POWXG3026 NL
Copyright © 2019 VARO P a g i n a | 9 www.varo.com
6 BIJKOMENDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
6.1 Heggenscharen
▪ Gebruik het toestel niet op gevaarlijke plaatsen. Dit zijn plaatsen waar er een gevaar voor
explosie bestaat wegens de aanwezigheid van benzinedampen, lekkend gas of explosieve
stof.
▪ Gebruik het toestel niet in een gesloten omgeving. Uitlaatgassen, rook of dampen kunnen
gevaarlijke concentraties bereiken.
▪ Bescherm uw gereedschap. Deze heggenschaar is NIET WATERBESTENDIG en mag
niet blootgesteld worden aan direct zonlicht, hoge omgevingstemperaturen of vochtige of
natte omstandigheden.
▪ Rook niet wanneer u benzine bijtankt. Dit is potentieel gevaarlijk omdat het de brandstof
kan ontsteken en een explosie kan veroorzaken.
▪ Let erop dat u geen benzine morst. Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld wanneer u
de heggenschaar bijtankt. Voorkom het morsen van brandstof omdat deze door de hete
motor in brand zou kunnen vliegen. Nooit bijtanken wanneer de motor loopt.
▪ Wees voorzichtig wanneer u de heggenschaar opbergt. Bewaar de heggenschaar op een
droge plek uit de buurt van brandbare vloeistoffen.
▪ Hou afstand. De heggenschaar stoot dampen uit. Zorg ervoor dat omstaanders op een
veilige afstand staan.
▪ Zorg ervoor dat u een olie/benzinemengsel gebruikt. Let erop dat u 40 delen ongelode
benzine mengt met 1 deel 2-taktolie. Indien u dit niet doet, zal de motor oververhitten en
uw heggenschaar beschadigen.
6.2 Kettingzaag
▪ Gebruik de kettingzaag NIET met 1 hand! Bediening met 1 hand kan leiden tot ernstige
verwondingen bij de gebruiker, helpers, omstaanders of enig andere combinatie van deze
personen. Een kettingzaag is ontworpen om met beide handen bediend te worden.
▪ Gebruik een kettingzaag NIET als u moe bent of onder invloed verkeert van drugs, alcohol
of medicijnen.
▪ Gebruik veiligheidsschoeisel, nauwsluitende kledij, beschermde handschoenen en
bescherming voor de ogen, oren en het hoofd.
▪ Wees voorzichtig bij het werken met benzine. Breng de kettingzaag minstens 10 voet (3
meter) weg van de plaats waar ze werd bijgetankt vóór het starten van de motor.
▪ Laat GEEN andere personen in de nabijheid toe tijdens het starten of het werken met de
kettingzaag. Hou omstaanders en dieren weg uit het werkgebied.
▪ Begin NIET met zagen vóór u een proper werkgebied hebt, over een stabiele houding
beschikt en een vluchtpad weg van de vallende boom heeft gepland.
▪ Hou al uw lichaamsdelen weg van de zaagketting als de motor draait.
▪ Zorg ervoor dat de ketting niets raakt vóór u de motor start.
▪ Draag de kettingzaag met een uitgeschakelde motor, het zwaard en de zaagketting
achterwaarts gericht en de geluidsdemper weg van uw lichaam.
▪ Gebruik GEEN ketting die beschadigd, slecht afgeregeld of onvolledig en losjes is
gemonteerd. Zorg ervoor dat de zaagketting stilstaat wanneer de gashendel wordt
losgelaten.
▪ Zet de motor af voor u de kettingzaag neerzet.
▪ Wees bijzonder voorzichtig bij het zagen van kleine struiken en boomscheuten omdat dun
materiaal door de zaagketting kan gegrepen worden en in uw richting kan geslingerd
worden of u uit balans kan brengen.
▪ Wees bij het zagen van een boomtak onder spanning voorbereid op terugveren zodat u
niet geraakt wordt als de spanning in de houtvezels wegvalt.
▪ Hou de handgrepen droog, proper en vrij van olie of benzinemengsel.
▪ Gebruik de kettingzaag enkel in goed verluchte omgevingen.
▪ Gebruik de kettingzaag NIET in een boom tenzij u daar speciaal voor werd opgeleid.