenstationssymboolselecteertwordthet
kaartcontextmenuweergegeven,metdaarindeoptieAnimatie.
WanneeruAnimatieselecteertwordthetanimatiemenu
weergegevenenderuitvormigesymbolenwordenvervangen
dooreendynamischegetijdenbalkdiedegetijdenhoogte
voorspeltvoordefeitelijketijdendatum:
Getijdenanimatie.
Getijdenhoogtewordtaangegevendooreenbalk.Debalk
bestaatuit8niveaus,diewaardenaangevenovereenkomstig
hetabsoluteminimum/maximumvandiebepaaldedag.
Dekleurvandepijlopdegetijdenbalkgeeftdeveranderingen
indegetijdenhoogteweer:
Rood:stijgendegetijdenhoogte.
Blauw:dalendegetijdenhoogte.
Deanimatiekancontinuwordenbekeken,ofmeteendoor
ugespeciceerdtijdsinterval.Ukuntookdedatumvoorde
animatieinstellenendeanimatiestartenofherstartenopieder
momentbinneneenperiodevan24uur.Alshetsysteemgeen
geldigedatumentijdheeft,wordt12uur'smiddagsgebruiktals
standaardsysteemtijd.
Opmerking:Nietalleelektronischekaartenondersteunen
bewegendegetijden.Vraagnabijuwcartograeleverancier
ofdefunctiesbeschikbaarzijninhetdoorugekozenniveau
oftypecartograe.
Bewegendegetijdeninformatiebekijken
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteereenruitvormiggetijdenpictogram.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerAnimatie.
Hetanimatiemenuwordtweergegevenenhet
getijdenpictogramisvervangendooreendynamische
getijdenbalkindicator.
Bedienenvananimaties
Doehetvolgendeindekaarttoepassing,methetmenuAnimatie
weergegeven:
1.Omdeanimatietestartenoftestoppenselecteertu
Animatie:omteschakelentussenAfspelenenPauzeren.
2.OmdeanimatieinstappentebekijkenselecteertuStap
achteruitofStapvooruit.
3.Omdeintervalvandestappenvandeanimatieintestellen
pauzeertualleanimatiesenselecteertuIntervalinstellen.
4.Omdedatumvandeanimatieintestellenselecteertu
Datuminstellenengebruiktuhetschermtoetsenbordomde
gewenstedatumintevoeren.
5.Omdeanimatiedatumintestellenopdedatumvanvandaag
selecteertuVandaag.
6.Omdeanimatiedatumintestellenop24uurvoordedatum
vanvandaagselecteertuVorigedag.
7.Omdeanimatiedatumintestellenop24uurnadedatum
vanvandaagselecteertuVolgendedag.
Getijdengraeken
Getijdengraekengeveneengraschoverzichtvande
getijdenactiviteit.
D12294-2
1
4
5
2
8
6
9
3
7
1.Terugkeerterugnaarhetvorigemenuofweergave.
2.Indicatorzonsopkomstgeeftaanwanneerdezon
opkomt.
3.Indicatorzonsonderganggeeftaanwanneerdezon
ondergaat.
4.Afsluitensluithetdialoogvenster.
5.Indicatorschemeringhetgrijzegebiedvande
afbeeldinggeeftdeschemeringaan.
6.Laag/hoogtijgeeftdetijdaanwaaropebenvloed
optreden.
7.Datumnavigatiegebruikdepictogrammenomnaarde
vorigeofvolgendedagtegaan.
8.Tijddehorizontaleasvandeafbeeldinggeeftdetijdaan
overeenkomstighettijdformaatgespeciceerdindeopties
vanSysteeminstellingen.
9.Dieptedeverticaleasvandeafbeeldinggeeft
degetijdenwaterdiepteaan.Deeenhedenvoorde
dieptezijngebaseerdeopdeeenhedendiezijn
gespeciceerdinhetmenuHome-venster>Aanpassen>
Eenheidsinstellingen>Diepte-eenheden.
180
LightHouseMFDoperationinstructions
Opmerking:Degegevensindegetijdengraekzijnalleen
bedoeldterinformatieenmogenNIETwordengebruikt
tervervangingvangoedzeemanschap.Alleenofciële
overheidskaartenenberichtenaanzeevarendenbevattenalle
stromingsinformatiedienodigisvoorveiligenavigatie.Zorg
altijdvoorperfectzicht.
Informatieovergetijdenweergeven
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteerhet
T
ruitvormigegetijdenpictogram.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerGetijdenstation.
Degraekvoorhetgeselecteerdestationwordt
weergegeven.
Kaarttoepassing
181
14.22Diepte-&lijnopties
Wanneerondersteunddooruwcartograetypezijndevolgendeinstellingenvoordiepteenlijnenbeschikbaar.
Opmerking:DetabelhierondergeefteenoverzichtvandeoptiesvoorDiepteenlijnendiedoordeverschillende
cartograeleverancierswordenondersteund,hetisechtermogelijkdateenoptienietwordtondersteunddooralle
cartograeniveausdiedoordebetreffendeleverancierwordengeleverd.Gaatualstublieftbijuwcartograeleverancierna
welkefunctionaliteitenwordenondersteund.
Menu-itemOmschrijvingLightHouseNavionics
®
Jeppesen
®
Hogeresolutie
bathymetrie
BepaaltofdeValueAddedData(VAD)voordieptemeting
methogeresolutievanJeppesenwordtweergegeven.
Opmerking:
VADisbeschikbaartegenextrabetalingbij
Jeppesen.
VADismogelijknietinallegebiedenbeschikbaar.
PeilingenweergevenBepaaltdedieptewaaropdieptepeilingenworden
weergegeven.
Lijnenweergeven
Bepaaltoflijnenwordenweergegeven.
Ondiepwater
Bepaaltdedieptewaaropdeondieptelijnwordt
weergegeven.
Deondieptelijnkanniethogerwordeningestelddande
veiligheids-ofdieptelijnen.
Veiligwatervanaf
Bepaaltdedieptewaaropdeveiligheidslijnwordt
weergegeven.
Deveiligheidslijnkannietlagerwordeningestelddande
ondieptelijnofhogerdandedieptelijn.
DiepwatervanBepaaltdedieptewaaropdedieptelijnwordt
weergegeven.
Dedieptelijnkannietlagerwordeningestelddande
ondiepte-ofveiligheidslijnen.
Diepwaterkleur
BepaaltofDiepwatereenblauweofwittekleurheeft.
Sonar-logs
Hiermeekunnendiepte-enpositiegegevensworden
gelogdnaaruwNavionics-cartograekaart.Deze
gegevenswordennaarNavionicsgestuurdomde
lijndetailsvansonarkaartenopuwmultifunctionele
displayteverbeteren.GanaardeNavionics-website
www.navionics.comvoorinstructiesvoorhetuploaden
vanuwsonar-logbestanden.
Dieptepeilingenen-lijnen
Wanneerondersteunddooruwtypecartograemodule,kunnen
dieptepeilingenen-lijnenwordengebruiktindeKaart-toepassing
ominzichttekrijgenindewaterdiepte.
Wanneerucartograeopbasisvanvectorengebruikt,kuntude
dieptewaaropdelijnenenpeilingenophetschermverschijnen
aanpassen.
D13009-1
1 2
3
1.Ondiepwater
2.Veiligwatervanaf
3.Diepwatervan
HetmenuDiepte&lijnenkanwordengeopendvia:Menu>
Presentatie>Diepte&lijnen.
182
LightHouseMFDoperationinstructions
14.23OptiesvanhetNavionics-menu
Geavanceerd
Ondiepwateridenticeren-Navionics
WanneerdegeschikteNavionicsSonarChart
-cartograeis
geplaatst,kuntuondiepwatergemakkelijkidenticerendoorde
instellingOndiepwateraantepassen.
DoehetvolgendeindeKaart-toepassing:
1.SelecteerGeavanceerdeoptiesinhetPresentatie-menu
(Menu>Presentatie>Geavanceerdeopties).
2.SelecteerOndiepwater.
3.Pasdediepteaanopdegewenstewaardetussen0en32,8
voet(0tot10meter).
Hetgebieddatminderondiepisdandegeselecteerde
waardeisroodgearceerd.
OndiepwaterUitOndiepwaterAan
4.SelecteerTerugomdeaanpassingvanOndiepwaterte
sluiten.
Persoonlijkedieptemetingkaartenmaken
metbehulpvanSonarChart
Live
WanneerdejuisteNavionicsSonarChart
-cartograeis
geplaatst,kuntumetdeaangeslotendieptetransducer
gemakkelijkdieptemetingkaartenmethogeresolutiemaken,die
inrealtimeopuwMFDwordenweergegeven.
1.ZorgervoordatSonarlogbestandenzijningeschakeld
(Aan):Menu>Presentatie>Diepte&contouren>
Sonarlogbestanden
2.ZetdeinstellingGetijdencorrectieopAan,hiermee
wordtuwdieptemetinggecorrigeerdmetbehulpvande
getijdenhoogtegegevensdiewordtopgevraagdbijde
dichtsbijzijndegetijdenstations.
3.SelecteerSonarChartLive.
4.VerwijderhetvinkjeinhetselectievakjeUit.
5.PasdetransparantievandeSonarChartLive-laagaanop
hetgewensteniveau.
6.SelecteerTerugomdeinstellingvandetransparantiete
sluiten.
EendichtheidvoorSonarChartsselecteren
MetdejuisteNavionicsSonarChart
-cartograekande
dichtheidvandeweergegevencontourenwordengewijzigd.
GanaarhetmenuGeavanceerdeopties:(Menu>Presentatie
>Geavanceerdeopties):
1.SelecteerSonarChartDensity.
2.Selecteerdegewenstedichtheidsoptie:
Voorbeeldvaneen
dichtheidsinstellingLaag.
Voorbeeldvaneen
dichtheidsinstellingZeerhoog.
Eenvisbereikinstellen
WanneerdejuisteNavionicsSonarChart
-cartograeis
geplaatst,kuntueenVisbereikinstellen.Wanneeringesteld,
wordthetdieptebereiktussendeminimaleendemaximale
waardewitendedieptenbuitenditbereikblauw.
Opmerking:AlsdeinstellingDiepwatervanisingesteldop
eenwaardedieminderdiepisdanhetMin.visbereikende
instellingKleurdiepwaterisingesteldopblauw,danwordt
hetgebiedbinnenhetVisbereiklichtblauwweergegevenin
plaatsvanwit.
GanaarhetmenuGeavanceerdeopties:(Menu>Presentatie
>Geavanceerdeopties):
1.SelecteerVisbereik:zodatAanwordtweergegeven.
2.SelecteerMin.visbereik:ensteldeminimalevisdieptein
opdegewenstewaarde.
3.SelecteerMax.visbereik:ensteldemaximalevisdiepte
inopdegewenstewaarde.
VisbereikUitVisbereikAan
Kaarttoepassing
183
14.24OptiesvanMijngegevens
HetmenuMijngegevensbiedttoegangtotuw
gebruikersgegevens.
DeoptieskuntuterugvindenviahetmenuMijngegevens:
Menu>Mijngegevens.
Waypointsweergevenvandewaypoint-groepenlijst.
Routesweergevenvanderoutelijst.
Tracksweergevenvandetracks-lijst.
RaadpleeghethoofdstukHoofdstuk13Waypoints,routesen
tracksvoormeerinformatie.
14.25Hetmetenvanafstandenen
peilingen
Ukuntdegegevensbalkenhetcontextmenusamenmet
demeetfunctiegebruikenomafstandentemeteninde
kaarttoepassing.
Ukuntdeafstandendepeilingbepalen:
vanafuwschipnaardepositievandecursor;
tussentweepuntenopdekaart.
Deafstandmetentussendescheepspositie
endecursor
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteerdelocatieophetschermwaarvanudeafstandof
depeilingvanafuwschipwiltmeten.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerMeten.
Hetvolgendegebeurt:
Hetmeetmenuwordtweergegeven.
Erwordteenlijngetrokkenvanafdecursorpositienaar
hetmiddenvanhetscherm.
Delocatievandecursorwordtverplaatstnaarhetmidden
vanhetscherm.
Depeilingendeafstandwordenweergegevennaastde
nieuweplaatsvandecursor.
3.InhetmeetmenuselecteertuVanafzodatSchipis
geselecteerd.
Deliniaallijnwordtopnieuwgetekendvanafdecursorpositie
naaruwschip.
4.Ukuntdeliniaalpositienuaanpassendoordecursorte
verplaatsennaardegewenstelocatie.
5.Alsudeliniaalwiltweergevennadatuhetmeetmenuhebt
geslotenselecteertuLiniaal:zodatAanisgemarkeerd.
DoorliniaalteselecterenschakeltdeliniaalAanenUit.
6.SelecteerTerugofOKomhetmeetmenuteverlatenende
huidigemetingophetschermtelatenstaan.
Metentussentweepunten
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteerdelocatieophetschermwaarvanudeafstandof
depeilingvanafuwschipwiltmeten.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerMeten.
Hetvolgendegebeurt:
Hetmeetmenuwordtweergegeven.
Erwordteenlijngetrokkenvanafdecursorpositienaar
hetmiddenvanhetscherm.
Delocatievandecursorwordtverplaatstnaarhetmidden
vanhetscherm.
Depeilingendeafstandwordenweergegevennaastde
nieuweplaatsvandecursor.
3.SelecteerVanafzodatCursorisgeselecteerd.
DoorMetenvanafteselecterenwordtgeschakeldtussen
SchipenCursor.
4.Ukuntheteindpuntnuaanpassendoordecursorte
verplaatsennaardegewenstelocatie.
5.UkuntookdeRichtingomwisselenvandeliniaalzodat
depeilingwordtberekendvanafheteindpuntnaarhet
beginpunt.
6.Alsudeliniaalwiltweergevennadatuhetmeetmenuhebt
geslotenselecteertuLiniaalzodatAanisgemarkeerd.
Doordisplay-liniaalteselecterenschakeltdeliniaalAanen
Uit.
7.SelecteerTerugofOKomhetmeetmenutesluitenende
huidigemetingophetschermtelatenstaan.
184
LightHouseMFDoperationinstructions
Deliniaalopeenandereplaatszetten
Ukunteenliniaalopeenandereplaatszettendoorde
onderstaandestappentevolgen.
1.Selecteerdehuidigeliniaal.
Hetliniaalcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerMeten.
Ukuntdeliniaalnunaarwensopeenandereplaatszetten.
Kaarttoepassing
185
186
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk15:Fishnder-toepassing
Inhoudsopgave
15.1Sonar-technologieënoppagina188
15.2Raymarinesonarmodulesoppagina191
15.3OverzichtenfunctiesvanFishnderoppagina191
15.4Keuzevoorsonartransducersonarmoduleoppagina193
15.5Desonarcontrolerenoppagina194
15.6Kalibratieshnder-transduceroppagina194
15.7Ondersteuningvoormeerderesonarmodulesoppagina195
15.8Sonar-overspraakinterferentieoppagina197
15.9Aangepastekanalenoppagina198
15.10Ping-modivoordual-kanalenoppagina199
15.11Hetsonarbeeldoppagina200
15.12Dieptebereikoppagina201
15.13SideVision
TM
-bereikoppagina202
15.14Scrollenvanshnderoppagina202
15.15Weergavemodivandeshnderoppagina203
15.16SideVision
TM
-weergavenoppagina205
15.17OptiesPresentatie-menuoppagina206
15.18Diepteenafstandoppagina207
15.19WaypointsindeFishnder-toepassingoppagina207
15.20Gevoeligheidsinstellingenoppagina208
15.21Fishnder-alarmmeldingenoppagina213
15.22Frequentie-afstemmingoppagina214
15.23Menu-optiesinstellenecholoodoppagina215
15.24Menu-optiesvoortransducer-instellingenoppagina216
15.25Desonarresettenoppagina217
Fishnder-toepassing
187
15.1Sonar-technologieën
Traditionelesonartechnologie
Traditionelesonargebruiktééndraagfrequentieofdraaggolf
voordesonar-ping.Desonarwerktdoordetijdtemetendieeen
ping-echonodigheeftomterugtekerennaardetransduceren
bepaaltdaardoordedieptevaneenobject.
D12600-2
CHIRP-technologie
CHIRP-sonarsmakengebruikvaneenvariërende
breedbandfrequentie'CHIRP',daardoorkanhetsignaal
onderscheidmakentussenmeerderedichtbijelkaarliggende
objecten,waardoordesonarmeerdereobjectenweergeeft
inplaatsvangrotegecombineerdeobjectendieuzouzien
wanneerueentraditionele,non-CHIRP-sonarzougebruiken.
VoordelenvanCHIRPzijnonderandereverbeteringenvan
deobjectresolutie,zeebodemdetectieookdooraasballenen
thermoclinesendetectiegevoeligheid.
D12601-2
OverzichtCHIRP-sonar
Sonarinterpreteertsignalenvandetransducerengenereert
eengedetailleerdonderwaterbeeld.Detransducerstuurt
pulsenvangeluidsgolveninhetwaterenmeetdetijddiehet
geluideroverdoetomnaardezeebodemtegaanenweer
terug.Deterugkerendeecho'swordenbeïnvloeddoorde
zeebodemstructuurendoorandereobjectenophunpad,zoals
riffen,wrakkenenscholenvis.
Sonarproduceerteenkegelvormigestraalvan25°,deze
kegelvormigestraalheeftbetrekkingopdewaterkolomdirect
onderhetschip.
Kegelvormigestraal
D12784-2
Sonariseffectiefbijeenaantalsnelheden.Indieperwater
wordtdebandbreedtevanCHIRPautomatischgeoptimaliseerd
omdezeebodemvergrendelingendedetectievanbewegende
objecten(bijv.vis)indebrederewaterkolomteverbeteren.
SchermvoorbeeldCHIRP-sonar
OverzichtCHIRPDownVision
TM
DownVision
TM
produceerteenstraalmeteenbredehoekvan
linksnaarrechtseneendunnestraalvanvoornaarachter.De
DownVision
TM
-straalbeslaateenwaterkolomdirectonderen
opzijvanhetschip.
DownVision
TM
-straal
D12777-2
DownVision
TM
iseffectiefbijlagerescheepssnelheden.In
dieperwaterwordtdebandbreedtevanCHIRPautomatisch
geoptimaliseerdomdezeebodemvergrendelingendedetectie
vanbewegendeobjecten(bijv.vis)indebrederewaterkolom
teverbeteren.
Debrede,dunnestraalproduceertheldereterugkerende
signalenvanobjecten.DoorCHIRP-verwerkingenhogere
frequentiesishetbeeldgedetailleerder,waardoorhet
identicerenvanzeebodemstructurenwaarzichviszoukunnen
ophoudengemakkelijkerwordt.
188
LightHouseMFDoperationinstructions
SchermvoorbeeldCHIRPDownVision
TM
OverzichtCHIRPSideVision™
SideVision™interpreteertsignalenvaneensetzijwaarts
geplaatstetransducersenbouwteengedetailleerde
onderwaterweergaveterwijluwschipvoorwaartsbeweegt.De
transducerssturenpulsenmetgeluidsgolveninhetwateraan
beidekantenvanuwschipennemendegeluidsgolfwaardieop
de(zee)bodemreecteertenvanobjectenopdebodemofin
dewaterkolom.Deontvangenechosignalenwordenbeïnvloed
doorhetmateriaalvande(zee)bodem(bijvoorbeeldmodder,
grindofrots)endoorandereobjectenophunweg(bijvoorbeeld
kabelsopdebodem,brugpeilers,wrakkenenscholenvis).
SideVision™produceerttweestralenmeteenbredehoekvan
linksnaarrechts,beidemeteendunnestraalvanvoornaar
achter.DedekkingvandeSideVision™-straleniseenstrook
aanbeidenkantenvanhetschip.
SideVision-stralen
D#####-1
SideVision™iseffectiefbijlagerescheepssnelheden.De
brede,dunnestralenproducerenheldereterugkerendesignalen
vanobjecten.T erwijluwschipvoorwaartsbeweegt,bouwen
opeenvolgendeterugkerendesignaleneenbeeldopvande
(zee)bodemaanbeidekantenvanuwschip.
DoorCHIRP-verwerkingenhogefrequentiesishet
beeldzeergedetailleerd,waardoorhetidenticerenvan
(zee)bodemstructurenwaarzichviszoukunnenophouden
gemakkelijkerwordt.Desmallehoekvandestraaltenopzichte
vande(zee)bodemopgrotereafstandenkunnenschaduwen
latenzienvanconstructiesdieuitdebodemsteken.
SchermvoorbeeldCHIRPSideVision™
Opmerking:Dewaardevoor“Diepte”indeafbeelding
hierbovenwordtweergegevenwanneerereenapparaatop
uwsysteemisaangeslotendatdieptegegevenslevert.Merkt
ualstublieftopdatnietalletransducers-en/ofsonarmodules
dieptemetingondersteunen.Voormeerinformatieraadpleegt
udemeestrecentespecicatiesendocumentatiedie
beschikbaarzijnvooruwspeciekeproductenopde
Raymarine-website(www.raymarine.nl).
SideVision™-beeldeninterpreteren
DeonderstaandeafbeeldinglaatzienwathetSideVision™-beeldopuwmultifunctioneledisplayzegtoverdewaterkolomen
de(zee)bodemaandezijkantenvanuwschip.
SideVision-beeldeninterpreteren
Fishnder-toepassing
189
SideVision™-beeldenwordenlijnvoorlijnopgebouwd,op
dezelfdemanieralshetbeeldopeentelevisieisopgebouwd
uitvelehorizontalelijnen.Iederevolgendepingvande
SideVision™-transducervoegteennieuwelijntoeaande
beeldgegevensaandebovenkantvanuwdisplay.Iedere
nieuwelijnlaatdeterugkerendesonarsignalenzienvanzowel
debakboord-alsdestuurboordzijdevanuwschip.
Wanneernieuwegegevenswordentoegevoegdbijiedere
volgendeping,schuivenouderegegevenslangzaamnaar
benedenophetdisplay,waardooreengedetailleerdbeeldwordt
opgebouwdvandewaterkolomende(zee)bodemaande
zijkantenvanuwschip.Alsuwschipgedurendeeenbepaalde
tijddezelfdekoersensnelheidaanhoudt,kuntuhetbeeld
interpreterenalseenkaartvande(zee)bodemlangsdekoers
vanhetschip.
Deafbeeldinglaatookvoorbeeldenzienvanelementendie
zichtbaarkunnenzijnopSideVision™-beelden:
Water:indebuurtvanuwschiprakendeSideVision™-
sonarstralengeenvasteobjectenindewaterkolomtotdatze
de(zee)bodemraken.Dewaterkolomindebuurtvanuw
schipwordtweergegevenalseendonkerebandophetbeeld.
Deabrupteovergangnaareenlichteresectievanhetbeeld
geeftaanwaarde(zee)bodemalseersteisgedetecteerdbij
iedereping.
Aasbal:objectenindewaterkolomkunnenworden
gedetecteerdvoordatdeSideVision™-straalde(zee)bodem
raakt.Inditvoorbeeldiseenaasbalzichtbaarinde
waterkolom,opeenafstandvanongeveer30voetvanafhet
schip.
Vegetatie:objectenincontactmetde(zee)bodemdiezichin
debuurtvanuwschipbevindenkunnenduidelijkzichtbaar
zijnophetbeeldophetpuntwaardeSideVision™-straalde
bodemraakt.Inditvoorbeeldgevendevormenophetbeeld
vegetatieaandieaande(zee)bodemvastzit.
Structuur:delichteredelenvanhetSideVision™-beeld
gevende(zee)bodemweer.Hetkanmogelijkzijnverschillen
tedetectereninhetmateriaalvandebodem(bijvoorbeeld
waareengebiedmetmoddereengebiedmetgrindraakt),
evenalsvastestructurenzoalspijpleidingenensteigers.
Groterevastestructurenenreliëfvande(zee)bodemkunnen
eenschaduwgebiedweergeveninderichtingvanhetschipaf.
Opmerking:IntegenstellingtotDownVision™geeft
SideVision™geendieptemetingen.Deschaalaande
bovenkantvanhetschermgeeftdeafstandaantussende
elementendieuzietenhetschip.
190
LightHouseMFDoperationinstructions
15.2Raymarinesonarmodules
DehierondergetoondedieptevoorDownVision
-enhetbereik
voorSideVision
-sonarmoduleszijndenormaalgesproken
haalbarediepteenbereik,afhankelijkvandeaangesloten
transducerinoptimalewateromstandigheden.Dehieronder
getoondedieptesvoortraditioneleenCHIRP-sonarmoduleszijn
demaximaalhaalbaredieptes,afhankelijkvandeaangesloten
transducerinoptimalewateromstandigheden.
SonarmoduleTechnologie/omschrijving
CP100
DownVision
extern
CP200SideVision
extern
CP300/CP370Traditioneel(1kW)extern
CP450C/CP470CHIRPextern
CP570CHIRPextern
a68/a78/a98/a128/eS78/
eS98/eS128
DownVision
intern
a67/a77/a97/a127/c97/
c127/e7D/e97/e127/eS77
/eS97/eS127
Traditioneel(600W)intern
DSM30/DSM300
Legacyextern
Dragony
DownVision
intern
Opmerking:SideVision
kannietwordengebruiktalsbron
voordieptegegevens.
15.3Overzichtenfunctiesvan
Fishnder
DeFishnder-toepassinggebruikteensonarmoduleeneen
passendesonartransducer.Desonarmoduleinterpreteert
signalenvandetransducerengenereerteengedetailleerd
onderwaterbeeld.Erzijnverschillendesonartechnologieën
beschikbaar,dieallemaalwerkenopbasisvandezelfde
principes.
Desonartransducerstuurtpulsenvangeluidsgolveninhet
waterenmeetdetijddiehetgeluideroverdoetomnaarde
(zee)bodemtegaanenweerterug.Deterugkerendeecho's
wordenbeïnvloeddoorde(zee)bodemstructuurendoorandere
objectenophunpad,zoalsriffen,wrakkenenscholenvis.
DeSonarmoduleinterpreteertdezesignalenencreëerteen
gedetailleerdeweergavevanhetbeeldonderwater,datwordt
weergegevenindeFishnder-toepassing.
DeFishnder-toepassinggebruiktkleurenenkleurschakeringen
omdesterktevandeterugkerendesignalenaantegeven.U
kuntdezeinformatiegebruikenomde(zee)bodemstructuuren
degroottevanvisenandereobjecteninhetwater,zoalsafvalof
luchtbellen,tebepalen
Opmerking:
Sommigetransducershebbenextrasensorenvoorhet
metenvandewatertemperatuuren/ofdesnelheid.
Nietallesonarmoduleskunnenwordengebruiktalsbron
voordiepte-informatie.
Sonar-technologie
TraditionelesonartechnologieTraditionelesonartechnologie
CHIRPTechnologieCHIRP-technologie
DownVision™Technologie
OverzichtCHIRPDownVision
TM
SideVision™TechnologieOverzichtCHIRPSideVision™
FunctiesvanFishnder
Ondersteuntmeerdereactieve
sonarmodules
15.7Ondersteuningvoor
meerderesonarmodules
Aangepastekanalenmaken.15.9Aangepastekanalen
Fishnder-toepassingsvensters.Fishnder-toepassingsvensters
Desnelheidvanhetscrollende
beeldpauzerenenaanpassen.
15.14Scrollenvanshnder
Waypointsgebruikenomvisplaatsen
ofbestemmingentemarkeren.
15.19Waypointsinde
Fishnder-toepassing
Dieptenenafstandenvanobjecten
bepalen.
15.18Diepteenafstand
Fishnder-alarmmeldinginstellen
(vis,diepteofwatertemperatuur).
15.21Fishnder-alarmmeldingen
Fishnder-display-modi
(zoom,A-scopeof
(zee)bodemvergrendeling).
Opmerking:Debeschikbare
display-modihangenafvande
hetsonarkanaal/-moduledie
wordtweergegeven.
15.15Weergavemodivande
shnder
Dieptebereikregelaars(handmatig
ofautomatisch)
Opmerking:Niet
vantoepassingop
SideVision
TM
-sonarmodules.
15.12Dieptebereik
Fishnder-toepassing
191
Afstandbereikregelaars
Opmerking:Alleen
vantoepassingop
SideVision
TM
-sonarmodules.
15.13SideVision
TM
-bereik
Gevoeligheidsinstellingendieu
helpenhetweergegevenbeeldte
optimaliserenentevereenvoudigen.
15.20Gevoeligheidsinstellingen
Fishnder-scherm
DeFishnder-toepassinglaateenoverhetschermbewegend
beeldzienvanhetwateronderuwschip.Iedervenstervande
Fishnder-toepassingkanafzonderlijkwordengecongureerd
eneenanderesonarmodule/frequentieweergeven.
VoorbeeldCHIRP-scherm
VoorbeeldDownVision
TM
-scherm
VoorbeeldSideVision
TM
-scherm
HetFishnder-vensterheeftdevolgendefuncties:
De(zee)bodemmetallebodemstructurenzoalsriffenen
scheepswrakkenetc.
Objectafbeeldingenwaarmeeviswordtaangegeven.
Eenstatusbalkwaaropdehuidigesonarmoduleengebruikte
kanaalwordenaangegeven.
Dieptevande(zee)bodem.
*Schermregelaars.
Opmerking:*Schermregelaarszijnalleenbeschikbaar
opmultifunctioneledisplaysmeteentouchscreenenzijn
afhankelijkvandeweergegevensonarmoduleenkanaal.
Fishnder-toepassingsvensters
AllevenstersdieeenversievandeFishnder-toepassingzijn
onafhankelijkeneventuelewijzigingenindekanaalselectie
ofdisplay-moduswordenautomatischopgeslagenvoorhet
betreffendevensterofdetoepassing.
Erkunnenmeerderpagina'swordeningesteldophet
Home-venster,dezekunnenwordengebruiktomverschillende
combinatiesvankanalenenweergavemodiweertegeven.
Fishnder-contextmenu
HetcontextmenuvandeFishnder-toepassinggeeftinformatie
ensnelkoppelingennaarmenu-items.
Hetcontextmenugeeftinformatieoverdepositievandecursor:
Diepte
Afstand
Hetcontextmenubevateveneensdevolgendemenu-items:
Waypointplaatsen
*Markeringplaatsen
Markeringverplaatsen(alleenbeschikbaarwanneerer
eenmarkeringisgeplaatst.)
Markeringverwijderen(alleenbeschikbaarwanneerer
eenmarkeringisgeplaatst.)
Opmerking:*NietbeschikbaaropSideVision
TM
.
Hetcontextmenuopenen
1.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.Beweegdecursoroverhetgebiedofobjectendrukop
deOk-knop.
2.HybridTouch-displaysendisplaysmetalleentouchscreen:
i.Selecteereengebiedofobjectenhoudhetvast,of
ii.WanneerhetKaart-bijschriftwordtweergegeven,
selecteertuhetkadervanhetbijschrift.
192
LightHouseMFDoperationinstructions
Schermregelaars
SchermregelaarszijnbeschikbaaropMFD'smet
touchscreenenbiedeneenvoudigetoegangtotveelgebruikte
gevoeligheidsinstellingen.
Deregelaarsdiebeschikbaarzijnhangenafvanhettype
sonarmoduledatwordtweergegeven.
CPx70Series-sonarmodules
Versterking
Intensiteit
Traditionele/CHIRP/Legacy
(non-CPx70-sonarmodules)
Versterking
TVG
CHIRPDownVision
TM
/Sonar
Versterking
Ruislter
Opmerking:SideVision
TM
gebruiktgeenschermregelaars.
Schermregelaarskunnenwordenin-enuitgeschakeld
inhetmenuPresentatie:Menu>Presentatie>
Versterkingsregelaars.
15.4Keuzevoorsonartransducer
sonarmodule
Udientdesonartransducerendesonarmodulete
selecterendieuwiltgebruikeninhetweergegeven
Fishnder-toepassingsvenster.
Keuzevoorsonarmodule
DisplaysmetsonarenDownVision
TM
zijnuitgerustmeteen
internesonarmodule.
Ukuntmetallemodellenverbindingmakenmeteen
compatibeleexternesonarmoduleofeeninternesonarmodule
gebruikenvaneenviahetnetwerkaangeslotendisplay.
Hetsonarkanaaldatuwiltgebruikenmoetzijngeselecteerd
vanuithetFishnder-menu.
Selectievantransducer
Displaysmetsonarkunnendirectwordenaangeslotenopeen
Raymarine-OFeenMinnKota-sonartransducer.
DisplaysmetDownVision
TM
kunnendirectwordenaangesloten
opRaymarineDownVision
TM
-transducers.
UkuntmetallemodelleneenRaymarine-sonartransducer
aansluitenviaeencompatibeleexternesonarmodule.
VoorallemodellengebruiktuhetmenuInstellentransducer
indeFishnder-toepassingomdetransducerdieuwilt
gebruikentespeciceren.
Hetsonarkanaalselecteren
Omhetkanaalteselecterendatuwiltweergevenvolgtude
onderstaandestappen
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerKanaal.
DepaginaKanaalselectiewordtweergegeven.
3.Selecteerhettabbladvoordesonarmoduledieuwilt
gebruiken.
Erwordteenlijstweergegevenmetdebeschikbarekanalen
voordegeselecteerdesonarmodule.
4.Selecteereenkanaalindelijst.
DeKanaalselectie-paginawordtgeslotenende
Fishnder-toepassinggeeftnuhetgeselecteerdekanaalweer.
Desonartransducerselecteren
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerInstellentransducer.
4.SelecteerTransducer.
Erwordteenlijstmettransducersweergegeven.
5.Selecteerdetransducerdieuwiltgebruikt.
Desnelheidstransducerselecteren
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerInstellentransducer.
4.SelecteerSnelheidstransducer.
Erwordteenlijstmettransducersweergegeven.
5.Selecteeruwsnelheidstransducerindelijst.
Fishnder-toepassing
193
15.5Desonarcontroleren
Sonarcontroleswordenuitgevoerdvanuitdeshnder-
toepassing.
1.Selecteereenshnder-paginainhetHome-venster.
2.Controleerhetshnder-display.
Wanneerdeshnderactiefis,dientuhetvolgendetezien:
Dieptemeting(geeftaandatdetransducerwerkt).
Dedieptewordtweergegevenineengegevenskader
linksonderophetscherm.
Alshetgegevenskadernietwordtweergegeven,kanhet
wordeningeschakeldvanuithetPresentatie-menu:Menu>
Presentatie>Instellingengegevenskaders.
15.6Kalibratieshnder-transducer
Detransducervanuwshnderdientcorrectgekalibreerdte
wordenomnauwkeurigediepte-uitlezingtekunnengeven.
Hetmultifunctioneledisplayontvangthetbeeldvaneen
sonarmodulediedesonarsignalenvaneeninhetwater
gemonteerdetransducerverwerkt.Alsdetransducerisuitgerust
meteensnelheidsschoepeneentemperatuurgevoelige
thermistor,berekentdesonarmoduledesnelheidende
temperatuur.Voorhetverkrijgenvannauwkeurigeresultaten
kanhetnodigzijndetransducer(s)tekalibrerendoorhet
toepassenvanoffsetsvoordiepte,snelheidentemperatuur.
Aangeziendezeinstellingzijnopgeslagenindesonarmodule
enbetrekkinghebbenopdetransducer,wordenzijophethele
systeemtoegepast.
Dieptecorrectie
Dieptenwordengemetenvanafdetransducernaarde
(zee)bodem,ukunteencorrectiewaardetoepassenopde
dieptewaarde,zodatdeweergegevendieptemetingdeafstand
totde(zee)bodemmeetvanafdekiel(negatievecorrectie)ofde
waterlijn(positievecorrectie).
Voordatuprobeertdekiel-ofwaterlijncorrectieintestellen
dientuuittevindenhoegrootdeverticaleafstandtussende
transducerendewaterlijnofdeonderkantvandekielvanuw
schipis.Stelvervolgensdejuistecorrectiewaardein.
D9343--2
1 2 3
1Waterlijncorrectie
Waardenhogerdannul(positieve
waarden)geveneenwaterlijncorrectieaan
2TransducerEenNul-correctiestaatvoordediepte
vanafdelocatievandetransducer
3Kielcorrectie
Waardenlagerdannul(negatieve
waarden)geveneenkielcorrectieaan
Dedieptecorrectieinstellen
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerInstellingentransducer.
4.SelecteerDieptecorrectie.
5.Steldecorrectieinopdegewenstewaarde.
RememberNegatievewaardenstaanvooreenkielcorrectie
enpositievewaardenstaanvooreenwaterlijncorrectie.
Desnelheidscorrectieinstellen
Doehetvolgendeindeshnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerInstellingentransducer.
4.SelecteerSnelheidscorrectie.
Denumeriekeregelaarvoorhetaanpassenvande
snelheidscorrectiewordtweergegeven.
5.Steldecorrectieinopdegewenstewaarde.
Detemperatuurcorrectieinstellen
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerInstellingentransducer.
194
LightHouseMFDoperationinstructions
4.SelecteerTemperatuurcorrectie.
Denumeriekeregelaarvoorhetaanpassenvande
temperatuurcorrectiewordtweergegeven.
5.Steldecorrectieinopdegewenstewaarde.
15.7Ondersteuningvoormeerdere
sonarmodules
Uwmultifunctioneledisplayondersteuntmeerderesonarmodules
ophetzelfdenetwerk.
Ukuntselecterenwelksonarkanaalmoetwordenweergegeven.
Erkanslechts1kanaaltegelijkwordenweergegeveninéén
venstervandeFishnder-toepassing.Ukuntmeerderekanalen
tegelijkweergevenmetbehulpvanaangepastepagina'smet
gesplitstscherm.Erkunnenookmeerdereaangepastepagina's
wordengemaaktopbasisvanpersoonlijkewensen.
Legacy,traditioneleenCHIRP-sonarmodules
KanaalOmschrijving
CHIRP
extern
Traditio-
neelextern
Traditio-
neelintern
Auto
Selecteert
automatisch
debeste
frequentie
voor
(zee)bodem-
tracking
50kHz/83
kHz
Goedvoor
dieperwater
envoor
eenbrede
sonarstraal
100kHz
Goededetails
opdemeeste
diepten,met
eengemiddeld
brede
sonarstraal
160kHz
Geeftgoede
detailsin
ondiepwater
200kHz
Geeftdebeste
detailsin
ondiepwater
Low
CHIRP
Goedeob-
jectonder-
scheidingin
diepwater
Medium
CHIRP
Goedealge-
helepres-
taties,met
uitstekende
objectonder-
scheiding
High
CHIRP
Hetbeste
voorduidelijke
objectonder-
scheidingin
ondiepwater
en(zee)bo-
demdetails
Fishnder-toepassing
195
KanaalOmschrijving
CHIRP
extern
Traditio-
neelextern
Traditio-
neelintern
DownVi-
sion
TM
Geeftop
foto'slijkende
afbeeldin-
genvande
(zee)bodem-
structuur
SideVi-
sion
TM
Geefteen
duidelijkbeeld
vanvisende
structuuraan
beidekanten
vanuwschip.
Sonar
Zoektaas-en
roofvismet
eenbrede
sonarstraal
DownVision
TM
-enSideVision
TM
-sonarmodules
KanaalOmschrijving
DownVision
TM
-
sonar
SideVision
TM
-
sonar
DownVi-
sion
TM
Geeftopfoto's
lijkendeafbeel-
dingenvande
(zee)bodemstruc-
tuur
SideVision
TM
Geefteenduidelijk
beeldvanvisen
destructuuraan
beidekantenvan
uwschip.
Sonar
Zoektaas-en
roofvismeteen
bredesonarstraal
Opmerking:
1.Debeschikbarekanalenhangenafvandesonarmodule
endedaaropaangeslotentransducer.
2.DownVision
TM
-sonarmoduleshebbenzoweleen
DownVision
TM
-kanaalalseentraditioneelsonarkanaal.
3.SideVision
TM
-sonarmoduleshebben1SideVision
TM
-
kanaal,deweergavepictogrammenkunnenworden
gebruiktomteschakelentussendeweergavevanlinks
endeweergavevanrechts.
Belangrijkesoftwarevereistenvoorsystemen
metmeerderesonars
Alsuwsysteemmeerdanéénbronheeftvoor
sonargegevens,dientuervoortezorgendatalleCP300-of
CP450C-sonarmodulessoftwareversiev4.04ofhogerhebben.
Ditisvantoepassingopsystemenmet:
eenwillekeurigaantalMFD'smeteeninternesonarmodule
pluseenCP300-en/ofCP450C-sonarmodule,of
geenMFD'smeteeninternesonarmodule,maarmeerdan
éénCP300-ofCP450C-sonarmodule.
DitisNIETvantoepassingopsysteemdieGEENCP300-of
CP450C-sonarmodulebevatten.
Opmerking:Voorsoftwaredownloadseninstructiesoverhet
updatenvandesoftwarevanuwproduct(en)gaatunaar
www.raymarine.nl/software.
Hetsonarkanaalselecteren
Omhetkanaalteselecterendatuwiltweergevenvolgtude
onderstaandestappen
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerKanaal.
DepaginaKanaalselectiewordtweergegeven.
3.Selecteerhettabbladvoordesonarmoduledieuwilt
gebruiken.
Erwordteenlijstweergegevenmetdebeschikbarekanalen
voordegeselecteerdesonarmodule.
4.Selecteereenkanaalindelijst.
DeKanaalselectie-paginawordtgeslotenende
Fishnder-toepassinggeeftnuhetgeselecteerdekanaalweer.
Meerderesonarkanalenweergeven
Erkunnentot4sonarkanalentegelijkwordenweergegevendoor
eenpaginatemakenmeteenaangepastgesplitstschermdat
meerdereversiesvandeFishnder-toepassingweergeeft.
Belangrijk:Uwpingratekanlagerzijnwanneeru
verschillendekanalenvandezelfdesonarmoduletegelijk
weergeeft.
1.Maakeennieuwepaginameteengesplitstschermmet
meerdereversiesvandeFishnder-toepassing.
RaadpleegdesectieEenbestaandepaginaophet
Home-vensterwijzigenvoorinformatieoverhetmakenvan
eenpagina.
2.Opendezojuistgemaaktepagina.
3.SelecteerdeOK-knopinéénvandeFishnder-vensters.
4.Selecteerhetkanaaldatuwiltweergeveninhet
geselecteerdevenster.
RaadpleegdesectieHetsonarkanaalselecterenvoor
informatieoverhetselecterenvaneensonarkanaal.
5.Herhaaldestappen3en4vooriedervenstervandepagina
metgesplitstscherm.
196
LightHouseMFDoperationinstructions
Dieptegegevensbron
Wanneerermeerderebronnenvoordieptegegevensaanwezig
zijnineensysteemendedieptegegevensbronisingesteld
opAutomatisch,danselecteerthetsysteemautomatischde
optimalebronvoordedieptegegevens.
Hetsysteemsteltdegegevensbronvoordedieptein
overeenkomstigdeonderstaandeprioriteitentabel:
1
ste
CP470/CP570SeaTalk
hs
2
de
CP370SeaTalk
hs
3
de
CP450C/CP300SeaTalk
hs
4
de
DSM300/DSM30SeaTalk
hs
5
de
Traditionele
multifunctionele
displaysmetsonar
Intern
6
de
Multifunctionele
displaysmetCHIRP
DownVision
TM
Intern
7
de
CP100SeaTalk
hs
8
ste
Instrument/multifuncti-
oneeldisplay
SeaTalk
ng®
9
de
Instrument
SeaTalk
10
de
Instrument/multifuncti-
oneeldisplay
NMEA0183
Alsmeerderesonarmodulesmetdezelfdeprioriteitaanwezigzijn
opeenSeaTalk
hs
-netwerk,danwordtdeunitmethethoogste
serienummergeselecteerdalsdevoorkeursgegevensbron.Voor
SeaTalk
ng®
-enNMEA0183-netwerkenwordtdeunitmethet
hoogsteCAN-adresgeselecteerd.
Alsdevoorkeursgegevensbronvoordieptegegevensniet
beschikbaaris,danselecteerthetsysteemautomatischde
gegevensbronmetdedaaropvolgendeprioriteit.
RaadpleegdesectieGegevensbronnenmenuvoormeer
informatieoverhetselecterenvanvoorkeursgegevensbronnen.
Belangrijk:Ermoeteendieptecorrectiezijningesteld
voorallegeïnstalleerdetransducersomtegaranderendat
consistenteennauwkeurigegegevenswordenweergegeven.
RaadpleegdesectieDieptecorrectievoormeerinformatie.
Opmerking:SideVision
kannietwordengebruiktalsbron
voordieptegegevens.
15.8Sonar-overspraakinterferentie
Erzijn2soortenmogelijkesonar-overspraakinterferentieineen
Raymarine-sonarsysteem:
1.SideVision-sonaroverspraakinterferentie
2.Overspraakinterferentievanmeerderesonars
Desoortenoverspraakinterferentiediekunnenoptredenin
uwsysteemhangenafvandecombinatieenhettypevande
sonarapparatendiezijngeïnstalleerdendemanierwaaropze
zijngeïnstalleerd.
SideVision-sonaroverspraakinter-
ferentie
Overspraakinterferentievan
meerderesonars
Doordehogegevoeligheidvan
deSideVision-transducerskuntu
minimaleoverspraakinterferentie
waarnementussendelinkeren
rechterontvangendekanalenin
gebiedenmetsterketerugkerende
signalen.Voorbeeldenvansterke
terugkerendesignalenzijnvaste
objectenzoalsbrugstructuren
onderwater.Dezeinterferentieis
tezienindeFishnder-toepassing
alssubtielereectievanhet
rechtersonarbeelddieworden
weergegeveninhetlinker
sonarbeeldenviceversa.
Wanneerumeerderesonarmodules
entransducersgebruiktmet
overlappendefrequentiebereiken,
kuntuoverspraakinterferentie
waarnementussendebeide
bereiken.Dezeinterferentieiste
zienindeFishnder-toepassing
alsverticale“regendruppels”in
dewaterkolom.Dezeverticale
“regendruppels”gevenaandat2
sonarmodulesopeenfrequentie
werkendiebijelkaarindebuurt
liggen.
SideVision-sonaroverspraakinterferentie
Overspraakinterferentieisnormaalineenhooggevoelig
apparaatzoalseenSideVision-transducerenbetekentnietdat
ersprakeisvaneenstoringinuwtransducerofsonarmodule.
Overspraakinterferentievanmeerdere
sonarsignalenreduceren
Overspraakinterferentieinsystemenmetmeerdere
sonarmodulesentransducersishetgevolgvaneenaantal
factoren,waaronderdeinstallatie,hetgebruikendeomgeving.
Kieseencombinatievanapparatuurwaarmeede
overlappingvanfrequentieswordtgeminimaliseerd.
Gebruikwaarmogelijksonarmodulesentransducersdie
werkenmetverschillendefrequentiebereiken(“kanalen”),
bijvoorbeeldCP100-enCP300-sonarmodulesenCPT-100-
enB744V-transducers.Ditzorgtervoordatiedercomponent
binneneeneigenrelatieffrequentiebereikwerktbijvoorbeeld
een“hoog”frequentiebereikvoordeCP100eneen“laag”
frequentiebereikvoordeCP300.
Gebruikalleendesonarkanalendieuwerkelijknodig
hebt.Hoewelhetmogelijkismeerderesonarmodulestegelijk
tegebruikenineenRaymarine-systeem,isditnietaltijdnodig.
Alsvooruwsituatieslechtséénsonarmoduletegelijkactief
hoeftzijn,schakeltudeanderesonarmodulesuitdoorhet
Fishnder-toepassingsvenstertewijzigenineenenkelvenster
waarophetsignaalvanéénsonarmodulewordtweergegeven.
Alsalternatiefkuntudepingvoorongebruiktesonarmodules
uitschakelendoorMENU>Kanaal>Ping>UITteselecteren
indeFishnder-toepassing.
Identiceerdesonarmoduleentransducerdiede
interferentieveroorzaken.Hiervoorschakeltudepinguit
ofsluitudevoedingafvanéénvandesonarmodulesinuw
systeem.AlsdeinterferentieindeFishnder-toepassingdirect
verdwijnt,weetuwelkapparaatdeinterferentieveroorzaakt.
Alsdeinterferentienietverdwijnt,herhaaltudezeprocedures
metdeanderesonarmodule(s)inuwsysteem,ééntegelijk.
Zodrauweetwelkapparaatdeinterferentieveroorzaakt,
Fishnder-toepassing
197
gebruiktudevolgendemethodenomdeinterferentievanhet
betreffendeapparaatteverminderen.
PashetInterferentieweigeringslteraan.Destandaard
instellingvooralleRaymarine-MFD'sis“Automatisch”.Door
dezeinstellingtewijzigenin“Hoog”,kandeinterferentie
wordenverminderd(MENU>Instellingen>Instellingen
echolood>Interferentieweigering).Merkopdatde
instellingvoorhetInterferentieweigeringslternietvooralle
sonarmodulesbeschikbaaris.
Verlaaghetuitgangsvermogenvandetransducerdie
interferentieveroorzaakt.Doorde“Vermogensmodus”in
deGevoeligheidsinstellingenindeFishnder-toepassingvan
hetMFDaantepassenkuntudeoverspraakinterferentie
minimaliseren(MENU>Gevoeligheidsinstellingen>
Vermogensmodus).MerkopdatdeVermogensmodusniet
vooralletransducersbeschikbaaris.
ZorgvooreengemeenschappelijkRF-aardingspuntvoor
alleelektrischeapparatuuropuwschip.Opschepen
zondereenRF-aardingssysteemdientuervoortezorgendat
alleaardingsdradenvanhetproduct(wanneerbeschikbaar)
directzijnaangeslotenopdenegatieveaccupool.Inefciënte
RF-aardingkanelektrischeinterferentieveroorzaken,wat
weerkanleidentotoverspraakinterferentievandesonar.
Verhoogdefysiekeafstandtussenuwsonarmodules.
Elektrischeinterferentiekanontstaantussendekabelvanéén
sonarmoduleendekabelvaneenanderesonarmodule.Zorg
ervoordatuwsonarmoduleszichopeenzogrootmogelijke
afstandvanelkaarbevinden.
Verhoogdefysiekeafstandtussenuwtransducers.Erkan
elektrischeen/ofakoestischeinterferentieoptredentussende
verschillendetransducersinuwsysteem.Zorgervoordat
uwtransducerszichopeenzogrootmogelijkeafstandvan
elkaarbevinden.
Opmerking:Methetoogopdeinspanningvoorende
mogelijkeproblemenbijhetverplaatsenvansonarapparaten
moetditwordenbeschouwdalslaatsteredmiddelwanneeru
vindtdatdeinterferentieeenernstigprobleemisdatnietkan
wordenopgelostopdehierbovenbeschrevenmanieren.
Opmerking:Doordefysiekeomvangenanderebeperkingen
dievanschiptotschipvariëren,ishetmisschienonmogelijk
omoverspraakinterferentievolledigteeliminerenvanuw
systeem.Ditstaatechterdemogelijkheidgebruiktemaken
vandevolledigefunctionaliteitvanuwsonarsysteemnietinde
weg.Alsudemanierwaaropinterferentiewordtweergegeven
indeFishnder-toepassinggemakkelijkkuntidenticeren,is
datwaarschijnlijksomsdebesteengemakkelijksteoplossing.
15.9Aangepastekanalen
WanneeraangeslotenopeenExternetraditionelesonarmodule
zoalsdeCP300ofeenExterneCHIRP-sonarmodulezoals
eenCP450C,kunnenaangepastekanalenwordengemaakt
opbasisvandestandaardkanalenvandesonarmodule,
metuitzonderingvanAutomatischekanalen.Hierdoor
kunnensommigeinstellingenwordenaangepasten
opgeslagenalseenafzonderlijkkanaal.Dezekanalen
kunnendaarnawordentoegewezenaandeverschillende
Fishnder-toepassingsvensters.Erkunnenmaximaal10
aangepastekanalenwordengemaaktvooriederecompatibele
sonarmodule.
Wanneergewijzigd,wordendevolgendeinstellingenopgeslagen
voorhetkanaaldatopdatmomentwordtweergegeven:
Gevoeligheidsinstellingen
Bereikinstellingen
Frequentie-afstemmingerkunnenslechts2
frequentie-instellingenwordenopgeslagenpercombinatie
vantransducer/sonarmodule.
Opmerking:WanneerueenResetsonaruitvoert,worden
alleaangepastekanalenvoordehuidigesonarmodulegewist.
Eenaangepastkanaalmaken
Omeenaangepastkanaaltemakenvolgtudeonderstaande
stappen.
DoehetvolgendeinhetFishnder-toepassingsmenu:
1.SelecteerKanaal.
DepaginaKanaalselectiewordtweergegeven.
2.Selecteerhettabbladvoordesonarmodulewaarvoorueen
aangepastkanaalwiltmaken.
3.SelecteerhetpictogramvandeKanaaloptiesnaasthet
kanaaldatuwiltgebruiken,of
4.gebruikderegelaarsomhetkanaalteselecterenenhoud
daarnadeOK-knopingedrukttotdathetschermmetopties
wordtweergegeven.
5.SelecteerKanaalkopiëren.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
6.Voerdenaamindieuaanuwnieuwekanaalwilttoewijzen.
7.SelecteerOPSLAAN.
Hetnieuwekanaalisnubeschikbaarindekanalenlijstvoor
debetreffendesonarmodule.
8.Selecteerhetnieuwekanaalomhetweertegeveninhet
Fishnder-toepassingsvenster.
Wijzigingenindegevoeligheid,hetbereikofde
frequentie-afstemmingwordenautomatischopgeslagennaar
hetweergegevenkanaal.
Ukunthetnieuwekanaalnutoewijzenaaneen
Fishnder-toepassingsvenster.
Aangepastekanalenhernoemen
DoehetvolgendewanneerdeKanaalselectiepaginawordt
weergegeven:
1.Selecteerhettabbladvoordesonarmoduledathetkanaal
bevatdatuwilthernoemen.
198
LightHouseMFDoperationinstructions
2.SelecteerhetKanaalopties-pictogramnaasthetaangepaste
kanaal.
Depaginametaangepastekanaaloptieswordtweergegeven
3.SelecteerHernoemen.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
4.Voerdenieuwenaaminvoorhetkanaal.
5.SelecteerOPSLAAN.
Aangepastekanalenverwijderen
DoehetvolgendewanneerdeKanaalselectiepaginawordt
weergegeven:
1.Selecteerhettabbladvoordesonarmoduledathetkanaal
bevatdatuwiltverwijderen.
2.SelecteerhetKanaalopties-pictogramnaasthetaangepaste
kanaal.
3.SelecteerDelete(Verwijderen).
Erwordteenbevestigingsdialoogvensterweergegeven.
4.SelecteerJa.
Hetaangepastekanaalisnuverwijderduituwsysteem.
15.10Ping-modivoordual-kanalen
DeCP570-sonarmoduleheeft2CHIRP-sonarkanalendie
onafhankelijkvanelkaarkunnenzendenenontvangen.Erzijn
ping-modibeschikbaardiedeping-snelheidafstemmenopde
interferentietussende2kanalen.
Ping-modi:
Automatischhetsysteemselecteertdebestemodusop
basisvandedoorugekozenbereikinstellingen.
Onafhankelijkepingsmaximaleping-snelheid,maar
groterekansopinterferentie.
Gelijktijdigepingsverlaagdeping-snelheid,gebaseerd
opdediepstebereikinstelling,maarmetminderkansop
interferentie.
Opmerking:Ping-modizijnalleenbeschikbaarwanneerde
sonarmoduleisaangeslotenopeentransducermettwee
kanalen.
Eenping-modusselecteren
DoehetvolgendeinhetFishnder-toepassingsmenu:
1.SelecteerSet-up(Instellingen).
2.SelecteerInstellenecholood.
3.SelecteerPing-modivoordual-kanalen.
DepaginaPing-modusselectiewordtweergegeven.
4.Selecteerdegewensteping-modus.
Fishnder-toepassing
199
15.11Hetsonarbeeld
Dezeebodeminterpreterenmetbehulpvan
sonar
Hetisbelangrijkdatubegrijpthoeuopdejuistewijzede
zeebodemstructuurdientteinterpreterenophetscherm.
Dezeebodemproduceertnormaalgesprokeneensterkeecho.
Devolgendebeeldenlatenzienhoeverschillende
omstandighedenvandezeebodemwordenweergegevenop
hetscherm:
D6855-3
1
2
3
NummerOmschrijving
1
Eenhardebodem(zand)produceerteendunnelijn.
2
Eenzachtebodem(modderofbedektmetzeewier)
produceerteenbredelijn.
3
Eenrotsachtigeofoneffenbodemofeenwrakproduceert
eenonregelmatigbeeldmetpiekenendalen.
Dedonkerelagengeveneengoedeechoaan,delichtere
gebiedenbetekenenzwakkereechosignalen.Ditkanbetekenen
datdebovenstelaagzachtiswaardoorgeluidsgolven
erdoorheengaannaardemeersolidelaageronder.
Hetisookmogelijkdatdegeluidsgolvendevolledigeafstand
tweekeeraeggen-zerakendezeebodem,weerkaatsentegen
hetschipenreecterendaarnaweervandezeebodem.Ditkan
gebeurenwanneerhetwaterondiepisofdezeebodemhard.
Factorendievaninvloedzijnophet
sonar-display
Dekwaliteitendenauwkeurigheidvandeweergave
kanwordenbeïnvloeddooreenaantalfactoren,zoals
scheepssnelheid,diepte,objectomvang,achtergrondgeluiden
transducer-frequentie.
Scheepssnelheid
Devormvanhetobjectverandertafhankelijkvanuwsnelheid.
Lageresnelhedenresultereninvlakkere,meerhorizontale
markeringen.Doorhogeresnelhedenwordthetobjectdikkeren
ietsgebogen,bijhogesnelhedenlijktdemarkeringuiteindelijk
opeendubbeleverticalelijn.
Objectdiepte
Hoedichterhetobjectzichbijhetoppervlakbevindt,hoegroter
demarkeringophetschermis.
Waterdiepte
Alshetwaterdieperwordt,wordtdesignaalsterkteminder,wat
resulteertineenlichterbeeldvandezeebodemophetscherm.
Omvangvanhetobject
Hoegroterhetobject,hoegroterhetwordtweergegevenopde
Fishnder-weergave.Deomvangvaneenvisobjecthangtook
afvandeomvangvandezwemblaasvandevis,enmindervan
zijntotaleomvang.Deomvangvandezwemblaasvarieertper
vissoort.
Sluier/achtergrondruis
HetbeeldvandeFishnderkanwordenbeïnvloeddoor
echosignalendiewordenontvangenvandrijvendofgezonken
afval,luchtbellenenzelfsdebewegingvanhetschip.Dit
staatbekendals‘ruis’of‘sluierenwordtgeregelddoor
degevoeligheidsinstellingen.Hetsysteemkansommige
instellingenautomatischregelenovereenkomstigdediepteen
dewateromstandigheden.Ukuntdeinstellingenwanneernodig
ookhandmatigaanpassen.
Transducer-frequentie
Hetzelfdeobjectzieterandersuitwanneerverschillende
transducerfrequentieswordengebruikt.Hoelagerdefrequentie,
hoebrederdemarkering.
Verlorenzeebodemherstellen
Wanneerdezeebodemverlorenisgegaanvolgtude
onderstaandestappenomdedieptevandezeebodemte
herstellen.
Doehetvolgendeindeshnder-toepassing:
1.Zorgervoordatuwschipzichinhelderenrustigwater
bevindt.
2.WanneerhetbereikisingesteldopHandmatig,pastuhet
bereikaandebekendedieptevanuwlocatievolgensde
kaartaan,of
3.WanneerhetbereikisingesteldopAutomatisch,stelhet
sonarbereikdaninophandmatigenpashetbereikaande
bekendedieptevanuwlocatievolgensdekaartaan.
4.Nadatdezeebodemishersteld,kuntudebereikmodus
terugzettennaarAutomatisch.
200
LightHouseMFDoperationinstructions
15.12Dieptebereik
MetdeDieptebereik-functiekuntuhetbereikvande
dieptedeniërendieuzietopdeFishnder-toepassing.In
AutomatischebereikpastdeFishnder-toepassinghetbereik
automatischaanomervoortezorgendatdewaterkolomen
de(zee)bodemaltijdwordenweergegeven.InHandmatig
bereikkuntuhetbereikdatophetschermwordtweergegeven
aanpassenaanuweigenwensen.
Deonderstaandetabellaatvoorbeeldenzienvande
Bereik-functiemetverschillendesonartypen.
Traditioneleen
CHIRP-kanalenDownVision
TM
-kanaal
Automa-
tischbereik
Handmatig
bereik
SchakelentussenAutomatischen
Handmatigbereik
Doehetvolgendeinhettoepassingsmenu:
1.SelecteerRange(Bereik).
2.SelecteerRange(Bereik):omteschakelentussenAuto
(Automatisch)enMan(Handmatig).
3.Wanneerdehandmatigemodusisgeselecteerdkuntu
hetdieptebereikdatophetschermwordtweergegeven
aanpassen.
Bereikin-enuitzoomen
Demethodevoorhetin-enuitzoomenvanhetbereikvande
Fishnder-toepassingenisafhankelijkvanhetgebruiktemodel
multifunctioneledisplay.
Deonderstaandetabellaatdebereikregelaarsziendie
beschikbaarzijnopdeverschillendedisplaymodellen.
Bediening
Multifunctionele
displays
Draaiknop
eSSeries
Draaiknop
cSeries
eSeries
RMK-9-toetsenbord
KnoppenBereik
inzoomenenBereik
uitzoomen
cSeries
eSeries(met
uitzonderingvan
e7ene7D)
RMK-9-toetsenbord
Schuifhetscherm
OmhoogofOmlaag
aSeries
eSeries
gSSeries
eSSeries
Bereikverschuiving
MetdeBereikverschuiving-functiekuntueenspeciekgebied
vandewaterkolomophetschermweergeven.
Inhetvoorbeeldhieronderwordendebovenste20voetvande
waterkolomnietweergegeven
Bereikverschuivinggebruiken
Destandaardinstellingpasthetdisplayaan,zodatdezeebodem
zichindeonderstehelftvanhetschermbevindt.Ukunthet
beeldookverschuivenbinnenhethuidigebereik.
Doehetvolgendeinhettoepassingsmenu,terwijlhetBereikis
ingesteldopHandmatig:
1.SelecteerBereik.
2.SelecteerBereikverschuiving.
HetdialoogvensterBereikverschuivingwordtweergegeven.
3.Steldeinstellinginopdegewenstewaarde.
Uzietdathetbereikophetschermverandertterwijlude
instellingaanpast.
4.SelecteerTerugofdrukopdeOK-knopomdeinstelling
tebevestigenenhetdialoogvensterbereikverschuivingte
sluiten.
Fishnder-toepassing
201
15.13SideVision
TM
-bereik
MetdeSideVision
TM
-bereikfunctiekuntudeafstandaan
delinker-enrechterkantvanuwschipdatophetscherm
moetwordenweergegevendeniëren.Hetophetscherm
weergegevenbereikkanwordenaangepastaanuwwensen.
Deonderstaandetabellaatvoorbeeldenzienvande
SideVision
TM
-bereikfunctie.
SideVision
TM
-kanaal
Bereikuitgezoomd
Bereikingezoomd
SideVision
TM
Bereikin-enuitzoomen
DemanierwaaropuhetbereikindeFishnder-toepassingkunt
in-enuitzoomenterwijlSideVision
TM
wordtweergegeven,wordt
hieronderbeschreven.
Deonderstaandetabellaatdebereikregelaarsziendie
beschikbaarzijnopdeverschillendedisplaymodellen.
Bediening
Multifunctionele
displays
Draaiknop
eSSeries
Draaiknop
cSeries
eSeries
RMK-9-toetsenbord
KnoppenBereik
inzoomenenBereik
uitzoomen
cSeries
eSeries(met
uitzonderingvan
e7ene7D)
RMK-9-toetsenbord
Schermpictogrammen
Bereikinzoomenen
Bereikuitzoomen
aSeries
eSeries
gSSeries
eSSeries
15.14Scrollenvanshnder
Hetshnder-beeldbeweegtvanrechtsnaarlinks.Ukuntde
bewegingpauzerenofdesnelheidaanpassenomhetplaatsen
vanwaypointsofVRM'sophetschermtevergemakkelijken.
Scroll-snelheid
Ukuntdesnelheidwaarmeehetshnder-beeldbeweegt
aanpassen.Eenhogeresnelheidgeeftmeerdetails,wathandig
kanzijnwanneeruopzoekbentnaarvis.Alsueenlagere
snelheidselecteertblijftdeinformatielangerophetdisplay
staan.
Scrollenpauzeren
Ukunthetdisplaypauzerenomeen‘foto’vanhetshnder-beeld
tebekijken.Wanneerhetbeeldwordtgepauzeerd,stopthet
scrollenmaardediepte-indicatorwordtwelsteedsbijgewerkt.
Descroll-snelheidaanpassen
Destandaardscroll-snelheidis100%,descroll-snelheidkan
wordenaangepastdoordeonderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendeinhetFishnder-toepassingsmenu:
1.SelecteerPresentatie.
2.SelecteerScroll-snelheid.
Denumeriekeregelaarvoorhetaanpassenvande
scroll-snelheidwordtweergegeven.
3.Steldescroll-snelheidinopdegewensteinstelling.
Destappenvoorhetinstellenzijnalsvolgt:
stappenvan10%voorwaardentussen10%en100%
stappenvan100%voorwaardentussen100%en500%
4.SelecteerTerugofOKomtebevestigenendenumerieke
regelaartesluiten.
Hetschermpauzeren
DeFishnder-toepassingkanwordengepauzeerd.
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerScrollenzodatPauzerenwordengemarkeerd.
WanneeruopnieuwScrollenselecteertwordthetscrollen
hervat.
