3.6. Gasinstallatie.
De op de keukenkast gemonteerde is bestemd voor propaan-butaan-gas van 3000-4000 N/m²,
een druk van 30-40 mbar.
Afhankelijk van het systeem kan het fornuis uitgerust zijn met een kruisklep, hetgeen het aansluiten
van een toeristische koelkast mogelijk maakt. De kruisklep is voorzien in de keukenkast. Alvorens
men met de caravan de camping oprijdt, dient men de caravan uit te rusten met gasflessen en een
drukregelaar, die zorgt voor de gasdruk van het fornuis. In de disselbak is genoeg plaats voorzien
voor 2 gasflessen van elk 5 kilo.
Ten behoeve van de juiste aansluiting van de gasinstallatie zal men :
– de drukregelaar op de gasfles aandraaien tot de moederstop,
– de gasflessen in de disselbak plaatsen
– de gasflessen tegen het verschuiven vastzetten waarbij men de vastzetbanden vanaf de ronde
haken van de disselbak diagonaal op de gasflessen spant of bevestigt
– de gasleiding van gummi op de drukregelaar schuiven en de slangklem aandraaien
– de gasregelaar openen en als men toevallig een kruisklep heeft, de draaiknop van het ventiel draaien
waardoor de gastoevoer naar het gasfornuis geopend wordt
– de gas aansteken en controleren of de branders juist afgesteld zijn, hetgeen door een lange rit
ten gevolge van schokken verminderd kan zijn
De vlam zal blauw-violet met een duidelijke afgetekende kern moeten zijn.
Het gasfornuis is met een beveiliging uitgerust om de gastoevoer uit te schakelen, zodat ten
behoeve van het aansteken als volgt verder moet gegaan worden :
– de draaiknop indrukken en de knoppositie naar de maximale vlam draaien,
– de branders aansteken
– de draaiknop ongeveer 15 seconden in de ingedrukte stand houden
Indien de vlam gedoofd wordt, dient men alle bovenvermelde stappen te herhalen. Regelmatig dient
men de gummislangen te controleren op beschadigingen en de eventuele beschadigde slangen te
vervangen door nieuwe voor Propaan-Butaan-Gas bestemde slangen. Het juiste gebruik en de
perfecte staat van de gummislangen beïnvloeden direct de veiligheidsgraad bij het gebruik van de
caravan.
Hierdoor wordt het volgende verboden :
– de gastoestellen rechtstreeks aan de gasfles aan te sluiten
– gastoestellen te gebruiken bij het vaststellen van een lek aan de gasinstallatie
– de gasafsluitklep van de koelkast te openen als de koelast niet is aangesloten
– elke verandering aan de gasinstallatie in de caravan aan te brengen
– het gasfornuis zonder voldoende verluchting in de caravan te gebruiken en de voorziene
verluchtingsopeningen te sluiten
– dozen in het gasfornuis op te stapelen
– het aansluiten van een draagbare kaskachel wordt ten strengste verboden
Universele droge chemische blusmiddelen gebruiken.
Bij brand zal men : – alle personen uit de caravan evacueren
– afsluitventielen van het gasfornuis dichtdraaien
– blusmiddelen gebruiken en de brandweer verwittigen
3.7. Waterinstallatie.
De waterinstallatie bestaat uit : – een watertank van 10 liter
– een elektrische waterpomp
– een kraan met afsluit schakelapparaat
De waterbank bevindt zich in de keukenkast. De waterafvoer werd ondergebracht dicht bij het linker
wiel. Wanneer de caravan een lange tijd niet gebruikt wordt en zeker voor de winter, dient men de
watertank volledig te ledigen. In de disselbak is er nog voldoende ruimte over om een tweede
watertank die, om tijdens het rijden het verschuiven te vermijden, wordt vastgelegd met riemen. Op
de campingplaats wordt onder de waterafvoer van de spoelbak een opvangbak geplaatst.