Audio-instellingen
Fijnafstelling van de equalizercurve
U kunt de middenfrequentie en de Q factor
(curve-karakteristieken) van elke op dit moment
geselecteerde curve bandbreedte (EQ Low/EQ
Mid/EQ High).
1 Druk op
AUDIO en houd ingedrukt tot de
frequentie en de Q factor (bijv. F 80 Q 1W) op
het display verschijnen.
2 Druk op AUDIO en selecteer de
frequentieband die u wilt fijnafstellen.
LOW (laag)—MID (midden)—HIGH (hoog)
3 Selecteer de gewenste frequentie met
2/3.
Druk op 2 of 3 tot de gewenste frequentie op
het display verschijnt.
LOW : 40—80—100—160 (Hz)
MID : 200—500—1 k—2 k (Hz)
HIGH : 3.15 k—8 k—10 k—12.5 k (Hz)
4 Druk op 5/∞ en selecteer de gewenste Q
factor.
Druk op 5 of ∞ tot de gewenste Q factor op het
display verschijnt.
2 N—1 N—1 W—2 W
Opmerking
• Als u bijstellingen verricht wanneer er een
andere curve dan CUSTOM 2 geselecteerd is,
zal de CUSTOM 1 curve worden bijgesteld en
vervangen.
Instellen van de lage tonen
U kunt de drempelfrequentie en het niveau van
de lage tonen instellen.
• Met de FRT1 functie hebben de instellingen
voor de lage tonen uitsluitend invloed op de
achter-uitgang: u kunt in dit geval geen instel
lingen voor de voor-uitgang maken.
1 Druk op
AUDIO en selecteer Bass.
Druk op AUDIO tot Bass op het display verschijnt.
2 Selecteer de gewenste frequentie met 2/3.
Druk op 2 of 3 tot de gewenste frequentie op
het display verschijnt.
40—63—100—160 (Hz)
3 Druk op 5 of ∞ om het niveau van de lage
tonen in te stellen.
Bij elke druk op 5 of ∞ wordt het niveau van de
lage tonen verhoogd of verlaagd. Bij het
verhogen of verlagen van het niveau ziet u
+6 –
–6 op het display.
Instellen van de hoge tonen
U kunt de drempelfrequentie en het niveau van
de hoge tonen instellen.
•
Met de FRT1 en FRT2 functies hebben de
instellingen voor de hoge tonen uitsluitend
invloed op de voor-uitgang: u kunt in dit geval
geen instellingen voor de achter-uitgang maken.
1 Druk op AUDIO en selecteer Treble.
Druk op AUDIO tot Treble op het display verschijnt.
2 Selecteer de gewenste frequentie met 2/3.
Druk op 2 of 3 tot de gewenste frequentie op
het display verschijnt.
2.5k—4k—6.3k—10k (Hz)
3 Druk op 5 of ∞ om het niveau van de hoge
tonen in te stellen.
Bij elke druk op 5 of ∞ wordt het niveau van de
hoge tonen verhoogd of verlaagd. Bij het
verhogen of verlagen van het niveau ziet u
+6 –
–6 op het display.
Du
32
07
Hoofdstuk
Niveau
(dB)
Middenfrequentie Frequentie (Hz)
Q=2N
Q=2W