202
LightHouseMFDoperationinstructions
15.15Weergavemodivandeshnder
Eenweergavemodusselecterenvoorde
Fishnder-toepassing
WanneerueenLegacy,Traditionele,CHIRPofDownVision
TM
gebruikt,kuntuselecterenwelkeweergavemodusuwilt
gebruiken.
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerDisplay-modus.
3.SelecteerSelecteermodus:.
4.Selecteerdegewenstedisplay-modus:
Geen
Zoom
*A-Scope
*Vergrendelingbodem
Opmerking:*NietbeschikbaarophetDownVision
TM
-kanaal
vaneenDownVision
TM
-sonarmodule.
Opmerking:Weergavemodizijnnietvantoepassingop
SideVision
TM
.
Fishnder-zoommodus
DemodusZoomdisplayvergrooteendeelvanhet
shnder-schermentoontdaardoormeerdetails.
Metdezezoomoptiekuntu:
Hetstandaardshnder-beeldvervangendoorhet
ingezoomdebeeld,ofhetingezoomdebeeldnaasthet
standaardshnder-beeldweergeven.
Dezoom-factorinstellenopéénvandebeschikbareniveaus,
ofhemhandmatigaanpassen.
Hetingezoomdedeelvanhetbeeldverplaatsennaareen
andereplaatsophetdisplay.
Wanneerhetbereikgroterwordt,wordthetgebieddatwordt
weergegeveninhetzoom-vensterookgroter.
Zoomgesplitst
MetdemodusZoomdisplaykuntuhetschermsplitsenen
hetingezoomdebeeldnaasthetstandaardshnder-beeld
weergeven(ZOOMGESPLITST).Deingezoomdesectiewordt
doormiddelvaneenzoom-kaderaangegevenophetstandaard
shnder-scherm.
Gesplitstschermselectereninzoommodus
Doehetvolgendevanuitdeshnder-toepassing,metde
zoomdisplay-modusgeselecteerd:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerDisplay-modus.
3.SelecteerZoomzodatGesplitstisgemarkeerd.
DoorZoomteselecterenwordtgeschakeldtussenGesplitst
enVolledig.
Dezoom-factorvanFishnderaanpassen
Wanneerdedisplay-modusisingesteldopZoom,kuntueen
zoomfactorselecterenofhandmatigaanpassen.
DoehetvolgendevanuitdeFishnder-toepassing,metde
display-ingesteldopZoom.
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerDisplay-modus.
3.SelecteerZoom-factor.
4.SelecteerdevoorkeursinstellingvandeZoom-factor(x2,x3,
x4)ofselecteerHandmatig
Nadatuuwkeuzehebtgemaaktkeertuterugnaarhetmenu
Display-modus.
5.AlsuHandmatighebtgeselecteerdselecteertudaarna
Handmatigezoom
Hetdialoogvensterhandmatigaanpassenzoomfactorwordt
weergegeven.
6.Steldeinstellinginopdegewenstewaarde.
7.SelecteerTerugofgebruikdeOK-knopomdeinstellingte
bevestigen.
Depositievanhetzoom-gebiedvanFishnderaanpassen
Wanneerdezoom-display-modusisgeselecteerd,kiest
hetsysteemautomatischdezoom-positiezodatde
zeebodemgegevensaltijdopdeonderstehelftvanhetscherm
wordenweergegeven.Wanneernodigkuntuhetdeelvanhet
beeldwaaropwordtingezoomdveranderenzodateenander
gebiedwordtweergegeven.
DoehetvolgendevanuitdeFishnder-toepassing,met
Zoom-display-modusgeselecteerd:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerDisplay-modus.
3.SelecteerZoom-positiezodatHandmatigisgeselecteerd.
Doorhetmenu'Zoom-positie'teselecterenwordtgeschakeld
tussenHandmatigenAutomatisch.
4.SelecteerHandmatigezoom-positie:.
DenumeriekeregelaarvoordeZoom-positiewordt
weergegeven.
5.Steldeinstellinginopdegewenstewaarde.
6.SelecteerTerugofOKomhetmenutesluiten.
FishnderA-Scope-modus
MetdeA-Scope-moduskuntueenlive(integenstellingtoteen
historisch)beeldbekijkenvandezeebodemendevisdirect
onderuwschip.
DestandaardFishndertoontalleeneenhistorischbeeldvan
Fishnder-echosignalen.Indiengewenstkuntumetbehulp
vandeA-Scope-functieeenlivebeeldweergevenvande
zeebodemstructuurendevisdirectonderdetransducer.De
hoeveelheidzeebodemdiewordtgedektdoorA-Scopewordt
aangegevenaandeonderkantvanhetvenster.A-Scope
geefteenmeernauwkeurigeengemakkelijkerteinterpreteren
indicatievanobjectsterkte.
ErzijndrieA-Scope-modi:
Fishnder-toepassing
203
Modus1Modus2Modus3
HetA-scope-beeld
wordtgecentreerd
ophetvenster
weergegeven.
Delinkerkantvanhet
beeldvanmodus1
isuitgerektvooreen
meergedetailleerd
beeld.
HetA-scope-beeld
buigtnaarbuitenaf
omdathetsignaalinde
dieptebrederwordt.
DecijfersdieonderaanwordenweergegeveninA-Scope-modus
gevendegeschattediameter(indegeselecteerde
diepte-eenheden)vanhetdoordekonischestraalbereikte
bodemoppervlak.
DeA-Scope-modusselecteren
DoehetvolgendevanuitdeFishnder-toepassing,metde
display-modus'A-Scope'geselecteerd:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerDisplay-modus.
3.SelecteerSelecteermodus:.
4.SelecteerA-Scope.
5.SelecteerA-Scope:omdelijstmetA-Scope-modiweerte
geven.
6.Selecteerdegewenstemodus.
Zeebodemvergrendeling
Dedisplay-modusZeebodemvergrendelingpasteenltertoe
dathetbeeldvandezeebodemafvlaktenobjectenopofdirect
bovendezeebodembeterzichtbaarmaakt.Dezefunctieismet
namehandigvoorhetzoekenvanvisdatdichtbijdezeebodem
voedselzoekt.
Doorhetbereikvanhetzeebodemvergrendelingsbeeldaan
tepassenkunudezeebodemmeergedetailleerdzien.U
kuntvoorhetbeeldookeenanderepositiekiezenophet
scherm,tussendeonderkantvanhetvenster(0%)enhet
middenvanhetvenster(50%)metbehulpvanderegelaar
zeebodemverschuiving.
Bereik/positievandebodemvergrendelingaanpassen
Doehetvolgendevanuitdeshnder-toepassing,metde
display-modus'bodemvergrendeling'geselecteerd:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerDisplay-modus.
3.SelecteerVergrendelingzeebodemomteschakelentussen
VolledigschermenGesplitstscherm
4.SelecteerBereikB-vergrendeling.
Wanneeruhetbodemvergrendelingsbereikselecteertwordt
hetdialoogvenstervooraanpassingvanhetbereikvande
B-vergrendelingweergegeven.
5.Steldeinstellinginopdegewenstewaarde.
6.SelecteerTerugofgebruikdeOK-knopomdeinstellingte
bevestigen.
7.SelecteerVeranderingB-vergrendelingomhetbeeldop
hetschermopnieuwtepositioneren.
Wanneeruhetbodemvergrendelingsverschuivingselecteert
wordthetdialoogvenstervooraanpassingvande
verschuivingvandeB-vergrendelingweergegeven.
8.Steldeinstellinginopdegewenstewaarde.
9.SelecteerTerugofgebruikdeOK-knopomdeinstellingte
bevestigen.
204
LightHouseMFDoperationinstructions
15.16SideVision
TM
-weergaven
WanneeraangeslotenopeenSideVision
TM
-sonarmodulegeeft
destandaardweergaveophetzelfdemomenthetbeeldLinks
(bakboord)enRechts(stuurboord),deWeergave-pictogrammen
kunnenwordengebruiktomteschakelentussenweergavelinks,
weergaverechtsofallebei.
Weergave:beide
Weergave:links
Weergave:rechts
EenSideVision
TM
-weergaveselecteren
WanneerueenSideVision
TM
-kanaalbekijktopeenMFD
meteentouchscreen,kuntuselecterenwelkkanaaluwilt
weergevenindeFishnder-toepassingmetbehulpvande
Weergave-pictogrammen.
DoehetvolgendeindestandaardSideVision
TM
-weergave:
1.SelecteerhetWeergave-pictogram,indehoekrechtsonder
vanhetscherm
DeWeergave-pictogrammenwordenweergegevenonderaan
inhetmiddenvanhetscherm.
2.SelecteerhetWeergavelinks-pictogramomalleenhet
linkerkanaalweertegeven.
3.SelecteerhetWeergaverechts-pictogramomalleenhet
rechterkanaalweertegeven.
4.SelecteerhetWeergavebeide-pictogramombeidekanalen
tegelijkweertegeven.
EenSideVision
TM
-weergaveselecterenmet
behulpvanhetmenu.
WanneerueenSideVision
TM
-kanaalbekijktopeenMFDzonder
eentouchscreenofeenHybridTouch-MFD,kuntuhetmenu
gebruikenomteselecterenwelkkanaaluwiltweergeveninde
Fishnder-toepassing.
DoehetvolgendeindestandaardSideVision
TM
-weergave:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerWeergave.
DeWeergave-optieswordenweergegeven.
3.SelecteerLinksomalleenhetlinkerkanaalweertegeven.
4.SelecteerRechtsomalleenhetrechterkanaalweerte
geven.
5.SelecteerBeideombeidekanalentegelijkweertegeven.
Fishnder-toepassing
205
15.17OptiesPresentatie-menu
HetPresentatie-menugeefttoegangtotfunctiesvoorextra
gedetailleerdeinformatieophetscherm.
DeonderstaandetabellaatdebeschikbarePresentatie-opties
zien.
Menu-itemOmschrijvingOpties
*Diepte-IDobjectBepaaltofdediepte
vangeïdenticeerde
objectenwordt
weergegeven.
Hetniveauvan
deweergegeven
objectenisdirect
gekoppeldaanhet
gevoeligheidsniveau
vanhetVisalarm.
Aan
Uit(standard-
waarde)
**DieptelijnenBepaaltofde
horizontalelijnendie
dediepteaangeven
wordenweergegeven.
Aan
Uit(standard-
waarde)
***BereiklijnenBepaaltofdeverticale
lijnendiehetbereik
aangevenworden
weergegeven.
Aan
Uit(standard-
waarde)
*Wittelijn
Wanneerdezeoptie
Aanwordtgezet
wordteenwittelijn
weergegevenlangs
decontourenvande
(zee)bodem.Dithelpt
bijhetonderscheiden
vanobjectendichtbij
de(zee)bodem.
Aan
Uit(standard-
waarde)
*Bodemvulling
Wanneerdezeoptie
Aanstaat,wordt
de(zee)bodem
weergegevenalseen
effenkleur.
Aan
Uit(standard-
waarde)
KleurenpaletErzijnverschillende
kleurenpaletten
beschikbaarvoor
verschillende
omstandigheden
enuwpersoonlijke
voorkeuren.
Traditionele/
CHIRP-sonarkanalen
Klassiek
blauw(standard-
waarde)
Klassiekzwart
Klassiekwit
Zonnestraal
Grijsschaal
Geïnverteerde
grijsschaal
Koper
Nachtzicht
DownVision
TM
-/
SideVision
TM
-kanalen
Koper(standard-
waarde)
Geïnv.Koper
Leigrijs
Geïnv.Leigrijs
Scroll-snelheid
Bepaaltde
scroll-snelheidvan
deFishnder.
100%(standard-
waarde)
10%tot500%
Menu-itemOmschrijvingOpties
**Versterkingsrege-
laars
Bepaaltofdegevoe-
ligheidsinstellingenwel
ofnietophetscherm
wordenweergegeven.
Weerge-
ven(standard-
waarde)
Verbergen
Instellingen
gegevenskaders
Hiermeekunt
umaximaal2
gegevenskaders
weergeven/verbergen
indehoeklinksonder
vanhetscherm:
Gegevenskader1
Selecteergegevens
Gegevenskader2
Selecteergegevens
Gegevenskader1
Aan
Uit
Selecteergegevens
Hiermeekunteen
gegevenstype
selecterenper
categorie.
Gegevenskader2
Aan
Uit
Selecteergegevens
Hiermeekunteen
gegevenstype
selecterenper
categorie.
Opmerking:
*NietbeschikbaaropDownVision
TM
-ofSideVision
TM
-
kanalen.
**NietbeschikbaaropSideVision
TM
***AlleenbeschikbaaropSideVision
TM
206
LightHouseMFDoperationinstructions
15.18Diepteenafstand
Legacy,TraditioneleCHIRP-enDownVision
TM
-sonarmodules
gebruikendebetreffendetransducersvoordieptemetingen.
SideVision
TM
kanalleendieptemetingenweergevenwanneer
ereenafzonderlijkebronvoordieptegegevensbeschikbaaris
ophetnetwerk.
DeFishnder-toepassingheefteenaantalfunctiesdieuhelpen
bijhetbepalenvandiepteenafstand.
D12222-5
1 2 43 5 76
Omschrijving
1
Dieptemetinghuidigedieptevande(zee)bodem.
2Diepteobject-IDdieptenwordenweergegeventenopzichtevan
herkendeobjecten.DegevoeligheidvandezeID'sisgekoppeld
aandevisalarmgevoeligheid:hoehogerdevisalarmgevoeligheid,
hoegroterhetaantalobjectenmetlabels.
3
Dieptelijnenhorizontalestippellijnenopregelmatigeafstanden
waarmeededieptevanafhetoppervlakwordtaangegeven.
4
HorizontaleVRM-markeringgeeftdedieptevanhetobjectaan.
5
VerticaleVRM-markeringgeeftdeafstandachteruwschipaan.
6
Cursordiepteditisdediepteopdecursorpositie.
Cursorbereikditisdeafstandvanuwschipnaarde
cursorpositie.
7
Dieptemarkeringendezegetallengevendediepteaan.
DiepteenafstandmetenmetVRM
Ukunteenvariabelebereikmarkering(VariableRangeMarker,
VRM)gebruikenomdediepteenafstandvaneenobject
achteruwschiptebepalen.Dezemarkeringenbestaanuit
eenhorizontale(diepte-)lijneneenverticale(afstands-)lijn,die
beidenzijngemarkeerdmetdebetreffendemeetwaarden.
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu
2.SelecteerScrollenzodatPauzerenisgemarkeerd(hierdoor
ishetgemakkelijkerdemarkeringteplaatsen).
DoorScrollenteselecterenschakelthetscrollentussen
PauzerenenHervatten.
3.Selecteerdelocatiewaarueenmarkeringwiltplaatsen.
4.OpenhetFishnder-contextmenu.
5.SelecteerMarkeringplaatsen.
Nadatueenmarkeringhebtgeplaatstkuntuhem
verplaatsendoorMarkeringverplaatsenteselectereninhet
contextmenuvanFishnder.
Opmerking:DeVRMisalleenbeschikbaarinde
Zeebodemvergrendelingsmodus,wanneerdedisplay-modus
Gesplitstschermis.
15.19WaypointsindeFishnder-
toepassing
DooreenwaypointindeFishnder-toepassingteplaatsenkunt
ueenpositiemarkerenzodatudaarlaternaarterugkuntkeren.
Wanneereenwaypointisgeplaatst,wordendegegevens
daarvanaandewaypoint-lijsttoegevoegdenerwordteen
verticalelijnmethetwaypoint-symboolweergegevenophet
scherm.Ukuntdaarnanaardewaypointsnavigerenmetbehulp
vandeKaart-toepassing.
EenWaypointplaatseninde
shnder-toepassing
Doehetvolgendeindeshnder-toepassing:
1.Selecteerdegewenstelocatieenhouddezevast.
Hetshnder-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerWaypointplaatsen.
Eenwaypointplaatsenmetbehulpvande
WPT-knopof-pictogram
Doehetvolgendeindeshnder-toepassing:
1.SelecteerWPT.
Hetwaypoint-menuwordtweergegeven.
2.Doehetvolgendewanneerhetwaypoint-menugeopendis:
SelecteerWPTopnieuwomeenwaypointteplaatsenop
depositievanuwschip,of
Selecteerdegewensteoptie:Waypointplaatsenopschip,
WaypointplaatsenopcursorofWaypointplaatsenop
breedte-/lengtegraad.
EenWaypointplaatsenmetbehulpvanhet
contextmenu
UkunteenwaypointplaatsenindeFishnder-toepassingmet
behulpvanhetcontextmenu.
DoehetvolgendevanuithetFishnder-contextmenu:
1.SelecteerWaypointplaatsen.
HetWaypointwordtgeplaatstopdeplekvandecursoren
hetdialoogvensterNieuwwaypointwordtweergegeven.
2.SelecteerOkomdestandaardwaypointgegevenste
accepteren,of
3.Selecteereenveldwaarvanudegegevensvoorhetnieuwe
waypointwiltbewerken.
Fishnder-toepassing
207
15.20Gevoeligheidsinstellingen
HetmenuGevoeligheidsinstellingengeeftutoegangtotde
functiesdiehetbeeldophetschermverbeteren.Indemeeste
situatieszijndestandaardinstellingenvoldoende.
Legacy,traditioneleenCHIRP-sonarmodules
CPx70
extern
CHIRP
extern
Traditio-
neelex-
tern
Traditio-
neelin-
tern
Legacy
extern
Handma-
tige/au-
tomati-
schever-
sterking
Automa-
tische
verster-
kings-
modi
Automa-
tische
verster-
kings-
correctie
Handma-
tige/au-
tomati-
schein-
tensiteit
Automa-
tische
intensi-
teitscor-
rectie
Kleurver-
sterking
TVG
Automa-
tische
TVG-
modi
Diepte-
gevoelig-
heid
Kleur-
drempel
Vermo-
gensmo-
dus
DownVision
TM
-enSideVision
TM
-sonarmodules
DownVision
TM
SideVision
TM
Versterking
Contrast
Ruislter
Kleurdrempel
Versterking
Deversterkingsinstellingenveranderendemanierwaaropde
sonarmoduleachtergrondruisverwerkt.Hetaanpassenvande
versterkingsinstellingenkanhetsonarbeeldverbeteren,voor
optimaleprestatiesindemeesteomstandighedenadviserenwij
echterhetgebruikvandeautomatischeinstellingen.
Deversterkingsregelaarbepaaltdesignaalsterktewaarboven
echo'sophetschermwordenweergegeven.
20%handmatige
versterking
Automatische
versterking
80%handmatige
versterking
Automatisch
InAutomatischemoduspastdesonarmodulede
versterkingsinstellingautomatischaandehuidige
omstandighedenaan.
Automatischeversterkingsmodi
Wanneeraangeslotenopeenlegacysonarmoduleofeen
traditioneleinternesonarmodule,zijner3automatische
versterkingsmodibeschikbaar.
Kruisen(Laag)
Trolling(Gemiddeld)
Vissen(snel)
Automatischeversterkingscorrectie
WanneeraangeslotenopeenCPx70Series-sonarmodule,kan
deAutomatischeversterkingwordengecorrigeerdmet+/–50%.
Hierdoorkunnenkleineaanpassingenwordendoorgevoerdinde
versterking,terwijlnogwelgebruikwordtgemaaktvanheteigen
ruislterendeobjectidenticatiealgoritmesvanRaymarine.
Handmatig
Wanneernodigkuntudeversterkinghandmatiginstellen,opeen
waardetussen0%en100%.Dezewaardedienthooggenoegte
wordeningesteldomvisendetailsvande(zee)bodemtezien,
zonderteveelachtergrondruis.Overhetalgemeenwordteen
hogeversterkinggebruiktvoordiepen/ofhelderwatereneen
lageversterkingvoorondiepen/oftroebelwater.
Denieuwewaardenblijvenbehouden,ookwanneeruhet
displayuitschakelt.
Versterkingsregelaarophetscherm
Dooreenregelaarophetschermteselecteren,kuntude
instellingaanpassen.
Wanneeraangeslotenopeen
CPx70Series-sonarmodule,kande
Automatischeversterkingworden
gecorrigeerdmet+/–50%
Wanneeraanslotenopnon-
CPx70SeriesexterneCHIRP,
externeTraditioneleof
DownVision
TM
-sonarmodules,
zijngeenversterkingsmodivereist.
Wanneeraangeslotenopeen
legacyofeeninternetraditionele
sonarmodule,heeftdeautomatische
versterking3modi.
Inhandmatigemoduswordtde
schuifbalkregelaarweergegeven,
onafhankelijkvanhettype
sonarmodule.
Opmerking:SideVision
TM
-kanalengebruiken
geenversterkingsregelaarsophetscherm.De
versterkingsinstellingenkuntuvindeninhetmenu
Gevoeligheidsinstellingen.
208
LightHouseMFDoperationinstructions
Versterkingsregelaarsophetschermin-en
uitschakelen
Ukuntdeversterkingsregelaarsophetschermin-en
uitschakelendoordeonderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendeopeenmultifunctioneeldisplaymet
touchscreen,terwijldebetreffendetoepassingwordt
weergegeven:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerVersterkingsregelaars.
WanneerudeVersterkingsregelaarsselecteertwordt
geschakeldtussenweergaveenverbergenvanderegelaars
ophetscherm.
Opmerking:Wanneerdeversterkignsregelaarsop
hetschermwordeningesteldopVerborgen,dankunt
udeVersterkingsinstellingendirectopenenvanuithet
toepassingsmenu:Menu>Versterking.
Deversterkinghandmatigaanpassingmetbehulpvan
regelaarsophetscherm
1.SelecteerdeVersterking-regelaarophetschermlinksvan
deFishnder-toepassing.
2.SelecteerhetvakjeAutomatischomteschakelentussen
AutomatischeenHandmatigeversterking.
3.WanneerAutomatischnietisgeselecteerdselecteertude
Schuifbalkenhoudtudezevastenverplaatstuhemnaar
LinksomdewaardeteverlagenofnaarRechtsomde
waardeteverhogen.
Deautomatischeversterkingsmodusinstellenmet
behulpvanderegelaarsophetscherm
1.SelecteerdeVersterking-regelaarophetschermlinksvan
deFishnder-toepassing.
2.SelecteerhetvakjeAutomatischomereenvinkjeinte
plaatsen.
3.SelecteerdegewensteAutomatischeversterkingsmodus.
Deshnder-versterkingaanpassingmetbehulpvanhet
menu
Ukuntdeinstellingvandeshnder-versterkingopenenvanuit
hetshnder-menu.
Doehetvolgendeindeshnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingengevoeligheid.
3.SelecteerVersterking.
HetdialoogvensterVersterkingaanpassenwordt
weergegeven
4.Steldeversterkingsregelaarinopdegewenstewaarde,of
5.SelecteerAutomatisch.
ErwordteenvinkjeweergegeveninhetvakjeAutomatisch
omaantegevendatautomatischeversterkingis
ingeschakeld.
Deautomatischeversterkingsmodusinstellenmetbehulp
vanhetmenu
Wanneerueenlegacysonarmoduleofeentraditioneleinterne
sonarmodulegebruikt,zijner3automatischeversterkingsmodi
beschikbaar.Deautomatischeversterkingsmoduskanworden
ingestelddoordeonderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendeinhetFishnder-toepassingsmenu:
1.SelecteerGevoeligheidsinstellingen.
2.SelecteerAutomatischesignaalversterkingsmodus.
3.Selecteerdegewensteautomatischeversterkingsmodus.
Eenautomatischeversterkingscorrectieinstellen
WanneeraangeslotenopeenCPx70Series-sonarmodule,kan
deAutomatischeversterkingwordengecorrigeerdmet+/–50%.
DoehetvolgendeinhetmenuGevoeligheidsinstellingen:
1.SelecteerVersterking.
2.ZorgervoordatAutomatischisgeselecteerd.
3.Steldeschuifregelaarinopdegewenstewaarde.
Hetscrollendebeeldvolgtnudeautomatischeinstelling,
gecorrigeerdmetdegespeciceerdewaarde.
Intensiteit
DeIntensiteitsregelaarisbeschikbaarwanneeraangesloten
opeenCPx70Series-sonarmodule.Sonarmodulesgebruiken
verschillendekleurenomdesterkevaneenechosignaalte
bepalen.Ukuntdekleurintensiteithandmatigaanpassen
tussen0%en100%ofhetinstellenopautomatisch.Wanneer
Intensiteitisingesteldopautomatisch,kandeinstellingworden
gecorrigeerdmet+/-50%.
DeIntensiteitsregelaarsteltdeonderstelimietinvoordesterkste
echokleur.Alleecho'smeteensignaalsterktebovendeze
waardewordenweergegevenindesterkstekleur.Designalen
meteenzwakkerewaardewordengelijkmatigverdeeldover
deresterendekleuren.
Wanneerueenlagewaardeinsteltwordteenbredeband
gecreëerdvoordezwakstekleurmaareensmallesignaalband
voorresterendekleuren.
Wanneerueenhogewaardeinsteltwordteenbredeband
gecreëerdvoordesterkstekleurmaareensmallesignaalband
voorresterendekleuren.
Intensiteitsregelaarophetscherm
DeIntensiteitsregelaarisbeschikbaarophetschermwanneer
hetisaangeslotenopeenCPx70Series-sonarmodule.
Dooreenregelaarophetschermteselecteren,kuntude
instellingaanpassen.
DeAutomatischeintensiteitkan
wordengecorrigeerdmet+/-50%
Wanneerdemodushandmatig
is,wordtdeschuifbalkregelaar
weergegeven
DeIntensiteitaanpassen
OmdeIntensiteitsregelaaropeenCPx70Series-sonarmodule
aantepassen,volgtudeonderstaandestappen.
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerGevoeligheidsinstellingen.
3.SelecteerIntensiteit.
Deschuifbalkregelaarwordtweergegeven.
4.Stelderegelaarinopdegewenstewaarde.
5.SelecteerTerugomdeinstellingtebevestigenende
schuifbalktesluiten,of
6.SelecteerAutomatischomautomatischintensiteitsregeling
inteschakelen.
Automatischeintensiteitscorrectieinstellen
WanneeraangeslotenopeenCPx70Series-sonarmodule,kan
deAutomatischeintensiteitwordengecorrigeerdmet+/–50%.
DoehetvolgendeinhetmenuGevoeligheidsinstellingen:
1.SelecteerIntensiteit.
2.ZorgervoordatAutomatischisgeselecteerd.
3.Steldeschuifregelaarinopdegewenstewaarde.
Hetscrollendebeeldvolgtudeautomatischeinstelling,
gecorrigeerdmetdegespeciceerdewaarde.
Kleurversterking
Non—CPx70series,Traditionele,CHIRP-enLegacy-
sonarmodulesgebruikenverschillendekleurenomdesterkte
vaneenechosignaaltebepalen.Ukuntdekleurintensiteit
handmatigaanpassentussen0%en100%ofhetinstellenop
automatisch.
20%Handmatig
Automatisch
80%Handmatig
Fishnder-toepassing
209
Dekleurversterkingsregelaarsteltdeonderstelimietinvoorde
sterksteechokleur.Alleecho'smeteensignaalsterkteboven
dezewaardewordenweergegevenindesterkstekleur.De
signalenmeteenzwakkerewaardewordengelijkmatigverdeeld
overderesterendekleuren.
Wanneerueenlagewaardeinsteltwordteenbredeband
gecreëerdvoordezwakstekleurmaareensmallesignaalband
voorresterendekleuren.
Wanneerueenhogewaardeinsteltwordteenbredeband
gecreëerdvoordesterkstekleurmaareensmallesignaalband
voorresterendekleuren.
Dekleurversterkingaanpassen
Omdekleurversterkingoptraditionele,CHIRP-en
Legacy-sonarmodulesaantepassenvolgtudeonderstaande
stappen.
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerGevoeligheidsinstellingen.
3.SelecteerKleurversterking.
Deschuifbalkregelaarwordtweergegeven.
4.Stelderegelaarinopdegewenstewaarde.
5.SelecteerTerugomdeinstellingtebevestigenende
schuifbalktesluiten,of
6.SelecteerAutomatischomdekleurversterkingsregelaarin
teschakelen.
Contrast
DownVision
TM
enSideVision
TM
gebruikenmonochrome
schaduwenomdesterktevaneenechotebepalen.Ukunt
hetcontrasthandmatigaanpassentussen0%en100%ofhet
instellenopautomatisch.
20%handmatig
contrast
Automatischcontrast
80%handmatig
contrast
Contraststeltdeonderstelimietinvoordesterkste
echoschakering.Alleecho'smeteensignaalsterktebovendeze
waardewordenweergegevenindelichtstetint.Designalen
meteenzwakkerewaardewordengelijkmatigverdeeldoverde
resterendetinten.
Wanneerueenlagewaardeinsteltwordteenbredeband
gecreëerdvoordedonkerstekleurschakering,maareen
smallesignaalbandvoorresterendekleurschakeringen.
Wanneerueenhogewaardeinsteltwordteenbredeband
gecreëerdvoordelichtstekleurschakering,maareensmalle
signaalbandvoorresterendekleurschakeringen.
Hetcontrastaanpassen
Omdeinstellingvanhetcontrastaantepassenvolgtude
onderstaandestappen.
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerGevoeligheidsinstellingen.
3.SelecteerContrast.
Deschuifbalkregelaarvoorcontrastwordtweergegeven.
4.Stelderegelaarinopdegewenstewaarde.
5.SelecteerTerugomdeinstellingtebevestigenende
schuifbalktesluiten,of
6.SelecteerAutomatischomautomatischcontrastinte
schakelen.
Oppervlaklter
DeinstellingOppervlaklterisbeschikbaarwanneer
aangeslotenopeenCPx70Series-sonarmodule.Deregelaar
vermindertdehoeveelheidruis/sluierdiewordtweergegeven
indebuurtvanhetoppervlakdoordeversterkingoverde
waterkolomtevariëren.
0%100%
Hetoppervlaklterkanautomatischwordeningesteldofkan
handmatigwordenaangepast.Handmatig:
eenlagewaardeverlaagtdedieptewaarophetlterwordt
toegepastengenereertsterkereobjecten/meersluierinde
buurtvanhetwateroppervlak.
eenhogewaardeverhoogtdedieptewaarophetlterwordt
toegepastengenereertzwakkereobjecten/mindersluierinde
buurtvanhetwateroppervlak.
Hetoppervlaklteraanpassen
WanneerudeinstellingenvanhetOppervlaklteraanpast,
kuntuhetsonarbeeldverbeteren.
DoehetvolgendeinhetmenuGevoeligheidsinstellingen:
1.SelecteerOppervlaklter.
2.Steldeschuifregelaarinopdegewenstewaarde,of
3.SelecteerAutomatischzodathetsysteemhet
Oppervlaklterautomatischkanaanpassenaande
omstandigheden.
TimeVariedGain(TVG)
DeinstellingTimeVariedGain(TVG)regeltdehoeveelheid
dempingdiewordttoegepastopdehelewaterkolom,watzorgt
vooreenbalanstussenterugkerendesignalenuitondiepwater
(waardeechosignalensterkzijn)endeterugkerendesignalen
uitdiepwater(waardeechosignalenzwakzijn)zodatobjecten
vandezelfdeafmetingechosignalengenererenvanvergelijkbare
omvang,onafhankelijkvandedieptevanhetobject.De
TVG-instellingkanhandmatigwordeningesteldtussen0%en
100%,ofwordeningesteldopautomatisch.
D13057-1
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
90% 100%
EenhogereTVG-instellinggenereertzwakkere
objecten/mindersluierophetscherm.
EenlagereTVG-instellinggenereertsterkereobjecten/meer
ruisophetscherm.
Opmerking:TVG-waardentussen0%en30%zijn
'Bovendeeluit'-modusregeling,waardentussen31%en100%
zijnTVG-regeling.
31%TVG100%TVGAutomatischeTVG
Opmerking:TVGheeftgeeninvloedinsimulatormodusmaar
deBovendeeluit-modus(0%tot30%)wel.
210
LightHouseMFDoperationinstructions
Bovendeeluit-modus
Bovendeeluit-modusiseendigitaallterdatkanworden
gecombineerdmetdeTVG-regelaar.HetBovendeel
uit-modusltervermindertruisensluieruithetbovenstedeel
vandesonar-straal.
DeBovendeeluit-modusisactiefwanneerTVG-waardentussen
0%en30%liggen.Waardentussen31%en100%staanvoor
daadwerkelijkeTVG-regeling.
0%TVG30%TVG
DeTVGinstellenopautomatisch
DeTVG-instellingkanwordeningesteldopautomatischdoorde
onderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerGevoeligheidsinstellingen.
3.SelecteerTVG.
DeschuifbalkregelaarvoorTVGwordtweergegeven.
4.SelecteerAutomatischzodatereenvinkjewordtgeplaatst
inhetvakjeAutomatisch.
AutomatisheTVG-modus
WanneerTVGisingesteldopautomatischzijner3automatische
TVG-modibeschikbaar,afhankelijkvandegebruikte
sonarmodule.
DebeschikbareautomatischeTVG-modizijn:
Laag
Gemiddeld
Hoog
AutomatischeTVG-modizijnalleenbeschikbaaroplegacy
sonarmodulesentraditioneleinternesonarmodules.
Eenauto-TVG-modusselecteren
VolgdeonderstaandestappenomeenAuto-TVG-moduste
selecteren.
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassingmetTVGingesteld
opAutomatisch:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerGevoeligheidsinstellingen.
3.SelecteerAutomatischeTVG.
4.Selecteerdegewensteinstelling:Laag,GemiddeldofHoog.
TVGhandmatigaanpassen
DoehetvolgendeinhetFishnder-toepassingsmenu:
1.SelecteerGevoeligheidsinstellingen.
2.SelecteerTVG.
DeschuifbalkregelaarvoorTVGwordtweergegeven.
3.Steldeschuifbalkregelaarinopdegewensteinstelling.
Waardentussen31%en100%staanvoorTVG-regeling.
4.SelecteerTerugofOKomdeschuifbalkregelaartesluiten.
TVG-regelaarsophetscherm
MultifunctioneledisplaysmetalleentouchscreenenHybridT ouch
multifunctioneledisplayshebbenTVG-regelaarsophetscherm.
WanneerudeTVG-regelaarophetschermselecteertworden
deTVG-instellingenweergegeven.
WanneeraangeslotenopexterneCHIRP-sonarmodules
(metuitzonderingvanDownVision
TM
)enexternetraditionele
sonarmodules(metuitzonderingvanlegacy)heeftde
automatischeTVG3modi.
Wanneerdemodushandmatigis,wordtdeschuifbalkregelaar
weergegeven.
Versterkingsregelaarsophetschermin-en
uitschakelen
Ukuntdeversterkingsregelaarsophetschermin-en
uitschakelendoordeonderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendeopeenmultifunctioneeldisplaymet
touchscreen,terwijldebetreffendetoepassingwordt
weergegeven:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerVersterkingsregelaars.
WanneerudeVersterkingsregelaarsselecteertwordt
geschakeldtussenweergaveenverbergenvanderegelaars
ophetscherm.
Opmerking:Wanneerdeversterkignsregelaarsop
hetschermwordeningesteldopVerborgen,dankunt
udeVersterkingsinstellingendirectopenenvanuithet
toepassingsmenu:Menu>Versterking.
TVGhandmatigaanpassenmetbehulpvanregelaars
ophetscherm
MultifunctioneledisplaysmetalleentouchscreenenHybridT ouch
multifunctioneledisplayshebbenTVG-regelaarsophetscherm.
1.SelecteerdeTVG-regelaarophetschermlinksvande
Fishnder-toepassing.
2.SelecteerhetvakjeAutomatischomteschakelentussen
AutomatischeenHandmatigeTVG.
3.Steldeinstellinginopdegewenstewaarde.
DeautomatischeTVGinstellenmetbehulpvande
regelaarsophetscherm
MultifunctioneledisplaysmetalleentouchscreenenHybridT ouch
multifunctioneledisplayshebbenTVG-regelaarsophetscherm.
1.SelecteerdeTVG-regelaarophetschermlinksvande
Fishnder-toepassing.
2.SelecteerhetvakjeAutomatischomdeAutomatische
TVG-modusteselecteren.
3.WanneeraangeslotenopexterneCHIRP-sonarmodules
(metuitzonderingvanDownVision
TM
)enexternetraditionele
sonarmodules(metuitzonderingvanlegacy)kuntueen
automatischeTVG-modusselecteren.
Fishnder-toepassing
211
Ruislter
Hetruislterreduceertdehoeveelheidsluierophetschermdoor
deversterkingoverdewaterkolomtevariëren.Hetaanpassen
vandeinstellingkanhetidenticerenvanobjectenverbeteren,
vooroptimaleprestatiesindemeesteomstandigheden
adviserenwijechterhetgebruikvandeautomatischeinstelling.
Hetruislterkanautomatischwordeningesteldofhandmatig
wordenaangepast:
AutomatischindemodusAutomatischwordthetruislter
ingesteldop20%.
Handmatigukunthetruislterhandmatigaanpassen,op
eenwaardetussen0%en100%.
Eenlagerewaardeverlaagtdedieptewaarophetlter
wordttoegepast.
Eenhogerewaardeverhoogtdedieptewaarophetlter
wordttoegepast.
SonarDownVision
0%
100%
Deinstellingvandenieuwewaardenblijftbehoudenzolangde
unitblijftingeschakeld.
Hetruislteraanpassen
Volgdestappenhieronderomhetruislteraantepassen.
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerGevoeligheidsinstellingen.
3.SelecteerRuislter.
DeschuifbalkregelaarvoorRuislterwordtweergegeven.
4.Stelhetruislterinopdegewenstewaarde,of
5.selecteerhetvakjeAutomatischomoverteschakelennaar
Automatischemodus.
Opmerking:HetRuislterkanookwordenaangepastdoorN
ophetschermteselecteren.Filter-regelaar.
Kleurdrempel
Dekleurdrempelbepaaltdesignaalsterktewaaronderobjecten
nietwordenweergegeven.TraditioneleenCHIRP-sonar
gebruikenverschillendekleurenomdesignaalsterkteste
bepalen,DownVision
TM
gebruiktechtermonochrometinten.
Deinstellingvoordekleurdrempeliseenalgemeneinstelling.
Wanneerdekleurdrempelwordtgewijzigd,delenalle
Fishnder-toepassingsvenstersopalleviahetnetwerk
aangeslotenmultifunctioneledisplaysdezelfdewaardevoorde
kleurdrempel.
Kleurdrempel
Traditionele/
CHIRP-kanalenDownVision
TM
-kanaal
100%(standard-
waarde)
50%
Eenlageinstellingheeftalsgevolgdatalleenobjectenmetde
sterkstekleurenoflichtstetintenwordenweergegeven.
Dekleurdrempelaanpassen
Destandaardwaardevandekleurdrempel100%,ukuntdeze
instellingaanpassenzodatminderkleuren/schaduwenworden
weergegeven.
DoehetvolgendeinhetFishnder-toepassingsmenu:
1.SelecteerGevoeligheidsinstellingen.
2.SelecteerKleurdrempel.
3.Steldekleurdrempelinopdegewenstewaarde.
4.SelecteerOKomdeinstellingtebevestigenendenumerieke
regelaartesluiten.
Vermogensmodus
DeVermogensmodusregelthetvermogensniveauvande
transducer.DeVermogensmoduskanwordeningesteldop
automatisch,ofhandmatigwordenafgesteldtussen0%en
100%.DeVermogensmodusisalleenbeschikbaaropCHIRP-,
traditioneleenlegacysonarmodules.
Automatischditisdestandaardinstelling.Wanneer
Automatischisgeselecteerd,bepaaltdesonarmodule
automatischdeoptimaleinstellingopbasisvandehuidige
diepte,snelheiden(zeebodem-)signaalsterkte.
Handmatigukunthetvermogensniveauinstellenin
stappenvan1%.Normaalgesprokenwordenlagere
vermogensniveausgebruiktvoordieptesvanminderdan2,4
m(8ft.)enhogerevermogensniveausvoordieptesvanmeer
dan3,7m(12ft.).
Hetvermogensniveauvandetransduceraanpassen
DoehetvolgendeinhetFishnder-toepassingsmenu:
1.SelecteerGevoeligheidsinstellingen.
2.SelecteerVermogensmodus.
DeschuifbalkregelaarvoorVermogensmoduswordt
weergegeven.
3.Pasdeschuifregelaaraannaardegewensteinstelling,of
4.SelecteerAutomatischomdevermogensmodusop
automatischintestellen.
212
LightHouseMFDoperationinstructions
15.21Fishnder-alarmmeldingen
DevolgendeFishnder-alarmmeldingenkunnenworden
ingesteldwanneerereendieptegegevensbronbeschikbaaris.
Visalarmishoorbaarwanneereenobjectvoldoetaan
hetgespeciceerdegevoeligheidsniveauenzichbinnende
dieptelimietbevindt(wanneeringeschakeld).
Fishnderdiepalarmishoorbaarwanneerde
gedetecteerdedieptehogerisdandedieptelimiet.
Fishnderondiepalarmishoorbaarwanneerde
gedetecteerdedieptelagerisdandeondieptelimiet.
Visalarmmeldingeninstellen
DoehetvolgendeinhetAlarmmeldingenmenuhome-venster>
Instellingen>Alarmmeldingen:
1.SelecteerVis.
HetVisalarmmeldingenmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerViszodatAanisgemarkeerd.
3.SelecteerVisgevoeligheid.
Denumeriekeregelaarvoorhetaanpassenvande
visgevoeligheidwordtweergegeven.
4.Steldevisgevoeligheidinopdegewenstewaarde.
Hoehogerdegevoeligheidvanhetvisalarm,hoegroterhet
aantalobjectbeelddieptendatwordtweergegeven.
5.SelecteerVisdieptelimietenzodatAanisgemarkeerd.
Delimietinstellingenvoorvisondiepteenvisdiepteworden
geactiveerdinhetmenu.
6.SelecteerOndieptevislimiet.
Denumeriekeregelaarvoorhetaanpassenvande
ondieptevislimietwordtweergegeven.
7.Steldewaardeinopdegewensteinstelling.
8.SelecteerOKomdenieuwewaardetebevestigenende
numeriekeregelaartesluiten.
9.SelecteerDieptevislimiet.
Denumeriekeregelaarvoorhetaanpassenvande
dieptevislimietwordtweergegeven.
10.Steldewaardeinopdegewensteinstelling.
11.SelecteerOKomdenieuwewaardetebevestigenende
numeriekeregelaartesluiten.
HetFishnder-diepte-alarmselecteren
DoehetvolgendeinhetAlarmmeldingenmenuhome-venster>
Instellingen>Alarmmeldingen:
1.SelecteerFishnderdiep.
2.SelecteerDiepzodatAanisgemarkeerd.
WanneeruDiepselecteertwordtgeschakeldtussenAan
enUit.
3.SelecteerDieptelimiet.
Denumeriekeregelaarvoorhetaanpassenvande
dieptelimietwordtweergegeven.
4.Steldeinstellinginopdegewenstewaarde.
5.SelecteerOKomdenieuwewaardetebevestigenende
numeriekeregelaartesluiten.
Opmerking:Dedieptelimietkannietlagerwordeningesteld
dandeondieptelimiet.
HetFishnder-ondiepte-alarmselecteren
DoehetvolgendeinhetAlarmmeldingenmenuhome-venster>
Instellingen>Alarmmeldingen:
1.SelecteerFishnderondiep.
2.SelecteerOndiepzodatAanisgemarkeerd.
WanneeruOndiepselecteertwordtgeschakeldtussenAan
enUit.
3.SelecteerOndieptelimiet.
Denumeriekeregelaarvoorhetaanpassenvande
ondieptelimietwordtweergegeven.
4.Steldeinstellinginopdegewenstewaarde.
5.SelecteerOKomdenieuwewaardetebevestigenende
numeriekeregelaartesluiten.
Opmerking:Deondieptelimietkanniethogerworden
ingestelddandedieptelimiet.
Fishnder-toepassing
213
15.22Frequentie-afstemming
Defrequentiehangtafvandegebruiktesonarmoduleen
transducer.Bijgebruikvaneennon-CHIRP-sonarmoduleofeen
CHIRP-sonarmodulediewerktinnon-CHIRP-modus,kande
frequentievandetransducerhandmatigjnwordenafgesteld.
Devoordelenvanhethandmatigkunnenafstemmenvande
frequentiezijnonderandere:
Optimalisatievoorbepaaldesoortenvisenzeecondities.
Voorkomenvaninterferentievananderewerkendesonarin
debuurt(opdezelfdefrequentie).
Bredeofsmallestraalgebruikenopeenbepaaldetransducer.
Frequentie-afstemmingbijtraditioneleenlegacy
sonarmodules
Devolgendefrequentietypenzijnbeschikbaaroplegacyen
traditionelesonarmodules:
Automatisch-Wanneerhetsysteemwerktmetautomatisch,
isgeenjneafstemmingnodigomdathetsysteemde
frequentieautomatischinsteltendezeaandetransduceren
deomstandighedenaanpast.
Lagerefrequenties(bijv.50kHz)producereneen
bredesonarstraalenpenetrerenhetwatergoed.Lagere
frequentieslevereneenbeeldmeteenlagereresolutie,wat
nietaltijdgoedisvoorhetopsporenvankleinevis.Gebruik
lagerefrequentieswanneerueengrootbereikwiltzienonder
uwschipofwanneeruzichindiepwaterbevindt.
Hogerefrequenties(bijv.200kHz)producereneen
smallestraalengenerereneenbeeldmeteenhogeresolutie.
Dezezijnhethandigstinondiepwater(tot300meter)enbij
hogeresnelheden.
Deonderstaandegraeklaatdejneafstemmingzienvande
frequentievaneentraditioneleoflegacysonar(tussen—50%
en+50%).
Low High
Sensitivity (dB)
Frequency
-50% +50%
D12574-2
1
2
3
1.Afstembereik
2.Transducerkarakteristieken
3.Bedrijfsfrequentie
CHIRP-frequentie-afstemming
Deonderstaandelijstgeeftinformatieoverdefrequentietypen
diebeschikbaarzijnbijhetgebruikvaneenCHIRP-sonarmodule.
Automatisch-wanneerhetsysteemwerktmetautomatisch,
isgeenjneafstemmingnodigomdathetsysteemde
frequentieautomatischinsteltendezeaandetransduceren
deomstandighedenaanpast.
Lagefrequentienon-CHIRP-modus(bijv.50kHz)
produceerteenbredesonarstraalenpenetreerthetwater
goed.Lagerefrequentieslevereneenbeeldmeteenlagere
resolutie,watnietaltijdgoedisvoorhetopsporenvankleine
vis.Gebruiklagerefrequentieswanneerueengrootbereikwilt
zienonderuwschipofwanneeruzichindiepwaterbevindt.
Gemiddeldefrequentienon-CHIRP-modus(bijv.90kHz)
produceerteengoedgedetailleerdbeeldopdemeeste
diepten,meteengemiddeldbredesonarstraal.
Hogefrequentienon-CHIRP-modus(bijv.160kHz)
produceerteensmallestraalengenerereneenbeeldmeteen
hogeresolutie.Dezezijnhethandigstinondiepwater(tot300
meter)enbijhogeresnelheden.
LageCHIRPCHIRP-modus(bijv.42tot65kHz)eris
geenjneafstemmingnodigomdatdeCHIRP-sonarmodule
hethelefrequentiebereikdatopdetransducerbeschikbaaris
aooptbijiedereping.
GemiddeldeCHIRPCHIRP-modus(bijv.85tot135
kHz)erisgeenjneafstemmingnodigomdatde
CHIRP-sonarmodulehethelefrequentiebereikdatopde
transducerbeschikbaarisaooptbijiedereping.
HogeCHIRPCHIRP-modus(bijv.130tot210kHz)eris
geenjneafstemmingnodigomdatdeCHIRP-sonarmodule
hethelefrequentiebereikdatopdetransducerbeschikbaaris
aooptbijiedereping.
WanneerdeCHIRP-sonarmoduleisingesteldopeen
non-CHIRP-modus,kandefrequentiewaaropdetransducer
zendtjnwordenafgestemd.
Deonderstaandegraeklaatdejneafstemmingzienvaneen
CHIRP-breedband-sonarfrequentie(tussen—50%en+50%).
Low High
Sensitivity (dB)
Frequency
D12575-2
3
-50%
+50%
1 2
1.Afstembereik
2.Transducerkarakteristieken
3.Bedrijfsfrequentie(midden)
Desonarfrequentiejnafstemmen
Wanneeraangeslotenopeentraditioneleoflegacy
sonarmoduleofbijgebruikvaneenCHIRP-sonarmodule
innon-CHIRP-modus,kandezendfrequentiejnworden
afgestemd.
DoehetvolgendeindeFishnder-toepassing:
1.Zorgervoordatdekanaalfrequentiedieujnwiltafstemmen
wordtweergegeveninhetactieveFishnder-venster.
2.SelecteerMenu.
3.SelecteerInstellingen.
4.SelecteerInstellenecholood.
5.SelecteerAfstemmenfrequentie.
Defrequentieregelaarwordtweergegeven.
6.Steldefrequentiebijtotdatoptimaleresultatenworden
bereikt.
214
LightHouseMFDoperationinstructions
15.23Menu-optiesinstellenecholood
Dezesectiebeschrijftdeoptiesdiebeschikbaarzijninhetinstellingenmenuvanhetecholood:(Menu>Instellingen>Instellen
echolood).
Menu-itemOmschrijvingOpties
*PingRate
HyperPingiseeninstellingdiealleenbeschikbaarisop
traditioneleinterneenlegacysonarmodules,voorgebruikin
ondiepwater(dieptebereikingesteldop6meter(20voet)of
minder).Bijdieptenvanmeerdan6meter(20voet)keertde
pingrateterugnaarnormaaltotdataandedieptevereisten
wordtvoldaan.
WanneerdezeisingesteldopHyperbiedthetdisplayeen
nauwkeurig,onvervormdbeeldvande(zee)bodembij
snelhedentot40knopen.
Normaal(standardwaarde)
Hyper
*PingRate-limiet
Ditbeschiktovereensnelheidsbeperkerenishandigom
dePingRate-limietaantepassenaandeplaatselijke
omstandigheden.DePingRatekanbijvoorbeeldtesnelzijn
inhetgevalvaneenhardeondergrondinondiepwater.
Opmerking:DePingRate-limietisuitgeschakeld
wanneerdePingRateisingesteldophyper.
DownVision
TM
-sonar:5tot80pingsper
seconde.
Legacyentraditioneleinternesonars:5tot50
pingsperseconde.
CHIRP-entraditioneleexternesonars:5tot30
pingsperseconde.
PinginschakelenDesonarpingkanwordenuitgeschakeld.Ditishandig
wanneerandereapparatuurwordtgetest,ofwanneeriemand
aanhetduikenisonderhetschip.Dezeinstellingwordt
omgezetnaarIngeschakeldwanneerdesonarmodulewordt
uitgeschakeld.
Aan
Uit
*FrequentieafstemmenHiermeekunnennon-CHIRP-kanaalfrequentieshandmatig
wordenafgestemd.
–50%tot+50%
*Interferentieweigering
Verwijdertpiekendiewordenveroorzaaktdooranderemet
Fishnderuitgerusteschepen.
Opmerking:Interferentieweigeringisuitgeschakeld
wanneerPingRateisingesteldopHyper.
Automatisch
Laag
Gemiddeld
Hoog
Uit
*2deechoIR
PastdePingRatemetkleinestappenaan,overeenkomstig
hetniveauvande2deecho.Ditresulteertineenhogere
gevoeligheidvanhetbeeld.
Opmerking:2deEcho-IRisuitgeschakeldalsPing
RateisingesteldopHyper.
Uit
Laag
Hoog
ResetsonarZetalleinstellingenopdesonarmoduleterugnaarde
standaardfabrieksinstellingen.Wanneerudesonarreset,
ishetnormaaldatdeverbindingmetdesonarmodulekort
verlorengaat.
Deselectievandetransducerwordtnietbeïnvloeddoorde
actieResetsonar.
Ja
Nee
ResetreistellerZetdereistellervandesonarmoduleopnul.Ja
Nee
Opmerking:*NietvantoepassingopSideVision
TM
.
Fishnder-toepassing
215
15.24Menu-optiesvoortransducer-instellingen
HetTransducer-instellingen-menudienttewordengebruiktwanneeruuwmultifunctioneledisplayvoorheteerstinsteltof
wanneerueendiepte-transducerinstalleert.
Opmerking:Dehierondergenoemdeinstellingenzijnalleenbeschikbaaralsdeaangeslotentransducerhetgegevenstype
ondersteunt.
Menu-itemOmschrijvingOpties
Transducer
Selecteerhetjuistetransducer-typeindelijst.
Sommigetransducerswordenautomatischdoorhetsysteem
gedetecteerd.
Debeschikbareoptieshangenafvande
aangeslotensonarmodule.
SnelheidstransducerSelecteerdejuistesnelheidstransducerinde
lijst.Dezeoptieisalleenbeschikbaarals
ugeengecombineerdediepte-/snelheids-of
diepte-/snelheids-/temperatuur-transducergebruikt.
Debeschikbareoptieshangenafvande
aangeslotensonarmodule.
DieptecorrectieDecorrectiestaatvoordedieptevandetransducerten
opzichtevande:
waterlijn=0,0ftenmeer.
kiel=0,1ftenminder.
–9,8tot+9,8voetofvergelijkbareeenheden
Snelheidscorrectie
Decorrectiediewordttoegepastopdesnelheid-logwaarde.
0tot100%
TemperatuurcorrectieDecorrectiediewordttoegepastopdewaardevande
temperatuur-transducer.
–9,9tot+9,9°Fofvergelijkbareeenheden
216
LightHouseMFDoperationinstructions
15.25Desonarresetten
Dereset-functiezetdeunitterugnaardestandaard
fabrieksinstellingen.
Opmerking:Wanneerudeunitterugzetnaarde
fabrieksinstellingen,wordenallekalibratiegegevensvoor
snelheidentemperatuurendedieptecorrectiegewist.
1.GebruikeencompatibelRaymarinemultifunctioneeldisplay
omnaardeshnder-toepassingspaginategaan.
2.SelecteerMenuinhetmenuaandezijkant.
3.SelecteerInstellingen.
4.SelecteerInstellingenecholood.
5.SelectResettensonar.
6.SelecteerJaomtebevestigen.
Deunitwordtnuteruggezetnaardestandaard
fabrieksinstellingen.
Fishnder-toepassing
217
218
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk16:Radartoepassing
Inhoudsopgave
16.1OverzichtRadar-toepassingoppagina220
16.2EenQuantumradarkoppelenmetWi-Fioppagina222
16.3Deunitin-enuitschakelenoppagina223
16.4Ondersteuningmeerdereradarsoppagina224
16.5Radarcontroleoppagina224
16.6Radarcontextmenuoppagina225
16.7Kwaliteitradarbereiken-beeldoppagina226
16.8Aanvaringsinformatieoppagina228
16.9OverzichtMARPAoppagina229
16.10Vectoroptiesoppagina230
16.11Overzichtscheepsvectoren(CPA-afbeeldingen)oppagina231
16.12EenBewakingszonealarminstellenoppagina231
16.13Radarsporenoppagina232
16.14Lijstgevolgdeobjectenoppagina233
16.15Afstanden,bereikenpeilingoppagina233
16.16Radarmodusenoriëntatieoppagina235
16.17MenuRadarpresentatieoppagina237
16.18Afstemmenradar:versterkingsregelaarsophetschermoppagina239
16.19Radar-modioppagina240
16.20MenuGevoeligheidsinstellingenoppagina241
16.21RadarmetDualRangegebruikenoppagina243
16.22Radarinstellingenmenuoppagina244
16.23Deradarresettenoppagina247
Radartoepassing
219
16.1OverzichtRadar-toepassing
RadioDetectionAndRanging(Radar)wordtgebruiktvoor
hetdetecterenvandeaanwezigheid,afstandensnelheidvan
objecten.Radarwerktdoorhetuitzendenvanradiopulsenen
daarnahetdetecterenvandereecties(echo's)vandezepulsen
vanafdeobjectenbinnenhetbereikenhetweergevenvande
reectiesindevormvanobjectenindeRadar-toepassing.
Belangrijk:Totdatuvertrouwdbentmethetinterpreteren
vanhetRadardisplay,zouuiederekansmoetenaangrijpen
ompatronenophetRadarschermtevergelijkenmetvisuele
objectenzoalsandereschepen,boeienenkuststructuren.
Uzouoverdagenbijhelderweerkunnenoefenenmet
navigerenophavensendekust.
D12207-4
7
1 2 4 63 5
10
118 9
Omschrijving
1Deradarstatusbalktoont:
Afstand
Serienummerradarscanner
Versterkingsmodus
Richting
Bewegingsmodus
Bereikringafstand
2Waypoint
3
Regelaarsophetscherm(alleenopmultifunctionele
displaysmettouchscreen.)
416.12Bewakingszone
5
Koersmarkeringvanhetschip(Ship'sHeadingMarker,
SHM)(deSHMgeeftdekoersvanuwschiprecht
naarvorenaan).AlsdecursoropdeSHMwordt
geplaatst,wordthijtijdelijkverwijderdomhetplaatsen
vanmarkeringenofhetophalenvanobjectente
vergemakkelijken.
6
Radarstatus(weergegevenopdegevensbalk)
7
Gegevenskaderlaag
8
AutomaticIdenticationSystem(AIS)object
9
Opgehaald16.9MiniAutomaticRadarPlottingAid
(MARPA)-object
10
Bereikregelaars(alleenopmultifunctioneledisplays
mettouchscreen.)
11MARPA-objectwordtopgehaald
Opmerking:
VoorgebruikvanMARPAzijneenGPS-ontvangereneen
snellekoerssensorvereist.
EriseenGPS-ontvangervereistvoordeRadarlaaginde
Kaart-toepassing.
Statussymbolenradarscanner
DevoedingsmodusvandeRadarscannerwordtweergegevenin
destatusbalk.
Symbool
Voe-
dingsmo-
dusradarOmschrijving
Zenden
(TX)
Roterendpictogram
DeRadarisingeschakeldenzendtuit.Dit
isdegebruikelijkemaniervanwerken.
Stand-by
(STBY)
Statischpictogram
DeRadarisingeschakeldmaarzendt
nietuit.BijOpenscannerRadarsdraait
deantenneniet.DeRadarzendtniet
uitenerwordengeenRadar-gegevens
weergegevenophetscherm.Ditiseen
energiebesparendemodusdiewordt
gebruiktwanneerdeRadarvoorkortere
periodennietnodigis.Ditisdestandaard
modus.
Slaap-
stand
Statischpictogram
Radarscannersdiezijnverbondenvia
Wi-Figaaninslaapstandwanneer
zewordenuitgeschakeld,zodatde
Wi-Fi-verbindingbeschikbaarblijftom
opnieuwverbindingtemakenmetde
Radar.
Uit
Grijspictogram
ViakabelaangeslotenRadaruitgeschakeld
ofgeenRadarverbonden.
Tijdge-
bonden
zenden
Radarschakelttussenroterenden
statischpictogram
Radarschakelttussenaan/zenden
enstand-by/slaapstandindemodus
Tijdgebondenzenden.
VergelijkingRadarfuncties
Deonderstaandeinformatielaatzienwelkeinstellingenen
functiesbeschikbaarzijnvooriedertypeRadarscanner:
TypeRadarscanners:
Quantum
SuperHD
Openscanner
HDOpenscanner
HDRadome
Niet-HDDigitaleRadome
Gevoeligheidsregelaars
FunctieRadartype
16.20VersterkingAlle
16.20Kleurversterking
Quantum
SuperHD
Openscanner
HDOpenscanner
HDRadome
16.20RegenAlle
16.20ZeesluierAlle
220
LightHouseMFDoperationinstructions
FunctieRadartype
16.20FTC(FastTimeConstant)
Niet-HDDigitaleRadome
16.20Vermogensversterking
SuperHD
Openscanner
16.20Antenneversterking
SuperHD
Openscanner
Versterkingsmodi
FunctieRadartype
16.19Boei
SuperHD
Openscanner
HDOpenscanner
HDRadome
16.19HavenAlle
16.19KustAlle
16.19Offshore
Alle
16.19Vogel
SuperHD
Openscanner
HDOpenscanner
HDRadome
16.19Weer
Quantum
Instellingenenfuncties
FunctieRadartype
16.21DualRange
SuperHD
Openscanner
HDOpenscanner
HDRadome
Interferentieweigering
Alle
NiveauInterferentieweigeringQuantum
Niet-HDDigitaleRadome
Objectexpansie
Alle
ExpansieniveauNiet-HDDigitaleRadome
16.12BewakingszoneAlle
16.12BewakingszonegevoeligheidAlle
16.9MARPA-objecten
Quantum
=10
SuperHD
Openscanner=25
HDOpenscanner=25
HDRadome=25
Niet-HDDigitalRadome=10
16.22Tuning
SuperHD
Openscanner
HDOpenscanner
HDRadome
16.22Radarsnelheid
Quantum
=24RPM
SuperHD
Openscanner=24
RPM/Auto(48RPM)
HDOpenscanner=24RPM/
Auto(48RPM)
HDRadome=24RPM/Auto(48
RPM)
Niet-HDDigitalRadome=24
RPM
16.22ZeesluiercurveAlle
16.22Parkeerpositie(alleenOpen
scanners)
SuperHD
Openscanner
HDOpenscanner
FunctieRadartype
16.22Selectieomvangantenne
(alleenOpenscanners)
SuperHD
Openscanner=4ft/
6ft
HDOpenscanner=4ft/6ft
16.22TijdgebondenzendenAlle
UitlijningpeilingAlle
MBS(MainBangSuppression)
Alle
Voorkeursinstellingtuning
SuperHD
Openscanner
HDOpenscanner
HDRadome
Niet-HDDigitaleRadome
STC(SensitivityTimeControl)
Voorkeursinstelling
Niet-HDDigitaleRadome
Zendtrequentie(aanpassing)Quantum
VRM/EBL(VariableRangeMarkers
(Variabelebereikmarkeringen)
/ElectronicBearingLines
(Elektronischepeilingslijnen))
Alle
Display-timing
SuperHD
Openscanner=
0–767m(bereikafhankelijk)
HDOpenscanner=0–767m
(bereikafhankelijk)
HDRadome=0–767m
(bereikafhankelijk)
Niet-HDDigitalRadome=
0–153,6m
Maxbereik
Quantum
=24nm
SuperHD
Openscanner=72nm
HDOpenscanner=72nm
HDRadome=48nm
Niet-HDDigitalRadome=48nm
16.17Kleuren
Quantum
=256
SuperHD
Openscanner=256
HDOpenscanner=256
HDRadome=256
Niet-HDDigitalRadome=8
Radartoepassing
221
16.2EenQuantumradarkoppelenmet
Wi-Fi
AlsuwradarscannereenWi-Fi-verbindingondersteunt,kuntu
verbindingmakenmeteenLightHouse
TM
-MFDdieookWi-Fi
ondersteunt.Tijdenshetkoppelen,wordendeWi-Fi-gegevens
vanalleMFD'swaarvanWi-FiisingeschakeldnaardeQuantum
radarverzonden.DevolgendekeerdatdeQuantumradarwordt
uit-eningeschakeld,maakthijautomatischverbindingmethet
MFDmethetsterkstesignaal.
Opmerking:
1.Tijdensdeeerstekeerdatudeinstellingencongureert,
hebtu10minutenomderadarmetuwMFDteverbinden.
Alserbinnendietijdgeenverbindingwordtgemaakt,
schakeltderadarautomatischovernaarslaapmodus.Als
datgebeurtschakeltuderadaruitenweerinomhemuit
deslaapmodustehalenenverbindingtemaken.
2.ViaeennetwerkverbondenMFD'swaarvanWi-Fipas
wordtingeschakeldnadeeerstekoppelperiode,sturen
Wi-Fi-gegevensnaarderadarwanneerhunWi-Fiwordt
ingeschakeld.
1.SchakeldevoedingvanuwMFD('s)in.
2.ZethetMFDaanenschakeldeWi-Fi-verbindingin
metdeMFD'sdiehetsterkstesignaalhebben,zoalsu
hebtvastgesteldtijdenshetonderzoekvandelocatie
voorafgaandeaandeinstallatie.Normaalgesprokenzijndit
deMFD'sdiehetdichtstindebuurtzijnvanen/ofmetde
meestoptimalezichtlijnnaarderadar).
3.Schakeldevoedingvanuwradarscannerin.
4.SelecteerQuantumradarinhetmenuExterne
apparatenophetMFD:(Home-venster>Instellingen>
Systeeminstellingen>Externeapparaten>Quantum
radar).
5.SelecteerKoppelenQuantumradar.
6.Wanneerdaaromwordtgevraagd,selecteertuOKomde
Wi-Fi-verbindingvanuwMFDinteschakelen.
7.VoerdeSSIDvanderadarin(bijv.Quantum_1234567)in
hetveldSSIDenhetwachtwoord(bijv.901589f5)inhet
hetveldWachtwoord.
RaadpleegdesectieBewaaruwWi-Fi-wachtwoordvoor
informatieoverhetopzoekenvanuwSSIDenwachtwoord.
Belangrijk:
ZorgervoordatdeSSIDenhetwachtwoordexactworden
ingevoerdzoalsvermeldstaatophetetiketmethet
serienummerdatmetderadarismeegeleverd.
DeSSIDbestaataltijduithetwoord"Quantum",gevolgd
dooreenonderstrepingsteken"_",gevolgddoorhet
7-cijferigeserienummer,(bijv.Quantum_1234567).
8.SelecteerVerbindingmaken.
Deeerstekeerdatverbindingwordtgemaaktkantot2
minutenduren.
9.SelecteerOKindepop-upVerbindinggeslaagd.
10.OpeneenRadar-toepassingspagina.
11.Controleerofderadardievermeldstaatopdepop-up
voeding/zendenderadariswaarmeeuzojuisthebt
gekoppeld.
