POWDPG7553 NL
Copyright © 2021 VARO P a g i n a | 17 www.varo.com
▪ Om verwondingen aan de ogen te vermijden: draag altijd een veiligheidsbril wanneer u
met de heggenschaar werkt.
▪ Hou de machine altijd met beide handen stevig vast, met een hand op de achterste
handgreep en de andere hand op de voorste, ronde handgreep (A6). Uw duim en vingers
moeten de handgrepen stevig omklemmen.
▪ Zorg ervoor dat het draagharnas (A 51B) comfortabel zit. Dit maakt het vasthouden van de
heggenschaar makkelijker.
▪ Wanneer de messen geblokkeerd raken door een massief voorwerp, schakel dan
onmiddellijk de machine uit, haal de stekker uit het stopcontact en verwijder het voorwerp.
▪ Vermijd dat u de machine tijdens het werken overbelast.
10.7 Werken met de kettingzaag
Wanneer de zaagketting vast komt te zitten, probeer dan niet om de
snoeizaag met kracht uit de blokkering te trekken. Dit kan verwondingen
veroorzaken. Schakel de motor uit en gebruik een hefboom of wig om de
snoeizaag los te maken.
▪ U zult meer controle over de machine behouden wanneer u met de onderkant van het
zwaard zaagt (zaagketting in de trekrichting) en niet met de bovenkant van het zwaard
(zaagketting in de duwrichting).
▪ De zaagketting mag tijdens en na het zagen door het materiaal niet de grond noch elk
ander voorwerp raken.
▪ Zorg ervoor dat de zaagketting niet geblokkeerd raakt tijdens het zagen. De tak mag niet
breken of splinteren.
▪ Let ook op de voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van terugslag (zie
veiligheidsinformatie).
▪ Verwijder takken die neerwaarts hangen door vanaf de bovenkant van de tak te zagen.
▪ Getorste takken moeten elk apart tot op de gewenste lengte gezaagd worden.
10.8 Werken met de draadspoel
▪ Op kleine grasvelden houdt u de machine onder een hoek van ongeveer 30° en zwaait u
de snijkop gelijkmatig van links naar rechts met een cirkelvormige beweging.
▪ De beste resultaten worden behaald met een maximale graslengte van 15 cm. Wanneer
het gras hoger staat, wordt het aangeraden om in verschillende keren te maaien.
▪ Om rond bomen, afsluitingspalen of andere hindernissen te maaien, beweegt u de
machine langzaam rond de hindernis en maait u met de punten van de snijdraad.
▪ Vermijd contact met vaste hindernissen (stenen, muren, palen, enz.). De snijdraad zal
hierdoor snel verslijten. Gebruik de rand van de beschermkap op de machine om de
correcte afstand te houden.
Opgelet! Leg de snijkop niet op de grond wanneer hij in werking is!
10.9 Werken met het 3-tandsmes
Draag altijd het draagharnas en geschikte beschermkleding wanneer u met
de machine werkt. Draag oog-, gehoor- en hoofdbescherming. Zorg dat het
mes correct gemonteerd werd. Verwijder beschadigde of stompe
onderdelen. Gevaar voor verwondingen.
▪ Gebruik het mes uitsluitend in open en vlakke gebieden. Inspecteer zorgvuldig het te
maaien gebied en verwijder alle vreemde voorwerpen. Vermijd het raken van stenen,