POWXB50020 NL
Copyright © 2022 VARO P a g i n a | 10 www.varo.com
10.2 Instellen van de zaaghoek (Fig. 5)
▪ De instelling voor de zaaghoek bevindt zich aan de onderkant van het gereedschap en
kan ingesteld worden door de schroeven van de voetplaat met de sleutel los te draaien.
▪ Beweeg de voetplaat naar links of rechts en kantel hem tot de gewenste hoek (van 0 ⁰ tot
45 ⁰) op de hoekschaal wordt aangegeven.
▪ Zet de schroeven van de voetplaat opnieuw met de sleutel vast.
▪ Controleer dat de voetplaat stevig vastgezet is.
10.3 In- en uitschakelen (Fig. 6)
▪ Monteer het batterijpack (9) op de zaagmachine en zorg ervoor dat het stevig vastzit.
▪ Om de decoupeerzaag in te schakelen duwt u op de AAN/UIT-trekkerschakelaar (1).
▪ Wanneer u de schakelaar (1) terug van positie verandert, schakelt het gereedschap uit.
10.4 De pendelknop afstellen (Fig. 7).
Deze decoupeerzaag kent vier zaagacties, een in rechte lijn en drie met pendelbeweging. Het
pendelen veroorzaakt een agressievere beweging van het zaagblad en is bedoeld voor het
zagen in zachte materialen zoals hout of plastic. De pendelbeweging zorgt voor sneller zagen;
het blad beweegt naar voor tijdens de zaagbeweging als aanvulling op de op en neer
beweging.
Nota: Metaal of hardhout mag nooit met een pendelbeweging worden
gezaagd.
Om de zaagbeweging aan te passen, kunt u de pendelschakelaar instellen op 4 standen: 0, I,
II en III. Stand 0 is een rechte zaagbeweging, hiervoor moet de schakelaar helemaal naar
beneden worden gedraaid. Stand I, II en III zijn pendelbewegingen. De agressiviteit waarmee
de zaag snijdt, verhoogt wanneer de knop van stand één naar drie wordt verplaatst, waarbij
stand drie dus overeenstemt met de meest agressieve zaagbeweging.
10.5 Ledwerklicht (Fig. 8)
Het ledwerklicht (2) kan oplichten wanneer u het apparaat inschakelt. Zo wordt de werkzone
verlicht wanneer u aan de slag gaat. Het brandt ook tijdens het werk.
WAARSCHUWING Kijk niet rechtstreeks naar de lichtbundel. Richt de straal
nooit op een persoon of op een ander voorwerp dan het werkstuk.
Richt de straal niet opzettelijk op personeel en zorg ervoor dat ze niet
langer dan 0,25 s op de ogen van een andere persoon gericht blijft.
10.6 De parallelgeleider (Fig. 9) afstellen.
Met randgeleider (a) kunt u evenwijdig aan een rand zagen. De maximale afstand is 15 cm.
▪ Zet vergrendelknop (12) los en breng de parallelgeleider in de houders in de
zaag/basisplaat (11).
▪ Zet de vergrendelknop voor de randgeleider vast.
11 GEBRUIK
Gebruik nooit een blad dat ongeschikt is voor het werk en het werkstuk.
Hou de zaag voor u en hou ze bij de handgreep stevig vast. Zorg ervoor dat het zaagblad
niets raakt wanneer u de zaag start. Zorg ervoor dat het werkstuk stevig vastgeklemd zit en
dat de zaaglijn duidelijk is gemarkeerd. Sluit de aansluiting voor stofafzuiging aan op een
afzuigsysteem waar dit mogelijk is. Start de zaag.
Plaats de voetplaat op het werkstuk en laat het zaagblad de zaaglijn raken. Begin met zagen
maar oefen niet meer druk op het blad uit dan nodig is. Vermijd zijdelingse druk op het blad.