12.Alsdecorrecteradarisvermeld,selecteertuTx(zenden).
13.Alsdevermelderadarnietderadarscanneriswaarmeeu
zojuisthebtgekoppeld,selecteertudecorrecteradarinhet
menu:Menu>Radarselecteren:enselecteertudaarnaTx
indepop-up.
Hetradarbeeldkanwordenweergegevenopalleviaeen
netwerkverbondenMFD's.
BewaaruwWi-Fi-wachtwoord
OmderadarteverbindenviaWi-Fi(draadloos)dientudeSSID
enhetwachtwoordvandeunitteweten.
ZoweldeSSIDalshetwachtwoordstaanvermeldophet
etiketmethetserienummeraandeonderkantvandeuniten
opreserve-etikettenmetserienummersdieindeverpakking
zijnmeegeleverd.Uzoueennotitiekunnenmakenvandeze
informatieendezeopeenveiligeplaatsbewaren.Uzouookde
verpakkingvanderadarscanneropeenveiligplaatsmoeten
bewaren,voortoekomstiggebruik.
HerstelWi-Fi-verbinding
UdientdemetuwradarmeegeleverdeSSIDenwachtwoordte
gebruikenomderadartekoppelenmetuwMFD.Wanneerde
oorspronkelijkeSSIDenwachtwoordnietbeschikbaarzijn,volgt
udeonderstaandestappenomopnieuwverbindingtemaken
metuwscanner.
1.DeradarslaatdeWi-Fi-gegevens(SSIDenwachtwoord)
vandelaatste10apparatenwaarmeehetisgekoppeld
op,ditbetekentdatudeWi-Fi-gegevensvaneenMFD
dievoorheenisgekoppeldmetdeQuantumradarkunt
gebruiken.VoerdeWi-Fi-naamenhetWi-Fi-wachtwoord
inopdekoppelpaginavandeQuantumradarenprobeer
verbindingtemaken.DeWi-Fi-naam(SSID)enhet
wachtwoordvanhetMFDvindtuinhetWi-Fi-menu:
(Home-venster>Instellingen>Systeeminstellingen>
Draadlozeverbindingen>Wi-Fi>Wi-Fidelen)
2.Alsdebovenstaandemethodenietwerktkuntucontact
opnemenmetdetechnischeondersteuning,zijkunnenu
verderhelpen.
222
LightHouseMFDoperationinstructions
16.3Deunitin-enuitschakelen
DeRadarscanneraanzetten
DoehetvolgendeindeRadar-toepassing,wanneerdeRadar
isuitgeschakeld:
Dxxxxx-1
1.SelecteerAaninhetberichtophetscherm.
Deradarstartopinstandbymodus.
2.Nadatderadarisingeschakeld,selecteertuTxomhet
zendenvanderadartestarten.
Radarecho'swordennuweergegevenophetscherm.
Deradarstandbyzetten
Deradarkaninstandby-moduswordengezet,waardoorde
radaringeschakeldblijftmaarnietzendt.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeRadar-toepassing,
wanneerderadarzendt:
1.SelecteerRadar:omteschakelentussenStand-byende
zendmodi.
DeradarkanookStandbywordengezetdoorStandbyte
selecterenopdepaginametSnelknoppen.
Deradarscanneruitschakelen
DeRadarkanvanuitdeSnelknoppenpaginaworden
uitgeschakeld.
DoehetvolgendewanneerdeRadarisingeschakeld:
1.DrukopdeAan/Uit-knop.
Depaginametsnelkoppelingenwordtweergegeven:
Opmerking:Alser2Radarscannerszijnaangesloten,
wordenoptiesvooriedereRadarscannerweergegeven.
2.SelecteerRadaruitschakelenvoordeactieveradarscanner.
RadarsdiezijnverbondenviaWi-Fiwordeninslaapstand
gezet.DeslaapstandzorgtervoordatdeWi-Fi-verbinding
vandeRadarbeschikbaarblijft,zodathetMFDdeRadar
weerkanactiveren.
Radartoepassing
223
16.4Ondersteuningmeerdereradars
HetMFDondersteunthetgebruikvantot2Radarscanners
tegelijk.Slechts1vandeRadarsineensysteemkanechter
eenQuantum-radarscannerzijn.
VooriedereRadar-toepassingkuntuselecterenwelke
Radarscannerwordtweergegeven.Erkunnen2Radarscanners
tegelijkwordenweergegevendooreenRadar-paginatemaken
ophetBeginschermmeteendubbelgesplitstscherm.
Eenradarscannerselecteren
Opsystemenmet2radarscannerskuntuselecterenwelke
radarscannerwordtweergegeveniniedereradar-toepassing.
DoehetvolgendeindeRadar-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerdeoptieSelecteerradar.
3.Selecteerderadarscannerdieuwiltweergevenindehuidige
radar-toepassing.
Detoepassingonthoudtderadarselectieengeeftdezede
volgendekeerdatdetoepassingspaginawordtweergegeven
automatischweer.
16.5Radarcontrole
Waarschuwing:Veiligheid
radarscanner
Voordatuderadarscannerlaatdraaien,dientalle
personeeldaaruitdebuurttezijn.
Deradarcontroleren
DoehetvolgendeindeRadar-toepassing,wanneerde
radarscannerisingeschakeldenbezigmetzenden/ontvangen:
1.Controleerofhetradarschermcorrectwerkt.
TypischHD-radarscherm
Puntendieudienttecontroleren:
Radarrotatiemetechoresponseswordtophetscherm
weergegeven.
Hetradarstatuspictogramdraaitindehoekrechtsboven
vandestatusbalk.
Peilingsafregelingcontrolerenenaanpassen
Afregelingvandepeiling
Hetafregelenvanderadarpeiling(‘bearing’)zorgtdatobjecten
opderadarwordenweergegevenmetdejuistepeilingten
opzichtevandeboegvanuwvaartuig.Bijiederenieuwe
installatiemoetudeafregelingvandepeilingtecontroleren.
Voorbeeldvanfoutiefuitgelijnderadar
D11590-2
1 2
ItemOmschrijving
1
Doelobject(zoalseenboei)rechtvooruit.
2Doeldatophetradardisplaywordtweergegevenisniet
uitgelijndmetdekoersmarkeringvanhetvaartuig(SHM).
Afregelingvandepeilingisvereist.
224
LightHouseMFDoperationinstructions
Controlerenvandepeilingsuitlijning
1.Meteenvarendvaartuig:Lijndeboeguitmeteenstationair
objectophetradardisplay.Eenobjectopeenafstandtussen
1&2NMisideaal.
2.Noteerdepositievanhetobjectophetradardisplay.Alshet
doelnietonderdekoersmarkering(SHM)vanhetschipzit,
isereenuitlijningsfoutenzultudepeilingsuitlijningmoeten
aanpassen.
Depeilinguitlijningaanpassen
Nadatudepeilinguitlijninghebtgecontroleerdkuntuverder
gaanendenodigeaanpassingendoen.
DoehetvolgendeindeRadar-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellenradar.
3.SelecteerGeavanceerd.
4.SelecteerUitlijningpeiling.
WanneeruUitlijningpeilingselecteertwordtdenumerieke
regelaarweergegeven.
5.Pasdeinstellingzoaan,dathetgeselecteerdeobjectzich
onderdekoersmarkeringvanhetschipbevindt.
6.SelecteerTerugofOKwanneeruklaarbent.
16.6Radarcontextmenu
Deradartoepassingbevateencontextmenumet
positie-informatieenmenu-items.
Hetcontextmenugeeftdevolgendepositiegegevensvoorde
locatievandecursortenopzichtevanuwschip:
Breedtegraad
Lengtegraad
Afstand
Peiling
Hetcontextmenubevateveneensdevolgendemenu-items:
Objectophalen
Plaatswaypoint
PlaatsVRM/EBL
Hetcontextmenuopenen
1.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.Beweegdecursoroverhetgebiedofobjectendrukop
deOk-knop.
2.HybridTouch-displaysendisplaysmetalleentouchscreen:
i.Selecteereengebiedofobjectenhoudhetvast,of
ii.WanneerhetKaart-bijschriftwordtweergegeven,
selecteertuhetkadervanhetbijschrift.
Radartoepassing
225
16.7Kwaliteitradarbereiken-beeld
Kwaliteitvanhetradarbeeld
Erzijneenaantalfactorenvaninvloedopdekwaliteitvanhet
Radarbeeld,waaronderechosignalenenzeesluierenandere
interferentie.
NietalleRadarechosignalenwordengegenereerddoor
werkelijkeobjecten.Valseofontbrekendeechosignalenkunnen
wordenveroorzaaktdoor:
Zijbundels.
Indirecteechosignalen.
Multipeleechosignalen.
Blindesectoren.
Zee-,regen-ofsneeuwsluier.
Interferentie.
Doormiddelvanobservatie,oefeningenervaringkuntudeze
omstandighedenoverhetalgemeensnelherkennenende
Radarinstellingengebruikenomdezeteminimaliseren.
Zijbundels
Zijbundelpatronenwordengegenereerddoorkleine
hoeveelhedenenergievandeuitgezondenpulssignalen,die
wordenuitgestraaldbuitendesmallehoofdstraalvanderadar.
Deeffectenvanzijbundelszijnhetbestezichtbaarbijobjecten
opkorteafstand(normaalgesprokenminderdan3nm)enmet
namebijgrotereobjecten.Zijbundelsignalenvormenófbogen
ophetRadarschermdielijkenopbereikringen,ófeenaantal
signalendiesameneenonderbrokenboogvormen.
D16 38 -5
1
2
2
3
4
5
6
6
NummerOmschrijving
1
Hoofdbundel
2Zijbundels
3Antenne
4Boog
5
Wareecho
6Zij-echosignalen
Indirecteechosignalen
Erzijnverschillendesoortenindirecteechosignalenof
schijnbeelden.Dezelijkensomsopwareechosignalen,maar
zezijnoverhetalgemeenonregelmatigenhebbeneenslechte
denitie.
D16 41 -5
1
3
2
4
5
6
NummerOmschrijving
1Valseecho
2Wareecho
NummerOmschrijving
3Passerendschip
4
Mastofpijp
5
Wareecho
6Valseecho
Multipeleechosignalen
Multipeleechosignalenkomennietvaakvoormaarkunnen
optredenalszicheengrootobjectmeteenbreedverticaal
oppervlakopeenrelatiefkorteafstandbevindt.Hetverzonden
signaalwordtheenenweergereecteerdtussenhetobject
enuweigenschip,watresulteertinmeerdereechosignalen
dienaasthetbereikvandewerkelijkeobjectechowordt
weergegeven,maaropdezelfdepeiling.
D16 42 -4
1
2
NummerOmschrijving
1Werkelijkeecho
2Multipeleechosignalen
Blindesectoren
Obstructieszoalspijpenenmastenindebuurtvan
deRadarantennekunnendeRadarstraalhinderenen
Radarschaduwenof‘blindesectoren’veroorzaken.Als
deobstructiezichrelatiefdichtindebuurtbevindt,zalde
straalintensiteitminderwordenmaarhoeftnietperdenitie
volledigtewordenonderbroken.Voorbredereobstructieskan
ersprakezijnvanvolledigsignaalverliesinhetschaduwgebied.
Erkunnenookmultipeleechosignalenoptredendieachter
deobstructiedoorlopen.Heteffectvanblindesectorenkan
normaalgesprokenwordengeminimaliseerddoordeplaatsvan
descannerzorgvuldigtekiezenvoordatudezeinstalleert.
Regen-ofsneeuwsluier
DeRadarkanecho'szienvanneerslag.Radarecho'svan
stormgebiedenofregenbuienbestaanuittallozekleine
echosignalenwaarvandeomvang,deintensiteitendepositie
continuveranderen.Dezeradarecho'szienersomsuitals
grotewazigegebieden,afhankelijkvandeintensiteitvande
regenbuiofdesneeuwindestorm.Deafbeeldingeninde
onderstaandetabellatenzienhoedeRegen-regelaardeze
sluierkanverminderen:
226
LightHouseMFDoperationinstructions
Regen-
sluieruit
Regen-
sluieraan
Opmerking:Quantumgebruiktpulscompressiedieneerslag
uitltert.Ukuntneerslagechteridenticeren/weergevenmet
behulpvandeWeer-modusvanQuantum.
Zeesluier
Radarecho'svangolvenrondhetschipkunnenhetmidden
vanhetRadarbeeldversluieren,waardoorhetmoeilijkwordt
werkelijkeobjectentedetecteren.Eendergelijke‘zeesluier’
verschijntmeestalindevormvanmultipeleechosignalen
ophetdisplaybijkortebereik-schalenendeechosignalen
herhalenzichnietenhebbengeenconsistentepositie.Bij
hogewindsnelhedeneninextremeomstandighedenkunnen
echosignalenvanzeesluiereendichteachtergrondsluier
veroorzakenindevormvaneenbijnasolideschijf.Zeesluier
kanwordenonderdruktmetbehulpvandezeesluierinstellingen.
Deafbeeldingenindeonderstaandetabellatenzienhoede
zeesluierinstellingeneendeelvandezesluierkunnenopheffen:
Zeesluier
uit
Zeesluier
automa-
tisch
Interferentie
WanneertweeofmeermetRadaruitgerusteschepen
binnenhetbereikvanelkaaropererenkanRadarinterferentie
ontstaan.Ditzieternormaalgesprokenuitalseenspiraal
vankleinestippenvanuithetmiddenvanhetdisplay.Dit
typeinterferentieishetmeestopvallendbijgrotebereiken.
Dezeinterferentiekanwordenonderdruktmetbehulpvande
instellingenvoorinterferentieonderdrukking.Deafbeeldingen
indeonderstaandetabellatenzienhoedeinstellingenvoor
Interferentieonderdrukkingeendeelvandezeinterferentiekan
opheffen:
Interfe-
rentieon-
derdruk-
kinguit
Interfe-
rentieon-
derdruk-
kingaan
Objecteninterpreteren
Deomvangvaneenobjectophetschermhangtafvan
velefactorenenstaatnietperdenitieinverhoudingtotzijn
werkelijkeomvang.Objectendichtbijkunnendezelfdeomvang
lijkentehebbenalsgrotereobjectenverderweg.Aandehand
vanuwervaringkuntudeomvangvanverschillendeobjecten
bijbenaderingbepalenopbasisvanderelatieveomvangen
kleur/helderheidvandeechosignalen.
Deomvangvanobjectenophetschermwordtbeïnvloeddoor:
Defysiekeomvangvanhetreecterendeobject
Hetmateriaalwaarvanhetobjectisgemaakt(metalen
oppervlakkenreecterensignalenbeterdanniet-metalen
oppervlakken.)
Verticaleobjectenzoalskliffenreecterensignalenbeteren
danschuineobjectenzoalszandbanken
Hogekustlijnenenbergachtigekustgebiedenkunnenworden
waargenomenopgrotereradarafstanden.Daaromkanhet
eerstewaargenomendeelvanlandeenbergzijndiezich
meerderekilometerslandinwaartsbevindt.Hoeweldekustlijn
veeldichterbijkanzijn,verschijnthijmisschiennietopde
radartotdathetschipdichterbijdekustis.
Sommigeobjecten,zoalsboeienenkleineschepen,zijn
moeilijkteonderscheiden,doordatzegeenconsistent
reecterendoppervlakhebbenomdatzeopdegolven
dobberen.Daardoorkunnendeechosignalendaarvan
vervagenenoplichtenensomsonderbrokenlijken.
Boeienenkleineschepenlijkenopelkaar,maarschepen
kunnenvaakwordenherkenddoorhunbeweging.
Maximaalradarbereik
Hetbruikbarebereikvanderadarwordtbeperktdoorfactoren
zoalsdehoogtevandescannerendehoogtevanhetobject.
Hetmaximaleradarbereikisinprincipegezichtsbereikenwordt
dusbeperktdoordehoogtevandescannerendehoogtevan
hetobject,zoalsindeonderstaandetekeningwordtgetoond:
Radartoepassing
227
a
1
a
2
h
H
D16 43-4
R
max
R
max
= 2.23 ( h + H )
1
3
2
ArtikelOmschrijving
1Metradaruitgerustschip.
2Krommingvandeaarde.
3
Object(klif).
a
1
Radarhorizonvanantenne.
a
2
Radarhorizonvanobject.
R
max
Maximaleradarbereikinnautische
mijlen.
R
max
=a
1
+a
2
hRadarantennehoogteinmeters.
H
Objecthoogteinmeters.
Indetabelhieronderwordendegebruikelijkemaximale
radarbereikenvoorverschillenderadarantennehoogtenen
objecthoogtenweergegeven.Vergeetnietdathoewelde
radarhorizongroterisdandeoptischehorizon,deradaralleen
objectenkandetecterenalshetobjectbovenderadarhorizon
grootgenoegis.
Antennehoogte
(meters)
Objecthoogte
(meters)
Maximaleradarbereik
(nautischemijlen).
33
7,7
31010,9
5
38,8
5
1012
16.8Aanvaringsinformatie
DeRadar-enKaart-toepassingenhebbenfunctiesdieuhelpen
informatietekrijgenoverdekansopmogelijkeaanvaringen.
DefunctiesvanAanvaringsinformatiezijnonderanderede
volgende:
AISSchepenuitgerustmetAIS-zenders
diezichbinnenhetbereikvinden
kunnenwordenweergegevenals
objecten.
RaadpleegHoofdstuk12AIS
(AutomaticIdenticationSystem)
voormeerinformatie.
Kaart-enRadar-
toepassingen
MARPA
MARPA(MiniAutomaticRadar
PlottingAid)verbetertde
aanvaringsinformatiedoor
opgehaaldeobjectentevolgen
enhunsnelheidenkoerste
berekenenomderisico'stekunnen
analyseren.
Raadpleeg16.9OverzichtMARPA
voormeerinformatie.
Kaart-enRadar-
toepassingen
Objectintercep-
tie
DefunctieObjectinterceptie
volgtAIS-objecteninrelatie
totdegrondkoers(COG)en
grondsnelheid(SOG)vanuweigen
schip.Hetdoelvandezefunctie
isutehelpentebepalenofuuw
snelheiden/ofkoersaanmoet
passenomrisico'stevermijden.
Raadpleeg12.9Aanvaringsinfor-
matievoormeerinformatie.
Kaart-toepassing
Bewakings-
zone-alarm
HetBewakingszone-alarm
waarschuwtualserradarecho's
wordengedetecteerdbinnende
gespeciceerdegrenzenvande
Bewakingszone.
Raadpleeg16.12Een
Bewakingszonealarminstellen
voormeerinformatie.
Radar-toepassing
Gevaarlijke
objecten
AIS-enopgehaalde
MARPA-objectenwordenals
gevaarlijkbeschouwd,wanneerhet
objectdichterindebuurtisvanuw
schipdandegespeciceerdeVeilige
afstandbinnendegespeciceerde
Tijdtotveiligeafstand.
Raadpleeg12.8Gevaarlijke
objectenvoormeerinformatie.
Kaart-enRadar-
toepassingen
VRM/EBLDeVRM/EBL-functiekanworden
gebruiktomvasttestellenwat
dekoersenafstandvaneen
opgehaaldMARPAobjectzijn.
Raadpleeg16.15Afstanden,bereik
enpeiling
voormeerinformatie.
Radar-toepassing
Radarsporen
Radarsporen(ookbekendals
wakes)latendehistoriezienvan
deobjectpositiegedurendeeen
gespeciceerdeperiode.
Raadpleeg16.13Radarsporenvoor
meerinformatie.
Radar-toepassing
228
LightHouseMFDoperationinstructions
16.9OverzichtMARPA
MARPA(MiniAutomaticRadarPlottingAid)verbetertde
aanvaringsinformatiedooropgehaaldeobjectentevolgenen
hunsnelheidenkoersteberekenenomderisico'stekunnen
analyseren.
Vereisten:
OmervoortezorgendatMARPAgoedwerkt,moetuwMFD
nauwkeurigekoers-ensnelheidsgegevensvanuwschip
hebben.
Indemodiwerkelijkebeweging(TM),grondsnelheid(SOG)
engrondkoers(COG)isinformatievereistomdewerkelijke
koersensnelheidvanhetobjectweertegeven.
IndemodusRelatievebeweging(RM)iskoers-en
snelheidsinformatievereist.
1 2 3 4
D12219-2
Num-
merObjectsymboolOmschrijving
1
Opgehaaldobject
2
Gevaarlijkobject
3Beginophalenobject
4Verlorengegaanobject
Iederobjectkanwordenweergegevenmeteenafbeelding
waarmeedekleinstenaderingsafstand(CPA)endetijdtot
kleinstenaderingsafstand(TCPA)wordenaangegeven.De
berekendeobjectgegevenskunnenookwordenweergegeven.
Iederobjectwordtpermanentbeoordeeldeneriseensignaalte
horenwanneereenobjectgevaarlijkwordtofverlorenraakt.
Hetaantalobjectendatuopeenbepaaldmomentkuntvolgen
hangtafvanhettypeRadarscannerdatugebruikt.
Quantum
=10
SuperHD
Openscanner=25
HDOpenscanner=25
HDRadome=25
Niet-HDDigitalRadome=10
Veiligheidsmededelingen
Opmerking:Hetisuwverantwoordelijkheidvoorzichtigen
metgezondverstandmetdeinformatieomtegaan.
Erzijnomstandighedenwaarinhetophalenvaneenobject
moeilijkkanzijn.Dezelfdeomstandighedenkunneneenrol
spelenbijhetsuccesvolvolgenvaneenobject.Enkelevan
dezeomstandighedenzijn:
Deobjectechoiszwak.
Hetobjectisdichtindebuurtvanland,boeienofanderegrote
objecten.
Hetobjectofuweigenschipmanoeuvreertsnel.
Erissprakevaneenwoeligezeeenhetobjectisverborgenin
zeesluierofindiepezeegangen.
Bijwoeligezeeiserweinigstabiliteit,dekoersgegevensvan
heteigenschipzijnzeeronstabiel.
Ondeugdelijkekoersgegevens.
Symptomenvandergelijkeomstandighedenzijn:
ophalenvanhetobjectismoeilijkendeMARPA-vectorenzijn
onstabiel;
hetsymboollooptwegvanhetobject,zetzichvastaaneen
anderobject,ofverandertinhetsymboolvaneenverloren
gegaanobject.
Indergelijkeomstandighedenkanhetnodigzijnhetophalen
envolgenvanobjectenopnieuwoptestarten,insommige
gevallenkanhetechteronmogelijkzijnomopgehaaldeobjecten
vasttehouden.Beterekoersgegevenskunnenindatgevalde
prestatiesverbeteren.
MARPA-risicobeoordeling
Iederobjectwordtindegatengehoudenomtebepalenof
hetbinneneenbepaaldeafstandvanhetschipkomtbinnen
eenbepaaldeperiode.Alsdathetgevalis,wordthetobject
aangemerktalsgevaarlijkenwordteenhoorbareenzichtbare
waarschuwinggegenereerd.Hetobjectsymboolverandertinhet
symboolvoorgevaarlijkobjectenknippertomaantegevendat
heteengevaarlijkobjectis.Wanneerhetalarmwordtbevestigd
wordtdewaarschuwingverwijderd.
Alshetobjectverlorengaat,omdatófdeMARPA-softwarehet
contactermeeheeftverloren,ófomdathetzichbuitenhetbereik
heeftverplaatst,daniseenalarmsignaalhoorbaarenwordt
ereenwaarschuwingweergegeven.Hetsymboolverandert
naarhetsymboolvoorverlorengegaanobject.Wanneerde
waarschuwingwordtbevestigdstopthetgeluidssignaalen
verdwijntdewaarschuwingenhetsymboolvoorverlorengegaan
object.
BereikMARPA-objecten
HetophalenvanMARPA-objectenisalleenbeschikbaarbij
Radar-bereikschalentot12nm,hoewelhetvolgenbinnenalle
bereikengebeurt.
Alsuoverschakeltnaareenkleinerebereikschaalkunnen
objectenbuitenhetbereikvanuwradarscannerrakenen
verlorengaan.Indergelijkegevallenwordteenwaarschuwing
weergegevendathetobjectzichbuitenhetschermbevindt.
MARPA-contextmenu
WanneereenMARPA-objectisgeselecteerdgeefthet
contextmenudevolgendepositiegegevensenmenu-items.
Positiegegevens
CPA
TCPA
COG
SOG
Menu-items:
Objectannuleren
CPA-graek
Objectgegevens
Thermischecamerazwenken(Alleenbeschikbaarwanneer
dethermischecameraisaangeslotenenfunctioneert.)
Hetcontextmenuopenen
1.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.Beweegdecursoroverhetgebiedofobjectendrukop
deOk-knop.
2.HybridTouch-displaysendisplaysmetalleentouchscreen:
Radartoepassing
229
i.Selecteereengebiedofobjectenhoudhetvast,of
ii.WanneerhetKaart-bijschriftwordtweergegeven,
selecteertuhetkadervanhetbijschrift.
EenMARPA-objectophalen
DoehetvolgendeindeRadar-toepassing:
1.Selecteerhetoptehalenobject.
Hetcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerObjectophalen.
Hetsymbool“objectophalen”wordtweergegeven.Alshetobject
bijmeerderescansaanwezigis,danzetderadarhetobjectvast
enveranderthetsymboolinhet"opgehaaldobject"-symbool.
EenindividueelMARPA-objectannuleren
DoehetvolgendeindeRadar-toepassing:
1.SelecteerhetbetreffendeopgehaaldeMARPA-object.
HetMARPA-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerObjectannuleren.
AlleMARPA-objectenannuleren
UkuntallegevolgdeMARPA-objectenannulerenmetbehulp
vandelijstmetGevolgdeobjecten
DeplaatsvandeLijstgevaarlijkeobjectenhangtafvande
toepassingendeLagendieuhebtingeschakeld:
Radar-toepassing:Menu>Gevolgdeobjecten.
Kaart-toepassingmetRadar-enAIS-lageningeschakeld:
Menu>Radar&AIS>Gevolgdeobjecten
Kaart-toepassingmetalleendeRadar-laagingeschakeld:
Menu>Radar>Gevolgdeobjecten
Kaart-toepassingmetalleendeAIS-laagingeschakeld:Menu
>AIS>Gevolgdeobjecten
1.SelecteerhettabbladRadar.
2.SelecteerAlleobjectenannuleren.
16.10Vectoropties
UkuntdeVectoroptiesopenenvanuithetmenu
Aanvaringsinformatie.
DeplaatsvandeVectoroptieshangtafvandetoepassingende
lagendieuhebtingeschakeld:
Radar-toepassing:Menu>Aanvaringsinformatie.
Kaart-toepassingmetRadar-enAIS-lageningeschakeld:
Menu>Radar&AIS>Aanvaringsinformatie
Kaart-toepassingmetalleendeRadar-laagingeschakeld:
Menu>Radar>Aanvaringsinformatie
Kaart-toepassingmetalleendeAIS-laagingeschakeld:Menu
>AIS>Aanvaringsinformatie
ParameterOmschrijvingOpties
VectorlengteDelengtevande
weergegevenvectorlijnen
hangtafvandeafstanddie
eenAIS/MARPA-objectaegt
indetijddieuspeciceert
voordezeinstelling.
0,5min
1min
3min
6min
12min
30min
60min
Objecthistorie
Devorigepositie
vanMARPA-objecten
wordtgedurendede
gespeciceerdetijd
weergegeveninde
vormvaneenlichtgrijs
objectpictogram.
Uit(standard-
waarde)
0,5min
1min
3min
6min
230
LightHouseMFDoperationinstructions
16.11Overzichtscheepsvectoren
(CPA-afbeeldingen)
CPA-afbeeldingenlatendevectorenvooruwschipeneen
geselecteerdobjectzien.
Eenvectoriseenlijnophetschermwaarmeedevoorspelde
koersvanuwschipenhetgeselecteerdeschipwordt
aangegevenwanneerbeidendehuidigekoersaanhouden.
Dezevectorenkunnenverschillendelengtenhebben,afhankelijk
vandescheepssnelheidendevectorlengtedieisingesteldin
hetMARPA-instellingenmenu.
0.556nm
00h30m09s
143°T
28.0kt
1
2
D90 08 -2
ArtikelOmschrijving
1
Objectvector
2
CPA-afbeelding
Werkelijkebeweging
Wanneeruwdisplayisingesteldopwerkelijkebewegingsmodus,
wordendevectorenvanuwschipenhetobjectverlengdnaar
hunsnijpuntweergegeven.DeCPAwordtweergegevenals
eenlijndieisgeplaatstopdevectorvanuwschipophetpunt
vandeCPA.Delengteenderichtingvandelijngeeftdeafstand
endepeilingvanhetobjectaanopCPA.DetekstgeeftdeCPA
endeTCPAaan.Detekstnaasthetobjectsymboolgeeftde
werkelijkekoersensnelheidaan.
Relatievebeweging
Wanneerhetdisplayisingesteldoprelatievebewegingsmodus,
wordtgeenverlengingvandevectorvanuwschip
weergegeven.DeCPA-lijnbegintopuweigenschip,waarbijde
vectorverlengingvanhetobjectrelatiefwordtweergegeven,niet
werkelijk.Detekstnaasthetobjectgeeftzijnkoersensnelheid
aan.
CPA-afbeeldingenweergevenvoor
MARPA-objecten
1.Selecteerhetobject.
HetMARPA-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerCPA-diagram.
i.SelecteerAutomatischomdeCPA-graekweerte
gevenwanneerhetobjectwordtgeselecteerd.
ii.SelecteerAanomdeCPA-afbeeldingweertegeven
wanneerhetobjectwordtgevolgd.
iii.SelecteerUitomdeCPA-afbeeldingteverbergen.
3.Omdekoers-enpeilingsinformatieweertegevennaasthet
objectselecteertuObjectgegevenszodatWeergevenis
gemarkeerd.
16.12EenBewakingszonealarm
instellen
EenBewakingszonekanwordeningesteldinde
Radar-toepassing.Hiermeewordtugewaarschuwdalser
radarecho'swordengedetecteerdbinneneengespeciceerde
zone.DeRadarbewakingszoneisspeciekvoordegebruike
radarscanner.
Erzijn2soortenbewakingszonesbeschikbaar:
Sectoreensectorvaneengespeciceerdegrootteen
positie
Cirkel/ringeencirkel/ringronduwschip,meteen
gespeciceerdebuiten-enbinnenomtrek.
DoehetvolgendeinhetRadar-toepassingsmenu:
1.SelecteerAanvaringsinformatie.
DepaginaBewakingszonealarmwordtweergegeven.
2.Schakeldebewakingszoneinmetbehulpvande
aan/uit-schakelaarbovenaandepagina.
3.SelecteerSector-ofCirkel/ring-afbeeldingomdevormvan
debewakingszonetebepalen.
DehuidigeinstellingvoordeBewakingszonewordt
weergegevenopdepagina.
4.SelecteerZoneaanpassen.
5.UkuntwanneernodigdeinstellingvoordeBewakingszone
aanpassendoordegrootteendepositievande
Bewakingszonetewijzigen.
DebreedteendepeilingvandeBewakingszonekunnen
alleenwordenaangepastwanneerdevormvande
BewakingszoneisingesteldopSector.
6.SteldeinstellingvandeGevoeligheidinopdegewenste
waarde.
Degevoeligheidsinstellingbepaaltdegroottevoorhet
identicerenobjecten,eenlagereinstellingidenticeert
minderobjecten.
7.SelecteerTerugofSluitenomhetmenuvoorhetaanpassen
vandeBewakingszonetesluiten.
Bewakingszone-contextmenu
WanneerdeBewakingszoneisgeselecteerd,bevathet
contextmenudevolgendemenuopties.
Objectophalen.
Zoneaanpassen
Bewakingszoneverbergen/Bewakingszoneweergeven
Hetcontextmenuopenen
1.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.Beweegdecursoroverhetgebiedofobjectendrukop
deOk-knop.
2.HybridTouch-displaysendisplaysmetalleentouchscreen:
i.Selecteereengebiedofobjectenhoudhetvast,of
ii.WanneerhetKaart-bijschriftwordtweergegeven,
selecteertuhetkadervanhetbijschrift.
Radartoepassing
231
16.13Radarsporen
MetRadarsporen(ookbekendalswakes)kuntude
objecthistoriebekijken.Radarsporenzienerverschillenduit,
afhankelijkvanhetfeitofuwradarisingesteldopdemodus
WerkelijkebewegingofRelatievebeweging.
ModusRelatievebeweging
Indemodusrelatievebewegingverschijnenradarsporen
opobjectendiebewegentenopzichtevandezee
(zee-gestabiliseerd).Ditbevatookobjectendieaandegrond
zijnbevestigd,zoalspalen.
Radarsporenverschijnennietalseenobjectmetdezelfde
snelheidenindezelfderichtingalsuwschipbeweegt.
VoorbeeldmodusRelatievebeweging
D12744-1
1
2
5
3
4
D
RAFT
DRAFT
DRAFT
DRAFT
DRAFT
DRAFT
DRAFT
T
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETETET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ETETETETETETET
ET
ETET
ET
ET
ET
ET
ETETETET
ET
ETET
ET
ETETET
ET
ET
ET
ET
ETETETETETETETETETET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ET
ET
ETETET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ETET
ET
ET
ETETETETET
ET
ETETETETET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ET
ET
ET
ETETETETETETETETET
ET
ET
ET
ETETETET
ET
ETETET
ET
ET
ET
ETETETETETETETETETETETETETETETEMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPM
PM
PMPMPM
PM
PM
PM
PMPMPM
PM
PM
PMPMPMPMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPMPM
PM
PM
PM
PMPM
PM
PM
PM
PMPMPMPM
PM
PMPMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPMPMPMPMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPM
PM
PMPM
PM
PMPMPM
PM
PMPMPMP O
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RORORORO
RO
RORORORORORORORORO
RO
RO
RO
RORORORORORORORORORORORORORO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RORO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RO
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RARA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RA
RARY
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
I
LI
LILILI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LILI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LILILI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LILI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LI
LL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
UL
US
TS
TS
TR
AR
AR
AR
AR
AR
AR
AR
AR
AR
AR
ARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARARAT
IT
IT
IT
IT
IT
ITITITITIT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
ITITITITITITITIT
IT
IT
IT
IT
IT
ITITITITIT
IT
IT
IT
ITITIT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
IT
ITITIO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NONONONO
NO
NO
NO
NO
NONONONONO
NO
NO
NO
NONO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NONONO
NO
NONO
NO
NONO
NO
NONONONONO
NO
NONO
NO
NONONONONONONO
NO
NONONONONONO
NO
NONONO
NO
NO
NONO
NO
NONO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NONONONO
NO
NONONO
NO
NO
NO
NO
NONONONONONONONO
NO
NONO
NO
NO
NO
NO
NO
N
TEMP ORARY ILLUS TRATION
TEMP ORARY ILLUS TRATION
1
Objectdatsnellerbeweegtdanhetschipenindezelfderichting
(radarsporenverschijneninderichtingvandekoersvanuw
schip).
2Koersmarkeringvanhetschip
3
Objectdatintegengestelderichtingvanhetschipbeweegt
(radarsporenverschijnenintegengestelderichtingvandekoers
vanuwschip).
4
Objectbeweegtopongeveerdezelfdesnelheidvanhetschip
enindezelfderichting(minimaletotgeenradarsporen).
5
Vastobject(radarsporenintegengestelderichtingvandekoers
vanuwschip).
ModusWerkelijkebeweging
IndemodusWerkelijkebewegingverschijnenradarsporenbij
objectendietenopzichtevandegrondbewegen.
Radarsporenverschijnennietbijobjectendieaandegrondzijn
bevestigd.
VoorbeeldmodusWerkelijkebeweging
D12745-1
2
3
1
4
D
RAFT
DRAFT
DRAFT
T
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ETET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ET
ETETET
ET
ET
ETETET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETET
ET
ET
ET
ET
ETETET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ET
ETETETETETETETETETEM
PM
PM
PMPMPM
PM
PM
PM
PMPMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPMPMPMPM
PM
PM
PM
PM
PMPMPMPMPM
PM
PMPMPMPM
PM
PM
PM
PM
PMPMPMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPMPMPMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPM
PM
PM
PMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPM
PM
PMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPM
PM
PM
PM
PM
PMPMPM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMPMP O
RO
RO
RO
RO
RO
RORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORORA
RA
RA
RA
RY
Y Y Y Y Y Y Y
Y
Y Y Y Y Y Y Y Y Y
I
LI
LI
LI
LI
LL
UL
UL
UL
UL
US
TS
TS
TR
AR
AR
AT
IT
IT
IO
NO
N
TEMP ORARY ILLUS TRATION
TEMP ORARY ILLUS TRATION
TEMP ORARY ILLUS TRATION
TEMP ORARY ILLUS TRATION
TEMP ORARY ILLUS TRATION
1Koersmarkeringvanhetschip.
2
Objectdatbeweegtmeteensnelheidvan0tot1knopen
(minimaaltotgeenradarspoor)
3
Objectdatintegengestelderichtingvanhetschipbeweegt
(radarsporenverschijnenintegengestelderichtingvandekoers
vanuwschip).
4
Objectdatindezelfderichtingalshetschipbeweegt
(radarsporenverschijneninderichtingvandekoersvanuw
schip).
Opmerking:Uzoueenradarspoor-‘ring’kunnenzienrondom
vasteobjectenalsgevolgvankleinefoutfactorenzoals
tijdvertragingeninderotatie.Ditisnormaal.
Radarsporeninschakelen
DoehetvolgendeinhetmenuAanvaringsinformatieinde
Radar-toepassing:(Menu>Aanvaringsinformatie)
1.SelecteerRadarsporenzodatAanisgemarkeerd.
WanneeruRadarsporenselecteertwordtgeschakeldtussen
defunctieAanenUit.
2.SelecteerRadarspoorperiode.
Erwordteenlijstweergegevenmetperiodes:
10sec
30sec
1min.
5min
10min
3.Selecteerdegewenstetijd.
232
LightHouseMFDoperationinstructions
16.14Lijstgevolgdeobjecten
Alleobjectendieopditmomentwordengevolgdworden
weergegevenindeLijstgevolgdeobjecten.MARPA-en
AIS-objectenwordenweergegevenopapartetabbladen.
DeplaatsvandeLijstgevaarlijkeobjectenhangtafvande
toepassingendeLagendieuhebtingeschakeld:
Radar-toepassing:Menu>Gevolgdeobjecten.
Kaart-toepassingmetRadar-enAIS-lageningeschakeld:
Menu>Radar&AIS>Gevolgdeobjecten
Kaart-toepassingmetalleendeRadar-laagingeschakeld:
Menu>Radar>Gevolgdeobjecten
Kaart-toepassingmetalleendeAIS-laagingeschakeld:Menu
>AIS>Gevolgdeobjecten
AIS-objecten
AlsueenAIS-objectselecteertindelijst,kuntu:
AlleAIS-gegevensbekijken
HetobjecttoevoegenalseenBuddy(alleenAIS-objecten)
HetobjectweergevenindeKaart-toepassing
BestaandeBuddy-gegevensbewerken:
Buddyverwijderen
Buddy-MMSIbewerken
Buddy-naambewerken
DeoptiesinLijst:kunnenwordengebruiktomdeAIS-objectlijst
telterenzodatalleenBuddy'swordenweergegeven.
MARPA-objecten
AlsueenMARPA-objectselecteertindelijst,kuntu:
Hetobjectannuleren
HetobjectweergevenindeKaart-toepassing
WanneeruAlleobjectenannuleren.selecteert,wordthet
volgenvanalleMARPA-objectenindelijstgestopt.Ukunt
ookindividueleobjectenannulerendooropdeXindekolom
Annulerentedrukken.
16.15Afstanden,bereikenpeiling
WanneerudeRadar-toepassinggebruikt,kuntuafstanden,
bereikenenpeilingenopverschillendemanierenmeten.
Dezeoptiesstaanindeonderstaandetabelaangegeven:
Functies
Afstand
tussenpunten
Bereikvanaf
uwschipPeilingen
Bereikringen
Ja(geschatte
afstand)
Ja(geschat
bereik)
Nee
Cursor
NeeJaJa
Variabelebe-
reikmarkerin-
gen/elektroni-
schepeilingslij-
nen(Variable
RangeMar-
kers/Electronic
BearingLines,
VRM/EBL)
NeeJaJa
Zwevende
VRM/EBL
JaNeeJa
Metenmetbehulpvanbereikringen
Gebruikdebereikringenomdeafstandteschattentussentwee
punten.Bereikringenzijnconcentrischecirkelsdieworden
weergegevenophetschermendiezijngecentreerdronduw
schipopingesteldeafstanden.Hetaantalendeafstandtussen
deringenverandertwanneeruin-enuitzoomt.
Voorbeelden:
D12214-1
D12215-1
D12216-1
Bereik1/4nm
Bereikringen760
voetuitelkaar
Bereik3/4nm
Bereikringen1/4nm
uitelkaar
Bereik11/2nm
Bereikringen1/4nm
uitelkaar
Metenmetbehulpvandecursor
Omdepeilingendeafstandvanafuwschipnaareenbepaald
objecttemeten,beweegtudecursornaardebetreffendepositie
ophetschermendrukuopOK.Hetradar-contextmenuwordt
weergegevenenbiedtdevolgendeopties:
Breedtegraad
Lengtegraad
Afstand
Peiling
D12217-2
1
2
ArtikelOmschrijving
1.
Cursor
2.
Peilingenafstandvanafuwschip
naardecursorpositie
Ukuntookdecursorpositieindegegevensbalkweergeven.
SelecteerophetHome-venster:Aanpassen>Set-up
gegevensbalk>Gegevensbalkbewerken,selecteerdaarna
hetgegevenskaderwaarinudecursorpositiewiltweergeven.
SelecteerNavigatie>Cursorpositie.
Radartoepassing
233
MetenmetbehulpvanVRM/EBL
Variabelebereikmarkeringen(VariableRangeMarkers,VRM)
Eenvariabelebereikmarkering(VRM)iseencirkeldieis
gecentreerdopdepositievanuwschipenvastgezetmet
betrekkingtotdekoersmodus.Wanneerdezecirkelisaangepast
zodathijisuitgelijndmethetobject,danwordthetbereikvanaf
uwschipgemetenenweergegeveninhetradarcontextmenu
wanneerudeVRMmetdecursorselecteert.
Elektronischepeilingslijnen(ElectronicBearingLines,EBL)
Eenelektronischepeilingslijn(EBL)iseenlijndiewordt
getrokkenvanafuwschipnaarderandvanhetvenster.
Wanneerdezelijnwordtgeroteerdzodathijisuitgelijndmet
hetobject,danwordtdepeilingtenopzichtevandekoersvan
uwschipgemetenenweergegeveninhetradarcontextmenu
wanneerudeVRMmetdecursorselecteert.
DeVRMendeEBLwordengecombineerdenmetenzowelde
afstandalsdepeilingvaneenbepaaldobject.
D8403-2
1
3
2
0.624nm
56°S
4
VRM/EBL
ArtikelOmschrijving
1VRM
2
Object
3EBL
4
Afstandenpeiling
MetenmetbehulpvanzwevendeVRM/EBL
UkuntdeVRM/EBL-zweeffunctiegebruikenomdeafstanden
depeilingtussentweepuntenophetradarschermtemeten.Met
dezefunctiekuntuhetmiddenvandeVRM/EBLverplaatsen
vanuwschipnaareenobject.UkuntderadiusvandeVRM
wijzigenomdeafstandtussentweepuntentebepalenenu
kuntdehoekvandeEBLtenopzichtevanhetnieuwestartpunt
wijzigenomdepeilingtebepalen.
2
3
VRM/EBL
0.471nm
55°P
1
D12 21 8-1
ArtikelOmschrijving
1
Afstandenpeiling
2
Object1
3
Object2
VRM/EBL-contextmenu
DeVRM/EBL-functiebevateencontextmenumet
positiegegevensenmenu-items.
HetcontextmenugeeftpositiegegevensvoordeVRM/EBLten
opzichtevanuwschip:
Bereik
Peiling
Hetcontextmenubevateveneensdevolgendemenu-items:
Zwevendmidden
Aanpassen
VRM/EBLuit
Hetcontextmenuopenen
1.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.Beweegdecursoroverhetgebiedofobjectendrukop
deOk-knop.
2.HybridTouch-displaysendisplaysmetalleentouchscreen:
i.Selecteereengebiedofobjectenhoudhetvast,of
ii.WanneerhetKaart-bijschriftwordtweergegeven,
selecteertuhetkadervanhetbijschrift.
EenVRM/EBLmaken
DoehetvolgendeomeenVRM/EBLtemaken.
DoehetvolgendeinhetcontextmenuvandeRadar-toepassing:
1.SelecteerPlaatsVRM/EBL.
2.Selecteerdegewenstelocatieofobject.
DeVRM/EBLisnuingesteld.
EenzwevendeVRM/EBLmaken
VRM/EBLisstandaardgecentreerdronduwschip,ukunthet
middennaareenandereplekverplaatsenmetbehulpvaneen
zwevendeVRM/EBL.
Doehetvolgendeinderadartoepassingmeteenreeds
gecreëerdeVRM/EBL:
1.SelecteerdeVRM/EBL
HetVRM/EBL-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerZwevendmidden.
3.Selecteerdegewenstelocatievoordemiddenpositie.
DeVRM/EBLisgecentreerdopdenieuwelocatie.
DeVRM/EBLcentreren
OmeenVRM/EBLtecentrerenvolgtudeonderstaande
stappen:
DoehetvolgendeindeRadar-toepassing:
1.PlaatsdecursoropdeVRM/EBL.
HetVRM/EBL-contextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerMidden.
Deradarbereikringengebruiken
Metradarbereikringenkuntudeafstandmetentussentwee
puntenophetradardisplay.
Gebruikdebereikringenomdeafstandteschattentussentwee
punten.Bereikringenzijnconcentrischecirkelsdieworden
weergegevenophetschermendiezijngecentreerdronduw
schipopingesteldeafstanden.Hetaantalendeafstandtussen
deringenverandertwanneeruin-enuitzoomt.
234
LightHouseMFDoperationinstructions
Voorbeelden:
D12214-1
D12215-1
D12216-1
Bereik1/4nm
Bereikringen760
voetuitelkaar
Bereik3/4nm
Bereikringen1/4nm
uitelkaar
Bereik11/2nm
Bereikringen1/4nm
uitelkaar
Radarbereikringenin-enuitschakelen
GanaarhetPresentatiemenuindeRadar-toepassing:(Menu>
Presentatie)
1.SelecteerBereikringen.
WanneeruBereikringenselecteertwordtgeschakeldtussen
bereikringenAanenUit.
16.16Radarmodusenoriëntatie
Radarrichtingsmodi
Deradarkanineenaantalrichtingsmodiwerken,passendbijde
verschillendesoortennavigatie.
Derichtingvanderadarheeftbetrekkingopderadar
inverhoudingtotderichtingwaarinuvaart.Erzijndrie
richtingsmodiwaaruitukuntkiezen:
Boegboven
Noordboven
Koersboven
Dezerichtingsmodiwordengebruiktsamenmetde
bewegingsmodusomaftestemmenhoeuwschipenderadar
metelkaarinverbandstaanenhoezeophetschermworden
weergegeven.Allewijzigingendieudoorvoertinderichting
vanderadarwordenbewaardwanneeruuwmultifunctionele
displayuitschakelt.
Boegboven
Ditisdestandaardmodusvoorderadartoepassing.
N
N
1
2
D12 20 8-1
ArtikelOmschrijving
1Headingmarkeringvanhetschip
(Ship'sHeadingMarker,SHM)(dit
geeftdehuidigeheadingvanhet
schipnaarbovenaan).
2Wanneerdeheadingvanhetschip
verandert:
SHMwordtvastgezetnaarboven
Hetradarbeelddraait
overeenkomstig
Noordboven
N
N
1
2
D12 20 9-1
ArtikelOmschrijving
1Warenoordenbovenaan.
2Wanneerdeheadingvanuwschip
verandert:
Wordthetradarbeeldvastgezet
(noordboven)
RoteertdeSHMovereenkomstig
Radartoepassing
235
Opmerking:Wanneerdeheadinggegevensnietmeer
beschikbaarzijnwanneeruindezemodusbent,wordteen
waarschuwingsberichtweergegeven,destatusbalkgeeft
Noordbovenaantussenhaakjesenderadargebruikt
headinginrelatievebeweging.Wanneerdeheadinggegevens
nogmaalsnietmeerbeschikbaarzijn,wordtdemodusNoord
boventeruggezet.
Opmerking:Hetisnietmogelijkdemodus"Boegboven"te
selecterenalsdebewegingsmodusisingesteldeopWare
noorden.
Koersboven
N
N
1
2
D12 21 0-1
ArtikelOmschrijving
1Huidigekoersboven.
2Wanneerdeheadingvanuwschip
verandert:
Wordthetradarbeeldvastgezet
RoteertdeSHMovereenkomstig
Alsueennieuwekoersselecteertwordthetbeeldgereseten
geeftdenieuwekoersbovenweer.
Dereferentiediewordtgebruiktvoor"Koersboven"hangtaf
vandeinformatiedieopeenbepaaldmomentbeschikbaaris.
Hetsysteembepaaltdeprioriteitvandezeinformatieinde
onderstaandevolgorde:
1.Peilingvanstartpuntnaarbestemming,d.w.z.geplande
koers.
2.Vastgezetteheadingvaneenstuurautomaat.
3.Headingnaarwaypoint.
4.Huidigeheading(wanneerKoersbovenisgeselecteerd).
Opmerking:Wanneerdeheadinggegevensnietmeer
beschikbaarzijnwanneeruindezemodusbent,wordteen
waarschuwingsberichtweergegeven,destatusbalkgeeft
Koersbovenaantussenhaakjesenderadargebruikt
headinginrelatievebeweging.Wanneerdeheadinggegevens
nogmaalsnietmeerbeschikbaarzijn,wordtdemodusKoers
boventeruggezet.
Deradarrichtingsmodusselecteren
Doehetvolgendeinderadartoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerRichting-&bewegingsmodus.
4.SelecteerRichting.
5.Selecteerdegewensterichting.
Overzichtradarbewegingsmodi
Debewegingsmodusregeltdeverhoudingtussenderadaren
uwschip.Erzijntweemodi:
Relatievebeweging.
Werkelijkebeweging.
Degeselecteerdebewegingsmoduswordtweergegevenin
destatusbalk.DestandaardinstellingisRelatievebeweging
zondercorrectie.
Relatievebeweging(RelativeMotion,RM)metoptionele
scheepscorrectie
WanneerdezemodusisingesteldopRelatief,danwordtde
positievanuwschipvastgezetophetschermenalleobjecten
bewegentenopzichtevanhetschip.Ukuntspecicerenofhet
schipmoetwordenvastgezetinhetmiddenvanhetvensterof
meteengedeeltelijkeofvolledigecorrectieomhetzichtnaar
vorentevergroten,zoalshierondergetoond:
Voorbeelden:
D12211-1
D12212-1
D12213-1
Middencorrectie
Gedeeltelijkecorrectie
Volledigecorrectie
Destandaardbewegingsmodusis“Relatief”,met
middencorrectie.
Werkelijkebeweging(TrueMotion,TM)
WanneerdebewegingsmodusisingesteldopWerkelijk,
behoudenvasteradarobjecteneenconstantepositieen
bewegendeschepen(waaronderuwschip)verplaatsenzichin
werkelijkperspectieftenopzichtevanelkaarentenopzichte
vandevastelandmassa'sophetscherm.Alsdepositievan
hetschipderandvanhetschermnadert,wordthetradarbeeld
automatischgeresetentoonthetgebiedvóórhetschip.
Opmerking:Wanneerdeheading-enpositiegegevens
nietbeschikbaarwordenwanneerWerkelijkebewegingis
geselecteerd,wordteenwaarschuwingsberichtweergegeven,
demoduswordtomgezetnaarrelatievebewegingenwordt
dittussenhaakjesgemeldindestatusbalk,bijvoorbeeld(TM).
Opmerking:HetisnietmogelijkWerkelijkebewegingte
selecterenalsderichtingisingesteldopBoegboven.
Deradarbewegingsmodusselecteren
Doehetvolgendeinderadartoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerRichting-&bewegingsmodus.
4.SelecteerBewegingsmodus.
WanneeruBewegingsmodusselecteertwordtgeschakeld
tussenWaarenRelatief.
Deradar-/scheepscorrectiewijzigen
RadarcorrectieisalleenbeschikbaarindeRelatieve
bewegingsmodus.
DoehetvolgendeindeRadar-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerRichting-&bewegingsmodus.
4.SelecteerScheepscorrectie.
5.Selecteerdegewenstecorrectiewaarde.
236
LightHouseMFDoperationinstructions
16.17MenuRadarpresentatie
FunctieOmschrijvingOpties
DualRangeMetditmenu-itemkuntudeDualRange-modusAanenUitzetten.Aan
Uit
DualRange-kanaalMetditmenu-itemkuntulangenkortkanaalkiezenvoorDualRange.1
2
Richting-&bewegingsmodus
Ditmenu-itembevateensubmenuwaarmeeuderichting-enbewegingsmodus
kuntaanpassen:
Richting
Bewegingsmodus
Scheepscorrectie
Richting
Boegboven
Noordboven
Koersboven
Bewegingsmodus
Waar
Relatief
Scheepscorrectie
Midden(standardwaarde)
Gedeeltelijkecorrectie
Volledigecorrectie
Waypointsselecterenvoor
weergave
Viaditmenu-itemgaatunaarhetdialoogvensterWaypointsweergeven
waarukuntkiezenwelkewaypoint-pictogrammenmoetenworden
weergegeven/verborgenindeRadar-toepassing.
Waypointweergeven
Weergeven
Verbergen
Naamwaypoint
Metditmenu-itemkuntudenamenvanwaypointsweergevenofverbergen
inRadar-toepassing.
Weergeven
Verbergen
EchosignalenverbeterenDitmenu-itembevateensubmenuwaarmeeudevolgendeoptieskunt
aanpassen:
Interferentieweigering
IR-niveaualleenbeschikbaaropNiet-HDdigitaleradomesenQuantum.
Expansie
ExpansieniveaualleenbeschikbaaropNiet-HDdigitaleradomes.
Interferentieweigering
Aan
Uit
IR-niveau
Normaal
Hoog
Expansie
Aan
Uit
Expansieniveau
Laag
Hoog
KleurenpaletMetditmenu-itemkuntueenKleurenpaletselecterenvoorde
Radar-toepassing.
Vet
Professioneel1
Professioneel2
Klassiek
Nachtzicht
BereikringenMetditmenu-itemkuntudebereikringenAanenUitzetten.Aan
Uit
Bewakingszone
Ditmenu-itembepaaltofdeBewakingszonewordtweergegeveninde
Radar-toepassing.
Weergeven
Verbergen
Radartoepassing
237
FunctieOmschrijvingOpties
Versterkingsregelaars
Hiermeekuntudeversterkingsregelaarsophetschermweergevenof
verbergenopdisplaysmeteentouchscreen.
Weergeven
Verbergen
GegevenskadersDitmenu-itembevateensubmenuwaarmeeuinformatiekuntaanzettenen
selecterendiemoetwordenweergegeveningegevenscellenindehoek
linksondervandeRadar-toepassing(gegevenscellenwordenweergegevenin
alleRadarvensters).
Gegevenskader1
Selecteergegevens
Gegevenskader2
Selecteergegevens
Gegevenskader1&2
Aan
Uit
Selecteergegevens
Lijstmetbeschikbaregegevensper
categorie
FunctiesvanEcho'svet
Radarinterferentieweigeringinschakelen
DoehetvolgendeindeRadar-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerEchosignalenverbeteren.
4.SelecteerInterferentieweigeringzodatAanisgemarkeerd
WanneeruInterferentieweigeringselecteertwordt
geschakeldtussendefunctieAanenUit.
5.Voorniet-HDdigitaleradomesenQuantum-radarscanners
kuntuookeeninterferentie-weigeringsniveauselecteren:
i.SelecteerIR-niveau.
WanneeruIR-niveauselecteertwordtgeschakeldtussen
LaagenHoog.
Radarexpansieinschakelen
Doehetvolgendeinderadartoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerEchosignalenverbeteren.
4.SelecteerExpansiezodatAanisgemarkeerd
Wanneeruexpansieselecteertwordtgeschakeldtussende
functieAanenUit.
5.Voorniet-HDdigitaleradomeskuntuookeen
interferentie-weigeringsniveauselecteren
i.SelecteerExpansieniveau.
WanneeruExpansieniveauselecteertwordtgeschakeld
tussenLaagenHoog.
238
LightHouseMFDoperationinstructions
16.18Afstemmenradar:
versterkingsregelaarsophetscherm
Multifunctioneledisplaysmettouchscreenhebbenophetscherm
toegangtotderegelaarsvoorversterking,regenenzeesluier.
Versterkingsregelaar
Regenregelaar
Zeeregelaar
Opmerking:Deregelaarsvandedisplayszonder
touchscreenkuntuopenenmetdevolgendemenu-opties:
Menu>RegenenMenu>Versterkingaanpassen.
Versterkingsregelaarsophetschermin-
enuitschakelen
Ukuntdeversterkingsregelaarsophetschermin-en
uitschakelendoordeonderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendeopeenmultifunctioneeldisplaymet
touchscreen,terwijldebetreffendetoepassingwordt
weergegeven:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerVersterkingsregelaars.
WanneerudeVersterkingsregelaarsselecteertwordt
geschakeldtussenweergaveenverbergenvanderegelaars
ophetscherm.
Opmerking:Wanneerdeversterkignsregelaarsop
hetschermwordeningesteldopVerborgen,dankunt
udeVersterkingsinstellingendirectopenenvanuithet
toepassingsmenu:Menu>Versterking.
Deversterkingsregelaarsophetscherm
gebruiken
Ominstellingenaantepassenmetbehulpvanderegelaarsop
hetschermvolgtudeonderstaandestappen.
Doehetvolgendeopeenmultifunctioneeldisplaymet
touchscreen,terwijlderadartoepassingwordtweergegeven:
1.SelecteeréénvandepictogrammenVersterking,Regen
ofZee.
Deschuifbalkregelaarwordtweergegevenophetscherm.
2.SelecteerhetvakjeAutomatisch(VersterkingenZee)of
hetvakjeUit(Regen)zodatereenvinkjewordtgeplaatstin
hetvakjeomoverteschakelennaarautomatischeregeling
ofomderegelaaruitteschakelen,of
3.SelecteerhetvakjeAutomatisch(VersterkingenZee)ofhet
vakjeUit(Regen)zodathetvinkjewordtverwijderdomover
teschakelennaarhandmatigeregeling.
4.Pasdeschuifregelaaraannaardegewensteinstelling.
5.Deschuifbalkwordtautomatischgesloten,ofukunthet
pictogramophetschermopnieuwselecterenomde
schuifbalktesluiten.
Radartoepassing
239
16.19Radar-modi
MetRadar-modikuntusnelvoorafgecongureerdeinstellingen
selecteren,vooreenoptimaalbeeldvoorbepaaldesituaties.
DeRadar-moduskanwordengeselecteerdinhethoofdmenu
vandeRadar-toepassing.
Opmerking:VoorNiet-HDDigitaleRadomesraadpleegtude
instellingenvoorAutomatischezeemodus.
VersterkingsmodiOmschrijvingRadartype
16.19BoeiModusdiededetectie
vankleineobjecten
zoalsverankerde
boeienverbetert.Deze
modusisbruikbaartot
bereikenvan0,75nm.
SuperHD
Open
scanner
HDOpenscanner
HDRadome
16.19Haven
Standaardmodus
dierekeninghoudt
metlandsluierzodat
kleinereobjecten,
zoalsnavigatieboeien
nietverlorengaan.
Alle
16.19KustModusdierekening
houdtmetde
enigszinshogere
zeesluierniveaus
diebuitendehaven
kunnenontstaanendie
deRadar-weergave
overeenkomstig
aanpast.
Alle
16.19Offshore
Pastautomatisch
aanvoorhogere
zeesluierniveaus.
Alle
16.19Vogel(1)
Modusdieuhelptbij
hetidenticerenvan
zwermenvogels,wat
handigisbijvoorbeeld
bijhetbepalenvan
geschiktevislocaties.
SuperHD
Open
scanner
HDOpenscanner
HDRadome
16.19WeerModusdiehelpt
hetdisplayte
optimaliserenvoor
hetidenticerenvan
neerslag.
Quantum
Opmerking:(1)HiervooriseenHDRadome,eenHDOpen
scannerofeenSuperHDOpenscannermetsoftwareversie
3.23ofhogervereist.
240
LightHouseMFDoperationinstructions
16.20MenuGevoeligheidsinstellingen
UkuntdeRadar-modienanderegevoeligheidsinstellingengebruikenomdekwaliteitvanhetradarbeeldteverbeteren.
Devolgendeinstellingenzijnbeschikbaarinhetmenu
<Modus>Gevoeligheidsinstellingen:(Menu><Modus>
Gevoeligheidsinstellingen)
Opmerking:<Modus>staatvoordeopditmomentactieve
modus,bijv.HavenofKustetc.
Debeschikbareoptieshangenafvandegebruikteradarscanner.
Menu-itemRadarscannerOmschrijvingOpties
VersterkingAlle
MetSignaalversterkingkuntueen
voorkeursinstellinggebruikeninautomatische
modus,ofdeversterkingdaarvanhandmatig
aanpassen.
Auto
Handmatig(0%tot100%)
KleurversterkingHDRadome
HDOpenscanner
SuperHDOpenscanner
Quantum
Kleurversterkingpastdeintensiteit(kleur)
aanvandeweergegevenobjecten,maardit
heeftgeeneffectophetaantalweergegeven
objecten.WanneerudeKleurversterking
verhoogtwordenmeerobjectenweergegeven
indezelfdekleur,watukanhelpente
bepalenofeenobjecteenwerkelijkobject
is,ofalleenachtergrondruis.Wanneeru
deKleurversterkingverlaagtkuntubetere
objectdetailsen-detectiekrijgen.
Auto
Handmatig(0%tot100%)
ZeeAlleRadarechosignalenvangolvenronduw
schipkunnenhetmiddenvanhetradarbeeld
versluieren,waardoorhetmoeilijkwordt
werkelijkeobjectentedetecteren.Het
aanpassenvandeZeeversterkingreduceert
dezesluiervoormaximaal5nautischemijlen
(afhankelijkvandegolf-enzeecondities)vanaf
uwschip.
Auto
Handmatig(0%tot100%)
Automatische
zeemodus
(Niet-HD)Digitaleradome
MetdeAutomatischezeemoduskuntusnel
voorafgecongureerdeinstellingenselecteren,
vooreenoptimaalbeeldvoorverschillende
situaties.Raymarineadviseertgebruikte
makenvandemodivoorsignaalversterking
vooroptimaleresultaten.
Havenditisdestandaardmodus.Deze
instellinghoudtrekeningmetlandsluierzodat
kleinereobjecten,zoalsnavigatieboeienniet
verlorengaan.
Kusthoudtrekeningmetdeenigszins
hogerezeesluierniveausdiebuitendehaven
kunnenontstaanenpastdeRadar-weergave
overeenkomstigaan.
Offshorepastautomatischaanvoor
hogerezeesluierniveaus.
AAN/UIT-knopSuperHDOpenscanner
DeinstellingvoorVermogensversterkingpast
heteffectievezendvermogenaan.Bijnulwerkt
deradaropstandaardvermogen(4kWof
12kW).Bij90wordtheteffectievevermogen
verhoogdmeteenfactorvanminimaaltwee.
Doorhetvermogenteverhogenworden
objectenbeterzichtbaartenopzichtevande
ruis.Vooroptimaleresultatenreduceertuhet
vermogenomverzadigingvansterkeobjecten
tevoorkomen.
Automatisch
Handmatig(0%tot100%)
Antenne
SuperHDOpenscanner
DeinstellingAntenneversterkingschaalt
heteffectieveantenneformaat.Bijnulkomt
heteffectieveantenneformaatovereen
metdefeitelijkeomvang.Bij95%ishet
effectieveantenneformaatverdubbeld.Door
heteffectieveantenneformaatdeverhogen,
wordenobjectenuitelkaargehaalddiesamen
lijkentevallenbijlagereinstellingen.
Automatisch
Handmatig(0%tot100%)
FTC(Niet-HD)DigitaleradomeMetdeinstellingFTC(FastTimeConstant)
kuntusluiergebiedenopeenafstandvanuw
schipverwijderen.Hethelptuookonderscheid
temakentussentweezeerdichtbijelkaar
liggendeechosignalenopdezelfdepeiling,die
anderskunnensamenvallenenopéénecho
lijken.
Automatisch
Handmatig(0%tot100%)
RegenAlleDeRadarscannerdetecteertechosignalen
vanregenofsneeuw.Dezeechosignalen
verschijnenophetschermalstallozekleine
echosignalenwaarvandeomvang,de
intensiteitendepositiecontinuveranderen.
WanneeruderegensluierfunctieAanzetwordt
hetgrootstedeelvanheteffectvanregensluier
ronduwschiponderdrukt,waardoorhet
AanhierdoorwordtdeRegen-functie
aangezetenkuntudeinstellingaanpassen
tussen0en100%.
UitdeRegen-functiewordtuitgeschakeld.
Ditisdestandaard.
Radartoepassing
241
Menu-itemRadarscannerOmschrijvingOpties
gemakkelijkerwordtomandereobjectente
herkennen.Ukuntdeintensiteitinstellen
tussen0en100%.
242
LightHouseMFDoperationinstructions
16.21RadarmetDualRangegebruiken
MetdeDualRangeRadar-functiekuntu2bereikentegelijk
bekijkeninafzonderlijkvensters.
DualRangeisbeschikbaarvoordevolgendeRadarscanners:
SuperHD
Openscanner
HDOpenscanner
HDRadome
MetuwMFDeneencompatibeleRadarscannerkuntubeelden
bekijkenopeenkortbereikofeenlangbereikinafzonderlijke
Radarvensters.
