POWX00820 NL
Copyright © 2018 VARO P a g i n a | 8 www.varo.com
Defecte of gebruikte batterijen moeten verwijderd worden via een
gespecialiseerde afvalinzameling en niet via het gewone huisvuil.
8.2 Plaatsen en verwijderen van een boor of schroefbit (Fig. 2)
Uw schroef/boormachine is voorzien van een snelspanboorhouder.
▪ Open de boorhouderdoor de kraaglos te draaien.
▪ Steek de boor of het schroefbit in de boorhouder.
▪ Sluit de boorhouder door de voorste kraag (a) stevig vast te draaien. Houd hierbij het
achterste gedeelte (b) van de boorhouder met de andere hand vast.
▪ Om de boor of het schroefbit te verwijderen, gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
Neem voor het plaatsen of verwijderen van een boor of schroefbit altijd eerst de batterij uit
de machine.
8.3 Omschakelen van de draairichting
▪ Duw de links/rechts-omschakelaar (2) van rechts naar links om te boren of schroeven vast
te draaien.
▪ Duw de links/rechts-omschakelaar (2) van links naar rechts om schroeven los te draaien.
Schakel de draairichting alleen om bij stilstaande machine.
8.4 Instellen van het koppel
Deze machine is voorzien van een instelbare koppeling (18+1 pos) om het koppel bij het
vastdraaien van schroeven te beperken.
▪ Draai de instelkraag (3) rechtsom om het koppel te verlagen, linksom om het koppel te
verhogen. De juiste instelling hangt af van het type en de maat van de schroef alsmede
van het werkstuk.
▪ Begin in geval van twijfel over de juiste instelling met de laagste instelling en verhoog het
koppel tot het gewenste resultaat wordt bereikt.
▪ Voor boren draait u de instelkraag geheel linksom (naar het boorsymbool).
8.5 In- en uitschakelen
▪ Om de machine in te schakelen, drukt u de aan/uit-schakelaar (1) in.
▪ Om de machine uit te schakelen, laat u de aan/uit-schakelaar los.
8.6 Variabele snelheid
▪ Wanneer u meer druk op de aan/uit-schakelaar uitoefent, zal de snelheid toenemen.
▪ Minder druk op de aan/uit-schakelaar uitoefenen, zal de snelheid laten afnemen.
8.7 Lagere/hogere snelheidsinstelling
▪ Lagere snelheid: zet de snelheidskeuzeknop in stand “1”.
▪ Hogere snelheid: zet de snelheidskeuzeknop in stand “2”.
9 REINIGING EN ONDERHOUD
Opgelet! Trek de netstekker uit de contactdoos alvorens werkzaamheden
aan het apparaat te verrichten.
9.1 Reiniging
▪ Reinig de ventilatiesleuven van de machine om oververhitting van de motor te voorkomen.
▪ Reinig regelmatig de behuizing van de machine met een zachte doek, bij voorkeur na
ieder gebruik.
▪ Houd de ventilatiesleuven vrij van stof en vuil.
▪ Als het vuil niet verwijderd kan worden, gebruik dan een zachte doek bevochtigd met
zeepwater.