POWEG7010 NL
Copyright © 2019 VARO P a g i n a | 7 www.varo.com
▪ Grijp de stuurbeugel stevig vast met beide handen. Gebruik het toestel nooit met één
hand.
▪ Houd er rekening mee dat het toestel onverwacht omhoog kan wippen of naar voor kan
springen als de messen in aanraking komen met zeer harde, samengepakte of bevroren
grond of ingegraven voorwerpen zoals grote stenen, wortels of boomstronken.
▪ Kom niet met de handen, de voeten of andere lichaamsdelen of kledingstukken in de buurt
van de ronddraaiende messen. Opgelet! Gevaar voor verwondingen!
▪ Gebruik het toestel alleen op wandelsnelheid. Reik niet te ver voorover. Zorg er steeds
voor dat uw voeten een stevige grip hebben en dat u het evenwicht bewaart.
▪ Let op de verlengkabel tijdens het gebruik. Let op dat u niet over de kabel struikelt.
▪ Houd de kabel altijd weg van de messen.
▪ Als het toestel op een vreemd voorwerp stoot, controleer het dan op tekenen van
beschadiging en voer eventueel noodzakelijke herstellingen uit voor u het toestel opnieuw
inschakelt en verder werkt.
▪ Als het toestel abnormaal begint te trillen, schakel de motor dan uit en zoek onmiddellijk
de oorzaak. Trillingen geven meestal aan dat er een probleem is.
▪ Neem de stuurbeugel vast en til het toestel op om het van één plaats naar een andere te
verplaatsen.
▪ Schakel het toestel altijd uit, trek de stekker uit het stopcontact en wacht tot het toestel
gestopt is voor u onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert. Opgelet! De messen
stoppen niet onmiddellijk na het uitschakelen.
▪ Wees voorzichtig bij het reinigen of het onderhoud van het toestel. GEVAAR! Let op voor
uw vingers! Draag handschoenen!
▪ Het is verboden de elektrische en mechanische veiligheidsvoorzieningen aan te passen of
te verplaatsen.
6.3 Elektrische veiligheid
▪ De netspanning moet overeenkomen met die vermeld op het typeplaatje (230V~50Hz).
Gebruik geen andere stroombronnen.
▪ Het gebruik van een stroomonderbreker wordt aanbevolen voor de voedingsleiding, met
een interventiebereik van 10 tot 30 Ma Doe een beroep op een betrouwbare elektricien
▪ Kruis met het toestel nooit de verlengkabel waarop het is aangesloten. De kabel kan
hierbij doorgesneden worden. Zorg ervoor dat u altijd weet waar de kabel ligt.
▪ Gebruik de speciale kabelhouder voor de aansluiting van de verlengkabel.
▪ Gebruik het toestel nooit terwijl het regent. Probeer te voorkomen dat het toestel nat wordt
of aan vochtigheid wordt blootgesteld. Laat het 's nachts niet buiten staan. Maai geen
vochtig of nat gras.
▪ De voedingskabel moet regelmatig worden gecontroleerd. Vooraleer u het toestel in
gebruik neemt, moet u telkens nagaan of de kabel niet is beschadigd. Als de kabel niet in
goede staat is, gebruik het toestel dan niet, maar breng het naar een erkend
servicecenter.
▪ Gebruik alleen een verlengkabel die geschikt is voor gebruik buitenshuis. Houd de kabel
uit de buurt van de snijzone, van vochtige, natte of met olie besmeurde oppervlakken of
scherpe randen alsook van warmtebronnen en brandstoffen.
▪ De stekker van de verlengkabel moet spatwaterbestendig zijn in overeenstemming met de
normen DIN 57282 en VDE 0282; de draaddoorsnede (max. lengte 75 m) moet minimaal
1,5 mm² bedragen. Gebruik H07RN-F-kabel.
7 RICHTLIJNEN VOOR HET GEBRUIK VAN VERLENGSNOEREN
▪ Zorg ervoor dat het verlengsnoer in goede staat verkeert. Wanneer u een verlengsnoer
gebruikt, zorg er dan voor dat het een voldoend grote sectie heeft om de stroom te kunnen
transporteren die uw toestel nodig heeft. Een te licht verlengsnoer zal spanningsverlies
veroorzaken wat tot vermogenverlies en oververhitting zal leiden.