DestandaardinstellingisLang,watzorgtvooreenstandaard
scannerbereik.
Beperkingen
GebruikmetDualRangeisnietbeschikbaarwanneer
MARPA-objectenactiefzijn.
UkuntMARPA-objectennietophalenwanneerDualRange
isingeschakeld.
Radar/Kaart-synchronisatieenRadar/Kaart-lagenzijntijdelijk
uitgeschakeldwanneerDualRangeisingeschakeld.
CompatibiliteitmetDualRange-radar
HetbereikdatwordtgedektdoordeShortDualRange-optie
hangtafvanderadarscannerdieugebruiktendesoftwareversie
daarvan.
Scanner
DualRange-
modus
*Bereikgedekt
doorsoftware-
versies1.xxtot
2.xx
Bereik
gedektdoor
softwareversie
3.xxenhoger
4KwHDOpen
Array
Lang(1)1/8nmtot72nm1/8nmtot72nm
Kort(2)1/8nmtot3nm1/8nmtot72nm
4KwSuperHD
OpenArray
Lang(1)1/8nmtot72nm1/8nmtot72nm
Kort(2)1/8nmtot3nm1/8nmtot72nm
12KwHDOpen
Array
Lang(1)
NVT
1/8nmtot72nm
Kort(2)
NVT
1/8nmtot72nm
12KwSuperHD
OpenArray
Lang(1)1/8nmtot72nm1/8nmtot72nm
Kort(2)1/8nmtot3nm1/8nmtot72nm
HDradome
Lang(1)1/8nmtot48nm1/8nmtot48nm
Kort(2)1/8nmtot48nm1/8nmtot48nm
Beperkingenvansoftwareversie1.xxen2.xx
Dewaardevandeinstellingvoorkortbereikdientkleinerof
gelijktezijnaandeinstellingvoorlangbereik.
MetDualRangeopAaneneenvenstervoorkortbereikactief
moetderegelaarvanExpansiewordenuitgeschakeldinhet
menuEchosignalenverbeteren.
DubbeleafstandmetSuperHDscanners
gebruiken
GebruikvandubbeleafstandsradarmetSuperHDscanners.
BijgebruikvandedubbeleafstandsoptieKortwerkteen
SuperHD-scanneralleeninHD-modus.Bijgebruikvande
dubbeleafstandsoptieLangwerkteenSuperHD-radarin
SuperHD-modus.
Scanner
ModusDubbele
afstandBedieningsmodus
4kWSuperHDOpen
Array
Lang
SuperHD
KortHD
12kWSuperHDOpen
Array
Lang
SuperHD
KortHD
RadarmetDualRangeinschakelen
Doehetvolgendeinderadartoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerDualRangezodatAanisgemarkeerd.
WanneeruDualRangeselecteertwordtheenenweer
geschakeldtussenDualRangeAanenUit.
Bereikgebruikselecteren
DoehetvolgendemetDualRangeingesteldopAanende
radartoepassingweergegeven:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerDualRange-kanaalomteschakelentussen1of2.
Radartoepassing
243
16.22Radarinstellingenmenu
MethetinstellingenmenuvoordeRadarkuntudeprestatiesenhetgedragvanuwRadarscannercongureren.
Menu-itemRadarscannerOmschrijvingOpties
Instellentijd
zenden
AlleDitmenu-itembevateensubmenuwaarmeeudeoptiesvoor
tijdgebondenzendenkuntaanpassen:
Tijdgebondenzenden
Zendperiode
Standby-periode
Tijdgebondenzenden
Aan
Uit
Zendperiode
10scans
20scans
30scans
Standby-periode
3minuten
5minuten
10minuten
15minuten
Afstemming
aanpassen
HDRadome
HDOpenscanner
SuperHDOpenscanner
Metditmenu-itemkuntudeontvangervandeRadarscanner
jnafstemmenvooroptimaleresultatenophetdisplay.
RaymarineadviseertdezefunctieintestellenopAutomatisch.
AlsudezefunctieinsteltopHandmatigendeinstelling
aanpastdirectnadatudeRadarscannerhebtaangezet,dan
dientudeinstellingenongeveer10minutennahetaanzetten
vandescanneropnieuwaantepassen,omdatdevereiste
instellingverandertnadatdemagnetronisopgewarmd.
Handmatig
Automatisch
Handmatig0%100%
EBL-referentie
Alle
Hetmeetpuntdatwordtgebruiktalsreferentiebijhet
metenvanafstandmetbehulpvanelektronischepeillijnen
(ElectronicBearingLines,EBL's)enbereikringeninde
Kaart-toepassing.DeoptieszijnRelatieftenopzichtevan
scheepskoersofmetreferentievanhetkompasingraden,en
MagnetischWaarzoalsgeselecteerdindePeilmodus.
Relatief
Magn.-Waar
ZeesluiercurveAlleMetditmenu-itemkuntudezeesluieraanpassendoor
Radarecho'svangolvenkanhetmoeilijkzijnomwerkelijke
objectentedetecteren.Dezeechosignalenstaanbekend
onderdenaam"zeesluier".Verschillendefactorenkunnen
vaninvloedzijnopdesluierdieuziet,waaronderdeweers-
enzee-omstandighedenendemontagehoogtevandeRadar.
Decurve-instellingvandezeesluierpastdegevoeligheidvan
deRadarvoorzeesluieraan.Degevoeligsteinstellingvoor
decurveis1endeminstegevoeligeinstellingis8.
Curveaanpassen(1totenmet
8)
RadarsnelheidHDRadome
SuperHDOpenscanner
SuperHDOpenscanner-radarsmetsoftwareversie
3.23ofhoger,ofHD-radome'sondersteunenmeerdere
scansnelheden:
24toeren
Automatisch(24/48RPM)
DeoptieAutomatischselecteertdejuistesnelheidvooruw
Radarbereik.48RPMwordtgebruiktvoorRadarbereikentot
3nm.Hetheefteenverhoogdevernieuwingsfrequentie,wat
nuttigisbijhogesnelhedenofingebiedenwaarzichgrote
aantallenRadarobjectenbevinden.BijRadarbereikenvan
meerdan3nmschakelthetdisplaynaardeRadarsnelheid
24RPM.
Scannersnelheid
24toeren
Automatisch
Parkeerstand-
correctie
HDOpenscanner
SuperHDOpenscanner
Metdezeoptiekuntude‘geparkeerde’positievanuw
Openscanner-antenneselecteren.Dezeoptiekanalleen
wordenaangepastwanneerdeOpenscannerstandbyis.
ParkeerstandcorrectieisnietvereistvoorNiet-HDDigital-,
HD-enQuantum-radomes.
tot359°
RadarformaatHDOpenscanner
SuperHDOpenscanner
MetdezeoptiekuntuhetformaatvanuwOpenscanner-radar
selecteren.
4ft
6ft
244
LightHouseMFDoperationinstructions
Menu-itemRadarscannerOmschrijvingOpties
Koppelen
QuantumRadar.
QuantumHiermeekunnendeQuantumRadarenhetMFDworden
gekoppeld.
SSID
Wachtwoord
Geavanceerd
Alle
Submenumetdeparametersvoorgeavanceerdeinstellingen.
Uitlijningpeiling
Display-timing
MBS
Voorkeursinstelling
afstemmen
STC-voorkeursinstelling
Zendfreq.
Geavanceerdereset
Radartoepassing
245
MenuGeavanceerd
Belangrijk:Normaalgesprokenhoeftudezeinstellingennietaantepassen,omdatzeautomatischzijningesteldAlsdeze
parametersonjuistzijningesteld,heeftdateennegatiefeffectopdewerkingvandeRadar.
Menu-itemRadarscannerOmschrijvingOpties
UitlijningpeilingAlleDeuitlijningvandepeilingvandeRadarzorgtervoordat
Radar-objectenopdejuistepeilingtenopzichtevandeboeg
vanuwschipwordenweergegeven.Udientdeuitlijningvan
depeilingtecontrolerenvooriederenieuweinstallatie.
-180º179,5º
Display-timingHDRadome
HDOpenscanner
SuperHDOpenscanner
niet-HDDigitaleRadome
DelengtevandekabeldiewordtgebruiktomdeRadaraante
sluitenopuwMFDkanvaninvloedzijnopdedisplay-timing.
DitisvaninvloedopdenauwkeurigheidvandeRadarop
korteafstand.Eensymptoomvanincorrectetimingisdat
bruggenofpierengebogenlijken.
0,415nmgeselecteerd
bereik
MBS
Alle
WanneerdeBelangrijksteBang-onderdrukking(Main
BangSuppression,MBS)isingesteldopUit,wordtde
displayvideogedurendedezendpulsonderdrukt.In
bepaaldeomstandighedenkanhetgemakkelijkerzijnomde
Display-timingaantepassenwanneerMBSisuitgeschakeld.
Opmerking:MBSwordtautomatischteruggezet
opAanwanneeruklaarbentmethetinstellenvande
display-timing.
Aan(standardwaarde)
Uit
Voorkeursinstel-
lingafstemmen
HDRadome
HDOpenscanner
SuperHDOpenscanner
niet-HDDigitaleRadome
Radarafstemmingwordtófautomatischófhandmatig
geregeldmetbehulpvanderegelaarTuneaanpassen.
Ditregeltechterslechtseenbeperktbereikaan
afstemmingswaarden.Alsdefeitelijkepiekbuitenditbereik
valt,dientudeAfstemmenvoorinstellingaantepassen
omhetgeregeldebereikoverdeafstemmingspiekheente
latenvallen.
0255
STC-voorkeurs-
instelling
niet-HDDigitaleRadome
DeGevoeligheidstijdregelaar(SensitivityTimeControl,
STC)kanwordenaangepastomdeobjectniveausoverhet
heledisplaygelijktemaken.Destandaardinstellingzou
moetenzorgenvooreengelijkmatigbeeld,maaralsuziet
datobjectenindebuurtvanhetmiddenhelderderofdoffer
zijndandieaanderandvanhetdisplay,kuntudezeregelaar
aanpassentotdatuhetgewenstebeeldziet.
0100%
Zendfreq.QuantumAlsuinterferentiezietophetRadar-beeld,kuntudeinstelling
Zendfrequentiegebruikenomhetzendfrequentiebereikvan
deRadaraantepassen.
Laag
Normaal(standardwaarde)
Hoog
Reset
Geavanceerd
Alle
VoerteenresetuitvandeparametersGeavanceerdnaarde
standaardfabrieksinstellingen.
Ja
Nee
246
LightHouseMFDoperationinstructions
16.23Deradarresetten
Omderadarinstellingenteresettennaardestandaard
instellingenvolgtudeonderstaandestappen:
Doehetvolgendeinderadartoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingenradar.
3.SelecteerGeavanceerd.
4.SelecteerGeavanceerdereset.
Erwordteenbevestigingsberichtweergegeven.
5.SelecteerJaomderesettebevestigen.
Radartoepassing
247
Gegevenstoepassing
Overzichtgegevenstoepassing
Metdegegevenstoepassingkuntugegevensbekijkendiezijn
gegenereerddoorhetmultifunctioneledisplayofgegevensdie
beschikbaarzijnopuwsysteem.
Gegevenskunnenwordenverkregenvanapparatendie
SeaTalk
hs
,SeaT alk
ng
ofNMEA-protocollengebruiken.
Voorafgecongureerdegegevenspagina's
Destandaardgegevenspaginaconguratiehangtafvanhet
scheepstypedatisgeselecteerdindewizardvooreerste
instelling.
Iederegegevenspaginabestaatuiteenaantal'cellen'die
informatiebevatten.
Destandaardgegevenspaginaconguratiewordthieronder
weergegeven:
MotorschipZeilboot
Pagina-
nummer
PaginaPaginanum-
mer
Pagina
1/6
Motor
1/5
Motor
2/6
Navigatie
2/5
Navigatie
3/6Omgeving3/5
Zeilen
4/6
Vissen
4/5Omgeving
5/6Brandstof5/5Snelweg
6/6Snelweg
Opmerking:Deselectievangegevenspagina'siseenlokale
instellingenisdaaromalleenvaninvloedophetbetreffende
displaydatuopdatmomentgebruikt.Hetisnietvaninvloed
opeventueleandereviahetnetwerkaangeslotendisplays.
Gegevenspagina'sselecterenmetbehulp
vanhetTouchscreen
Ukuntmethettouchscreendoordebeschikbarepagina's
bladeren.
D12878-1
DoehetvolgendeindeGegevenstoepassing:
1.Raakhetschermaan.
2.Schuifuwvingeromhoogenlaathetschermlosomnaarde
volgendegegevenspaginategaan.
3.Schuifuwvingeromlaagenlaathetschermlosomnaarde
vorigegegevenspaginategaan.
Gegevenspagina'sselecteren
Omgegevenspagina'steselecterenmetbehulpvaneen
multifunctioneeldisplayzondertouchscreenvolgtude
onderstaandestappen.
Doehetvolgendeindegegevenstoepassing:
1.VerplaatsdeJoystickomlaagomnaardevolgendepagina
tegaan,of
2.VerplaatsdeJoystickomhoogomnaardevoorgaande
paginategaan.
FunctiesvandeGegevens-toepassing
DevolgendefunctieszijnbeschikbaarindeGegevens-
toepassing.
Devolgordewaarinde
gegevenspagina'sworden
weergegevenveranderen
Devolgordevan
gegevenspagina'swijzigen
Deinhoudvangegevenspagina's
aanpassen
Deinhoudvan
gegevenspagina'saanpassen
metbehulpvanhettouchscreen
Deinhoudvangegevenspagina's
aanpassen
Nieuweaangepastepagina's
toevoegen
Eennieuwegegevenspagina
toevoegen
Degegevenspagina'seenandere
naamgeven
Eengegevenspaginahernoemen
Gegevenspagina'sverwijderen
Eengegevenspagina
verwijderen
Descheepsgegevensinstellen,
zoalsaantalmotoren,
brandstoftanksenaccu's
Scheepsgegevensinstellenin
deGegevens-toepassing
Hetmaximaletoerental(RPM)
enhetbereikvoordeRodezone
instellen
Hettoerentalbereikenderode
zonevandemotorinstellen
DemeeteenhedenwijzigenDemeeteenhedenwijzigeninde
Gegevens-toepassing
Responstijdenvoorwindgegevens
aanpassen
Winddempinginstellenvanuitde
Gegevenstoepassing
Deminimumenmaximummetingen
resetten
Deminimumenmaximum
metingenresetten
Allepagina'sterugzettennaar
standaard
Allegegevenspagina'sresetten
Opmerking:Debetreffendegegevensmoetenbeschikbaar
zijnopuwmultifunctioneledisplay.
DeGegevens-toepassingaanpassen
Devolgordevangegevenspagina'swijzigen
OpenhetmenuAanpassen:Menu>Aanpassen.
1.SelecteerPaginabewerken.
2.SelecteerVerplaatspaginaomhoogofVerplaatspagina
omlaag.
IederekeerdatVerplaatspaginaomhoogof
Verplaatspaginaomlaagwordtgeselecteerd,wordtde
gegevenspagina1positieindierichtingverplaatst.
Deinhoudvangegevenspagina's
aanpassenmetbehulpvanhettouchscreen
Opmultifunctioneledisplaysmettouchscreenkuntueen
gegevensitemaanpassendoorhetitemintedrukkenenvastte
houdenophetscherm.
DoehetvolgendeindeGegevenstoepassing:
1.Geefdegegevenspaginaweerdiehetgegevensitembevat
datuwiltwijzigen.
2.Raakmetuwvingerhetgegevensitemaanenhoudthetvast.
Naongeveer3secondenwordthetgegevensitem
gemarkeerdenwordthetmenuSelecteer
gegevenscategorieweergegeven.
3.Navigeerdoorhetmenuomhetgegevensitemdatuwilt
gebruikenoptezoeken.
4.Selecteereengegevensitem.
Hetgeselecteerdegegevensitemwordtnuweergegevenin
plaatsvanhetoorspronkelijkegegevensitem.
Deinhoudvangegevenspagina'saanpassen
Deinhoudvandegegevenspagina'skanwordenaangepastmet
behulpvanhetmenu.
OpenhetmenuAanpassen:Menu>Aanpassen.
1.SelecteerPaginabewerken.
2.Selecteerdeceldieuwiltwijzigen.
3.SelecteerKiesgegevenscategorie.
4.Bladernaardegewenstegegevenscategorie.
5.Selecteerhetgegevensitemdatuwiltweergegeven.
6.Herhaaldestappen2totenmet5voorallegegevensitems
dieuwiltwijzigen.
Eennieuwegegevenspaginatoevoegen
Ukuntuweigenaangepastegegevenspagina'stoevoegenaan
deGegevens-toepassing.Hettotaleaantalgegevenspagina's
inclusiefdevoorafingesteldepagina'sis10.
OpenhetmenuAanpassen:Menu>Aanpassen.
1.SelecteerNieuwepaginamaken.
Erwordteenlijstweergegevenmetdebeschikbarelayouts.
2.Selecteerdegewenstepagina-layout.
Denieuwepaginawordtweergegeven.
3.Selecteereenlegecelopdenieuwepagina.
4.SelecteerKiesgegevenscategorie.
5.Bladernaardegewenstegegevenscategorie.
6.Selecteerhetgegevensitemdatuwiltweergegeven.
7.Herhaaldestappen3totenmet6voorallegegevenscellen.
8.SelecteerPaginahernoemen.
9.Voerdenieuwenaaminvoordegegevenspagina.
10.SelecteerOPSLAAN.
Eengegevenspaginahernoemen
OpenhetmenuAanpassen:Menu>Aanpassen.
1.SelecteerPaginabewerken.
2.SelecteerPaginahernoemen.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
3.Voerdenieuwenaaminvoordegegevenspagina.
4.SelecteerOPSLAAN.
Eengegevenspaginaverwijderen
Ukuntaangepasteofvoorafgecongureerdegegevenspagina's
verwijderen.Ermoetaltijdtenminste1gegevenspagina
aanwezigzijn.
Doehetvolgendewanneerdegegevenspaginadieuwilt
verwijderenwordtweergegeven:
OpenhetmenuAanpassen:Menu>Aanpassen.
1.SelecteerPaginaverwijderen.
Erwordteenbevestigingsberichtweergegeven.
2.KiesJaomdegegevenspaginateverwijderenenNeeomde
gegevenspaginatehouden.
Opmerking:Deindelingvandevoorafgecongureerde
motorpaginaisuniekenkannietwordengemaaktopeen
aangepastepagina.
Eeninstrumentpaginainstellen(voorbeeld)
UkuntdeGegevens-toepassinggebruikenom
instrumentgegevenspagina'sintestellen.Deonderstaande
instructiesgeveneenvoorbeeldvanhoeueen
Instrumentgegevenspaginakuntinstellenvooreen
DST800-transducer.
Zorgervoordatdebetreffendetransducerszijnaangeslotenen
beschikbaarzijninuwsysteem.
TipControleerofdebetreffendeapparaten(bijv.smart
transducer,iTC-5ofinstrumentdisplay)aanwezigzijnindelijst
metapparateninhetDiagnose-menu.
DoehetvolgendewanneerdeGegevenspaginawordt
weergegeven:
1.SelecteerNieuwepaginamakeninhetmenuAanpassen:
(Menu>Aanpassen).
2.Selecteerdegewensteindeling(bijv.3cellen).
Erwordteennieuwepaginaweergegevenwaarvandeeerste
celisgemarkeerd.
3.SelecteerdeoptieKiesgegevenscategorieinhetmenu.
4.SelecteerDiepte.
5.SelecteerhetgegevensitemDiepte.
6.Selecteerdevolgendelegecelopdepagina.
7.SelecteerSnelheid.
8.SelecteerSnelheid.
9.Selecteerdesnelheidsweergavedieuwiltgebruiken.
10.Selecteerdevolgendelegecelopdepagina.
11.SelecteerTerugomdelijstmetGegevenstypentebekijken.
12.SelecteerOmgeving.
13.SelecteerWatertemp.
14.SelecteerdeweergavevoordeWatertemperatuurdieuwilt
gebruiken.
15.GebruikdeknopTerugomterugtekerennaarhetmenu
Paginabewerken.
16.SelecteerPaginahernoemen.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
17.Voerdenaaminvooruwnieuwegegevenspaginaen
selecteerOPSLAAN.
18.Verlaathetmenu.
Lijstmetgegevensitems
Gegevenscategorieëndiekunnenwordenweergegeveninde
Gegevens-toepassing,gegevenskaders,opdegegevensbalk
enopdeuitgebreidegegevensbalkwordenhieronder
weergegeven.Regelaarafbeeldingenzijnnietbeschikbaarin
gegevenskadersofopgegevensbalken.
Indevolgendetabelwordendegegevensitemsweergegeven
diebeschikbaarzijnpercategorie.
Opmerking:
*AlleenbeschikbaarindeGegevenstoepassing.
*NietbeschikbaarindeGegevenstoepassing.
***Deaccu-,motor-,brandstof-entank-menu'sgeven1set
gegevensitemspergecongureerdapparaatweer(bijv.als
hetsysteemisgecongureerdmet3motoren,danworden3
setsmotorgevensitemsweergegeven).
GegevenscategorieOmschrijvingGegevensitems
Accu***
AccustatusAccu-amps
Accutemperatuur
Accuspanning
Laadstandaccu
SchipSoortendooruw
schipgegenereerde
gegevens.
Bijvoorbeeld
tankniveau's.
Draaisnelheid
Slagzijhoek
TrimTabs*
DiepteDieptegegevens.Diepte
Maximalediepte
Minimalediepte
AfstandGegevenssoortenmet
betrekkingtotdedoor
uwschipafgelegde
afstand.Bijvoorbeeld:
reisafstand.
Log&reis
Log
Reis
Grondlogenreis
Grondlog
Grondreis1
Grondreis2
Grondreis3
Grondreis4
Motor***Soortendooruw
motorengegenereerde
gegevens.
Bijvoorbeeld:oliedruk.
Toerental
Toerental&SOG
Koelvloeistoftempe-
ratuur
Koelvloeistofdruk
Olietemperatuur
Oliedruk
Oliedruk&koelvloei-
stoftemperatuur
Olietemperatuur
transmissie
Oliedruktransmissie
Transmissie-
overbrenging
Turbodruk
Brandstofdruk
Brandstofverbruik
Brandstofverbruik
(inst.)
Brandstofverbruik
(gem.)
Motoruren
Motorkanteling
Dynamo
Motorbelasting
GegevenscategorieOmschrijvingGegevensitems
Brandstof***Soortengegevens
metbetrekkingtothet
brandstofsysteem.
Bijvoorbeeld
brandstofpeil.
Brandstofpeil(%)
Totalebrandstof(%)
Totalebrandstof
(vol)
Totaal
brandstofverbruik
Brandstofbesparing
Geschatte
resterende
brandstof
Afstandtot
brandstoftankleeg
Tijdtot
brandstoftankleeg
Gebruiktebrandstof
(reis)
Gebruiktebrandstof
(seizoen)
OmgevingGegevensmet
betrekkingtot
deomgeving.
Bijvoorbeeld
luchttemperatuur.
Druk
Luchttemperatuur
Minimale
luchttemperatuur
Maximale
luchttemperatuur
Drift
Zakking
Zakking&drift
Schijnbare
windafkoeling
Warewindafkoeling
Vochtigheid
Dauwpunt
Zonsondergang/
zonsopgang
Watertemperatuur
Minimale
watertemperatuur
Maximale
watertemperatuur
GPSGegevensmet
betrekkingtotde
GPS.Bijvoorbeeld
scheepspositie.
Scheepspositie
COG&SOG
COG
SOG
MaximaleSOG
GemiddeldeSOG
GegevenscategorieOmschrijvingGegevensitems
Koers
Gegevensmet
betrekkingtotde
koers.Bijvoorbeeld
vastgezettekoers.
Koers
Koersensnelheid
Vastgezettekoers
Foutvastgezette
koers
LH-foutenLH*
Kruiskoers
Stuurnaarlayline
Kompas*
Navigatie
Soortengegevens
metbetrekkingtot
navigatie.Bijvoorbeeld
peilingnaarwaypoint.
Cursorpositie**
Cursorinformatie**
CrossTrackError
Snelweg
Waypoint-informatie
Naamactief
waypoint
Objectpositie
Peilingnaar
waypoint
BTW&DTW*
CourseMadeGood
(CMG)
CMG&DMG
CMG&VMG
Afstandtotwaypoint
DistanceMade
Good(DMG)
WaypointETA
WaypointTTG
RouteETA
RouteTTG
StuurautomaatGegevensmet
betrekkingtotde
stuurautomaat.
Bijvoorbeeldroer.
Roerhoek
SnelheidGegevensmet
betrekkingtotde
snelheid.Bijvoorbeeld
VMG(VelocityMade
Good)naarwaypoint.
Snelheid
Maximalesnelheid
Gemiddelde
snelheid
SnelheidenSOG
VMGnaarloefzijde
VMGnaarWaypoint
Tanks***Gegevensoverde
watertanks
Drinkwater(%)
Grijswater(%)
Zwartwater(%)
Levendaas-tank
(%)
Tijd
Gegevensmet
betrekkingtotdetijd.
Bijvoorbeeldlokaletijd.
Lokaletijd
Lokaledatum
GegevenscategorieOmschrijvingGegevensitems
Wind
Gegevensmet
betrekkingtotdewind.
BijvoorbeeldVMG
(VelocityMadeGood)
naarloefzijde.
AWA(schijnbare
windhoek)
MaximaleAWA
MinimaleAWA
AWS
MaximaleAWS
MinimaleAWS
TWA(ware
windhoek)
MaximaleTWA
MinimaleTWA
TWS(ware
windsnelheid)
MaximaleTWS
MinimaleTWS
TWD(ware
windrichting)
Kardinalewind
Grondwind
Beaufort
AWAenTWA
AWA&AWS
AWA(CH)enAWS
AWAenVMG
TWA&TWS
TWA(CH)enTWS
TWAenVMG
GWDenBeaufort
GWD&GWS
Geen
Motoridenticatie
MotorgegevenskunnenwordenweergegevenopuwMFDmet
behulpvandeGegevens-toepassing,dezebeschiktoverenkele
voorafingesteldeMotor-pagina'svoordeweergavevande
meestevoorkomendesoortenmotorgegevens.
Belangrijk:Voordatumotorgegevenskuntweergevenop
uwMFD,dientu:
ervoortezorgendatuwMFDLightHousesoftwareversie
8ofhogerheeft.
Raadpleegdebelangrijkeinformatieover"De
motorinstellenmeteenECI-interface"en"De
motoridenticatiewizardgebruiken".
Maakdegegevensverbindingenovereenkomstigde
instructiesinde87202Installatie-instructiesECI.
Zorgervoordatallegegevensbussenvanvoeding
zijnvoorzien(waarondermotorgegevens-CAN-bussen,
gatewaysendeSeaTalk
ng
-bus).
Startdemotor.Hetisbelangrijkdaterslechtséénmotor
tegelijkdraait,omerzekervantezijndathetsysteemde
juistemotorgegevensberichtenkanherkennen.
VoerdeMotoridenticatiewizarduitomtecontroleren
ofuwmotorenindejuistevolgordewordenweergegeven
indeGegevens-toepassing.
DemotorinstellenmeteenECI-interface
VoordatuwdisplaymotorgegevenskanweergevenopuwMFD,kuntude"motoridenticatiewizard”vanhetMFDgebruiken
omdemotorenintestellen.
Belangrijk:Bijhetinstellenvaneensysteemmetmeerderemotoren,dienendemotorenaltijdvanbakboordnaarstuurboord
tewordenaangezet.
Deonderstaandetabelgeeftgedetailleerdeinformatieoverdeverschillendesoortenmotorendiewordenondersteunddoorde
ECI-interfaceendevereisteinstellingenvooriederesoort:
Motor-CAN-busprotocolAantalmotoren
Motor-CAN-
busconguratieAantalECI-units
Instellenviawizardop
MFDvereist
NMEA20001
EnkeleCAN-bus
1
NMEA20002+
EnkelegedeeldeCAN-bus
1
NMEA20002+
AfzonderlijkeCAN-busvoor
iederemotor
1vooriedereCAN-bus
J19391
EnkeleCAN-bus
1
J19392+
EnkelegedeeldeCAN-bus
1
J19392+
AfzonderlijkeCAN-busvoor
iederemotor
1vooriedereCAN-bus
Communicatiemetmotorzondereen
ECI-unit
VoormotorenmeteenNMEA2000-CAN-buskanhet
mogelijkzijnomeenRaymarineMFDaantesluitenviaeen
SeaTalk
ng
-systeemzondereenRaymarineECI-unittegebruiken.
Neemcontactopmetdedealervanuwmotorenuwplaatselijke
Raymarine-dealervooradviesoverdevereistenvooruwmotor
enpassendeverbindingskabels.
Demotoridenticatiewizardgebruiken
Alsuwmotorgegevensindeverkeerdevolgordewordt
weergegevenopdemotorpagina's,kuntuditcorrigerendoorde
motoridenticatiewizarduittevoeren.
DoehetvolgendevanuithetHome-venster:
1.SelecteerInstellingen>Systeeminstellingen>Externe
apparaten>Motoreninstellen.
2.Wijzigwanneernodighetaantalmotorendatuwschipheeft
doorAantalmotoren:teselecterenenhetjuisteaantal
motorenintevoeren.
Ukuntmaximaal5motorenselecteren.
3.SelecteerMotorenidenticeren.
Belangrijk:Hetisbelangrijkdaterslechtséénmotortegelijk
draait,omerzekervantezijndathetsysteemdejuiste
motorgegevensberichtenkanherkennen.
4.Volgdeinstructiesopuwschermomdemotoridenticatiewi-
zardtevoltooien.
Demotorendieopgenomenindeidenticatiewizardworden
bepaalddoorhetaantalmotorendatinstap2hierbovenis
ingevoerd.
i.SchakelALLEscheepsmotorenuitenselecteer
Volgende.
Dewizardgaatlangsallemotoren(max.5zoals
ingevoerdinstap2hierboven)opvolgordevanbakboord
naarstuurboord.
ii.ZetdemotorbakboordaanenselecteerOK.
Dewizardzoektnunaargegevensenwijstde
gedetecteerdemotortoealsmotorbakboord.
iii.ZetdemotormiddenbakboordaanenselecteerOK.
Dewizardzoektnunaargegevensenwijstde
gedetecteerdemotortoealsmotormiddenbakboord.
iv.ZetdemotormiddenaanenselecteerOK.
Dewizardzoektnunaargegevensenwijstde
gedetecteerdemotortoealsmotormidden.
v.ZetdemotormiddenstuurboordaanenselecteerOK.
Dewizardzoektnunaargegevensenwijstde
gedetecteerdemotortoealsmotormiddenstuurboord.
vi.ZetdemotorstuurboordaanenselecteerOK.
Dewizardzoektnunaargegevensenwijstde
gedetecteerdemotortoealsmotorstuurboord.
5.SelecteerOKinhetbevestigingsdialoogvensterMotoren
identiceren.
Demotorenverschijnennuopdejuisteplaatsopde
motorgegevenspagina.
Scheepsgegevensinstelleninde
Gegevens-toepassing
GanaarhetmenuGegevensinstellingen:Menu>
Gegevensinstellingen.
1.SelecteerScheepsgegevens.
2.SelecteerAantalmotoren,Aant.brandstoftanks,of
Aantalaccu's.
3.Selecteerdegewenstewaarde.
Alshetaantalmotorenisgewijzigd,danwordtde
motorgegevenspaginageresetzodathetnieuweaantal
motorenwordtweergegeven.
Hettoerentalbereikenderodezone
vandemotorinstellen
IndeGegevens-toepassingwordentoerentellersweergegeven
dietoerentalgegevenskunnenweergegevenvanverbonden
motoren.Hetmaximaletoerentalbereikenderodezonekunnen
automatischwordeningestelddoordemotoren,ofhandmatig
wordengecongureerd.
GanaarhetmenuGegevensinstellingen:Menu>
Gegevensinstellingen.
1.SelecteerMax.RPM-bereik.
Erwordteenlijstweergegevenmetbeschikbare
toerentalinstellingen.
2.Selecteerhetgewenstetoerentalbereik,ofselecteer
Automatischomervoortezorgendatdemotorhet
maximalebereikinstelt.
3.SelecteerdeeersteoptievoorRodezonetoerental:om
hetrodezone-bereiktewisselentussenAutomatischen
Handmatig.
WanneerAutomatischisgeselecteerd,steltdemotordehet
rodezone-bereikin,wanneerHandmatigisgeselecteerd
wordtdetweedeoptieRodezonetoerental:beschikbaar
4.WanneerdeeersteRodezonetoerental:isingesteld
opHandmatig,selecteertudetweedeoptieRodezone
toerental:enpastudezeaanindegewenstewaarde.
Kleurthema
HetkleurthemaindeGegevenstoepassingkanworden
geschakeldtussenlichtendonker.
Donker
thema(standard-
waarde)
Lichtthema
Hetkleurenthemawijzigen
Ukunthetkleurenthemawijzigendoordeonderstaandestappen
tevolgen.
DoehetvolgendeindeGegevenstoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerPresentatie.
3.SelecteerKleurenthema.
Wanneerukleurenthemaselecteertschakeltdekleurtussen
LichtenDonker.
Eenheidsinstellingen
Ukuntuwvoorkeurenspecicerenvoordemeeteenhedendieinalletoepassingenwordengebruikt.
Menu-itemOmschrijvingOpties
Afstandseenheden
Demeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtotafstand.
Nautischemijlen
NM&m(groteeenheden=nautischemijlen,
kleineeenheden=meter)
Landmijlen
Kilometers
Snelheidseenheden
Demeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtotsnelheid.
Knopen
MPH(mijlperuur)
KPH(kilometerperuur)
Diepte-eenhedenDemeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtotdiepte.
Voet
Meter
Vadem
TemperatuureenhedenDemeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtot
temperatuur.
Fahrenheit
Celsius
DrukeenhedenDemeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtotdruk.
Bar
PSI
Kilopascal
Volume-eenhedenDemeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtot
volume/inhoud.
Amerikaansegallons
Imperialgallons
Liter
Eenhedenbrandstofbesparing
Demeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtot
brandstofverbruik.
Afstandperinhoud
Inhoudperafstand
Literper100km
EenhedenwindsnelheidDemeeteenhedendiewordengebruiktinalletoepassingen
vanhetdisplayvoordewaardenmetbetrekkingtot
windsnelheid.
Knopen
Meterperseconde
Demeeteenhedenwijzigeninde
Gegevens-toepassing
GanaarhetmenuGegevensinstellingen:Menu>
Gegevensinstellingen.
1.SelecteerEenheidsinstellingen.
2.Selecteerhettypemeeteenheiddatuwiltveranderen.
3.Selecteerdenieuwemeeteenheid.
Deminimumenmaximummetingenresetten
Minimumenmaximummetingendiewordenweergegevenop
hetdisplaykunnenwordengeresetindeGegevenstoepassing.
DoehetvolgendeindeGegevenstoepassing,terwijdegegevens
dieuwiltresettenophetschermwordenweergegeven:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerGegevensresetten.
3.Selecteerhetgegevensitemdatuwiltresetten.
Demetingisgereset.
Opmerking:Demogelijkheidvoorresettenisalleen
beschikbaarvoorgegevensitemsdieopdatmomentophet
schermwordenweergegeven.
Allegegevenspagina'sresetten
Ukuntdegegevenspagina'svandeGegevens-toepassing
terugzettennaardefabrieksinstellingen.
OpenhetmenuAanpassen:Menu>Aanpassen.
1.SelecteerAllepagina'sresetten.
Erwordteenbevestigingsberichtweergegeven.
2.SelecteerJaomteresettenofNeeomdeactieteannuleren.
Opmerking:Deresetverwijdertookalleaangepaste
pagina's.Aangepasteinstellingenwordennietgewijzigd
Winddempinginstellenvanuitde
Gegevenstoepassing
Dempingsinstellingenbepalendesnelheidwaarmee
veranderingenindewindhoekenwindsnelheidworden
bijgewerktophetscherm.
GanaarhetmenuGegevensinstellingen:Menu>
Gegevensinstellingen.
1.SelecteerWindhoekdemping:
2.SelecteerWindsnelheiddemping:
Hetstandaarddempingsniveauis12.Debeschikbareniveaus
zijn1totenmet15,waarmee1delangzaamstebijwerkingen
15desnelsteis.
Hoofdstuk17:Cameratoepassing
Inhoudsopgave
17.1OverzichtenfunctiesCamera-toepassingoppagina250
17.2Decamera-invoerwijzigenoppagina251
17.3Devideostreamwijzigenoppagina251
17.4Meerderecamera-invoerkanalenweergevenmetKwadrant-weergaveoppagina252
17.5Cameraroterenoppagina252
17.6Camera-/video-invoerkanaleneennaamgevenoppagina253
17.7Hetvideobeeldaanpassenoppagina254
17.8Debeeldverhoudingselecterenoppagina254
17.9Eenlocatieselecterenomopnamenopteslaanoppagina255
17.10Opnemenenafspelenoppagina255
17.11Foto'smakenoppagina257
17.12Foto'sbekijkenoppagina258
17.13DeLED/hetlampjevaneencamerainschakelenoppagina259
Cameratoepassing
249
17.1Overzichtenfuncties
Camera-toepassing
AnalogeenIP-cameraen-video-invoerkanalenkunnenworden
bekekenmetbehulpvandeCamera-toepassing.Analoge
invoerkanalenmoetendirectwordenaangeslotenophet
display,IP-invoerkanalenmoetenbeschikbaarzijnophet
SeaTalk
hs
-netwerk.IP-camera-invoerkanalenkunnenworden
opgenomenenerkunnenfoto'swordengemaakt.
D12881-1
7 8
6
1 2 3 4 5
1
Camera-invoerkanaalnummergeefthethuidigeinvoerkanaal
enhetaantalbeschikbareinvoerkanalenaan
2
Opnamestatusgeeftaandatdecameratoepassingaanhet
opnemenisendeverstrekenopnametijd
3
Cameranaamgeeftdenaamvandecameradieopdit
momentwordtweergegeven
4
Opnemengeeftaandatdecameratoepassingaanhet
opnemenisenwelkinvoerkanaalwordtopgenomen
5
MenuopenthethoofdmenuvandeCamera-toepassing
6
RoterengeeftaanofhetroterenvaninvoerkanalenAanof
Uitstaat.
7
Videoopnementijdelijkpictogramophetschermvoor
hetstarten/stoppenvandeopname(alleendisplaysmet
touchscreen)
8Fotomakentijdelijkepictogramophetschermvoorhet
makenvaneenfoto(alleendisplaysmettouchscreen)
Belangrijk:
Multifunctioneledisplaysdienentezijningeschakeld
voordatviahetnetwerkaangeslotenIP-camera'sworden
ingeschakeld,hierdoorkanuwmultifunctioneledisplayeen
geldigIP-adrestoewijzenaandecamera('s).
AlseenIP-cameranietwordtgedetecteerd,probeerdande
camera('s)uitenaantezettenterwijlhetmultifunctionele
displayaanstaat.
FunctiesCamera-toepassing
Camera-ofvideo-invoerkanalen
wijzigen
17.2Decamera-invoerwijzigen
Doorbeschikbareinvoerkanalen
roteren.
17.5Cameraroteren
Meerdereinvoerkanalenweergeven
metKwadrant-weergave
17.4Meerderecamera-
invoerkanalenweergeven
metKwadrant-weergave
IP-camera-invoerkanalenopnemen
17.10Opnemenenafspelen
Opgenomenbeeldenafspelen.17.10Opnemenenafspelen
Foto'smakenvaneen
IP-camera-invoerkanaal.
Eenfotomaken
Afbeeldingenbekijken.
17.12Foto'sbekijken
Opmerking:Voorinformatieoverhetaansluitenvande
camera-/videobronencompatibelevideoformatenkunt
udesectieKabelsenaansluitingenraadplegeninde
installatie-instructiesvooruwproduct.
250
LightHouseMFDoperationinstructions
17.2Decamera-invoerwijzigen
Decamera-/video-invoerwijzigen
Alseropdisplaymodellenmettouchscreenmeerdan1invoer
beschikbaaris,kuntuwijzigenwelkeinvoerwordtweergegeven
dooroverhetschermtevegen.
D12598-2
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing.
1.Raakhetschermaanenveegmetuwvingeromhoogom
naardevolgendevideo-invoertegaan.
2.Raakhetschermaanenveegmetuwvingeromlaagom
naardevoorgaandevideo-invoertegaan.
Decamera-/video-invoerwijzigen
AlseropHybridT ouch-displaysofdisplayszondertouchscreen
meerdan1invoerbeschikbaaris,kuntuwijzigenwelkeinvoer
wordtweergegevenmetbehulpvanderichtingsregelaars.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing
1.BeweegdeRichtingsregelaaromlaagomdevolgende
video-invoerweertegeven.
2.BeweegdeRichtingsregelaaromhoogomdevorige
video-invoerweertegeven.
Decamera-/video-invoerwijzigenmetbehulp
vanhetmenu
Alsermeerdan1invoerbeschikbaaris,kuntumetbehulp
vanhetmenuinstellenwelkeinvoerwordtweergegevenophet
scherm.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerCameraweergave.
3.SelecteerCamera:.
4.Selecteerhetinvoerkanaaldatuwiltweergegeven.
17.3Devideostreamwijzigen
Wanneeraangeslotenopeencompatibelecameradiemeer
dan1videostreamtegelijkuitzendt,zoalsdeAX8thermische
camera,kuntuselecterenwelkestreamuwiltweergeven.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassingterwijldegewenste
invoervandecamerawordtweergegeven:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerAfbeeldingsmodus:
Erwordteenlijstweergegevenmetbeschikbarestreams,
bijv.:
ThermischeMSX
Thermisch
Zichtbaar
3.SelecteerdestreamdieuwiltweergevenopuwMFD.
Cameratoepassing
251
17.4Meerderecamera-invoerkanalen
weergevenmetKwadrant-weergave
WanneerereenIP-camerabeschikbaarisophetnetwerk,kande
Camera-toepassingwordeningesteldopKwadrant-weergave.In
Kwadrant-weergavekunnenmaximaal4camera-invoerkanalen
tegelijkertijdwordenweergegeven.
Kwadrant-weergavekanuitmaximaal4IP-invoerkanalenof1
analooginvoerkanaalen3IP-invoerkanalenbestaan.
OmKwadrant-weergaveinteschakelendoetuhetvolgendein
deCamera-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerCameraweergave.
3.SelecteerLayout:zodatKwadrant-weergavewordt
weergegeven.
4.Deeldeinvoerkanalenindooreeninvoerkanaalte
selecterenvoordemenu-optiesLinksboven,Rechtsboven,
LinksonderenRechtsonder.
Analogeinvoerkanalenkunnenalleenwordenweergegeven
indehoeklinksboven.
5.Dehoeklinksbovenkanookzowordeningesteld,dat
doorallebeschikbareanalogeenIP-invoerkanalenwordt
geroteerdmetbehulpvanderoteeroptiesinhetmenu
Linksboven.
Zie17.5Cameraroterenvoorinformatieoverhetroteren
vaninvoerkanalen.
Opnemen,foto'smaken,invoerkanaleneennaamgeven
enhetvideobeeldaanpassenwordennietondersteundin
deKwadrant-weergave,hetisechtermogelijkomoverte
schakelennaarKwadrant-weergaveterwijlwordtopgenomenin
Enkelvoudigeweergave.
Opmerking:MetuitzonderingvangSSeries-displaysisde
kwadrant-weergavenietbeschikbaaropMFD'smeteen9
inchofkleinerschermwanneerdeCamera-toepassingwordt
weergegevenopeenpaginametgesplitstscherm.
Opmerking:HetweergevenvanmeerdereIP-invoerkanalen
opmeerdereMFD'stegelijkkanertoelijdendatsommige
invoerkanalennietwordenweergegeven.
Deregelaarsophetschermgebruiken
Opdisplaysmettouchscreenzijnregelaarsaanwezigophet
schermomsnelteschakelentussenKwadrant-weergaveen
Enkelvoudigeweergave.
DoehetvolgendeinKwadrant-weergave:
1.Selecteerhetinvoerkanaal.
HetUitvouwen-pictogramwordtweergegeven.
2.SelecteerhetUitvouwen-pictogramomhetinvoerkanaalop
volledigschermweertegeven.
3.Selecteerhetinvoerkanaalvoorvolledigscherm.
HetKwadrant-weergave-pictogramwordt
weergegeven.
4.SelecteerhetKwadrant-weergave-pictogramomde
Camera-toepassingterugtezettennaarKwadrant-weergave.
17.5Cameraroteren
Wanneermeerdereinvoerkanalenbeschikbaarzijn,kande
Camera-toepassingzowordeningestelddathetautomatisch
langsdebeschikbareinvoerkanalenroteertmeteen
gespeciceerdeinterval.
Opmerking:Cameraroterenisnietbeschikbaarwanneerde
Camera-toepassingwordtweergegevenopeenpaginamet
gesplitstscherm.
Wanneercameraroterenisingeschakeld,roteertde
Camera-toepassingdoordebeschikbarevideo-invoerkanalen
vanhetdisplayendebeschikbareinvoerkanalenvandeviahet
netwerkaangeslotenIP-camera's.Deinvoerkanalenworden
geroteerdindevolgordewaarinzeinhetCamera-selectiemenu
staan:Menu>Camera-weergave>Camera:.Directe
video-invoerkanalenstaanbovenaandelijst,gevolgddoorde
viaeennetwerkverbondeninvoerkanalenvanIP-camera's.
Wanneerhetlaatsteinvoerkanaalvandelijstisweergegeven,
keertdeCamera-toepassingterugnaarheteersteinvoerkanaal
vandelijst.
Cameraroterenroteertlangsdeophetmultifunctioneledisplay
beschikbarevideo-invoerkanalen,zelfsalsergeeninvoerkanaal
isaangeslotenopdeingang(en).Wanneerergeeninvoerkanaal
aanwezigisopeenvideo-ingang,wordthetbericht‘Geen
videobronbeschikbaarweergegeven.Ukuntselecterenof
eenvideo-invoerkanaalwelofnietmoetwordenweergegeven
tijdenshetroterenvandecamera.
Hettijdsintervalwaariniedereinvoerwordtweergegeven
voordatwordtdoorgegaannaardevolgendeinvoerkanworden
ingesteld.
Roterenvandecamerainschakelen
Hetroterenvandecamerakanonafhankelijkworden
ingeschakeldinzoweldeEnkelvoudigeweergavealsinde
Kwadrant-weergave.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerCameraweergave.
3.SelecteerCameraroteren.
4.SelecteerCameraroteren:zodatAanisgemarkeerd.
DoorCameraroterenteselecterenwordthetroterenin-en
uitgeschakeld.
Wanneerhetmenuwordtafgesloten,roteertde
camera-toepassingmethetgedenieerdetijdintervaltussende
beschikbareinvoerkanalen.
Hettijdsintervalvoorhetroterenvande
camera
Hettijdsintervalwaariniedervideo-invoerkanaalwordt
weergegevenkanwordeningesteld.Hetgespeciceerde
tijdsintervalisvantoepassingophetroterenvandecamerain
EnkelvoudigeweergaveenKwadrant-weergave.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassingenterwijlCamera
roterenisingeschakeld:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerCameraweergave.
3.SelecteerCameraroteren.
4.SelecteerRoteerinterval.
Deregelaarvoorhetroteerintervalwordtweergegeven.
5.Steldeinstellinginophetgewenstetijdsinterval
Tijdenshetroterenvandecamerawordtiederinvoerkanaal
weergegevengedurendedegespeciceerdetijdvoordatwordt
verdergegaannaarhetvolgendeinvoerkanaal.
Video-invoerkanalenweergevenofverbergen
tijdenshetroterenvandecamera
Devideo-invoerkanalenvanuwmultifunctioneledisplay
wordenstandaardweergegeventijdenshetroteren,zelfs
alsergeeninvoerisaangesloten.Ukuntervoorkiezenom
video-invoerkanalenoptenemeninofuittesluitenbijhetroteren
252
LightHouseMFDoperationinstructions
vandecamera.Deopgenomenofuitgesloteninvoerkanalen
zijnvantoepassingopzoweldeEnkelvoudigeweergaveals
deKwadrant-weergave.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerCameraweergave.
3.SelecteerCameraroteren.
4.Selecteerdeoptie<Cameranaam>opnemen:voorhet
video-invoerkanaaldatuwiltWeergevenofVerbergen.
Doordeoptie<Cameranaam>opnemen:teselecteren
wordtgeschakeldtussenhetweergevenenverbergenvan
hetvideo-invoerkanaaltijdenshetroterenvandecamera.
Opmerking:Indebovenstaandestappenstaat
<Cameranaam>voordestandaardnaamvanhet
invoerkanaaldatwordtgeleverddoorhetaangesloten
apparaat,ofdeaangepastenaamdieistoegewezenaanhet
invoerkanaal.
Cameraroterenuitschakelen
Ukunthetroterenvandecameraopdehieronderbeschreven
manierenuitschakelen.
Doehetvolgendeindecamera-toepassingenterwijlcamera
roterenisingeschakeld:
1.SelecteerMenu>Cameraweergave>Cameraroteren>
Cameraroteren:zodatUitisgemarkeerd,of
2.Decamera-/video-invoerhandmatigwijzigen
17.6Camera-/video-invoerkanaleneen
naamgeven
Omonderscheidtekunnenmakentussenverschillende
camera-invoeren,kuntuiedereinvoereennaamgeven.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.Selecteerdeinvoerdieueennaamwiltgevenzodatdeze
wordtweergegevenophetscherm.
2.SelecteerMenu.
3.SelecteerAanpassen.
4.SelecteerNaambewerken.
Hetschermtoetsenbordwordtweergegeven.
5.Voerdenaaminvoordeinvoer.
6.SelecteerOPSLAANomdenieuwenaamvoordeinvoer
opteslaan.
Denaamvandeinvoerwordtweergegevenindestatusbalkvan
decameratoepassing.
Cameratoepassing
253
17.7Hetvideobeeldaanpassen
Wanneerhetaangeslotencamera-/video-apparaatofdevia
hetnetwerkaangeslotenIP-cameraditondersteunt,kuntude
afbeeldingsinstellingenaanpassen.
Doehetvolgendeindecameratoepassingwanneereen
video-invoerwordtweergegeven:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerAanpassen.
3.SelecteerContrast,HelderheidofKleur.
Denumeriekeregelaarwordtweergegeven.
4.Stelhetniveauinopdegewensteinstelling.
17.8Debeeldverhoudingselecteren
Wanneerhetaangeslotencamera-/video-apparaatofdevia
hetnetwerkaangeslotenIP-cameraditondersteunt,kuntude
beeldverhoudingveranderentussen4:3en16:9.
Doehetvolgendeindecameratoepassingwanneereeninvoer
wordtweergegeven:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerAanpassen.
3.SelecteerBeeldverhoudingzodat4:3of16:9wordt
geselecteerd.
254
LightHouseMFDoperationinstructions
17.9Eenlocatieselecterenom
opnamenopteslaan
OmbeeldenvaneenIP-camera-invoeroptenemenofaf
tespelenofeenscreenshottemaken,moetueenlocatie
selecterenwaarudezewiltopslaan.
Wanneermoetwordenopgeslagenopeengeheugenkaart,
zorgerdanvoordatereengeheugenkaartmetvoldoende
geheugenruimteindebetreffendekaartsleufzit.
Opmerking:Slabestandennietopeengeheugenkaartmet
cartograegegevensop.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerBestandenopslaannaar:.
4.Selecteerdelocatieindelijst:
SD1
SD2
Intern(standardwaarde)
UkuntSD1enSD2alleenselecterenalsereen
geheugenkaartindebetreffendesleufzit.
Opmerking:Alsuwmultifunctioneledisplayslechts
1kaartsleufheeft,danwordenalleenSD1enIntern
weergegeven.
17.10Opnemenenafspelen
DeCamera-toepassingkanwordengebruiktomlive-invoeropte
nemenvaneenaangesloteneenIP-camera.Deopnamekanop
iedermomentwordenafgespeeld.
DecameratoepassingneemtinvoeropvandeIP-camera
in.mp4-formaat,watkanwordenopgeslagenopeen
geheugenkaartofophetinternegeheugenvanhetdisplay.
DetitelbalkvandeCameratoepassinglaatdenaamzienvan
deinvoerdiewordtopgenomenenerwordteenopnametimer
weergegevenophetschermwaarmeedeverstrekentijdwordt
aangegeven.
EenIP-camera-invoeropnemen
OmdeinvoervaneenIP-cameraoptenemenvolgtude
onderstaandestappen.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerVideo's.
3.SelecteerOpnemen.
Deopnamebegint.
Terwijldecameratoepassingaanhetopnemenis,kuntuuw
multifunctioneledisplayzoalsgewoonlijkgebruiken,d.w.z.
eenanderecamera-invoerbekijken,terugkerennaarhet
Home-vensterofeenanderetoepassingopenen.Detoepassing
blijftdegeselecteerdeinvoeropnementotdatdeopnamewordt
gestoptoftotdathetgeheugenvandegeselecteerdelocatie
volis.
Opmerking:Opeendiscplaymettouchscreenkuntuook
eenopnamestartenmetbehulpvandepictogrammenophet
scherm.RaadpleeghethoofdstukSchermpictogrammen.
Geschatteopnametijden
Degeschatteopnametijdenzijnafhankelijkvanderesolutie
endeinstellingenvandeIP-camera,debelichtingende
beschikbaregeheugenruimte.
DeCAM200IPdieisingesteldopdestandaard
fabrieksinstellingenkanopnemenmeteensnelheidvan
ongeveer22,5MBperminuut,waardoormaximaal44minuten
kanwordenopgenomenbij1GBbeschikbaregeheugenruimte.
Opmerking:Opnamesenbeeldenkunnenworden
opgeslageninhetinternegeheugenvandeMFD,raadpleeg
deparagraafInterngeheugenvoordegeschattebeschikbare
geheugenruimte.
Interngeheugen
Multifunctioneledisplays(MFD's)hebbeneeninterngeheugen
datkanwordengebruiktvoorhetopslaanvanopgenomen
video'senfoto'sdiezijngemaaktmetdeCamera-toepassing.
Cameratoepassing
255
Deonderstaandetabelgeefteenoverzichtvandegeschatte
beschikbareinterngeheugenruimtevoorMFD'smet
LightHouse
TM
.
MFDvariant
Geschatte
beschikbareinterne
geheugenruimte
Geschatte
opnametijd
(CAM200IP)
aSeries2GB
88,8minuten
cSeries2GB
88,8minuten
eSeries(met
uitzonderingvane165)
2GB
88,8minuten
e165
6GB
266,6minuten
gSSeries14GB
622,2minuten
eSSeries6GB
266,6minuten
Opmerking:
Dehierbovengenoemdebeschikbareinterne
geheugenruimteisgebaseerdopMFD'sdiezijn
geproduceerdvanafmei2014.Debeschikbare
geheugenruimteopdisplaysdievóórdezedatumzijn
geproduceerdkanhiervanafwijken.
Debeschikbareinternegeheugenruimtekanworden
gewijzigdzondervoorafgaandekennisgeving.
Dehierbovengenoemdegeschatteopnametijdenzijn
gemetenmeteenCAM200IPdiewasingesteldopde
standaardresolutievan720p.Eenhogerebeeldresolutieen
anderefactorenzoalsdebelichtingkunnenvaninvloedzijn
opdeomvangvanhetbestandendaardoordebeschikbare
opnametijdverlagen.
Opnemenstoppen
Deopnamekanopiedermomentwordengestopt.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerVideo's.
3.SelecteerStop.
Hetbestandisopgeslagenenhetbevestigingsvenster'Video
opgeslagen'wordtweergegeven.
4.SelecteerOKomtebevestigen,Afspelenomhet
opgeslagenbestandaftespelenofVerwijderenomhet
bestandtewissen.
Hetbevestigingsvensterwordtautomatischna5seconden
gesloten.
Eenvideobestandafspelen
Ukuntvideo'safspelenmetdeCamera-toepassing.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerVideo's.
3.SelecteerWeergave.
DeMijnbestanden-browserwordtgeopend.
4.Zoekhetvideobestandopdatuwiltbekijken.
VideobestandenwordeninternopgeslageninIntern>
Gebruikersgegevens>Videobestanden.
Videobestandenwordenopeengeheugenkaartopgeslagen
inSD-kaart-#>Raymarine>Videobestanden.
5.Selecteerhetvideobestand.
Hetdialoogvenstermetbestandsoptieswordtweergegeven.
6.SelecteerVideoafspelen.
Hetvideobestandwordtafgespeeld.
UkuntookvideoclipsafspelenvanuithetmenuMijngegevens
vanafhetBeginscherm:Beginscherm>Mijngegevens>
Mijnbestanden.
Videobestandenverplaatsenenkopiëren
Ukuntbestandentussenhetinternegeheugenvanuw
displayengeheugenkaartenkopiërenenverplaatsendoorde
onderstaandestappentevolgen.
Zorgervoordatereengeheugenkaartindekaartlezeris
geplaatst.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerVideo's.
3.SelecteerWeergave.
DebrowserMijnbestandenwordtgeopend.
4.Zoekhetbetreffendevideobestandop.
VideobestandenwordeninternopgeslageninIntern>
Gebruikersgegevens>Videobestanden.
Videobestandenwordenopeengeheugenkaartopgeslagen
inSD-kaart-#>Raymarine>Videobestanden.
5.Selecteerhetvideobestand.
Hetdialoogvenstermetbestandsoptieswordtweergegeven.
6.SelecteerVerplaatsenofKopiëren.
7.Bevestigdelocatiewaarnaaruhetbestandwiltverplaatsen
ofkopiëren.
Erwordteenvoortgangsindicatorweergegeven,bijv.:
Wanneerdebewerkingisvoltooid,wordteen
bevestigingsberichtweergegeven.
8.SelecteerOK.
256
LightHouseMFDoperationinstructions
17.11Foto'smaken
Wanneereencamera-invoervaneenIP-camerawordt
weergegeven,kuntueenscreenshotopnemen.
Foto'skunnenopdevolgendemanierenwordengenomen:
Fotomakendirectfotomaken.
Timerukuntervoorkiezende
fotona5,10of30secondennade
selectietemaken.
Opafstandukunteendraadloze
afstandsbedieninggebruiken(bijv.
deRCU–3)omeenfototemaken.
Eenfotomaken
Omeenfototemakenvanwatopdatmomentwordt
weergegevenindeCamera-toepassingvolgtudeonderstaande
stappen.
Wanneermoetwordenopgeslagenopeengeheugenkaart,
zorgerdanvoordatereengeheugenkaartmetvoldoende
geheugenruimteindebetreffendekaartsleufzit.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassingwanneereen
IP-camera-invoerwordtweergegeven:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerFoto's.
3.SelecteerFotomaken.
Defotowordtopgeslagenenerwordteendialoogvenster
weergegevenvoorbevestigingwaarineenpreviewvande
genomenfotowordtweergegeven.
4.SelecteerOKomtebevestigen.
5.SelecteerBekijkenomdefotoopvolledigschermte
bekijken.
6.SelecteerVerwijderenomdefototeverwijderen.
Opmerking:Opeendisplaymettouchscreenkuntuookeen
fotomakenmetbehulpvandepictogrammenophetscherm.
RaadpleeghethoofdstukSchermpictogrammen.
Eenfotomakenmetbehulpvandetimer
Omeenfototemakennaeenbepaaldetijdvolgtude
onderstaandestappen.
Wanneermoetwordenopgeslagenopeengeheugenkaart,
zorgerdanvoordatereengeheugenkaartmetvoldoende
geheugenruimteindebetreffendekaartsleufzit.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerFoto's.
3.SelecteerTimer.
4.SelecteerVertraging.
Erwordteenlijstmetvertragingenweergegeven:
5s
10s
30s
5.Selecteereenintervalindelijst.
6.SelecteerTimerstarten.
Defotowordtgemaaktnadatdegespeciceerdevertraging
isverstreken.Erwordteendialoogvensterweergegeven
voorbevestigingwaarineenpreviewvandegenomenfoto
wordtweergegeven.
7.SelecteerOKomtebevestigen.
8.SelecteerBekijkenomdefotoopvolledigschermte
bekijken.
9.SelecteerVerwijderenomdefototeverwijderen.
Eenfotomakenmetbehulpvande
afstandsbediening
OmeenfototemakenmetdeRaymarine-afstandsbediening
volgtudeonderstaandestappen.
Wanneermoetwordenopgeslagenopeengeheugenkaart,
zorgerdanvoordatereengeheugenkaartmetvoldoende
geheugenruimteindebetreffendekaartsleufzit.
1.ZorgervoordatuwdraadlozeRaymarine-afstandsbediening
isgekoppeldmethetmultifunctioneledisplayenwerkt.
2.SelecteerMenuvanuitdeCamera-toepassing.
3.SelecteerFoto's.
4.SelecteerAfstandsbediening.
HetdialoogvensterAfstandsbedieningwordtweergegeven.
5.Drukopeenwillekeurigeknopopdeaangesloten
afstandsbedieningomeenfototemaken.
Defotowordtopgeslagenenerwordteendialoogvenster
weergegevenvoorbevestigingwaarineenpreviewvande
fotowordtweergegeven.
6.SelecteerOKomtebevestigen.
7.SelecteerBekijkenomdefotoopvolledigschermte
bekijken.
8.SelecteerVerwijderenomdefototeverwijderen.
Pictogrammenophetscherm
Opmultifunctioneledisplaysmettouchscreenkuntuiedereplek
ophetschermaanrakenomdepictogrammenophetscherm
weertegeven
Depictogrammenophetschermkunnenwordengebruiktvoor
hetstarten/stoppenvaneenopnameofhetmakenvaneenfoto.
Cameratoepassing
257
Pictogramopnemen
Pictogramopnemenstoppen
Pictogramfotomaken
Depictogrammenophetschermwordenna5seconden
gesloten.
Depictogrammenophetschermgebruiken
1.SelecteerhetOpnemen-pictogramommetdeopnamete
beginnen.
2.SelecteerhetOpnemenstoppen-pictogramomdeopname
testoppen.
3.SelecteerhetFotomaken-pictogramomeenfototemaken.
17.12Foto'sbekijken
Kuntfoto'sdieuhebtgemaaktbekijkendoordeonderstaande
stappentevolgen.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerFoto's.
3.SelecteerWeergave.
DebrowserMijnbestandenwordtgeopend.
4.Zoekdefotodieuwiltbekijkenop.
Foto'swordeninternopgeslageninIntern>
Gebruikersgegevens>Afbeeldingsbestanden.
Foto'swordenopeengeheugenkaartopgeslagenin
SD-kaart-#>Raymarine>Afbeeldingsbestanden.
5.Selecteerhetbestand.
Hetdialoogvenstermetbestandsoptieswordtweergegeven.
6.SelecteerAfbeeldingbekijken.
Defotowordtweergegevenophetscherm.
UkuntookafbeeldingenbekijkenvanuithetmenuMijngegevens
vanafhetHome-venster:Home-venster>Mijngegevens>
Mijnbestanden.
Foto'sverplaatsenenkopiëren
Ukuntbestandentussenhetinternegeheugenvanuwdisplay
eninhetapparaatgeplaatstegeheugenkaartenkopiërenen
verplaatsen.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassing:
1.Zorgervoordatueengeheugenkaarthebtgeplaatst(GEEN
cartograschekaartmodule)ineenmodulesleuf.
2.SelecteerMenu>Foto's>Weergeven.
DeMijnbestanden-browserwordtgeopend.
3.Bladernaardegewenstefoto.
Foto'swordeninternopgeslageninIntern>
Gebruikersgegevens>Afbeeldingsbestanden.
Foto'swordenopeengeheugenkaartopgeslagenin
SD-kaart-#>Raymarine>Afbeeldingsbestanden.
4.Selecteerhetbestand.
Hetdialoogvenstermetbestandsoptieswordtweergegeven.
5.SelecteerVerplaatsenofKopiëren.
6.Bevestigdelocatiewaarnaaruhetbestandwiltverplaatsen
ofkopiëren.
Wanneerdebewerkingisvoltooid,wordteen
bevestigingsberichtweergegeven.
7.SelecteerOK.
258
LightHouseMFDoperationinstructions
17.13DeLED/hetlampjevaneen
camerainschakelen
Wanneeraangeslotenopeencompatibelecameradie
overeenLED-lampjebeschikt,zoalsdeAX8thermische
camera,kuntudeLEDaanenuitzettenmetbehulpvanhet
Camera-toepassingsmenu.
DoehetvolgendeindeCamera-toepassingterwijldegewenste
invoervandecamerawordtweergegeven:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerAanpassen.
3.SelecteerLicht:zodatAanisgeselecteerd.
Cameratoepassing
259
260
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk18:Toepassingvandethermischecamera
draai/kantel-camera's
Inhoudsopgave
18.1Overzichtvandetoepassingthermischecamera.oppagina262
18.2Beeldvandethermischecameraoppagina262
18.3Instellenencontrolerenvandethermischecameraoppagina263
18.4Overzichtbedieningoppagina264
18.5Camerabesturingoppagina264
18.6Beeldinstellingenoppagina267
18.7Draai/kantel-cameranieuwecamera-interfaceoppagina269
18.8ModiHoogvermogenenHoogkoppeloppagina272
18.9Draai/kantel-cameraoudecamera-interfaceoppagina273
Toepassingvandethermischecamera
draai/kantel-camera's261
18.1Overzichtvandetoepassing
thermischecamera.
Metdetoepassingthermischecamerakuntueenaangesloten
thermischecamerabedienenenhetbeeldervanweergeven
opuwmultifunctioneledisplay.
Metcamera'smetthermischbeeld(ookbekendalsinfrarood)
kuntugoedzieninomstandighedenmetweinigofgeenlicht.
