c
1 Naar ingang stroomkabel
2 De functie van 3 en 5 kan verschillen afhan-
kelijk van het type voertuig. Verbind in dat
geval 4 met 5 en 6 met 3.
3 Geel
Back-up (of accessoire)
4 Geel
Aansluiten op de constante 12 V-voedingsaan-
sluiting.
5 Rood
Accessoire (of back-up)
6 Rood
Aansluiten op een aansluiting die door de
contactschakelaar wordt aangestuurd (12 V
gelijkstroom).
7 Verbind kabels van dezelfde kleur met elkaar.
8 Zwart (chassisaarding)
9 Blauw-wit
De pinpositie van de ISO-connector verschilt
naargelang het type voertuig. Als pin 5 de an-
tenne aanstuurt, verbindt u 9 en b. In andere
typen voertuigen verbindt u 9 en b nooit.
a Blauw/wit
Aansluiten op systeembedieningsaansluiting
van de versterker (maximaal 300 mA, 12 V ge-
lijkstroom).
b Blauw-wit
Aansluiten op bedieningsaansluiting van de
gemotoriseerde antenne (maximaal 300 mA,
12 V gelijkstroom).
c Geel/zwart
Alleen voor DEH-2300UB, DEH-2300UBB en
DEH-2320UB.
Als u apparatuur met dempingsfunctie ge-
bruikt, verbindt u deze draad met de draad
voor audiodemping op die apparatuur. Als u
zulke apparatuur niet gebruikt, verbindt u de
draad voor audiodemping niet.
d Luidsprekerkabels
Wit: Linksvoor +
Wit-zwart: Linksvoor *
Grijs: Rechtsvoor +
Grijs-zwart: Rechtsvoor *
Groen: Linksachter + of subwoofer +
Groen-zwart: Linksachter * of subwoofer *
Violet: Rechtsachter + of subwoofer +
Violet-zwart: Rechtsachter * of subwoofer *
e ISO-connector
Bij sommige voertuigen is de ISO-connector
in twee verdeeld. Verbind in dat geval beide
connectoren.
Opmerkingen
! Wijzig de begininstelling van dit toestel. Raad-
pleeg gedeelte SW CONTROL (achteruitgang
en subwoofer) op bladzijde 125.
De subwooferuitgang van dit toestel is mono.
! Als u een subwoofer van 70 W (2 Ω) gebruikt,
moet u de subwoofer aansluiten op de violette
en zwart-violette draden van dit toestel. Sluit
niets aan op de groene en groen-zwarte dra-
den.
Versterker (apart verkrijgbaar)
Maak deze verbindingen als de optionele ver-
sterker wordt gebruikt.
1
3
2
4
55
Nl
128
Hoofdstuk
03
Installatie
1 Systeemafstandsbediening
Verbinden met blauw-witte kabel.
2 Versterker (apart verkrijgbaar)
3 Aansluiten op RCA-kabel (apart verkrijgbaar)
4 Naar achteruitgang of subwooferuitgang
5 Luidspreker achterin of subwoofer
Installatie
Belangrijk
! Controleer alle aansluitingen en systemen
voordat u de installatie voltooit.
! Gebruik geen onderdelen van andere fabrikan-
ten; deze kunnen storingen veroorzaken.
! Neem contact op met uw dealer als er voor de
installatie gaten moeten worden geboord of
als er andere aanpassingen aan het voertuig
nodig zijn.
! Installeer dit toestel niet op een plaats waar:
— het de besturing van het voertuig kan be-
lemmeren.
— het de inzittenden kan verwonden bij een
noodstop.
! De halfgeleiderlaser raakt bij over verhitting
beschadigd. Plaats dit apparaat niet op plaat-
sen waar het warm wordt, zoals nabij de uit-
laat van een kachel.
! Dit toestel werkt het beste als het wordt ge-
plaatst onder een hoek van minder dan 60°.
60°
DIN-bevestiging voor/achter
Dit toestel kan geïnstalleerd worden via een
voor- of achtermontage.
Gebruik voor installatie in de handel verkrijg-
bare onderdelen.
DIN-voormontage
1 Schuif de montagebehuizing in het
dashboard.
Gebruik voor installatie in een ondiepe ruimte
de meegeleverde montagebehuizing. Als er
voldoende ruimte is, gebruikt u de montagebe-
huizing die met het voertuig geleverd werd.
2 Zet de montagebehuizing vast door
met een schroevendraaier de metalen lip-
jes op hun plaats te buigen (90°).
1
2
1 Dashboard
2 Montagebehuizing
3 Installeer het toestel zoals aangegeven.
1
2
3
4
5
1 Moer
2 Brandmuur of metalen steunvlak
3 Metalen band
4 Schroef
5 Schroef (M4 × 8)
# Controleer of het toestel stevig op zijn plaats
is gemonteerd. Het toestel functioneert wellicht
niet naar behoren als het niet goed is bevestigd.
Nl
129
Hoofdstuk
Nederlands
03
Installatie
<CRD4528-A/N>65