POWDP2580 NL
Copyright © 2022 VARO P a g i n a | 18 www.varo.com
▪ Schakel de machine uit. Laat het afgezaagde stuk op de werktafel (1) liggen totdat het
zaagblad (4) volledig tot stilstand is gekomen.
▪ Ondersteun lange werkstukken zodat ze aan het einde van de zaagbewerking niet vallen
(bv. met een rolschraag enz.).
11.1.1 Smalle werkstukken zagen (Fig. 23)
Zorg ervoor dat u een duwstok (3) gebruikt om lengtesneden te maken in werkstukken van
minder dan 150 mm breed. Er wordt een duwstok met de zaag meegeleverd! Vervang een
versleten of beschadigde duwstok onmiddellijk.
11.1.2 Extreem smalle werkstukken zagen (Fig. 24)
▪ Zorg ervoor dat u een duwblok gebruikt om lengtesneden te maken van minder dan 50
mm breed.
▪ Hiervoor wordt best het lage geleidingsvlak van de parallelaanslag gebruikt.
11.2 Afschuinsneden maken (Fig. 25)
▪ Afschuinsneden moeten altijd met de parallelaanslag (7) gemaakt worden.
▪ Wanneer u het zaagblad (4) naar links kantelt voor het maken van afschuinsneden,
plaats de parallelaanslag (7) dan aan de rechterkant van het zaagblad (4). Geleid het
werkstuk tussen het zaagblad (4) en de parallelaanslag (7).
▪ Stel het zaagblad (4) onder de gewenste hoek in (zie 10.2.7).
▪ Stel de parallelaanslag (7) in volgens de breedte en hoogte van het werkstuk (zie 10.5.3).
▪ Voer de zaagsnede uit in overeenstemming met de breedte van het werkstuk (zie 11.1.1,
11.1.2).
11.3 Afkortsneden maken (Fig. 26)
▪ Schuif de afkortaanslag (14) in een van de sleuven (21) in de zaagtafel en stel hem in
volgens de gewenste hoek (zie 10.5.6). Duw het werkstuk stevig tegen de afkortaanslag
(14).
▪ Schakel de zaag in.
▪ Duw de afkortaanslag (14) en het werkstuk naar het zaagblad om de zaagsnede te
maken.
Waarschuwing! Houd altijd het geleid deel van het werkstuk vast.
▪ Houd nooit het af te zagen stuk vast.
▪ Duw de afkortaanslag (14) voorwaarts totdat het werkstuk volledig doorgezaagd is.
▪ Schakel de zaag opnieuw uit. Verwijder het afgezaagde stuk niet totdat het zaagblad tot
stilstand is gekomen.