Eenthermischecamerakanubijvoorbeeldhelpen'snachtste
navigerenofobstakelsteidenticereningebiedenmetweinig
zichtofzelfsinvolledigeduisternis.
Metdethermischetoepassingkuntu:
Decamerabesturen:
Draaien.
Kantelen.
Zoomen(bereik).
Decameraterugzetteninde“home”-positie
(uitgangspositie).
Decameraindeuitgangspositiezetten.
Hetbeeldvandecamerapauzeren.
Schakelentussendethermischeenzichtbaar-licht
cameralenzen
Schakelentussenbewakingsmodi.
Hetcamerabeeldaanpassen:
Kleurenpalet.
Voorkeursthema's.
Helderheid.
Contrast.
Kleur.
Videopolariteit(omgekeerdevideokleur).
Tonenvandethermischecamera-applicatie:
Wanneerhetstartschermwordtweergegeven:
1.Selecteereenpagina-icoonwaaropdethermischecamera-
applicatiestaat.
Decamera-applicatiewordtgetoond.
Opmerking:AlshetstartschermGEENpagina-icoon
bevatmetdethermischecamera-applicatie,dient
ueennieuwpagina-icoonaantemakenmetde
thermischecamera-applicatie.
18.2Beeldvandethermischecamera
Dethermischecamerageefteenvideobeelddatwordt
weergegevenopuwdisplay.
Devideo-invoerlevert:
Thermischbeeld.
Statuspictogrammen/systeeminformatie.
Uzoudetijdmoetennemenomuzelfvertrouwdtemakenmet
hetthermischebeeld.Dithelptuoptimaalgebruiktemaken
vanuwsysteem:
Bedenkbijiederobjectdatuziethoeheter“thermisch”uitzou
zien,vergelekenmethetbeelddatumethetbloteoogziet.
Letbijvoorbeeldopveranderingendiewordenveroorzaakt
doorwarmte-effectenvandezon.Dezezijnmetnamedirect
nazonsondergangbijzonderduidelijk.
Experimenteermetdewit-heet-enzwart-heet-modi
(omgekeerdevideo).
Experimenteerdoortekijkennaarwarmeobjecten(zoals
mensen)endezetevergelijkenmetdekoudereomgeving.
Experimenteermetdecameravoorgebruikoverdag.De
camerakanookbeterbeeldgevenoverdag,inomgevingen
waarhetbeeldvaneentraditionelevideocameratekortschiet,
zoalsindeschaduwofmettegenlicht.
Statuspictogrammenthermischecamera
Hetbeeldvandethermischecamerabevatpictogrammen
waarmeedehuidigestatusvandecamerawordtaangegeven.
PictogramOmschrijving
Indicatorcamerarichting.
Uitgangspositiecamera.
Cameragepauzeerd.
Voorkeursthemamodusvooromstandigheden
'snachts.
Voorkeursthemamodusvooromstandigheden
overdag.
Voorkeursthemamodusvoordocking'snachts.
Voorkeursthemamodusvoorhetidenticeren
vanmensenofobjecteninhetwater.
262
LightHouseMFDoperationinstructions
PictogramOmschrijving
Achteruitkijkmodus-hetbeeldwordthorizontaal
omgekeerd.
Zoom-instelling:2xzoom.
Zoom-instelling:4xzoom.
Eénactievebesturingopnetwerk.
Meerdereactievebesturingenopnetwerk.
PC/laptopgedetecteerdopnetwerk.
Puntmodusingeschakeld.
Puntmodusuitgeschakeld.
Stabilisatieuit.
Stabilisatieaan.
FFC(FlatFieldCorrection)
Decameravoertperiodiekeenvlakveldcorrectie(FlatField
Correction,FFC)uit.Hierdoorwordthetthermischebeeldjn
afgestemdenaangepastaandehuidigeomgevingstemperatuur.
DeFFCwordtaangegevendooreenkorteonderbrekingeneen
groenerechthoekdiewordtweergegevenindelinkerbovenhoek
vanhetthermischevideobeeld.
18.3Instellenencontrolerenvande
thermischecamera
Omdecorrectewerkingvandethermischecamerate
garanderendientudebelangrijkstefunctiesvandecamerainte
stellenentecontroleren.
Voordatuverdergaatdientuerzekervantezijndatdecamera
correctisaangesloten,overeenkomstigdemeegeleverde
instructies.AlsuwsysteemdeoptioneleJoystickControlUnit
(JCU)enPoE-injector(PoweroverEthernet)bevat,dientuer
zekervantezijndatdezeunitsookcorrectzijnaangesloten.
Decamerainstellen
Udienthetvolgendetedoen:
Hetbeeldaanpassen(contrast,helderheid,etc.).
Decamerabewegingcontroleren(draai-enkantelfunctiesen
uitgangspositie)(wanneervantoepassing).
Hetbeeldvandethermischecamera
aanpassen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerAdjustContrast(Contrastaanpassen).
3.SelecteerdegewensteoptiesvoorContrast,Helderheidof
Kleur.
Debetreffendenumeriekeregelaarwordtweergegeven.
4.Steldewaardeinopdegewensteinstelling.
5.SelecteerTerugofOKomdenieuwewaardetebevestigen.
Toepassingvandethermischecamera
draai/kantel-camera's263
18.4Overzichtbediening
Detoepassingvandethermischecameraisbeschikbaarop
compatibeleRaymarinemultifunctioneledisplaysensystemen.
Hetbevatbedieningvandethermischecamera.
Draaiknop
Beeldin-/uitzoomen.
Joystick
Camerakantelenendraaien
Opmerking:Op
touchscreen-displayskuntook
hettouchscreengebruikenomde
cameratekantelenentedraaien.
Doormenu'snavigeren
OK
Menuselectiebevestigen
CANCEL/BackSelectieannuleren
RANGEIN/OUTBeeldin-/uitzoomen.
18.5Camerabesturing
Aanzettenenstand-by
Wanneerdestroomonderbrekervoordevoedingnaarde
camerawordtingeschakeld,doorlooptdecameraeen
opstartprocedurevanongeveer1minuut,daarnagaatde
camerainStand-by-modus.
Ommetdecameratekunnenwerkendientuhemuitde
stand-bymodustehalenmetbehulpvandecamerabesturingen.
Standbythermischecamera
Destandby-moduskangebruiktwordenomdefunctiesvande
thermischecameratijdelijkuitteschakelenwanneerdecamera
eenlangereperiodenietgebruiktwordt.
Metdecamerainstandby-modus:
krijgtuGEENlivevideobeeld;
gaatdecameranaarde"opslag"(parkeer)stand(lensnaar
benedenindeonderkantvandecamera)omdelenzenvan
decameratebeschermen;
wordendepan/kantelmotorengeactiveerdomdecamerabij
ruwezeeopzijnplaatstehouden.
Opmerking:De"opslag"(parkeer)standkangecongureerd
wordenmethetsetup-menuvandecamera.
Destand-bymodusvandethermischecamerainschakelen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.GebruikhetStand-by-menu-itemomdecamerainenuitde
stand-bymodusteschakelen.
Opmerking:Ukuntookéénvandecameraknoppeninde
thermischecamera-toepassinggebruikenomdecamera
"wakker"temakenuitdestand-bymodus.
Draaien,kantelenenzoomen
Metdecamerabesturingenkuntudecameradraaienen
kantelen(elevatie),enukuntinzoomenophetthermischebeeld
(uitvergroten).
D119 73-1
Continu360ºdraaien.
Kantelen(elevatie)tot±90ºtenopzichtevandehorizon.
Inzoomenophetthermischecamerabeeld(uitvergroten).
264
LightHouseMFDoperationinstructions
Opmerking:GestabiliseerdemodellenvandeT-serie
thermischecamera'shebbeneencontinuezoomfunctie,
niet-gestabiliseerdemodellenkunnenschakelentussenx2-
enx4-vergroting.
Draaienenkantelenvanhetthermischebeeld
Opeenmultifunctioneeldisplaymettouchscreenkuntuhet
beeldvandethermischecameradraaienenkantelenmet
behulpvanhetT ouchscreen.
Beweeguwvingeromhoogenomlaagoverhetschermom
decameranaarbovenennaarbenedentekantelen.
Beweeguwvingernaarlinksennaarrechtsoverhet
schermomdecameranaarlinksennaarrechtstedraaien
(panning).
Draaien,kantelenenzoomenvanhetthermischebeeld
Opeenmultifunctioneeldisplaymetfysiekeknoppenofwanneer
ueentoetsenbordopafstandgebruikt,kuntuhetbeeldvande
thermischecameradraaien,kantelenenzoomenmetbehulp
vandeUniControl.
Insommigeomstandighedenkuntubeterdedraaiknopen
joystickvanUniControlgebruikenomdeweergavevan
dethermischecameraaantepassen.Dezemethodeis
bijvoorbeeldideaalvooreennauwkeurigebedieningvande
cameraenisinhetbijzonderhandigopruwezee.
UniControl-joystickwordtgebruiktvoorhetnaarlinksen
rechtsdraaienvandecamera(panning),ofomdecamera
naarbovenofnaarbenedentekantelen(tilting).
UniControl-draaiknopwordtgebruiktvoorin-en
uitzoomen.
Uitlijnenmetmobieleapparaat
WanneerudeRayControlofdeRayRemotemobieleapp
gebruikt,kanuwaangeslotenmobieleapparaatwordengebruikt
omhetbeeldvandethermischecameratepositioneren.
Vereisten:
EriseencompatibeleRaymarine
®
/FLIR
®
draai/kantel-
thermischecameravereist
Uwmobieleapparaatmoeteeningebouwdkompas
(magnetometer)hebben.
Uwmobieleapparaatmoetzijnverbondenmetde
Wi-Fi-verbindingvanhetMFDdatisverbondenmetde
thermischecamera.
Opuwmobieleapparaatmoetdemeestrecenteversievan
deRayRemoteofRayControlAppzijngeïnstalleerd.
D13272-1
1.StartdeRayRemoteofRayControlApp.
2.ZorgervoordatdetoepassingvandeThermischecamerais
geopendopuwMFD.
3.Zorgervoordatdetoepassingvandethermischecamera
wordtweergegevenopuwmobieleapparaatenselecteer
Bewegingssynchronisatie.
Dethermischecameradraaitenkanteltnuautomatischin
dezelfderichtingalsuwmobieleapparaat.
Uitgangspositiethermischecamera
Deuitgangspositieiseenvooringesteldepositievandecamera.
Deuitgangspositiedenieertnormaalgesprokeneenbruikbaar
referentiepunt,bijvoorbeeldrechtvooruitenopéénlijnmet
dehorizon.Ukuntdeuitgangspositiezonodiginstellenen
decameraopiedermomentnaardeuitgangspositielaten
terugkeren.
Het"Home"-pictogramwordtkortweergegevenop
hetschermwanneerdecameraterugkeertnaarzijn
uitgangspositie.Hetpictogramknippertwanneerereen
nieuweuitgangspositieisingesteld.
Hetterugzettenvandethermischecameranaarde
uitgangspositie
Wanneeraangeslotenopeenthermischedraai/kantel-camera,
kandeuitgangspositievandecamerawordeningesteld.
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerCameraHome(Uitgangspositiecamera).
Decamerakeertterugnaarzijnvastgelegdeuitgangspositie
enhet"Home"-pictogramverschijntkortophetscherm.
Hetinstellenvandeuitgangspositievandethermische
camera
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.GebruikdejoystickofhetTouchscreenomdecamerate
verplaatsennaardegewenstepositie.
2.SelecteerMenu.
3.SelecteerInstellingencamera.
4.SelecteerUitgangspositieinstellen.
Het“Home”-pictogramknippertophetschermomaante
gevendatereennieuweuitgangspositieisingesteld.
Hetbeeldvandethermischecamera
pauzeren
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldpauzeren.
Toepassingvandethermischecamera
draai/kantel-camera's265
Toezichtmodusthermischecamera
Indetoezichtmodusdraaitdecameracontinunaarlinksennaar
rechts.
Decamerablijftdraaientotdatdetoezichtmoduswordt
uitgeschakeldofdecamerabedieningwordtgebruiktomde
cameratebewegen.Wanneerdithetgevaliskeertdecamera
nietautomatischterugnaardetoezichtmodus,dezemodus
dientwanneernodigopnieuwtewordeningeschakeld.
Detoezichtmodusvandethermischecamerain-en
uitschakelen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldopties.
3.Gebruikhetmenu-itemToezichtomdeoptieAanofUitte
selecteren.
Instellingentoezichtmodus
Descanbreedteenscansnelheidkunnenwordenaangepast.
Scanbreedte
Descanbreedtebepaaltdeafstanddiedecameranaarlinksen
rechtsdraaitindetoezichtmodus.
Scansnelheid
Descansnelheidbepaaltdesnelheidwaarmeedecameranaar
linksenrechtsdraaitindetoezichtmodus.
Descanbreedteinstellen
Descanbreedtevandetoezichtmoduskanwordenaangepast
doordeonderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingencamera.
3.SelecteerToezichtinstellingen.
4.SelecteerScanbreedte.
Deoptiesvoordescanbreedtewordenweergegeven:
Smaldecamerascantongeveer20ºnaarlinksennaar
rechtsvanhetmidden(40ºtotaal).
Gemiddelddecamerascantongeveer40ºnaarlinks
ennaarrechtsvanhetmidden(80ºtotaal).
Breed-decamerascantongeveer80ºnaarlinksennaar
rechtsvanhetmidden(160ºtotaal).
5.Selecteerdegewensteoptie.
Descansnelheidinstellen
Descansnelheidvandetoezichtmoduskanwordenaangepast
doordeonderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingencamera.
3.SelecteerToezichtinstellingen.
4.SelecteerScansnelheid.
Deoptiesvoordescansnelheidwordenweergegeven:
Langzaam
Gemiddeld
Snel
5.Selecteerdegewensteoptie.
Stabilisatievandethermischecamera
DeRaymarineT470SCenT473SCthermischecameraheeft
eenmechanischestabilisatiefunctie.
Demechanischestabilisatiefunctieverbetertdestabiliteitvan
hetbeelddoordebewegingvanhetschiptecompenserenen
decameragerichttehoudenophetpuntwaarnaaruwiltkijken.
Mechanischestabilisatieheefttweeaspecten:horizontaal
(azimuth)enverticaal(elevatie).Standaardisdemechanische
stabilisatieingeschakeld,watzorgtvoordebesteprestaties
ophetwaterwanneerhetschipvaartopruwezeeofbijhoge
golven.Ukuntdestabilisatiewanneerumaarwiltin-en
uitschakelen.Wanneerudevolledigestabilisatieinschakelt
(horizontaalenverticaal),danknipperthetpictogramStabilisatie
aan(geengolf).Hetwordtnietpermanentweergegeven,omdat
ditdenormalegebruiksmodusis.Wanneerudestabilisatie
uitschakeltblijfthetpictogramStabilisatieuit(golf)opuw
schermstaanomueraanteherinnerendatdebewegingen
vanhetschipdewerkingvandecamerakunnenbeïnvloeden.
Ditisnietdegebruikelijkemaniervanwerken.Destabilisatie
wordtautomatischuitgeschakeldwanneerdecamerawordt
weggeborgen,maarhetsysteemzetuwinstellingterugwanneer
decamerawordtaangezet.Ukuntdehorizontalestabilisatie
(draaien)uitschakelenterwijldekantelstabilisatieingeschakeld
blijftdoordepuntmodusinteschakelen.
Stabilisatieinschakelen/uitschakelen
Stabilisatieisstandaardingeschakeld.Ukuntstabilisatieop
iedermomentin-ofuitschakelendoordeonderstaandestappen
tevolgen.
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingencamera.
3.SelecteerStabilisatiemodus.
WanneeruStabilisatieselecteertwordtdestabilisatieAan
enUitgeschakeld.
Puntmodusthermischecamera
Depuntmodusisalleenvantoepassingopthermischecamera's
metmechanischestabilisatie.
Hetinschakelenvandepuntmodusheeftalleenzinwanneer
stabilisatieisingeschakeld.Wanneerudepuntmodusinschakelt
wordtdehorizontalestabilisatie(draaien)uitgeschakeldterwijl
deverticalestabilisatie(kantelen)blijftingeschakeld.Ditkan
handigzijnwanneerudethermischecamerawiltgebruiken
alshulpmiddelbijhetnavigerenendecameragerichtwilt
houdenopdezelfdepositietenopzichtevanhetschipwanneer
hetschipdraait.Ukuntdestabilisatiebijvoorbeeldhebben
ingeschakeldendecamerahebbeningesteldopeenpunt
rechtvooruitinverhoudingtotdevoorkantvanhetschip.Als
hetschipindezesituatieeenscherpebochtmaakt,volgt
decamerasensorderichtingvanhetschipniet.Doorde
puntmodusinteschakelenblijftdecamerasynchroonmetde
richtingvanhetschipterwijlhijweleenstabieleelevatiepositie
behoudt.Wanneerdepuntmodusisingeschakeld,wordteen
slot-pictogramweergegeven.Deazimuthpositievandecamera
isnuvergrendeldopdebasis.Wanneerudepuntmodus
uitschakelt,wordtkorthetontgrendelpictogramweergegeven.
Decamerastartaltijdopmetdepuntmodusuitgeschakeld.
Puntmodusinschakelen/uitschakelen
Puntmodusisstandaarduitgeschakeld.WanneerStabilisatie
isingeschakeldkuntudepuntmodusookopiedermoment
inschakelendoordeonderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingencamera.
3.SelecteerPuntmodus.
Wanneerupuntmodusselecteertwordtgeschakeldtussen
puntmodusAanenUit.
266
LightHouseMFDoperationinstructions
18.6Beeldinstellingen
Hetbeeldvandethermischecamera
aanpassen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerAdjustContrast(Contrastaanpassen).
3.SelecteerdegewensteoptiesvoorContrast,Helderheidof
Kleur.
Debetreffendenumeriekeregelaarwordtweergegeven.
4.Steldewaardeinopdegewensteinstelling.
5.SelecteerTerugofOKomdenieuwewaardetebevestigen.
Vooringesteldethema'svandethermische
camera
Metvooringesteldethema'skuntusneldebeste
beeldinstellingenselecterenvoordehuidigeomstandigheden.
Tijdensnormaalgebruikpastdethermischecamerazichzelf
automatischaanomeenhoog-contrastbeeldtegenereren
datisgeoptimaliseerdvoordemeesteomstandigheden.De
vooringesteldethema'sbieden4extrainstellingendieeenbeter
beeldgeveninbepaaldeomstandigheden.De4modizijn:
Beweging'snachtsvooringesteldethemamodus
vooromstandigheden'snachts.
Bewegingoverdagvooringesteldethemamodus
vooromstandighedenoverdag.
Docking'snachtsvooringesteldethemamodus
voordocken'snachts.
Zoekenvooringesteldethemamodusvoorhet
identicerenvanmensenofobjecteninhetwater.
Hoeweldenamenvandevoorinstellingenaangevenwaarvoor
zebedoeldzijn,kunnenbijvariërendeomstandigheden
andereinstellingendevoorkeurhebben.Hetvooringestelde
thema'Beweging'snachts'kanookhandigzijnineenhaven.
Hetkannuttigzijnteexperimenterenmetdeverschillende
vooringesteldethema'somdebestevoorinstellingtevinden
voorgebruikinverschillendeomstandigheden.
Hetvoorkeursthemavandethermischecamerawijzigen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldopties.
3.GebruikhetmenuThemaomwanneernodigteschakelen
tussendebeschikbarevoorkeursthema's.
Kleurenmodivandethermischecamera
Eriseenaantalkleurenmodibeschikbaar,dieuhelpende
objectenophetscherminverschillendeomstandighedente
onderscheiden.
Doordekleurenmodusteveranderenschakelthetbeeldvande
thermischecameratusseneengrijsschaalmodusen1ofmeer
kleurenmodi.Erzijn5kleurenmodibeschikbaar.
Defabrieksinstellingvoordekleurenmodusiswit,waardooruw
zicht'snachtskanverbeteren.Dezestandaardmoduskan
zonodigwordenveranderdmetbehulpvanhetVideoSetup
(Video-instellingen)-menuvandecamera.
Opmerking:WanneerudeoptieDisableColorThermalVideo
(Kleurenthermischevideouitschakelen)hebtgeselecteerdin
hetVidoeSetup(Video-instellingen)-menu,zijnslechts2
kleurenmodibeschikbaar-grijsschaalenrood.
Dekleurenmodusvandethermischecamerawijzigen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldopties.
3.Gebruikhetmenu-itemKleuromwanneernodigte
schakelentussendebeschikbarekleurpaletten.
Omgekeerdevideovandethermische
camera
Ukuntdepolariteitvanhetvideobeeldomdraaienomde
weergavevanobjectenophetschermteveranderen.
Deoptieomgekeerdevideo(videopolariteit)schakelthet
thermischebeeldvanwit-heet(ofrood-heetalsdeinstelling
kleurenmodusactiefis)naarzwart-heet.Hetverschiltussen
wit-heetenzwart-heetwordthierondergetoond:
Wit-heetthermischbeeld.
Zwart-heetthermischbeeld.
Hetkanhandigzijnmetdezeoptieteexperimenteren,omde
instellingtevindendiehetbesteaansluitopuwbehoeften.
Deomgekeerdevideoweergavevandethermischecamera
inschakelen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldopties.
3.SelecteerOmgekeerdevideoweergave.
Toepassingvandethermischecamera
draai/kantel-camera's267
Gebruikmetthermischedetectieenzichtbaar
licht
Thermischecamera'smet“dualpayload”zijnuitgerustmet2
camera'seenthermischbeeld(infrarood)cameraeneen
zichtbaar-lichtcamera.
Thermischecamera
geeft'snachts
beelden,opbasisvan
temperatuurverschillen
tussenobjecten.Thermische
beeldenzorgenvooreen
helderbeeld,zelfsintotale
duisternis.
Zichtbaar-lichtcamera
geeftzwart-wit(of
grijsschaal)beeldenoverdag
eninomstandigheden
metweiniglicht.Hij
helptbijhetnavigeren
inomstandighedenmet
weiniglicht,bijvoorbeeld
indeschemering
tijdenshetvarenlangs
kustverbindingswaterwegen
enindebuurtvan
haveningangen.
Opmerking:De
T470SCende
T473SChebbeneen
kleurencameraen
continuezoomlens.
Schakelentussendethermischeenzichtbaar-licht
cameralenzen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldopties.
3.Gebruikhetmenu-itemBeeldtypeomteschakelentussen
deweergavenIRenzichtbaarlicht.
Achteruitmodusthermischecamera
Deachteruitmodusdraaithetvideobeeldhorizontaalengeeft
zoeen"spiegelbeeld".
Ditisbijvoorbeeldhandiginsituatieswaarindecameranaar
achterengerichtisenuhetbeeldzietopopeennaarvoren
gerichtemonitor.
Deachteruitkijkmodusvandethermischecamera
inschakelen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldopties.
3.SelecteerAchteruitkijken.
Zwenkennaarspoor
Zwenkennaarspooriseenfunctiedieeengeselecteerdepositie
ofobjectvasthoudtinhetzichtveldvandethermischecamera.
DeoptiesvoorZwenkennaarspoorzijnbeschikbaarindekaart-
enradartoepassingenalsitemsinhetobjectcontextmenu.
Opmerking:Ermoetenkoersgegevensbeschikbaarzijnop
hetsysteem,anderswerktZwenkennaarspoornietcorrect.
Voorinformatieoverhoeueenobjectmoetselecterenom
naarte‘zwenken’kuntudesectiesoverderadarendekaart
raadplegeninuwhandleiding.
Dethermischecamerakanookautomatischzwenkennaar:
MOB-object
GevaarlijkAIS-object
GevaarlijkMARPA-object
Optiesomdeoptiesvoorautomatischzwenkeninofuitte
schakelenzijnbeschikbaarindetoepassingvandethermische
camera
Decamerahoogtebovenzeeniveauinstellen
Omervoortezorgendatdeuitlijningvandethermischecamera
correctkanwordeningesteld,dientdehoogtevandecamera
bovenzeeniveautewordeningesteld.
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingencamera.
3.SelecteerZwenkinstellingen.
DepaginaZwenkinstellingenwordtweergegeven.
4.SelecteerCamerahoogtebovenzeeniveau
Hetpop-upvensterCamerahoogtebovenzeeniveauwordt
weergegeven.
5.Steldewaardeinopdegewensteinstelling.
Dethermischecamerahorizontaaluitlijnen
Wanneerumerktdatzwenken-naar-spoor-objectenconsequent
tevernaarlinksofnaarrechtsophetschermworden
weergegevenkuntudeuitlijningvandecamerajnafstellen
doordeonderstaandestappentevolgen.
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingencamera.
3.SelecteerCamerauitlijnen.
Hetpop-upvenster"Camerauitlijnenmetschip"wordt
weergegeven.
4.Steldewaardeinopdegewensteinstelling.
Dezewaardepastdecorrectiepositievandecameraaan
naarbak-ofstuurboord.
Deelevatievandethermischecamera'suitlijnen
Wanneerumerktdatzwenken-naar-spoor-objectenconsequent
telaagoftehoogophetschermwordenweergegevenkuntu
deuitlijningvandecamerajnafstellendoordeonderstaande
stappentevolgen.
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingencamera.
3.SelecteerElevatieuitlijnen:.
Hetpop-upvenster"Camerauitlijnenmetschip"wordt
weergegeven.
4.Steldewaardeinopdegewensteinstelling.
Dezewaardepastdecorrectiepositievandecameraaan
naarbak-ofstuurboord.
Automatischeslew-to-cuein-/uitschakelen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerInstellingencamera.
3.SelecteerSlewSettings.
DepaginaZwenkinstellingenwordtweergegeven.Deze
bevatdevolgendeoptiesvoorautomatischzwenken:
AutomatischzwenkennaarMOB
AutomatischzwenkennaarAIS-object
AutomatischzwenkennaarMARPA-object
4.Selecteerderelevanteoptie.
Wanneerueenoptieuitdelijstselecteertschakeltdeoptie
voorautomatischzwenkenvoordieoptieAanofUit.
268
LightHouseMFDoperationinstructions
18.7Draai/kantel-cameranieuwecamera-interface
Demenu-optiesvandetoepassingvandethermischecameravooreendraai/kantel-camerametdenieuwecamera-interface
wordenhieronderweergegeven.
Decameraactiveren
Haaltdethermischecamerauitdestand-bymodus.(alleenbeschikbaarwanneerdecamerastand-byis.)
BeeldpauzerenAan
Uit(standardwaarde)
Uitgangspositiecamera
Selecterenomdecameraterugtelatenkerennaarzijnuitgangspositie.
Beeldopties
SelecterenomhetsubmenuBeeldoptiesweertegeven.
Kleur
Rood
Grijsschaal
Glowbow
Rainbow
Fusion
Thema
Beweging'snachts
Docking'snachts
Gebruikoverdag
Manoverboord
Thermisch/zichtbaar
Omgekeerdevideo
Achteruitkijken
Toezicht
ContrastaanpassenSelecterenomhetsubmenuContrastaanpassenweertegeven.
Contrast
Helderheid
Kleur
Stand-bySelecteerditomdecamerastand-bytezetten.(alleenbeschikbaarwanneerdecameraisgeactiveerd.)
Camera-instellingenSelecterenomhetmenuCamera-instellingenweertegeven.
Uitgangspositieinstellen
Zwenkinstellingen
Camerauitlijnen
Elevatieuitlijnen:
Toezichtinstellingen
Standaardkleur
Pictogramniveau
Stabilisatiemodus
Puntmodus
ModusAardebeneden
HoogvermogenStand-by
Hoogvermogenkoppel
JCU-pictogram
PC-pictogram
Standaardfabrieksinstellingenterugzetten
Platformkalibreren
Toepassingvandethermischecamera
draai/kantel-camera's269
Instellingenmenucamera
Uitgangspositieinstellen
Steltdehuidigepositievandecamerainalsde
Uitgangspositievandecamera.
Zwenkinstellingen
Geeftoptiesvoorautomatischzwenkenen
instellingenvoorhetuitlijnenvandecamera.
AutomatischzwenkennaarMOB
Automatischzwenkennaargevaarlijk
AIS-object
Automatischzwenkennaargevaarlijk
MARPA-object
Camerahoogtebovenzeeniveau
Camerauitlijnen
Hiermeekandehorizontaleuitlijningvande
camerawordengewijzigd.
Elevatieuitlijnen
Hiermeekandeelevatie-uitlijning(verticaal)van
decamerawordengewijzigd.
ToezichtinstellingenHiermeekuntudescanbreedteen-snelheidvan
decamerainstellenindetoezichtmodus.
Scansnelheid
Langzaam
Gemiddeld
Snel
Scanbreedte
Smal
Gemiddeld
Wide(breed)
Standaardkleur
Hiermeekuntueenstandaardkleurenpalet
selecteren.
Rood
Grijsschaal
Glowbow
Rainbow
Fusion
PictogramniveauHiermeekanhetniveauvandepictogrammenop
hetschermwordengeselecteerd.
Geen
Minimaal
Alle
Stabilisatiemodus
Hiermeekuntudestabilisatiemodusin-en
uitschakelen.
Opmerking:Alleenbeschikbaarop
degestabiliseerdemodellenvande
T-serie-camera's.
Aan(standardwaarde)
Uit
PuntmodusHiermeekuntudepuntmodusin-enuitschakelen.Aan
Uit(standardwaarde)
ModusAardebenedenDezeoptiesdienentewordeningeschakeld
wanneerdecameraonderstebovenisgemonteerd
inde“Aardeonder”-conguratie.
Aan
Uit(standardwaarde)
HoogvermogenStand-by
Dezeoptieregeltdehoeveelheidstroomdiewordt
gebruiktomdecameraopzijnpositietehouden
terwijlhijinstand-bymodusstaat.Wanneerde
instellingisingeschakeldverbruiktdecamera
meerenergie,maardecamerablijftopzijnplaats
opruwezee.
Aan(standardwaarde)
Uit
HoogvermogenkoppelDezeoptieregeltdehoeveelheidstroomdiewordt
gebruiktomdecameraopzijnpositietehouden
terwijlhijingebruikis.Wanneerdeinstellingis
ingeschakeldverbruiktdecamerameerenergie,
maardecamerablijftopzijnplaatsopruwezee.
DemodusHoogvermogenkoppelkanhandigzijn
voormotorbotendieophogesnelheidvarenof
onderruweomstandighedenendieeenhoger
stroomverbruikaankunnen.
Aan(standardwaarde)
Uit
JCU-pictogramToontofverbergthetpictogramvande
aangeslotenJCUophetscherm.
Aan(standardwaarde)
Uit
270
LightHouseMFDoperationinstructions
PC-pictogramToontofverbergthetpictogramvande
aangeslotenPCophetscherm.
Aan(standardwaarde)
Uit
Standaardfabrieksinstellingenterugzetten
Hiermeekuntudeinstellingenvandecamera
terugzettennaardestandaardfabrieksinstellingen.
PlatformkalibrerenDeoptiePlatformkalibrerenherinitialiseerthet
draai/kantel-mechanismevandethermische
camera.
Opmerking:Debeschikbaremenu-optiesvandethermischecamerahangenafvandesoftwareversievanuwmultifunctionele
displayendethermischecamera.Wanneerdeoptiesafwijkenvandehierbovengenoemdeoptieskuntudehandleidingvanuw
thermischecameraen/ofdeinstallatie-engebruikshandleidingvanuwmultifunctioneledisplayraadplegen.
Toepassingvandethermischecamera
draai/kantel-camera's
271
18.8ModiHoogvermogenenHoog
koppel
Camerasta-
tusCamera-instellingDualpayload
Single
payload
Stand-by
ModusHoog
vermogenAAN
ModusHoog
koppelAAN
22W17,4W
Stand-by
ModusHoog
vermogenUIT
ModusHoog
koppelAAN
8W7,4W
Stand-by
ModusHoog
vermogenAAN
ModusHoog
koppelUIT
13W13W
Actief
ModusHoog
vermogenUIT
ModusHoog
koppelUIT
8W7,4W
Actief
ModusHoog
vermogenAAN
ofUIT
ModusHoog
koppelAAN
30W19,4W
Actief
ModusHoog
vermogenAAN
ofUIT
ModusHoog
koppelUIT
20W16,5W
272
LightHouseMFDoperationinstructions
18.9Draai/kantel-cameraoudecamera-interface
Demenu-optiesvandetoepassingvandethermischecameravooreendraai/kantel-camerametdeoudecamera-interface
wordenhieronderweergegeven.
Decameraactiveren
Haaltdethermischecamerauitdestand-bymodus.(alleenbeschikbaarwanneerdecamerastand-byis.)
BeeldpauzerenAan
Uit(standardwaarde)
Uitgangspositiecamera
Selecterenomdecameraterugtelatenkerennaarzijnuitgangspositie.
Beeldopties
SelecterenomhetsubmenuBeeldoptiesweertegeven.
Kleur
Rood
Grijsschaal
Glowbow
Rainbow
Fusion
Thema
Beweging'snachts
Docking'snachts
Gebruikoverdag
Manoverboord
Thermisch/zichtbaar
Omgekeerdevideo
Achteruitkijken
Toezicht
ContrastaanpassenSelecterenomhetsubmenuContrastaanpassenweertegeven.
Contrast
Helderheid
Kleur
Stand-bySelecteerditomdecamerastand-bytezetten.(alleenbeschikbaarwanneerdecameraisgeactiveerd.)
Camera-instellingenSelecteerditomhetmenuCamera-instellingenweertegeven.
Uitgangspositieinstellen
Cameramenu(ophetdisplayweergegevenmenu(OSD))
Camerauitlijnen
Instellingenmenucamera
Uitgangspositieinstellen
SteltdehuidigepositievandecamerainalsdeUitgangspositievande
camera.
CameramenuHiermeekunnendeoptiesvanhetOSD-menuvandecameraworden
geopend.
Camerauitlijnen
Hiermeekandehorizontaleuitlijningvandecamerawordengewijzigd.
Opmerking:Debeschikbaremenu-optiesvandethermischecamerahangenafvandesoftwareversievanuwmultifunctionele
displayendethermischecamera.Wanneerdeoptiesafwijkenvandehierbovengenoemdeoptieskuntudehandleidingvanuw
thermischecameraen/ofdeinstallatie-engebruikshandleidingvanuwmultifunctioneledisplayraadplegen.
Opmerking:Ukuntmogelijkdesoftwarevanuwcameraupdatennaardenieuwecamera-interface.Neemcontactopmetuw
Raymarine-dealervoormeerinformatie.
OSD-menuopties
Instellingenmenu's
Deinstellingenmenu'sbiedteenaantalhulpmiddelenen
instellingenvoorhetcongurerenvandethermischecamera.
Ukuntdemenu'sopenenmetbehulpvaniederebesturingophet
systeem.Demenu'svormeneenlaagbovenophetvideobeeld.
Opmerking:Deschermmenu'swordenalleenweergegeven
ophetthermischecamera-beeld.Zezijnnietbeschikbaar
wanneerhetzichtbaarlicht-beeldwordtweergegeven(op
modellenmetdualpayload).
Toepassingvandethermischecamera
draai/kantel-camera's273
Beschikbaremenu's
EnablePointMode
/DisablePoint
Mode
Wanneeru"Puntmodusinschakelen"selecteert
wordtdepuntmodusingeschakeld,wanneeru
"Puntmodusuitschakelen"selecteertwordtde
puntmodusuitgeschakeld.Heeftalleenbetrekking
opmodellenmetmechanischestabilisatie.
VideoSetup
Ditmenuwordtgebruiktvoorhetinstellenvande
optiesvoorvideoconguratie.
SetSymbology
Instellingenmetbetrekkingtotde
statuspictogrammen.
User
Programmable
Button
CongureerdeUSER-knopopdeJCU.
SystemSetup
Instellingenvoorhetoptimaliserenvandewerking
vanditsysteem/dezeinstallatie.
About/HelpNuttigeinformatieenhetterugzettenvande
standaardfabrieksinstellingen.
ExitAnnuleertdeschermmenu's.
Video-instellingenmenu
Menu-item/
omschrijvingInstellingen/gebruik
SetThermalColor
Default
Hiermeewordtdehuidigekleurinstelling
opgeslagenalsdestandaardinstellingen.
SetReverse
VideoofInstellen
videopolariteit
Hiermeewordthetinfraroodbeeldheenenweer
geschakeldtussenwit-heet(ofrood-heetinhet
gevalvaneenkleurenbeeld)enzwart-heet.
Enable/DisableColor
ThermalVideo
Dethermischekleurenpalettenin-en
uitschakelen:
IngeschakelddepalettenGreyscale
(grijsschaal),Red(rood),Sepia,Rainbow
(regenboog)enFusionzijnbeschikbaar.
UitgeschakeldalleendepalettenGreyscale
(grijsschaal)enRed(rood)zijnbeschikbaar.
DisplayTestPattern
Gebruikhetdisplay-testpatroonbijhetinstellen
vandekleur-encontrastinstellingenvooruw
speciekedisplayofmonitor.Ukuntdoorde4
beschikbaretestpatronenbladeren.
Exit
MenuSetsymbology(Symboolinstellingen)
Menu-item/
omschrijvingInstellingen/gebruik
Enable/DisablePC
Icon
IngeschakeldhetPC-pictogramwordt
weergegevenwanneerereenPCis
gedetecteerdophetnetwerk.
UitgeschakeldhetPC-pictogramwordtniet
weergegeven.
Enable/DisableJCU
Icon
IngeschakeldhetJCU-pictogramwordt
weergegevenwanneerereenJCUis
gedetecteerdophetnetwerk.
UitgeschakeldhetJCU-pictogramwordt
nietweergegeven.
DisplayAllIconsWanneeruditmenu-itemselecteertwordenalle
beschikbarepictogrammeningeschakeld.
Menu-item/
omschrijvingInstellingen/gebruik
Geefminimumaantal
pictogrammenweer
Wanneeruditmenu-itemselecteertwordthet
aantalpictogrammengeminimaliseerd:
Depictogrammenvoorpositie,zoom,
achteruitkijken,pauzeren,stabilisatie
uitgeschakeldenvoorpuntmodus
ingeschakeldwordenhierdoornietbeïnvloed.
Depictogrammenvooruitgangspositieen
themawordenalleenkortweergegeven.
Anderepictogrammenwordenniet
weergegeven.
HideAllIconsDezeoptieverbergtallepictogrammen,
behalve:
Positie-indicator
Achteruitkijkmodusingeschakeld
Stabilisatieuitgeschakeld
Puntmodusingeschakeld
Exit
Keertterugnaarhethoofdmenu.
Toezichtmodusmenu
Menu-item/
omschrijvingInstellingen/gebruik
ScanWidthDezeinstellingbepaaltdeafstanddiede
cameranaarlinksenrechtsdraaitinde
toezichtmodus.Kiesuit:
NarrowDecamerascantongeveer20º
naarlinksennaarrechtsvanhetmidden
(40ºtotaal).
MediumDecamerascantongeveer40º
naarlinksennaarrechtsvanhetmidden(80º
totaal).of,
WideDecamerascantongeveer80ºnaar
linksennaarrechtsvanhetmidden(160º
totaal).
ScanSpeed
Dezeoptiebepaaltdesnelheidwaarmee
decameranaarlinksenrechtsdraaitinde
toezichtmodus.Kiesuit:
Slow
Medium
Fast
Exit
MenuSystemSetup(Systeeminstellingen)
Menu-item/
omschrijvingSettings/Operation(Instellingen/gebruik)
Enable/Disable
Ball-DownInstallation
Dezemenu-optiedienttewordeningeschakeld
wanneerdecameraonderstebovenis
gemonteerdinde“Aardeonder”-conguratie.
Enable/Disable
Twist-to-Panmode
Dezemenu-optieverandertdefunctiesdraaien
enkantelenvandeJCU-besturingalsvolgt:
IngeschakelddraaidecameradoordePuck
metdeklokmeeentegendeklokintedraaien,
zoominenuitdooropdepucktedrukken
ofhemuittetrekken.(Ditisdestandaard
bedieningvandeJCU).
Uitgeschakelddraaidecameradoorde
Pucknaarlinksofrechtstebewegen,zoomin
enuitdoordePuckmetdeklokmeeentegen
deklokintedraaien.
274
LightHouseMFDoperationinstructions
Menu-item/
omschrijvingSettings/Operation(Instellingen/gebruik)
Enable/DisableHigh
PowerStandby
Dezeoptieregeltdehoeveelheidstroomdie
wordtgebruiktomdecameraopzijnpositie
tehoudenterwijlhijinStand-bymodusstaat.
Wanneerdeinstellingisingeschakeldwordt
meerenergieverbruikt,maardecamerablijftop
zijnplaatsopruwezee.
Opmerking:Wanneerdecamera
beweegtwanneerhijinstand-bymodus
staat(alsgevolgvanschokkenoftrillingen),
dandienendepositie-indicatorofde
uitgangspositiemogelijkopnieuwteworden
uitgelijnd(resetdecameraomhemopnieuw
uittelijnen).
Enable/DisableHigh
MotorTorque
Dezeoptieregeltdehoeveelheidstroomdie
wordtgebruiktomdecameraopzijnpositiete
houdenterwijlhijingebruikis.Wanneerde
instellingisingeschakeldwordtmeerenergie
verbruikt,maardecamerablijftopzijnplaats
opruwezee.
DemodusHoogmotorkoppelkanhandigzijn
voormotorbotendieophogesnelheidvarenen
inomgevingenmethogeimpactendiemeer
stroomverbruikaankunnen.
Opmerking:Wanneerdecamera
beweegtalsgevolgvanschokkenof
trillingen,dandienendepositie-indicator
ofdeuitgangspositiemogelijkopnieuwte
wordenuitgelijnd(resetdecameraomhem
opnieuwuittelijnen).
Enable/Disable
RearviewMode
Wanneerdezeoptieisingeschakeld,wordt
hetcamerabeeldomgekeerdenzietueen
spiegelbeeldophetdisplay.
Enable/Disable
Stabilization
Wanneerdezeoptieisingeschakeldzijn
dehorizontaleendeverticalestabilisatie
ingeschakeld.Alleenvantoepassingopde
T470SC.
SetStowPosition
Dezeoptiesteltdehuidigepositieinalsde
parkeerpositie.Decamerabeweegtnaarde
parkeerpositiewanneerhijwordtuitgeschakeld
ofinStand-bymoduswordtgezet.
NameCameraGebruikdezeoptieomdecameraeennaam
tegeven.
Surveillancemode
Metdezeoptiekuntudescanbreedteen
-snelheidinstellenindetoezichtmodus.
Exit
Terugkerennaarhoofdmenu.
Hoogvermogen/stroomverbruikhoogkoppel
Camerasta-
tusCamera-instellingDualpayload
Single
payload
Stand-by
ModusHoog
vermogenAAN
ModusHoog
koppelAAN
22W17,4W
Stand-by
ModusHoog
vermogenUIT
ModusHoog
koppelAAN
8W7,4W
Stand-by
ModusHoog
vermogenAAN
ModusHoog
koppelUIT
13W13W
Camerasta-
tusCamera-instellingDualpayload
Single
payload
Actief
ModusHoog
vermogenUIT
ModusHoog
koppelUIT
8W7,4W
Actief
ModusHoog
vermogenAAN
ofUIT
ModusHoog
koppelAAN
30W19,4W
Actief
ModusHoog
vermogenAAN
ofUIT
ModusHoog
koppelUIT
20W16,5W
Menuprogrammeerbareknop"User"(Gebruiker)
GebruikditmenuomdeUSER-knopopdeJCUintestellen.
Menu-item/
omschrijvingUSERBedieningvanknoppen
Zoekinstellingen
DeUSER-knopstelthetcamerathemainop
Zoek-modus.
Schakelentussen
thermische/VIS-video
(Alleendual
payload-modellen)
DeUSER-knopschakelttussenthermischen
weiniglicht-camerabeeld.
Hide/ShowAllIconsDeUSER-knopschakeltheenenweertussen
deinstellingenPictogrammenweergevenen
Pictogrammenverbergen.
ReverseVideo
DeUSER-knopschakeltheenenweertussen
dethermischebeeldenwit-heetenzwart-heet
(omgekeerd).
RearviewMode
DeUSER-knopschakeltheenenweertussen
Achteruitkijkmodusaanenuit.
SurveillanceModeDeUSER-knopschakeltheenenweertussen
Toezichtmodusaanenuit.
PointMode
DeUSER-knopschakeltheenenweertussen
Puntmodusaanenuit.
Exit(Afsluiten)Keertterugnaarhethoofdmenu.
Toepassingvandethermischecamera
draai/kantel-camera's275
276
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk19:Toepassingvandethermischecameravast
gemonteerdecamera's
Inhoudsopgave
19.1Overzichtvandetoepassingthermischecamera.oppagina278
19.2Beeldvandethermischecameraoppagina278
19.3Instellenencontrolerenvandethermischecameraoppagina279
19.4Overzichtbedieningoppagina280
19.5Camerabesturingoppagina280
19.6Beeldinstellingenoppagina281
19.7Menuvastgemonteerdecamera'soppagina282
Toepassingvandethermischecameravast
gemonteerdecamera's
277
19.1Overzichtvandetoepassing
thermischecamera.
Metdetoepassingthermischecamerakuntueenaangesloten
thermischecamerabedienenenhetbeeldervanweergeven
opuwmultifunctioneledisplay.
Metcamera'smetthermischbeeld(ookbekendalsinfrarood)
kuntugoedzieninomstandighedenmetweinigofgeenlicht.
Eenthermischecamerakanubijvoorbeeldhelpen'snachtste
navigerenofobstakelsteidenticereningebiedenmetweinig
zichtofzelfsinvolledigeduisternis.
Metdethermischetoepassingkuntu:
Decamerabesturen:
Zoomen(bereik).
Hetbeeldvandecamerapauzeren.
Hetcamerabeeldaanpassen:
Kleurenpalet.
Voorkeursthema's.
Helderheid.
Contrast.
Kleur.
Videopolariteit(omgekeerdevideokleur).
Tonenvandethermischecamera-applicatie:
Wanneerhetstartschermwordtweergegeven:
1.Selecteereenpagina-icoonwaaropdethermischecamera-
applicatiestaat.
Decamera-applicatiewordtgetoond.
Opmerking:AlshetstartschermGEENpagina-icoon
bevatmetdethermischecamera-applicatie,dient
ueennieuwpagina-icoonaantemakenmetde
thermischecamera-applicatie.
19.2Beeldvandethermischecamera
Dethermischecamerageefteenvideobeelddatwordt
weergegevenopuwdisplay.
Devideo-invoerlevert:
Thermischbeeld.
Statuspictogrammen/systeeminformatie.
Uzoudetijdmoetennemenomuzelfvertrouwdtemakenmet
hetthermischebeeld.Dithelptuoptimaalgebruiktemaken
vanuwsysteem:
Bedenkbijiederobjectdatuziethoeheter“thermisch”uitzou
zien,vergelekenmethetbeelddatumethetbloteoogziet.
Letbijvoorbeeldopveranderingendiewordenveroorzaakt
doorwarmte-effectenvandezon.Dezezijnmetnamedirect
nazonsondergangbijzonderduidelijk.
Experimenteermetdewit-heet-enzwart-heet-modi
(omgekeerdevideo).
Experimenteerdoortekijkennaarwarmeobjecten(zoals
mensen)endezetevergelijkenmetdekoudereomgeving.
Experimenteermetdecameravoorgebruikoverdag.De
camerakanookbeterbeeldgevenoverdag,inomgevingen
waarhetbeeldvaneentraditionelevideocameratekortschiet,
zoalsindeschaduwofmettegenlicht.
Statuspictogrammenthermischecamera
Hetbeeldvandethermischecamerabevatpictogrammen
waarmeedehuidigestatusvandecamerawordtaangegeven.
PictogramOmschrijving
Cameragepauzeerd.
Voorkeursthemamodusvooromstandigheden
'snachts.
Voorkeursthemamodusvooromstandigheden
overdag.
Voorkeursthemamodusvoordocking'snachts.
Voorkeursthemamodusvoorhetidenticeren
vanmensenofobjecteninhetwater.
Achteruitkijkmodus-hetbeeldwordthorizontaal
omgekeerd.
Zoom-instelling:2xzoom.
278
LightHouseMFDoperationinstructions
PictogramOmschrijving
Zoom-instelling:4xzoom.
Eénactievebesturingopnetwerk.
Meerdereactievebesturingenopnetwerk.
PC/laptopgedetecteerdopnetwerk.
FFC(FlatFieldCorrection)
Decameravoertperiodiekeenvlakveldcorrectie(FlatField
Correction,FFC)uit.Hierdoorwordthetthermischebeeldjn
afgestemdenaangepastaandehuidigeomgevingstemperatuur.
DeFFCwordtaangegevendooreenkorteonderbrekingeneen
groenerechthoekdiewordtweergegevenindelinkerbovenhoek
vanhetthermischevideobeeld.
19.3Instellenencontrolerenvande
thermischecamera
Omdecorrectewerkingvandethermischecamerate
garanderendientudebelangrijkstefunctiesvandecamerainte
stellenentecontroleren.
Voordatuverdergaatdientuerzekervantezijndatdecamera
correctisaangesloten,overeenkomstigdemeegeleverde
instructies.AlsuwsysteemdeoptioneleJoystickControlUnit
(JCU)enPoE-injector(PoweroverEthernet)bevat,dientuer
zekervantezijndatdezeunitsookcorrectzijnaangesloten.
Decamerainstellen
Udienthetvolgendetedoen:
Hetbeeldaanpassen(contrast,helderheid,etc.).
Decamerabewegingcontroleren(draai-enkantelfunctiesen
uitgangspositie)(wanneervantoepassing).
Hetbeeldvandethermischecamera
aanpassen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerAdjustContrast(Contrastaanpassen).
3.SelecteerdegewensteoptiesvoorContrast,Helderheidof
Kleur.
Debetreffendenumeriekeregelaarwordtweergegeven.
4.Steldewaardeinopdegewensteinstelling.
5.SelecteerTerugofOKomdenieuwewaardetebevestigen.
Toepassingvandethermischecameravast
gemonteerdecamera's
279
19.4Overzichtbediening
Detoepassingvandethermischecameraisbeschikbaarop
compatibeleRaymarinemultifunctioneledisplaysensystemen.
Hetbevatbedieningvandethermischecamera.
Draaiknop
Beeldin-/uitzoomen.
OK
Menuselectiebevestigen.
JoystickDoormenu'snavigeren.
CANCEL/BackSelectieannuleren.
RANGEIN/OUTBeeldin-/uitzoomen.
19.5Camerabesturing
Aanzettenenstand-by
Wanneerdestroomonderbrekervoordevoedingnaarde
camerawordtingeschakeld,doorlooptdecameraeen
opstartprocedurevanongeveer1minuut,daarnagaatde
camerainStand-by-modus.
Ommetdecameratekunnenwerkendientuhemuitde
stand-bymodustehalenmetbehulpvandecamerabesturingen.
Thermischecamerastand-by
Destand-bymoduskanwordengebruiktomdefunctiesvande
thermischecamerateonderbrekenwanneerdecameralangere
tijdnietwordtgebruikt.
Indestand-bymodusgeeftdecamerageenlivevideobeeld
Destand-bymodusvandethermischecamerainschakelen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.GebruikhetStand-by-menu-itemomdecamerainenuitde
stand-bymodusteschakelen.
Opmerking:Ukuntookéénvandecameraknoppeninde
thermischecamera-toepassinggebruikenomdecamera
"wakker"temakenuitdestand-bymodus.
Hetbeeldvandethermischecamera
pauzeren
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldpauzeren.
280
LightHouseMFDoperationinstructions
19.6Beeldinstellingen
Hetbeeldvandethermischecamera
aanpassen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerAdjustContrast(Contrastaanpassen).
3.SelecteerdegewensteoptiesvoorContrast,Helderheidof
Kleur.
Debetreffendenumeriekeregelaarwordtweergegeven.
4.Steldewaardeinopdegewensteinstelling.
5.SelecteerTerugofOKomdenieuwewaardetebevestigen.
Vooringesteldethema'svandethermische
camera
Metvooringesteldethema'skuntusneldebeste
beeldinstellingenselecterenvoordehuidigeomstandigheden.
Tijdensnormaalgebruikpastdethermischecamerazichzelf
automatischaanomeenhoog-contrastbeeldtegenereren
datisgeoptimaliseerdvoordemeesteomstandigheden.De
vooringesteldethema'sbieden4extrainstellingendieeenbeter
beeldgeveninbepaaldeomstandigheden.De4modizijn:
Beweging'snachtsvooringesteldethemamodus
vooromstandigheden'snachts.
Bewegingoverdagvooringesteldethemamodus
vooromstandighedenoverdag.
Docking'snachtsvooringesteldethemamodus
voordocken'snachts.
Zoekenvooringesteldethemamodusvoorhet
identicerenvanmensenofobjecteninhetwater.
Hoeweldenamenvandevoorinstellingenaangevenwaarvoor
zebedoeldzijn,kunnenbijvariërendeomstandigheden
andereinstellingendevoorkeurhebben.Hetvooringestelde
thema'Beweging'snachts'kanookhandigzijnineenhaven.
Hetkannuttigzijnteexperimenterenmetdeverschillende
vooringesteldethema'somdebestevoorinstellingtevinden
voorgebruikinverschillendeomstandigheden.
Hetvoorkeursthemavandethermischecamerawijzigen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldopties.
3.GebruikhetmenuThemaomwanneernodigteschakelen
tussendebeschikbarevoorkeursthema's.
Kleurenmodivandethermischecamera
Eriseenaantalkleurenmodibeschikbaar,dieuhelpende
objectenophetscherminverschillendeomstandighedente
onderscheiden.
Doordekleurenmodusteveranderenschakelthetbeeldvande
thermischecameratusseneengrijsschaalmodusen1ofmeer
kleurenmodi.Erzijn5kleurenmodibeschikbaar.
Defabrieksinstellingvoordekleurenmodusiswit,waardooruw
zicht'snachtskanverbeteren.Dezestandaardmoduskan
zonodigwordenveranderdmetbehulpvanhetVideoSetup
(Video-instellingen)-menuvandecamera.
Opmerking:WanneerudeoptieDisableColorThermalVideo
(Kleurenthermischevideouitschakelen)hebtgeselecteerdin
hetVidoeSetup(Video-instellingen)-menu,zijnslechts2
kleurenmodibeschikbaar-grijsschaalenrood.
Dekleurenmodusvandethermischecamerawijzigen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldopties.
3.Gebruikhetmenu-itemKleuromwanneernodigte
schakelentussendebeschikbarekleurpaletten.
Omgekeerdevideovandethermische
camera
Ukuntdepolariteitvanhetvideobeeldomdraaienomde
weergavevanobjectenophetschermteveranderen.
Deoptieomgekeerdevideo(videopolariteit)schakelthet
thermischebeeldvanwit-heet(ofrood-heetalsdeinstelling
kleurenmodusactiefis)naarzwart-heet.Hetverschiltussen
wit-heetenzwart-heetwordthierondergetoond:
Wit-heetthermischbeeld.
Zwart-heetthermischbeeld.
Hetkanhandigzijnmetdezeoptieteexperimenteren,omde
instellingtevindendiehetbesteaansluitopuwbehoeften.
Deomgekeerdevideoweergavevandethermischecamera
inschakelen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldopties.
3.SelecteerOmgekeerdevideoweergave.
Achteruitmodusthermischecamera
Deachteruitmodusdraaithetvideobeeldhorizontaalengeeft
zoeen"spiegelbeeld".
Ditisbijvoorbeeldhandiginsituatieswaarindecameranaar
achterengerichtisenuhetbeeldzietopopeennaarvoren
gerichtemonitor.
Deachteruitkijkmodusvandethermischecamera
inschakelen
Doehetvolgendeindetoepassingvandethermischecamera:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerBeeldopties.
3.SelecteerAchteruitkijken.
Toepassingvandethermischecameravast
gemonteerdecamera's
281
19.7Menuvastgemonteerdecamera's
Demenu-optiesvandetoepassingvandethermischecameravooreenvastgemonteerdethermischecamerawordenhieronder
weergegeven.
Decameraactiveren
Haaltdethermischecamerauitdestand-bymodus.(alleenbeschikbaar
wanneerdecamerastand-byis.)
BeeldpauzerenAan
Uit(standardwaarde)
Beeldopties
SelecterenomhetsubmenuBeeldoptiesweertegeven.
Kleur
Rood
Grijsschaal
Glowbow
Rainbow
Fusion
Thema
Beweging'snachts
Docking'snachts
Gebruikoverdag
Manoverboord
Omgekeerdevideo
Achteruitkijken
ContrastaanpassenSelecterenomhetsubmenuContrastaanpassenweertegeven.
Contrast
Helderheid
Kleur
Stand-bySelecteerditomdecamerastand-bytezetten.(alleenbeschikbaarwanneer
decameraisgeactiveerd.)
Camera-instellingenSelecteerditomhetmenuCamera-instellingenweertegeven.
Standaardkleur
Pictogramniveau
ModusAardebeneden
HoogvermogenStand-by
JCU-pictogram
PC-pictogram
Standaardfabrieksinstellingenterugzetten
Instellingenmenucamera
Standaardkleur
Hiermeekuntueenstandaardkleurenpalet
selecteren.
Rood
Grijsschaal
Glowbow
Rainbow
Fusion
PictogramniveauHiermeekanhetniveauvandepictogrammenop
hetschermwordengeselecteerd.
Geen
Minimaal
Alle
ModusAardebenedenDezeoptiesdienentewordeningeschakeld
wanneerdecameraonderstebovenisgemonteerd
inde“Aardeonder”-conguratie.
Aan
Uit(standardwaarde)
HoogvermogenStand-by
Dezeoptieregeltdehoeveelheidstroomdiewordt
gebruiktomdecameraopzijnpositietehouden
terwijlhijinstand-bymodusstaat.Wanneerde
instellingisingeschakeldverbruiktdecamera
meerenergie,maardecamerablijftopzijnplaats
opruwezee.
Aan(standardwaarde)
Uit
282
LightHouseMFDoperationinstructions
JCU-pictogramToontofverbergthetpictogramvande
aangeslotenJCUophetscherm.
Aan(standardwaarde)
Uit
PC-pictogramToontofverbergthetpictogramvande
aangeslotenPCophetscherm.
Aan(standardwaarde)
Uit
Standaardfabrieksinstellingenterugzetten
Hiermeekuntudeinstellingenvandecamera
terugzettennaardestandaardfabrieksinstellingen.
Opmerking:Debeschikbaremenu-optiesvandethermischecamerahangenafvandesoftwareversievanuwmultifunctionele
displayendethermischecamera.Wanneerdeoptiesafwijkenvandehierbovengenoemdeoptieskuntudehandleidingvanuw
thermischecameraen/ofdeinstallatie-engebruikshandleidingvanuwmultifunctioneledisplayraadplegen.
Toepassingvandethermischecameravast
gemonteerdecamera's
283
284
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk20:Wi-Fienmobieletoepassingen
Inhoudsopgave
20.1MFDWi-Fioppagina286
20.2VerbindingmakenmeteenWi-Fi-toegangspunt/mobielehotspotoppagina286
20.3Uwsmart-apparaatverbindenviaWi-Fioppagina288
20.4Raymarinemobieleappsoppagina288
20.5InstellingenvoorWi-Fidelenoppagina289
Wi-Fienmobieletoepassingen
285
20.1MFDWi-Fi
MFD'smetingebouwdeWi-Fikunnenverbindingmakenmet
Wi-Fi-toegangspunten/mobielehotspotsenkunnenookworden
gebruiktalsWi-Fi-toegangspuntvoorandereapparaten.
Wireless Router
PWR
SYS
WLAN 1 2 3 4 WAN WPS
D13385-1
Computers/smart-apparatenkunnenwordenverbondenmet
hetMFDom:
compatibeleMobieleAppsopuwsmart-apparaattegebruiken,
hetsmart-apparaathetMFDtelateninloggenopnetwerken
metgebruikerscontrole,
deingebouwdewebinterfaceteopenen(vanafuw
smart-apparaat)vancompatibeleproductenzoalsdeAX8
Thermischecamera.
HetMFDkanwordenverbondenmeteenWi-Fi-
toegangspunt/mobielehotspotombeschikbare
MFD-internetservicesmogelijktemaken,zoalsbijvoorbeeldhet
onlinecontrolerenopupdatesvoorproductsoftware.
HetMFDkanzijnverbondenmeteenWi-Fi-toegangspunt/mo-
bielehotspotentegelijkertijdwordengebruiktalstoegangspunt
voorandereapparaten.AlshetMFDinternetverbinding
heeft,kandezeverbindingwordengedeeldmetandere
viaWi-FiverbondenapparatenenmetMFD'sophetzelfde
SeaTalk
hs
-netwerk.
Erkanslechts1MFDophetzelfdeSeaTalk
hs
-netwerktegelijk
zijnverbondenmeteentoegangspunt,alleviahetnetwerk
verbondenMFD'sdelendezeverbinding.
WanneerWi-FivanhetMFDisingeschakeld,maakt
hetautomatischverbindingmeteerdergebruikte
toegangspunten/mobielehotspotsbinnenhetbereik.
Opmerking:WanneerverbondenmeteenQuantumRadar
metbehulpvaneenWi-Fi-verbindingkunnena,c,eengS
SeriesMFD'sniettegelijkertijdverbindingmakenmeteen
Wi-Fi-toegangspunt.DeRadarmoetopStand-byworden
gezetvoordatuprobeertverbindingtemakenmethet
toegangspunt.
Wi-Fiinschakelen
DoehetvolgendeinhetWi-Fi-menu:(Home-venster>
Instellingen>Draadlozeverbindingen>Wi-Fi)
1.SelecteerWi-FizodatAanisgeselecteerd.
Waarschuwing:Netwerkdatakosten
Wanneeruverbindingmaaktmetengegevens
downloadtviaeenmobielehotspot,worden
mogelijkkostenvoordataroaminginrekening
gebracht.Vraagnabijuwserviceprovidervoor
informatieoveruwdata-abonnement.
20.2Verbindingmakenmeteen
Wi-Fi-toegangspunt/mobielehotspot
RaymarineMFD'smetWi-Fikunnenverbindingmakenmethet
internetviaeenWi-Fi-toegangspuntofmobielehotspot.
DoehetvolgendeinhetWi-Fi-menu:(Home-venster>
Instellingen>Draadlozeverbindingen>Wi-Fi)
1.SelecteerWi-Fi-netwerken
HetMFDzoektnunaareenlijstmetalleWi-Fi-netwerken
binnenbereikengeeftdezelijstweer.Delijstisgesorteerd
opafnemendesignaalsterkte.
2.Selecteerhetnetwerkwaarmeeuverbindingwiltmaken.
Denetwerkgegevenswordenweergegeven.
3.SelecteerVerbindingmaken.
HetMFDprobeertnuverbindingtemakenmethetgeselecteerde
netwerk.
Wanneerverbindingwordtgemaaktmeteenbeveiligdnetwerk
(gemarkeerdmeteenslot-symbool)wordthettoetsenbordop
hetschermweergegevenzodatuhetwachtwoordvanhet
netwerkkuntinvoeren.
Nadatverbindingisgemaaktmethetnetwerk,wordende
beveiligingsgegevensopgeslagendoorhetsysteemenzijn
beschikbaarvooralleviahetnetwerkaangeslotenMFD's.
286
LightHouseMFDoperationinstructions
Wi-Fi-signaalsterkte
Wi-Fi-signaalsterktewordtgemetenindecibel-milliwatt(dBm).
Designaalsterktevanhetnetwerkwaarmeeubentverbonden
wordtnormaalgesprokengraschweergegevenmeteen
Wi-Fi-symbool.
Hetsignaalsterktebereikdatwordtaangegevendooriedere
balkwordtonafhankelijkvastgestelddoordeverschillende
apparaatfabrikanten.Overhetalgemeenzijndeprestaties
echtervergelijkbaar.
D13521-1
1/4 2/4 3/4 4/4
1/4Kandeverbindingnietinstandhouden,meestalsamen
meteenzeerlageverbindingssnelheid(LightHouse
-MFD:
–150dBmofslechter).
2/4Verbindingverbreektenkomtterug,meestalsamen
meteenlageverbindingssnelheid(LightHouse
-MFD:
–80dBmtot–149dBm).
3/4Betrouwbareverbindingmetgoedeverbindingssnelheid
(LightHouse
-MFD:–70dBmtot–79dBm).
4/4Betrouwbareverbinding,uitstekendeverbindingssnel-
heid(LightHouse
-MFD:–55dBmofbeter).
Inloggenineentoegangspunt/mobiele
hotspot
Afhankelijkvanhettypenetwerkwaarmeeuverbindingmaakt,
kanhetnodigzijninteloggenmetbehulpvaneenverbonden
smart-apparaatominternettoegangtekrijgen.
1.VerbinduwMFDmethetWi-Fi-toegangspunt/hotspot.
2.Verbinduwsmart-apparaatmetdeWi-Fi-verbindingvan
uwMFD.
3.Opendewebbrowseropuwsmart-apparaat.
Alshetgoediswordtudoorgestuurdnaardeopeningspagina.
4.Voerdegebruikersnaamenhetwachtwoordvoorhetnetwerk
in.
EenWi-Fi-toegangspunt/mobielehotspot
verwijderen
NadatuwMFDisverbondenmeteennetwerk,wordende
gegevensdaarvanopgeslagenenhetMFDprobeertopnieuw
verbindingtemakenmetdatnetwerkwanneerhetbinnenbereik
isenuwMFDgeenactieveverbindingheeft.
DoehetvolgendeindelijstmetWi-Fi-netwerken:
(Home-venster>Instellingen>Draadlozeverbinding>Wi-Fi
>Wi-Fi-netwerken)
1.Selecteerhetnetwerkdatuwiltverwijderen.
