POWDP15100 NL
Copyright © 2020 VARO P a g i n a | 11 www.varo.com
9.5.3 Regelbare snelheid
Dit gereedschap is uitgerust met een schakelaar met snelheidsregeling die een hogere
snelheid en draaimoment levert wanneer er meer drukkracht op de trekker wordt uitgeoefend.
De snelheid wordt bepaald door de mate waarin de trekker wordt ingeduwd.
9.6 Het draaimoment instellen
Het draaimoment wordt ingesteld d.m.v. de instelring; het draaimoment is groter wanneer
deze ring op een hogere stand wordt ingesteld. Het moment is kleiner wanneer de ring wordt
ingesteld op een lagere stand. “1” geeft de laagste stand aan en “ ” de hoogste.
Het draaimoment wordt ingesteld op een stand die overeenstemt met de verschillende
schroeven of materialen. U kunt een geschikt draaimoment bv. als volgt instellen: wanneer de
schroef lang en het materiaal hard is, kunt voor een hogere stand kiezen.
9.7 Snelheidskeuzeschakelaar (Fig. 6)
NOTA: markering “1” op de knop van de snelheidskeuzeschakelaar is de
stand met de lage snelheid, markering “2” de stand met de hoge snelheid.
Deze boormachine heeft een tandwieloverbrenging met twee snelheden, bestemd om te
boren tegen snelheid 1 (LAAG/LOW) of 2 (HOOG/HIGH). De snelheidskeuzeschakelaar om
de hoge of lage snelheid te kiezen, bevindt zich boven aan de boormachine. Wanneer u de
knop (3) naar voor drukt en de lage snelheid selecteert, zal de snelheid lager zijn maar zal de
machine meer kracht en een groter draaimoment leveren. Wanneer u de boormachine op de
hoge snelheid gebruikt, zal de snelheid verhogen maar zal de boormachine minder kracht en
een kleiner draaimoment leveren. Gebruik de lage snelheid voor taken waarvoor u veel kracht
nodig hebt en de hoge snelheid voor snelboortoepassingen.
Belangrijk: verander NOOIT de instelling van deze
snelheidskeuzeschakelaar wanneer de boormachine draait. Laat ze altijd
eerst volledig tot stilstand komen.
9.8 LED-lampje (Fig. 7)
Wanneer u de schakelaar lichtjes indrukt, kan het LED-werklampje branden vóór de motor
gaat draaien, waardoor u eerst kunt controleren of het werkgebied vrij is. Daarnaast geeft het
LED-werklampje u ook licht tijdens het werken.
WAARSCHUWING: kijk niet rechtstreeks in de lichtstraal. Richt de
lichtstraal nooit op andere personen of andere voorwerpen dan het
werkstuk.
Richt de straal niet met opzet op personen en zorg ervoor dat ze nooit
langer dan 0,25 s in de richting van iemands ogen gericht is.
10 BOREN
10.1 Boren
Vóór u begint te boren, moet de instelring voor het krachtmoment in de stand “ ” staan.
Wanneer u in een glad en hard oppervlak wilt boren, gebruik dan een centreerpunt om de
gewenste positie voor het boorgat te markeren. Dit voorkomt dat de boor wegglijdt wanneer u
begint te boren. Hou de boormachine stevig vast en plaats de punt van de boor of bit op het