11
Afstandsbediening en verzorging
Gebruik van de stuurafstandsbediening
Voorzorgen:
• Voorkom ongelukken en bedien de stuurafstandsbediening derhalve niet tijdens het besturen van de
auto.
• Wanneer u per ongeluk tijdens het besturen van de auto een bediening uitvoert, moet u de
bediening gewoon negeren en al uw aandacht bij het verkeer houden, zodat u geen ver-
keersongelukken veroorzaakt.
• Stop het gebruik van de stuurafstandsbediening en raadpleeg de handelaar of plaats van aankoop in
de volgende gevallen:
– er komt rook uit de stuurafstandsbediening.
– er komt een vreemde geur uit de stuurafstandsbediening.
– er is een voorwerp in de stuurafstandsbediening gevallen.
– er is vloeistof op of in de stuurafstandsbediening gekomen.
De stuurafstandsbediening wordt mogelijk ernstig beschadigd met tevens kans op brand of een
ernstig ongeluk wanneer u de werking van de stuurafstandsbediening in de hierboven beschreven
gevallen niet direct stopt.
• Plaats de stuurafstandsbediening niet los in de auto. De stuurafstandsbediening zal anders mogelijk
bij het remmen of nemen van bochten vallen en kan dan onder het rempedaal rollen waardoor
remmen niet meer mogelijk is. Dit zou ernstige ongelukken kunnen veroorzaken. Bevestig de
stuurafstandsbediening derhalve stevig aan het stuur.
• Voorkom een onjuiste werking en andere problemen en demonteer de stuurafstandsbediening
derhalve niet en maak er geen veranderingen in.
Veranderen van de DSP/Hoofdtoestel schakelaar instelling
Wanneer dit product is aangesloten op een DSP, moet de schakelaar onder het achterklepje
op DSP gezet worden met een puntig voorwerp zoals een balpen. Als u geen DSP aansluit
op dit product hoeft u de stand van de DSP schakelaar niet te veranderen.
Voorzorgen:
• Als u de schakelaar onder het achterklepje niet zoals hierboven beschreven instelt, zal correcte
bediening via de afstandsbediening niet mogelijk zijn.