Problemen oplossen
Deze tabel is een leidraad voor de storingsopsporing. Misschien is de storing
eenvoudig op te lossen, maar neem bij twijfel contact op met het servicepunt.
Symptoom
• DE SCOOTMOBIEL RIJDT NIET.
Controleer: Is de accu-indicatie
aan wanneer het contact is
ingeschakeld?
• DE BESTURING IS LOS OF
INSTABIEL TIJDENS HET
RIJDEN. Controleer: Bent u hard
tegen een stoep of voorwerp
aangereden? Staat het stuur recht
als u rechtdoor rijdt?
• DE SCOOTMOBIEL GEDRAAGT
ZICH VREEMD TIJDENS DE RIT.
Controleer: Schokt de scootmobiel
of valt hij uit?
• HET VOERTUIG RIJDT NIET
NAAR/VANAF HET FLYTE
STATION.
Controleer: Slippen de wielen?
• KORTE ACTIERADIUS
Controleer: Blijf het rode lampje
van de oplader branden na een
nacht opladen? In dat geval kan
de accu defect of versleten zijn.
Oplossing
• De vrijloop is ingeschakeld (controleer
het display; meer informatie hierover
vindt u op pagina 8)
• De accu is leeg - controleer het
laadniveau
• Controleer of de banden beschadigd
zijn
• Beschadigde besturing - neem contact
op met het servicepunt.
• Losse stoel - neem contact op met het
servicepunt.
• Mogelijk elektronisch probleem –
neem contact op met het servicepunt.
• Stroef lopende voorwielen
• Stroef lopende achterwielen
• Noodrem - Schakel de vrijloopstand
in. Het voertuig moet nu eenvoudig
kunnen bewegen. Neem contact op
met het servicepunt wanneer dat niet
het geval is.
• De Flyte is voorzien van speciale
banden. Deze moeten misschien
worden vervangen. Gebruik alleen
‘Quingo Flyte ultra-grip’-achterbanden.
• Controleer de bandenspanning. Deze
dient in alle banden 30 psi te zijn,
behalve in de kleine buitenste banden.