POWPG10240 NL
Copyright © 2020 VARO P a g i n a | 10 www.varo.com
10 STARTEN
Zorg ervoor dat de netspanning 230 – 240 V, 50 Hz is, vóór u de maaier op het net aansluit.
Wanneer de maaier is ingeschakeld, brandt er een indicatorlampje (Fig. 7). Start de motor als
volgt:
▪ Duw de veiligheidsknop in (3).
▪ Trek ondertussen aan de schakelaarhandgreep en grijp hem vast (2).
Duw de maaier manueel vooruit eens de motor draait.
Wanneer u de schakelaarhandgreep loslaat, zal de motor stilvallen.
OPGELET! Het mes begint te draaien zodra de motor gestart is.
WAARSCHUWING! De messen draaien na het uitschakelen van de motor
nog even door.
OPGELET! Dit gereedschap is enkel geschikt voor gebruik op een
elektrisch net met een systeemimpedantie van 0,320 Ω of minder.
10.1 Voor de beste maairesultaten
Verwijder alle afval van het grasveld. Zorg ervoor dat het grasveld vrij is van stenen, takken,
draden of andere voorwerpen die door de maaier in willekeurige richtingen weggeslingerd
zouden kunnen worden en die de gebruiker of anderen ernstig zouden kunnen verwonden of
schade zouden kunnen toebrengen aan eigendommen of voorwerpen in de buurt. Maai geen
nat gras. Om doeltreffend te maaien, maait u best geen nat gras omdat dit de neiging heeft
aan de onderkant van de maaierbehuizing vast te kleven, wat het correct afmaaien van het
gras verhindert. Maai niet meer dan 1/3 van de lengte van het gras. De aanbevolen
maaihoogte bedraagt 1/3 van de lengte van het gras. Het werktempo moet worden aangepast
zodat de grassnippers gelijkmatig over het grasveld verdeeld worden. Bij het maaien van dik
gras kan het nodig zijn om een van de laagste snelheden te gebruiken om een net en mooi
maairesultaat te bekomen.
Bij het maaien van lang gras kan het nodig zijn om het gras in twee stappen te maaien,
waarbij u het mes nog 1/3 van de lengte lager zet voor de tweede maaibeurt. U kunt ook beter
een ander maaipatroon volgen dan bij de eerste beurt. Het afgemaaide deel een beetje
overlappen bij elke beurt, helpt om achtergelaten grassnippers op te ruimen. De grasmaaier
moet altijd op zijn maximale toerental gebruikt worden voor het beste en meest effectieve
maairesultaat. Reinig de onderkant van de maaierbehuizing. Zorg ervoor dat u na elk gebruik
de onderkant de maaierbehuizing reinigt om het ophopen van gras te vermijden, wat het
mulchen zou kunnen verhinderen. Maaien van bladeren. Het maaien van bladeren kan ook
goed zijn voor uw grasveld.
Wanneer u bladeren maait, zorg er dan voor dat ze droog zijn en niet in een te dikke laag op
het gras liggen. Wacht niet tot alle bladeren van de bomen zijn gevallen om te gaan maaien.
WAARSCHUWING: wanneer u een vreemd voorwerp raakt, schakel dan de
motor uit en wacht tot deze volledig tot stilstand is gekomen. Controleer de
maaier op beschadigingen en herstel eventuele schade vóór u opnieuw
start en de maaier gebruikt. Buitensporige trillingen tijdens het werken met
de maaier wijzen op beschadiging. Het toestel moet dan onmiddellijk
gecontroleerd en hersteld worden.