Netwerkendieopditmomentnietactiefofnietbinnenbereik
zijnwordennietweergegeven.
2.SelecteerVergetenindedetailpaginavanhetnetwerk.
UwMFDmaaktgeenverbindingmeermetditnetwerk,
omopnieuwverbindingtemakenmetditnetwerk
raadpleegtudeparagraaf20.2Verbindingmakenmeteen
Wi-Fi-toegangspunt/hotspot.
Verbindingomschakelentussenaangesloten
MFD's
InsystemenmetmeerdereMFD'skuntubepalenwelkMFDde
actieveverbindingheeftmethetWi-Fi-toegangspunt/mobiele
hotspot.DitkanhandigzijnalsuverbindingmaaktmetWi-Fi
ineenhaven,eenMFDopdeFlybridgekanbijvoorbeeld
eensterkersignaalhebbendaneenMFDdatbenedendeks
isgeïnstalleerd.AlshetMFDdatugebruiktniethetMFD
meteenactieveverbindingis,danidenticeertdepagina
Wi-Fi-netwerkenwelkMFDisaangeslotenophetnetwerk.
DoehetvolgendeophetMFDwaarmeeuverbindingwiltmaken:
1.SelecteerhetnetwerkindelijstmetWi-Fi-netwerken:
(Home-venster>Instellingen>Draadlozeverbindingen
>Wi-Fi>Wi-Fi-netwerken)
DeverbindingwordtovergezetnaarhettweedeMFD.
HetWi-Fi-kanaalwijzigen
UkunthetWi-Fi-kanaalnietwijzigenwanneerhetMFDis
verbondenmeteentoegangspunt.Deinternetverbindingvan
alleapparatendiemetuwMFDzijnverbondenwordttijdelijk
verbrokenterwijlhetMFDhetkanaalwijzigt.
1.VerbreekdeverbindingtussenuwMFDenhetWi-Fi-netwerk
waarmeehetisverbonden(bijv.Wi-Fi-toegangspuntinde
haven).
i.SelecteerWi-Fi-netwerkeninhetWi-Fi-menu:
(Homescreen-venster>Instellingen>Draadloze
verbindingen>Wi-Fi).
ii.SelecteerhetnetwerkwaarophetMFDisaangesloten.
iii.SelecteerVergeten.
Omopnieuwverbindingtemakenmeteennetwerkdat
isvergeten,moetudeSSIDenhetwachtwoordvanhet
netwerkweten.
iv.SelecteerTerugomterugtekerennaarhetWi-Fi-menu.
2.SelecteerWi-Fidelen.
3.SelecteerWi-Fi-kanaal.
4.SelecteerhetWi-Fi-kanaaldatuwiltdathetMFDgebruikt.
UkuntbepalenwelkeWi-Fi-kanaalhetbesteismeteen
gratisWi-FiAnalyzerindebetreffendeappstore,hiermee
wordthetnetwerkverkeerperkanaalweergegeven.Udient
uwWi-Fi-kanaaltewijzigennaareenkanaalmethetminste
verkeer(anderenetwerken).
Wi-Fienmobieletoepassingen
287
20.3Uwsmart-apparaatverbindenvia
Wi-Fi
D13243-1
3 4
1 2
1.OpendeWi-Fi-instellingenopuwsmart-apparaaten
selecteerdeWi-Fi-naam/SSIDvanuwproductindelijstmet
beschikbarenetwerken.
2.VoerhetWi-Fi-wachtwoordvanuwproductin.
3.Uwapparaatmaaktnuverbindingmetdeunitenhaalteen
IP-adresop.
4.DenetwerkstatusverandertinVerbonden.
Dewebinterfacevaneenproductopenen
WanneerereenPCviaWi-FiisverbondenmetuwMFD,
kuntudeingebouwdewebinterfacevanbepaaldeproducten
(bijv.AX8)gebruiken.Afhankelijkvanhetgebruikteapparaat
enwebbrowser,kanhetookmogelijkzijndewebinterfacete
openenmetbehulpvaneenverbondensmart-apparaat.
DoehetvolgendewanneeruwlaptopverbondenismetuwMFD:
1.ZoekhetIP-adresvanhetproductop.
VoorRaymarine-productenwordthetIP-adresweergegeven
opdediagnosepagina,datukuntopenendoorhet
betreffendeapparaatteopeneninhetDiagnosemenuvan
uwMFD:(Home-venster>Instellingen>Onderhoud>
Diagnose>Kiesapparaat).
D13384-1
10.22.3.113
2.Opendewebbrowseropuwsmart-apparaatenvoerhet
IP-adresindeadresbalkinendrukopEnter/Go.
3.Loginopdewebinterface.
Degebruikersnaamenhetwachtwoordkuntuterugvindenin
dedocumentatiediemetuwproductismeegeleverd.
TipAlsdewebinterfacenietofnietcorrectwordtweergegeven,
probeerdaneenanderewebbrowser.
20.4Raymarinemobieleapps
MetdeRaymarinemobieleappskuntuuwmultifunctionele
displaybekijkenenbesturenviaeencompatibelmobielapparaat
metbehulpvaneenWi-Fi-verbinding.
Raymarinebiedtopditmomentdevolgendemobieleapps:
RayView
RayRemote
RayControl
Opmerking:Uwmultifunctioneledisplaydientsoftwareversie
V3.15ofhogertehebbenommobieleappstekunnen
gebruiken.
RayView
Metdezeappkuntuwatuzietopuwmultifunctioneledisplay
streamennaareencompatibelsmartphoneoftabletmetbehulp
vaneenWi-Fi-verbinding.
D121 65- 3
3 42
1
1.Multifunctioneeldisplay.
2.Wi-Fi-verbinding(éénrichtingalleenstreaming).
3.Compatibelapparaat.
4.“RayView”videostreaming-app.
RayControl
Metdezeappkuntuuwmultifunctioneledisplaystreamen
naarenbesturenvanafeencompatibelesmartphoneoftablet
metbehulpvaneenWi-Fi-verbinding.
Opmerking:Uitveiligheidsoverwegingenzijndeoptiesvoor
debedieningvandestuurautomaatendeaan/uit-knopniet
opafstandbeschikbaar.
D125 02- 4
1 2 3 4 6
5
1.Multifunctioneeldisplay.
2.Wi-Fi-verbinding(tweerichtingenstreamingenbediening
opafstand).
3.Compatibeletablet.
4.“RayControl”-appvoorstreamingenbedieningopafstand.
5.Toegangtotde“RayControl”-bediening(raakdepijlaanom
debedieningteopenen).
6.“RayControl”-afstandsbediening
RayRemote
Metdezeappkuntuuwmultifunctioneledisplayopafstand
streamennaarenbesturenvanafeencompatibelesmartphone
metbehulpvaneenWi-Fi-verbinding.
Opmerking:RayRemotekanschakelentussen
hetweergevenvandeafstandsbedieningenende
videostreaming.
288
LightHouseMFDoperationinstructions
D125 99- 3
1 2 3 4
1.Multifunctioneeldisplay.
2.Wi-Fi-verbinding(tweerichtingenstreamingofbediening
opafstand).
3.Compatibelesmartphone.
4.RayRemoteApp
OmRaymarinemobieleappstegebruikendientueerst:
Devereisteapptedownloadenenteinstalleren,beschikbaar
indebetreffendeappstore.
Wi-FiinteschakelenindeSysteeminstellingenvanhet
multifunctioneledisplay.
Wi-Fiinteschakelenopuwcompatibeleapparaat.
DeRaymarineWi-Fi-verbindingteselecterenindelijstmet
beschikbareWi-Fi-netwerkenopuwcompatibeleapparaat.
Hetbetreffendeverbindingstypeinteschakelen(d.w.z.
bekijkenofafstandsbediening)indesysteeminstellingenvan
hetmultifunctioneledisplay.
Mobieleapp-compatibiliteit
DeRaymarinemobieleappszijncompatibelmetdevolgende
apparaten.
ApparaatBesturingssysteem
iPhone4ofhogeriOS
iPad2ofhogeriOS
Androidsmartphone
AndroidV2.2.2ofhogermet
1GHz-processorofhoger
Androidtablet
AndroidV2.2.2ofhogermet
1GHz-processorofhoger
KindleFire
Android\amazon
Mobieleappsinschakelen
Raymarinemobieleappsmoetenwordeningeschakeldvoordat
uvideokuntstreamenofuwMFDopafstandkuntbedienen
meteensmart-apparaat.
GanaarhetWi-Fidelen-menu:(Home-venster>Instellingen
>Draadlozeverbindingen>Wi-Fi>Wi-Fidelen)
1.SelecteerMobieleapps:.
2.SelecteerAlleenweergaveomalleenvideo-streamingin
teschakelen,of
3.SelecteerAfstandsbedieningomdeafstandsbedieningen
video-streaminginteschakelen.
4.StartdebetreffendeRaymarinemobieleappopuw
smart-apparaatenvolgdeinstructiesophetscherm.
20.5InstellingenvoorWi-Fidelen
UkuntdeWi-Fi-instellingenopeneninhetWi-Fidelen-menu
(Home-venster>Instellingen>Draadlozeverbindingen
>Wi-Fi>Wi-Fidelen)
WiFi-naamDestandaardWi-Fi-naam
(SSID)bestaatuitdeproduct-
enserienummersvanhetMFD
(bijv.RME702650350138),
ditkanwanneeruwiltworden
gewijzigdineennaamdieu
gemakkelijkerkuntonthouden,
maardenaamdientuniekte
zijnvoorhetMFD.
Toetsenbord
ophetscherm
weergegevenvoor
invoerdoorde
gebruiker.
WiFi-
wachtwoord
Hetstandaard
Wi-Fi-wachtwoordiseen
reekskaraktersgegenereerd
doorhetMFD,ditkanwanneer
gewenstookwordengewijzigd.
Opmerking:Zorgvoor
een'sterk'wachtwoorddoor
eencombinatietegebruiken
vanhoofd-enkleineletters,
cijfersenspecialekarakters.
Hetwachtwoordmagtussen
8en63karakterslangzijn,
eenlangwachtwoordis
veiliger.
Toetsenbord
ophetscherm
weergegevenvoor
invoerdoorde
gebruiker.
Wi-Fi-kanaal:
Alsulasthebtvaninterferentie
(deWi-Fi-verbindingvaltsteeds
weg),dankanhetWi-Fi-kanaal
wordengewijzigdineenkanaal
metminderactiviteit.
Opmerking:
DeoptieWi-Fi-kanaal
isnietbeschikbaar
wanneerverbinding
isgemaaktmeteen
toegangspunt/mobiele
hotspot.
HetMFDmaakt
verbindingmetde
kanalen12en13,deze
kanalenkuntuechterniet
selecteren.
TipErzijngratisWi-Fi
Analyzer-appsbeschikbaar
voorsmart-apparaten,
waarmeeueenminderbelast
kanaalkuntkiezen.
Kanalen1toten
met11(2GHz)
Wi-Fi-
beveiliging:
Destandaardversleuteling
isAlleenWPA2.Ditishet
aanbevolentypebeveiliging,
wanneeruwiltkuntuhet
beveiligingstypeechter
wijzigen.
Belangrijk:Wanneer
uGeenselecteertinde
opties,isuwsysteemopen
voorongeautoriseerde
verbinding/toegang.
Geen
AlleenWPA
AlleenWPA2
WPA/WPA2
Mobieleapps:MetdeinstellingMobieleapps
kuntuselecterenofmobiele
appsuwMFDkunnenzien
en/ofbedienenenofuw
mobieleapp-verbindingen
Uit-schakelen.
Uit
Alleen
weergeven
Afstandsbedie-
ning
Wi-Fienmobieletoepassingen
289
290
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk21:Audio-toepassing
Inhoudsopgave
21.1Compatibeleentertainmentsystemenoppagina292
21.2OverzichtAudio-toepassingoppagina292
21.3Hetentertainmentsysteeminschakelenoppagina294
21.4Eenaudiobronselecterenoppagina295
21.5Doormediabestandenbladerenoppagina296
21.6Audio-regelbalkoppagina296
21.7MenuAudio-toepassingoppagina297
Audio-toepassing
291
21.1Compatibeleentertainmentsys-
temen
Deonderstaandetabelgeeftinformatieovercompatibele
entertainmentsystemen.HetkanzijndatdeAudio-toepassing
werktmetandereentertainmentsystemendandesystemenin
delijst,dewerkingkanechterperapparaatverschillen.
ApparaatFabrikant
PMX-5
RockfordFosgate
21.2OverzichtAudio-toepassing
UkuntdeAudio-toepassinggebruikenomcompatibeleNMEA
2000-entertainmentsystementeregelendiezijnverbondenmet
deSeaTalk
ng®
-/NMEA2000-CAN-bus.
D13532-1
6 7 8
1
5
3
4
2
1.Stand-byenalleknoppendempen
GebruikdeStandby-knopomuwentertainmentsysteem
uitteschakelen.
GebruikdeknopAllesdempenomALLEaudiozones
tegelijktedempen.
2.Audio-bron
GebruikdeknopAudio-bronomteschakelen
tussenaudiobronnendiebeschikbaarzijnopuw
entertainmentsysteem.
3.Huidigeaudiozone
Geeftdeopdatmomentgeselecteerdeaudiozoneweeren
deAudio-brondieaandiezoneistoegewezen.
4.InformatieenregelaarsTrack/Station
Toontinformatieenregelaarsvoorhethuidigenummerof
station.
5.Beschikbareaudiozones
ToontanderebeschikbareaudiozonesendeAudio-brondie
aandiezoneistoegewezen.
6.Volumeomlaag
UkuntookdeDraaiknopopMFD'sdieeenfysiekeknop
hebbengebruikenomhetvolumeaantepassen.
7.Afspelen/Pauze/Stop-knopmetVolume-indicator
DeringronddeAfspelen/Pauze/Stop-knopgeefthet
volumevoordehuidigezoneaan.
8.Volumeomhoog
UkuntookdeDraaiknopopMFD'sdieeenfysiekeknop
hebbengebruikenomhetvolumeaantepassen.
Opmerking:Wanneeruschakelttussenaudiobronnenof
nummersmetbehulpvandebestandsbrowser,dientuervoor
tezorgendatdeAudio-toepassingklaarismetzoekennaar
apparaten/nummersvoordatueennieuweselecteert.
Audio-regelaars
Wanneerueenaudiobestandafspeeltvanafeenverbonden
USB-ofBluetooth-apparaat,zijndevolgendedetailsen
regelaarsbeschikbaar.
D13533-1
3
5
4
7
6
1 2
1.Titelvanhetnummer
292
LightHouseMFDoperationinstructions
2.Voortgangvanhetnummer
DeVoortgangsbalkgeeftdevoortgangvanhethuidige
nummer,detijdvanhetnummer,deresterendetijdvanhet
nummer,hetvolgnummerenhetaantalnummersweer.
3.Overslaanachteruit
Wanneeruéénkeerdrukt,wordtteruggesprongennaar
hetbeginvanhethuidigenummer.
Wanneerutweekeerdrukt,wordtteruggesprongennaar
hetbeginvanhetvorigenummer.
4.Overslaanvooruit
Springtvooruitnaarhetbeginvanhetvolgendenummer.
5.Informatie
Audio-bron
Artiest
Albumnaam
6.Bestandsbrowser
Wanneerueenleeggebiedinhetregelvakselecteert,wordt
debestandsbrowservoorhetapparaatgeopend.
7.Indicatorherhalen/willekeurigevolgorde
GeeftaanofHerhalenofWillekeurigevolgordeactiefis.
Regelaarsradiostations
D13534-1
2
4
3
1
1.Station
2.Achteruitzoeken
Kortindrukken-zoektachteruitindebeschikbare
radiostations.
Langindrukkenschakeltomnaarhandmatige
zoekmodus.
3.Vooruitzoeken
Kortindrukken-zoektvooruitindebeschikbare
radiostations.
Langindrukkenschakeltomnaarhandmatige
zoekmodus.
4.Knoppenvoorkeurszenders
De4beschikbareknoppenvoorvoorkeurszenderszijnde
eerste4voorkeurszendersvanuwentertainmentsysteem.
Drukdeknopinenhoudhemvasttotdatudriepiepjeshoort
omhethuidigestationonderdevoorkeursknopopteslaan
WanneeruopeenVoorkeurszender-knopdiealisingesteld
drukt,veranderthetkanaalnaardatstation.
SiriusXM-regelaars
5
1
3
2
4
D13537-1
1.Kanaalomlaag
Zoektachteruitindebeschikbareradiostations.
2.Kanaalomhoog
Zoektvooruitindebeschikbareradiostations.
3.Knoppenvoorkeurszenders
De4beschikbareknoppenvoorvoorkeurszenderszijnde
eerste4voorkeurszendersvanuwentertainmentsysteem.
Drukdeknopinenhoudhemvasttotdatudriepiepjeshoort
omhethuidigestationonderdevoorkeursknopopteslaan
WanneeruopeenVoorkeurszender-knopdiealisingesteld
drukt,veranderthetkanaalnaardatstation.
4.SignaalsterkteSiriusXM-ontvanger
Geeftdesterkteaanvandesignaalontvangstvanuw
ontvanger.
5.Station
Wanneerueenstationnaamofeenleeggebiedin
hetregelaarvensterselecteert,wordtdebrowservoor
kanaalselectiegeopend.
Pandora-regelaars
WanneerudePandora-internetradiogebruiktdiebeschikbaar
isindeVS,AustraliëenNieuw-Zeeland,zijndevolgende
regelaarsbeschikbaar.
6 7 8 9 10
1
3
2
5
4
D13536-1
1.Titelvanhetnummer
2.Volgendenummer
Hetaantalnummersdatukuntoverslaanhangtafvanuw
Pandora-abonnement.
3.Informatie
Audiobron
Artiest
Albumnaam
4.Voortgangvanhetnummer
DeVoortgangsbalkgeeftdevoortgangvanhethuidige
nummer,detijdvanhetnummerenderesterendetijdvan
hetnummerweer.
5.Kanaalselectie
Wanneerueenleeggebiedinhetregelaarvensterselecteert,
wordtdebrowservoorkanaalselectiegeopend.
6.Duimomlaag
WanneerudeDuimomlaagselecteert,geeftuaanhet
huidigenummernietleuktevinden.Erwordteenoranje
vakronddeDuimomlaaggezet,hetvolgendenummer
wordtafgespeeldenhetnummerdatunietleukvond
wordtnietopnieuwafgespeeldophethuidigestation.
7.Volumeomlaag
8.Afspelen/Pauze/Stop-knopmetVolume-indicator
DeringronddeAfspelen/Pauze/Stop-knopgeefthet
volumevoordehuidigezoneaan.
9.Volumeomhoog
10.Duimomhoog
WanneerudeDuimomhoogselecteert,geeftuaanhet
huidigenummerleuktevonden.Erwordteenoranjevak
Audio-toepassing
293
ronddeDuimomhooggezetenerwordenvergelijkbare
artiestenennummersaanhethuidigestationtoegevoegd.
Wanneereennummerwordtafgespeelddatueerder
leukhebtgevonden,wordteenoranjevakronddeDuim
omhoogweergegeven.WanneerudeDuimomhoog
opnieuwselecteert,wordtuw'vindikleuk'voordat
nummergeannuleerd.
21.3Hetentertainmentsysteem
inschakelen
DeAudio-toepassingkanwordengebruiktomuw
entertainmentsysteeminteschakelen.
1.SelecteereenAudio-toepassingspaginavanuithet
Beginscherm.
2.SelecteerdeAan/uit-knopophetscherm.
Uwentertainmentsysteemwordtingeschakeldende
regelaarsvandeAudio-toepassingwordenweergegeven.
AlsdeAudio-regelbalkisingeschakeld,kuntuuw
entertainmentsysteemookinschakelenvanuiteenwillekeurige
toepassingspagina.
294
LightHouseMFDoperationinstructions
21.4Eenaudiobronselecteren
Erkanaaniederezoneeenafzonderlijkeaudiobronworden
toegewezen.Deaudiobronnendiebeschikbaarzijnhangenaf
vanhetentertainmentsysteemdatugebruikt.Voorinformatie
overhetaansluitenvandeverschillendeaudiobronnenopuw
entertainmentsysteemraadpleegtudedocumentatiedatmetuw
entertainmentsysteemismeegeleverd.
DoehetvolgendeindeAudio-toepassing:
1.SelecteerdeZonewaaraanudeaudiobronwilttoewijzen.
2.SelecteerdeknopAudiobron.
DepaginaAudiobronnenwordtweergegeven:
3.Selecteerdebetreffendeknopvoordegewensteaudiobron.
Degeselecteerdeaudiosourcewillstarttoplayonthe
selectedzone:
4.Herhaaldebovenstaandestoppenvooriedere
Zone/Audiobron.
Voorsommigeaudiobronnenkunnenbeperkingengelden.
BeperkingvoorAudiobronzones
Afhankelijkvanuwentertainmentsysteemkunnener
beperkingengeldenvoorhettoewijzenvaneenbronaaneen
zone.
Sommigebronnenzijnnietbeschikbaarinallegeograsche
regio's.Voormeerinformatieraadpleegtudedocumentatiedie
metuwaudio-apparaatismeegeleverd.
Opmerking:Wanneerudeaudiobronvooreenzone
wijzigt,ishetmogelijkdatdebronvananderezonesook
wordtgewijzigdalsdewijziginginstrijdismetdehieronder
genoemdebeperkingen:
Zone1ingesteldop:
Volgendezoneskunnenwordeningesteld
op:
AM-tuner
AM-tuner/SiriusXM/Pandora/Aux/USB
/BT
FM-tuner
FM-tuner/SiriusXM/Pandora/Aux/USB
/BT
WB-tuner
WB-tuner/SiriusXM/Pandora/Aux/USB
/BT
SiriusXMAM-tuner/FM-tuner/WB-tuner/SiriusXM/
Pandora/Aux/USB/BT
Zone1ingesteldop:
Volgendezoneskunnenwordeningesteld
op:
Pandora
AM-tuner/FM-tuner/WB-tuner/SiriusXM
/Pandora/Aux
Aux
AM-tuner/FM-tuner/WB-tuner/SiriusXM/
Pandora/Aux/USB/BT
USBAM-tuner/FM-tuner/WB-tuner/SiriusXM
/Aux/USB
BT(Bluetooth)AM-tuner/FM-tuner/WB-tuner/SiriusXM
/Aux/BT
Audio-toepassing
295
21.5Doormediabestandenbladeren
Ukuntdoormediabestandenbladerendiezijnopgeslagenopeen
USB-apparaatdatisverbondenmetuwentertainmentsysteem.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeAudio-toepassing:
1.SelecteerTracks.
Debestandsbrowserwordtweergegeven.
2.UkuntookeenMFDmettouchscreengebruikenomeenlege
plekindehetgebiedmetdetailsenregelaarsteselecteren
omdebestandsbrowserteopenen.
D13535-1
3.Ganaarhetbestanddatuwiltafspelen.
4.Wachttotdepaginavolledigisgeladenvoordatueen
bestandselecteert.
5.Selecteerhetbestanddatuwiltafspelen.
Hetnummerwordtafgespeeld.
21.6Audio-regelbalk
OpMFD'smettouchscreeniseenAudio-regelbalkbeschikbaar.
Wanneeringeschakeldwordtderegelbalkweergegeven
onderaanalleanderetoepassingspagina's.
DeAudio-regelbalkwordtingeschakeldvanuithetmenuvande
Audio-toepassing:Menu>Regelbalkaudio>Tonen.
metdeAudio-regelbalkkuntu:
Schakelentussenzones
Vooruitenachteruitzoeken
Dezonedempenendempenopheffen
Hetvolumeharderenzachterzetten.
Opmerking:
AlsdeStuurautomaatbalkisingesteldopAan,danwordtde
Audio-regelbalktijdensactievenavigatievervangendoorde
Stuurautomaatbalk.
296
LightHouseMFDoperationinstructions
21.7MenuAudio-toepassing
Naastderegelaarsophetschermkanhetmenuvande
Audio-toepassingookwordengebruiktvoorhetopenenvande
audio-enradioregelaars.
MenuOmschrijvingOpties
AllesdempenAllezonesdempen.NVT
BronselecterenToontde
selectiepaginavoor
Audiobron.
AM-tuner
FM-tuner
WB-tuner
SiriusXM
Pandora
AUX
USB
BT(Bluetooth)
TracksWanneerueen
USB-apparaat
gebruikt,opentdeze
optieeenvenstermet
eenaudiobrowser
omdeselectievan
nummersmogelijkte
maken.
AAN/UIT-knop:
hiermeekuntuhet
entertainmentsysteem
in-enuitschakelen.
Aan
Uit
Willekeurige
volgorde:
wanneerdeaudiobron
USBofBluetoothis,
kuntuditinstellenom
dehuidigeafspeellijst
opwillekeurige
volgordeaftespelen.
Aan
Uit
Herhalen:Wanneerdeaudiobron
USBofBluetoothis,
kuntudetoepassing
zoinstellendathet
hethuidigenummer
ofdemapdiewordt
afgespeeldherhaalt.
Uit
Track
Alle
Frequentie
aanpassen
Wordtweergegeven
wanneeropdat
momenteen
Radio-audiobron
isgeselecteerd.
Hiermeekuntu
deRadio-regelaars
schakelentussen
automatischkanalen
zoekenofhandmatig
afstemmenvande
frequentie.
Kanaalzoeken
Handmatig
afstemmen
MenuOmschrijvingOpties
Audio-regelbalkHiermeekuntu
deAudio-regelbalk
diekanworden
gebruiktvoorhet
bedienenvanuw
entertainmentsysteem
tonenofverbergen
terwijlueenandere
toepassingspagina
bekijkt.
Opmerking:De
Audio-regelbalkis
ookbeschikbaar
opMFD'smet
touchscreen.
Weergeven
Verbergen
InstellenHiermeekuntude
crossover-frequenties
wijzigen.
Crossover-LPF
Crossover-HPF
Audio-toepassing
297
298
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk22:Mediaspelertoepassing
Inhoudsopgave
22.1Aansluitingmediaspeleroppagina300
22.2Bluetoothinschakelenoppagina300
22.3HetkoppelenvaneenBluetooth-mediaspeleroppagina301
22.4Audiobedieninginschakelenoppagina301
22.5Mediaspelerbedieningoppagina302
22.6Demediaspelerbedienenmeteenafstandsbedieningoppagina302
22.7EenBluetooth-apparaatontkoppelenoppagina303
Mediaspelertoepassing
299
22.1Aansluitingmediaspeler
UkuntuwMFDgebruikenomeenBluetooth-mediaspeler(zoals
eensmartphone)tebedienen.
DemediaspelermoetcompatibelzijnmetBluetooth2.1+EDR
powerclass1.5(ondersteundproel:AVRCP1.0)ofhoger.
D12164-3
1 32
1.MFD
2.Bluetooth-verbinding
3.Bluetooth-mediaspeler
Omdezefunctietegebruikendientueerst:
BluetoothindeschakelenindeSysteeminstellingenvan
hetMFD.
Bluetoothinteschakelenopdemediaspeler.
DemediaspelertekoppelenmethetMFD.
AudiobedieninginteschakelenindeSysteeminstellingen
vanhetMFD.
EenRCU-3-afstandsbedieningaantesluitenendesneltoets
toetewijzenaanStart/Stopafspelenaudio(alleennodigvoor
MFD'sdiegeentouchscreenhebben).
Opmerking:Alsuwmediaspelergeeningebouwde
luidsprekersheeft,kanhetnodigzijndeuitgangvande
mediaspelerteverbindenmeteenexternaudio-systeemof
eenkoptelefoon.Voormeerinformatiekuntudeinstructies
vandemediaspelerraadplegen.
22.2Bluetoothinschakelen
GanaarhetBluetooth-menu:(Home-venster>Instellingen>
Draadlozeverbindingen>Bluetooth)
1.SelecteerBluetooth:zodatAanisgeselecteerd.
300
LightHouseMFDoperationinstructions
22.3Hetkoppelenvaneen
Bluetooth-mediaspeler
DoehetvolgendeinhetBluetooth-menu:(Home-venster>
Instellingen>Draadlozeverbindingen>Bluetooth)
1.SelecteerNieuweBluetooth-verbinding.
Erwordteenberichtweergegevenwaarinuwordtgevraagd
uwmediaspelerindetectiemodustezetten.
2.ZorgervoordatBluetoothisingeschakeldopuwexterne
mediaspelerendathijklaarisomtewordengekoppeld.
Voormeerinformatiekuntudeinstructiesvanhetapparaat
raadplegen.
3.OphetmultifunctioneledisplayselecteertuOKinhet
dialoogvenster.
Hetmultifunctioneledisplayzoektnaaractieve
Bluetooth-apparaten.
4.SelecteerStopherkenningwanneeruwapparaatindelijst
verschijnt.
5.Selecteerdemediaspelerindelijst.
Erwordteenkoppelingsverzoekweergegevenophetexterne
media-apparaat.
6.SelecteerKoppelen(ofeenvergelijkeoptie)ophetexterne
media-apparaatomhetkoppelingsverzoekteaccepteren.
Ophetmultifunctioneledisplaywordteenbericht
weergegevenwaarinuwordtgevraagddekoppelingscode
tebevestigen.
7.Alsdekoppelingscodeopuwmultifunctioneledisplay
overeenkomtmetdecodeophetexternemedia-apparaat
selecteertuOKophetmultifunctioneledisplay.Alsdecodes
nietovereenkomenherhaaltudestappen4totenmet8.
8.Alsdekoppelingisgeslaagdbevestigthetmultifunctionele
displaydekoppeling.
Hetexternemedia-apparaatisnugekoppeldaanhet
multifunctioneledisplay.
22.4Audiobedieninginschakelen
DoehetvolgendeinhetBluetooth-menu:(Home-venster>
Instellingen>Draadlozeverbindingen>Bluetooth)
1.SelecteerVerbindingsbeheer.
Erwordteenlijstweergegevenmetgekoppelde
Bluetooth-apparaten.
2.Selecteerdemediaspelerindelijst.
3.SelecteerAudiobediening>Aan.
Mediaspelertoepassing
301
22.5Mediaspelerbediening
Metmultifunctioneledisplaysmettouchscreenkuntude
bedieningvandemediaspelerophetschermgebruikenomhet
geluidteregelenvanuwexternemediaspeler.
D
12 29 3-1
1
32 4 5
1.Raakditpictogramaanomdeaudiobedieningweerte
geven.
2.Vorignummer.
3.Nummerafspelen.
4.Nummerpauzeren.
5.Volgendnummer.
WanneeruTerugselecteertwordtdeaudiobedieningverborgen.
22.6Demediaspelerbedienenmet
eenafstandsbediening
Ukuntdeaudiodraadloosbedienenmetbehulpvaneen
RaymarineRCU-3-afstandsbediening.
DesneltoetsopdeRCU-3dienttezijningesteldopStart/Stop
afspelenaudio,raadpleegdesectieEenafstandsbediening
gebruikenvoormeerinformatie.
1.DrukopdepijlOMHOOGvoorhetvolgendenummer.
2.DrukopdepijlOMLAAGvoorhetvorigenummer.
3.DrukopdeSNELKNOPomaudioaftespelen/tepauzeren.
Opmerking:OpNieuwec-seriemultifunctioneledisplays
wordenwelaudioregelaarsweergegevenophetscherm,
maarukunternietmeewerken.Omdeaudioteregelendient
ueenaangeslotenRCU-3tegebruiken.
302
LightHouseMFDoperationinstructions
22.7EenBluetooth-apparaat
ontkoppelen
Wanneeruproblemenhebtbijhetgebruikvaneen
Bluetooth-apparaatmeteenmultifunctioneeldisplaykan
hetnodigzijnhetapparaat(enalleanderegekoppelde
Bluetooth-apparaten)teontkoppelenendekoppelprocedure
opnieuwuittevoeren.
DoehetvolgendeinhetBluetooth-menu:(Home-venster>
Instellingen>Draadlozeverbindingen>Bluetooth)
1.SelecteerVerbindingsbeheer.
Erwordteenlijstweergegevenmetgekoppelde
Bluetooth-apparaten.
2.Selecteerdemediaspelerindelijst.
3.SelecteerOntkoppelen/vergeetditapparaat.
Mediaspelertoepassing
303
304
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk23:SiriusAudio-toepassing(alleenNoord-Amerika)
Inhoudsopgave
23.1OverzichtSiriusAudiooppagina306
SiriusAudio-toepassing(alleenNoord-Amerika)
305
23.1OverzichtSiriusAudio
EenaangeslotenencompatibeleRaymarineSiriusmaritieme
weer-/satellietradio-ontvangerkanwordenbediendmetbehulp
vandeSiriusAudio-toepassing.
Opmerking:UdienteenSirius-abonnementtehebben
omgebruiktekunnenmakenvaneenSiriusmaritieme
weer-/satellietradio-ontvanger.
OmhetvolumetekunnenregelendientdeRaymarine
Siriusmaritiemeweer-/satellietradio-ontvangerooktezijn
aangeslotenophetentertainmentsysteemvanhetschip.Het
volumewordtgeregeldmeteencombinatievandebediening
ophetmultifunctioneledisplayenderegelaarsvanhet
entertainmentsysteemvanhetschip.
D12756-1
9 8 7
5
6
21 3
4
1
Signaalsterkte(tussen0en3balkjes).
2Naamvanhetnummerendeartiest.
3Menuhetmenuwordtgebruiktomdoordebeschikbare
satellietradiokanalentebladeren.
4
Stationgegevens.
5
Sirius-ontvanger-ID.
6Favorietekanalen.
7
Volumeomhoog.
8
Dempen/dempenopheffen
9Volumeomlaag.
DeSiriusAudio-toepassingkanwordengebruiktom:
Doordebeschikbareradiokanalentebladeren.
Overteschakelennaareenanderradiokanaal.
Kanalenaantewijzenalsfavoriet.
Hetvolumeteregelen.
Hetvolumetedempen.
Opmerking:Sirius-satellietradioisalleenbeschikbaarin
Noord-Amerika.
DeSirius-audiotoepassingopenen
1.SelecteerhetpaginapictogramSiriusAudioinhet
home-venster.
Hetkanaalwijzigen
Ukunteenlijstmetbeschikbaresatellietradiokanalenbekijken
enhetstationselecterenwaarnaaruwiltluisteren.
DoehetvolgendeindeSiriusAudio-toepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerSelecteerkanaal.
Dekanaalbrowserwordtweergegeven.
3.Selecteerhetbetreffendekanaalindelijst.
Favorietentoevoegen
Ukunttot6favorietekanalenprogrammerenindeSirius
Audio-toepassing.Omhethuidigekanaalopteslaanalsfavoriet
volgtudeonderstaandestappen.
1.Schakelovernaarhetkanaaldatualsfavorietwiltopslaan.
2.Wanneerhetkanaalophetschermwordtweergegeven,
selecteertueenfavorietkanaalnummer(1tot6)enhoudtu
deze2secondeningedrukt.
Hetradiokanaalisnuopgeslagenalsfavoriet.
Devolumeregelaarsgebruiken
DeSiriusAudio-toepassingkanwordengebruiktomhetvolume
vanuwSiriusAudio-ontvangerteregelen.
DoehetvolgendeindeSirius-toepassing:
1.SelecteerhetpictogramVolumeomhoogofVolume
omlaagomhetvolumeteveranderen,of
2.SelecteerhetpictogramDempeninhetgeluidtedempen
ofhetdempenopteheffen.
306
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk24:Fusionlink-toepassing
Inhoudsopgave
24.1OverzichtFusionlink-toepassingoppagina308
24.2Mediabronnenoppagina309
24.3Doormuziekbladerenoppagina309
24.4DefunctiesWillekeurigevolgordeenHerhalenselecteren.oppagina310
24.5Hetvolumevooriederezoneaanpassenoppagina310
24.6Hettebedienensysteemselecterenoppagina311
24.7EenNMEA2000Fusion-unituitschakelenoppagina312
24.8EenNMEA2000Fusion-unitinschakelenoppagina312
24.9Optiesvanhetinstellingenmenuoppagina313
Fusionlink-toepassing
307
24.1OverzichtFusionlink-toepassing
Hetmultifunctioneledisplaykaneencompatibele
Fusion-entertainmentsystemenaansturen.
Voorbeeld
D12746-1
1
5
7
4
3
6
2
1
Fusion-menuopties/nummerlijsten
2PictogrammenWillekeurigevolgordeenHerhalen
3
Nummer-enmediaspeciekegegevensenregelaars
4Volumeregelaar
5
Zoneselectie
6Mediabron
7
Mediaregelaars(zieonder)
Opmerking:Albuminformatieisalleenbeschikbaarbijhet
gebruikvaneeniPod.
Mediaregelaars
D12747-1
4 5 6
1 2 3
1Volumeomlaag.
2
Dempen/dempenopheffen
3Volumeomhoog.
4Eénkeerdrukkenspringtterugnaarhetbeginvanhet
huidigenummer,wanneerunogeenkeerdruktwordt
teruggesprongennaardevoorgaandenummers.
Indrukkenenvasthoudenspringtteruginhethuidige
nummermetsprongenvan10seconden.
5
Huidigenummerafspelen/pauzeren.
6Eénkeerdrukkenspringtvooruitnaarhetvolgende
nummer,wanneerunogeenkeerdruktwordtvooruit
gesprongennaardevolgendenummers.
Indrukkenenvasthoudenspringtvooruitinhethuidige
nummermetsprongenvan10seconden.
FunctiesvandeFusionlink-toepassing:
DeFusion-unitin-enuitschakelen(alleenNMEA2000)
Doordebeschikbaremediabronnentebladeren
Hetvolumeaanpassen
Detoonregelaarsaanpassen(lagetonen,middentonenen
hogetonen).
Achteruitenvooruittespringennaarnummers
Achteruitenvooruittespoelenbinnennummers
Hethuidigenummeraftespelen/tepauzeren
Detebedienenzoneteselecteren.(Voorinformatieoverhet
instellenvanzoneskuntudehandleidingraadplegenvanuw
Fusion-entertainmentsysteem)
DefunctiesWillekeurigevolgordeenHerhaleninstellen
Eenregioselecterenvoorderadio
*SoftwarevanuwFusion-unitupdaten
Opmerking:*DeupdatebestandenvoordeFusion-software
moetenwordenopgeslagenopeenUSB-stickdieis
aangeslotenopdeFusion-unit.Raadpleegdeinstructiesvan
uwFusion-unit.
CompatibeleFusion-units
Deonderstaandetabelgeefteenoverzichtvande
Fusion-entertainmentsystemendiecompatibelzijnmetMFD's
metLightHouse
TM
.
Fusion-unit
NMEA2000-
aansluitingSeaTalk
hs
-verbinding
650Series
700Series
750Series
RA205Series
BB100
BB300
DeFusionlink-toepassingopenen
AlsermeerdanéénFusion-entertainmentsysteemis
aangeslotenopuwsysteem,dankuntuselecterenwelksysteem
doordeFusionlink-toepassingwordtbediend.
1.SelecteerhetpaginapictogramFUSIONlinkinhet
Beginscherm.
Erwordteenlijstweergegevenmetaangesloten
Fusion-entertainmentsystemen.
2.Selecteerhetsysteemdatuwiltbedienen.
308
LightHouseMFDoperationinstructions
24.2Mediabronnen
Debeschikbaremediabronnenhangenafvanhettype
Fusion-unitendeaangeslotenrandapparaten.
Mediabronnen:
AM/FM-radio
Aux1/Aux2
MTP(MediaTransferProtocol)
ARC(AudioReturnChannelHDMI)
USB
Bluetooth
iPod1/iPod2
AndroidAudio
DVD
Marifoon
Satellietradio
DAB+
Eenmediabronselecteren
DoehetvolgendeindeFusionlink-toepassing:
1.SelecteerdeBron-knop.
Erwordteenlijstweergegevenmetmediabronnen.
2.Selecteerdebetreffendemediabron.
24.3Doormuziekbladeren
Ukuntdoorelektronischemuziekbestandenbladerendiezijn
opgeslagenopapparatendiezijnverbondenmetdeFusion-unit.
DoehetvolgendeindeFusionlink-toepassing:
1.SelecteerhetMenu-pictogram.
HetMenuwordtweergegeven.Debovenstehelftvanhet
menuschermbevatdebestandsbrowser.
2.Zoekindebeschikbaremappennaaruwmuziek.
3.Selecteerhetnummerdatuwiltbeluisteren.
Hetnummerwordtafgespeeld.
Fusionlink-toepassing
309
24.4DefunctiesWillekeurigevolgorde
enHerhalenselecteren.
UkuntdeFusionlink-toepassingzoinstellendatde
geselecteerdemapwordtherhaaldofdatdenummersineen
willekeurigevolgordewordenafgespeeld.
DoehetvolgendeindeFusionlink-toepassing:
1.SelecteerhetMenu-pictogram.
2.SelecteerHerhalenomdefunctieMapherhaleninofuitte
schakelen.
3.SelecteerWillekeurigevolgordeomdefunctievoor
willekeurigevolgordeinofuitteschakelen.
24.5Hetvolumevooriederezone
aanpassen
Hetvolumevandeverschillendezoneskanafzonderlijkworden
ingesteld,ukuntookallezonestegelijkertijdaanpassen.
DoehetvolgendeindeFusionlink-toepassing:
1.SelecteerVol:.
Dezonevolumeregelaarwordtweergegeven.
2.Selecteerdebetreffendezone.
3.Stelhetvolumeinopdegewensteinstelling.
4.SelecteerhetTerug-pictogramomterugtekerennaarhet
hoofdscherm.
Opmerking:WanneeruhetvolumevanAllezonesaanpast,
wordenallezonestegelijkertijdingesteld.
Detebedienenzoneselecteren
Ukuntdezoneselecterendiedoordetoepassingwordt
geregeld.
DoehetvolgendeindeFusionlink-toepassing:
1.SelecteerZone:.
Dezoneselectiebalkwordtweergegeven.
2.Selecteerdezonedieuwiltbedienen.
Devolumeregelaarsophethoofdschermregelennuhetvolume
vandegeselecteerdezone.
MenuZone-instellingen
UkuntdeZone-instellingenopenenvanuithetInstellingenmenu:
(Menu>Instellingen>Zone>Zone#):
MenuOmschrijvingOpties
InschakelenHiermeekuntuzones
dieunietgebruikt
uitschakelen.
Aan
Uit
BalansHiermeekande
rechts/links-balans
voordegeselecteerde
zoneworden
aangepast.
Schuifregelaar
310
LightHouseMFDoperationinstructions
MenuOmschrijvingOpties
VolumelimietHiermeekuntude
maximalevolumelimiet
voordegeselecteerde
zonespeciceren.
Volumeregelaar
Subniveau
Hiermeekuntu
hetmaximale
uitgangsvolume
vandesubwoofer
speciceren.
Volumeregelaar
Sublter
Hiermeekunt
udegewenste
kantelfrequentie
selecteren.
55Hz
85Hz
120Hz
160Hz
NaamHiermeekuntude
naamdieaaniedere
zoneistoegewezen
aanpassen
Schermtoetsenbord
Detoonregelaarsaanpassen(lagetonen,
middentonenenhogetonen).
DoehetvolgendeindeFusionlink-toepassing:
1.SelecteerhetMenu-pictogram.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerToonregelaars.
4.Stelderegelaarsinopdegewenstewaarden.
5.SelecteerTerugomterugtekerennaarhetInstellingenmenu.
6.SelecteerTeruginhetInstellingenmenuomterugtekeren
naarhetHoofdmenu.
7.SelecteerSluitenomterugtekerennaarhethoofdscherm.
24.6Hettebedienensysteem
selecteren
WanneerermeerdanéénFusion-entertainmentsysteemis
aangeslotenkuntuselecterenwelksysteemdoordeFusion
link-toepassingwordtbediend.
DoehetvolgendeindeFusionlink-toepassing:
1.SelecteerhetMenu-pictogram.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerSelecteerFusion-systeem.
Erwordteenlijstweergegevenmetbeschikbaresystemen.
4.Selecteerhetsysteemdatuwiltbedienen.
DeFusionlink-toepassingbedientnuhetgeselecteerde
systeem.
Fusionlink-toepassing
311
24.7EenNMEA2000Fusion-unit
uitschakelen
DoehetvolgendeindeFusionlink-toepassing:
1.SelecteerhetMenu-pictogram.
2.SelecteerInstellingen.
3.SelecteerUitschakelen.
DeFusion-unitwordtuitgeschakeld.
DeFusionlink-toepassingtoontdepaginavoorhetselecteren
vaneenunit.
24.8EenNMEA2000Fusion-unit
inschakelen
WanneerdeFusionLink-toepassingwordtgeopendwanneer
uwentertainmentsysteemisuitgeschakeld,wordtdepagina
Apparaatselectieweergegeven.
Doehetvolgendewanneerdeunitselectiepaginawordt
weergegeven:
1.Selecteerdeunitdieuwiltinschakelen.
312
LightHouseMFDoperationinstructions
24.9Optiesvanhetinstellingenmenu
DeoptiesdiebeschikbaarzijninhetInstellingenmenuzijn
afhankelijkvandeaangeslotenmediabron.
MenuoptieOmschrijvingOpties
ToonregelingHiermeekunnende
toonregelaarsworden
afgesteld.
Lagetonen
Gemiddeld
Hogetonen
ZoneHiermeeselecteert
udezonediede
toepassingmoet
besturen.
Lijstmetbeschikbare
zones.
ZoekenWanneeraangesloten
opeeniPod/iPhone
ofMTP-apparaat
metmeerdan100
artiesten,nummersof
albumskuntudeze
instellinggebruiken
omopletterofcijferte
zoekeninplaatsvan
devolledigelijstweer
tegeven.Selecteerde
optiediehetdichtste
indebuurtkomtvan
hetaantalitemsdat
eropuwapparaat
beschikbaarzijn,of
selecteerUitomde
volledigelijstweerte
geven.
Uit
100
200
400
800
TunerregioHiermeekande
Tunerregioworden
geselecteerd.
VS
Europa
Japan
Australazië
Tel/Mute
Wanneeruw
entertainmentsysteem
isverbondenmeteen
hands-free-telefoon,
demptdeoptie
Tel/Mutedeaudio
ofschakeltovernaar
Aux/ARCzodatude
oproepkunthoren
wanneeruwtelefoon
overgaat.
Aux
ARC
Mute
Afbeeldingen
Hiermeekunnen
afbeeldingen
illustratiesvanalbums
wordenweergegeven
naastdegegevensvan
hetnummer,wanneer
aangeslotenopeen
iPod/iPhone.
Aan
Uit
ApparaatnaamHiermeekuntu
eenaangepaste
apparaatnaam
toewijzenaanuw
entertainmentsysteem.
Openthet
schermtoetsenbord.
SelecteerFusion-
systeem
Hiermeekunt
uhetFusion-
entertainmentsysteem
selecterendatuwilt
bedienen.
Geefteenlijstmet
compatibele,opdat
momentaangeslo-
tenFusion-entertain-
mentssystemen.
MenuoptieOmschrijvingOpties
Update
Softwarevan
Fusion-unitupdaten.
NVT
UitschakelenHierdoorwordt
deFusion-unit
uitgeschakelden
wordtdepagina
voorunitselectie
weergegeven.Alleen
beschikbaarwanneer
aangeslotenviaNMEA
2000.
NVT
Fusionlink-toepassing
313
314
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk25:GRIB-viewer
Inhoudsopgave
25.1OverzichtGRIB-viewer(GriddedInformationinBinary)oppagina316
25.2CompatibiliteitGRIB-vieweroppagina317
25.3Inloggenoppagina317
25.4Gegevenstypictogrammenoppagina318
25.5SelecteerdelocatievoorhetopslaanvandeGRIB-bestandenoppagina318
25.6Hetdownloadenenafspelenvan(tijdelijke)GRIB-bestandenmetbehulpvanderegelaarsophettouchscreenop
pagina319
25.7Hetdownloadenenafspelenvan(tijdelijke)GRIB-bestandenmetbehulpvanderegelaarsopmodellenzonder
touchscreenoppagina319
25.8GRIB-bestandenuitdeKaartshopopslaanoppagina320
25.9Opgeslagenanimatiesafspelenoppagina321
25.10Gegevensengraekenvooreenspeciekelocatiebekijkenoppagina321
25.11Kaarttekstverbergenoppagina322
25.12Bestandenvewijderenoppagina322
25.13Bestandenverplaatsenenkopiërenoppagina323
GRIB-viewer315
25.1OverzichtGRIB-viewer(Gridded
InformationinBinary)
GRIB-bestandenbevattenhistorische/prognosesvan
meteorologischegegevensineenbinaireindeling.De
GRIB-viewergenereertgeanimeerdevisualisatiesvande
gegevensincompatibeleGRIB-bestanden.GRIB-bestanden
kunnendirectvanuitdeGRIB-viewerwordengedownload,maar
zekunnenookhandmatigwordengedownload.
DeGRIB-viewerkanvisualisatiesvandevolgende
gegevenstypenweergeven:
Wind
Neerslag
Druk
Temperatuur
Golf
Zee-oppervlaktemperatuur(nietgeanimeerd)
Getijdenstroom(alleenNoordwest-Europa)
Nexrad(alleenVS)
Opmerking:Voorin-app-downloadsdientute
beschikkenovereengeldigTheyr-abonnementuitde
LightHouse
-kaartshop:https://charts.raymarine.com/en
internetverbindingopuwMFD.
D13530-1
3 4
1
2
1.GRIB-gegevenstypepitogrammen
WanneerubentingelogdindeKaartshopeneenpictogram
selecteert,wordentijdelijkeGRIB-bestandengedownload
eneenanimatieafgespeeldvanhetgeselecteerde
gegevenstype.Hetpictogramvoorhetgegevenstypedat
wordtafgespeeldkrijgteenvinkjeendepictogrammenvoor
allegegevenstypeninhetgedownloadebestandwordenin
kleurweergegeven.AlsdeGRIB-viewernietisingelogd
indeKaartshop,wordenalleendepictogrammenvoor
gegevenstypendiebeschikbaarzijninhetopdatmoment
geselecteerdeGRIB-bestandweergegeven.
Degegevensblijvenbeschikbaartotdateenander
gegevenstypepictogramwordtgeselecteerd,ofde
GRIB-viewerwordtgesloteneneenandereappwordt
geopendvanuithetBeginscherm.
2.Scheepspositie
Dezwartecirkelgeeftdehuidigelocatievanuwschip
aan.Descheepspositiewordtalleenweergegevenalser
positiegegevensbeschikbaarzijnopuwMFD.
3.Voortgangsbalk
Devoortgangsbalktoontdepositievandehuidigeanimatie
engeefteendatum-entijdstempel.
4.Animatieregelaars
Metdeanimatieregelaarskandeanimatieworden
gepauzeerd,afgespeeldofvoor-enachteruitworden
gesprongen.
Opmerking:
DeGRIB-viewerenbijbehorendeGRIB-bestandenzijn
speciekvoorhetMFDenkunnenalleenwordenbekeken
opeenMFDdatisingelogdindeKaartshopofdatde
gedownloadeGRIB-bestandenbevat.OmdeGRIB-viewer
opmeerdan1MFDtegebruiken,moetiedereMFD
zijningelogdendeGRIB-bestandenmoeteneropzijn
gedownload.
Erkanslechts1versievandeGRIB-viewerworden
weergegevenopeentoepassingspagina.
316
LightHouseMFDoperationinstructions
25.2CompatibiliteitGRIB-viewer
DeGRIB-viewerkanwordengebruiktvoorhetafspelenvan
compatibeleGRIB-bestandvanderdenmetdevolgende
indelingen:
GRIB-1-indeling
WE:NSenWE:SNbreedtegraad-lengtegraadgrids
Wind10meterbovenoppervlak
Temperatuur2meterbovenoppervlak
Oppervlaktemperatuur(Zee-oppervlaktemperatuur)
Drukgereduceerdtotgemiddeldzeeniveau
Totalegeaccumuleerdeneerslag
Neerslaghoeveelheid
Getijdenstroom(snelheid/stroomrichting)
GecombineerdegegevensvoorWind,GolvenenBranding,
WindgolvenenBrandingsgolven
25.3Inloggen
DeGRIB-viewerkaninloggenindeLightHouse
-kaartshop,
daardoorkunnenGRIB-bestandenvanuitdeappworden
gedownload.
UwMFDmoetovereeninternetverbindingbeschikkenomin
tekunnenloggen,raadpleegHoofdstuk20Wi-Fienmobiele
toepassingenvoorinformatieoververbindingmakenmethet
internetmetuwMFD.
1.SelecteerhetGRIB-viewer-pictogramophetBeginscherm.
WanneerdeGRIB-viewerisgeopendenuhebtgeen
internetverbinding,danwordtugevraagdverbindingte
makenmethetinternet.Nadatdeverbindingisgemaakt
wordtdeinlogpaginaweergegeven.
2.VanuitdeInlog-paginakuntuhetvolgendedoen:Inloggen
ofProefperiodestarten.
i.OmInteloggenvoertuuwinloggegevensvoorde
LightHouse
-kaartshopinenselecteertuInloggen,of
ii.SelecteerProefperiodestartenenvoeruwe-mailadres
isomuwproefperiodevan30dagentestarten.
Nadatubentingelogd,wordendeGegevenstypepicto-
grammenweergegeven:
3.Ukuntopiedermomentuitloggenvia:Menu>Uitloggen
Nadatubentuitgelogd,wordenalleendepictogrammenvoor
degegevenstypendiezijngedownloadweergegeven.
GRIB-viewer317
25.4Gegevenstypictogrammen
WanneerubentingelogdindeKaartshop,wordenalle
Gegevenstypepictogrammenweergegeven.Wanneeru
eenpictogramselecteert,wordtautomatischeentijdelijk
GRIB-bestandgedownloadenwordtdeanimatievoor
datgegevenstypeafgespeeld.Wanneerzehandmatig
wordengedownloadnaareenMicroSD-kaart,wordenalleen
depictogrammenvoordebeschikbaregegevenstypen
weergegeven.
PictogramGegevenstype
Wind
Neerslag
Druk
Gecombi-
neerdWind/Neerslag/Druk
Temperatuur
GecombineerdWind/Golf
Golf
Zee-oppervlaktemperatuur
DeZee-oppervlaktemperatuur-
gegevenswordennietindevorm
vaneenanimatieweergegeven.
Getijdenstroom(alleen
Noordwest-Europa)
Nexrad(alleenVS)
25.5Selecteerdelocatievoorhet
opslaanvandeGRIB-bestanden
UkuntdelocatievoorhetopslaanvandeGRIB-bestanden
speciceren.
1.DoehetvolgendeinhetMenu.
2.SelecteerForecast-bestanden:enselecteereenlocatie
vooropslag:
Intern
MicroSD1
MicroSD2(wanneerbeschikbaar)
DeGRIB-bestandenwordengedownloadenopgeslagenineen
mapmetdenaam‘Theyr-Weather’opdegeselecteerdelocatie.
318
LightHouseMFDoperationinstructions
25.6Hetdownloadenenafspelenvan
(tijdelijke)GRIB-bestandenmetbehulp
vanderegelaarsophettouchscreen
Opmerking:Voorin-app-downloadsdientute
beschikkenovereengeldigTheyr-abonnementuitde
LightHouse
-kaartshop:https://charts.raymarine.com/en
internetverbindingopuwMFD.
1.SelecteerhetvereisteGegevenstype-pictogram.
HetbetreffendeGRIB-bestandkanwordengedownload
vanuitdekaartshopenwordtautomatischafgespeeld.
HetGegevenstype-pictogramwordtgekleurdweergegeven
omaantegevendatergegevensbeschikbaarzijnener
wordteenvinkjegeplaatstindehoekrechtsondervanhet
pictogramomaantegevendatdeanimatiewordtgetoond.
Deanimatieheeftbetrekkingophetgebieddatopdat
momentopuwschermwordtweergegeven.
Opmerking:DeZee-oppervlaktemperatuur-gegevens
wordennietindevormvaneenanimatieweergegeven.
2.Wanneerdeanimatiewordtweergegeven,kuntude
animatieregelaarsrechtsonderaanhetschermgebruiken
voor:
Pauzeren/Afspelen
Overslaanvooruit
Overslaanachteruit
3.UkuntookeenpositieopdeVoortgangsbalkselecterenom
aftespelenvanafeenspeciekdatum-/tijdstempel.
4.Wanneeruhetpictogramopnieuwselecteert,wordtde
animatieverborgen.
Hetvinkjevanhetpictogramverdwijntenhetafspelenvan
hetbestandwordtgepauzeerd.
Degedownloadegegevensblijvenbeschikbaartotdater
eenandereGegevenstype-pictogramwordtgeselecteerd,
ereenanderetoepassingwordtgeopendofhetMFDwordt
uitgeschakeld.
25.7Hetdownloadenenafspelenvan
(tijdelijke)GRIB-bestandenmetbehulp
vanderegelaarsopmodellenzonder
touchscreen
WanneerueenMFDzondertouchscreenofeen
HybridTouch
-MFDgebruiktwaarvanhettouchscreenis
vergrendeld,volgtudeonderstaandestappen.
Opmerking:Voorin-app-downloadsdientutebeschikken
beschikkenovereengeldigTheyr-abonnementuitde
LightHouse
-kaartshop:https://charts.raymarine.com/en
internetverbindingopuwMFD.
1.SelecteerMenu>Weerlagen.
2.SelecteerhetgewensteGegevenstypepictogrammet
behulpvandeDraaiknopendrukopdeOK-knop.
HetbetreffendeGRIB-bestandkanwordengedownload
vanuitdekaartshopenwordtautomatischafgespeeld.
HetGegevenstype-pictogramwordtgekleurdweergegeven
omaantegevendatergegevensbeschikbaarzijnener
wordteenvinkjegeplaatstindehoekrechtsondervanhet
pictogramomaantegevendatdeanimatiewordtgetoond.
Deanimatieheeftbetrekkingophetgebieddatopdat
momentopuwschermwordtweergegeven.
Opmerking:DeZee-oppervlaktemperatuur-gegevens
wordennietindevormvaneenanimatieweergegeven.
3.Wanneerdeanimatiewordtafgespeeld,kuntude
AnimatieregelaarsgebruikendoorMenu>Weeranimatie
teselecteren.
4.GebruikdeDraaiknopenOK-knopvoor:
Pauzeren/Afspelen
Overslaanvooruit
Overslaanachteruit
5.Doehetvolgendeomdeanimatieteverbergen:
i.SelecteerMenu>Weerlagen.
ii.MarkeerhetgevinkteGegevenstypepictogrammet
behulpvandeDraaiknop
iii.DrukopdeOK-knopomdeselectievandehuidige
animatieongedaantemaken.
iv.DrukopdeTerug-knopomdeWeerlagen-bedieningte
sluiten.
Hetvinkjevanhetpictogramverdwijntenhetafspelenvan
hetbestandwordtgepauzeerd.
Degedownloadegegevensblijvenbeschikbaartotdater
eenandereGegevenstype-pictogramwordtgeselecteerd,
ereenanderetoepassingwordtgeopendofhetMFDwordt
uitgeschakeld.
GRIB-viewer319
25.8GRIB-bestandenuitdeKaartshop
opslaan
WanneeruGegevenstypepictogrammenophetscherm
selecteert,wordendegegevenstijdelijkgedownload.Ukunt
GRIB-bestandenooknaarhetbeschikbaregeheugenopslaan.
Hetkanhandigzijndebestandentedownloadenals:
Uzeindetoekomstmoetgebruiken,opeenmomentdatu
mogelijkgeeninternetverbindinghebtopuwMFD.
UdebestandenopeenanderMFDwiltbekijken,maaruw
mobieledatapakketnietwiltgebruikenomhetzelfdebestand
tweekeertedownloaden.
Opmerking:Voorin-app-downloadsdientute
beschikkenovereengeldigTheyr-abonnementuitde
LightHouse
-kaartshop:https://charts.raymarine.com/en
internetverbindingopuwMFD.
DoehetvolgendewanneerumetdeGRIB-viewerbentingelogd
indeKaartshop:
1.SelecteerWeersvoorspellingbestanden:inhetMenu
enselecteerdaarnadelocatiewaarudegedownloade
bestandenwiltopslaan:
Intern
MicroSD1
MicroSD2(wanneerbeschikbaar)
2.SelecteerWeersvoorspellingdownloadeninhetMenu.
DepaginaWeersvoorspellingdownloadenwordt
weergegeven.
3.SelecteerófLaagófHoogvoorderesolutie
MetHoogwordtdeinstelling1uurtijdsstapingeschakeld.
4.SelecteerdegewensteinstellingvoorTijdsstap.
5.Selecteerdebetreffendepictogrammenvoorde
gegevenstypendieuwiltdownloaden.
6.PasdeStart-enEindpuntenvoordegegevensaanmet
behulpvandebalkTijdvensteronderaandepagina.
Hetbeschikbaretijdvensterisafhankelijkvande
geselecteerdeTijdsstap(d.w.z.,een1uurtijdsstapbevat
meergegevensdaneen6uurtijdsstap,watbetekentdat
een6uurtijddstapeengroteralgemeenTijdvensterdekt
daneen1uurtijddstap).
Zee-oppervlaktemperatuur-,Getijdenstroom-en
Nexrad-gegevensmoetenafzonderlijkwordengedownload.
Wind-,Temperatuur-,Druk-,Neerslag-enGolf-gegevens
kunnenafzonderlijkofgezamenlijkwordengedownload.
7.SelecteerDownload.
DeGRIB-bestandenwordengedownloadenopgeslagenin
eenmapmetdenaam‘Theyr-Weatheropdegeselecteerde
locatie.Deanimatiewordtautomatischafgespeeld
wanneerhetdownloadenisvoltooid.Debestandenblijven
beschikbaartotdatzehandmatigwordenverwijderd.
320
LightHouseMFDoperationinstructions
25.9Opgeslagenanimatiesafspelen
GRIB-bestandendiezijngedownloadnaarhetinternegeheugen
ofnaareenMicroSD-kaartkunnenwordenafgespeeldzonder
internetverbindingofzondertezijningelogdindeKaartshop.
DoehetvolgendewanneerGRIB-bestandenzijnopgeslagenop
hetinternegeheugenofdeMicroSD-kaart:
Opmerking:NaastdeGRIB-bestandendiezijngedownload
vanuitdeKaartshop,kunnenanderecompatibele
GRIB-bestandenvanderdenwordenbekeken.
1.SelecteerMijnbestandeninhetmenu.
Debestandsbrowserwordtweergegeven.
2.NavigeernaardeplaatsvandeGRIB-bestanden
Bijopslaginhetinternegeheugenwordendebestanden
opgeslagenindemapTheyr-Weather.
3.Selecteerhetbestanddatuwiltbekijken.
Deanimatiewordtafgespeeld.
25.10Gegevensengraekenvooreen
speciekelocatiebekijken
WanneerGRIB-bestandenzijngedownloadnaaruwMFD,
kuntueenlocatieophetschermselecterenengegevensen
graekenvoordielocatiebekijken.
1.Selecteereengebiedophetscherm.
Hetcontextmenuendegegevensbalkaandezijkantworden
weergegeven.
2.SelecteerGraekenbekijkenomeenbewegendegrasche
weergavevandezegegevenstebekijken.
3.GebruikdeVoortgangsbalkendeAnimatieregelaarsom
degraektebedienen.
4.SeleceerdePijlterugindelinkerbovenhoekomdegraek
tesluiten.
GRIB-viewer321
25.11Kaarttekstverbergen
Wanneeranimatieswordenafgespeeld,wordende
plaatsnaamlabelsdiewordenweergegevenopdekaartvande
GRIB-vieweruitgeschakeld.
DoehetvolgendeinhetmenuvandeGRIB-viewer:
1.SelecteerLabelstonen:zodatAanisgeselecteerdom
plaatsnamenweertegeven,of
2.SelecteerLabelstonen:zodatUitisgeselecteerdom
plaatsnamenteverbergen.
25.12Bestandenvewijderen
Gebruikersbestandenkunnenvanhetsysteemworden
verwijderddoordeonderstaandestappentevolgen.
DoehetvolgendevanuithetBeginscherm:
1.SelecteerMijngegevens.
2.SelecteerMijnbestanden.
Debestandsbrowserwordtgeopend.
3.Ganaarhetbestanddatuwiltverwijderen.
4.Selecteerhetbestand.
5.SelecteerVerwijderen.
6.SelecteerJaomtebevestigen.
Hetbestandwordtverwijderd.
322
LightHouseMFDoperationinstructions
25.13Bestandenverplaatsenen
kopiëren
UkuntGRIB-bestandenverplaatsenofkopiërentussende
opslaglocaties.
DoehetvolgendevanuithetBeginscherm:
1.SelecteerMijngegevens.
2.SelecteerMijnbestanden.
3.Navigeernaarhetbestanddatuwiltverplaatsenofkopiëren
enselecteerhet.
4.SelecteerVerplaatsenofKopiëren.
Afhankelijkvandelocatievanhetgeselecteerdebestand
kuntuhetbestandopdevolgendemanierverplaatsenof
kopiëren:
OorspronkelijkebestandslocatieBeschikbareopslaglocaties
Intern
SD1/SD2
SD1SD2/intern
SD2SD1/intern
5.Selecteerdelocatiewaarnaaruhetbestandwiltverplaatsen
ofkopiëren.
Hetbestandwordtgekopieerdofverplaatstnaarde
geselecteerdelocatieenopgeslagenineenmapmetde
naam‘Theyr-Weather’.
GRIB-viewer323
324
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk26:Weertoepassing(alleenNoord-Amerika).
