GEBRUIK
Opgebeld worden:
Het volume van de bel is instelbaar met de
belschakelaar aan de achterzijde in de stan-
den hard en zacht.
Neem de hoorn op en beantwoord de oproep.
Uitbellen:
Neem de hoorn op, wacht op de kiestoon en
toets via het toetsenbord het telefoonnummer
in. In het display verschijnt het door u ingetoet-
ste nummer.
Laatste nummer geheugen:
Neem de hoorn op en druk eenmaal op toets
RDL om het laatst gekozen nummer nogmaals
te kiezen.
Doorschakelen en comfortdiensten:
Gebruik de R/FLASH toets om op sommige
(huis- of kantoor-) centrales gesprekken door
te verbinden of om (toekomstige) netwerk- of
COMFORT diensten aan te roepen.
Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van
uw huis- of kantoorcentrale of de netwerkbe-
heerder. De FLASH verbrekingstijd is instel-
baar (zie de vorige pagina).
Telediensten:
De toetsen ∗ (sterretje) en # (hekje) zijn func-
tietoetsen bij diverse telediensten (teleshop-
pen, telebankieren, etc) en informatienum-
mers. Ook kunnen deze toetsen nodig zijn bij
het uitvoeren van diverse functies bij huis- of
kantoorcentrales of andere telecommunicatie
apparaten. Raadpleeg hiervoor de betreffende
gebruiksaanwijzing of dienst.
Gesprekstimer:
Zodra u de hoorn opneemt om een nummer te
kiezen of om een oproep aan te nemen, wordt
rechtsonder in het display de gesprekstijd bij-
gehouden. Deze weergave dooft zodra de
hoorn wordt neergelegd.
GEHEUGEN
De TX-910B heeft een nummergeheugen voor
14 telefoonnummers die elk 16 cijfers (inclu-
sief een pauze) lang mogen zijn.
Inprogrammeren:
1. druk een aantal maal op toets FUNCTN
totdat het display “OPSLAAN” weergeeft
2. voer via het toetsenbord het telefoon-
nummer in (druk op toets PAUSE indien
een kiespauze in het nummer gewenst is)
3. druk toets MEMO
4. druk op de gewenste toets waaronder u het
nummer wilt opslaan (toets M1 of M2 voor
directe toegang of de nummertoetsen 0-9,
∗∗
en # voor indirecte toegang);
5. ga naar stap 2 voor een volgende invoer of
neem de hoorn even op om de nummer-
invoer te beëindigen.
Uitkiezen:
Neem de hoorn op en druk op M1 of op M2
voor de 2 directe geheugens of druk op de
toets MEMO gevolgd door de nummertoets
(0-9,
∗∗
of #) waaronder het gewenste telefoon-
nummer is opgeslagen. Dit nummer wordt
automatisch gekozen.
Controleren:
Door herhaaldelijk op toets FUNCTN te druk-
ken totdat het display “CONTROLE” weer-
geeft, gevolgd door M1, M2 of gevolgd door
toets MEMO en de gewenste geheugentoets,
dan geeft het display het onder deze toets
opgeslagen geheugennummer weer zonder dit
uit te kiezen. Neem de hoorn even op om de
controle-functie te beëindigen.
Opmerkingen:
Een nieuw nummer kan over het oude num-
mer geprogrammeerd worden, dit oude num-
mer vervalt dan. Een geheugennummer kan
uitgewist worden door de hierboven beschre-
ven procedure om een nummer in te voeren te
herhalen echter zonder een telefoonnummer
in te toetsen.
5