13
Gebruik van RDS-functies
Alternatieve frequentie functie (AF)
Met de alternatieve frequentie (AF) functie wordt naar andere frequenties in het zelfde
netwerk als de zender waarop momenteel is afgestemd gezocht. Er wordt automatisch naar
een van deze frequenties overgeschakeld indien het signaal via deze frequentie sterker is
wanneer de ontvangst van de zender waarop is afgestemd bijvoorbeeld verslechtert. Met
deze functie blijft een goede ontvangst van een bepaald programma indien mogelijk dus
gegarandeerd.
Opmerking:
• Met de AF functie geactiveerd en de “AF ” indicator opgelicht wordt uitsluitend op RDS-zenders
afgestemd wanneer u de functie voor het automatisch afstemmen of de BSM functie gebruikt.
• Wanneer u een voorkeuzezender oproept wordt mogelijk naar een andere alternatieve frequentie
(AF) voor deze zender gezocht. (Uitsluitend mogelijk bij gebruik van voorkeurzenders van de FM1
en FM2 golfbanden.) Er zal geen voorkeuzezendernummer op het display verschijnen indien de
RDS-data van de ontvangen zender verschillen van de data van de voorkeuzezender.
• Het geluid wordt mogelijk tijdelijk onderbroken wanneer door de AF functie naar een andere
frequentie wordt overgeschakeld.
• De “AF ” indicator knippert wanneer op een zender is afgestemd die geen gebruik van RDS maakt.
• U kunt de AF functie voor iedere FM golfband onafhankelijk activeren of uitschakelen.
Activeren (ON) en uitschakelen (OFF) van de AF functie
Bij het verlaten van de fabriek is de AF functie geactiveerd.
1. Druk op de FUNCTION toets en kies de AF functie (AF) van het
functiemenu.
2. Activeer de AF functie of schakel deze uit met de FM golfband ingesteld.
“AF ” dooft