Inhoudsopgave
26.1Overzichtweertoepassingoppagina326
26.2Instellingenweertoepassingoppagina326
26.3Overzichtweertoepassingsweergaveoppagina327
26.4Weerkaartnavigatieoppagina330
26.5Weercontextmenuoppagina330
26.6Weerinformatieoppagina331
26.7Weerrapportenoppagina331
26.8Bewegendeweerbeeldenoppagina332
26.9Menu-optiesvandeweertoepassingoppagina333
26.10Woordenlijstmetweertermenoppagina334
Weertoepassing(alleenNoord-Amerika).
325
26.1Overzichtweertoepassing
Deweertoepassingplaatsteenlaagopdewereldkaartmet
historische,huidigeenvoorspeldeweerbeelden.
DeweertoepassingkanalleenwordengebruiktinNoord-Amerika
endekustwaterenaldaar.
Metdeweertoepassingsafbeeldingenendebijbehorende
weergegevenskuntudewerkelijkeomstandighedenindebuurt
vanuwschip,ofopeenbepaaldelocatie,bepalen.
Weersvoorspellingenen-waarschuwingen,waarinzowelde
huidigealsdevoorspeldeomstandighedenwordenvermeld,
wordenregelmatigbijgewerktindeweertoepassing.
Opmerking:Voorsoortenwaarschuwingen,controles
enadviezenkuntudeNOAA-websiteraadplegenvia
www.nws.noaa.gov
Disclaimeralleenbedoeldteradvies
Deweerinformatieisonderhevigaanservice-onderbrekingen
enkanfoutenofonnauwkeurighedenbevatten,daarommag
nietuitsluitendwordenafgegaanopdezeinformatie.Uwordt
dringendaangeradenalternatievebronnenvoorweerinformatie
nategaanvoordatubeslissingenneemtdietemakenhebben
metdeveiligheid.Uerkentenaanvaardtdatuzelfvolledig
verantwoordelijkbentvoorhetgebruikvandeinformatieen
allebeslissingendieopbasisdaarvanwordengenomen.Door
gebruiktemakenvandezeservice,steltuSiriusSatelliteRadio
Inc.,WSI,NavcastIncorporatedenRaymarinevrijvanclaims
metbetrekkingtotdezeservice.
Wanneerunietinhetbezitbentvaneenabonnement-
overeenkomst,kuntueenvoorbeelddaarvanbekijkenophet
internetviawww.sirius.com/marineweather
26.2Instellingenweertoepassing
Ermoeteenaantalstappenwordengevolgdvoordatude
weertoepassingvoorheteerstkuntgebruiken.
Uwmultifunctioneledisplaymoetzijnaangeslotenopeen
RaymarineSirius-weerontvanger.
Bepaalhetelektronischeserienummer(ESN)vanuw
RaymarineSirius-weerontvanger.Dezeinformatiekuntu
vindenviahetInstellingen-menuvanhetHome-vensterdoor
hetapparaatteselecterenopdepaginaSelecteerapparaat:
Instellingen>Onderhoud>Diagnose>Selecteerapparaat
>
GebruikuwESNenneemcontactopmetSiriusXM
(www.siriusxm.com)omuaantemeldenvoorSiriusMarine
Weather(www.siriusxm.com/marineweather).Wanneerude
weertoepassinginhetmultifunctioneledisplayhebtgeopend,
kuntuhetESNterugvindenviahetvolgendemenu:Menu>
SiriusESN.
UdienttenavigerenindekustwaterenvandeVS.
UwmultifunctioneledisplaymoeteenGPS-xvandelocatie
vanuwschipontvangen.
Udientdeweerafbeeldingentespecicerendieuwilt
weergevenindeweertoepassing.
326
LightHouseMFDoperationinstructions
26.3Overzichtweertoepassingsweer-
gave
Deweertoepassingtoonteenaantalafbeeldingenwaarmee
weersomstandighedenenvoorspellingenwordenaangegeven.
Hetvolgendeschemalaatdebelangrijkstekenmerkenvande
weertoepassingsweergavezien:
D
85 64 -4
5
7
10
6
9
8
1 2 3 4
11 11
ArtikelOmschrijving
1Bereik
2
Canadeseradar
3
Animatieentijd/datum
4
Signaalsterkte
5
Zoekschip-pictogram
6
Oppervlak-observatiestations
7
Golfhoogten
8
NOWRad
9Maritiemezones
10
Gegevenslaagcellen
11Pictogrammenvoorin-enuitzoomenvanhetbereik
ophetscherm(alleentouchscreen-displays)
Weersymbolen
Deweertoepassinggebruikteenaantalafbeeldingenen
symbolendiestaanvoordeverschillendeweersomstandigheden
envoorspellingen.
SymboolOmschrijving
Stormvoorspellingspijlen
(donkerblauw)gevenderichtingen
desnelheidvaneenstormaan.
Golfhoogte
Hoogstegolven(rood)
Gemiddeldevolgen(groen)
Lagegolven(blauw)
Canadeseradar(donkergroen,geel,
oranjeenrood)
SymboolOmschrijving
Bliksemerwordteen
bliksemsymboolweergegeven
vooriedereinslagvanwolknaar
aarde:
Licht(vastgelegdindeafgelopen
10–15minuten.)
Gemiddeld(vastgelegdinde
afgelopen5–10minuten.)
Donker(vastgelegdinde
afgelopen0–5minuten.)
Meerrecenteinslagenworden
bovenopouderesymbolen
geplaatst.
Windwindsymbolentonende
huidigewindrichtingen-krachten
wordenweergegevenindevormvan
eenpijlofeenwindvaan.Windpijlen
gevendesnelheidaanhoe
groterdepijl,hoehoger(sterker)
dewindsnelheid.Windvanengeven
eenmeernauwkeurigeindicatie
vandewindsnelheid,zoalswordt
weergegevenindesectieover
windsnelheidsymbolen.
Zee-oppervlaktemperatuur(groen,
geelenoranje)
Blauwkoudste
Groen
Geel
Oranjeenroodwarmste
Oppervlak-observatiestations
(roze)huidigeen
historischeweergegevens
kunnenwordenbekekenbij
oppervlak-observatiestations.Niet
allegegevenszijnbeschikbaarvoor
allestations.
Stedenmetdestadsymbolenkunt
uinformatieofweersvoorspellingen
opvragenvansteden.Erwordentot
3voorspellingenweergegevenvoor
iederestad.
NOWRad
Regen(groen,geelenrood)
Sneeuw(blauw)
Gemengd(roze)
Stormvolgsymbolen
Deweertoepassinggebruikteenaantalsymbolendiestaanvoor
deverschillendesoortenstormtracks.Metdestormvolgfunctie
kuntugrotestormenopzeeindegatenhouden.
Voorbeeldenvangrotestormenzijnonderanderetropische
storingen,depressies,stormenencyclonen,orkanen,tyfoons
ensupertyfoons.
Deweerkaartgeeftderouteweerdiedestormheeftgevolgd,
zijnhuidigeenvoorspeldepositie,dewindradiussen(alleende
huidigepositie),richtingenverplaatsingssnelheid.
Stormtrackswordengemarkeerdopdeweerkaartindevorm
vansymbolen,zoalshierondertezienis.
Weertoepassing(alleenNoord-Amerika).
327
Historisch
(grijs)Huidig(rood)
Voorspelling
(oranje)Omschrijving
Orkaan
(categorie1–5)
Tropischestorm
Tropische
storing,
tropische
depressie
Wanneereensymboolisgeselecteerd,kanextrastorminformatie
wordengeopendviahetcontextmenu:
Naamentypevandestorm.
Datumentijd.
Positie,richtingensnelheid.
Drukenmaximumwindsnelhedenenrukwinden.
Oppervlakdruksymbolen
Deweertoepassinggebruikteenaantalsymbolendiestaanvoor
deverschillendeoppervlakdrukomstandigheden.
SymboolOmschrijving
Hoge/lagedruk(blauwenrood)
Warmtefront(rood)
Koudefront(blauw)
Geoccludeerdfront(paars)
Stationairfront(rood-blauw)
Trog(bruin)
Buienlijn(rood)
Drooglijn(rood)
Isobaren(grijs)
Oppervlak-observatiestationsymbolen
Deweertoepassinggebruikteenaantalsymbolendiestaanvoor
deverschillendesoortenoppervlak-observatiestations.
SymboolOmschrijving
Boeistation
C-MAN(Coastal-marineautomated
network,geautomatiseerdnetwerk
kustwateren)
WSI(WeerserviceInternationaal)
NWS(Nationaleweerservice)
Windsnelheidsymbolen
Deweertoepassinggebruikteenaantalsymbolendiestaanvoor
deverschillendewindsnelheden.
SymboolSnelheidSymboolSnelheidSymboolSnelheid
3–7
knopen
8–12
knopen
13–17
knopen
18–22
knopen
23–27
knopen
28–32
knopen
33–37
knopen
38–42
knopen
43–47
knopen
48–52
knopen
53–57
knopen
58–62
knopen
63–67
knopen
68–72
knopen
73–77
knopen
78–82
knopen
83–87
knopen
88–92
knopen
93–97
knopen
98–102
knopen
etc.
Golnformatiesymbolen
Deweertoepassinggebruikteenaantalafbeeldingenen
symbolendiestaanvoordeverschillendesoortengolnformatie.
SymboolOmschrijving
Golfhoogtegolvenworden
weergegevenin16kleurenvan:
Rodetintenhoogstegolven
Groenetintenmiddelhoge
golven
Blauwetintenlagegolven
Golfperiodegolfperiodenworden
weergegeveninblauwtinten,hoe
donkerderdetinthoekorterde
afstandistussendeopeenvolgende
golven.Ukuntgedetailleerde
informatieoverdegolfperiode
openenviadeoptieGegevens
bekijkeninhetcontextmenu.
Golfrichtingderichtingvande
golvenwordtaangegevendoor
blauwepijlen.
328
LightHouseMFDoperationinstructions
KleurcoderingenNOWRad-neerslag
NOWRadlaathettypeenhetniveauvanneerslagzien:
KleurcoderingNeerslagtypeReectie-intensiteit
LichtgroenRegen
(15tot19dBZ)
MiddelgroenRegen
(20tot29dBZ)
DonkergroenRegen
(30tot39dBZ)
Geel
Regen
(40tot44dBZ)
Oranje
Regen
(45tot49dBZ)
LichtroodRegen
(50tot54dBZ)
DonkerroodRegen
(55+dBZ)
Lichtblauw
Sneeuw(5tot19dBZ)
Donkerblauw
Sneeuw(20+dBZ)
Lichtroze
Gemengd(5tot19dBZ)
Donkerroze
Gemengd(20+dBZ)
KleurcodesneerslagCanadeseradar
DeCanadeseradartoontdeintensiteitvandeneerslagin
Canada.AndersdanNOWRad,toontdeCanadeseradarniet
hettypeneerslag.
KleurcodeIntensiteitinmmperuur
Transparant(erwordtnietsgetoond
bijzeerweinigneerslag)
0,00tot0,20mm/hr
Lichtgroen
0,21tot1,00mm/hr
Middelgroen
1,01tot4,00mm/hr
Donkergroen
4,01tot12,00mm/hr
Geel12,01tot24,00mm/hr
Oranje24,01tot50,00mm/hr
Lichtrood
50,01tot100mm/hr
Donkerrood
100,01+mm/hr
Derelatietussenreectie-intensiteiten
regen
Ukuntdeonderstaandetabelgebruikenomderelatiete
bepalentussenreectie-intensiteitindBZengeschatteregenval
inmillimeterperuurofinchperuur.
Reectie-intensiteitRegenval(mm/uur)Regenval(inch/uur)
5
0,07490,0029
100,15380,0059
150,31580,0123
200,64840,0253
251,3320,0519
302,7340,1066
355,6150,219
4011,530,4497
4523,680,9235
5048,621,8963
55
99,853,8949
60205,057,9975
65401,0715,6424
70864,6833,723
75
1775,6569,252
Reectie-intensiteitRegenval(mm/uur)Regenval(inch/uur)
803646,33142,21
857487,83292,03
9015376,51599,69
9531575,911231,46
10064841,982528.84
105133154,65193,03
110273436,410664,02
Weerafbeeldingenselecteren
Doehetvolgendeindeweertoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerDisplay-afbeeldingen.
Delijstmetdisplay-afbeeldingenwordtweergegeven.
3.SelecteeriedereafbeeldingdieuwiltWeergevenof
Verbergen.
4.Dooreenafbeeldingteselecterenwordtgeschakeldtussen
WeergevenenVerbergen.
Opmerking:DeafbeeldingsoptiesvoorWindvectorzijnPijl
enVlag.
Weertoepassing(alleenNoord-Amerika).
329
26.4Weerkaartnavigatie
Ukuntoverdeweerkaartnavigerenenwaypointsplaatsen.
Wanneerudeweertoepassingopentwordteenwereldkaart
weergegeven.Alshetsysteemeenpositie-xheeftvooruw
schip,wordtdekaartgecentreerdopuwlocatie.Netalsin
dekaarttoepassinggebruiktudecursoromoverdekaart
tebewegenenverschillendelocatiestebekijken,ende
Bereikregelaarominenuittezoomen.GebruikdeWPT-knop
omwaypointsteplaatsen.
Opmerking:Waypointswordennietweergegeveninde
weertoepassing,omwaypointstebekijkenmoeteenactieve
kaart-ofradartoepassingzijnweergegeven.
Uwschiplokaliseren
Hetscheepspictogramkanwordengeherpositioneerdophet
middenvanhetschermdoordeonderstaandestappentevolgen.
1.SelecteerhetpictogramZoekschip:aande
linkerkantvanhetscherm.
26.5Weercontextmenu
Deweertoepassingbevateencontextmenudatpositiegegevens
bevatendeoptieomweerrapportenvandecursorlocatiete
bekijken.
Hetcontextmenugeeftdevolgendepositiegegevensvoorde
cursorlocatietenopzichtevanuwschip:
Breedtegraad
Lengtegraad
Afstand
Peiling
Afhankelijkvanhetitemofdelocatiedieisgeselecteerdophet
schermbevathetcontextmenudevolgendeopties:
Rapportbekijkenalleenbeschikbaarwanneereenstadis
geselecteerd.
Gegevensbekijkennietbeschikbaarwanneereenstadis
geselecteerd.
Volledigrapportbekijkenalleenbeschikbaarwanneer
eenobservatiestationisgeselecteerd.
Hetcontextmenuopenen
1.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.Beweegdecursoroverhetgebiedofobjectendrukop
deOk-knop.
2.HybridT ouch-displaysendisplaysmetalleentouchscreen:
i.Selecteereengebiedofobjectenhoudhetvast,of
ii.WanneerhetKaart-bijschriftwordtweergegeven,
selecteertuhetkadervanhetbijschrift.
330
LightHouseMFDoperationinstructions
26.6Weerinformatie
Ukuntweerinformatiebekijkenvoor:
eenspeciekelocatie
eenoppervlak-observatiestation(wanneerweergegeven)
Steden(wanneerweergegeven)
Weergegevensovereenspeciekelocatie
bekijken
Ukuntweerinformatiebekijkenopeengespeciceerdelocatie
opdewereldkaart,onafhankelijkvanofdedisplay-afbeeldingen
wordenweergegeveninuwweertoepassing.
Doehetvolgendeindeweertoepassing:
1.Selecteerdelocatiewaarvooruweerinformatiewiltbekijken.
Hetcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerGegevensbekijken.
Erwordteenpaginaweergegevenmetweerinformatie.
Weerinformatiepagina
WanneeruGegevensbekijkenselecteertinhet
weercontextmenuwordtdevolgendeinformatieweergegeven:
Zone-omschrijving
Zone-ID
Neerslagintensiteit
Neerslagtype
Zee-oppervlaktemperatuur
Windsnelheid
Windvorm
Golfhoogte
Golfperiode
Golfrichting
Weerstationrapportenbekijken
Ukuntoppervlak-observatiestationrapportenbekijkendoorde
onderstaandestappentevolgen:
Doehetvolgendevanuitdeweertoepassingen,wanneer
oppervlak-observatiestationszijnweergegeven:
1.Selecteereenoppervlak-observatiestation
Hetweercontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerVolledigrapportbekijken.
Hetstationrapportwordtweergegeven.
Stationrapport
Oppervlak-observatiestationrapportenbevattendevolgende
informatie(wanneerbeschikbaar)
Station-ID,naam,type,peiling,tijdendatum
Luchttemperatuur
Zicht
Zeedruk
Windsnelheidenvorm
Zeetemperatuur
Golnformatie
Weersvoorspellingenvoorstedenbekijken
Ukuntweersvoorspellingenbekijkenvooreenbepaaldestad
doordeonderstaandestappentevolgen:
Doehetvolgendevanuitdeweertoepassingen,wanneersteden
zijnweergegeven:
1.Selecteereenstad.
Hetweercontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerRapportbekijken.
Devoorspellingvoordestadwordtweergegeven.Erworden
tot3voorspellingengetoond.
26.7Weerrapporten
Ukunteenaantalverschillendeweerrapportenbekijken,voor
eenuitgebreidoverzichtvanhetweer.
Uwmultifunctioneledisplaygeeftweerrapportenvoor:
Tropischemeldingen.
Maritiemewaarschuwingen.
Maritiemezone-voorspellingen.
Watchbox-waarschuwingen.
Tropischemeldingen
Tropischeverklaringengeveninformatieovertropische
weersomstandigheden.Dezeinformatieismisschienniet
beschikbaarvooralleregio's.
Maritiemewaarschuwingen
Ukunteenrapportweergevenvoordehuidigemaritieme
waarschuwingenindekustgebiedenvandeVS,ofvoordezone
ronduwcursorofschip.
Maritiemezone-voorspellingen
Dezevoorspellingenhebbenbetrekkingop:
Weersvoorspellingenindekustregio'svandeVS,
offshore-voorspellingenenvoorspellingenvooropenzee
Voorspellingenvoorgrotemerenofindebuurtvandekust,of
VoorspellingenvoorhetkustweervanCanada.
Watchbox-waarschuwingen
Wanneereentornado-ofonweersstormwaarschuwing
wordtontvangenvanuiteenhetgespeciceerde
waarschuwingsgebiedronduwschipgenereerthetsysteem
eenWatchbox-waarschuwing.Dezewaarschuwinggeeft
informatieoverhettypewaarschuwingendegeldigheidsperiode
daarvan.DevolledigetekstvanhetWatchbox-rapportwordt
ookweergegeven.
Weerrapportenweergeven
Doehetvolgendeindeweertoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerRapportbekijken.
3.UkuntTropischemeldingen,Maritiemewaarschuwingen,
MaritiemezonevoorspellingenofWatchbox-
waarschuwingenselecteren.
Hetbetreffenderapport,dewaarschuwingofverklaringwordt
weergegeven.
Depositievanweersvoorspellingenopde
weerkaartwijzigen
Doehetvolgendeindeweertoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerWeergaverapport.
3.SelecteerRapportop.
WanneeruRapportopselecteertwordtgeschakeldtussen
rapportenvandeSchiplocatieendeCursor-locatie.
Opmerking:UkuntdepositievandeTropischemeldingof
Watchbox-waarschuwingennietveranderen.
Watchbox-waarschuwingsvenster
HetWatchbox-waarschuwingsvensteriseenrodeveelhoekdie
delocatielaatzienwaarsprakeisvanzwaarweer.
HetWatchbox-waarschuwingsvensterwordtweergegevenals
deweertoepassingisweergegeven,Watchbox-waarschuwingen
AanstaatenhetWatchbox-waarschuwingsgebiedzichbinnen
hetgespeciceerdebereikvanhetschipbevindt,ofisingesteld
opAlle.
Weertoepassing(alleenNoord-Amerika).
331
1
D12 29 7-1
ArtikelOmschrijving
1Watchbox-waarschuwingsvenster
Watchbox-waarschuwingenbekijken
UkunteenWatchbox-waarschuwingopiedermomentbekijken
doordeonderstaandestappentevolgen:
Doehetvolgendeindeweertoepassing,terwijlhet
Watchbox-waarschuwingsvensterwordtweergegeven.
1.SelecteerhetWatchbox-waarschuwingsvenster.
Hetcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerGegevensbekijken.
DeWatchbox-waarschuwingwordtweergegeven.
HetWatchbox-waarschuwingsbereik
instellen
Ukunthetbereikvanuwschipspecicerenwaaruitu
Watchbox-waarschuwingenwiltontvangen.
Doehetvolgendeindeweertoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerWatchbox-waarschuwingen.
3.Selecteerhetgewenstebereikt,Alles,ofUitalsugeen
Watchbox-waarschuwingenwiltontvangen.
Wanneerueenbereikselecteertworden
Watchbox-waarschuwingenweergegevendie
wordengegenereerdbinneneenbepaaldbereik.
WanneeruAllesselecteertwordenalleWatchbox-
waarschuwingenweergegeven,onafhankelijkvande
afstandtotuwschip.
WanneeruUitselecteertwordenWatchbox-
waarschuwingengestopt.
Opmerking:WanneerdeinstellingvoorWatchbox-
waarschuwingenisingesteldopUitwordennogsteeds
Watchbox-rapportenontvangen,maaruwordennietmeer
gewaarschuwd.
26.8Bewegendeweerbeelden
Ukuntbewegendeweerbeeldenbekijkendieeenindicatie
gevenvanveranderendeweerpatronen.
Metdeoptievoorbewegendeweerbeeldenkuntueenanimatie
bekijkenvanhethuidigetijdstipvoor:
NOWRadweerradar
Wind
Golven
Drukoppervlakdruk
Eenweeranimatieafspelen
Doehetvolgendeindeweertoepassing:
1.SelecteerMenu.
2.SelecteerWeeranimatie.
3.SelecteerAnimatie.
Erwordteenlijstmetanimatiesweergegeven.
4.Selecteerhetanimatietypeuitdelijst.
5.SelecteerAfspelenzodatAanwordtweergegeven.
WanneeruAfspelenselecteertwordtheenenweer
geschakeldtussenAanenUit.
Opmerking:Ukuntgeeninformatieweergeven(doorde
cursorovereensymbooltebewegen)wanneereenanimatie
wordtafgespeeld.DeBereikregelaarendedraaiknopblijven
echterbruikbaar,mitsPAUZERENnietisgeselecteerd.Bij
veranderingvanbereikendraaiingwordtdeanimatieopnieuw
gestart.
Opmerking:DeanimatiewordtUit-geschakeldwanneerhet
animatiemenuwordtgesloten.
332
LightHouseMFDoperationinstructions
26.9Menu-optiesvande
weertoepassing
Devolgendeoptieszijnbeschikbaarinhetmenuvande
weertoepassing:
Menu-itemOmschrijvingOpties
ZoekschipDoorZoekschip
teselecterenwordt
hetdisplaygereset
enwordtuwschip
weergegevenin
hetmiddenvanhet
scherm.
Graekenweergeven
Methetmenu
Afbeeldingen
weergevenkunt
ukiezenwelke
afbeeldingenu
wiltWeergevenof
Verbergeninde
weertoepassing.
Afbeeldingen
weergeven
Steden
Bliksem
Maritiemezones
NOWRad
Wolkentoppen
Zee-oppervlaktem-
peratuur
Stormvoorspelling
Stormtracks
Oppervlakdruk
Oppervlak-
observatiestations
Wind
Windvectorpijlof
vlag
Watchbox
Golfhoogte
Golfperiode
Golfrichting
WeeranimatieHetmenu
Weeranimatie
bevatdevolgende
submenu's:
Animatie
Afspelen
Pauzeren
Bereikaanpassen
Animatie:
NOWRad
Wind
Golf
Druk
Afspelen:
Aan
Uit
Pauzeren:
Aan
Uit
Bereikaanpassen
InBereikaanpassen
kuntude
Bereikregelaar
gebruikenominen
uittezoomen.
Menu-itemOmschrijvingOpties
RapportbekijkenMethetmenuRapport
bekijkenkuntu
deverschillende
soortenontvangen
weerrapporten
bekijken.Ukuntook
eenlocatievoorhet
rapportselecteren.
Rapportvoor
Schip
Cursor
Rapportbekijken
Tropische
meldingen
Maritieme
waarschuwingen
Maritieme
zone-voorspellingen
Watchbox-
waarschuwingen
Watchbox-
waarschuwing
Methetmenu
Watchbox-
waarschuwingenkunt
uwaarschuwingen
Uit-schakelen,ofeen
bereikselecteren.
Waarschuwingenbe-
reik
Uit
50nm
150nm
300nm
500nm
Alle
Opmerking:
Demeeteenheid
isafhankelijkvan
devoorkeursin-
stellingenvoorde
eenheden.
Instellingen
gegevenskaders
Hiermeekunt
umaximaal2
gegevenskaders
weergeven/verbergen
indehoeklinksonder
vanhetscherm.
Gegevenskader1
Aan
Uit
Selecteergegevens
Hiermeekunteen
gegevenstype
selecterenper
categorie.
Gegevenskader2
Aan
Uit
Selecteergegevens
Hiermeekunteen
gegevenstype
selecterenper
categorie.
Siriusgebruikers-ID
Dezeoptietoontuw
geregistreerdeSirius
gebruikers-ID.
Weertoepassing(alleenNoord-Amerika).
333
26.10Woordenlijstmetweertermen
TermDenitie
Koudefront
Degrenstussentweeverschillendeluchtmassa's,waarbijkoudeluchtwarmeluchtaandekantduwtenkouderweermetzich
meebrengt.
CycloonEengrootgebiedmetlageatmosferischedruk,gekenmerktdoornaarbinnendraaiendewinden.Een“lagedrukgebied”,ookwel
“depressie”genoemd.ZowordteenorkaanindeIndischeOceaanendeWestelijkeStilleOceaanookgenoemd.
Depressie
Eengebiedmetlagedruk.Ookwelcycloongenoemd.
Droogtefront
Eenregiowaarsprakeisvaneensterkevalindauwpunttemperaturen.Ditkomtregelmatigvooringebiedenwaarzichsterke
onweersstormenontwikkelen.
VoorspellingIetswatonsvertelthoehetweerwaarschijnlijkzalworden.
Front
Degrenstussentweeluchtmassa'smetverschillendetemperaturen(bijv.eenkoudeluchtmassaeneenwarmeluchtmassa).
Hogedrukgebied
Ookwelbekendals'anticycloon'.Ditiseengebiedmethogeatmosferischedrukenwindendienaarbuitendraaien.Ditbetekent
normaalgesprokendroogweer.Ditishettegenovergesteldevaneen'lagedrukgebied'.
Hogedruk
Eenluchtmassadiesterkophetoppervlakvandeaardedrukt,omdatdeluchtwordtafgekoeldendaardooreenhogeredichtheid
heeft.
OrkaanEenhevige,spiraalvormigestormdiebovendeAtlantischeOceaanwordtgevormd,metwindsnelhedenvanmeerdan120km/u.
Dezestormenhebbenmeestaleenlevensduurvanmeerderedagen.Ookbekendonderdenaamtyfoonoftropischecycloon.Er
zijn5orkaanniveaus:
Categorie1Windsnelheid74-95m/u(64-82knopenof119-153km/u).Stormvloedmeestal4-5voethogerdannormaal.Geen
ernstigeschadeaangebouwen.Schademetnameaannietverankerdekampeerwagens,struikenenbomen.Sommigeschade
aanslechtgeconstrueerdeborden.Eveneensenigeoverstromingvankustwegenenminimalebeschadigingaankades.
Categorie2windsnelheden96-110m/u(83-95knopenof154-177km/u).Stormvloedmeestal6-8voethogerdannormaal.
Enigebeschadigingaandaken,deurenenramenvangebouwen.Aanzienlijkeschadeaanstruikenenbomen,enkelebomen
waaienom.Aanzienlijkeschadeaankampeerwagens,slechtgeconstrueerdebordenenkades.Kustwegenenlaaggelegen
vluchtwegenoverstromen2-4uurvoordekomstvanhetcentrumvandeorkaan.Deankerlijnenvankleineboteninonbeschermde
ankerplaatsenbreken.
Categorie3windsnelheid111-130m/u(96-113knopenof178-209km/u).Stormvloedmeestal9-12voethogerdannormaal.
Enigestructurelebeschadigingenvankleinewoningenenutiliteitsgebouwenmetminimalebeschadigingvanvliesgevels.
Beschadigingvanstruikenenbomen,bladerenwordenvanbomengeblazenengrotebomenwaaienom.Kampeerwagensen
slechtgeconstrueerdebordenrakenvernield.Lagergelegenvluchtwegenwordenafgeslotendoorstijgendwater3-5uurvoorde
komstvanhetcentrumvandeorkaan.Overstromingenbijdekustvernielenkleinereconstructies,grotereconstructiesraken
beschadigddoorinslagvandrijvendpuin.Grotestukkenterreindielagerliggendan5voetbovenzeeniveaukunnentot1-3km
landinwaartsofmeeroverstromen.Evacuatievanlaaggelegenwoningentotmeerdereblokkenvanafdekustkannodigzijn.
Categorie4Windsnelheid131-155m/u(114-135knopenof210-249km/u).Stormvloedmeestal13-18voethogerdannormaal.
Groterebeschadigingenvanvliesgevelsenvolledigebeschadigingvanenkeledakenvankleinerewoningen.Struiken,bomenen
allebordenwaaienom.Volledigevernielingvankampeerwagens.Aanzienlijkebeschadigingenvandeurenenramen.Lager
gelegenvluchtwegenwordenafgeslotendoorstijgendwater3-5uurvoordekomstvanhetcentrumvandeorkaan.Ernstige
schadeaandelagereverdiepingenvanconstructiesbijdekust.Terreinlagerdan10voetbovenzeeniveaukanoverstromen,
waardoormassaleevacuatievanwoongebiedentot10kmlandinwaartsnodigkanzijn.
Categorie5windsnelheidhogerdan155m/u(135knopenof249km/u).Stormvloedmeestal18voethogerdannormaal.
Volledigebeschadigingvandakenvanveelwoningenenindustriëlegebouwen.Volledigebeschadigingvanenkelegebouwen,
utiliteitsgebouwenwordenvolledigom-ofweggeblazen.Allestruiken,bomenenbordenwaaienom.Volledigevernielingvan
kampeerwagens.Ernstigeenvolledigebeschadigingvandeurenenramen.Lagergelegenvluchtwegenwordenafgesloten
doorstijgendwater3-5uurvoordekomstvanhetcentrumvandeorkaan.Ernstigeschadeaanlagereverdiepingenvanalle
constructiesopplaatsenlagerdan15voetbovenzeeniveauenbinnen500metervandekustlijn.Massaleevacuatievan
woongebiedenoplagergelegengebiedenbinnen8-16kmvanafdekustlijnkannodigzijn.
Isobar
Eenlijnopeenweerkaartdiegebiedenmetgelijkeluchtdrukaangeeft.
Bliksem
Ontladingvanstatischeelektriciteitindeatmosfeer,normaalgesprokentussendegrondendestormwolk.
Lagedrukgebied
Ook'depressie'genoemd.Eengebiedmetlagedrukkannatweerbetekenen.
Lagedruk
Eenluchtmassadieslechtsweinigdrukuitoefentophetoppervlakvandeaarde,omdathetisopgewarmdendaardooreenlagere
dichtheidheeft.
Millibar
Eeneenheiddiewordtgebruiktvoorhetmetenvanatmosferischedruk.
GeoccludeerdfrontEengebiedwaarwarmeluchtomhoogwordtgeduwdomdateenkoudefrontindeplaatskomtvaneenwarmtefronteneronderdrukt.
Neerslag
Vochtdatvrijkomtuitdeatmosfeerindevormvanregen,motregen,hagel,nattesneeuwofsneeuw.
Drukcentrum
Eenregiomethogeoflagedruk.
Buienlijn
Eenniet-frontalebandoflijnmetonweersbuien.
SupertyfoonEentyfoondiemaximale1minuutdurendegrondwindenbereiktvanminimaal65m/s(130knopen,150m/u).Ditishetequivalentvan
eensterkecategorie4of5orkaanindeAtlantischeOceaan,ofeencategorie5zwaretropischecyclooninhetAustralischbekken.
TornadoEenbuisvormigewervelwinddievanuitstormwolkennaardegrondgaan.
TropischecycloonEengebiedmetlagedrukdatnormaalgesprokenindetropenontstaat.Decycloonwordtvergezeldmetonweersstormenenophet
noordelijkhalfrondtegendewijzersvandeklokindraaiendewindendichtbijhetaardoppervlak.
334
LightHouseMFDoperationinstructions
TermDenitie
TropischedepressieEengeorganiseerdsysteemvanbewolkingenonweersbuienmeteenbepaaldeoppervlakcirculatieenmaximaleconstantewinden
van61km/u(33knopen)ofminder.
TropischestormEengeorganiseerdsysteemvanhevigeonweersbuienmeteenbepaaldeoppervlakcirculatieenmaximaleconstantewindenvan
62-117km/u(34-63knopen)ofminder.
Tropen
Eengebiedophetaardoppervlakdatligttussen30ºtennoordenen30ºtenzuidenvandeevenaar.
Trog
Eenlanggerektgebiedmetrelatieflageatmosferischedruk,datmeestallooptvanuithetmiddenvaneenlagedrukgebied.
TyfoonDenaamvooreentropischestormdieontstaatindeStilleOceaan,meestaldeChineseZee.Ditisinprincipehetzelfdealsde
orkanenvandeAtlantischeOceaanendecyclonenvandeGolfvanBengalen.
GolfcycloonEenstormofcentrummetlagedrukdatlangseenfrontbeweegt.
Golfperiode
Deperiodeisdetijdtussenopeenvolgendegolven,hoelangerdeperiodehoesnellerdegolvenbewegen.
Weertoepassing(alleenNoord-Amerika).
335
336
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk27:Probleemoplossing
Inhoudsopgave
27.1Probleemoplossingoppagina338
27.2Probleemoplossingvoedingoppagina339
27.3Probleemoplossingradaroppagina340
27.4ProbleemoplossingGNSSoppagina341
27.5Probleemoplossingautomatischgenererenvanroutesoppagina342
27.6Probleemoplossingsonaroppagina343
27.7Sonar-overspraakinterferentieoppagina345
27.8Probleemoplossingthermischecameraoppagina346
27.9Probleemoplossingsysteemgegevensoppagina347
27.10Probleemoplossingvideooppagina348
27.11ProbleemoplossingWiFioppagina349
27.12ProbleemoplossingBluetoothoppagina351
27.13ProbleemoplossingT ouchscreenoppagina352
27.14UitlijningvanhetT ouchscreenoppagina353
27.15Probleemoplossingdiversenoppagina354
Probleemoplossing
337
27.1Probleemoplossing
Deinformatieoverprobleemoplossinggeeftdemogelijke
oorzakenenoplossingenvooralgemeneproblemenvan
maritiemeelektronicasystemen.
AlleRaymarine-productenworden,voordatzeworden
verpaktenuitgeleverd,onderworpenaanuitgebreidetest-en
kwaliteitsprogramma's.Wanneerutochproblemenhebtmethet
gebruikvanuwproductkandezesectieuhelpendeoorzaak
vasttestellenenproblemenoptelossenzodathetproductweer
normaalfunctioneert.
Alsunadatudezesectiehebtgeraadpleegdnogsteeds
problemenhebtmetuwunit,neemdancontactopmetde
TechnischeondersteuningvanRaymarinevooradvies.
338
LightHouseMFDoperationinstructions
27.2Probleemoplossingvoeding
Hierwordenproblemenmetdevoedingendemogelijkeoorzakenenoplossingenbeschreven.
Hetproductkannietwordenaangezetofblijftuitgaan
MogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Doorgeslagenzekering/geactiveerde
stroomonderbreker
1.Controleerdestatusvandebetreffendezekeringen,stroomonderbrekersenaansluitingen
envervangdezewanneernodig(raadpleeghethoofdstukT echnischespecicatiesvande
installatie-instructiesvanuwproductvoordewaardevandezekeringen.)
2.Alseenzekeringblijftdoorslaancontroleertuofkabelszijnbeschadigd,connectorenkapotzijn
ofkabelsonjuistzijnaangesloten.
Slechte/beschadigde/nietgoedverbonden
voedingskabel/-aansluitingen
1.Controleerofdeconnectorvandevoedingskabelvolledigindeunitzitenisvergrendeld.
2.Controleerdevoedingskabelen-connectorenopbeschadigingenofcorrosieenvervangdeze
wanneernodig.
3.Probeerdestroomkabelwanneerdeunitisingeschakeldheenenweertebewegenindebuurtvan
dedisplayconnectoromnategaanofdeunithierdooruitschakelt,vervangdekabelwanneernodig.
4.Controleerdeaccuspanning,deconditievandeaccupolenendevoedingskabelsenzorgervoor
datdeverbindingengoedvastzitten,schoonenvrijzijnvancorrosie.Vervangzewanneernodig.
5.Gebruikeenmultimeterwanneerhetproductisbelastencontroleeralleconnectoren/zekeringen
opspanningsvallen.Vervangzewanneernodig.
Incorrectevoedingsaansluiting
Devoedingismisschiennietcorrectaangesloten,controleerofdeinstallatie-instructiesinachtzijn
genomen.
OnvoldoendestroomtoevoerGebruikwanneerhetproductisbelasteenmultimeteromdevoedingsspanningzodichtmogelijkinde
buurtvandeunittecontrolerenomdewerkelijkespanningtemetenwanneererstroomdoordeunit
loopt.(RaadpleeghethoofdstukTechnischespecicatiesvandeinstallatie-instructiesvanuwproduct
voordevereistenvoordevoeding.)
Hetproductstartnietop(blijftin-enuitschakelen)
MogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Voedingenaansluitingen
Ziedemogelijkeoplossingenuit'Hetproductkannietwordenaangezetofblijftuitgaan'hierboven.
Corruptesoftware1.Inhetonwaarschijnlijkegevaldatdeproductsoftwarecorruptisgeraakt,kuntuproberendemeest
recentesoftwarevandeRaymarine-websiteopnieuwteinstalleren.
2.Alslaatsteredmiddelvoordisplayproductenkuntuprobereneen‘inschakelreset’uittevoeren,dit
verwijdertechteralleinstellingen/voorkeurenengebruikersgegevens(zoalswaypointsentracks)
enzetdeunitterugnaardestandaardfabrieksinstellingen.
EenInschakelresetuitvoeren
Wanneerueen‘inschakelreset’uitvoertwordenalle
instellingen/voorkeurenengebruikersgegevens(zoalswaypoints
entracks)verwijderdenwordtdeunitteruggezetnaarde
standaardfabrieksinstellingen.
1.Schakeldeunituit.
2.Schakeldeunitweerin.
3.WanneerhetLightHouse-logoverschijnt,druktuopde
Aan/Uit-knopenhoudtdezeingedrukt.
HetRaymarine-startschermwordtweergegeven.
4.Displaysmetalleentouchscreen:
i.DrukopnieuwopdeAan/uit-knopom‘1Standaard
fabrieksinstellingenterugzetten’teselecteren.
Eentimerbegint7secondenaftetellen.Wanneerde
telleropnulkomt,wordtdeunitteruggezetnaarde
standaardfabrieksinstellingen.
ii.Ukunthetherstelprocesonderbrekendooropnieuwop
deAan/uit-knoptedrukkenvoordatdetelleropnulkomt.
Hiermeewordtdetweedeoptiegeselecteerd:‘2–
Afsluitenendetoepassingstarten’enbeginteennieuwe
timeraftetellen.
5.DisplayszondertouchscreenenHybridTouch-displays:
i.DrukopdeWPT/MOB-knop.
Deunitwordtteruggezetnaardestandaard
fabrieksinstellingen.
Probleemoplossing
339
27.3Probleemoplossingradar
HierwordenproblemenmetdeRadarendemogelijkeoorzakenenoplossingenbeschreven.
Erkangeenverbindingwordengemaaktmetdescanner
MogelijkoorzakenMogelijkoplossing
RadaruitgeschakeldAlsdescannerisuitgeschakeld,activeertuhemmetdeoptieRadarinschakelenop
hetschermmetsnelknoppen,datuopentopuwMFDdoorkortopdeaan/uit-knopvan
hetMFDtedrukken.
DeQuantumRadarschakeltna30minutenuitalsgeenbedrade(Raynet)engeen
draadloze(Wi-Fi)verbindingkanwordengemaaktmeteenmultifunctioneeldisplay(MFD).
Radarzendtniet
SelecteerTxvoordebetreffendeRadarscanneropdepaginametSnelknoppen.
OntbrekendeofincorrecteWi-Fi-inloggegevensAlsueen(draadloze)Wi-Fi-verbindinggebruiktvooruwscanner,controleertuofuhetjuiste
Wi-Fi-wachtwoordhebtingevoerdvoordeSSIDdieovereenkomstmetuwscanner.Zowel
deSSIDalshetWi-Fi-wachtwoordstaanvermeldopdeverpakkingvandescanneren
eveneensophetetiketmethetserienummeropdeonderkantvandeunit.Raadpleegde
documentatievanuwmultifunctioneledisplay(MFD)voormeerinformatie.
Beschadigdeoflossevoedingskabel/RayNet-kabel1.Controleerofdekabelconnectorenvolledigindeunitzittenenzijnvergrendeld.
2.Controleerdevoedingskabelen-connectorenopbeschadigingenofcorrosieen
vervangdezewanneernodig.
3.Probeerdekabelwanneerdeunitisingeschakeldheenenweertebewegeninde
buurtvandedisplayconnectoromnategaanofdeunithierdooruitschakelt,vervang
dekabelwanneernodig.
4.Controleerdeaccuspanning,deconditievandeaccupolenendevoedingskabels
enzorgervoordatdeverbindingengoedvastzitten,schoonenvrijzijnvancorrosie.
Vervangzewanneernodig.
5.Gebruikeenmultimeterwanneerhetproductisbelastencontroleeralle
connectoren/zekeringenetc.opspanningsvallen(ditkanertoeleidendatdeunit
reset/uitschakelt).Vervangzewanneernodig.
6.Controleerdetoestandvandebetreffendestroomonderbrekersofzekeringen,
vervangzewanneernodig.Alsdestroomonderbrekersteedsweerwordtgeactiveerd
ofdezekeringenblijvendoorslaan,neemtucontactopmeteengeautoriseerde
Raymarine-dealervoorondersteuning.
Aan/uit-schakelaarOpenscannerinUIT-standZorgervoordatdeAan/uit-schakelaarOpenscannerindeAAN-standstaat.
Verschilleninsoftwaretussenapparatenkunnenervoor
zorgendatcommunicatienietmogelijkis.
ZorgervoordatalleRaymarine-productenbeschikkenoverdemeestrecentesoftware,
ganaardeRaymarine-website:www.raymarine.nl/softwarevoorinformatieoverde
softwarecompatibiliteit.
Deweergegevenpeilingisnietgelijkaandewarepeiling.
MogelijkoorzakenMogelijkoplossing
DeuitlijningvandepeilingdienttewordenaangepastVoereenprocedureuitvoorhetuitlijnenvandepeilingzoalsbeschrevenindemeest
recenteversievandehandleidingvanLightHouse
TM
(81360).
Deradarstartnietop(spanningscontrolemodule(VCM)blijftin“slaapmodus”
MogelijkoorzakenMogelijkoplossing
WegvallendeofslechtestroomverbindingControleerdevoedingsaansluitingopdeVCM.(Ingangsspanning12/24VDC,
uitgangsspanning40VDC)
340
LightHouseMFDoperationinstructions
27.4ProbleemoplossingGNSS
HierwordenproblemenmetdeGNSSendemogelijkeoorzakenenoplossingenbeschreven.
ProbleemMogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Doordegeograschelocatieof
weersomstandighedeniseensatellietx
nietmogelijk.
Controleerregelmatigofereenxisverkregenwanneerde
weersomstandighedenbeterzijnofopeenanderegeograschelocatie.
FoutGNSS-verbinding.ZorgervoordatdeexterneGNSS-verbindingenendekabelscorrect
zijnaangeslotenengeenstoringenveroorzaken.
Slechtepositievandeexterne
GNSS-antenne.
Bijvoorbeeld:
Onderdeks.
Indenabijheidvanzendapparatuur
zoalseenVHF-radio.
ZorgervoordatdeGNSS-antenneeenvrijzichtveldheeftnaardelucht.
HetGNSS-statuspictogram“NoFix”
wordtweergegeven.
ProbleemGNSS-installatie.
Raadpleegdeinstallatie-instructies.
Opmerking:HetdisplaybeschiktovereenGNSS-statusscherm.Hierwordtdesignaalsterkteenandererelevanteinformatieweergegeven.
Probleemoplossing
341
27.5Probleemoplossingautomatischgenererenvanroutes
Deinformatiehierondergeeftinformatieoverdewaarschuwingendiekunnenwordenweergegevenbijhetgebruikvanhet
automatischegenererenvanroutes,eenbeschrijvingvandebetekenisvandewaarschuwingendetenemenstappenom
hetprobleemoptelossen.
VoorbeeldwaarschuwingOmschrijvingResolutie
Genererenvanroutegeslaagd
DeroutekanwordengevolgdNADAThijis
geëvalueerdomerzekervandetezijndatde
gegenereerderouteveiligisvooruwschip.
Hetgenererenvanderouteisgeslaagd,de
routelooptechterdichtlangsgebiedenwaarvoor
waarschuwingengelden(bijv.boeiopdekaart).
Dewaarschuwingsgebiedenzijnde
gebiedentussendewaypointsmeteen
waarschuwingssymbool.
Deroutedientalsvolgttewordengeëvalueerd:
Identiceerdewaypointsmethet
waarschuwingssymbool(ditzijnaltijd
parenvan2)enbekijkhetgebiedtussende
waarschuwingssymbolenomderedenvande
waarschuwingteidenticeren.
Verplaatswanneermogelijkdewaypointsom
risico'stevermijden.
Evalueeralleroutetrajectenendewaypoints
omerzekervantezijndathetveiligisomde
routetevolgen.
Hetstart-ofeindpuntvanderoutevoldoet
nietaandeminimaleveiligheidswaardendie
zijngedenieerdindeinstellingenvoorde
Scheepsgegevens.
Destart-eneindwaypointswordengemaakt
engekoppeldmeteenrechtroutetraject,er
zijnechtergeenautomatischgegenereerde
waypointsendewaypointsymbolenzijngewijzigd
inwaarschuwingssymbolen.
Voerdevolgendecontrolesuit:
Controleerofdewaardendiezijngespeciceerd
indeinstellingenvoordeScheepsgegevens
correctzijn.
Gebruikhetcontextmenuomhet
Kaartobjecten-menutecontrolerenop
deexactelocatievandestart-eneindpunten
omvasttestellenofhetDieptebereikvoldoet
aanuwMinimaleveiligediepte.
Opmerking:
Alsergeenminimalewaardevoorde
dieptebeschikbaarisopdegewenste
locatie,wordtuitgegaanvaneen
minimaledieptevan0voet.
Automatischroutegenererenvoegt
eeneigenveiligheidsmargetoevan0,8
mof20%vandeingesteldeminimale
veiligewaarden,welkevanbeide
groteris.
Controleeroferanderegevarenzijndie
ervoorzorgendatergeenroutekanworden
gegenereerd.
Erzijnonvoldoendegegevensbeschikbaarinde
cartograeomderoutetegenereren.
Destart-eneindwaypointswordengemaakt,
erzijnechtergeenautomatischgegenereerde
waypointsendewaypointsymbolenzijngewijzigd
inwaarschuwingssymbolen.
Plaatscompatibelecartograe
Voerupdatevanbestaandecartograeuit
Opmerking:Erkunnengebiedenzijnwaar
nognietvoldoendegegevensbeschikbaarzijn,
ooknietindemeestrecentecartograe.
Destart-eneindpuntenvandegewensteroute
liggenverderdan100nmuitelkaar.
Maakkleinereroutetrajecten,maakbijv.inplaats
vaneenroutevanpuntAnaarpuntBeenroute
vanpuntAnaarpuntBnaarpuntCnaarpuntD,
opdezemanierkaneenroutewordengemaakt
dielangerisdan100nmvooriederroutetraject.
Erkongeenveiligeroutewordengegenereerd
Heteerstewaypointwordtgeplaatstmaarhet
eindwaypointwordtnietgeplaatst.
Controleerhetkaartgebiedlangsdeverwachte
routeomgebiedenteidenticerenwaarniet
doorheenkanwordengenavigeerdalsgevolgvan
obstakelsoflandmassa.
342
LightHouseMFDoperationinstructions
27.6Probleemoplossingsonar
Hierwordenproblemenmetdesonarendemogelijkeoorzakenenoplossingenbeschreven.
Erwordtgeenscrollendbeeldweergegeven
MogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
SonaruitgeschakeldSelecteerPinginschakeleninhetmenuInstellingenecholood.
Incorrectetransducergeselecteerd
ControleerofdecorrectetransducerisgeselecteerdinhetmenuTransducerinstellingen.
Beschadigdekabels
1.Controleerofdetransducerkabelvolledigindeaansluitingzitenisvergrendeld.
2.Controleerdevoedingskabelen-connectorenopbeschadigingenofcorrosieenvervang
dezewanneernodig.
3.Probeerdekabelwanneerdeunitisingeschakeldheenenweertebewegenindebuurt
vandedisplayconnectoromnategaanofdeunithierdooruitschakelt,vervangdekabel
wanneernodig.
4.Controleerdeaccuspanning,deconditievandeaccupolenendevoedingskabelsenzorg
ervoordatdeverbindingengoedvastzitten,schoonenvrijzijnvancorrosie.Vervangze
wanneernodig.
5.Gebruikeenmultimeterwanneerhetproductisbelastencontroleeralle
connectoren/zekeringenetc.opspanningsvallen(ditkanertoeleidendatde
Fishnder-toepassingenstoppenmetscrollenofdatdeunitreset/uitschakelt).Vervangze
wanneernodig.
BeschadigdeofdefectetransducerControleerdestatusvandetransducerenzorgervoordathijnietisbeschadigdenvrijvan
vuil/aangroei,reinigofvervanghemwanneernodig.
VerkeerdetransducergeplaatstZorgervoordatdetransducercompatibelismetuwsysteem.
SeaTalk
hs
/RayNet-netwerkprobleem.Controleerofdeunitcorrectisaangeslotenopeenmultifunctioneeldisplay
ofRaymarine-netwerkswitch.Alsereencrossover-koppelingofeenandere
koppelingskabel/adapterwordtgebruikt,dientualleaansluitingentecontrolerenomerzeker
vantezijndatzegoedvastzitten,schoonzijnenvrijzijnvancorrosie.Vervangwanneernodig.
Verschilleninsoftwaretussenapparatenkunnenervoor
zorgendatcommunicatienietmogelijkis.
ZorgervoordatalleRaymarine-productenbeschikkenoverdemeestrecentesoftware,ganaarde
Raymarine-website:www.raymarine.nl/softwarevoorinformatieoverdesoftwarecompatibiliteit.
Geendieptemeting/zeebodemvergrendelingverloren
MogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Plaatsvandetransducer
Controleerofdetransducerisgeïnstalleerdovereenkomstigdeinstructiesdiemetdetransducer
zijnmeegeleverd.
TransducerhoekAlsdetransducerhoektegrootis,kandestraaldebodemmissen.Pasdetransducerhoekaanen
controleeropnieuw.
Transducergekanteld
Alsdetransducereenkantelmechanismeheeft,controleerofhijnietisgekantelddoordathijeen
objectheeftgeraakt.
OnvoldoendestroomtoevoerGebruikwanneerhetproductisbelasteenmultimeteromdevoedingsspanningzodichtmogelijkin
debuurtvandeunittecontrolerenomdewerkelijkespanningtemetenwanneererstroomdoorde
unitloopt.(ControleerdeTechnischespecicatiesvanuwproductvoordevoedingsvereisten.)
BeschadigdeofdefectetransducerControleerdestatusvandetransducerenzorgervoordathijnietisbeschadigdenvrijvan
vuil/aangroei.
Beschadigdekabels
1.Controleerdeconnectorvandeunitopgebrokenofverbogenpinnen.
2.Controleerofdekabelconnectorvolledigindeunitzitenofdeborgringisvergrendeld.
3.Controleerdekabelenconnectorenopbeschadigingenofcorrosieenvervangdezewanneer
nodig.
4.Probeerdestroomkabelwanneerdeunitisingeschakeldheenenweertebewegenin
debuurtvandedisplayconnectoromnategaanofdeunithierdooruitschakelt,vervang
dekabelwanneernodig.
5.Controleerdeaccuspanning,deconditievandeaccupolenendevoedingskabelsenzorg
ervoordatdeverbindingengoedvastzitten,schoonenvrijzijnvancorrosie.Vervangze
wanneernodig.
6.Gebruikeenmultimeterwanneerhetproductisbelastencontroleeralle
connectoren/zekeringenetc.opspanningsvallen(ditkanertoeleidendatde
Fishnder-toepassingenstoppenmetscrollenofdatdeunitreset/uitschakelt).Vervangze
wanneernodig.
Snelheidvanhetschipistehoog
Verlaagdesnelheidvanhetschipencontroleeropnieuw.
Zeebodemteondiepoftediep
Dedieptevandezeebodemkanzichbuitenhetdieptebereikvandetransducerbevinden,verplaats
hetschipnaarondieperofdieperwater,welkevantoepassingis,encontroleeropnieuw.
Probleemoplossing
343
Slecht/problematischbeeld
MogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Stilliggendschip
Visbogenwordennietweergegevenwanneerhetschipstilligt,visverschijntdaninrechtelijnen
ophetdisplay.
ScrollengepauzeerdofsnelheidtelangzaamingesteldHerstarthetscrollenofverhoogdescrollsnelheidvandesonar.
Degevoeligheidsinstellingenkunnenongeschiktzijn
voordeomstandigheden.
Controleerdegevoeligheidsinstellingenenpaszeaan,ofresetdesonar.
Beschadigdekabels
1.Controleerdeconnectorvandeunitopgebrokenofverbogenpinnen.
2.Controleerofdekabelconnectorvolledigindeunitzitenofdeborgringisvergrendeld.
3.Controleerdekabelenconnectorenopbeschadigingenofcorrosieenvervangdezewanneer
nodig.
4.Probeerdestroomkabelwanneerdeunitisingeschakeldheenenweertebewegenin
debuurtvandedisplayconnectoromnategaanofdeunithierdooruitschakelt,vervang
dekabelwanneernodig.
5.Controleerdeaccuspanning,deconditievandeaccupolenendevoedingskabelsenzorg
ervoordatdeverbindingengoedvastzitten,schoonenvrijzijnvancorrosie.Vervangze
wanneernodig.
6.Gebruikeenmultimeterwanneerhetproductisbelastencontroleeralle
connectoren/zekeringenetc.opspanningsvallen(ditkanertoeleidendatde
Fishnder-toepassingenstoppenmetscrollenofdatdeunitreset/uitschakelt).Vervangze
wanneernodig.
Plaatsvandetransducer
Controleerofdetransducerisgeïnstalleerdovereenkomstigdeinstructiesdiemetdetransducer
zijnmeegeleverd.
Alsdespiegelmontagetransducertehoogopdespiegelisgemonteerd,kanhetzijndathijboven
hetwateruitkomt.Controleerofdetransducervolledigonderwaterblijftbijplanerenenwenden.
Transducergekanteld
Alsdetransducereenkantelmechanismeheeft,controleerofhijnietisgekantelddoordathijeen
objectheeftgeraakt.
BeschadigdeofdefectetransducerControleerdestatusvandetransducerenzorgervoordathijnietisbeschadigdenvrijvan
vuil/aangroei.
Beschadigdetransducerkabel
Controleerofdetransducerkabelendeaansluitingonbeschadigdzijn,ofdeaansluitinggoedvast
zitofergeensprakeisvancorrosie.
Turbulentieronddetransducerbijhogeresnelheden
kandeprestatiesvandetransducerbeïnvloeden
Verlaagdesnelheidvanhetschipencontroleeropnieuw.
Interferentievaneenanderetransducer1.Schakeldetransducerdieinterferentieveroorzaaktuit.
2.Plaatsdetransducersopeenandereplek,verderuitelkaar.
Foutvoedingnaarunit
Controleerdespanningvandevoeding,alsdezetelaagiskandathetzendvermogenvande
unitnegatiefbeïnvloeden.
Incorrectesnelheidslezing(vanDST-transducer)
MogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Foutschoepenwiel
Controleerofhetschoepenwielschoonis.
ErisgeensnelheidscorrectieingesteldVoegsnelheidscorrectietoe.
IncorrectekalibratieHerkalibreerdeapparatuur
Detransducerheeftgeensnelheidselement
Installeereentransducermetsnelheidselementomsnelheidsmetingenuittekunnenvoeren.
Incorrectetransducergeselecteerd(geensnelheid
weergegeven)
SelecteereentransducerdiedesnelheidsmetinguithetmenuTransducerinstellingenondersteunt.
344
LightHouseMFDoperationinstructions
27.7Sonar-overspraakinterferentie
Erzijn2soortenmogelijkesonar-overspraakinterferentieineen
Raymarine-sonarsysteem:
1.SideVision-sonaroverspraakinterferentie
2.Overspraakinterferentievanmeerderesonars
Desoortenoverspraakinterferentiediekunnenoptredenin
uwsysteemhangenafvandecombinatieenhettypevande
sonarapparatendiezijngeïnstalleerdendemanierwaaropze
zijngeïnstalleerd.
SideVision-sonaroverspraakinter-
ferentie
Overspraakinterferentievan
meerderesonars
Doordehogegevoeligheidvan
deSideVision-transducerskuntu
minimaleoverspraakinterferentie
waarnementussendelinkeren
rechterontvangendekanalenin
gebiedenmetsterketerugkerende
signalen.Voorbeeldenvansterke
terugkerendesignalenzijnvaste
objectenzoalsbrugstructuren
onderwater.Dezeinterferentieis
tezienindeFishnder-toepassing
alssubtielereectievanhet
rechtersonarbeelddieworden
weergegeveninhetlinker
sonarbeeldenviceversa.
Wanneerumeerderesonarmodules
entransducersgebruiktmet
overlappendefrequentiebereiken,
kuntuoverspraakinterferentie
waarnementussendebeide
bereiken.Dezeinterferentieiste
zienindeFishnder-toepassing
alsverticale“regendruppels”in
dewaterkolom.Dezeverticale
“regendruppels”gevenaandat2
sonarmodulesopeenfrequentie
werkendiebijelkaarindebuurt
liggen.
SideVision-sonaroverspraakinterferentie
Overspraakinterferentieisnormaalineenhooggevoelig
apparaatzoalseenSideVision-transducerenbetekentnietdat
ersprakeisvaneenstoringinuwtransducerofsonarmodule.
Overspraakinterferentievanmeerdere
sonarsignalenreduceren
Overspraakinterferentieinsystemenmetmeerdere
sonarmodulesentransducersishetgevolgvaneenaantal
factoren,waaronderdeinstallatie,hetgebruikendeomgeving.
Kieseencombinatievanapparatuurwaarmeede
overlappingvanfrequentieswordtgeminimaliseerd.
Gebruikwaarmogelijksonarmodulesentransducersdie
werkenmetverschillendefrequentiebereiken(“kanalen”),
bijvoorbeeldCP100-enCP300-sonarmodulesenCPT-100-
enB744V-transducers.Ditzorgtervoordatiedercomponent
binneneeneigenrelatieffrequentiebereikwerktbijvoorbeeld
een“hoog”frequentiebereikvoordeCP100eneen“laag”
frequentiebereikvoordeCP300.
Gebruikalleendesonarkanalendieuwerkelijknodig
hebt.Hoewelhetmogelijkismeerderesonarmodulestegelijk
tegebruikenineenRaymarine-systeem,isditnietaltijdnodig.
Alsvooruwsituatieslechtséénsonarmoduletegelijkactief
hoeftzijn,schakeltudeanderesonarmodulesuitdoorhet
Fishnder-toepassingsvenstertewijzigenineenenkelvenster
waarophetsignaalvanéénsonarmodulewordtweergegeven.
Alsalternatiefkuntudepingvoorongebruiktesonarmodules
uitschakelendoorMENU>Kanaal>Ping>UITteselecteren
indeFishnder-toepassing.
Identiceerdesonarmoduleentransducerdiede
interferentieveroorzaken.Hiervoorschakeltudepinguit
ofsluitudevoedingafvanéénvandesonarmodulesinuw
systeem.AlsdeinterferentieindeFishnder-toepassingdirect
verdwijnt,weetuwelkapparaatdeinterferentieveroorzaakt.
Alsdeinterferentienietverdwijnt,herhaaltudezeprocedures
metdeanderesonarmodule(s)inuwsysteem,ééntegelijk.
Zodrauweetwelkapparaatdeinterferentieveroorzaakt,
gebruiktudevolgendemethodenomdeinterferentievanhet
betreffendeapparaatteverminderen.
PashetInterferentieweigeringslteraan.Destandaard
instellingvooralleRaymarine-MFD'sis“Automatisch”.Door
dezeinstellingtewijzigenin“Hoog”,kandeinterferentie
wordenverminderd(MENU>Instellingen>Instellingen
echolood>Interferentieweigering).Merkopdatde
instellingvoorhetInterferentieweigeringslternietvooralle
sonarmodulesbeschikbaaris.
Verlaaghetuitgangsvermogenvandetransducerdie
interferentieveroorzaakt.Doorde“Vermogensmodus”in
deGevoeligheidsinstellingenindeFishnder-toepassingvan
hetMFDaantepassenkuntudeoverspraakinterferentie
minimaliseren(MENU>Gevoeligheidsinstellingen>
Vermogensmodus).MerkopdatdeVermogensmodusniet
vooralletransducersbeschikbaaris.
ZorgvooreengemeenschappelijkRF-aardingspuntvoor
alleelektrischeapparatuuropuwschip.Opschepen
zondereenRF-aardingssysteemdientuervoortezorgendat
alleaardingsdradenvanhetproduct(wanneerbeschikbaar)
directzijnaangeslotenopdenegatieveaccupool.Inefciënte
RF-aardingkanelektrischeinterferentieveroorzaken,wat
weerkanleidentotoverspraakinterferentievandesonar.
Verhoogdefysiekeafstandtussenuwsonarmodules.
Elektrischeinterferentiekanontstaantussendekabelvanéén
sonarmoduleendekabelvaneenanderesonarmodule.Zorg
ervoordatuwsonarmoduleszichopeenzogrootmogelijke
afstandvanelkaarbevinden.
Verhoogdefysiekeafstandtussenuwtransducers.Erkan
elektrischeen/ofakoestischeinterferentieoptredentussende
verschillendetransducersinuwsysteem.Zorgervoordat
uwtransducerszichopeenzogrootmogelijkeafstandvan
elkaarbevinden.
Opmerking:Methetoogopdeinspanningvoorende
mogelijkeproblemenbijhetverplaatsenvansonarapparaten
moetditwordenbeschouwdalslaatsteredmiddelwanneeru
vindtdatdeinterferentieeenernstigprobleemisdatnietkan
wordenopgelostopdehierbovenbeschrevenmanieren.
Opmerking:Doordefysiekeomvangenanderebeperkingen
dievanschiptotschipvariëren,ishetmisschienonmogelijk
omoverspraakinterferentievolledigteeliminerenvanuw
systeem.Ditstaatechterdemogelijkheidgebruiktemaken
vandevolledigefunctionaliteitvanuwsonarsysteemnietinde
weg.Alsudemanierwaaropinterferentiewordtweergegeven
indeFishnder-toepassinggemakkelijkkuntidenticeren,is
datwaarschijnlijksomsdebesteengemakkelijksteoplossing.
Probleemoplossing
345
27.8Probleemoplossingthermischecamera
Hierwordenproblemenmetdethermischecameraendemogelijkeoorzakenenoplossingenbeschreven.
ProbleemMogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Cameraisinstand-by-modus.Decameraspeeltgeenvideoafalshijinstand-bymodusstaat.Gebruik
éénvandecameraknoppen(dethermischecamera-toepassingofJCU)
omdecamera"wakker"temakenuitdestand-bymodus.
Probleemmetdevideoverbindingen
vandethermischecamera.
Controleerofdevideokabelsvandethermischecamerainordezijn
engoedzijnaangesloten.
Zorgervoordatdevideoisaangeslotenopvideo-ingang1ophet
multifunctioneledisplayofGVM.
Zorgervoordatdejuistevideo-ingangisgeselecteerdophetdisplay.
Videowordtnietweergegeven.
Probleemmetdevoedingvande
cameraofJCU(wanneergebruiktals
primairebesturing)
ControleerdevoedingsaansluitingennaardecameraendeJCU
/PoE-injector(indiengebruikt).
Zorgervoordatdeaan/uit-schakelaar/stroomonderbrekeraanstaat.
Controleerdestatusvandezekering/stroomonderbreker.
Kandethermischecameraniet
besturenmethetRaymarinedisplayof
toetsenbord.
Detoepassingvandethermische
cameraisnietactief.
Zorgervoordatdetoepassingvandethermischecamerageactiveerd
isophetmultifunctioneledisplay(endusnietdevideotoepassing,die
heeftgeenbesturingvoordecamera).
Controleerofdebesturingseenheidendethermischecameracorrect
zijnverbondenmethetnetwerk.(Opmerking:ditkaneendirecte
verbindingzijn,ofviaeenRaymarinenetwerkschakelaar.)
ControleerdestatusvandeRaymarine-netwerkschakelaar.
Netwerkprobleem.
ControleerofdeSeaTalk
hs
/RayNet-kabelsonbeschadigdzijn.
Controleeroferconictenzijn,bijv.
veroorzaaktdoormeerderegebruikers
opverschillendestations.
Zorgervoordaternietophetzelfdemomenteenandere
besturingseenheidwordtgebruikt.
Controleerdevoedings-/netwerkkabelnaardebesturingseenheidende
PoE-injector(PoEalleengebruiktmetoptioneleJoystick-bediening).
Debesturingreageertonregelmatigof
niet.
Probleemmetdebesturingseenheid.
Controleereventueelanderebeschikbarebesturingseenheden.Als
anderebesturingseenhedenwelwerkensluitditdemogelijkheidvan
eenmeerfundamentelecamerastoringuit.
