27
Bediening van de tuner
Bediening van elk van de functies
Geheugen voor sterke zenders
Met de BSM functie worden automatisch de sterkste zenders in het geheugen vastgelegd.
• Om dit proces te annuleren, dient u nog eens op FUNCTION toets 1 te
drukken voor het opslaan in het geheugen is afgelopen.
Afstemmen op lokale zenders
Met de lokale functie geactiveerd (de “LOC.S” indicator verschijnen) kunt u uitsluitend op
zenders met sterke signalen afstemmen.
De gevoeligheid voor lokale zenders verandert als volgt:
FM : LOC 1 = LOC 2 = LOC 3 = LOC 4 = LOC OFF
MW/LW (MG/LG) : LOC 1 = LOC 2 = LOC OFF
Opmerking:
• Met de LOC 4 instelling kunnen uitsluitend de sterkste zenders worden ontvangen. Met een lagere
instelling kunt u respectievelijk zwakkere zenders ontvangen.
• Druk op FUNCTION toets 2 op
het tuner-instelscherm om de
gevoeligheid voor lokale zenders
in te stellen.
• Houd FUNCTION toets 1 twee
seconden ingedrukt op het tuner-
instelscherm om de geheugen
voor sterke zenders (BSM)
functie aan te zetten.
De zenders met de sterkste signalen
zullen worden opgeslagen onder de
FUNCTION toetsen 1–6 op volgorde
van hun signaalsterkte.