290 Pinnacle Studio 9
Kleurmodel: Een model voor de mathematische beschrijving en definitie
van kleuren en hun onderlinge relatie. Ieder kleurmodel heeft een bepaald
doel. De twee meest gangbare modellen zijn RGB en YUV.
Kleurverzadiging: De intensiteit van een kleur.
Kwantisering: Onderdeel van de JPEG-beelddatacompressie.
Essentiële beelddelen worden exact, maar voor het menselijke oog minder
wezenlijke informatie wordt minder exact weergegeven.
Laser disk: Een medium waarop analoge videobeelden worden opgeslagen.
Informatie op laser disks kan niet worden gewijzigd.
LPT: Parallelle interface
Luminantie: Helderheid
M1V: (extensie voor) een MPEG-bestand dat uitsluitend videodata bevat.
MPA, MPEG, MPG
MByte (ook MB): Eén MByte (Megabyte) is 1024 KByte of ook wel
1024 x 1024 Bytes.
MCI: Afkorting voor Media Control Interface. Een programma-interface
ontworpen door Microsoft waarmee audio- en videodata kan worden
opgenomen en afgespeeld. Deze interface wordt ook gebruikt om een
computer aan te sluiten op een externe videobron, zoals een videorecorder
of een laser disk.
Modulatie: Methode voor de overdracht van elektrische informatie.
Montagelijst: Een lijst met clips en effecten in een bepaalde volgorde, die
op de uitvoerband of het AVI-bestand wordt opgenomen. Studio maakt het
mogelijk een eigen montagelijst samen te stellen en te bewerken. Dit kan
door middel van toevoegen, wissen of opnieuw sorteren van clips en
effecten op het storyboard- of tijdlijnaanzicht van het filmvenster worden
bereikt.
Motion-JPEG (M-JPEG): Een Video for Windows-formaat van
Microsoft voor de codering van videosequenties. JPEG-compressie
wordt gebruikt om elk beeld afzonderlijk te comprimeren.
MPA: (extensie voor) een MPEG-bestand waarin uitsluitend audiodata zijn
opgeslagen. M1V, MPEG, MPG
MPEG: Afkorting van Motion Pictures Experts Group. Standaard voor
compressie van digitale bewegende beelden. In vergelijking met M-JPEG
biedt deze methode een datareductie van tussen de 75 en 80 % zonder dat er
sprake is van waarneembaar beeldverlies.