Camerastaatnietin"dual
payload"-modus.
Alleenthermischecamera'smet“dualpayload”(dubbelelens)
ondersteunenschakelentussenVISenIR.
Kannietschakelentussenthermischen
zichtbaar(VIS/IR)videobeeld.
VIS-/IR-kabelnietaangesloten.ZorgervoordatdeVIS-/IR-kabelisaangeslotentussendecamera
enhetRaymarine-systeem.(DekabelvooralleenIRondersteunt
schakelentussendemodiniet).
Videokabelvanslechtekwaliteitof
defect.
Zorgervoordatdevideokabelnietlangerisdannodig.Hoelanger(of
hoedunner)dekabelis,hoemeersignaalerverlorengaat.Gebruik
alleenafgeschermdekabelsvanhogekwaliteitdiegeschiktzijnvoor
eenmaritiemeomgeving.
Onscherpbeeld.
Dekabelpiktelektromagnetische
interferentie(EMI)opvaneenander
apparaat.
Zorgdatueenafgeschermdekabelvanhogekwaliteitgebruikt.
Zorgvooreengoedescheidingvandekabels.Legbijvoorbeeld
gegevens-envoedingskabelsnietbijelkaarindebuurt.
Dehelderheidvanhetdisplayistelaag
ingesteld.
Gebruikdehelderheidsregelaarsvanhetdisplayomdezeaante
passen.
Deinstellingenvanhetcontrastof
dehelderheidindetoepassingvan
dethermischecamerazijntelaag
ingesteld.
Gebruikhetbetreffendemenuindetoepassingvandethermische
cameraomhetcontrastendehelderheidvanhetbeeldaantepassen.
Beeldtelichtoftedonker.
Dethema-modusisnietgeschiktvoor
dehuidigeomstandigheden.
Inbepaaldeomstandighedenkuntubetereenanderethema-modus
gebruiken.Eenzeerkoudeachtergrond(zoalsdelucht)kaner
bijvoorbeeldvoorzorgendatdecameraeentebreedtemperatuurbereik
gebruikt.GebruikdeTHEMA-knop.
Hetbeeldstaatkortstil.
FFC(FlatFieldCorrection,
vlakveldcorrectie).
Hetbeeldpauzeertregelmatigvooreenkortetijdtijdensde
vlakveldcorrectie(FlatFieldCorrection,FFC).DirectvoordeFFC
verschijnteenkleingroenvierkantjeindelinkerbovenhoekvanhet
scherm.
Hetbeeldisgeïnverteerd(opzijnkop).
Deinstellingvoor"Aardebeneden"van
decameraisnietcorrect.
Zorgervoordat"Aardebeneden"indesysteeminstellingenvande
thermischecameracorrectisingesteld.
346
LightHouseMFDoperationinstructions
27.9Probleemoplossingsysteemgegevens
Bepaaldeaspectenvandeinstallatiekunnenproblemenveroorzakenmetdegegevensdiewordengedeeldtussenaangesloten
apparaten.Dezeproblemen,hunmogelijkeoorzakenenoplossingenwordenhierbeschreven.
ProbleemMogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Controleerdebedradingendeaansluitingenvandegegevensbus(bijv.
SeaTalk
ng
).
Controleerdeintegriteitvandebedradingvandegegevensbus(e.g.
SeaTalk
ng
).
Hetdisplayontvangtgeengegevens.
Raadpleegeventueeldehandleidingvandegegevensbus(bijv.de
gebruikershandleidingvandeSeaTalk
ng
).
Controleerdebronvandeontbrekendegegevens(bijv.
instrumentdisplayofmotorinterface).
ControleerdevoedingvandeSeaTalk-bus.
Gegevensbron(bijv.instrumentdisplay
ofmotorinterface)werktniet.
Raadpleegdehandleidingvandefabrikantvandebetreffende
apparatuur.
Instrument-,motor-ofandere
systeemgegevenszijnnietbeschikbaar
opalledisplays.
Verschilleninsoftwaretussen
apparatenkunnenervoorzorgendat
communicatienietmogelijkis.
NeemcontactopmetTechnischeondersteuningvanRaymarine.
Controleerofallenoodzakelijkeapparatuurisaangeslotenophet
netwerk.
ControleerdestatusvandeRaymarine-netwerkswitch.
Netwerkprobleem.
ControleerofdeSeaTalk
hs
/RayNet-kabelsonbeschadigdzijn.
Instrument-ofandere
systeemgegevensontbrekenop
sommigemaarnietalledisplays.
Verschilleninsoftwaretussen
apparatenkanervoorzorgendat
communicatienietmogelijkis.
NeemcontactopmetTechnischeondersteuningvanRaymarine.
Positiegegevenswordenniet
weergegevenopdemarifoon
IngangmarifoonNMEA0183niet
geïsoleerd/onjuistepolariteit
ControleerofdemarifooneengeïsoleerdeNMEA0183-ingangheeft.
ControleerdepolariteitvandeNMEA0183-kabels.
Probleemoplossing
347
27.10Probleemoplossingvideo
Hierwordenproblemenmetdevideo-invoerendemogelijkeoorzakenenoplossingenbeschreven.
ProbleemMogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Erverschijnteenmeldingmet'No
signal'(Geensignaal)ophetscherm
(hetbeeldvandevideowordtniet
weergegeven)
FoutindekabelofdeverbindingControleerofalleverbindingengoedvastzittenenvrijzijnvancorrosie.
348
LightHouseMFDoperationinstructions
27.11ProbleemoplossingWiFi
VoordatuproblemenmetuwWi-Fi-verbindingoplost,dientu
ervoortezorgendatuderichtlijnenvoordevereistenvoorde
plaatsvanWi-Fiindebetreffendeinstallatie-instructieshebt
opgevolgdendatudeapparatenwaaruproblemenmeehebt
aanenuithebtgezet/opnieuwhebtgestart.
Kannetwerknietvinden
MogelijkeoorzaakMogelijkeoplossingen
Wi-Finietingeschakeldop
apparaten.
ZorgervoordatWi-Fiis
ingeschakeldopbeide
Wi-Fi-apparatenenscanopnieuw
voorbeschikbarenetwerken.
SommigeapparatenkunnenWi-Fi
automatischuitschakelenwanneer
nietingebruikomenergietesparen.
Zetdeapparatenuit/startze
opnieuwopenscanvoor
beschikbarenetwerken.
Apparaatzendtniet.1.Probeerzendenvoorhet
netwerkvanhetapparaat
inteschakelenmetbehulp
vandeWi-Fi-instellingenop
hetapparaatwaarmeeu
verbindingprobeerttemaken.
2.Ukuntmogelijknogsteeds
verbindingmakenmet
hetapparaatwanneer
hetnietzendt,doorde
Wi-Fi-naam/SSIDenhet
wachtwoordhandmatig
intevoereninde
verbindingsinstellingenvan
hetapparaatwaarmeeu
verbindingprobeerttemaken.
Apparatenbuitenbereikofsignaal
wordtgeblokkeerd.
Zetdeapparatendichterbijelkaar
indebuurtofverwijderwanneer
mogelijkdeobstakels,scan
daarnaopnieuwvoorbeschikbare
netwerken.
Kangeenverbindingmakenmethetnetwerk
MogelijkeoorzaakMogelijkeoplossingen
SommigeapparatenkunnenWi-Fi
automatischuitschakelenwanneer
nietingebruik,omenergiete
sparen.
Zetdeapparatenuitenaan/start
zeopnieuwopenprobeeropnieuw
verbindingtemaken.
Uprobeertverbindingtemakenmet
hetverkeerdeWi-Fi-netwerk
Zorgervoordatuprobeert
verbindingtemakenmethetjuiste
Wi-Fi-netwerk,denaamvanhet
Wi-Fi-netwerkkuntuvindeninde
Wi-Fi-instellingenophetzendende
apparaat(hetapparaatwaarmeeu
verbindingprobeerttemaken).
Onjuisteinloggegevensvoorhet
netwerk
Zorgervoordatuhetjuiste
wachtwoordgebruikt,het
wachtwoordvoorhetWi-Fi-netwerk
kuntuvindenindeWi-Fi-instellingen
ophetzendendeapparaat(het
apparaatwaarmeeuverbinding
probeerttemaken).
Schotten,dekkenenanderezware
constructieskunnendekwaliteitvan
hetWi-Fi-signaalverminderenof
helemaalblokkeren.Afhankelijkvan
dedikteenhetgebruiktemateriaal
kanhetWi-Fi-signaalsomsniet
doorbepaaldeconstructies
1.Probeerdeapparatenopeen
andereplekteplaatsenzodat
deconstructieszichnietmeer
indedirectezichtlijntussende
apparatenbevindt,of
2.gebruikwanneernodigeen
kabelomverbindingtemaken.
MogelijkeoorzaakMogelijkeoplossingen
Interferentieveroorzaaktdoor
andereapparatenmetWi-Fi
ofoudereapparatenmet
Bluetooth(BluetoothenWi-Fi
werkenbeideinhet2,4GHz
frequentiebereik,sommigeoudere
Bluetooth-apparatenkunnen
interferentieveroorzakenvoor
Wi-Fi-signalen.)
1.WijzighetWi-Fi-kanaalvan
hetapparaatwaarmeeu
verbindingprobeerttemaken
enprobeeropnieuwverbinding
temaken.Ukuntgratis
Wi-Fi-analyzer-Appsopuw
smart-apparaatgebruiken
omeenbeterkanaalte
kiezen(kanaalmethetminste
verkeer).
2.Schakeliederdraadloos
apparaattijdelijkuittotdatu
hebtvastgesteldwelkapparaat
deinterferentieveroorzaakt.
Interferentieveroorzaaktdoor
andereapparatendiede2,4GHz
frequentiegebruiken.Ziede
lijsthierondermetenkeleveel
voorkomendeapparatendiede
2,4GHzfrequentiegebruiken:
Magnetrons
TL-verlichting
Draadlozetelefoons/babyfoons
Bewegingssensoren
Schakeliederapparaattijdelijkuit
enschakelzeweerintotdatuhet
apparaathebtgeïdenticeerddatde
interferentieveroorzaakt,verwijder
ditapparaatofzethemopeen
andereplek.
Interferentieveroorzaaktdoor
elektrischeenelektronische
apparatenendekabelsdaarvan
kunneneenelektromagnetischveld
genererendatstoringveroorzaakt
voorhetWi-Fi-signaal.
Schakeliederapparaattijdelijkuit
enschakelzeweerintotdatuhet
apparaathebtgeïdenticeerddatde
interferentieveroorzaakt,verwijder
ditapparaatofzethemopeen
andereplek.
Probleemoplossing
349
Verbindingextreemlangzaamenvaltsteedsweg
MogelijkeoorzaakMogelijkeoplossingen
Wi-Fi-kwaliteitwordtminder
naarmatedeafstandgroterwordt,
productenopgrotereafstand
ontvangendusminderbandbreedte
vanhetnetwerk.Deverbindingvan
productendiewordengeplaatstop
eenafstandaanderandvanhet
maximaleWi-Fi-bereikislangzamer,
hetsignaalvaltwegoferkan
helemaalgeenverbindingworden
gemaakt.
Zetdeapparatendichterbij
elkaarindebuurt.
Voorvasteinstallatieszoalseen
Quantum-radarschakeltude
Wi-Fi-verbindinginopeenMFD
datdichterindebuurtvanhet
apparaatisgeplaatst.
Interferentieveroorzaaktdoor
andereapparatenmetWi-Fiof
oudereapparatenmetBluetooth
(BluetoothenWi-Fiwerkeninhet
2,4GHzfrequentiebereik,sommige
oudereBluetooth-apparatenkunnen
interferentieveroorzakenvoor
Wi-Fi-signalen.)
1.WijzighetWi-Fi-kanaalvan
hetapparaatwaarmeeu
verbindingprobeerttemaken
enprobeeropnieuwverbinding
temaken.Ukuntgratis
Wi-Fi-analyzer-Appsopuw
smart-apparaatgebruiken
omeenbeterkanaalte
kiezen(kanaalmethetminste
verkeer).
2.Schakeliederapparaat
tijdelijkuitenschakelze
weerintotdatuhetapparaat
hebtgeïdenticeerddatde
interferentieveroorzaakt,
verwijderditapparaatofzet
hemopeenandereplek.
Interferentievanapparatenop
andereschepen.Wanneeruzich
indebuurtvanandereschepen
bevindt,bijvoorbeeldwanneeru
ineenhavenligt,kunnenerveel
andereWi-Fi-signalenaanwezig
zijn.
1.WijzighetWi-Fi-kanaalvan
hetapparaatwaarmeeu
verbindingprobeerttemaken
enprobeeropnieuwverbinding
temaken.Ukuntgratis
Wi-Fi-analyzer-Appsopuw
smart-apparaatgebruiken
omeenbeterkanaalte
kiezen(kanaalmethetminste
verkeer).
2.Verplaatsuwschipwanneer
mogelijknaareenplekmet
minderWi-Fi-verkeer.
Netwerkverbindinggemaaktmaargeendataverkeer
MogelijkeoorzaakMogelijkeoplossingen
Verbondenmethetverkeerde
netwerk.
Zorgervoordatuwapparaatis
verbondenmethetjuistenetwerk.
Desoftwarevanhetapparaatisniet
compatibel
Zorgervoordatopbeideapparaten
demeesterecenteversievande
softwareisgeïnstalleerd.
Uwapparaatismogelijkdefect1.Probeerdesoftwareteupdaten
naareennieuwereversie,of
2.probeerdesoftwareopnieuw
teinstalleren.
3.Schafeennieuwapparaataan.
Mobieleappwerktlangzaamofhelemaalniet
MogelijkeoorzaakMogelijkeoplossingen
Raymarine-AppisnietgeïnstalleerdInstalleerdemobieleappuitde
betreffendeAppStore.
VersievandeRaymarine-Appniet
compatibelmetdeMFD-software
Zorgervoordatudemeestrecente
versiehebtgeïnstalleerdvanuw
mobieleappendeMFD-software.
MobieleAppsnietingeschakeldop
deMFD
Schakelnaarkeuze“Alleen
bekijken”of“Afstandsbediening”in
indeinstellingenvandeMobileApp
opuwMFD.
350
LightHouseMFDoperationinstructions
27.12ProbleemoplossingBluetooth
Bepaaldeaspectenvandeinstallatiekunnenproblemenveroorzakenmetdegegevensdiewordengedeeldtussendraadloze
apparaten.Dezeproblemen,hunmogelijkeoorzakenenoplossingenwordenhierbeschreven.
ProbleemMogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
ZorgervoordatBluetoothisingeschakeldophetMFD.
Zorgervoordatdeoptie"Bluetooth"ingeschakeldisophet
smart-apparaat(beschikbaarinhetalgemenemenuvande
telefooninstellingen(Settings/Generalmenu)).
Geendraadlozeverbinding.
ErisgeenBluetooth-verbinding
ingesteldtussenhetsmart-apparaaten
hetmultifunctioneledisplay.
ZorgervoordathetBluetooth-apparaatisgekoppeldmethetMFDdat
uhiermeewiltgebruiken.
Demediaspelerisnietcompatibelmet
Bluetooth2.1+EDRpowerclass1.5
(ondersteundproel:AVRCP1.0)of
hoger.
ControleerdecompatibiliteitmetBluetoothbijdefabrikantvanhet
apparaat.AlshetapparaatnietcompatibelismetBluetooth2.1+EDR
powerclass1.5(ondersteundproel:AVRCP1.0),danishetniet
geschiktvoordraadloosgebruikmethetmultifunctioneledisplay.
Geenbedieningvoordemediaspeler.
AudiobedieningisNIETingeschakeld
ophetmultifunctioneledisplay.
Schakel"Audiobediening"in
ZwakofonderbrokenBluetooth-signaal.Erisinterferentievananderedraadloze
apparatenindebuurt.
Meerderedraadlozeapparatendietegelijkertijdaanstaan(zoals
laptops,telefoonsenanderedraadlozeapparaten)kunnensoms
conictenveroorzakenvoordraadlozesignalen.Schakelieder
draadloosapparaattijdelijkuittotdatuhebtvastgesteldwelkapparaat
deinterferentieveroorzaakt.
Probleemoplossing
351
27.13ProbleemoplossingTouchscreen
HierwordenproblemenmethetT ouchscreenendemogelijkeoorzakenenoplossingenbeschreven.
ProbleemMogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Touch-vergrendelingisingeschakeld.
GebruikdeJoystickomdetouch-vergrendelingophethome-venster
uitteschakelen.
Hetschermwordtnietbediendmetde
blotevingers,maarbijvoorbeeldmet
handschoenen
Udientmetblotevingerscontacttemakenmethetscherm,anders
werkthetniet.Ukuntookgeleidendehandschoenengebruiken.
HetTouchscreendientteworden
gekalibreerd.
Gebruikdeinstellingenmenu'somhetTouchscreentekalibreren.
Touchscreenwerktnietzoalsverwacht.
Zoutwaterheeftzichafgezetophet
scherm.
Maakhetschermvoorzichtigschoonendroogovereenkomstigde
instructies.
352
LightHouseMFDoperationinstructions
27.14UitlijningvanhetTouchscreen
AlshetTouchscreennietgoedisuitgelijndmetuwaanrakingkunt
uhemopnieuwuitlijnenomdenauwkeurigheidteverbeteren.
Voorhetopnieuwuitlijnenhoeftualleeneenobjectophet
schermuittelijnenmetuwaanraking.Voordebesteresultaten
kuntudithetbestedoenwanneeruwschipvoorankerof
aangemeerdligt.
Opmerking:Ditisalleenvantoepassingopmultifunctionele
displaysmettouchscreen.
Hettouchscreenuitlijnen
DoehetvolgendewanneeruinhetHome-vensterbent:
1.SelecteerInstellingen.
2.SelecteerOnderhoud.
3.SelecteerUitlijnentouchscreen.
4.Plaatsuwvingerkortophetobjectophetschermenhaal
hemweerweg.
5.Herhaaldeactienog3keer.
6.Alsdeoperatieisgeslaagdwordthetbericht“Uitlijning
voltooid”weergegeven.
7.SelecteerAfsluitenomterugtekerennaarhetmenu
Onderhoud.
8.Alsdeoperatienietisgeslaagdtijdenshetuitlijnen,wordthet
bericht“Onjuisteaanrakinggedetecteerd"weergegevenen
deuitlijningwordtherhaald.
9.Na2mislukteuitlijningspogingenkanuwordengevraagd
eenprecisie-uitlijninguittevoeren.
Probleemoplossing
353
27.15Probleemoplossingdiversen
Hierwordendiverseproblemenendemogelijkeoorzakenenoplossingenbeschreven.
ProbleemMogelijkeoorzakenMogelijkeoplossingen
Controleerdebetreffendezekeringenenstroomonderbrekers.
Controleerofallevoedingskabelsingoedestaatzijnendatalle
verbindingengoedvastzittenenvrijzijnvancorrosie.
Stroomvoorzieningnaarhetdisplayvalt
somsweg.
Controleerofdevoedingdejuistespanningenvoldoendestroomlevert.
Verkeerdesoftwareophetsysteem
(upgradenodig).
Ganaarwww.raymarine.comenklikopsupport(ondersteuning)voor
demeestrecentesoftwaredownloads.
Displaygedraagtzichnietstabiel:
Frequenteonverwachteresets.
Systeemcrashtofanderinstabiel
gedrag.
Corruptegegevens/andereonbekende
kwestie.
Voereenresetnaardefabrieksinstellingenuit.
Belangrijk:Ditleidttothetverliesvanalleinstellingenen
gegevens(zoalswaypoints)dieophetproductzijnopgeslagen.Sla
allebelangrijkegegevensopeengeheugenkaartopvoordatueen
resetuitvoert.
354
LightHouseMFDoperationinstructions
Hoofdstuk28:Technischeondersteuning
Inhoudsopgave
28.1ProductondersteuningenonderhoudvoorRaymarine-productenoppagina356
28.2Leermiddelenoppagina357
28.3Ondersteuningvoorproductenvananderefabrikantenoppagina357
Technischeondersteuning
355
28.1Productondersteuningen
onderhoudvoorRaymarine-producten
Raymarinebiedtuitgebreideproductondersteuning,zoals
garantie,onderhoudenreparaties.Ukuntgebruikmakenvan
dezedienstenviadeRaymarine-website,telefonischenvia
e-mail.
Productinformatie
Mochtuonderhoudofondersteuningnodighebben,houddan
devolgendeproductinformatiebijdehand:
Naamproduct.
Soortproduct.
Serienummer.
Versienummersoftwareapplicatie.
Systeemstroomschema's.
Dezeproductinformatiekuntuvindenmetbehulpvandemenu's
inuwproduct.
Onderhoudengarantie
Raymarineheeftspecialeserviceafdelingenvoorgarantie,
onderhoudenreparaties.
VergeetnietnaardeRaymarine-websitetegaanomuw
productteregistrerenvooruitgebreidegarantievoordelen:
http://raymarine.nl/display/?id=788.
Regio
Telefoon
E-mail
Groot-Brittannië
(GB),EMEAen
Azië/StilleOceaan
+44(0)1329
246932
emea.service@raymarine.com
VerenigdeStaten
(VS)
+1(603)324
7900
rm-usrepair@ir.com
Ondersteuningophetweb
Ganaardesectie“Ondersteuning”vandeRaymarine-website
voor:
Handleidingenendocumentenhttp://raymarine.nl/dis-
play/?id=10125
FAQ'shttp://www.raymarine.nl/knowledgebase/
Technischforumhttp://raymarine.ning.com/
Software-updateshttp://raymarine.nl/display/?id=797
Telefonischeene-mail-ondersteuning
Regio
Telefoon
E-mail
Groot-Brittannië
(GB),EMEAen
Azië/StilleOceaan
+44
(0)1329
246777
support.uk@raymarine.com
VerenigdeStaten
(VS)
+1(603)
3247900
(gratis:
+800539
5539)
support@raymarine.com
Australiëen
Nieuw-Zeeland
+6128977
0300
aus.support@raymarine.com
(Raymarine-dochterbedrijf)
Frankrijk
+33(0)146
497230
support.fr@raymarine.com
(Raymarine-dochterbedrijf)
Duitsland
+49(0)40
2378080
support.de@raymarine.com
(Raymarine-dochterbedrijf)
Italië+3902
99451001
support.it@raymarine.com
(Raymarine-dochterbedrijf)
Spanje
+3496
2965102
sat@azimut.es
(geautoriseerdeRaymarine-
distributeur)
Nederland
+31(0)26
3614905
support.nl@raymarine.com
(Raymarine-dochterbedrijf)
Regio
Telefoon
E-mail
Zweden
+46(0)317
633670
support.se@raymarine.com
(Raymarine-dochterbedrijf)
Finland+358
(0)207619
937
support.@raymarine.com
(Raymarine-dochterbedrijf)
Noorwegen+4769264
600
support.no@raymarine.com
(Raymarine-dochterbedrijf)
Denemarken+45437
16464
support.dk@raymarine.com
(Raymarine-dochterbedrijf)
Rusland+7495788
0508
info@mikstmarine.ru
(geautoriseerdeRaymarine-
distributeur)
Productinformatiebekijken
DoehetvolgendewanneeruinhetBeginschermvanuwMFD
bent:
1.SelecteerSet-up(Instellingen).
2.SelecteerOnderhoud.
3.SelecteerDiagnose.
4.SelecteerSelectDevice(Selecteerapparaat).
5.Selecteerhetbetreffendeproductindelijst.
DeDiagnose-paginawordtweergegeven.
356
LightHouseMFDoperationinstructions
28.2Leermiddelen
Raymarineheefteenbreedaanbodaanleermiddelen
samengesteldomutehelpenhetoptimaleuituwproductente
halen.
Video-cursussen
OfcieelRaymarine-kanaalop
YouTube:
http://www.you-
tube.com/user/RaymarineInc
Videogalerie:
http://www.rayma-
rine.co.uk/view/?id=2679
Video'svoorproductondersteuning:
http://www.rayma-
rine.co.uk/view/?id=4952
Opmerking:
Omdevideo'saftespeleniseenapparaatmet
internetverbindingnodig
Sommigevideo'szijnalleeninhetEngelsbeschikbaar.
Opleidingen
Raymarinebiedtregelmatigmeerderediepgaandeopleidingen
aandieuhelpenhetoptimaleuituwproductentehalen.Ga
naardeTraining-sectieopdeRaymarine-websitevoormeer
informatie:
http://www.raymarine.co.uk/view/?id=2372
FAQ'senKnowledgeBase
RaymarineheefteenFAQ'seneenKnowledgeBaseopgesteld
omutehelpeninformatietevindenenproblemenoptelossen.
http://www.raymarine.co.uk/knowledgebase/
Forumvoortechnischeondersteuning
UkunthetForumvoortechnischeondersteuninggebruikenom
eentechnischevraagtestellenovereenRaymarine-productof
omuittevindenhoeandereklantenhunRaymarine-apparatuur
gebruiken.Deleermiddelenwordenregelmatigbijgewerktmet
bijdragenvanRaymarine-klantenen-medewerkers:
http://forum.raymarine.com
28.3Ondersteuningvoorproducten
vananderefabrikanten
Ukuntcontactgegevenseninformatieoverondersteuningvoor
productenvananderefabrikantenterugvindenopdebetreffende
websites.
Fusion
www.fusionelectronics.com
Navionics
www.navionics.com
C-MapbyJeppesen
c-map.jeppesen.com
Sirius
www.sirius.com
Theyr
www.theyr.com
Technischeondersteuning
357
358
LightHouseMFDoperationinstructions
AnnexesASchakelpaneeltoepassing
Systemenvoorscheepsbesturingenmonitoring
Wanneeruwmultifunctioneledisplayisgeïntegreerdineen
systeemvoorscheepsbesturingenmonitoring,kanhijuw
stroomcircuits,stroomonderbrekers,schakelaarsenapparatuur
besturenenmonitoren.
DeSchakelpaneeltoepassingkanwordengebruiktom:
Destatusvanstroomcircuits,stroomonderbrekers,
schakelaarsenandereapparatuurweertegeven.
Iedercircuitafzonderlijkvanstroomtevoorzien.
Doorgeslagenstroomonderbrekersteresetten.
Devoedingvandeverschillendeapparatenteregelen.
Gebruikersteinformerenoverdoorgeslagen
stroomonderbrekers.
Aansluitingvansystemenvoorscheepsbesturingen
monitoring
Hetmultifunctioneledisplaykanwordenaangeslotenopeen
EmpirBusNXT-systeemvoorscheepsbesturingenmonitoring
endezebedienen.
D12738-1
12 V dc
1
2
4
3
5
1
Raymarinemultifunctioneeldisplay.
2
EmpirBusNXTDCM(dc-module).
3
SeaTalk
ng
naarDeviceNet-
adapterkabel.
4
EmpirBusNXTMCU(Master
ControlUnit).
5
12VDC-voedingvoorbackbone.
Opmerking:Zorgervoordatuwsysteemvoor
scheepsbesturingenmonitoringisgeïnstalleerd
overeenkomstigdeinstructiesvanhetsysteem.
Hetschakelpaneelcongureren
Deschakelpaneeltoepassingdienttewordengecongureerd.
Ukunteenconguratiebestandopvragenbijuw
systeemleverancier.
Hetconguratiebestandladen
Deschakelpaneeltoepassingisalleenbeschikbaarwanneerer
eengeldigconguratiebestandisgeladen.
1.Ukunthetconguratiebestandopvragenbijuw
systeemleverancier.
2.Slahetconguratiebestandopindehoofdmapvanuw
geheugenkaart.
3.Doedegeheugenkaartindekaartlezervanuw
multifunctioneledisplay.
4.SelecteerInstellingeninhetHome-venster.
5.SelecteerSysteeminstellingen.
6.SelecteerExterneapparaten.
7.SelecteerInstellingenschakelpaneel.
8.SelecteerCong-bestandinstalleren.
9.Wanneerudaaromwordtgevraagdselecteertude
geheugenkaartsleufdatuwconguratiebestandbevat.
Debestandsbrowserwordtgeopend.
10.Selecteerhetconguratiebestand.
11.SelecteerOK.
UkuntdeSchakelpaneeltoepassingnutoevoegenvanuithet
menuAanpassenophetHome-venster.
Opmerking:Alsuwmultifunctioneledisplayslechts1
kaartsleufheeft,wordtstap9overgeslagen.
Overzichtschakelpaneel
Deschakelpaneeltoepassingwordtgebruiktvoorhet
monitorenenbedienenvancompatibelescheepsbesturings-
enmonitoringsystemen.Depagina's,paginaindelingen
enstroomschema'svanhetschipwordenbijdeinstallatie
gecongureerdenzijnuniekvooriederschip.Deafbeeldingen
hieronderzijnvoorbeelden.
Voorbeeld1moduspaginaschakelpaneel
Wanneereenmoduspaginaisgecongureerd,bevatdeze
regelaarsomteschakelentussenvoorafgecongureerdemodi.
Inhetbovenstaandevoorbeeldzethetselecterenvaneen
moduspictogramhetsysteemindegeselecteerdemodus.
Ukuntdoordebeschikbarepagina'sbladerenomschakelaars
engecongureerdeschakelaargroepentemonitorenofte
bedienen.
Voorbeeld2scheepsbesturingspagina
1
3
5
2
4
6
D12739-1
1
Aan/uit-schakelaar.
2
Draaiknop(meerderemogelijkheden).
Schakelpaneeltoepassing
359
3Positieregelaar.
4Momentschakelaar.
5
Gegevensitem(wijzerplaat
6
Gegevensitem(tankniveau).
DeschakelaarsopeenTouchscreengebruiken
DitisalleenvantoepassingopHybridTouch-displays.
Doehetvolgendeindeschakelpaneeltoepassing:
1.Aan/uit-schakelaarselecteerdeschakelaaromaanof
uitteschakelen.
2.Draaiknopselecteerdedraaiknopomdoorde
beschikbaarmogelijkhedentebladeren.
3.Positieregelaardrukinenhoudvastomtebewegen.
4.Momentschakelaarselecteerdeschakelaaromhemte
activeren.
5.Dimmerschakelaarselecteerensleepdeschakelaar
omdewaardeteveranderen.
Deschakelaarsgebruiken
Doehetvolgendeindeschakelpaneeltoepassing:
1.GebruikdeJoystickomdebetreffendeschakelaarte
markeren.
2.Aan/uit-schakelaardrukopOKomaanofuitte
schakelen.
3.DraaiknopwanneeruopOKdruktwordtdoorde
beschikbaremogelijkhedengebladerd.
4.PositieregelaardrukopOKengebruikdeJoystickom
derichtingteveranderen.
5.MomentschakelaarDrukopOKomteactiveren.
6.DimmerschakelaardrukopOKopdeschakelaar
engebruikdeDraaiknopomdewaardeteveranderen,
selecteerdaarnaterugomdewijzigingsmodusteverlaten.
Eendoorgeslagenstroomonderbrekerresetten
Wanneereenstroomonderbrekerisdoorgeslagenwordt
eenpop-upberichtweergegevenophetschermmetalle
gegevensoverdedoorgeslagenstroomonderbrekerende
opties.Destroomonderbrekerwordteveneensgemarkeerdals
doorgeslagenopdeschakelpaneelpagina's.
1.Wanneereenpop-upberichtvoordoorgeslagen
stroomonderbrekerwordtweergegeven,selecteertuReset
omdedoorgeslagenstroomonderbrekerteresetten,of
2.Selecteertudeschakelaarophetschakelpaneelomde
doorgeslagenstroomonderbrekerteresetten.
Opmerking:Wanneerumeerdereresetsuitvoertkandit
uwsysteembeschadigen.Alseenstroomonderbrekerblijft
doorslaandientudaaromdehoofdcircuitstecontroleren.
360
LightHouseMFDoperationinstructions
AnnexesBNMEA0183-regels
HetdisplayondersteuntdevolgendeNMEA0183-zinnen.DezezijnvantoepassingopNMEA0183-enSeaT alk-protocollen.
RegelOmschrijvingZendenOntvangen
AAMRegelAlarmaankomstwaypoint
APBStuurautomaatregel‘B’
BWCPeilingenafstandtotwaypoint
BWRKoersPeilingenafstandtotwaypoint-Rhumb
DBTDiepteondertransducer
DPTDiepte
DSCRegeldigitaleselectieveoproepinformatie
DSERegelexpansienoodsituatie
DTMDatumreferentieregel
GBSFoutdetectiegegevensGPS-satelliet
GGAFix-gegevensGPS-systeem
GLCRegelgeograschepositieloranC
GLLGeograschepositiebreedtegraad/lengtegraad
GSAGPSDOPenactievesatellieten
GSVGPS-satellieteninzicht
HDGRegelkoersafwijkingen-variatie
HDTRegelwarekoers
HDMRegelmagnetischekoers
MDARegelmeteorologischcomposiet
MSKRegelMSK-ontvangerinterface
MSSRegelsignaalstatusMSK-ontvanger
MTWWatertemperatuur
MWVWindsnelheiden-hoek
RMBAanbevolenminimalenavigatie-informatie
RMCAanbevolenminimalespeciekeGNSS-gegevens
RSDRadarsysteemgegevens
TTMBerichtgevolgdobject
VDMAISVHFdatalink-bericht
VDOAISVHFdatalink-rapporteigenschip
VHWWatersnelheiden-koers
VLWAfgelegdeafstanddoorhetwater
VTGGrondkoersengrondsnelheid
XTERegelgemetenCrossTrackError
ZDATijdendatum
NMEA0183-regels
361
AnnexesCNMEA-gegevensbridging
MetNMEA-gegevensbridgingkunnengegevensopdeNMEA
2000-busvanhetdisplaywordendoorgestuurdnaarNMEA
0183-apparatenenviceversa.
EenvoorbeeldvanNMEA-gegevensbridgingiseensysteem
dateenGPS-ontvangervanderdenbevat,datisaangesloten
opdeNMEA0183-ingangvaneenRaymarine-display.De
GPS-gegevensverzondendoordeGPS-ontvangerworden
doorgestuurdnaaralledaarvoorgeschikteapparatendiezijn
aangeslotenopdeNMEA2000-busvanhetdisplay.Bridging
vindtalleenplaatsalsdegegevenswordenverzondendooreen
NMEA0183-apparaatdienognietwordenverzondendooreen
NMEA2000-apparaatenviceversa.
Vooreenlijstmetgegevensberichten(PGN-regels)dieworden
gebridgedtussenNMEA2000enNMEA0183kuntudelijstmet
ondersteundeNMEA2000-regelsinditdocumentraadplegen.
362
LightHouseMFDoperationinstructions
AnnexesDNMEA2000-zinnen
HetdisplayondersteuntdevolgendeNMEA2000-zinnen.DezezijnvantoepassingopNMEA2000-,SeaT alk
ng
-enSeaT alk
2-protocollen.
BerichtnummerBerichtomschrijvingZendenOntvangen
Gebridged
naarNMEA
0183
59392
ISO-bevestiging
59904
ISO-verzoek
60928
ISO-adresclaim
126208NMEA-groepfunctieopvragen
126464
PGN-lijstontvangen/verzendengroepsfunctiePGN
126983Waarschuwing
126984Waarschuwingsrespons
126985Waarschuwingstekst
126986Waarschuwingsconguratie
126992Systeemtijd
126993Hartslag
126996
Productinformatie
126998
Conguratie-informatie
127237
Controlekoers/track
127245Roer
127250
Scheepskoers
127251Draaisnelheid
127257
Stand
127258Magnetischevariatie
127488Motorparameters,snelleupdate
127489Motorparameters,dynamisch
127493Transmissieparameters,dynamisch
127496Tripparameters,schip
127497Tripparameters,motor
127498Motorparameters,statisch
127503
AC-ingangsstatus
127504
AC-uitgangsstatus
127505
Vloeistofniveau
127506GedetailleerdeDC-status
127507Laderstatus
127508Accustatus
127509Omvormerstatus
128259Snelheid(gerefereerdaanwater)
128267Waterdiepte
128275
Afstandslog
129025Positie,snelleupdate
129026
COGenSOG,snelleupdate
129029GNSS-positiegegevens
129033Tijdendatum
129038
AISklasseA-positierapport
129039AISklasseB-positierapport
129040
UitgebreidAIS-klasseB-positierapport
129041AIS-rapport(AidstoNavigation,AToN)
NMEA2000-zinnen363
BerichtnummerBerichtomschrijvingZendenOntvangen
Gebridged
naarNMEA
0183
129044Datum
129283
CrossTrackError
129284Navigatiegegevens
129285
NavigatieinofrmatierouteWP
129291
Zakkingendrift,snelleupdate
129301
Tijdnaarofvanafmarkering
129539
GNSSDOP's
129540
GNSS-satellieteninzicht
129542
RuisstatistiekenGNSS-pseudobereik
129545
GNSSRAIM-uitvoer
129550
GNSSdifferentiëlecorrectieontvangerinterface
129551
GNSSdifferentiëlecorrectieontvangersignaal
129793
AISUTC-endatumrapport
129794
StatischeenreisinformatieAISklasseA
129798
AISSARvliegtuigpositierapport
129801
AIS-geadresseerdeveiligheidsmelding
129802
VeiligheidsgerelateerdeAIS-meldingzenden/ontvangen
129808
DSC-oproepinformatie
129809StatischgegevensrapportdeelA,AISklasseB"CS"
129810StatischgegevensrapportdeelB,AISklasseB"CS"
130306Windgegevens
130310Omgevingsparameters
130311
Omgevingsparameters
130312Temperatuur
130313Luchtvochtigheid
130314Werkelijkedruk
130569Entertainmenthuidigebestandsstatus
130570Entertainmentbibliotheekgegevensbestand
130571Entertainmentbibliotheekgegevensgroep
130572Entertainmentbibliotheekgegevenszoeken
130573Entertainmentondersteundebrongegevens
130574Entertainmentondersteundezonegegevens
130576
Statuskleinvaartuig
130577Richtingsgegevens
130578
Componentenscheepssnelheid
PGN127489-ondersteuningmotoralarmmeldingen
Devolgendemotoralarmmeldingenwordenondersteund.
Motorfout
Controleermotor
Temperatuurtehoog
Lageoliedruk
Laagoliepeil
Lagebrandstofdruk
Lagesysteemspanning
Laagkoelvloeistofpeil
Waterstroom
364
LightHouseMFDoperationinstructions
Waterinbrandstof
Indicatoracculaadstand
Hogeturbodruk
Toerentallimietoverschreden
EGR-systeem
Gasklep-positiesensor
Motornoodstopmodus
Waarschuwingsniveau1
Waarschuwingsniveau2
Vermogensreductie
Onderhoudvereist
Motorcommunicatiefout
Sub-ofsecondairegasklep
Beveiligingstarteninvrijstand
Motorslaataf
Onbekendefout
DigitaalschakelenvanNMEA2000-zinnen
DehierondergenoemdePGN'swordenalleenweergegevenindeSchakelpaneel-toepassing(Digitaalschakelen)vanhetMFD.In
demeestegevallenishiervoorverbindingvereistmetcompatibeleapparatuurvoorDigitaalschakelen.Alsugeïnteresseerdbentin
eenDigitaalschakelen-oplossing,verzoekenwijucontactoptenemenmetuwplaatselijkeRaymarine-dealer.
BerichtnummerBerichtomschrijvingZendenOntvangen
Gebridged
naarNMEA
0183
127503
AC-ingangsstatus
127504
AC-uitgangsstatus
127507Laderstatus
127509Inverterstatus
NMEA2000-zinnen365
AnnexesESoftwareversies
Raymarinemaaktregelmatigupdatesvandesoftwarevoormultifunctioneledisplaysomverbeteringen,ondersteuningvoormeer
hardwareenfunctionaliteitindegebruikersinterfacedoortevoeren.Deonderstaandetabelgeefteenoverzichtvandebelangrijke
verbeteringeneninwelkesoftwareversiezezijnopgenomen.
Softwareversie
Vantoepassingzijnde
producthandleiding
Compatibiliteitvan
multifunctioneledisplaysWijzigingen
LightHouseIIV17.xx81360–4
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fia68/a68Wi-Fi/a75/
a75Wi-Fi/a77/a77Wi-Fi/
a78/a78Wi-Fi/a95/a97/
a98/a125/a127/a128/c95
/c97/c125/c127/e7/e7D/
e95/e97/e125/e127/e165
/eS75/eS77/eS78/eS97/
eS98/eS127/eS128/gS95/
gS125/gS165/gS195
NieuweNMEA2000Audio-app
NieuwGRIB-viewer(GriddedInformationinBinary)
Mogelijkheidtoegevoegdomwaypointsteplaatsentijdens
hetbekijkenvanSideVision
TM
-kanalen.
Nieuwefunctievoorhetvergrendelenvandeconguratie
vanBeginschermpictogrammen,deGegevensbalkende
Gegevenstoepassing.
Standaardkaartselectiegewijzigd
GeavanceerdekaartfunctiesvanNavionicsondersteunen:
Ondiepwater
SonarChart
Density
SonarChart
Live
Getijdencorrectie
Visbereik
OndersteuningvoorC-MAPActiveCaptaintoegevoegd
OndersteuningvoorNavionicsDock-to-dock
AanvullendeondersteuningvoorNMEA2000PGN
toegevoegd.
FunctiesvandeFusionLink-appverbeterd
Verbeteringenaandesonarvoorvergrendelingvan
lokaasscholenenzeebodemtracking
Mogelijkheidvoorhetmakenvaneentoepassingspagina's
metgeplitstschermSchakelpaneeltoegevoegd
LightHouseIIV16.4781360–3
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fia68/a68Wi-Fi/a75/
a75Wi-Fi/a77/a77Wi-Fi/
a78/a78Wi-Fi/a95/a97/
a98/a125/a127/a128/c95
/c97/c125/c127/e7/e7D/
e95/e97/e125/e127/e165
/eS75/eS77/eS78/eS97/
eS98/eS127/eS128/gS95/
gS125/gS165/gS195
NieuwefunctieZoekpatroon
OndersteuningvoorQuantumRadartoegevoegd
SelectieprocesvoorDatamasterverbeterd
Gedragbijmakenvantracksverbeterd
Ondersteuningvoorhetgebruikvandedraaiknopvoorhet
invoerenvanbreedtegraden/lengtegradenvoorwaypoints
toegevoegd
OndersteuningindeFishnder-toepassingvoorhet
selecterenvansingleelementB75/B175-transducers
toegevoegd
OndersteuninginFishnder-toepassingvoor
CP470/CP570snelheid-/temp-transducerstoegevoegd
Wedstrijdfunctiesverzameldonder‘Wedstrijd’-menuin
Kaart-toepassing.
Optiesvoorvectorinstellingenverplaatstnaarmenu
Aanvaringsinformatie
LightHouseIIV15.6181360–2
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fia68/a68Wi-Fi/a75/
a75Wi-Fi/a77/a77Wi-Fi/
a78/a78Wi-Fi/a95/a97/
a98/a125/a127/a128/c95
/c97/c125/c127/e7/e7D/
e95/e97/e125/e127/e165
/eS75/eS78/eS98/eS128/
gS95/gS125/gS165/gS195
NieuwefunctievoorAanvaringsinformatieen
Objectinterceptie
Mogelijkheidtoegevoegdomdebewegingsmodusvan
AIS-objectenonafhankelijkvandebewegingsmodusvan
deKaart-/Radar-toepassingintestellen
NieuwegecombineerdelijstmetGevolgdeobjectenvoor
AISenMARPA
NieuwepaginavoorhetinstellenvanGevaarlijkeobjecten
toegevoegd
NieuwepaginavoorhetinstellenvandeBewakingszone
toegevoegd
RingveiligezoneverwijderduitdeKaart-en
Radar-toepassingen
NieuwescheepstypesymbolenvoorAIS-objecten
366
LightHouseMFDoperationinstructions
Softwareversie
Vantoepassingzijnde
producthandleiding
Compatibiliteitvan
multifunctioneledisplaysWijzigingen
OndersteuningvoorMFD-toegangspunt/mobielehotspot
Onlinecontrolerenopsoftwareupdates
Ondersteuningtoegevoegdvoordegebruikersinterface
inhetIndonesischenThais
AX8-speciekeoptiestoegevoegdaande
Camera-toepassing
Verbeteringenindegebruiksvriendelijkheid:
OptieAIS-veiligheidsmeldingverplaatstnaarexterne
apparatenenalarmmanager
LogbestandAIS-alarmenverplaatstnaarmenu
Onderhoud
Wi-Fi-enBluetooth-optiesgesplitstinafzonderlijke
sub-menu's.
AIS-menuoptiesverplaatstnaarhethoogste
menuniveau.
Optievoorin-/uitschakelenradarverwijderduitmenu.
NaammenuVoorkeursinstellingenaanpassen
gewijzigdinGevoeligheidsinstellingen.
RegenoptieverplaatstnaarnieuwemenuGevoeligheid.
Radar-‘wakes’gewijzigdinRadar-‘sporen’.
Naammenu‘Objectopties’gewijzigdin
‘Vectorinstellingen’
Naammenu‘Voorkeursmodi’gewijzigdin‘Modi’.
Radar-laagenTransparantiegesplitstinafzonderlijke
regelaars.
OptieKaartsynchronisatieverplaatstnaarmenu
Bewegingen.
LightHouseIIV14.3681360–1
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fia68/a68Wi-Fi/a75/
a75Wi-Fi/a77/a77Wi-Fi/
a78/a78Wi-Fi/a95/a97/
a98/a125/a127/a128/c95
/c97/c125/c127/e7/e7D/
e95/e97/e125/e127/e165
/eS75/eS78/eS98/eS128/
gS95/gS125/gS165/gS195
Functiesvoorwedstrijdzeilentoegevoegd:
Laylines
RoutesmakenmetbehulpvanRacemark-ID's
Mogelijkheidtoegevoegdominstructiesvoorronding
toetewijzenaanwaypoints
Instructiesvoorrondingaanvoorafgedenieerde
waypoint-symbolentoegevoegd
Wedstrijdstartlijn
Wedstrijdtimer
MogelijkheidvoorhetimporterenvanPolairdiagrammen
OndersteuningtoegevoegdvoorC-MapbyJeppesen
EasyRouting
NieuwesysteeminstellingenMinimaleveiligebreedte
enMinimaleveiligehoogteomdeimplementatievan
Eenvoudigroutemakenteimplementeren.
Ondersteuningtoegevoegdvoordegebruikersinterface
inhetMaleisisch(Bahasa).
OndersteuningvoorFusionuitgebreid:
Ondersteuningtoegevoegdvoorhetaansluitenvan
compatibeleFusion-entertainmentsystemenviaNMEA
2000.
DemogelijkheidtoegevoegdomFusion-unitsinenuit
teschakelenvanuitdeFusionlink-toepassing.
OndersteuningtoegevoegdvoorBluetooth-apparaten
diezijnaangeslotenopdeFusion-unit.
Mogelijkheidtoegevoegdvoorhetselecterenvan
tuner-regio'svoorAM/FM-radio's
WanneeraangeslotenopeenCPx70-sonarmodule,heeft
deinstellingKleurversterkingsgevoeligheiddenieuwe
Softwareversies367
Softwareversie
Vantoepassingzijnde
producthandleiding
Compatibiliteitvan
multifunctioneledisplaysWijzigingen
naamIntensiteitgekregenenistoegevoegdaande
regelaarsophetscherm.
OndersteuningtoegevoegdvoordeDual-channel
CP570-sonarmodule
DeinstellingDieptegevoeligheidheeftdenieuwenaam
Oppervlakteltergekregen
LightHouseIIV13.3781337–13
81344–7
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fia68/a68Wi-Fi/a75/
a75Wi-Fi/a77/a77Wi-Fi/
a78/a78Wi-Fi/a95/a97/
a98/a125/a127/a128/c95
/c97/c125/c127/e7/e7D/
e95/e97/e125/e127/e165/
gS95/gS125/gS165/gS195
Nieuwprocestoegevoegdvoorsysteembrede
softwareupdates
OndersteuningtoegevoegdvoorJeppesen-cartograe.
Nieuwebijschriftentoegevoegdbijhetaanrakenvande
kaartindeKaart-toepassing
Nieuwefunctietoegevoegdwaarmeeudegewenste
bestemmingkuntwijzigentijdensactievenavigatie.
VerbeterdebenamingvoorDieptelijneninde
Kaart-toepassing.
OndersteuningtoegevoegdvoorCPx70
ClearPulse
TM
-sonarmodules,waarondernieuwe
regelaarsvoor
Automatischeversterkingscorrectie
Automatischekleurversterkingscorrectie
Dieptegevoeligheid
DempingsinstellingentoegevoegdvoorWindhoeken
WindsnelheidindeGegevens-toepassing.
FunctietoegevoegdaanRayControlenRayRemoteApps
waarmeedethermischecamerakanwordenuitgelijnd
metdekoersvanhetmobieleapparaat.
Ondersteuningtoegevoegdvoordegebruikersinterfacein
hetTraditioneelChineesenHongaars.
Ondersteuningtoegevoegdvoorweergavevande
scheepsnaaminhetAIS-objectcontextmenu.
UpdatevoorSiriusXMNOAAmarinezonevoor1
december2014
VerbeterdemenustructuurindeGegevens-toepassing
(menu'sAanpassenenGegevensinstellingen
toegevoegd).
LightHouseIIV12.2681337–12
81344–6
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fia68/a68Wi-Fi/a75/
a75Wi-Fi/a77/a77Wi-Fi/
a78/a78Wi-Fi/a95/a97/
a98/a125/a127/a128/c95
/c97/c125/c127/e7/e7D/
e95/e97/e125/e127/e165/
gS95/gS125/gS165/gS195
Ondersteuningtoegevoegdvoormaximaal2
radarscannersophetzelfdenetwerk.
Ondersteuningtoegevoegdvoordeweergave
vanmaximaal4camera-invoerkanalenmet
Kwadrant-weergave.
OndersteuningtoegevoegdindeRadar-toepassingvoor
extremebreedtegradentot82gradennoord.
Gegevensitem‘Laadstandaccu’toegevoegden
gegevensitem‘RPM&snelheid’veranderdin‘RPM&
SOG’indeGegevens-toepassing.
Ondersteuningvooraantalaccu'sverhoogdnaar16.
LightHouseIIV11.2681337–11
81344–5
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fia68/a68Wi-Fi/a75/
a75Wi-Fi/a77/a77Wi-Fi/
a78/a78Wi-Fi/a95/a97/
a98/a125/a127/a128/c95
/c97/c125/c127/e7/e7D/
e95/e97/e125/e127/e165/
gS95/gS125/gS165/gS195
OndersteuningtoegevoegdvoordeCP200
SideVision
TM
-sonarmodule.
NieuweAlarmmanagermetnieuweNMEA
2000-alarmondersteuning(geeftalarmhistorie,eenlijst
metactievealarmmeldingenendemogelijkheidomalle
alarminstellingenvanuitdealarmmanagertewijzigen).
Automatischroutemakentoegevoegdter
ondersteuningbijhetmakenvanroutesmetcompatibele
Navionics®-cartograe.
Displayvoorkeurennugedeeldmetdisplayproductenvia
SeaTalk
ng
.
Mogelijkheidtoegevoegdvoorhetweergevenvande
Radar-laagmetbehulpvanstabielegrondkoers(COG)
wanneerdekoersnietbeschikbaaris.
368
LightHouseMFDoperationinstructions
Softwareversie
Vantoepassingzijnde
producthandleiding
Compatibiliteitvan
multifunctioneledisplaysWijzigingen
Wanneerdegebruiksbeperkingenzijnbevestigd,wordt
dezemeldingopalleviahetnetwerkaangeslotenMFD's
gesloten.
Ondersteuningtoegevoegdvoordegebruikersinterfacein
hetHebreeuws.
MogelijkheidtoegevoegdomhetAankomst
waypoint-alarmuitteschakelen.
InstellingvoorMinimaleveiligedieptetoegevoegd
onderdeScheepsgegevensenopgenomeninde
opstartwizard.
LightHouseIIV10.4181337–10
81344–4
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fia68/a68Wi-Fi/a75/
a75Wi-Fi/a77/a77Wi-Fi/
a78/a78Wi-Fi/a95/a97/
a98/a125/a127/a128/c95
/c97/c125/c127/e7/e7D/
e95/e97/e125/e127/e165/
gS95/gS125/gS165/gS195
OndersteuningvoordeGPS/GLONASS-functie
voordeingebouwdemoduleendeexterneGA150
GPS/GLONASS-antenne-accessoirevoordenieuwea
Seriesa9x-&a12x-displayproducten.
Verhogingvandevernieuwingsfrequentievandeinterne
GPSnaar5Hzvoordebestaandea,c&eSeries
multifunctioneledisplayproducten.
Netwerkcompatibiliteitvoormultifunctioneeldisplay
toegevoegdmetv3.xx-softwarevanCP300-&
CP450C-echoloodmodules.
OndersteuningvoorHD-SDIVideo-invoer&
4:3-beeldverhoudingophetnieuwegSSeries
gS195-displayproduct.
LightHouseIIV10.3481337–10
81344–3
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fia68/a68Wi-Fi/a75/
a75Wi-Fi/a77/a77Wi-Fi/
a78/a78Wi-Fi/c95/c97/
c125/c127/e7/e7D/e95/
e97/e125/e127/e165/gS95
/gS125/gS165
NieuweFishnder-toepassing
Ondersteuningvoormeerdereactievesonarmodulesop
hetnetwerk
Demogelijkheidommeerderesonarkanalentegelijkweer
tegevenmetbehulpvanpagina'smetgesplitstscherm
Demogelijkheidomaangepastesonarkanaalproelente
maken
Nieuwe,voordesonarmodulespecieke
Fishnder-simulator
Gecorrigeerde(geïnverteerde)TVG-regelaaropde
CP450Cvoorallesonarmodules
Alarmmeldingenvanhetschakelpaneelkunnennuophet
helenetwerkwordeningeschakeld/uitgeschakeld
Sjabloonvoorhorizontaalgesplitstschermtoegevoegd
voor5,7en7inchMFD's
OndersteuningtoegevoegdvoorNavionicsSonar
Log-dieptemeting
OndersteuningtoegevoegdvoorupdatesvoorNavionics
PlotterSync-mobielekaarten
UpdatesvoorSiriusXMNOAAmaritiemezonegrenzen
voor1april2014bijgewerkt
AIS-alarmvoorgevaarlijkeobjectenstandaardingesteld
opUitinSimulator-modusenkannietworden
ingeschakeld.
TaalondersteuningtoegevoegdvoorTsjechischen
Sloveens
LightHouseIIV9.4581337–9
81344–2
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fia68/a68Wi-Fi/a75/
a75Wi-Fi/a77/a77Wi-Fi/
a78/a78Wi-Fi/c95/c97/
c125/c127/e7/e7D/e95/
e97/e125/e127/e165/gS95
/gS125/gS165
VernieuwengrascheelementenLightHouseII
OptieGegevensbalkverbergentoegevoegd
OndersteuningvoorLightHouse-kaartentoegevoegd
VerbeteringeninWaypoint-beheer
VerbeteringeninKaart-enRadar-toepassingsmenu's
Ondersteuningvoormeerderesonarstoegevoegd
Geschatteaankomsttijdvoorroutestoegevoegd
NM&mtoegevoegdaanafstandseenheden
DigitalewidgettoegevoegdaanSchakelpaneelApp
Softwareversies369
Softwareversie
Vantoepassingzijnde
producthandleiding
Compatibiliteitvan
multifunctioneledisplaysWijzigingen
OndersteuningvoorDSCviaNMEA2000toegevoegd
OndersteuningvoorNavionicsGold-chipencryptie
toegevoegd
Japanseverklaringvoorgebruiksbeperkingenbijgewerkt
Ondersteuningvoormulti-touch-gebarenvoora
Series-displaystoegevoegd
V8.5281337–9
81344–2
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fia68/a68Wi-Fi/a75/
a75Wi-Fi/a77/a77Wi-Fi/
a78/a78Wi-Fi/c95/c97/
c125/c127/e7/e7D/e95/
e97/e125/e127/e165/gS95
/gS125/gS165
OndersteuningvoorECI-100(motoridenticatiewizard)
toegevoegd
V7.4381337–7
81344–1
a65/a65Wi-Fi/a67/a67
Wi-Fi/c95/c97/c125/c127
/e7/e7D/e95/e97/e125/
e127/e165/gS95/gS125/
gS165
OndersteuningtoegevoegdvoorgSSeries.
Snelknopnaargebruikershandleidingtoegevoegdaan
Beginscherm.
OpnemenvanIP-camera,afspelenenfotomaken
toegevoegdaanCamera-toepassing.
OndersteuningvoorEvolution-stuurautomaten
toegevoegd
Stuurautomaatbalktoegevoegd.
OndersteuningvoorT200Seriesvastgemonteerde
thermischecamera'stoegevoegd.
OndersteuningvoorCP100-enCP300-sonarmodules
toegevoegd.
Aanvullendegegevenstypentoegevoegdaande
Gegevens-toepassing.
Verbeterderegelaarafbeeldingeninde
Gegevens-toepassing.
Verbeterdemenu-indelingenindeKaart-en
Radar-toepassingen.
OndersteuningvoorRMK-9-toetsenbordopafstand
toegevoegd.
Functietoegevoegdvoorgelijktijdigesoftware-updatevan
viahetnetwerkaangeslotendisplaysentoetsenborden.
Verbeterdemotorondersteuningvoorbrandstofmanager.
Functietoegevoegdwaarmeedestartpaginakanworden
gekozen.
HetCartograe-menutoegevoegdaanhet
instellingenmenuophetBeginscherm.
Compatibiliteitsmodusverwijderd(voorcompatibiliteitvan
E-Wide-enGSeries).
Standby-functievoorstuurautomaattoegevoegdaande
Aan/Uit-knopvoordisplaysdiegeenstuurautomaatknop
hebben.
V6.2781337–6
a65/a65WiFi/a67/a67WiFi
/c95/c97/c125/c127/e7/
e7D/e95/e97/e125/e127
/e165
SiriusAudio-toepassingtoegevoegd.
Fusionlink-toepassingtoegevoegd.
Schakelpaneeltoepassingtoegevoegd.
NieuwetoepassingspictogrammenophetBeginscherm
Wijzigingenindekaartnavigatiemettoevoegingvan
lijnenvoorscheepspositienaarbestemmings-WPTen
startpositienaarbestemmings-WPT .
TaalondersteuningvoorIJslandsenBulgaarstoegevoegd.
370
LightHouseMFDoperationinstructions
Softwareversie
Vantoepassingzijnde
producthandleiding
Compatibiliteitvan
multifunctioneledisplaysWijzigingen
V5.2781337–5
a65/a67/c95/c97/c125/
c127/e7/e7D/e95/e97/
e125/e127/e165
Toevoegingvandebrandstofmanagermetberekeningen
vangeschatteresterendebrandstof,afstandtot
brandstoftankleegentijdtotbrandstoftankleeg,
gebruiktebrandstofenbrandstofbesparingsgegevens,
brandstofbereikringenindeKaart-toepassingeneen
alarmvoorlaagbrandstofpeil.
Toevoegingvandetoepassingdocument-viewer(pdf).
ToevoegingvanZwenkennaarspoor(thermische
cameraautomatischzwenkennaarAIS-,MARPA-of
MOB-objecten).
OndersteuningvanmeerdereJCU'svanthermische
camera's.
OSD-menuoptiesvoorthermischecamera'szijnnudirect
beschikbaarinhettoepassingsmenuvandethermische
camera.
DeVideo-toepassingwordtnudeCamera-toepassing
genoemd.
Ondersteuningvoorviahetnetwerkaangesloten
IP-camera'sindeCamera-toepassing.
Mogelijkheidvoorhetautomatischbladerendoor
debeschikbarevideo-/camera-invoerkanaleninde
Camera-toepassing.
Ondersteuningvoormaximaal5motoreninde
Gegevens-toepassing.
Verbeterdeselectievanmotorgegevensinde
Gegevens-toepassing.
Ondersteuningvoorgedetailleerdemotorwaarschuwin-
gen.
Toevoegingvanbereikregelaarsophetscherminde
Weer-toepassing
Mogelijkheidvoorhetbekijkenvanafbeeldingendiezijn
opgeslagenopMicroSD-kaartvanuitmenuMijngegevens
inhethome-venster.
ToevoegingvanDemo-videovoordedetailhandel.
Mogelijkheidvoorhetvastleggenvanlivebus-berichten
(NMEA0183enSeaTalk
ng
opMicroSD-kaart.
V4.3281337–4
c95/c97/c125/c127/e7/
e7D/e95/e97/e125/e127
Toevoegingvanbereikregelaarsophetscherminde
Kaart-enRadar-toepassingen.
ToevoegingvanregelaarsvoorVersterking,Regenen
ZeeophetschermindeRadar-toepassing.
ToevoegingvanregelaarsvoorVersterking&TVGophet
schermindeSonar-toepassing.
Toevoegingvandeschuifbalkregelaar.
Toevoegingvannieuwenumeriekeregelaars.
VerbeterdesnelkoppelingenvoordeAan/Uit-toetsvoorde
beeldoptiesHelderheidenScreenshotmaken
V3.1581337–3
c95/c97/c125/c127/e7/
e7D/e95/e97/e125/e127
ToegevoegdeondersteuningvoordeRaymarineCP450C
CHIRP-sonarmodule.
ToegevoegdeondersteuningvoorAIS-functies,met
ondersteuningvoorSTEDSEAIS-integratie&-weergave
vanSAR-vliegtuigen&SART-apparaten.
ToegevoegdebeperkteondersteuningvoordeSirius
maritiemeweermodule.
Toegevoegdestandby-/energiespaarmodus.
ToegevoegdeondersteuningvoorRayRemote-en
RayControl-toepassingen.
Verbeterdeoptiesvooraanpassingvanhethome-venster,
waarmee9en12inchMFD'smaximaal4toepassingen
opéénpaginakunnenweergeven.
Standaardbrandstofgegevenstoegevoegd.
Softwareversies371
Softwareversie
Vantoepassingzijnde
producthandleiding
Compatibiliteitvan
multifunctioneledisplaysWijzigingen
ToegevoegdeondersteuninginArabisch.
ToevoegingvandeRemoteUpgradeUtility
waarmeesoftwarekanwordengeüpload
naarRaymarine-randapparatenmetbehulpvan
SeaTalk
ng
/SeaTalk
hs
.
WeergavevanNavigatiehulpmiddelen(AidsTo
Navigation,AToNs)voorAIS-objectenwanneergegevens
wordenontvangenviaSeaTalkngofNMEA0183.
Toegevoegde1kW-transducerondersteuningaanMFD's
metinterneClearPulseDigitaleEcholood-circuits(bijv.
c97/c127/e7D/e97/e127MFD's)transducer-uitgang
beperkttot600W.
Demogelijkheideengetijden-en/ofstromingsstationmet
behulpvandefunctieZoekdichtstbijzijndeteselecteren
isgecorrigeerd.
ToegevoegdecontrolevanNMEA0183-&
SeaTalkng-gegevensaandediagnosefuncties.
VergrootaanraakgebiedvoorAlarm-pop-upsen
Terug-knoppen.
V2.1081337–1
c95/c97/c125/c127/e7/
e7D/e95/e97/e125/e127
Deprestatiesvanhetopbouwenvanhetbeeldvan
cartograeisverbeterdwanneercartograewordt
gedeeldviahetSeaTalkhs/RayNet-netwerk.
Toegevoegdeondersteuningvoordeweergavevanhet
brandstofverbruik.
ToevoegingvanNMEA0183-enSeaTalk
ng
-
gegevensbufferdiagnose.
Verbeteringvanhetaanpassenvandegegevensbalk.
Mogelijkheidtothethandmatigwijzigenvande
beeldverhoudingindeVideo-toepassing.
V1.1181332–1
e7/e7DEerstesoftwareversie.
372
LightHouseMFDoperationinstructions
AnnexesFCompatibiliteitvanhet
multifunctioneledisplay
DeonderstaandetabellaatdeMFD-softwareversieziendieis
vereistomdegenoemdeRaymarine-hardwareteondersteunen.
CP450C
V3.15LightHouse
RaymarinemobieleappsV3.15
Ondersteuning1kWtransducervoor
displaysmetsonar
V3.15
MeerdereJCU’svoorthermische
camera's
V5.27
Sirius-weerontvanger
V6.27
Fusion-entertainmentV6.27
DigitaalschakelenV6.27
Evolution-stuurautomatenV7.43
T200Vastekijkopstellingthermische
camera's
V7.43
CP100
V7.43
CP300
V7.43
RMK-9-toetsenbordopafstand
V7.43
ECI-100
V8.52
LightHouse
-kaartenV9.45LightHouse
II
Ondersteuningmeerderesonars(1
actief)
V9.45
OndersteuningCP100-softwareV10.06
V10.41
OndersteuningCP300-softwareV4.04
V10.41
OndersteuningCP450C-softwareV4.04
V10.41
MeerdereactievesonarmodulesV10.41
CP200SideVision
TM
V11.26
CAM200IP
V12.26
OndersteuningDualRadar-scanner
V12.26
CPx70ClearPulse
TM
-sonarmodules
V13.37
eSSeries-MFD's
V14.36
FLIRAX8ThermischecameraV15.61
Quantum
-radar
V16.47
eS97/eS127
V16.47
RockfordFosgatePMX-5-
entertainmentsysteem
V17.xx
GRIB-bestandsondersteuning(via
GRIB-viewer)
V17.xx
Compatibiliteitvanhetmultifunctioneledisplay
373
374
LightHouseMFDoperationinstructions
www.raymarine.com
Raymarine UK Limited, Marine House, Cartwright Drive, Fareham, PO15 5RJ. United Kingdom.
Tel: +44 (0)1329 246 700
10


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Raymarine LightHouse II - 17 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Raymarine LightHouse II - 17 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 50,25 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Raymarine LightHouse II - 17

Raymarine LightHouse II - 17 User Manual - German - 440 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info