• Zorg dat geen andere trapfrequentiesensors in de buurt zijn (40 m/131 ft) als u start met aanleren
en kies daarna Yes (Ja).
Na de keuze Yes (Ja) verschijnt Start test Test starten). Draai de trapas enkele malen rond om de
sensor te activeren. Het knipperende rode licht geeft aan dat de sensor geactiveerd is. Completed
(Voltooid) verschijnt als het aanleren voltooid is. De training computer is nu klaar voor ontvangst
van gegevens over de trapfrequentie.
Houd STOP ingedrukt om terug te keren naar de tijdweergave.
Polar G3 GPS sensor W.I.N.D.
Kies Settings > Features > G3 > On (Instellingen > Functies > G3 > Aan) om de G3 GPS sensor in uw
training computer te activeren. Teach new sensor? (Nieuwe sensor aanleren?) weergegeven.
• Kies No (Nee) als uw sensor al aangeleerd is.
• Zorg dat geen andere snelheidssensors in de buurt zijn (40 m/131 ft) als u start met aanleren en
kies daarna Yes (Ja).
Houd STOP ingedrukt om terug te keren naar de tijdweergave.
Hoogte
De training computer zet de gemeten luchtdruk om in een hoogtemeting. Wijzig de instellingen van de
hoogtemeter in het menu Altitude (Hoogte). U kunt de hoogtemeter handmatig en automatisch
kalibreren.
Hoogtefunctie in- of uitschakelen
Kies Settings > Features > Altitude > On / Off (Instellingen > Functies > Hoogte > Aan / Uit).
Hoogte handmatig kalibreren
Kies Settings > Features > Altitude > Calibrate (Instellingen > Functies > Hoogte > Kalibreren) > stel de
hoogte van de huidige locatie in
Als de hoogte van uw locatie sterk verschilt van de op het display weergegeven hoogte, wordt Calibrate
to xx? (Kalibreren op xx?) weergegeven.
• Yes: Altitude calibrated to xx (Ja: hoogte gekalibreerd op xx) verschijnt.
• No: Altitude calibration canceled (Nee: hoogtekalibratie geannuleerd) verschijnt. De laatste in het
geheugen van de training computer opgeslagen hoogte wordt gebruikt.
Kalibreer de hoogte, om ervoor te zorgen dat deze nauwkeurig blijft. Stel de referentiehoogte altijd in
als een betrouwbare referentie beschikbaar is, zoals een piek of een topografische kaart, of wanneer u
zich op zeeniveau bevindt.
Hoogte automatisch kalibreren
Kies Settings > Features > Altitude > AutoCalib > On/Off (Instellingen > Functies > Hoogte > Automatisch
kalibreren > Aan/Uit).
Wanneer automatische kalibratie aan staat, wordt de laatste in het geheugen van de training computer
opgeslagen hoogte gebruikt bij het trainen. Deze functie is met name geschikt als u een sessie altijd in
dezelfde omgeving begint. Als automatische kalibratie mislukt, bent u niet in de gebruikelijke
omgeving en moet u de hoogte handmatig kalibreren.
Altitude calibrated to xx m/ft (Hoogte gekalibreerd op xx m/ft) geeft aan dat de kalibratie is gelukt. Als
Altitude calibration failed (Hoogtekalibratie mislukt) verschijnt, kalibreer de hoogte dan opnieuw.
Registratie-interval
Kies Settings > Features > Rec.rate > 1 / 2 / 5 / 15 / 60 sec (Instellingen > Functies > Registratie-interval >
1 / 5 / 15 / 60 sec.).
De training computer kan uw hartslag, snelheid/tempo* en hoogte registreren met intervallen van 1, 2,
5, 15, of 60 seconden. Een langer interval geeft u meer registratietijd, terwijl u met een korter interval
meer hart- en andere gegevens kunt registreren. Dit maakt een nauwkeurige analyse met behulp van de
software mogelijk.
Polar RS800CX Gebruiksaanwijzing 30