5 ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
▪ Dit apparaat is er niet voor bestemd, door personen (kinderen evenmin) met beperkte
lichamelijke zintuiglijke of psychische begaafdheden of met een tekort aan ervaring en/of
een gebrek aan kennis gebruikt te worden; tenzij ze van een voor hun veiligheid instaande
persoon onder toezicht staan of ze van deze laatste instructies krijgen, doe het apparaat
gebruikt dient te worden.
▪ Omwille van de veiligheid mogen kinderen en jongeren met een leeftijd van minder dan 16
jaar en mogen ook personen, die niet met de bedieningshandleiding vertrouwd zijn, het
apparaat niet gebruiken.
5.1 Elektrische veiligheid:
▪ Wees voorzichtig: zo vermijdt u ongevallen en verwondingen door een elektrische schok:
Sluit het apparaat enkel op een contactdoos met aardlekschakelaar
(differentieelschakelaar) met een toegekende lekstroom van niet meer dan 30 mA aan.
▪ Let erop dat de netspanning met de op het typeaanduidingplaatje vermelde gegevens
overeenstemt.
▪ Bescherm het apparaat tegen vochtigheid. Het apparaat mag noch vochtig zijn, noch in
een vochtige omgeving gebruikt worden.
▪ Controleer telkens vóór het gebruik het apparaat en de voedingskabel met stekker op
beschadigingen. Vermeid dat uw lichaam met geaarde onderdelen in aanraking komt.
▪ In het binnenste gedeelte van het apparaat bevinden er zich vonkvormende componenten.
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandbare vloeistoffen of gassen. In geval
van veronachtzaming bestaat er brand- of ontploffingsgevaar.
▪ Gebruik de voedingskabel niet om de stekker uit het stopcontact te trekken. Bescherm de
kabel tegen hitte, olie en scherpe kanten.
▪ De dwarsdoorsnede van de draad van de verlengkabel moet minstens 1,0 mm2 bedragen.
Rol een kabeltrommel vóór gebruik altijd af. Controleer de kabel op beschadigingen.
▪ Gebruik in de open lucht enkel daarvoor toegestane verlengkabels.
▪ Houd voedingskabel en verlengkabel op een veilige afstand van de slijpschijf en de
zaagketting. Trek bij beschadiging of bij het doorsnijden onmiddellijk de stekker uit de
contactdoos. Raak de leiding niet aan voordat ze van het stroomnet verbroken is.
▪ Beschadigde of niet aan de voorschriften beantwoordende kabels, koppeling en stekker
mogen niet gebruikt worden.