POWAIR0106 NL
Copyright © 2022 VARO P a g i n a | 5 www.varo.com
6.2.1 Regelen van het patroon:
Het naar volledig rechts draaien van de instelknop voor het spuitpatroon zal voor een rond
spuitpatroon zorgen. Het naar links draaien zorgt voor een ellipsvormig spuitpatroon.
6.2.2 Regelen van het vloeistof (verf) debiet:
Het in wijzerzin draaien van de instelknop voor het vloeistofdebiet vermindert het
uitgangsdebiet van de vloeistof; in tegenwijzerzin draaien vergroot het debiet.
6.2.3 Gebruik
1. Begin met spuiten. Hou het spuitpistool altijd onder een rechte hoek t.o.v. het
werkstuk.
2. Hou de spuitmond ongeveer 6 tot 12 inch (15 tot 30 cm) van het werkoppervlak.
Hou het pistool loodrecht op het spuitvlak vast en beweeg het dan verschillende
malen parallel over het oppervlak. Wanneer u tijdens het spuiten stopt met bewegen
dan zal de verf ophopen en gaan afdruipen. Beweeg het pistool niet heen en weer
tijdens het verven. Dit zorgt voor een ophoping van verf in het midden van de
verfstrook en een te geringe dekking aan de uiteinden.
3. Gebruik de trekker correct. Begin het pistool aan het begin van de verfstrook te
bewegen VÓÓR U DE TREKKER INDUWT en laat de trekker los VÓÓR U aan het
einde van de verfstrook STOPT MET BEWEGEN. Op deze manier dekt elke
verfstrook de volgende zonder overlappingen of ongelijkmatigheden.
4. De aangebrachte hoeveelheid verf kan aangepast worden door de snelheid van
bewegen, de afstand tot het werkoppervlak of de instelling van de knop voor het
vloeistofdebiet aan te passen.
5. Laat de verfstroken net genoeg overlappen om een gelijkmatige dekking te
verkrijgen.
NOTA: Twee dunne verflagen leiden tot een beter resultaat en hebben
minder kans om afdruipen te vertonen dan een dikke laag.
6. Gebruik een stuk karton als scherm om overtollige verf op te vangen en andere
oppervlakken te beschermen wanneer u aan de rand van het werkstuk spuit.