Continuïteitstest
Voorzichtig!
Het testobject moet spanningsvrij zijn voordat de meetleidingen
worden aangesloten, om te voorkomen dat het apparaat of het
testobject beschadigd raakt. In geval van twijfel moet een meting
uitwijzen of het testobject daadwerkelijk spanningsvrij is.
• Zet de functieschakelaar s op de stand .
• Druk eventueel op de toets
FUNC.
g, tot op het display j de indicatie
verschijnt.
• Steek de meetleidingen ẠẢ in de ingangen
VΩ
u en
COM
i.
• Sluit de testpunten aan op het testobject.
Wanneer er continuïteit is, resp. bij weerstanden van minder dan 40Ω,
klinkt er een geluidssignaal.
Opmerking:
Voor het testen van de continuïteit van de meetleidingen ẠẢ
verbindt u de beide testpunten met elkaar.
- 82 -