POWEG8050 NL
Copyright © 2022 VARO P a g i n a | 21 www.varo.com
Zaag in delen (Fig. 15):
▪ Kort lange of dikke takken in vóór u de definitieve zaagsnede maakt.
9.6 Veilig werken
▪ Hou het apparaat, snijgereedschap en kettingbeschermer in goede staat om
verwondingen te voorkomen.
▪ Wanneer het apparaat is gevallen, controleer dan op belangrijke beschadigingen of
defecten.
▪ Hou de maximaal opgegeven werkhoek van max 60° ± 10° aan om veilig werken te
verzekeren (Fig. 16).
▪ Gebruik het apparaat niet wanneer u op een ladder of in een onstabiele positie staat.
▪ Laat u niet verleiden om ondoordachte zaagsneden te maken. U kunt uzelf en anderen in
gevaar brengen.
▪ Er moet toezicht gehouden worden op kinderen om te verzekeren dat ze niet met het
apparaat spelen.
▪ Verander regelmatig uw werkhouding. Het gebruik van het apparaat gedurende langere
tijd kan tot trillingsgerelateerde bloedcirculatieproblemen in de handen leiden. U kunt de
werkduur verlengen door geschikte werkhandschoenen te dragen of door regelmatige
pauzes te nemen. Hou er rekening mee dat aanleg voor bloedcirculatieproblemen, lage
buitentemperaturen of grote grijpkrachten de werkduur kunnen beperken.
10 TRANSPORT
▪ Gebruik de beschermkappen (57, 58) wanneer u de machine transporteert.
▪ Zorg dat de machine tijdens het transport niet ingeschakeld kan worden.
11 REINIGEN
11.1 Het motorblok reinigen
Nota: reinig het apparaat grondig na elk gebruik.
▪ Schakel altijd het apparaat uit vóór u reinigingswerken uitvoert en verwijder de bougiekap
(12).
▪ Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige doek en zachte detergent. Zorg ervoor
dat er geen water in het apparaat kan binnendringen.
11.2 De zaagketting reinigen
De kettingzaag moet regelmatig vrijgemaakt worden van zaagstof.
▪ Verwijder het tandwieldeksel (40).
▪ Verwijder de zaagketting (33) van het zwaard (41) en reinig de geleiderrail (43).
▪ Hou de zaagketting (33) scherp en controleer de spanning, controleer het oliepeil en de
olietoevoer.
11.3 De heggenschaar reinigen
▪ Controleer de heggenschaar op losse schroeven op de messenbalk (22) en zet ze vast
indien nodig.
▪ Verwijder vastgeklemd zaagafval.
▪ Onderhoud de messenbalk (22) m.b.v. een oliespray of oliespuit.
11.4 Het trimmer- en bosmaaierhulpstuk reinigen
▪ Verwijder vastgeklemd zaagafval.
▪ Hou het snijblad (51) scherp om uw werk te vergemakkelijken.