POWEB5010 NL
Copyright © 2016 VARO P a g i n a | 7 www.varo.com
7.2 Laders
▪ Probeer nooit om niet-oplaadbare batterijen te laden.
▪ Laat defecte snoeren onmiddellijk herstellen.
▪ Niet blootstellen aan water.
▪ Open de lader niet.
▪ De behuizing van de lader niet doorboren.
▪ De lader is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
8 ASSEMBLAGE
Gebruik de correcte adapter naargelang het voorwerp dat u wenst op te blazen. Plaats de
adapter als volgt:
▪ Zet de vergrendelring (2) los.
▪ Stop de verlengslang (D) in de luchtuitlaat (1).
▪ Zet de vergrendelring (2) vast.
▪ Controleer dat de verbinding tussen de luchtuitlaat (1) en de verlengslang (D) voldoende
vastzit en afgedicht is. In sommige gevallen hoeft u de verlengslang (D) niet te gebruiken
om een vaste verbinding te maken tussen de pomp en het voorwerp en kunt u de
adapters ook rechtstreeks op de pomp aansluiten en met de vergrendelring (2) vastzetten.
9 EIGENSCHAPPEN
9.1 Li-ionbatterij (6)
Voordelen van Li-ionbatterijen:
▪ Li-ionbatterijen hebben een hogere capaciteit/gewichtsverhouding (meer vermogen uit een
lichtere en meer compacte batterij)
▪ Geen geheugeneffect meer (capaciteitsverlies na een aantal laad/ontlaadcycli) zoals bij
andere types batterijen (NiCD, NiMH).
▪ Beperkte zelfontlading (zie ook het hoofdstuk: Opbergen).
10 (VOOR) GEBRUIK
10.1 Laden van het batterijpack
Het batterijpack voor dit werktuig werd geleverd met een minimale lading om mogelijke
problemen te voorkomen. Daarom moet u de batterij opladen vóór het eerste gebruik.
Nota: batterijen halen hun volledige capaciteit niet tijdens de eerste
laadbeurt. Geef ze enkele laadcycli de tijd om hun volledige capaciteit te
behalen. De batterij mag enkel binnenshuis opgeladen worden.
Na normaal gebruik, duurt het ongeveer 1 uur om de batterij volledig op te laden.
Het batterijpack wordt lichtjes warm tijdens het laden. Dit is normaal en wijst niet op een
probleem.
Plaats de lader niet op een extreem warme of koude plek. Het beste is op normale
kamertemperatuur. Haal de stekker van de lader uit het stopcontact en haal het batterijpack uit
de lader wanneer de batterij volledig volgeladen is.
Nota:
▪ Laat de batterij volledig afkoelen vóór u ze oplaadt.
▪ Controleer het batterijpack vóór het laden; laad geen gebarsten of lekkend batterijpack op.
10.1.1 Aanwijzingen op de lader (Fig. 2)
Sluit de lader aan op een stopcontact.
▪ Continu groen: klaar om op te laden.
▪ Rood knipperen + continu groen: laadt op.
▪ Continu groen + continu rood: opgeladen.