WAARSCHUWING
! Om de kans op ongevallen en mogelijke wets-
overtreding te voorkomen, mag de dvd- of tv-
voorziening (apart verkrijgbaar) voorin nooit
worden gebruikt terwijl het voertuig wordt be-
stuurd. De displays achterin mogen niet op
een plaats worden gemonteerd waar de be-
stuurder ze kan zien of erdoor kan worden af-
geleid.
! In sommige landen of staten is het verbod op
kijken naar beelden op een display in een voer-
tuig niet beperkt tot de bestuurder. Waar der-
gelijke regels van toepassing zijn, dient u zich
daaraan te houden en mag u de dvd-functies
van dit toestel niet gebruiken.
LET OP
! PIONEER raadt montage en onderhoud van
het display door de gebruiker zelf af. Bij instal-
latie of onderhoud van het toestel bestaat er ri-
sico op elektrische schokken en andere
gevaren. Laat installatie en onderhoud van het
display dan ook over aan erkend serviceperso-
neel van Pioneer.
! Gebruik kabelklemmen of isolatietape om de
bekabeling op een veilige manier aan te bren-
gen. Laat geen niet-aangesloten kabels los-
hangen.
! Boor geen gat in het motorcompartiment om
de gele kabel van het display op de accu aan
te sluiten. De trilling van de motor kan er na
verloop van tijd toe leiden dat de isolatie van
de kabel wordt beschadigd op het punt tussen
het passagiersgedeelte en het motorcomparti-
ment. Bevestig de kabel op dit punt dan ook
met extra zorg.
! Het is zeer gevaarlijk om het snoer van de dis-
play te laten wikkelen om de stuurkolom of de
versnellingspook. Installeer het display zoda-
nig dat deze het rijden op geen enkele wijze
kan belemmeren.
! Zorg ervoor dat de snoeren geen beweegbare
onderdelen van het voertuig blokkeren, zoals
de versnellingspook, de handrem of het me-
chanisme om de stoelen te verschuiven.
! Maak de kabels niet korter. Als u dat doet, kan
het gebeuren dat het beveiligingscircuit niet
werkt als dat nodig is.
Opmerkingen
! Dit toestel kan niet geïnstalleerd worden in
een voertuig met een contactschakelaar zon-
der ACC-stand (accessory-stand).
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
ACC-stand Geen ACC-stand
! Gebruik van dit toestel onder andere omstan-
digheden dan de volgende kan leiden tot
brand of storingen.
— Voertuigen met een accu van 12 volt en ne-
gatieve aarding.
— Luidsprekers van 50 W (uitgangswaarde)
en 4 tot 8 ohm (impedantiewaarde).
! Om kortsluiting, oververhitting en storingen te
voorkomen, moet u onderstaande aanwijzin-
gen opvolgen.
— Koppel de negatieve aansluiting van de
accu los voordat u het toestel installeert.
— Gebruik kabelklemmen of plakband om de
bekabeling veilig aan te brengen. Be-
scherm de kabels met plakband op plaat-
sen waar deze tegen metalen onderdelen
liggen.
— Plaats de kabels niet in de buurt van be-
weegbare onderdelen, zoals de versnel-
lingspook of de rails van de stoelen.
— Leg kabels niet op plaatsen die heet kun-
nen worden, zoals dicht bij de kachel.
— Sluit de gele kabel niet op de accu aan via
een gat in het motorcompartiment.
— Dek alle ongebruikte kabelaansluitingen af
met isolatietape.
— Maak de kabels niet korter.
— Verwijder nooit de isolatie van de voedings-
kabel van dit toestel om andere apparaten
van stroom te voorzien. De stroomcapaci-
teit van de voedingskabel is beperkt.
— Gebruik een zekering met het voorgeschre-
ven vermogen.
Nl
42
Hoofdstuk
01
Verbindingen
— Verbind de negatieve luidsprekerkabel
nooit rechtstreeks met de aarding.
— Voeg de negatieve kabels van verschillende
luidsprekers nooit samen.
! Als dit apparaat aan staat, wordt het bedie-
ningssignaal doorgegeven via de blauw/witte
kabel. Verbind deze kabel met de afstandsbe-
diening van een externe versterker of met de
bedieningsaansluiting van de automatische
antenne van het voertuig (maximaal 300 mA,
12 V gelijkstroom). Als het voertuig is uitgerust
met een glasantenne, verbindt u deze met de
voedingsaansluiting van de antenne-booster.
! Verbind de blauw/witte kabel nooit met de voe-
dingsaansluiting van een externe versterker of
automatische antenne. Anders kan de accu
leeglopen of kan er storing optreden.
! De zwarte kabel is de aarding. Dit toestel moet
gescheiden worden geaard van andere appa-
raten (met name apparaten die veel stroom
verbruiken zoals een versterker). Anders kan
er brand of storing ontstaan wanneer de aar-
ding per ongeluk losraakt.
Nl
43
Hoofdstuk
Nederlands
01
Verbindingen